ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
B U I|T E hTTITd
verkoodheS
No. 8959
WOENSDAG 1 MAART 1933
73e Jaargang,
BINBENLAND
Het Duitsche Rijksdaggebouw
in brand gestoken.
tengevolge van
vochtig en koud weer
ASPIRIN helpt steeds
ir'i"«"R1 JO; B'nnen Ter Neuzer. 1,25 per 3 maanden Budten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden 11 ij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
TTitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TEEEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,8G Voor elken regel meer 0 20.
KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent brj vooruitbetaling.
Grootere letters en clichAs worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar Is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DIENSTPLICHTIGEN MET GROOT
VERLOF TERUGGELOOPEN.
De groot-verlofgangers, beboorende tot de
groep der bij de zeemacbt in oefening geweesi
zynde militieplichtigen en aan wie een per-
soonltjke kennisgeving is toegezonden, wor
den, naar Aneta uit Batavia meldt, ter aan-
vuHing van het door byzondere omstandig-
heden ontstane tekort aan beroepspersoneel
by de zeemacbt in Ned.-lndie, opgeroepen am
zich met spoed in werkelijken dienst te be-
geven.
Zy dienen zich uiterlijk op den datum, die
in de kennisgeving is aangegeven, aan te mel-
den ter plaatse en op de wyze, als in de ken
nisgeving is aangegeven.
MONUMENT ONTHULD OP HET GRAF
VAN AGENT BAAS.
Baterdagmiddag is op de Algemeene Be-
graafplaats het monument op het graf van
den agent van politic Baas aan de familie
overgedragen. Br was veel belangstelling.
Namens de verkeersbrigade werd een krans
aan het monument gebecht. De burgemeester
van de Residentie hield bij deze overdradbt
een korte redevoering, waarin hij naar voren
bracht, dat de gedachte om dit monument op
te ridhten spontaan was opgekomen om de
herinnering levendig te houden aan den bra-
ven agent Baas.
Het monument stelt voor een vastberaden
mannenfiguur, waarvan de borst en de over
elkaar geslagen armen zichtbaar zyn en uit-
drukken den onverzettelijken mensch. Het
ornament is van uit het voetstuk opgebouwd
als een onrustig lynenspel, bedoelende het ru-
inoer in den strijd, welke de onmiddellyke
oontaken van zyn dood waren. Op de inscrip-
tie staat eenvoudig: „Tijdens de vervulling
van zyn plicht opgeroepen".
DE MUITERIJ OP „DE ZEVEN
PROVINCIEN".
De met bet Zondag aangekomen postviieg-
rtrig uit Indie ontvangen bericbten inzake de
muiterij en de overgave van het pantserschip
befctoen ons, na de uitvoerige Aneta-telegram-
men, geen feiteiijk ndeuws van belang meer
kunnen brengen. Aan bescbouwinigen en op-
tnerkingen in Indische bladesn ontleent de N.
ft. Crt. nog het volgende:
De wacht aan boord.
Onder de met de Van Outshoom te Batavia
aangebrachte leden der bemanning van De
Zeven Provincien toevond zicb ook de luite-
nant-ter-zee le klasse W. F. J. Fels, dien toen
de muiterij uitbrak offioier van de wacht was,
maar over boord sprang teneinde den com
mandant te waarschuwen. Afgescbeiden van
bet feat dat ook anderen overboord gespron-
gen zyn en dus evengoed den commandant
komden waarschuwen, scbryft bet Bat. Nbl.,
had de heer Fels zijn post nooit mogen ver-
laten. Zijn handelinig levert volgens het blad
overtreding op van artikel 129 van het wet-
boek van militair strafrecht en waarschijnlijk
zal de heer Fels deswege worden vervolgd.
Artfkel 129, voor zoover bier van belang,
luidt
„De schildwacht, die zijn post eigenidunkelijk
verlaat, een als zoodanig op hem rustende
verplidhting niet nakomt, of zich in een toe-
stand brengt of laat brengen, waarin hij zijn
dienst als schildwacht niet naar baboo ren kan
werrichten, wordt gestraft met een gevange-
niastraf van ten hoogste d r i e jaren.
