ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Vier
Gerste Blad.
Hannibal.
No. 8963
VRIJDAG 10 MAART 1933
73e Jaargang.
n.
FEDILLETON
BINNENLAND
GENTSCHE AUT0SCH00L
VRACHTVERDEELING BINNEN-
SCHEEPVAART.
ABONNEMENT8PRLTSBinnen Ter Neuzer. 1,25 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgle en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
Flrma P. J. VAN DE SANDK
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,8G Voor elken regel meer /0,20.
KLEINE ADVERTENTISN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzendlng van advertentien liefst 6dn dag voor de uitgavc.
DIT BLAD VERS CHI J NT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
Wij hebben eens n goed en groot scha
ker hooren zeggen, dat men bij dat spel
altijd een grondregel moest volgen: men
moest zooveel mogelijk probeeren om
steeds dien zet te aoen, dien de tegen-
partij niet verwachtte. Wij weten niet, of
Hannibal het schaakspel beoefende, maar
wij kunnen veilig verklaren, dat deze
groote veldheer dezen regel in praktijk
ebracht heeft, telkens weer en tot het
tste toe.
De grondgedachte van Hamilaar: den
strijd met Rome in Italie zelf te voeren.
was dus nu een daad geworden. Hami-
laars geest was het, die dit plan ontwierp.
maar Hannibals doorzettingskracht is het
eweest, die dit ontwerp tot uitvoering
iracht Door het verschijnen van Cartha-
eensche strijdkrachten aan deze zijde van
e Alpen waren als met een slag de din-
gen gewijzigd en was het Romeinsche
oorlogsplan veranderd. Van de beide
Romeinsche legermachten was het eene in
Spanje geland en daar reeds handgemeen
met den vijand; deze terug te trekken was
nu niet meer mogelijk. En het tweeds
leger. dat onder opperbevel van den
consul Tiberius Sampronius voor Afrika
bestemd was, stond gelukkigerwijze nog
op Sicilie; 6en keer kwam het nu eens
oed van pas, dat de Romeinen maar al-
oor talmden. De Senaat gaf het bevel
dat deze strijdmachten zoo spoedig moge
lijk naar het vaderland zouden terug-
keeren.
Overigens had het Romeinsche corps,
waarvan de 2 sterk gedecimeerde legioe-
nen geen 20.000 soldaten meer telden.
genoeg werk met de Kelten, om die in be-
dwang te houden, en kon er dus geen
sprake van zijn om de Alpenpassen nog te
bezetten, waarvan men de droeve gevol-
gen pas ondervond, toen in Augustus dc
consul Publius Scipio geheel zonder leqer
uit Marseille in Italie terugkeerde. Dus
stond op dat beslissend tijdstip op de
meest belangrijke plaats niet eens ook
maar fen Romeinsche voorpost, Hannibal
had vol den tijd om zijn leger te laten
uitrusten en om dan ook nog enkele ves-
tlngen, na korte belegering te veroveren,
terwijl hij voorts alle Ligurische en Kel-
tische gemeenebesten in het boven-Po-dal
tot een verbond wist over te halen, voor-
dat Scipio hem tegentrad.
Scipio is toen toch een gevecht begon-
men met Hannibal, nadat deze Turijn had
ingenomen. Het moet toen geweest zijn,
dat beide veldheeren in hoogst eigen per-
soon de troepen aanvoerden! maar Scipio
leed ook hier een groote nederlaag; deze
consul zelf werd gewond en hij dankte zijn
redding slechts aan de opoffering van zijn
17-jarigen zoon.
Intusschen kon Hannibal nu toch niet
verder; had Scipio al een nederlaag ge-
leden. hij kreeg in zoo verre toch zijn zin,
or
FRANCIS BEEDING
(Nadruk verhoden.
10)
(Vervolg.)
VIERDE HOOFDSTUK.
Ik red mezelf.
Het was een warme avond en de Amontil
lado was julst „dry" genoeg. Het kleine cafd-
tje in de Calle de Arlaban, gebouwd in deo
vorm van de Spaanscbe patio, waar ik op
«ranby zat te wachten, was de gezelligste ge-
.^genbeid om den imwendingen mensch te
verkwikken, die ik in lang gezien had.
