Puwe ha
OoorZeeuwsch-Y laanderen in't Verieden
BUITENLAHD
Doos 30 en 60 ct.
De muiterij
op de Zeven Provincien.
HET RAPPORT VAN DEN VLOOTVOOGD.
door
A. M. WESSELS.
TER NEUZEN, 22 FEBRUARI 1933.
BOND VAN LANDPACHTERS IN
NEDERLAND.
(Ingez. Med.)
stagrratie bij de Kamer aanhangig te majken
de toegezegde voorstellen
a. tot steun aan den Veenkolonialen aard-
appelverbouiw, omdat zander zekerhedd van
dien steun niet tot beiwerking van veel lande-
rijen kan worden overgegaan;
b. tot steun aan die vlascultuur;
c. tot steun aan de beetwortelcultuur
3. Is de minister bereid ten aanzien van
andere dringende criisis-maatregelen, waarom-
trent wel geen positieve toezegging is ge-
daan, maar emstige overweging is toegezegd,
voorstellen te doen:
a. betreffende den verbouiw van rogge;
b. ten aanzien van den steun aan consump-
tie-aardappelen
c. betreffende de tuinibouw-steunwet 1933
GECOMBINEERDE VERKIEZINGS-
ACTIE.
Het plaatseljjk comlte van actie tegen revo-
lutie te Oosterbeek, bestaande uit leden der
anti-revolutionnaire partij, de Christ.-Hist.
Unie, de liberale partij De Vrijheidsbond en
dei R.-K. Staatspartij, heeft zich met een
brief tot de besturen dier partijen gericht,
waarin bet als zijn overtuiging uitspreekt,
dat de emst der tijden bij de aanstaande ver-
kiezinjgen dringt tot een nauwere samenwer-
king van die politieke partijen, welke zich
achter bet staatsgezag scibaren.
Het comite verzoeikt aan de partijbesturen
bovengenoemd met den meesten aandrang, in
overleg met elkaar als eerste en gemeen-
schappelijke leuze, waaronder de verkiezings-
strrjd zal worden gevoeid, vast te stellen:
Voor godsdienst, gezin, gezag.
Een verklaring in den Indischen
Volksraa4.
Naar bet R. N.bl. meldt seinde Aneta uit
Batavia bet volgende:
De Maandagmorgen in den Indischen Volks-
raad afgelegde verklaring van den comman
dant der zeemacbt in Nederl.-Indie, vice-
admiraal Osten heeft een buitengewone be-
langstelling van bet publiek getrokken.
De marine-commandant ving aan met bet
geven van een samenvatting van de gebeur-
tenissen te Soerabaja, voor, tijdens en na de
actie tegen bet gezag, welke gebeurtenissen
uit de persberichten reeds bekend zijn.
In bet laatste gedeelte der rede werd een
samenvatting gegeven der voorloopige alge-
meene conclusies, die uit de verklaringen van
de officieren, afgelegd voor de commissies van
onderzoek, kunnen worden getrokken.
Deize conclusies luiden:
I. De muiterij was beraamd zoowel door de
inlandscbe schepelingen als door een gedeelte
der Europeescbe korporaals en manscbappen.
II. De uitvoering van het plan werd in
zekeren zin vergemakkelijkt door bet ontbre-
ken van speciale voorzorgsmaatregelen,
zoomede door de afwezigbeid van oudere
officeren en van een groot gedeelte der onder-
officieren, waardoor aanvankelijk alle leiding
ontbrak. Ofscboon de officieren verschillende
pogingen aanwendden om zoowel door geweld
en list als door overreding de leiding te her-
nemen zal nog moeten worden uitgemaakt of
door hen voldoende doortastend is opgetreden.
De directe aanleiding tot de muiterij was
ontevredenheid over de verhoogde salariskor-
tingen, waarbiji de inlandsche schepelingen
zich acbteruit gesteld gevoelden bij de Euro-
peesche schepelingen. Over de eventueel
diepere invloeden kan nog geen oordeel worden
uitgesproken.
De commandant van „De Zeven Provincien"
en de eerste officier van dit scbip zijn uit bun
functies ontbeven.. thans is de tucbt bersteld.
Gebleken is, dat bet grootste gedeelte der
Europeescbe zoowel als inlandscbe schepelin
gen loyaal bleven en gehoorzaam aan het
gezag.