Met gelijke straf wordt gestraft de officier
van de wacht aan boord van een oorlogsvaar-
fcuag of de militair die hem tijdelijk vervangt,
de machinist, hoofld der wacht aan boord van
een oorlogsvaartuig, die als zoodanig gelijke
bandelingen plegen."
Ook de verdere, tot de wacht aan boord der
Zeven" beboorende officieren, onderofficieren
en minderen staan aan een strafve rvolgmg
vregens gelijke handelingen (waaronder dus
ook behoort het zich zonder slag of stoot
overgeven aan de mudtelingen, zynde „zich
laten brengen in een toestand"etc.) btoot;
voor hen echter is de maximumstraf ander-
half jaar.
Het feit dat de commandant niet tijdig acht
geslagen heeft op waarschuwingendie hem
van verschillende zijden vroeg genoeg gewer-
den, schynt geen overtreding van eenig arti
kel van bet militair strafiwefiboek op te leve-
ren, noch van het gemeene strafrecht, voor
mover op militairen van toepassing.
Relaas van de overgave, door den
kapitein van de sleepboot Kraus.
De sleepboot Kraus van de N.I.S.H.M.,
welke in de telegrammen nopens de actae
tegen De Zeven Provincien venmeld is, was
op eigen risdco Donderdagmididag 10 Fehruari
circa 6€n uur Priok uitgevaren teneinde in
de amgeving van het muitende schip te bdy-
ven, wanneer hulp van noode mocht blijken
te zijn. In den nacht van Vryidag op Zater-
dag is de Kraus omstreeks half vijf in den
moigen van dezen tocht teruggekeerd, en het
Bat. Nbl. heeft den walkapitetn der N.I.S.H.M.
den heer Van Nifterdk, beredd gevonden van
«jjn wederwaandigheden te vertellen:
Vrydagmorgen, 10 Februari, omstreeks half
negen kwam de Kraus de Zeven Provincien
recht vooruit. Aan stuurboord-zyde van het
muitende schip bevonden zich op grooten af-
stand de torpedobootj agers Piet Hein en
Hvertsen, waarachter Hr. Ms. Java volgde.
Achter de Zeven Provincien aan-stoomend
bevonden zich de Gouden Deeuw (mynenleg-
gei') en Eridamus (Gouvemementsstoomer)
De Kraus voer steeds dichter op het mui
tende schip aan, en toen de sleepboot op om
streeks zes honderd meter genaderd was,
werd er aan boord van de Zeven Provincien
een vlaggesein geheschen S.W.D. be-
teakenend: ,,Ga ons uit den weg!" De Kraus
wendde toen den Steven, om op ongeveer een
afstand van duizenid meter voor de Zeven
Provincien uit te blyven varen.
Oirca half tien werden met de Zeven seinen
gawissald.
Wij begrepen wel, dat nu het ultimatum
werd gesteid. Kort daarop verschenen dan
ook vier vliegtuigen, teweten drie Fokkers-
bommenwerpers en een Dornier-Wall. Zij
bevonden zich op groote hoogte. Het laatste
vliegtuig, in schuinsche richting van stuur-
boord naar bakboord over 't muiterschip vlie-
gend, liet plotselinig scherp duikend een bom
vallen. Wij zagen een zwarte stip snel neer-
komen en de bom trof de commandobrug van
d^ Zeven Provincien. Een gewelddige knal,
gepaard gaand met wegspattend hout en tent-
doek, was er het trieste bewijs van, dat de
bom doel getroffen had. Duchtikokers, sloe-
pen, het grootste deel van de commandobrug
werden vebbrijzeld, een onbesohrijfelyke ravage
was in een onderdeel van een seoonde aan
boord van het muiterschip aangericht. De
vreeselyke gevolgen van deze ontzettende ex-
ploisde laten zich eenigszins begrijpen, wan
neer men weet, dat groote lappen tentdoek
boven in den aobtenmast van het schip, welke
op behoorlijken afstand van de plaats, waar
de bom ontplofte, verwijderd is, waren blijven
hanigen. Twee van de vier raddo-antenne-
draden bleken eveneens vernield. Voorts
waren twee Europeesche schepelingen tenge-
volge van den lucbtdruk overboord geslagen.
