Puwe ha OoorZeeuwsch-Y laanderen in't Verieden BUITENLAHD Doos 30 en 60 ct. De muiterij op de Zeven Provincien. HET RAPPORT VAN DEN VLOOTVOOGD. door A. M. WESSELS. TER NEUZEN, 22 FEBRUARI 1933. BOND VAN LANDPACHTERS IN NEDERLAND. (Ingez. Med.) stagrratie bij de Kamer aanhangig te majken de toegezegde voorstellen a. tot steun aan den Veenkolonialen aard- appelverbouiw, omdat zander zekerhedd van dien steun niet tot beiwerking van veel lande- rijen kan worden overgegaan; b. tot steun aan die vlascultuur; c. tot steun aan de beetwortelcultuur 3. Is de minister bereid ten aanzien van andere dringende criisis-maatregelen, waarom- trent wel geen positieve toezegging is ge- daan, maar emstige overweging is toegezegd, voorstellen te doen: a. betreffende den verbouiw van rogge; b. ten aanzien van den steun aan consump- tie-aardappelen c. betreffende de tuinibouw-steunwet 1933 GECOMBINEERDE VERKIEZINGS- ACTIE. Het plaatseljjk comlte van actie tegen revo- lutie te Oosterbeek, bestaande uit leden der anti-revolutionnaire partij, de Christ.-Hist. Unie, de liberale partij De Vrijheidsbond en dei R.-K. Staatspartij, heeft zich met een brief tot de besturen dier partijen gericht, waarin bet als zijn overtuiging uitspreekt, dat de emst der tijden bij de aanstaande ver- kiezinjgen dringt tot een nauwere samenwer- king van die politieke partijen, welke zich achter bet staatsgezag scibaren. Het comite verzoeikt aan de partijbesturen bovengenoemd met den meesten aandrang, in overleg met elkaar als eerste en gemeen- schappelijke leuze, waaronder de verkiezings- strrjd zal worden gevoeid, vast te stellen: Voor godsdienst, gezin, gezag. Een verklaring in den Indischen Volksraa4. Naar bet R. N.bl. meldt seinde Aneta uit Batavia bet volgende: De Maandagmorgen in den Indischen Volks- raad afgelegde verklaring van den comman dant der zeemacbt in Nederl.-Indie, vice- admiraal Osten heeft een buitengewone be- langstelling van bet publiek getrokken. De marine-commandant ving aan met bet geven van een samenvatting van de gebeur- tenissen te Soerabaja, voor, tijdens en na de actie tegen bet gezag, welke gebeurtenissen uit de persberichten reeds bekend zijn. In bet laatste gedeelte der rede werd een samenvatting gegeven der voorloopige alge- meene conclusies, die uit de verklaringen van de officieren, afgelegd voor de commissies van onderzoek, kunnen worden getrokken. Deize conclusies luiden: I. De muiterij was beraamd zoowel door de inlandscbe schepelingen als door een gedeelte der Europeescbe korporaals en manscbappen. II. De uitvoering van het plan werd in zekeren zin vergemakkelijkt door bet ontbre- ken van speciale voorzorgsmaatregelen, zoomede door de afwezigbeid van oudere officeren en van een groot gedeelte der onder- officieren, waardoor aanvankelijk alle leiding ontbrak. Ofscboon de officieren verschillende pogingen aanwendden om zoowel door geweld en list als door overreding de leiding te her- nemen zal nog moeten worden uitgemaakt of door hen voldoende doortastend is opgetreden. De directe aanleiding tot de muiterij was ontevredenheid over de verhoogde salariskor- tingen, waarbiji de inlandsche schepelingen zich acbteruit gesteld gevoelden bij de Euro- peesche schepelingen. Over de eventueel diepere invloeden kan nog geen oordeel worden uitgesproken. De commandant van „De Zeven Provincien" en de eerste officier van dit scbip zijn uit bun functies ontbeven.. thans is de tucbt bersteld. Gebleken is, dat bet grootste gedeelte der Europeescbe zoowel als inlandscbe schepelin gen loyaal bleven en gehoorzaam aan het gezag. Over de onderdrukking van de muiterij werd gezogd: De op „De Zeven Provincien" geworpen bom veroorzaakte een groote paniek een aantai schepelingen sprongen overboord en werden later door de omringende scbepen opgepikt. Witte vlaggen en een noodsein werden ge- heschen. „De Zeven Provincien" veranderde de koers om den Zuid, terwijl de machines werden stopgezet. Van de paniek maakten de totdusver onder