Over de onderdrukking van de muiterij werd
gezogd:
De op „De Zeven Provincien" geworpen bom
veroorzaakte een groote paniek een aantai
schepelingen sprongen overboord en werden
later door de omringende scbepen opgepikt.
Witte vlaggen en een noodsein werden ge-
heschen. „De Zeven Provincien" veranderde
de koers om den Zuid, terwijl de machines
werden stopgezet. Van de paniek maakten de
totdusver onder bewaking staande officieren,
onder-officieren en trouwgebleven Euro
peescbe korporaals en manschappen gebruik
om hun bewaking te verbreken en weer bezit
van bet scbip te nemen.
Van de uitvoerige m6dedeelingen van den
marine-commandant vermelden wij nog, dat de
bom op „De Zeven Provincien" werd gewor
pen van een boogte van 1200 meter. Deze bom
was bedoeld als een waarschuwing ingevolge
(Alle vragen, opmerkingen etc., deze
Historiscbe Rubriek betreffende, te zen-
den aan den beer A. M. WESSELS,
Conservator Museum te Goes.)
XLII.
Het Beukelsvraagstuk.
Zooals wij vorige keer reeds vertelden is er
een Beukelsvraagstuk, dat men op verschil
lende wijze benaderen kan. Vele historici uit
vroeger eeuwen hebben in hunne werken ver-
meld en hebben het voorgesteld, alsof hij de
kunst van het inzouten van den haring zou
hebben uitgevonden.
Dit is nu stellig niet bet geval geweest.
Dit is uit de stukken onbetwistbaar bewezen,
zooals wij dit hier kunnen zien.
Ailec pisciculus ad usum salsamentorum
idoneus longo servator tempore.
Liber floridus Lamberti.
Het citaat waarmee dit artikel wordt inge-
zet, luidt, in.onze taal overgebracbtHaring,
een kleine visch, zeer geschikt voor het in
zouten, door welke bewerking zij langen tijd
kan worden bewaard (voor bederf). De aan-
baling komt voor in een omtrent 1125 ge-
schreven encyclopedisch werk. Het oorspron-
kelijk stuk, dat ontstond in de abdij van St.
Berbin te Saint Omer, berust op het oogen-
blik in de boekerij der Gentsche Academie.
Uit bovenstaande Latijnsche volzin blijkt nu
o.l., dat men. op Europa'sch westkust (Frank-
de opdracht van den commandant der
zeemacbt en moest geworpen worden vo6r de
boeg van het schip.
Daar de trefkans op zulk een boogte niet
precies is te bepalen, werd het schip getroffen
aan bakboord, naast den voorschoorsteen en
sloeg door het tentdek om te ontploffen boven
het opperdek.
Nog is gebleken dat bij het begin vas de
muiter.iji aan boord van ,,De Zeven Provincien"
twee officieren als gijzelaars uit hun kooien
werden gelicht, terwijl de trouwgebleven
Europeescbe korporaals en manschappen wer
den opgesloten. De officeren konden him
wapenen niet bereiken, waardoor kostbare tijd
verloren ging. De oudst aanwezige officier
verliet het schip in een vlet, waardoor aan
vankelijk alle leiding ontbrak.
De sommatie.
Uit de verklaring van den commandant der
Zeemacht blijkt verder, dat de opdracht aan
het eskader, dat „De Zeven Provincien"
tegemoet is gevaren, in hoofdzaak aldus
luidde
„De sommatie zal radiografisch worden ge-
seind door den oudsten groepscommandant
der aan de actie deelnemende vliegtuigen,
zoodra hij „De Zeven Provincien" in het zicht
krijgt.
De sommatie wordt zesmaal uitgezonden,
drie maal op 600 meter en driemaal op 475
meter golflengte.
Deze beide goiflengten worden n.l. gebezigd
resp. op het openbare scheepsverkeer en het
marineverkeer met vliegtuigen. Deze sommatie
luidde: „Geeft u onvoorwaardelijk over of ge
weld zal worden gebruikt. Stoppen en witte
vlag hijschen en groote witte vlag op den bak
boven de tent".
Indien aan de sommatie geen gevolg zal
worden gegeven, zal na 10 minuten door het
vliegtuig van den oudsten groepscommandant
een bom van 50 K.G. vlak voor den boeg van
„De Zeven Provincien" worden geworpen.