De uit de groote redddngsvlotten gerukte
kapok vatte vlam en zoo ontstond brand aan
boord. Aan boord van de Kraus merkte men
onmididellyk na de exploisie op, dat zoowel op
het voorschip als achteruit de witte vlag werd
geheschen, terwyl op de bak (het voorschip)
een groot wit zeil werd uitgespreid, ten tee-
ken voor de vliegtuigen dat men zich
had overgegeven.
De Kraus zebte toen een kleine reddings-
sloep uit, om drenkelingen uit het water te
halen. De eerste, die werd opgepikt was een
Menadonees, die zoodra hy binnenboord van
het bootje was gehaald verzuchtend uitriep:
,,Oh, meneer, ik dank Onzen lieven Heer, dat
ik gered ben!"... Vervolgens werden nog twee
Europeesche schepelingen opgepikt, met wel-
ken kostbaren last het kleine reddingbootje
naar de sleepboot terugkeerde am onmiddel-
lijik daama er weer op uit te gaan. Nog een
Europeesche marinier eerste klas werd uit het
water gehaald. Deze dreef op een kussen en
bleek aan de beenen verwond te zyn. Zeker een
dertigtal drenkelingen dobberde in de zee,
alien gehuld in zwemvesten, welke op last van
de muitersleiding werden aangetrokken, toen
de aanval te duohten was. Op de bamboe-
schietschijven, welke de Zeven Provincien aan
boord heeft, en welke thans dienst deden als
vlotten, bevonden zich eveneens vele man-
sohappen, meest Inlanders. Twee Europeesche
schepelingen hadiden zich krampachtig vast-
gehouden aan het aniker, dat in het anker-
gat hdng...!
Een triest, orubeschrijfelyk troosteloos beeld
leverde de situatie voor de te hulp snellende
personen op! Van alle schepen kwamen in
motorbooten gewapende officieren, onderoffi
cieren en manschappen naar de Zeven Pro
vincien toegevaren om bet schip weer in bezit
te nemen en de muitende bemanning te arres-
teeren. De bemanning van de Kraus was vlak-
bij poolshoogte van den toestand nemend,
merkte op de voorpiek van de Zeven Provin
cien onderofficieren op, met revolvers gewa-
pend, die een dreigende bonding aannamen.
Het schip wilde daarom maar liever een beetje
uit de buurt blyven, waartoe het den steven
wendde. Doch toen werd er door een onder-
officier geroepen: Wy zijn vrijigelaten!
En zoo bleek, hoe de muitende bemanning
op den bak waren samengedirongen en in be-
dwang gehouden door de overige loyaal ge-
bleven personen.
De drenkelingen, welke door de sioep van
de Kraus in veillgiheid waren gebracht, wer
den natuurlyk nader ondervraagd naar de ge-
toeurtenissen op den fatalen Zaterdagavond 4
Felbruari j.l. aangevangen op de reede van
Oleh-leh. Maar zy bleken niet in staat te zijn
een geregeld verhaal daarvan te geven. Allen
hleken ten zeerste zenuw-overspannen en kon-
den alleen verklaren: op een gegeven oogen-
blik stonden de gewapende Inlandsche mui-
ters voor ons en wy hebben alles gedaan onder
pressde! Zij toonden zich hoogst dankbaaT
voor hun redding, ook al omdat zij zeer be-
vreesd waren voor de haaien!
Tenslotte zij opgemerkt, dat de Zeven Pro
vincien niet gevechtsklaar was gemaakt. De
kanonnen waren binnen-tooord gedraaid, ter-
i wijl de groote geschutsmonden de 28 c.M.-
kanonnen onder de tenten stonden, en dus
evenmin bruiklbaar waren!