bewaking staande officieren, onder-officieren en trouwgebleven Euro peescbe korporaals en manschappen gebruik om hun bewaking te verbreken en weer bezit van bet scbip te nemen. Van de uitvoerige m6dedeelingen van den marine-commandant vermelden wij nog, dat de bom op „De Zeven Provincien" werd gewor pen van een boogte van 1200 meter. Deze bom was bedoeld als een waarschuwing ingevolge (Alle vragen, opmerkingen etc., deze Historiscbe Rubriek betreffende, te zen- den aan den beer A. M. WESSELS, Conservator Museum te Goes.) XLII. Het Beukelsvraagstuk. Zooals wij vorige keer reeds vertelden is er een Beukelsvraagstuk, dat men op verschil lende wijze benaderen kan. Vele historici uit vroeger eeuwen hebben in hunne werken ver- meld en hebben het voorgesteld, alsof hij de kunst van het inzouten van den haring zou hebben uitgevonden. Dit is nu stellig niet bet geval geweest. Dit is uit de stukken onbetwistbaar bewezen, zooals wij dit hier kunnen zien. Ailec pisciculus ad usum salsamentorum idoneus longo servator tempore. Liber floridus Lamberti. Het citaat waarmee dit artikel wordt inge- zet, luidt, in.onze taal overgebracbtHaring, een kleine visch, zeer geschikt voor het in zouten, door welke bewerking zij langen tijd kan worden bewaard (voor bederf). De aan- baling komt voor in een omtrent 1125 ge- schreven encyclopedisch werk. Het oorspron- kelijk stuk, dat ontstond in de abdij van St. Berbin te Saint Omer, berust op het oogen- blik in de boekerij der Gentsche Academie. Uit bovenstaande Latijnsche volzin blijkt nu o.l., dat men. op Europa'sch westkust (Frank- de opdracht van den commandant der zeemacbt en moest geworpen worden vo6r de boeg van het schip. Daar de trefkans op zulk een boogte niet precies is te bepalen, werd het schip getroffen aan bakboord, naast den voorschoorsteen en sloeg door het tentdek om te ontploffen boven het opperdek. Nog is gebleken dat bij het begin vas de muiter.iji aan boord van ,,De Zeven Provincien" twee officieren als gijzelaars uit hun kooien werden gelicht, terwijl de trouwgebleven Europeescbe korporaals en manschappen wer den opgesloten. De officeren konden him wapenen niet bereiken, waardoor kostbare tijd verloren ging. De oudst aanwezige officier verliet het schip in een vlet, waardoor aan vankelijk alle leiding ontbrak. De sommatie. Uit de verklaring van den commandant der Zeemacht blijkt verder, dat de opdracht aan het eskader, dat „De Zeven Provincien" tegemoet is gevaren, in hoofdzaak aldus luidde „De sommatie zal radiografisch worden ge- seind door den oudsten groepscommandant der aan de actie deelnemende vliegtuigen, zoodra hij „De Zeven Provincien" in het zicht krijgt. De sommatie wordt zesmaal uitgezonden, drie maal op 600 meter en driemaal op 475 meter golflengte. Deze beide goiflengten worden n.l. gebezigd resp. op het openbare scheepsverkeer en het marineverkeer met vliegtuigen. Deze sommatie luidde: „Geeft u onvoorwaardelijk over of ge weld zal worden gebruikt. Stoppen en witte vlag hijschen en groote witte vlag op den bak boven de tent". Indien aan de sommatie geen gevolg zal worden gegeven, zal na 10 minuten door het vliegtuig van den oudsten groepscommandant een bom van 50 K.G. vlak voor den boeg van „De Zeven Provincien" worden geworpen. Vervolgt bet scbip zijn koers en vaart ook dan nog en blijft de witte vlag achterwege, dan wordt door de vliegtuigen per vliegtuig hun bommenlast afgeworpen op het schip, zoolang aan de sommatie niet is voldaan. Wordt aan de sommatie dan nog niet vol daan, dan wordt op bevel van den eskader- commandant een torpedoaanval door de onder- zeebooten ingezet, zoonoodig gevolgd door be- schieting met gescbut van de scbepen van het eskader. Aan het in den Indischen Volksraad uitge- brachte rapport van den commandant der zeemacht, ontleent Aneta nog: De muiterij brak uit, nadat 20 minuten eer- der was ontdekt, dat de munitie uit de verlaat- rolkast was ontvreemd en deswege door de officieren van de wocht een algemeen onder