ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De Vier Gerste Blad. Hannibal. No. 8963 VRIJDAG 10 MAART 1933 73e Jaargang. n. FEDILLETON BINNENLAND GENTSCHE AUT0SCH00L VRACHTVERDEELING BINNEN- SCHEEPVAART. ABONNEMENT8PRLTSBinnen Ter Neuzer. 1,25 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgle en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling. Flrma P. J. VAN DE SANDK GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,8G Voor elken regel meer /0,20. KLEINE ADVERTENTISN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzendlng van advertentien liefst 6dn dag voor de uitgavc. DIT BLAD VERS CHI J NT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND Wij hebben eens n goed en groot scha ker hooren zeggen, dat men bij dat spel altijd een grondregel moest volgen: men moest zooveel mogelijk probeeren om steeds dien zet te aoen, dien de tegen- partij niet verwachtte. Wij weten niet, of Hannibal het schaakspel beoefende, maar wij kunnen veilig verklaren, dat deze groote veldheer dezen regel in praktijk ebracht heeft, telkens weer en tot het tste toe. De grondgedachte van Hamilaar: den strijd met Rome in Italie zelf te voeren. was dus nu een daad geworden. Hami- laars geest was het, die dit plan ontwierp. maar Hannibals doorzettingskracht is het eweest, die dit ontwerp tot uitvoering iracht Door het verschijnen van Cartha- eensche strijdkrachten aan deze zijde van e Alpen waren als met een slag de din- gen gewijzigd en was het Romeinsche oorlogsplan veranderd. Van de beide Romeinsche legermachten was het eene in Spanje geland en daar reeds handgemeen met den vijand; deze terug te trekken was nu niet meer mogelijk. En het tweeds leger. dat onder opperbevel van den consul Tiberius Sampronius voor Afrika bestemd was, stond gelukkigerwijze nog op Sicilie; 6en keer kwam het nu eens oed van pas, dat de Romeinen maar al- oor talmden. De Senaat gaf het bevel dat deze strijdmachten zoo spoedig moge lijk naar het vaderland zouden terug- keeren. Overigens had het Romeinsche corps, waarvan de 2 sterk gedecimeerde legioe- nen geen 20.000 soldaten meer telden. genoeg werk met de Kelten, om die in be- dwang te houden, en kon er dus geen sprake van zijn om de Alpenpassen nog te bezetten, waarvan men de droeve gevol- gen pas ondervond, toen in Augustus dc consul Publius Scipio geheel zonder leqer uit Marseille in Italie terugkeerde. Dus stond op dat beslissend tijdstip op de meest belangrijke plaats niet eens ook maar fen Romeinsche voorpost, Hannibal had vol den tijd om zijn leger te laten uitrusten en om dan ook nog enkele ves- tlngen, na korte belegering te veroveren, terwijl hij voorts alle Ligurische en Kel- tische gemeenebesten in het boven-Po-dal tot een verbond wist over te halen, voor- dat Scipio hem tegentrad. Scipio is toen toch een gevecht begon- men met Hannibal, nadat deze Turijn had ingenomen. Het moet toen geweest zijn, dat beide veldheeren in hoogst eigen per- soon de troepen aanvoerden! maar Scipio leed ook hier een groote nederlaag; deze consul zelf werd gewond en hij dankte zijn redding slechts aan de opoffering van zijn 17-jarigen zoon. Intusschen kon Hannibal nu toch niet verder; had Scipio al een nederlaag ge- leden. hij kreeg in zoo verre toch zijn zin, or FRANCIS BEEDING (Nadruk verhoden. 10) (Vervolg.) VIERDE HOOFDSTUK. Ik red mezelf. Het was een warme avond en de Amontil lado was julst „dry" genoeg. Het kleine cafd- tje in de Calle de Arlaban, gebouwd in deo vorm van de Spaanscbe patio, waar ik op «ranby zat te wachten, was de gezelligste ge- .