We hadden onzen iatrek genomen in een
klein hotel iets verderop, in een ruime kamer
op de zesde verdieping, die met twee ramen
over het uttgestrekte daken-kamp van de stad
es de blauwe heuvels aan den horizon uitzag.
Belfa tot daar, heel in de hoogte, drong nog
het stadsgerulsch door, niet h^ eentonige
bulderen van London of het staccato-ratelen
van Parijs maar het unisoue schreeuwen
van een leger menschen, die zlch, boven het
rumoer van het motorverkeer uit, verstaan-
haar probeerden te maken. In geen enkele
stad, ooit door m1j bezocht, heb ik zulk een
behoefte van den „man achter het stuur"
waargenomen, am zijn hoorn of claxon
apparaten, even verschillend in geluidhoogte
«b -eterkte, als de instrumenten in een orkest
voortdurend te gebruiken.
Na het bad en de sherry was Granby weg-
gegaan am met den secretaris van het Brit-
sche Gezantschap, of, zoo mogelijk, met den
minister van Buitenlandsche Zaken zelf, een
•mderhoud te hebben. En ik moest wachten
dat het tweede Romeinsche leger thans
gelegenheid had om Placentia te bereiken
en zich met het leger aan de Po te ver-
eenigen. Het was onder de bedrijven
December geworden, en niemand ver
wachtte eigenlijk weer een beslissina.
Doch ook nu had men verkeerd gerekena.
Hannibal begreep, dat er geen tijd meer
te verliezen was. Plotseling wierp hij zijn
troepen, en nog wel een keurbende onder
aanvoering van Mago, zijn jongsten broer,
uit een hinderlaag op 't Romeinsche leger
in den rug, en zoo werd de slag aan de
Trabia gewonnen. Voor- en tegenstan-
ders der Romeinen hebben toegegeven,
dat weinig slapen den verslagenen meer
tot eer zijn geweest dan deze aan de
Trebia, want ook de overwinnaars leden
zware verliezen, ook al vielen de meeste
slachtoffers onder de Keltische opstande-
lingen. Er moeten echter meer lieden
toen gestorven zijn tengevolge van het
ruwe en vochtige klimaat dan door den
oorlog zelf; en van Hannibals olifanten
bleven er nog maar een paar in leven.
Het was nu het jaar 217, en de Romein
sche Senaat beschouwde den toestand nog
altijd niet als uiterstr gevaarlijk. Men
sqhijnt te Rome begrepen te hebben, dat
Hannibal uit Afrika maar heel onzekere
en onregelmatige ondersteuning kreeg.
Misschien zou Hannibal het ook hier,
midden in het vijandelijke land, niet heb
ben uitgehouden, indien hij niet „vrien-
den" had weten te maken ,,uit den on-
rechtvaardiaen Mammon", dat wil zeg
gen: als hij niet, heel slim, de methode
had gevolgd om telkens als menschen in
zijn handen vielen, die niet echt tot het
volk van Rome behoorden, dgze lieden
zonder eenig losgeld los te laten, om daar-
mede te betuigen, dat Hannibal geen krijg
voerde tegen Italie, maar dat het bij hem
alleen ging tegen Rome.
In dezen tijd, terwijl zijn leger de Ape-
nijnen overtrok wat in dit jaargetijde
een geweldige prestatie moet zijn geweest
is het gebeurd, dat Hannibal ten ge-
volge van een ontsteking zijn eene oog
heeft verloren, .en intusschen leden zijn
paarden ook ontzettend. Hannibal liet het
grootste werk thans over aan de Kelten,
wien hij voile vrijheid gaf, om het land te
brandschatten, een toestemming, waarvan
dezen een zeer dankbaar gebruik maakten.
Dan volgt de beroemde slag aan het
Trasimeensche meer, een slag, waarin
15000 Romeinen gesneuveld moeten zijn,
terwijl er even zoo veel werden gevangen
genomen. De weg naar Rome lag nu open,
en men prepareerde zich daar ook reeds
volkomen op een beleg: de Tiberbruggen
werden afgebroken en Quintus Fabius
Maximus werd tot dictator benoemd.