zoek werd ingesteld. Het schip werd in het donker gezet, de muiters ontsloten de geweer- rekken en voorzagen zich van geweren en munitie. Een poging om dit te beletten, mis- lukte. Twee officieren werden als gijzelaars uit hun kooien gelicht. De trouwgebleven Europeesche korporaals en manschappen wer den opgesloten. Doordat de officieren niet dadelijk de beschikking hadden over geladen pistolen, zijn kostbare oogenblikken, waarin door plotseling krachtdadig ingrijpen de nor- male toestand wellicht nog hersteld had kun nen worden, verloren gegaan. De oudste der aan boord aanwezige zee- officieren, de officier van dienst met den rang van luitenant ter zee le klasse, verliet in een vlet het schip, waardoor aanvankelijk alle leiding ontbrak. Ofschoon door de officieren verschillende pogingen zoowel door geweld en list als door overreding zijn aangewend om de leiding te hememen, zal moeten worden uitgemaakt of door hen voldoende doortastend Is opgetreden. Zij hebben zich, overtuigd van een zekere nederlaag tegen de gewapende sterke over- macht en de vrees voor moord op de gijzelaars en de Europeesche schepelingen, in een defen- sieve houding laten dringen tot een staat van tegenweer op het achterschip, waar zij het toeizicht hebben kunnen handhaven. Hoewel het oniderzoek op dit punt nog volledig is, kan uit de feiten worden opge- maakt, dat met de muiters besprekingen zijn gevoerd. Overigens hebben noch de officieren, nocb de ander-offieoieren gedurende den tijd, dat het schip zich in handen der muiters be- vond, eenigerlei dienst verricht, uitgezonderd de officier van gezondheid voor de behandeling van zieken. Zjji zijn voortdurend onder strenge bewaking geweest van gewapende schildwach- ten. De eisch tot overgave van het gebarrica- deerde achterschip en van hun wapens werd door de officieren afgewezen. De houding van de muiters is steeds zeer eigenmachtig ge weest. In den aanvang, toen eenige officieren over bet tentdek naar de brug wilden, werd door een in hinderlaag liggenden gewapenden muiter op hen geschoten. Ook op de vluch- tende vlet werd gevuurd. Door een der offi cieren werd herhaaldelijk geweizen op de emstige gevolgen die de gepleegde daden zouden hebben, doch deze waarschuwingen bleven vruchteloos. Later werden de als gijze laars vastgehouden officieren losgelaten. Be- halve door de vele gewapende schildwachten uitte de bedreiging zich in bet opstellen van gewapende manscbappen in hinderlagen op het opperdek en het tentdek. rijk, Belgie, Nederland, Scandinavie) reeds in de eerste helft der 12e eeuw ter haringvangst uitvoer en de versohalkte visch inzoutte. Ver der leveren de door Philips van den Elzas in 1163 aan Nieuwpcort gescbonken keuren nog een bewijs, dat de haringvangst reeds lang v66r 1163 in Vlaanderen uitgeoefend werd. Doch een waarlijk onomstootelijk bewijs voor het bestaan van een ongetwijfeld bloeien- de haringvisscherij in de lage landen bider see en van het gebruik, aldaar, reeds lang v66r Willem Beukels, door inzouting de haring tegen spoedig bederf te vrijwaren, is te vin- den in het reglement van tol en navigatie op het Zwin, dat bewaard wordt in het archief van het oude stadje Sluis. Maar niet alleen in dit reglement, ook in andere stukken komt dit uit. Wie dus zeiden, dat Beukelsz. het inzouten van den haring uitgevonden had dwaalden en schreven hem een uitvinding toe, die reeds lang vodr hem bekend was. Zoo kwam in het begin der vorige eeuw een Fransch geleerde, Noel, er toe, alle geloof aan Beukelsz.' verdien- sten te ontzeggen, en in zijn rjver ging hij zelfs zoo ver, dat hij beweerde, dat de Hollanders de plaats noch het jaar van zijn geboorte kenden. Deze uitspiaak vond weldra heftige bestrijding; niettemin is het wel niet te loochenen, dat aangaande de plaats en het jaar van Beukelsz.' geboorte niets vaststaat. Toch behoort Willem Beukelsz. niet in het rijk der verbeelding thuis; latere onderzoekin- gen stellen ons in staat, ons een beeld van hem en van zijn