^genbeid om den imwendingen mensch te verkwikken, die ik in lang gezien had. We hadden onzen iatrek genomen in een klein hotel iets verderop, in een ruime kamer op de zesde verdieping, die met twee ramen over het uttgestrekte daken-kamp van de stad es de blauwe heuvels aan den horizon uitzag. Belfa tot daar, heel in de hoogte, drong nog het stadsgerulsch door, niet h^ eentonige bulderen van London of het staccato-ratelen van Parijs maar het unisoue schreeuwen van een leger menschen, die zlch, boven het rumoer van het motorverkeer uit, verstaan- haar probeerden te maken. In geen enkele stad, ooit door m1j bezocht, heb ik zulk een behoefte van den „man achter het stuur" waargenomen, am zijn hoorn of claxon apparaten, even verschillend in geluidhoogte «b -eterkte, als de instrumenten in een orkest voortdurend te gebruiken. Na het bad en de sherry was Granby weg- gegaan am met den secretaris van het Brit- sche Gezantschap, of, zoo mogelijk, met den minister van Buitenlandsche Zaken zelf, een •mderhoud te hebben. En ik moest wachten dat het tweede Romeinsche leger thans gelegenheid had om Placentia te bereiken en zich met het leger aan de Po te ver- eenigen. Het was onder de bedrijven December geworden, en niemand ver wachtte eigenlijk weer een beslissina. Doch ook nu had men verkeerd gerekena. Hannibal begreep, dat er geen tijd meer te verliezen was. Plotseling wierp hij zijn troepen, en nog wel een keurbende onder aanvoering van Mago, zijn jongsten broer, uit een hinderlaag op 't Romeinsche leger in den rug, en zoo werd de slag aan de Trabia gewonnen. Voor- en tegenstan- ders der Romeinen hebben toegegeven, dat weinig slapen den verslagenen meer tot eer zijn geweest dan deze aan de Trebia, want ook de overwinnaars leden zware verliezen, ook al vielen de meeste slachtoffers onder de Keltische opstande- lingen. Er moeten echter meer lieden toen gestorven zijn tengevolge van het ruwe en vochtige klimaat dan door den oorlog zelf; en van Hannibals olifanten bleven er nog maar een paar in leven. Het was nu het jaar 217, en de Romein sche Senaat beschouwde den toestand nog altijd niet als uiterstr gevaarlijk. Men sqhijnt te Rome begrepen te hebben, dat Hannibal uit Afrika maar heel onzekere en onregelmatige ondersteuning kreeg. Misschien zou Hannibal het ook hier, midden in het vijandelijke land, niet heb ben uitgehouden, indien hij niet „vrien- den" had weten te maken ,,uit den on- rechtvaardiaen Mammon", dat wil zeg gen: als hij niet, heel slim, de methode had gevolgd om telkens als menschen in zijn handen vielen, die niet echt tot het volk van Rome behoorden, dgze lieden zonder eenig losgeld los te laten, om daar- mede te betuigen, dat Hannibal geen krijg voerde tegen Italie, maar dat het bij hem alleen ging tegen Rome. In dezen tijd, terwijl zijn leger de Ape- nijnen overtrok wat in dit jaargetijde een geweldige prestatie moet zijn geweest is het gebeurd, dat Hannibal ten ge- volge van een ontsteking zijn eene oog heeft verloren, .en intusschen leden zijn paarden ook ontzettend. Hannibal liet het grootste werk thans over aan de Kelten, wien hij voile vrijheid gaf, om het land te brandschatten, een toestemming, waarvan dezen een zeer dankbaar gebruik maakten. Dan volgt de beroemde slag aan het Trasimeensche meer, een slag, waarin 15000 Romeinen gesneuveld moeten zijn, terwijl er even