Vervolgt bet scbip zijn koers en vaart ook
dan nog en blijft de witte vlag achterwege,
dan wordt door de vliegtuigen per vliegtuig
hun bommenlast afgeworpen op het schip,
zoolang aan de sommatie niet is voldaan.
Wordt aan de sommatie dan nog niet vol
daan, dan wordt op bevel van den eskader-
commandant een torpedoaanval door de onder-
zeebooten ingezet, zoonoodig gevolgd door be-
schieting met gescbut van de scbepen van het
eskader.
Aan het in den Indischen Volksraad uitge-
brachte rapport van den commandant der
zeemacht, ontleent Aneta nog:
De muiterij brak uit, nadat 20 minuten eer-
der was ontdekt, dat de munitie uit de verlaat-
rolkast was ontvreemd en deswege door de
officieren van de wocht een algemeen onder
zoek werd ingesteld. Het schip werd in het
donker gezet, de muiters ontsloten de geweer-
rekken en voorzagen zich van geweren en
munitie. Een poging om dit te beletten, mis-
lukte. Twee officieren werden als gijzelaars
uit hun kooien gelicht. De trouwgebleven
Europeesche korporaals en manschappen wer
den opgesloten. Doordat de officieren niet
dadelijk de beschikking hadden over geladen
pistolen, zijn kostbare oogenblikken, waarin
door plotseling krachtdadig ingrijpen de nor-
male toestand wellicht nog hersteld had kun
nen worden, verloren gegaan.
De oudste der aan boord aanwezige zee-
officieren, de officier van dienst met den rang
van luitenant ter zee le klasse, verliet in een
vlet het schip, waardoor aanvankelijk alle
leiding ontbrak.
Ofschoon door de officieren verschillende
pogingen zoowel door geweld en list als door
overreding zijn aangewend om de leiding te
hememen, zal moeten worden uitgemaakt of
door hen voldoende doortastend Is opgetreden.
Zij hebben zich, overtuigd van een zekere
nederlaag tegen de gewapende sterke over-
macht en de vrees voor moord op de gijzelaars
en de Europeesche schepelingen, in een defen-
sieve houding laten dringen tot een staat van
tegenweer op het achterschip, waar zij het
toeizicht hebben kunnen handhaven.
Hoewel het oniderzoek op dit punt nog
volledig is, kan uit de feiten worden opge-
maakt, dat met de muiters besprekingen zijn
gevoerd. Overigens hebben noch de officieren,
nocb de ander-offieoieren gedurende den tijd,
dat het schip zich in handen der muiters be-
vond, eenigerlei dienst verricht, uitgezonderd
de officier van gezondheid voor de behandeling
van zieken. Zjji zijn voortdurend onder strenge
bewaking geweest van gewapende schildwach-
ten.
De eisch tot overgave van het gebarrica-
deerde achterschip en van hun wapens werd
door de officieren afgewezen. De houding van
de muiters is steeds zeer eigenmachtig ge
weest. In den aanvang, toen eenige officieren
over bet tentdek naar de brug wilden, werd
door een in hinderlaag liggenden gewapenden
muiter op hen geschoten. Ook op de vluch-
tende vlet werd gevuurd. Door een der offi
cieren werd herhaaldelijk geweizen op de
emstige gevolgen die de gepleegde daden
zouden hebben, doch deze waarschuwingen
bleven vruchteloos. Later werden de als gijze
laars vastgehouden officieren losgelaten. Be-
halve door de vele gewapende schildwachten
uitte de bedreiging zich in bet opstellen van
gewapende manscbappen in hinderlagen op het
opperdek en het tentdek.
rijk, Belgie, Nederland, Scandinavie) reeds in
de eerste helft der 12e eeuw ter haringvangst
uitvoer en de versohalkte visch inzoutte. Ver
der leveren de door Philips van den Elzas in
1163 aan Nieuwpcort gescbonken keuren nog
een bewijs, dat de haringvangst reeds lang
v66r 1163 in Vlaanderen uitgeoefend werd.
Doch een waarlijk onomstootelijk bewijs
voor het bestaan van een ongetwijfeld bloeien-
de haringvisscherij in de lage landen bider see
en van het gebruik, aldaar, reeds lang v66r
Willem Beukels, door inzouting de haring
tegen spoedig bederf te vrijwaren, is te vin-
den in het reglement van tol en navigatie op
het Zwin, dat bewaard wordt in het archief
van het oude stadje Sluis.