Maar Hannibal deed weer niet wat door
iedereen verwacht werd: hij marcheerde
niet op Rome aan. Neen, Hannibal be
greep, dat zijn leger nog langeren tijd op
dezen bodem zou moeten verblijven, en
daarom ging hij er toe over om zijn troe
pen geheel te reorganiseeren, waartoe de
groote hoeveelheid wapens, die in zijn
handen gevallen was, hem voile gelegen
heid bood. Maar vooral op een punt had
deze overigens zoo beleidvolle en voor-
tot hij terugkwam. Dus wachtte ik geduldig.
Tot dusver had h'j me nog niets van zyn
plannen verteid. Dat deed hij trouwens nooit.
Terwijl ik dca vorigen avond maar daar
moest ik maar niet meer aan denken. Sara-
gossa met zyn nauwe straten uit den tijd,
onhygienisch en morsig lag tientallen kilo
meters achter me en hier in deze stad, die
bijna te veel haar best deed om modern te
zyu, viel't me moeilyk, om een juiste voorstel-
ling ervan me voor den geest te roepen. En
nog verder van me af stonden de gebeurte-
nissen en tooneelen, die zich den vorigen avond
in zulk een geheel andere entourage hadden
afgespeeld. Was het mogelijk, dat die kolos
van een Rolls in de garage van een der hotels
in de buurt ondergebracht was in een van
die elegante, hoogst-moderne hotels, trots op
eyn lift, zijn warm-en-koud stroomend water
cu zijn veraere internationale volmaaktheden
Wie weet of niet, op dit oogenblik een paar
mannen in uniform van de Ritz of het Carlton,
gebukt onder de zwaarte van den grooten kof-
fer, van Frau Schindler, een luxueus ingerich-
ten corridor afstrompelden! Met een zucht
van veriiohting zouden ze hem midden op het
Perzische tapjt van kamer 999 neerzetten.
En als Frau Schindler dan den sleutel in het
slot stak
Maar daar moest lk nu maar niet langer
aan denken.
En dus nam ik een slokje Amontillado en
trachtte iets te begrypen van de „Informa-
cion". Ze had als inhoud een heele reeks por-
tretten van de leden van den Volkenbond en
lange artikelen over het wonderbaarlijkste, dat
ze gingen doen. Maar ik had zoo'n voorge-
voel, dat ik niet by vddl van de zittingen aan-
wezig zou zyn.
Wat voor zending had Granby hier in de
Spaansche hoofdstad te vervullen? Hij had
gezegd, dat het iets te maken had met den
Volkenbcnd. Wat bedoelde hij daanmee? Hoe
in 's hemels naam kon de Volkenbond, de
„schoonmaakster" van internationaal werk,
bolang hebben bij de daden van Helmuth of
het tragisohe elnde van Jules Lemaitre? On-
weerstaanbaar gingen myn gedachten weer
zichtige aanvoerder zich toch vergist: zijn
verwachting, dat de bondgenooten van
Rome nu tot hem zouden overloopen, ging
niet in vervulling: geen enkel Italiaansch
staatje of stadje koos eigener beweging
Hannibals zijde.
Hannibal had in Quintus Fabius, den
dictator, een geweldig tegenstander ge-
kregen, sommigen mogen hem dan heb
ben gelaakt, omdat hij huns inziens te veel
talmde, voorzichtigheid en geduld hebben
toch maar zooals straks blijken zal
tenslotte overwonnen. Hannibal vond wel
weinig tegenstand, terwijl hij het zuiden
van Italie .."bewerkte", hij vond toch ook
nergens echte bondgenooten. En men
moet zich daarover wel sterk verbazen,
want hoe duidelijk moet het toch wel zijn
uitgekomen. dat de superioriteit aan ae
zijde van Hannibal was.