zoo veel werden gevangen genomen. De weg naar Rome lag nu open, en men prepareerde zich daar ook reeds volkomen op een beleg: de Tiberbruggen werden afgebroken en Quintus Fabius Maximus werd tot dictator benoemd. Maar Hannibal deed weer niet wat door iedereen verwacht werd: hij marcheerde niet op Rome aan. Neen, Hannibal be greep, dat zijn leger nog langeren tijd op dezen bodem zou moeten verblijven, en daarom ging hij er toe over om zijn troe pen geheel te reorganiseeren, waartoe de groote hoeveelheid wapens, die in zijn handen gevallen was, hem voile gelegen heid bood. Maar vooral op een punt had deze overigens zoo beleidvolle en voor- tot hij terugkwam. Dus wachtte ik geduldig. Tot dusver had h'j me nog niets van zyn plannen verteid. Dat deed hij trouwens nooit. Terwijl ik dca vorigen avond maar daar moest ik maar niet meer aan denken. Sara- gossa met zyn nauwe straten uit den tijd, onhygienisch en morsig lag tientallen kilo meters achter me en hier in deze stad, die bijna te veel haar best deed om modern te zyu, viel't me moeilyk, om een juiste voorstel- ling ervan me voor den geest te roepen. En nog verder van me af stonden de gebeurte- nissen en tooneelen, die zich den vorigen avond in zulk een geheel andere entourage hadden afgespeeld. Was het mogelijk, dat die kolos van een Rolls in de garage van een der hotels in de buurt ondergebracht was in een van die elegante, hoogst-moderne hotels, trots op eyn lift, zijn warm-en-koud stroomend water cu zijn veraere internationale volmaaktheden Wie weet of niet, op dit oogenblik een paar mannen in uniform van de Ritz of het Carlton, gebukt onder de zwaarte van den grooten kof- fer, van Frau Schindler, een luxueus ingerich- ten corridor afstrompelden! Met een zucht van veriiohting zouden ze hem midden op het Perzische tapjt van kamer 999 neerzetten. En als Frau Schindler dan den sleutel in het slot stak Maar daar moest lk nu maar niet langer aan denken. En dus nam ik een slokje Amontillado en trachtte iets te begrypen van de „Informa- cion". Ze had als inhoud een heele reeks por- tretten van de leden van den Volkenbond en lange artikelen over het wonderbaarlijkste, dat ze gingen doen. Maar ik had zoo'n voorge- voel, dat ik niet by vddl van de zittingen aan- wezig zou zyn. Wat voor zending had Granby hier in de Spaansche hoofdstad te vervullen? Hij had gezegd, dat het iets te maken had met den Volkenbcnd. Wat bedoelde hij daanmee? Hoe in 's hemels naam kon de Volkenbond, de „schoonmaakster" van internationaal werk, bolang hebben bij de daden van Helmuth of het tragisohe elnde van Jules Lemaitre? On- weerstaanbaar gingen myn gedachten weer zichtige aanvoerder zich toch vergist: zijn verwachting, dat de bondgenooten van Rome nu tot hem zouden overloopen, ging niet in vervulling: geen enkel Italiaansch staatje of stadje koos eigener beweging Hannibals zijde. Hannibal had in Quintus Fabius, den dictator, een geweldig tegenstander ge- kregen, sommigen mogen hem dan heb ben gelaakt, omdat hij huns inziens te veel talmde, voorzichtigheid en geduld hebben toch maar zooals straks blijken zal tenslotte overwonnen. Hannibal vond wel weinig tegenstand, terwijl hij het zuiden van Italie .."bewerkte", hij vond toch ook nergens echte bondgenooten. En men moet zich daarover wel sterk verbazen, want hoe duidelijk moet het toch wel zijn uitgekomen. dat de superioriteit aan ae zijde van Hannibal was. In den zomer van 216 stonden nu weer twee sterke