Nadat de Kraus de geredde drenkelingen
i had afgezet aan boord van den kruiser Java,
j werd door de sleepboot het sein ontvangen:
„U wordt bedankt", waama de Kraus naar
Priok terugstoomde.
Aneta meldt uit Batavia volgens de N. R.
Crt.:
Kapitein-luitenant-ter-zee P. Eikenboom,
luitenant-ter-zee late klasse C. Meyer en lui-
tenant-ter-zee lste klasse W. F. J. Fels zijn
met ingang van 24 Februari in hun betrekking
geschorst, op grond van het lste lid van arti
kel 17 van het Reglement op den rechtstoe-
stand der militairen by de Zeemacbt (Neder-
landsch Staatsblad 1931, No. 377).
De hier,boven aangehaalde bepaling van het
Reglement op den rechtstoestand der mili
tairen by de zeemacht luidt:
„Onverminderd bet bepaalde, bij de Wet
op de krijgstucht en by de rechtspleging
bij de zeemacht, kan een militair in zijn be-
treikking geschorst worden, wanneer dit door
het dienstbelang wordt gevorderd, in het
bijzonder wanneer hij emstig wordt ver-
dacht zich te hebben schuldig gemaakt aan
gedragingen, handelingen of tekortkoxnin-
gen, die aanleiding kunnen geven tot ont-
slag uit den dienst".
De schorsing kan gescbieden hetzij inge-
volge opdracht van den Minister, hetzij op
last van den Vlootvoogd of van den com
mandant van betrokkene.
Kapt.-luit.-t.-z. Eikenboom en luit.-t.-z. le kl.
Meyer waren resp. de commandant en de
eerste-officier op De Zeven Provincifen, die
tydens het uitbreken van de muiterij aan den
wal toefden; luit.-t.-z. le klas Fels was de
oudste aan boord achtergebleven officier, die
by het uitbreken van de muitery over boord is
gesprongen en naar de Aldebaran geroeid, om
vervolgens den commandant te waarschuwen.
Kapitein Eikenboom was reeds v66r de schor
sing van zyn commando ontheven.
Wy ontleenen aan het Handelsblad:
Het Wolff-bureau telegrafeerde Maandag-
avond tegen 9.15 uur uit Berlijn, dat de brand-
weer naar het gebouw van den Rijksdag aan
de Platz der Republiek werd geroepen, waar
in den koepelbouw brand was uitgebroken.
Onmdddedlijk ruikten tien posten van de Ber-
lynsche brandweer met volledig materiaal uit,
terwijl een groote politdemacht met alien spoed
zich naar het Rijksdaggebouw begaf. Toen
de schupo's en de brandweeriieden het ge
bouw binnendrongen, trotffen zij daar een
man aan, die dadelijk toegaf den brand ge-
sticht te hebben. Hij verklaarde tot de Ne-
deriandsche communistische party te behoo-
ren. Onder strenge bewaking werd hij naar
het politiebureau by de Brandenburger Tor
gebracht en opgesloten.
Terwijl een deel van de politie het Ryksdag-
gebouw binnendrong, zette een zeer groote
macht buiten het terrein onmiddellyk in
grooten kring af, zoouat niemand door het
cordon heen kon dringen.
Toen de brandweer kwam aanrijden, stond
de groote koepel in licbtelaaie. Hoog sloegen
de heile vlammen in de donkere lucht en een
regen van vonken sproeide over de omgeving.
Het prachtige, maar tevens angstwekkende
schouwspel, dat zeer ver in den omtrek was
waar te nemen, trok duizenden Berlijners naar
de buurt van het Rijksdaggebouw, zoodat de
politie de grootste moeite had om de men-
schen terug te dringen. Het verkeer werd na-
tuurlijk langs andere wegen geleid.