In den zomer van 216 stonden nu weer
twee sterke legers tegenover elkander: een
Romeinsch macht van 80.000 man voet-
volk met 6000 ruiters en het leger van
Hannibal, dat slechts de helft aan infan-
terie telde. maar bijna het dubbele aan
cavalerie. Toen is de slag bij Cannae ge-
leverd, een slag, waarbij vooral voor de
Romeinen deze nadeelige factor moet heb
ben meegewerkt, dat het opperbevel om
den anderen dag wisselde, iets, wat na-
tuurlijk aan de continu'fteit van de methode
niet ten goede kwam. De grootste en be-
kwaamste aanvoerders aan Hannibal's
zijde wisten een zege te behalen, waar
van niemand minder dan Mommsen ge
zegd heeft: „nooit is wel een leger van
deze grootte zoo volkomen en op kosten
van z6o geringe verliezen aan de ziide van
de teqenpartij vernietiqd als het Romein
sche leger bij Cannae". Hannibal's ver
liezen moeten zeker niet grooter zijn ge
weest dan 6000 man, alles bijeengenomen,
terwijl daarvoor nog wel tweederde voor
rekenincj kwam van de Kelten. Maar van
de 76.000 Romeinen. die &?n den slaq
deelnamen, laqen er 70.000 op den qrond.
En alsof in dit jaar absoluut een eind aan
Rome's macht moest worden gemaakt, zoo
viel nog voor het einde van dit jaar een
legioen, dat naar Gallie gestuurd was, in
een hinderlaag, waar het geheel werd ver
nietiqd.
De indrnk van de ontzagliike overwin-
ninq bij Cannae moet geweldig zijn ge
weest. Zelfs te Karthago brak de feest-
vreuqde uit; men begnn daar nu eindelijk
te beseffen, dat men Hannibal niet langer
zonder hulp en neld mocht laten, en wat
meer zegt: ook Rome's bondgenooten be-
qonnen nu er over te denken, of het niet
beter was om maar over te loopen.
Maar te Rome zelf kwam men nu ook
tot andere inzichten op het punt van oor-
loqvoering en commando-recielinq. Men
begreep daar, dat het broodnoodiq was
aanvoerders aan te stellen voor niet zoo
korten termijn als tot nu toe het geval was
qeweest, en men vond in den uiterst be-
kwamen Marcus Claudius Marcellus een
zeer geschikt aanvoerder. Had Hannibal
bij Cannae zijn grootste zeqe bevochten
vanaf dat oogenblik begon nu ook zijn
ondergang.
(Slot volgt.)
naar de gebeurtenissen van den vorigen avona
terug... Ik rende weer achter den galoppeeren-
den dwerg aanIk zag
Ik bewoog me ongeduldig en keek over den
bovenkant van mijn krant.
Gelukkig, daar was Granby! Hy bleef ddn
oogenblik op den drempel staan en kwam dan
vlug naar me toe.
,,'t Spf't me heel erg, John", begon hij met
een zondaarsgezicht, „maar ik moet je voor
vanavond in den steek laten. Ik heb iets te
doen".
,,Maar we hebben toch zeker wel tijd, om
behoorlyk samen te eten?" protesteerde ik.
„Niet om 't met jou te doen, John", zei hij.
„Ik ga dieneeren met de weduwe".
„Daar heb je 't mddr over gehad", zei ik
koeltjes. ,,'t Is toch niet Frau Schindler,
wel?"
„Nee, gelukkig niet".
,,Mag ik dan niet als Dritter im Bunde
mee?"
Hy schudde het hoofd.
„'t Is een zakelijk onderhoud", legde hij me
kort uit, „en dus moet ik alleen met 'r zyn.
Niet bepaald een pretje jeugdig is ze niet
meer, hebben ze me verteid. Draagt waar-
schynlyk trwee recht, twee averecht kousen en
heeft een kaipsel, waar een vogelnestje van
verleden jaar, dat de winterstormen getrot-
seerd heeft, niets bjj is. Haar echtvriend is
een paar maanden geleden gestorven, hy was
ryp van jaren en van ervaring".
,,Hoe heet ze?" informeerde ik.
„Donna Concepcion y Moraima".
„Wat 'n mondvol. Hoe noem je haar ge-
woonljjk?"
„Zoo ver zijn we nog niet'.
„Wat is haar man geweest?" informeerde
ik halstarrig verder.