legers tegenover elkander: een Romeinsch macht van 80.000 man voet- volk met 6000 ruiters en het leger van Hannibal, dat slechts de helft aan infan- terie telde. maar bijna het dubbele aan cavalerie. Toen is de slag bij Cannae ge- leverd, een slag, waarbij vooral voor de Romeinen deze nadeelige factor moet heb ben meegewerkt, dat het opperbevel om den anderen dag wisselde, iets, wat na- tuurlijk aan de continu'fteit van de methode niet ten goede kwam. De grootste en be- kwaamste aanvoerders aan Hannibal's zijde wisten een zege te behalen, waar van niemand minder dan Mommsen ge zegd heeft: „nooit is wel een leger van deze grootte zoo volkomen en op kosten van z6o geringe verliezen aan de ziide van de teqenpartij vernietiqd als het Romein sche leger bij Cannae". Hannibal's ver liezen moeten zeker niet grooter zijn ge weest dan 6000 man, alles bijeengenomen, terwijl daarvoor nog wel tweederde voor rekenincj kwam van de Kelten. Maar van de 76.000 Romeinen. die &?n den slaq deelnamen, laqen er 70.000 op den qrond. En alsof in dit jaar absoluut een eind aan Rome's macht moest worden gemaakt, zoo viel nog voor het einde van dit jaar een legioen, dat naar Gallie gestuurd was, in een hinderlaag, waar het geheel werd ver nietiqd. De indrnk van de ontzagliike overwin- ninq bij Cannae moet geweldig zijn ge weest. Zelfs te Karthago brak de feest- vreuqde uit; men begnn daar nu eindelijk te beseffen, dat men Hannibal niet langer zonder hulp en neld mocht laten, en wat meer zegt: ook Rome's bondgenooten be- qonnen nu er over te denken, of het niet beter was om maar over te loopen. Maar te Rome zelf kwam men nu ook tot andere inzichten op het punt van oor- loqvoering en commando-recielinq. Men begreep daar, dat het broodnoodiq was aanvoerders aan te stellen voor niet zoo korten termijn als tot nu toe het geval was qeweest, en men vond in den uiterst be- kwamen Marcus Claudius Marcellus een zeer geschikt aanvoerder. Had Hannibal bij Cannae zijn grootste zeqe bevochten vanaf dat oogenblik begon nu ook zijn ondergang. (Slot volgt.) naar de gebeurtenissen van den vorigen avona terug... Ik rende weer achter den galoppeeren- den dwerg aanIk zag Ik bewoog me ongeduldig en keek over den bovenkant van mijn krant. Gelukkig, daar was Granby! Hy bleef ddn oogenblik op den drempel staan en kwam dan vlug naar me toe. ,,'t Spf't me heel erg, John", begon hij met een zondaarsgezicht, „maar ik moet je voor vanavond in den steek laten. Ik heb iets te doen". ,,Maar we hebben toch zeker wel tijd, om behoorlyk samen te eten?" protesteerde ik. „Niet om 't met jou te doen, John", zei hij. „Ik ga dieneeren met de weduwe". „Daar heb je 't mddr over gehad", zei ik koeltjes. ,,'t Is toch niet Frau Schindler, wel?" „Nee, gelukkig niet". ,,Mag ik dan niet als Dritter im Bunde mee?" Hy schudde het hoofd. „'t Is een zakelijk onderhoud", legde hij me kort uit, „en dus moet ik alleen met 'r zyn. Niet bepaald een pretje jeugdig is ze niet meer, hebben ze me verteid. Draagt waar- schynlyk trwee recht, twee averecht kousen en heeft een kaipsel, waar een vogelnestje van verleden jaar, dat de winterstormen getrot- seerd heeft, niets bjj is. Haar echtvriend is een paar maanden geleden gestorven, hy was ryp van jaren en van ervaring". ,,Hoe heet ze?" informeerde ik. „Donna Concepcion y Moraima". „Wat 'n mondvol. Hoe noem je haar ge- woonljjk?" „Zoo ver zijn we nog niet'. „Wat is haar man geweest?" informeerde ik halstarrig