Intusschen had de politie, naar hierfooven
gemeld, den vermoedelyken brandstichter in't
gebouw ontdekt. Maar de cordons om het
Rijksdaggebouw bleven gehandhaafd, daar de
mogelijkheid bestond dat er nog meer personen
in het gebouw aanwezig zouden zijn, die bij de
brandstdchting gemoeid waren. Daarom werd
niemand, ook geen verslaggevens, tot het
Ryksdaggebouw toegelaten.
Tegen 10 uur was het aantal toeschouwers
aangegnoeid tot een dudzendkoppige menigte,
die vast aaneengedrukt de razende vuurfon-
teinen die uit het Ryksdaggebouw spoten ga-
desloeg. De nabijigelegen Tiergarten stond
stamipvol menschen, die door de boomen heen
een zoo goed mogelijk uitzioht trachtten te
krijgen.
Zes brandhaarden.
Qm tien uur 's avonds bood het dak van
het Rijksdaggebouw tusschen de vier hoek-
torens het beeld van een woestbewogen vlam-
menzee. Vrijwel de geheele oostzijde van het
gebouw stond in vuur en vlam en men gaf de
hoop iets te kunnen redden van het uiterst
belangrijike materiaal, dat daar opgeslagen
ligt, op. De brand was van de zalen beneden
geheel naar boven doorgevreten en tenslotte
door het dak aan de oostzijde doorgebroken.
De groote vergaderzaal stond geheel in brand.
Er was geen redden aan. Het vuur woedde
ook in de wandelgangen, de garderobes en de
perskamers.
Juist omdat de brand in het gebouw van
den grond af tot het dak woedde, kon de
brandweer niet toy den haard van het vuur
komen, daar zij in de hooge geweiven van het
huis geen ladders kon uitzetten, aldus het W.
B. verder.
In de verschillende deelen van het gebouw
zyn reeds zes brandhaarden ontdekt, zoodat
het vermoeden bestaat, dat er meer brand-
stichters aan het werk zijn geweest. Het poli-
tiecordon werd dus gehandhaafd, maar men
heeft niemand anders uiit het gebouw zien
komen dan de brandweeriieden, de eenlgen die
op dien tijd (dus 10 uur) toegang hadden tot
het gebouw, daar het gevaar van instorting
van den koepel dreigde. Reeds thans staat
vast, dat de materieele sohade millioenen
mark bedraagt.
Brand ingesloten om half elf.
Om half elf uur waren van de groote ver
gaderzaal, de wandelgangen en nabijgelegen
kamers alleen nog maar de muren over. Alles
wat zich in die rudmten had bevonden, is door
het vuur geheel vernietigd. Toen het vuur
minder voedsel vond, kon de brandweer met
alle krachten aan de insluiting van den brand
gaan werken, wat tenslotte gelukte. Ongeveer
kwart voor elf scheen het gevaar uitgesloten
dat de brand nog zou overslaan op gedeelten
van het gebouw, die niet door het vuur waren
aangetast.
Deze gedeelten zijn intusschen niet zoo
talrijk en groot. De westzijde van het gebouw
staat er nog, maar voor de rest is er van het
gttoouw niet veel over en is het totaal uitge-
i-.rand, Het zal maanden duren voordat de
sckade weer eenigszins hersteld is kunnen
worden.
De ijzerconstructie van den koepel is ver-
bogen, de koepel is gedeeltelijk ingestort. In
eenige gangen waden de brandweeriieden tot
de enkels in het ijskoude water. Het vriest te
Berlijn flink en het bluschwater bevroor even
nadat het op den buitenmuur gespoten was.
Lange ysstaketsels hangen langs de muren.
De brandweer ontdekte ook, dat nog wel op
zeven of acht andere plaatsen dan de eerst-
genoemde zes. benzineflesschen lagen. Men
gelooft, dat er in het geheel wel 20 of 30
brandhaarden zijn, wat onmogelrjk het werk
kan geweest zyn van slechts een persoon.