„Uitvinder", was het antwoord. ,,En daar-
mee weet je precies evenveel als ik zelf weet.
Misschien dat ik je morgen meer vertellen
kan. Tot zoolang mag je jezelf amuseeren.
Nee, zoek maar niet naar een kellner. Ik heb
zelfs geen tijd voor een glas van die uitmun-
tende sherry".
Hij was opgestaan en was al bjjna bij de
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Aan de agenda worden eenige ontwerpen j
toegevoegd, o.a. dat houdende een bevrach-
tingsregeling voor de binnenvaart, nadat ver-
worpen was met 66 tegen 12 stemmen een
voorstel-Knottenbelt om dit ontwerp voor de
nieuwe Kamer te laten liggen.
Aan de orde is de motie-Albarda, luidende:
„De Kamer, van oordeel, dat het wensche-
Itjk is, een wijziging in het Wetboek „Regts-
pleging bij de Zeemacht", waardoor het moge-
ljjk wordt, dat ook in het Rrjk buiten Europa
beschuldigden voor een Krijgsraad reehts-
kundigen bystand kunnen ontvangen van an
deren dan zeeofficieren, zoo spoedig mogelijk
tot stand te brengen;
gaat over tot de orde van den dag."
De motie wordt verworpen met 50 tegen
30 stemmen. V66r: de soc.-dem., de commu-
nisten en de vrjjz.-dem.
Aan de orde is de interpellatie-Vliegen'over
den door den Minister van Defensie uitge-
vaardigden order, waarbij aan militaire amb-
tenaren der land- en zeemacht verboden is
aangesloten te zijn bij, of op eenigerlei wijze
steun te verleenen aan, groepen of vereenigin-
gen van personen op sociaal-democratischen
grondslag.
De heer Vliegen (s.d.) merkt op, dat hij de
vrijheid van ieder volk om een bepaalde
regeering te critiseeren, opeisbht. Een ver-
bod, als hier is uitgevaardigd, bevat een
element van vervolging van andersdenken-
den. Dergelijke maatregelen zijn dragelijk in
een vereeniging, waar men uit kan treden,
niet in een staat waar men niet uit kan treden.
Spreker acht het verbod ook in stryd met
artikel 9 der grondwet en wyst erop, dat het
niet bepaalde vereenigingen geldt, maar ge-
richt is tegen een politieke richting, waardoor
de regeering zich in den v,erkiezingsstrijd
mengt.
Minister Deckers behandelt in zijn antwoord
de geschiedenis van artikel 9 der Grondwet,
blykens welke de neiging heeft bestaan om
het recht van vereeniging en vergadering te
beperken. Daarom is ook het woord „beperkt"
ingelascht.
De Minister zet verder uiteen, dat de wet
op de krijgstucht en de militaire ambtenaren-
wet verbieden, dat militairen in dienst staan
van vereenigingen, die handelen in stryd met
de krygstucht. De C.A.M.B.O.-bonden zullen
hervormd moeten worden, omdat vakvereeni-
gingen niet passen in de weermacht.
Onder hevige interrupties van de sociaal-
democraten zegt de Minister verder, dat den
laatsten tijd duidelijk de revolutionaire ge-
zindheid der S.D.A.P. aan den dag is getre-
den, wat met citaten wordt aangetoond. De
S.D.A.P. is verantwoordelyk te stellen voor
de misleidende uitingen in de bladen van de
N.V. Arbeiderspers.
Deze uitingen zijn in strijd met de krygs
tucht en dus worden zij door den Minister zoo
krachtig mogelijk bestreden. Elders hebben
de s.d.-partyen van hun kant wel ingrijpen-
der maatregelen genomen, waarvan spreker
voorbeelden aanhaalt.
BESTUURDER: R. MORTIER
Lange Meire, 2 (Kouter) Gent
Telefoon: 19393
Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor
degelijk en voll. onderricht. Zondagleer-
gang te Selzaete: Zaal Gaumont, Markt.
(Ingez. Med.)
deur. „Maar luister's," riep ik hem na. .Kun
nen we dan, om eea uur of elf, niet ergens
afspreken?"