verder. „Uitvinder", was het antwoord. ,,En daar- mee weet je precies evenveel als ik zelf weet. Misschien dat ik je morgen meer vertellen kan. Tot zoolang mag je jezelf amuseeren. Nee, zoek maar niet naar een kellner. Ik heb zelfs geen tijd voor een glas van die uitmun- tende sherry". Hij was opgestaan en was al bjjna bij de TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. Aan de agenda worden eenige ontwerpen j toegevoegd, o.a. dat houdende een bevrach- tingsregeling voor de binnenvaart, nadat ver- worpen was met 66 tegen 12 stemmen een voorstel-Knottenbelt om dit ontwerp voor de nieuwe Kamer te laten liggen. Aan de orde is de motie-Albarda, luidende: „De Kamer, van oordeel, dat het wensche- Itjk is, een wijziging in het Wetboek „Regts- pleging bij de Zeemacht", waardoor het moge- ljjk wordt, dat ook in het Rrjk buiten Europa beschuldigden voor een Krijgsraad reehts- kundigen bystand kunnen ontvangen van an deren dan zeeofficieren, zoo spoedig mogelijk tot stand te brengen; gaat over tot de orde van den dag." De motie wordt verworpen met 50 tegen 30 stemmen. V66r: de soc.-dem., de commu- nisten en de vrjjz.-dem. Aan de orde is de interpellatie-Vliegen'over den door den Minister van Defensie uitge- vaardigden order, waarbij aan militaire amb- tenaren der land- en zeemacht verboden is aangesloten te zijn bij, of op eenigerlei wijze steun te verleenen aan, groepen of vereenigin- gen van personen op sociaal-democratischen grondslag. De heer Vliegen (s.d.) merkt op, dat hij de vrijheid van ieder volk om een bepaalde regeering te critiseeren, opeisbht. Een ver- bod, als hier is uitgevaardigd, bevat een element van vervolging van andersdenken- den. Dergelijke maatregelen zijn dragelijk in een vereeniging, waar men uit kan treden, niet in een staat waar men niet uit kan treden. Spreker acht het verbod ook in stryd met artikel 9 der grondwet en wyst erop, dat het niet bepaalde vereenigingen geldt, maar ge- richt is tegen een politieke richting, waardoor de regeering zich in den v,erkiezingsstrijd mengt. Minister Deckers behandelt in zijn antwoord de geschiedenis van artikel 9 der Grondwet, blykens welke de neiging heeft bestaan om het recht van vereeniging en vergadering te beperken. Daarom is ook het woord „beperkt" ingelascht. De Minister zet verder uiteen, dat de wet op de krijgstucht en de militaire ambtenaren- wet verbieden, dat militairen in dienst staan van vereenigingen, die handelen in stryd met de krygstucht. De C.A.M.B.O.-bonden zullen hervormd moeten worden, omdat vakvereeni- gingen niet passen in de weermacht. Onder hevige interrupties van de sociaal- democraten zegt de Minister verder, dat den laatsten tijd duidelijk de revolutionaire ge- zindheid der S.D.A.P. aan den dag is getre- den, wat met citaten wordt aangetoond. De S.D.A.P. is verantwoordelyk te stellen voor de misleidende uitingen in de bladen van de N.V. Arbeiderspers. Deze uitingen zijn in strijd met de krygs tucht en dus worden zij door den Minister zoo krachtig mogelijk bestreden. Elders hebben de s.d.