De daders hebben hun werk lang kunnen
voortoereiden, waarbij nog kwam dat de om-
stai'digheden hun gunstig waren. Er bevonden
zich zeer weinig personen in het gebouw, om
dat slechts in eenige kamers der verschillen
de fraoties werd gewerkt. Alle ambtenaren,
die wenkzaam zijn in den Rijksdag waren al
naar huis. De portiere en wachters waren
evenwel nog niet begonnen aan hun rondgan-
gen.
Om het brandende gebouw.
De omgeving van het Rijksdaggebouw leek
om 11 uur 's avonds wel op een reusachtig
kamp, meldt Wolff verder. Ontelbare wagens
van de brandweer en lange rijen Roode Kruis-
wagens stonden op straat en het wemelde van
de menschen.
Het herstel van het gebouw zal maanden
duren. De nieuwe Ryksdag zal dus niet in dit
gebouw kunnen byeenkomen. Vermoedelijk zal
de nieuwe Ryksdag vergaderen in het gebouw
van den Pruisischen Landdag.
Om 10 uur 's avonds verscheen Rijkskanse-
lier Hitler op het terrein, vergezeld door von
Papen en Frick. Goring was ook aanwezig,
en nam deel aan de leiding van het blus-
schingswerk.
De politie patrouilleerde in de omgeving
met pantserauto's, daar er kans bestond op
communistische relletjes.
De politieke politie, onder leiding van haar
nieuwen chef Diels, was in grooten getale
aanwezig en begon onmiddellijk een uitgebreid
onderzoek in het gebouw. Nog steeds werden
nieuwe brandhaarden gevonden. De dadere
schijnen urenlang den tijd te hebben gehad om
op zoo omvangrijke wijze brand te hebben
kunnen stichten. Hoe zy in het Ryksdagge
bouw zyn gekomen, is nog niet bekend. Het
veihoor van den gearresteerde heeft daarover
geen uitsluitsel gegeven.
De dader.
Op het politiebureau Brandenburger Tor te
Berlijn werd dadelyk begonnen met het ver-
hoor van den man die in het Ryksdaggebouw
aangetroffen was en die bekende den brand
te hetoben gesticht.
Het bleek te zijn een zekere M. van der
Lubbe, die in het bezit was van een Neder-
landsch paspoort eft van een bewijs, dat hij
lid is van de Nederlandsche communistische
partij. Ook op het politiebureau herhaalde hij
aanstonds zijn bekentenis den brand te heb
ben gesticht.
,De politie rekent er volgens het W. B. op,
dat in de volgende dagen meer van dergelijke
daden van terreur te wachten zijn.)
Van der Lubbe Is uit Amsterdam afkomstig.
Hy is ongeveer 20 jaar oud en maakt den in-
druk van een byzonder fanatiek mensch te
zyn. Hy is van middelmatig groot gestalte,
heeft zwart haar dat zeer verward zit en een
smal gezicht. Hij had een donker werkpak aan
en een pelerine-jas.
Hij werd twee uur aohtereen verhoord en
om 11 uur naar het hoofdbureau van politie
getransporteerd en opgesloten. Hij heeft tij-
dens het verhoor een volledige bekentenis af-
gelegd en geeft als motdef voor zijn daad
,,wraak aan het Internationale kapitalisme".
Hij verklaarde al eerder pogingen tot brand-
stichiting te hebben gedaan. Hij weigerde iets
te zeggen over zijn opdrachtgevers en over
zijn mededaders.
Men meldt uit Leiden aan de N. R. Crt.:
Zoodra in verband met den brand van het
Ryksdaggebouw te Berlijn de naam Lubbe
werd genoemd, kwam onmiddellyk bij ons de
gedachte op of dit misschien ook de bekende
Leidsche oproermaker M. Lubbe zou zijn.