Granby bleef staan en keerde zich om.
„In het Cafd Pdlican dan", besliste hij. „Ik
heb gehoord dat daar een uitstekende danse-
res moet zijn, de „dons" zyn tenminste stapei
op haar. Maar voor twaalven is 't er niets
gedaan en eigenlyk weet ik niet, of jyj er wel
komen mag. Voor eerwaardige, kopstukken
z^jn dergeUke gelegenheden niets".
„Tot vanavond twaalf uur dan" ,zei ik.
„Goed", was Granby's antwoord. „En nemen
vast 'n loge als ik laat mocht zijn en bestel
wat. Maar wees voorzichtig. De Pdlican is
geen cafd voor vreedzame Engelsche toeris-
ten, dus hoe meer je je achteraf houdt, hoe
beter".
Hij wuifde me toe en verdween.
Ik dronk mijn glas leeg en ging de bar uit.
Het was nu volkomen donker. Ik sloeg naar
links af en wandelde voort, tot ik aan de
Calle de Aicala kwam, een breede straat, ge-
flankeerd door cafd's met tafeltjes op de trot-
toirs. Er was geen tafeltje onbezet en op
het nog vrije trottoirgedeele was het geweldig
druk. Maar het was een doellooze drukte, het
leek, of niemand speciaal ergens naar toe
ging. De menschen waren al tevreden, als ze
met velen en rumoerig konden zijn. Ik had
nooit een stad gezien, waar de menschen zoo
samentroepten.
Ik kon niet besluiten, waar ik zou gaan
dineeren en dus liep ik de richting van de
Puerta del Sol uit, de straat, waarin Spaan
sche premiers vermoord worden en de zooveel-
jaarlyksche revolutie uitbreekt.
Wat een verschil deze drukke straat,
breed en modern met hier en daar een
wolkenkrabber als beiwijs, dat Spanje nog
steeds aan het Amerika-Ontdekken was met
de nauwe straatjes van Saragossa, met hun
can zoo te zeggen, hermetisch gesloten huizen
en overhangende poorten. Hier was het eenig
zenuwsloop-ende, dat men beleven kon, het
moeten oversteken, dwars door het ver-
keer heen. En zelfs dit gevaar was denkbeel-
dig, want na een poosje rondkijken merkte
Blijkens het verslag der Tweede Kamer tn-
zake het wetsontwerp tot tijdelyke maatre
gelen ter bevordering van een zooveel moge-
lyk evenredige vrachtverdseling in de bin-
nenscheepvaart acht de commissie van rap
porteurs het gewenscht, op enkele punten
nadere tnlichtingen van de regeering te ver-
krijgen.
In het voorloopig verslag is gewezen op de
moeilykheden, welke voor den vervoerder van
in verschillende districten gelegen goederen
(b.v. landbouwproducten) voortvloeien uit de
regeling van de compententie der bevrach-
tingscommissies.
De regeering antwoord, dat „ln gevallen
als in het voorloopig verlag bedoeld" de be-
vrachter zich kan wenden tot 6dn commissie,
welke zich dan zoo noodig met andere com-
missies in verbinding kan stellen.
Daar dit laatste niet in het wetsontwerp
te lezen staat, betwijfelt de commissie van
rapporteurs, of het anwoord wel slaat op
de vraag. Gaarne zal zij hieromtrent een
nadere uiteenzetting ontvangen.
In het voorloopig verslag is de uitslulting
van hooger beroep voor beslissingen omtrent
bevrachtingsovereenkomsten, geldend voor een
bepaalde reis, bestreden. In de memorie vain
antwoord blijft deze kwestie onbesprckon.
Ook hieromtrent zal de commissie van rap
porteurs nog gaarne de meening der regee
ring vernemen.
Fyn en niet duur! Kousen en fyne Lingerie
waarop U fier bent. Draagt Deesse-mcrlt,
Veldstraat 55, Gent.
(Ing. Med.)
BEZWAREN TEGEN WETSONTWERP
REGELING DANSVERBOD.
De Tweede Kamer heeft haar voorloopig
verslag uitgebracht over het wetsontwerp tot
wijziging van de Drankwet.