uitvinding te vormen, dat de wer- kelijkheid wel zeer nabjj komt. Waarin dan de uitvinding van den veer- tiend' eeuwer Beukels bestond? Hierop ant- woorden wij, met Mr. J. Egberts Risseeuw, in het tijdschrift ,,Bijdragen tot de Oudheid- kunde en Geschiedenis, inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen (1859)": Willem Beu- De beide voorste kanonnen van 1% c.M. waren geladen en op het achterschip gericht. De muiters hielden de v66r-munitiebergplaats open, waardoor zij de onmiddellijke beschik king hadden over mitrailleurs en handgrana- ten. De dienst aan boord verliep overigens vrijwel normaal, voor zoover daarvan in deze geheel abnormale omstandigbeden kan worden gesproken. Alleen het onderhoud van het schip liet te wenschen aver, uitgeizonderd dat van de ma- chinekamer. Gevaren werd onder de Neder- landsche vlag. De roode vlag heeft niet ge- waaid. 's Morgens en's avonds werd vlagge- parade gehouden, waarbjj de voorgeschreven eerbewijzen werden gedaan. Toen de bom viel, ontstond een paniek. De schildwachten wierpen hun geweren weg. De officieren en onder-officieren snelden naar het aek. Het verzet was echter reeds totaal ge- broken. De directe aanleiding tot de gepleegde on- regelmatigheden is geweest ontevredenheid over de salariskorting, terwijl ingevolge de ontvangen inlichtingen de Inlandsche schepe lingen zich achtergesteld voelden bij de Euro peesche schepelingen voor wie de korting slechts verhoogd was tot 14 Over even tueel diepere invloeden kan nog geen oordeel worden uitgesproken. HET VERBOD VAN DAGBLADEN IN DUITSCHLAND. De nieuwe koers bij onze oostelijke touren, schrijft de N. R. Crt., bedient zich ter be- leanmering van de meeningsuiiting der oppo- sitiepartijen in stijgende mate van het ver- bod van dagbladen. Waren het aanvankelijk uitsluitend socialistische en oommunistische organen in Pruisen wien het versbhijnen in dezen verkiezingstijd werd belet, thans zijn er ook in Zuid-rDuitsohland eenige verboden gevallen en bovendien hebben nu eveneens Centrumorganen te Berlijn en in Westfalen onder den druk van boven te lijden gehad. De redenen van die „Massregeling" zullen in vele gevallen in een land van persvrijheid als het onze het tegenideel van sympathie wekken. Zoo zijn de Vorwarts en de Germa- nia verboden omdat zij onderscheidenlijk de verkiezingsmanifesten van de socialistische partijbestuur en van de katholieke bonden hadden afgedrukt. Dat dergelijke zuivere be- richbgeving tot strafmaatregelen kan leiden, achten ook vele rechts-staande bladen in Duitschland onbillijk en bedenkelijk. Zoo on- derwerpt de Koln. Ztg. (volksportij) het eer ste verbod van de Vorwarts, dat trouwens door het rijksgerecht te Leipzig ongeldig is verklaard, aan kritiek en merkt op dat slechts vooringenomenheid de opneming van het so cialistische manifest als aansporing tot hoog- verraad kan kwaliflceeren. Nu moge het voor de Vorwarts een moreele voldoening zijn, dat de hoogste reohtsinstantie in het. rijk er evenzoo over denkt, het verbod heeft intusschen zijn schadelijke uitwerking reeds gedaan en het blad is sedertdien alweer door een nog scherperen maatregel getroffen. Dat er op die wijze van een vrije meenings- uiting geen sprake kan zijn, behoeft geen be- toog en dat de pers tegen zulke will eke ur op- komt, evenmin. Dit verzet zal vermoedelijk den vorm aannemen van eischen tot schade- vergoeding tegen den betrokken staat, welke in gevallen dat het rijksgerecht het verbod ongeldig verklaart alle kans hebben te worden toegewezen. De staat zou dan voor uitbetaling van zeer aanzienlijke bedragen komen te staan en de Koln. Ztg. spreekt de hoop uit dat de bevoegde autoriteiten rekening zullen houden met deze gevolgen en voortaan het verbods- wapen wat voorzichtiger zullen hanteeren. Dat het nationaal socialistische kamp deze welgemeende waarsohuiwing ter harte zal nemen, valt af te leiden uit de intrekking van het verbod der katholieke bladen, waartoe Zonidag in een besprekinig tusschen