Lubbe heeft ondanks zijn jeugdigen leeftijd
hij is den 13den Januari 1909 te Leiden ge-
boren reeds een veelbewogen leven achter
den rug. Hij is een korte blonde jongen en
is de zoon van een reizend en trekkend ven-
terspaar. Hij heeft vroeger te Oegstgeest ge-
woond in een van de weinig overgebleven krot-
huisjes en stond toen reeds als een echte deug-
niet bekend. Later heeft hij Leiden op allerlei
gebied onveilig gemaakt. Waren er opstootjes
van communis ten of werkloozen, dan had Lub
be daarvan de leiding en hij is daardoor meer-
malen met de politie en justitie in aan raking
gekomen en voor verschillende delicten, zooals
opruiing, vemieling, verzet tegen de politie,
verkoop van opruiende lectuur, anz., opgesloten
geweest. De sterkste karaktertrek van Lubbe
is de drang om de aandacht op zich te ves-
tigen, iets te doen, waardoor men over hem
spreekt. By de werkloozenrelletjes in 1931
te Leiden had Lubbe ook de leiding. Hij heeft
toen een paar flinke klappen opgeloopen, en is
ook toen tot gevangenisstraf veroordeeld. Bij
deze gelegenheid had Lubbe zich beklaagd
over de wijze van optreden door de politie en
was evenmin te spreken over de manier waar-
op hy op het politiebureau ontvangen was. Dit
en een der uitlatingen, die de commissaris van
politie toen gebezigd zou hebben, had een
interpellatie in den raad door den afgevaar-
digde van de communisten, dr. J. A. N. Knut-
tel, tengevolge. Sedert 1929 was hy aangeslo-
ten by de cammunistische partij Holland,
maar daar hy zich by deze partiji onmogelyk
had gemaakt, ging hij over naar de groep van
intemationale communisten.
Hoewel hij een blauwen Maandag metselaar
is geweest, leefde hij voor het meerendeel van
de opbrengst van den verkoop van brochures,
pamfletten enz., die hy bij schoolkinderein en
Uitsluilend verkrijgbaar in de oranje bandbuisjes van
20 tabl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 cts.
(Ingez. Med.)
fabrieksarbeidere trachtte te slrjten. In de
Bouwelouiwensteeg nr 32 in het .Leninhuis,
waar hy meestal ook den nacht doorbracht,
had hy een cyclostyle, waarme hij deze pam
fletten en geschriften vermenigvuldigde.
Eenige jaren geleden had hy een pas aange-
vraagd omdat hy, tezamen met een party-
genoot, Henk Holwerda, een wereldreis wilde
ondernemen. De kost zou worden opgehaald
met verkoop van briefkaarten, waarop beide
wereldreizigers waren afgebeeld. Zy hebben
het toen niet verder kunnen brengen dan Ber
lijn. Een tijdlang was Leiden toen van hem
verlost en sedert zjjn vertrek is ook de rust
weergekeerd en hebben zich geen emstige
relletjes meer voorgedaan. Eenigen tyd ge
leden was hy een hongerstaking begonnen,
maar toen hy bemerkte, dat niemand notitie
van hem nam, is hij daarmee maar opgehou-
den. Hij had toen een pakhuisje gehuurd aan
de Bouwelouwensteeg nummer 19. Drie weken
gelgen werd hy verpleegd in het Academisch
ziekenhuis te Leiden in de kliniek van prof,
v. d. Hoeve. Ook heeft hij eenigen tyd ge
leden een ongeluk gehad, waardoor hy een uit-
keering van de Rijksverzekeringsbank heeft
gekregen.
Au fond is hy een bange jongen, die het
liefst in het donker werkte. Op vergaderingen
echter wys hij een trouw debater, die door zijn
onophoudelijk: ,,Ik protesteer!" zeer lastig
kon zyn.
Eind 1927 of begin 1928 is v. d. L. uit
Oegstgeest naar Leiden gekomen. Des zomers
trok hij gewoonlijk de bloembollenstreek in
daar hiji dan op de kweekerijen te werk werd
gesteid, des winters keerde hij naar Leiden
terug. De wereldrondreis die hy in 1931
samen met Henk Holwerda zou doen is hy
tenslotte alleen begonnen. Holwerda zit op het
oogenblik in de gevangenis.