-partyen van hun kant wel ingrijpen- der maatregelen genomen, waarvan spreker voorbeelden aanhaalt. BESTUURDER: R. MORTIER Lange Meire, 2 (Kouter) Gent Telefoon: 19393 Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor degelijk en voll. onderricht. Zondagleer- gang te Selzaete: Zaal Gaumont, Markt. (Ingez. Med.) deur. „Maar luister's," riep ik hem na. .Kun nen we dan, om eea uur of elf, niet ergens afspreken?" Granby bleef staan en keerde zich om. „In het Cafd Pdlican dan", besliste hij. „Ik heb gehoord dat daar een uitstekende danse- res moet zijn, de „dons" zyn tenminste stapei op haar. Maar voor twaalven is 't er niets gedaan en eigenlyk weet ik niet, of jyj er wel komen mag. Voor eerwaardige, kopstukken z^jn dergeUke gelegenheden niets". „Tot vanavond twaalf uur dan" ,zei ik. „Goed", was Granby's antwoord. „En nemen vast 'n loge als ik laat mocht zijn en bestel wat. Maar wees voorzichtig. De Pdlican is geen cafd voor vreedzame Engelsche toeris- ten, dus hoe meer je je achteraf houdt, hoe beter". Hij wuifde me toe en verdween. Ik dronk mijn glas leeg en ging de bar uit. Het was nu volkomen donker. Ik sloeg naar links af en wandelde voort, tot ik aan de Calle de Aicala kwam, een breede straat, ge- flankeerd door cafd's met tafeltjes op de trot- toirs. Er was geen tafeltje onbezet en op het nog vrije trottoirgedeele was het geweldig druk. Maar het was een doellooze drukte, het leek, of niemand speciaal ergens naar toe ging. De menschen waren al tevreden, als ze met velen en rumoerig konden zijn. Ik had nooit een stad gezien, waar de menschen zoo samentroepten. Ik kon niet besluiten, waar ik zou gaan dineeren en dus liep ik de richting van de Puerta del Sol uit, de straat, waarin Spaan sche premiers vermoord worden en de zooveel- jaarlyksche revolutie uitbreekt. Wat een verschil deze drukke straat, breed en modern met hier en daar een wolkenkrabber als beiwijs, dat Spanje nog steeds aan het Amerika-Ontdekken was met de nauwe straatjes van Saragossa, met hun can zoo te zeggen, hermetisch gesloten huizen en overhangende poorten. Hier was het eenig zenuwsloop-ende, dat men beleven kon, het moeten oversteken, dwars door het ver- keer heen. En zelfs dit gevaar was denkbeel- dig, want na een poosje rondkijken merkte Blijkens het verslag der Tweede Kamer tn- zake het wetsontwerp tot tijdelyke maatre gelen ter bevordering van een zooveel moge- lyk evenredige vrachtverdseling in de bin- nenscheepvaart acht de commissie van rap porteurs het gewenscht, op enkele punten nadere tnlichtingen van de regeering te ver- krijgen. In het voorloopig verslag is gewezen op de moeilykheden, welke voor den vervoerder van in verschillende districten gelegen goederen (b.v. landbouwproducten) voortvloeien uit de regeling van de compententie der bevrach- tingscommissies. De regeering antwoord, dat „ln gevallen als in het voorloopig verlag bedoeld" de be- vrachter zich kan wenden tot 6dn commissie, welke zich dan zoo noodig met andere com- missies in verbinding kan stellen. Daar dit laatste niet in het wetsontwerp te lezen staat, betwijfelt de commissie van rapporteurs, of het anwoord wel slaat op de vraag. Gaarne zal zij hieromtrent een nadere uiteenzetting ontvangen. In het voorloopig verslag is de uitslulting van hooger beroep voor beslissingen omtrent bevrachtingsovereenkomsten, geldend voor een bepaalde reis, bestreden. In de memorie vain antwoord blijft deze kwestie onbesprckon. Ook hieromtrent zal de commissie van rap porteurs nog gaarne de meening der regee ring vernemen. Fyn en niet duur! Kousen en fyne Lingerie waarop U fier bent. Draagt Deesse-mcrlt, Veldstraat 55, Gent. (Ing. Med.) BEZWAREN TEGEN WETSONTWERP REGELING DANSVERBOD. De Tweede Kamer heeft haar voorloopig verslag uitgebracht over het wetsontwerp tot wijziging van de Drankwet. Zeer vele leden onder wie ook verschel- den voorstanders