Zeer vele leden onder wie ook verschel-
den voorstanders van de desbetreffende rege
ling betreurden het, dat de regeering ge-
meend heeft in dit ontwerp, naast eenige
andere wijzigingen, voorschriften te moeten
opnemen met betrekking tot het geven van
ge.egenheid tot dansen in lokaliteiten, waar-
voor een verguning of een verlof is verleend.
Naar hun meening is het uiterste, dat da
regeering kan vragen van een tak der volks-
veriegenwoordiging, welken zij heeft ontbon-
den, dat die zaken worden afgedaan, welke of
zeer spoedeischend of hoogst eenvoudig zijn.
Kunnen de overige in het ontwerp vervatte
wijzigingen als zoodanig worden besdhouwd,
van d.e, welke op het dansen betrekking heeft
kan noch het een, noch bit ander worden
gezegd. Met klem drongen deze leden erop
aan, dat het desbetreffende artikel van het
ontwerp zal wordn teruggenomen. De daarin
voortkomende wyziging kan dan afzonderlyk
opnieuw bij den Staten-Generaal worden in-
gediend.
Eenige leden kenden aan de op dit pimt
voorgestelde regeling esn zoo groote waarde
toe, dat zy die in het ontwerp behouden zou
den willen zien blijven, opdat gewaarborgd zy,
dat zij nog in deze zittingsperiode wet wordt.
Eenige leden meenden, dat het, gezien den
zeer hoogen accijns, in het byzander In de
tegenwoordige omstandigheden voor vele cafd-
houders zeer hezwaarlijk is, tien liter tegelijk
af te nemen. Naar zij daaraan nog toevoeg-
den, zullen de slytersbedrijven van deze wyzi
ging geen nadeel ondervinden, wyl bij vyf liter
alleen aan vergunninghauders zal mogen wor
den uitgeslagen.
ik, dat hier, evenals in Londen en andere
wereldsteden, het verkeer nu en dan stopge-
zet werd, om voetgangers veilig door te latea.
Het eenige bezwaar, die deze regeling aan-
kleefde was, dat je een tijd lang in een queue
moest staan wachten, tot de agent het teeken:
passeeren! gaf.
Ik had honger, want het was al over nege-
nen en ik vroeg me af, of ik geaoeg moed
zou kunnen opmannen, om ergens binnen te
gaan en een diner te bestellen. Ik was nog
niet gewend aan de zonderlinge dagver-
deeling van de Spanjaarden lunchen tus-
schen tweeen en drieen en middagmalen om elf
uur's avonds. Zou ik het aandurven om daar
kalm tegen in te gaan?
Daar bespeurde ik aan dca ovefkant een
klein restaurant met een smakelijk uithang-
bord. Het geheel zag er goed uit en ik besloot
dan ook dd.hr op af te stevenen. Het was, zoo
als ik al beweerd heb, op de trottoirs stamp-
vol en niet dan na veel stompen en dringen
beredkte ik eindel'.k de volgende overtocht-
standplaats voor voetgangers. Dat gebeurde
julst op het oogenblik, dat de file wachtendec
de straat overgestoken was, en het verkeer,
als reactie op de bekende stokbeweging van
den agent, zich weer in beweging had gesteld.
Ik zou wel op tijd geweest zyn, om als aan-
hangsel nog vlug mdd over te steken, als eea
oudachtig dametje in het zwart me niet in den
weg geloopen had. Wel probeerde ik nog haar
voorbij te komen, maar ik werd door hi pootigen
onverschilligen voetganger tegen haar apge-
duwd en daama bleef me niets anders over
dan wachten. Toen ik me als eerste op den
trottoirband geposteerd had, nam ik myn
hoed af en maakte, in het Fransch, excuses
over m^n onbeleefdheid, Ze keek me met een
paar doffe blauwe oogen aan en mompelde
iets, dat ik niet verstond. En daama bleven
we zwijgend en cahandig naast elkaar staan
wachten, tot de queue zich opnieuw gevormd
had en de agent, te ouzen behoeve, het ver
keer weer stop zette.
(Wordt vervolgd.)