Maar niet alleen in dit reglement, ook in
andere stukken komt dit uit.
Wie dus zeiden, dat Beukelsz. het inzouten
van den haring uitgevonden had dwaalden
en schreven hem een uitvinding toe, die reeds
lang vodr hem bekend was. Zoo kwam in het
begin der vorige eeuw een Fransch geleerde,
Noel, er toe, alle geloof aan Beukelsz.' verdien-
sten te ontzeggen, en in zijn rjver ging hij zelfs
zoo ver, dat hij beweerde, dat de Hollanders
de plaats noch het jaar van zijn geboorte
kenden. Deze uitspiaak vond weldra heftige
bestrijding; niettemin is het wel niet te
loochenen, dat aangaande de plaats en het
jaar van Beukelsz.' geboorte niets vaststaat.
Toch behoort Willem Beukelsz. niet in het
rijk der verbeelding thuis; latere onderzoekin-
gen stellen ons in staat, ons een beeld van hem
en van zijn uitvinding te vormen, dat de wer-
kelijkheid wel zeer nabjj komt.
Waarin dan de uitvinding van den veer-
tiend' eeuwer Beukels bestond? Hierop ant-
woorden wij, met Mr. J. Egberts Risseeuw,
in het tijdschrift ,,Bijdragen tot de Oudheid-
kunde en Geschiedenis, inzonderheid van
Zeeuwsch-Vlaanderen (1859)": Willem Beu-
De beide voorste kanonnen van 1% c.M.
waren geladen en op het achterschip gericht.
De muiters hielden de v66r-munitiebergplaats
open, waardoor zij de onmiddellijke beschik
king hadden over mitrailleurs en handgrana-
ten. De dienst aan boord verliep overigens
vrijwel normaal, voor zoover daarvan in deze
geheel abnormale omstandigbeden kan worden
gesproken.
Alleen het onderhoud van het schip liet te
wenschen aver, uitgeizonderd dat van de ma-
chinekamer. Gevaren werd onder de Neder-
landsche vlag. De roode vlag heeft niet ge-
waaid. 's Morgens en's avonds werd vlagge-
parade gehouden, waarbjj de voorgeschreven
eerbewijzen werden gedaan.
Toen de bom viel, ontstond een paniek. De
schildwachten wierpen hun geweren weg. De
officieren en onder-officieren snelden naar het
aek. Het verzet was echter reeds totaal ge-
broken.
De directe aanleiding tot de gepleegde on-
regelmatigheden is geweest ontevredenheid
over de salariskorting, terwijl ingevolge de
ontvangen inlichtingen de Inlandsche schepe
lingen zich achtergesteld voelden bij de Euro
peesche schepelingen voor wie de korting
slechts verhoogd was tot 14 Over even
tueel diepere invloeden kan nog geen oordeel
worden uitgesproken.
HET VERBOD VAN DAGBLADEN IN
DUITSCHLAND.
De nieuwe koers bij onze oostelijke touren,
schrijft de N. R. Crt., bedient zich ter be-
leanmering van de meeningsuiiting der oppo-
sitiepartijen in stijgende mate van het ver-
bod van dagbladen. Waren het aanvankelijk
uitsluitend socialistische en oommunistische
organen in Pruisen wien het versbhijnen in
dezen verkiezingstijd werd belet, thans zijn
er ook in Zuid-rDuitsohland eenige verboden
gevallen en bovendien hebben nu eveneens
Centrumorganen te Berlijn en in Westfalen
onder den druk van boven te lijden gehad.
De redenen van die „Massregeling" zullen
in vele gevallen in een land van persvrijheid
als het onze het tegenideel van sympathie
wekken. Zoo zijn de Vorwarts en de Germa-
nia verboden omdat zij onderscheidenlijk de
verkiezingsmanifesten van de socialistische
partijbestuur en van de katholieke bonden
hadden afgedrukt. Dat dergelijke zuivere be-
richbgeving tot strafmaatregelen kan leiden,
achten ook vele rechts-staande bladen in
Duitschland onbillijk en bedenkelijk. Zoo on-
derwerpt de Koln. Ztg. (volksportij) het eer
ste verbod van de Vorwarts, dat trouwens
door het rijksgerecht te Leipzig ongeldig is
verklaard, aan kritiek en merkt op dat slechts
vooringenomenheid de opneming van het so
cialistische manifest als aansporing tot hoog-
verraad kan kwaliflceeren.