Van der Lubbe werd in 1931 Duitschland en
Berlijn uitgezet en passeerde by Enschede de
grens. Hij had wel veel gelezen, maar in zyn
propagandaspeeches was hij altijd erg on-
samenhangend en bleek wel duidelijk zyn ge-
ringe algemeene ontwikkeling. Hiji is lijdend
aan een oogziekte en is daarvoor in 't Leldsch
academisch ziekenhuis verpleegd.
Arrestaties.
Daar uit alles blijkt, dat Van der Lubbe van
de plaatselijke omstandigheden goed op de
hoogte was, overheerscht de meeciing, dat hij
onder de leidende communisten, die het Rijks-
dag-gebouw in- en ultgaan medeplichtigen
heeft gehad. Deze vecdenking vindt ook steun
in de overweging, dat de dader de groote hoe-
veelheden petroleum en benzine die hij gebruikt
heeft, niet in eens ongemerkt in het gebouw
heeft kunnen smokkelen. Die brandbare vioei-
stoffen zijn er blijkbaar langzamerhand heen-
gebracht en ergens opgeslagen. In dit verband
heeft het de aandacht getrokken aldus
Wolff dat Torgler in gezelschap van een
ander communistisch afgevaardigde kort voor
den brand haastig het gebouw heeft verlaten.
In den loop van den nacht zijn dan ook een
aantal communistische leiders in voorloopige
hechtenis gesteid.
Tegen middemacht vond, in verband met den
brand, een bespreking plaats tusschen ledeir
der regeering, welke in het ministerie van
binnenlandsche zaken werd gehouden. In po
litieke kringen verluidt, dat de bevoegde in-
stanties den brand beschouwen als een daad
van wraak van communistische zijde voor de
hezetting van het Karl Ldebknecht-huis.
Talrijke teekeningen wijizen er op, dat de
brandstichting in den Rijksdag het begin van
een communistische terreur is. Laat in den
avond zyn uitgebreide maatregelen tegen de
communistische partij genomen. O.a. zijn een
aantal communistische leiders in voorloopige
hechtenis genomen, om te voorkomen, dat zij
zich uit de voeten maken.
De groote actie van de Berlijnsche politie,
welke des nachts nog is bezet, heeft tot de
arrestatie van ongeveer honderd verdachten
geleid. Onder hen bevinden zich Lehman
Nussbuldt, de advocaten Barbach, Apfel en
Litten, voorts prof. Felix Halle, Ludwig Renn
en de communistische afgevaardigde Remmele.
Op de tweede verdieping van het politie-
presidium, waar de politieke politie is ge-
vestigd, heerschte des nachts en 's ochtends n
koortsachtige drukte.
Voortdurend worden de gearresteerden bin-
nengebracht. Op alle tafels en in alle hoeken
ligt in beslag genomen materiaal: vele wapens,
munitie, vele papieren, pamfletten, brochures
en opruiende geschriften. Enkele ambtenaren
vullen met dit materiaal groote koffera, kisten
en zakken. Het zal wel eenigen tijd duren
voordat al het in beslag genomene nauwkeurig
is onderzocht. Na den brand zijn ongeveer
80 menschen gearresteerd, de andere 1520
zijn direct in de nabijheid van den Rijksdag'
gegrepen. Deize laatsten hebben zioh in hoofd-
zaak door uitroepen als b.v. ,,morgen zal nog
meer branden", e.d. verdacht gemaakt.
Vroegere aan si a gen op parlements-
gelrouwen.
De brandstichting in het Rijksdaggebouw is
de derde opzienbarende aanslag op een par-
lementsgebouw in de modeme geschiedenis.
In 1666 had Guy Hawkes de kelderruimten
van het parlementsgebouw te Westminster
met touskruit laten vullen om het gebouw bij
de opening door koninig Jacobus I met alle
afgevaardigden erin, in de lucht te laten vlie-
gen. De samenzwersng werd echter eenige