de leiders der katholieke bonden en minister Goering is besloten. Goerinig nam bij het onderhoud een zeer inschikkelijke houding aan en verge- noegde zich met de algemeene verklaring dat het katholieke manifest geenszins had be doeld de regeering te beleeddgen of aan ver- achting pnjs te geven. Hij verbond daaraan v/elisiwaar de waarschuiwing aan de pers om in het vervolg voorzichtig te zijn, maar hij zal zich toch moeilijk kunnen ontveinzen dat die waarschuwing beter tot de politde-autori- teiten die verantwoordelijk zijn voor de ver boden, gericht had kunnen worden. De conclusie dat het arrest van het rijks gerecht t.a.v. het verbod van de Vorwarts reeds een heilzame uitwerking heeft gehad, ligt voor de hand. Er zijn gelukkig in Duitsch land nog onpartijdige rechters. Waartoe het anders zou kunnen komen, kan men opmaken uit de dreigemeoten in de nat. socialistisohe pers tegen andersdenkenden. Zoo plaatst de Volkische Beobachter, het lijf- blad van Hitler, in een der laatste nuimmers een „waarschuiwing aan de stookpers", wel- ker strekking is dat de nationaal socialisti sche partij geen kritiek op den nieuwen koers der Duitsche politiek kan dulden. Het merk- v.iaardiigste in deze beschouwmg is wel dat onder de ,,stodkpers" niet slechts oppositie- kels kaakte de haring op een bijzondere wijze, waardoor zij aanmerkelijk langer dan weleer aan bedewing weerstand kon bieden. De uitvinding van. Will em Beukelsz. bracht een geheele omkeering in Holland te weeg Het is dan ook geen gewaagde gevolgtrekking dat de omkeer, welke in die nering plaats had, het onmiddellijk gevolg van deze uitvinding is geweest. Hierdoor komt er weer een nieuw geschil- punt naar voren, n.l. dat de uitvinding niet dagteekent van het laatste, maar van het allereerst der 14e eeuw, en dat Willem Beu kels, die in verschillende charters van 1508 voorkomt, 'dezelfde Willem Beukels is, die door het uitvinden van een verbeterde wijze cm den haring te zouten en te kaken, een on- sterfelrjken naam heeft verkregen. Mr. J. Egberts Risseeuw vertelt verder in zijn studie over Beukelszoon: ,,Ik beken, dat de schildering op een gla -- raam in de kerk te Biewliet, waar Beukels voorgesteld wordt, zittende op eene omge- keerde mand en gekleed in het overoude vis- schersgewaad, hebbende in de linkerhand een haring en in de rechterhand een mes met het randschrift .Willem Beukels stierf in 1397", in volmaakten strijd is met mijne gevolgtrek king, en te meer ingang zal vinden, omdat in sommige werken gelezen wordt, dat de graf- stede van Beukels en zijn afbeelding in de kerk te Biewliet nog tegenwoordig getoond wordt. Indien dit laatste juist ware, dan zou de tegenwerping ook gegrond zijn, maar dit is geenszins het geval. Het is hoogst waarschijnlijk dat Beukels be- graven is geworden in de Lieve Vrouwekerk te Biewliet. Maar van deze, zoowel als van de St. Nicolaaskerl: is sohrjn noch schaduw meer te vinden en nauwelijks is de plaats aan organen worden gerangBchikt, maar ook rechtkburgerlijke bladen, die „bij alle sympa thie voor den ndeuiwen koers met allerlei op merkingen over onderdeelen daawan stem ming maken tegen het redklingswerk van Hitler". Uit hehgeen de Volkische Beobachter ver der schrijft over „concembladen", die zich zulke opmerkingen veroorloven, is af te lei den dat daarmee bladen als de Deutsche Alg. Ztg. en de Hugenberg-pers zjjn bedoeld, die inderdaad niet altjjd ja en amen zeggen. Of zij zich nu zullen inbinden en zich naar de „ethiek van den nieuwen staat", gelijk Hitler's orgaan het noemt, geheej zullen schikken, dient afgewacht. Het zou wel een heel eigenaardig licht op de eensgezindheid van de regeerimgspartijen werpen als vandaag of morgen een blad als de D. A. Zbg. of een der talrrjke Hugenberg-bladen werd verboden, DE TUBERCULOSE. In de ziittmg van de Academie de Medecine hebben de professoren Brouardel en Jacques Amaud een uitvoerig rapport uitgebracht over ..hetgeen de tuberculose jaarlijks aan Frankrijk kost". Blijkens