Nu moge het voor de Vorwarts een moreele
voldoening zijn, dat de hoogste reohtsinstantie
in het. rijk er evenzoo over denkt, het verbod
heeft intusschen zijn schadelijke uitwerking
reeds gedaan en het blad is sedertdien alweer
door een nog scherperen maatregel getroffen.
Dat er op die wijze van een vrije meenings-
uiting geen sprake kan zijn, behoeft geen be-
toog en dat de pers tegen zulke will eke ur op-
komt, evenmin. Dit verzet zal vermoedelijk
den vorm aannemen van eischen tot schade-
vergoeding tegen den betrokken staat, welke
in gevallen dat het rijksgerecht het verbod
ongeldig verklaart alle kans hebben te worden
toegewezen. De staat zou dan voor uitbetaling
van zeer aanzienlijke bedragen komen te staan
en de Koln. Ztg. spreekt de hoop uit dat de
bevoegde autoriteiten rekening zullen houden
met deze gevolgen en voortaan het verbods-
wapen wat voorzichtiger zullen hanteeren.
Dat het nationaal socialistische kamp deze
welgemeende waarsohuiwing ter harte zal
nemen, valt af te leiden uit de intrekking van
het verbod der katholieke bladen, waartoe
Zonidag in een besprekinig tusschen de leiders
der katholieke bonden en minister Goering is
besloten. Goerinig nam bij het onderhoud een
zeer inschikkelijke houding aan en verge-
noegde zich met de algemeene verklaring dat
het katholieke manifest geenszins had be
doeld de regeering te beleeddgen of aan ver-
achting pnjs te geven. Hij verbond daaraan
v/elisiwaar de waarschuiwing aan de pers om
in het vervolg voorzichtig te zijn, maar hij
zal zich toch moeilijk kunnen ontveinzen dat
die waarschuwing beter tot de politde-autori-
teiten die verantwoordelijk zijn voor de ver
boden, gericht had kunnen worden.
De conclusie dat het arrest van het rijks
gerecht t.a.v. het verbod van de Vorwarts
reeds een heilzame uitwerking heeft gehad,
ligt voor de hand. Er zijn gelukkig in Duitsch
land nog onpartijdige rechters.
Waartoe het anders zou kunnen komen, kan
men opmaken uit de dreigemeoten in de nat.
socialistisohe pers tegen andersdenkenden.
Zoo plaatst de Volkische Beobachter, het lijf-
blad van Hitler, in een der laatste nuimmers
een „waarschuiwing aan de stookpers", wel-
ker strekking is dat de nationaal socialisti
sche partij geen kritiek op den nieuwen koers
der Duitsche politiek kan dulden. Het merk-
v.iaardiigste in deze beschouwmg is wel dat
onder de ,,stodkpers" niet slechts oppositie-
kels kaakte de haring op een bijzondere wijze,
waardoor zij aanmerkelijk langer dan weleer
aan bedewing weerstand kon bieden.
De uitvinding van. Will em Beukelsz. bracht
een geheele omkeering in Holland te weeg
Het is dan ook geen gewaagde gevolgtrekking
dat de omkeer, welke in die nering plaats had,
het onmiddellijk gevolg van deze uitvinding is
geweest.
Hierdoor komt er weer een nieuw geschil-
punt naar voren, n.l. dat de uitvinding niet
dagteekent van het laatste, maar van het
allereerst der 14e eeuw, en dat Willem Beu
kels, die in verschillende charters van 1508
voorkomt, 'dezelfde Willem Beukels is, die
door het uitvinden van een verbeterde wijze
cm den haring te zouten en te kaken, een on-
sterfelrjken naam heeft verkregen.
Mr. J. Egberts Risseeuw vertelt verder in
zijn studie over Beukelszoon:
,,Ik beken, dat de schildering op een gla --
raam in de kerk te Biewliet, waar Beukels
voorgesteld wordt, zittende op eene omge-
keerde mand en gekleed in het overoude vis-
schersgewaad, hebbende in de linkerhand een
haring en in de rechterhand een mes met het
randschrift
.Willem Beukels stierf in 1397",
in volmaakten strijd is met mijne gevolgtrek
king, en te meer ingang zal vinden, omdat in
sommige werken gelezen wordt, dat de graf-
stede van Beukels en zijn afbeelding in de kerk
te Biewliet nog tegenwoordig getoond wordt.