van de desbetreffende rege ling betreurden het, dat de regeering ge- meend heeft in dit ontwerp, naast eenige andere wijzigingen, voorschriften te moeten opnemen met betrekking tot het geven van ge.egenheid tot dansen in lokaliteiten, waar- voor een verguning of een verlof is verleend. Naar hun meening is het uiterste, dat da regeering kan vragen van een tak der volks- veriegenwoordiging, welken zij heeft ontbon- den, dat die zaken worden afgedaan, welke of zeer spoedeischend of hoogst eenvoudig zijn. Kunnen de overige in het ontwerp vervatte wijzigingen als zoodanig worden besdhouwd, van d.e, welke op het dansen betrekking heeft kan noch het een, noch bit ander worden gezegd. Met klem drongen deze leden erop aan, dat het desbetreffende artikel van het ontwerp zal wordn teruggenomen. De daarin voortkomende wyziging kan dan afzonderlyk opnieuw bij den Staten-Generaal worden in- gediend. Eenige leden kenden aan de op dit pimt voorgestelde regeling esn zoo groote waarde toe, dat zy die in het ontwerp behouden zou den willen zien blijven, opdat gewaarborgd zy, dat zij nog in deze zittingsperiode wet wordt. Eenige leden meenden, dat het, gezien den zeer hoogen accijns, in het byzander In de tegenwoordige omstandigheden voor vele cafd- houders zeer hezwaarlijk is, tien liter tegelijk af te nemen. Naar zij daaraan nog toevoeg- den, zullen de slytersbedrijven van deze wyzi ging geen nadeel ondervinden, wyl bij vyf liter alleen aan vergunninghauders zal mogen wor den uitgeslagen. ik, dat hier, evenals in Londen en andere wereldsteden, het verkeer nu en dan stopge- zet werd, om voetgangers veilig door te latea. Het eenige bezwaar, die deze regeling aan- kleefde was, dat je een tijd lang in een queue moest staan wachten, tot de agent het teeken: passeeren! gaf. Ik had honger, want het was al over nege- nen en ik vroeg me af, of ik geaoeg moed zou kunnen opmannen, om ergens binnen te gaan en een diner te bestellen. Ik was nog niet gewend aan de zonderlinge dagver- deeling van de Spanjaarden lunchen tus- schen tweeen en drieen en middagmalen om elf uur's avonds. Zou ik het aandurven om daar kalm tegen in te gaan? Daar bespeurde ik aan dca ovefkant een klein restaurant met een smakelijk uithang- bord. Het geheel zag er goed uit en ik besloot dan ook dd.hr op af te stevenen. Het was, zoo als ik al beweerd heb, op de trottoirs stamp- vol en niet dan na veel stompen en dringen beredkte ik eindel'.k de volgende overtocht- standplaats voor voetgangers. Dat gebeurde julst op het oogenblik, dat de file wachtendec de straat overgestoken was, en het verkeer, als reactie op de bekende stokbeweging van den agent, zich weer in beweging had gesteld. Ik zou wel op tijd geweest zyn, om als aan- hangsel nog vlug mdd over te steken, als eea oudachtig dametje in het zwart me niet in den weg geloopen had. Wel probeerde ik nog haar voorbij te komen, maar ik werd door hi pootigen onverschilligen voetganger tegen haar apge- duwd en daama bleef me niets anders over dan wachten. Toen ik me als eerste op den trottoirband geposteerd had, nam ik myn hoed af en maakte, in het Fransch, excuses over m^n onbeleefdheid, Ze keek me met een paar doffe blauwe oogen aan en mompelde iets, dat ik niet verstond. En daama bleven we zwijgend en cahandig naast elkaar staan wachten, tot de queue zich opnieuw gevormd had en de agent, te ouzen behoeve, het ver keer weer stop zette. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1