de officieele cijfers stewen elk jaar 90.000 Franschen, aangetast door deze ziekte. Het sociale kwaad is daarom te erger, wijl vooral de mannen, vooral tus schen den leeftijd van 20 tot 55 jaar, er onder bezwijken. Voor de vrouwen constateert men dat de leeftijd van 16 tot 35 het gevaarlijkst is Het aantai tuberculeuzen wordt geschat op 400.000. Wanneer men nu berekent het aantai jaren dat verloren gaat door deze ziekte (verzorging en dus onmogelijkheid om te werken) en men rekent als gemiddelde verdienste voor een man 10.000 francs en voor een vrouw 6000, dan komt men op een totaal verlies van een vijftien milliard. Sterk drin gen de hoogleerairen er op aan dat aanzienlijk meer dan thans zal worden udtgegeven voor de bestrijding en vooral voor het voorkomen van deze gevreesde ziekte. VREEDZAME PACIFISTEN EN HUN NOTULEN-BOEK. De Oxford Union, een pacifistische organi- satie, die ongeveer een achtste deel van de studenten der universiteit van Oxford omvat, had eenige dagen geleden een motie aange- nomen, waarin de leden o.a. verklaarden, „onder geen omstandigheden voor koning en vaderland te zullen vechten". De motie had tot protesten in de pers en aanvallen op de Oxford Union geleid. Toen de Oxford Union, die weigerde de motie in te trekken, Donder- dagavond een vergadering hield, drong een dertigtal niet-pacifistische studenten de zaal binnen, marcheeirde naar de bestuurstafel, waar een hunner uit het notulenboek de blad- zijden scheurde, die de motie bevatten. Daar- na verlieten zij de zaal, zonder dat een der van verbazing sprakelooze leden der Oxford Union aan verzet of ingrijpen dacht. Toen de vergadering werd hewat, vroeg een der aan wezige leden: ,,Mijnheer de voorzitter, al wilt u niet voor koning en vaderland vechten, u had toch tenminste voor het notulenboek kun nen vechten." BEGRAFENIS VAN C. KLAASSEN. In ons vorig nummer is de indiensttreding van wijlen den heer C. Klaassen, als inspec- teur van politie alhier, abusief vermeld in 1877, dit moet zijn 1 Februari 1887. Gisteren had de begrafenis plaats. De baar werd behalve door de familie en vrienden ge- volgd door een vertegenwoordiging van het 3 gemeentebestuur, den inspecteur van politie alhier en de commandant der brigades ma- rechausse6 te Ter Neuzen en te Sluiskil. Door den burgemeester, den heer Huizinga, werden enkele woorden van hulde gewijd aan de nagedachtenis van den overledene, die zich heeft weten op te werken tot inspecteur van politie dezer gemeente en steeds een zorgzaam huisvader is geweest, tot op hoogen leeftijd het trjdstip voor volledige rust voor hem is aangebroken. De oudste zoon van den overledene, de heer F. Klaassen, dankte voor de bij deze droeve plechtigheid betoonde belangstelling. Woensdag 15 Februari 1.1. had in de zaal van het hotel „du Commerce" alhier een vergade ring plaats uitgaande van den Bond van Landpachters in Nederland. Nadat de heer F. Dekker Pzn. uit Axel in eenige welgekozen woorden alle aanwezigen een hartelijk welkomstwoord had toegeroepen en even memoreerde dat, alhoewel den B. v. L. in Zeeuwsch-Vlaanderen Oost sinds enkele jaren eenige leden telde, thans pas de eerste officieele vergadering gehouden werd, gaf hij het woord aan den heer H. S. van Houten, algemeen-secretaris van den B. v. L. die in een gloedvolle rede het doel en de werkwijze van den B. v. L. uiteen zette. Spreker begon met te wijzen op het karak- ter van den Bond, hetwelk van neutralen aard, en van elke politieke richting vrij, in de statuten is vastgelegd. Het doel van den Bond is om voor den met te wijzen waar zij hebben gestaan. De tegenwoordige kerk is eerst gebouwd in de laatste helft der 17de eeuw. Daarin is van het graf van Willem Beukels niets te vinden, en alles bepaalt zich tot de glasschildering, welke in of omtrent 1661 is vewaardigd, en alzoo op een tjjdstip, dat hier te lande al zeer vreemde denkbeelden, omtrent de geschiede nis van Biervliet bestonden. De genoemde glasschilderij bewijst dus niets