Indien dit laatste juist ware, dan zou de
tegenwerping ook gegrond zijn, maar dit is
geenszins het geval.
Het is hoogst waarschijnlijk dat Beukels be-
graven is geworden in de Lieve Vrouwekerk
te Biewliet. Maar van deze, zoowel als van
de St. Nicolaaskerl: is sohrjn noch schaduw
meer te vinden en nauwelijks is de plaats aan
organen worden gerangBchikt, maar ook
rechtkburgerlijke bladen, die „bij alle sympa
thie voor den ndeuiwen koers met allerlei op
merkingen over onderdeelen daawan stem
ming maken tegen het redklingswerk van
Hitler".
Uit hehgeen de Volkische Beobachter ver
der schrijft over „concembladen", die zich
zulke opmerkingen veroorloven, is af te lei
den dat daarmee bladen als de Deutsche Alg.
Ztg. en de Hugenberg-pers zjjn bedoeld, die
inderdaad niet altjjd ja en amen zeggen.
Of zij zich nu zullen inbinden en zich naar
de „ethiek van den nieuwen staat", gelijk
Hitler's orgaan het noemt, geheej zullen
schikken, dient afgewacht. Het zou wel een
heel eigenaardig licht op de eensgezindheid
van de regeerimgspartijen werpen als vandaag
of morgen een blad als de D. A. Zbg. of een
der talrrjke Hugenberg-bladen werd verboden,
DE TUBERCULOSE.
In de ziittmg van de Academie de Medecine
hebben de professoren Brouardel en Jacques
Amaud een uitvoerig rapport uitgebracht
over ..hetgeen de tuberculose jaarlijks aan
Frankrijk kost". Blijkens de officieele cijfers
stewen elk jaar 90.000 Franschen, aangetast
door deze ziekte. Het sociale kwaad is daarom
te erger, wijl vooral de mannen, vooral tus
schen den leeftijd van 20 tot 55 jaar, er onder
bezwijken. Voor de vrouwen constateert men
dat de leeftijd van 16 tot 35 het gevaarlijkst
is Het aantai tuberculeuzen wordt geschat
op 400.000. Wanneer men nu berekent het
aantai jaren dat verloren gaat door deze
ziekte (verzorging en dus onmogelijkheid om
te werken) en men rekent als gemiddelde
verdienste voor een man 10.000 francs en voor
een vrouw 6000, dan komt men op een totaal
verlies van een vijftien milliard. Sterk drin
gen de hoogleerairen er op aan dat aanzienlijk
meer dan thans zal worden udtgegeven voor
de bestrijding en vooral voor het voorkomen
van deze gevreesde ziekte.
VREEDZAME PACIFISTEN EN HUN
NOTULEN-BOEK.
De Oxford Union, een pacifistische organi-
satie, die ongeveer een achtste deel van de
studenten der universiteit van Oxford omvat,
had eenige dagen geleden een motie aange-
nomen, waarin de leden o.a. verklaarden,
„onder geen omstandigheden voor koning en
vaderland te zullen vechten". De motie had
tot protesten in de pers en aanvallen op de
Oxford Union geleid. Toen de Oxford Union,
die weigerde de motie in te trekken, Donder-
dagavond een vergadering hield, drong een
dertigtal niet-pacifistische studenten de zaal
binnen, marcheeirde naar de bestuurstafel,
waar een hunner uit het notulenboek de blad-
zijden scheurde, die de motie bevatten. Daar-
na verlieten zij de zaal, zonder dat een der
van verbazing sprakelooze leden der Oxford
Union aan verzet of ingrijpen dacht. Toen de
vergadering werd hewat, vroeg een der aan
wezige leden: ,,Mijnheer de voorzitter, al wilt
u niet voor koning en vaderland vechten, u
had toch tenminste voor het notulenboek kun
nen vechten."
BEGRAFENIS VAN C. KLAASSEN.
In ons vorig nummer is de indiensttreding
van wijlen den heer C. Klaassen, als inspec-
teur van politie alhier, abusief vermeld in 1877,
dit moet zijn 1 Februari 1887.
Gisteren had de begrafenis plaats. De baar
werd behalve door de familie en vrienden ge-
volgd door een vertegenwoordiging van het 3
gemeentebestuur, den inspecteur van politie
alhier en de commandant der brigades ma-
rechausse6 te Ter Neuzen en te Sluiskil.
Door den burgemeester, den heer Huizinga,
werden enkele woorden van hulde gewijd aan
de nagedachtenis van den overledene, die zich
heeft weten op te werken tot inspecteur van
politie dezer gemeente en steeds een zorgzaam
huisvader is geweest, tot op hoogen leeftijd
het trjdstip voor volledige rust voor hem is
aangebroken.
De oudste zoon van den overledene, de heer
F. Klaassen, dankte voor de bij deze droeve
plechtigheid betoonde belangstelling.
Woensdag 15 Februari 1.1. had in de zaal van
het hotel „du Commerce" alhier een vergade
ring plaats uitgaande van den Bond van
Landpachters in Nederland.
Nadat de heer F. Dekker Pzn. uit Axel in
eenige welgekozen woorden alle aanwezigen
een hartelijk welkomstwoord had toegeroepen
en even memoreerde dat, alhoewel den B. v. L.
in Zeeuwsch-Vlaanderen Oost sinds enkele
jaren eenige leden telde, thans pas de eerste
officieele vergadering gehouden werd, gaf hij
het woord aan den heer H. S. van Houten,
algemeen-secretaris van den B. v. L. die in
een gloedvolle rede het doel en de werkwijze
van den B. v. L. uiteen zette.
Spreker begon met te wijzen op het karak-
ter van den Bond, hetwelk van neutralen
aard, en van elke politieke richting vrij, in de
statuten is vastgelegd.
Het doel van den Bond is om voor den met
te wijzen waar zij hebben gestaan.
De tegenwoordige kerk is eerst gebouwd in
de laatste helft der 17de eeuw. Daarin is van
het graf van Willem Beukels niets te vinden,
en alles bepaalt zich tot de glasschildering,
welke in of omtrent 1661 is vewaardigd, en
alzoo op een tjjdstip, dat hier te lande al zeer
vreemde denkbeelden, omtrent de geschiede
nis van Biervliet bestonden.
De genoemde glasschilderij bewijst dus niets
het minste, en het opgegeven sterfjaar (1397)
vewalt, als men bedenkt, dat bij de meeste
schrijvens het sterfjaar als 1347 wordt op
gegeven.
Vooral treft meai het laatste sterfjaar aan,
bij de historici, die de zaak in hiet ware dag-
licht voorstellen, dat is bij hen, die Beukels
niet als uitvinder, maar als verbeteraar van
het haringzouten vermelden.
Trouwens ieder die eenige ervaring in oud-
heidkundige onderzoekingen bezit, weet, hoe
onizettend moeilijk het dikwijls is, om oude
manuscripten of oorkonden te ontcijferen, en
weet vooral hoe verkeerde stellingen zijn aan-
genomen, ten gevolge van het niet kunnen
lezen van oud schrift.
Men schrijve nu" met Gothische letters het
jaar 1347 en dan zult gij bij de eerste oogop-
slag de overtuiging hebben, dat het niet eens
een groote tout is, als men voor 1347 het getal
1397 leest.
Bovendien verlieze men niet uit het oog, dat
de bestrjjders van Beukels zich bijzonder
gronden op het jaartal 1397, en aannemende,
dat in het eerste begin der 14de eeuw de
haringnering tot den hoogsten top was ge-
stegen, terecht betoogen, dat het een wiskun-
dige onmogelijkheid is, dat een man, die eerst
in 1397 gestorven is, de aanleidende oorzaak
zou hebben kunnen zjjm tot den bloei van die
nering.
Het Charter van 1308 geeft grond te ge-
noesten vlijt werkend«n landbouwer een be
staan te verkrijgen, waarop hij als mensch
recht heeft.
Om echter dit voorgestelde doel te bereiken
is nooddg een flinke organisatie, die paraat
werkt, en wanneer men den groei van den
B. v. L. gedurende zijn nu reeds 10-jarig be
staan in aanmerking neemt, dan kan men niets
anders dan concludeeren, dat de landpachters
en hypotheekboeren in den B. v. L. een orga
nisatie gezien hebben, die niet alleen in naam
maar ook in daad hunne belangen behartigd
De B. v. L. die in Friesland ontstaan is
heeft moeilijke jaren beleefd in zijn begin-
stadium, ten eerste omdat de boer erg indivi-
dualistisch is aangelegd en als zoodanig niet
erg organdsatordsch gezind, terwijl ten tweede
de algemeene toestand tijdens de begin jaren
den Boad betrekkelijk gunstig waren, zoodat
er toen geen collectieve behoefte was aan een
flinke organisatie.