het minste, en het opgegeven sterfjaar (1397) vewalt, als men bedenkt, dat bij de meeste schrijvens het sterfjaar als 1347 wordt op gegeven. Vooral treft meai het laatste sterfjaar aan, bij de historici, die de zaak in hiet ware dag- licht voorstellen, dat is bij hen, die Beukels niet als uitvinder, maar als verbeteraar van het haringzouten vermelden. Trouwens ieder die eenige ervaring in oud- heidkundige onderzoekingen bezit, weet, hoe onizettend moeilijk het dikwijls is, om oude manuscripten of oorkonden te ontcijferen, en weet vooral hoe verkeerde stellingen zijn aan- genomen, ten gevolge van het niet kunnen lezen van oud schrift. Men schrijve nu" met Gothische letters het jaar 1347 en dan zult gij bij de eerste oogop- slag de overtuiging hebben, dat het niet eens een groote tout is, als men voor 1347 het getal 1397 leest. Bovendien verlieze men niet uit het oog, dat de bestrjjders van Beukels zich bijzonder gronden op het jaartal 1397, en aannemende, dat in het eerste begin der 14de eeuw de haringnering tot den hoogsten top was ge- stegen, terecht betoogen, dat het een wiskun- dige onmogelijkheid is, dat een man, die eerst in 1397 gestorven is, de aanleidende oorzaak zou hebben kunnen zjjm tot den bloei van die nering. Het Charter van 1308 geeft grond te ge- noesten vlijt werkend«n landbouwer een be staan te verkrijgen, waarop hij als mensch recht heeft. Om echter dit voorgestelde doel te bereiken is nooddg een flinke organisatie, die paraat werkt, en wanneer men den groei van den B. v. L. gedurende zijn nu reeds 10-jarig be staan in aanmerking neemt, dan kan men niets anders dan concludeeren, dat de landpachters en hypotheekboeren in den B. v. L. een orga nisatie gezien hebben, die niet alleen in naam maar ook in daad hunne belangen behartigd De B. v. L. die in Friesland ontstaan is heeft moeilijke jaren beleefd in zijn begin- stadium, ten eerste omdat de boer erg indivi- dualistisch is aangelegd en als zoodanig niet erg organdsatordsch gezind, terwijl ten tweede de algemeene toestand tijdens de begin jaren den Boad betrekkelijk gunstig waren, zoodat er toen geen collectieve behoefte was aan een flinke organisatie. De B. v. L. die er van overtuigd was, dat een tijd zou komen dat de onbeschutte boeren- bedrijiven, geen weerstand zou kunnen blijven bieden aan de uitknijperjj a la Citroen die ten laste der boerenbevolking werd toegepast, bleef echter wakker op z$n post, bood hulp waar noodig, bracht advies waar verlangd, en trachtte door het zenden van adressen en het doen van voorstellen aan volksvertegenwoor- diging en regeering de algemeene toestand en rechtspositie van den boer te verbeteren. Als een der meest bekende successen van den B. v. L. mag genoemd worden de crisis- pachtwet-Ebels, die door het initiatief der Bond tot stand werd gebracht, en alhoewel niet ontkent mag worden dat deze wet nog niet geeft waar billijker wijze, de pachtboer recht op heeft, is het toch een flinke stap in de goede richting. De Crisispachtwet die alleen de pachtboer maar eenige verlichting schenkt, moet nog verder uitgebreid worden, opdat ook den hypo- theekboer geholpen kan worden. Op de hypotheekboeren rusten thans nog ondragelijke lasten, en de wet dient minstens zoo aangevuld te worden, dat doorgegaan kan worden ook den hypotheekgever, tot het op- schorten van aflossingen en verlaging van rente. De B. v. L. deed reeds voorstellen d. a. b() enkele leden der 2e Kamer en er is hoop, dat de hypotheekboeren binnen afzienbare tijd ge holpen kunnen worden. De Bond v. L. strijd met wettelijke en eer- bare middelen voor het bestaansrecht van den boer en vraagt eerst belooning voor den wer- ker en dan voor het kapitaal! De Bond vraagt thans o.a. ook tijdelijke op- schorting van sociale lasten en verlichting van de waterschap- en polderlasten. Als illustratie van den huidigen toestand haalde spreker aan dat een veeboer uit Fries- land op 10 jaar tjjds aan pacht betaalde een bedrag van 83000, aan arbeidsloon 42000. terwijl hij gedurende dien termijn een verlies had van 25000. De zuivere opbrengst dezer boerderij was dus 83000 42000 f 25000 f 100.000, waarvan na een klein deel aan arbeidsloonen het grootste deel naar den eigenaar ging, zoo dat de boer dus steeds op het bedrijf verloor en de arbeider nog een karig loon had. Dengene, die dus het minst verrichte werd het meest betaald, en aangezien deze toestanr den zoo talloos vele zijn is de huidige toestand ten plattelande zoo in-droevig. De armoede heeft op sommige deelen onder de plattelandsbevolking een dusdanige omvang genomen, dat men als ingewijde nog perplex staat. De houding van de 2e Kamerleden v. d. Heu vel en Bakker e. a. bij de behandeling der boe- renbelangen, keurde spreker ten sterkste af, terwijl hij sympathiseerde over de mededeeling van het le Kamerlid Mr. Pollema die op het standpimt staat, dat eerst belooning voor den pachter (en arbeider) en dan verzorging van den eigenaar dient te geschieden. Tenslotte liet de spreker goed uitkomen. dat de boer tot op een zekere hoogte zjjn eigen lot en toekomst in handen heeft, door strakjes bij de komende verkiezingen alleen die afge- vaardigden te stemmen waarvan hij weet, dat die in de afgeloopen zittingsperiode de platte- landsbelangen had behartigd, terwijl als directe maatregel noodig is, dat hij elke actie van landbouworganisaties moet steunen en hij in casu dus lid dient te worden van den B. v. L., wiens verieden een aan <56nschakeling van strijd voor de boerenbelangen is en wiens toe komst zal bestaan uit een cnvervaard verder strjjden ten behoeve van pacht- en hypotheek- fooer. Daarom is en worde iedere boer lid van den B. v. L. Den heer Van Houten besloot zijn interes- sante rede met een opwekkingswoord tot het toetreden tot den Bond, waama hij gelegenheid gaf om dit direct ten uitvoer te brengen, waarvan een 25-tal aanwezigen gebruik maak ten, zoodat in beginsel een afdeeling van den B. v. L. kon worden opgericht. Van de gelegenheid tot debat werd geen ge bruik gemaakt, terwijl er slechts enkele vra gen gesteld werden. De heer Dekker voomoemd, sloot onder dankzegging aan alle aanwezigen voor hunne opkomst en in zonderheid aan den spreker voor zijn mooie rede, de vergadering, die een grondslag voor de actie van den B. v. L. in Zeeuwsch-Vlaanderen is. looven, dat Beukels een gegoed man was em iets meer dan een eenvoudige visscher moet zijn geweest. De beroemde Biervlieter was niet alleen lid der Regeering van Biervliet, maar werd in 1312 tot den allerhoogsten stand verheven. Zijn zuster wordt in oude stukken ,,jonkvrouwe Adelisse" genoemd. Wij voor ons, gelooven dat 1347 de datum is en wel op dezen grond. Beukelz. was in 1312 Burgemeester of Schepen van Biervliet, en dus volgens de oude privelegien der stad, moest hij daarvoor ge- boren Biervlieter zijn. En was hij regeerings- lid in 1312, dan was hij reeds 21 jaar oud voor 't minste. Wjj besluiten nog met deze kroniekmede- deeling de Beukelsbeschouwing. „In den jaare 1386 nam de bloei der Haaringvangst ongemeen toe, na dat Willem Beukelszoon van Biervliet, zijne landgenooten de rechte konst, am den haaring te kaaken, te zouten, en in tonmen te pakken hadde geleert. Zijn aandenken is door deeze roemwaardige, nuttige uitvinding altijd in agting en waarde gehouden, em men sprak er nog zo veelvuldlg van ten tijde van Keizer Karel de V, dat deeze in de Nederlanden reizende, opzettelijk met de Koninginne Maria van Hongarijen, zijne zuster, na Biervliet ging, om met hunne tegen- woordigheid het graf van deezen beroomden haaringkaaker te verluisteren; die men voor- gaf, 's Keizeris Nederlandsche onderdanen niet minder te hebben verrijkt, als de Amerikaan- sche goud- en zilver-mijnen van Spanjen." En, als een effectvol slot, woidt ook nog verhaald, dat Keizer Karel V en Maria, uit eerbied aan de nagedacbtenis van Beukels, bij zijn graf... een haring verorberden... Ik kan het niet bewijzen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 2