De B. v. L. die er van overtuigd was, dat
een tijd zou komen dat de onbeschutte boeren-
bedrijiven, geen weerstand zou kunnen blijven
bieden aan de uitknijperjj a la Citroen die ten
laste der boerenbevolking werd toegepast,
bleef echter wakker op z$n post, bood hulp
waar noodig, bracht advies waar verlangd, en
trachtte door het zenden van adressen en het
doen van voorstellen aan volksvertegenwoor-
diging en regeering de algemeene toestand en
rechtspositie van den boer te verbeteren.
Als een der meest bekende successen van
den B. v. L. mag genoemd worden de crisis-
pachtwet-Ebels, die door het initiatief der
Bond tot stand werd gebracht, en alhoewel
niet ontkent mag worden dat deze wet nog
niet geeft waar billijker wijze, de pachtboer
recht op heeft, is het toch een flinke stap in
de goede richting.
De Crisispachtwet die alleen de pachtboer
maar eenige verlichting schenkt, moet nog
verder uitgebreid worden, opdat ook den hypo-
theekboer geholpen kan worden.
Op de hypotheekboeren rusten thans nog
ondragelijke lasten, en de wet dient minstens
zoo aangevuld te worden, dat doorgegaan kan
worden ook den hypotheekgever, tot het op-
schorten van aflossingen en verlaging van
rente.
De B. v. L. deed reeds voorstellen d. a. b()
enkele leden der 2e Kamer en er is hoop, dat
de hypotheekboeren binnen afzienbare tijd ge
holpen kunnen worden.
De Bond v. L. strijd met wettelijke en eer-
bare middelen voor het bestaansrecht van den
boer en vraagt eerst belooning voor den wer-
ker en dan voor het kapitaal!
De Bond vraagt thans o.a. ook tijdelijke op-
schorting van sociale lasten en verlichting van
de waterschap- en polderlasten.
Als illustratie van den huidigen toestand
haalde spreker aan dat een veeboer uit Fries-
land op 10 jaar tjjds aan pacht betaalde een
bedrag van 83000, aan arbeidsloon 42000.
terwijl hij gedurende dien termijn een verlies
had van 25000.
De zuivere opbrengst dezer boerderij was
dus 83000 42000 f 25000 f 100.000,
waarvan na een klein deel aan arbeidsloonen
het grootste deel naar den eigenaar ging, zoo
dat de boer dus steeds op het bedrijf verloor
en de arbeider nog een karig loon had.
Dengene, die dus het minst verrichte werd
het meest betaald, en aangezien deze toestanr
den zoo talloos vele zijn is de huidige toestand
ten plattelande zoo in-droevig.
De armoede heeft op sommige deelen onder
de plattelandsbevolking een dusdanige omvang
genomen, dat men als ingewijde nog perplex
staat.
De houding van de 2e Kamerleden v. d. Heu
vel en Bakker e. a. bij de behandeling der boe-
renbelangen, keurde spreker ten sterkste af,
terwijl hij sympathiseerde over de mededeeling
van het le Kamerlid Mr. Pollema die op het
standpimt staat, dat eerst belooning voor den
pachter (en arbeider) en dan verzorging van
den eigenaar dient te geschieden.
Tenslotte liet de spreker goed uitkomen.
dat de boer tot op een zekere hoogte zjjn eigen
lot en toekomst in handen heeft, door strakjes
bij de komende verkiezingen alleen die afge-
vaardigden te stemmen waarvan hij weet, dat
die in de afgeloopen zittingsperiode de platte-
landsbelangen had behartigd, terwijl als directe
maatregel noodig is, dat hij elke actie van
landbouworganisaties moet steunen en hij in
casu dus lid dient te worden van den B. v. L.,
wiens verieden een aan <56nschakeling van
strijd voor de boerenbelangen is en wiens toe
komst zal bestaan uit een cnvervaard verder
strjjden ten behoeve van pacht- en hypotheek-
fooer.
Daarom is en worde iedere boer lid van den
B. v. L.
Den heer Van Houten besloot zijn interes-
sante rede met een opwekkingswoord tot het
toetreden tot den Bond, waama hij gelegenheid
gaf om dit direct ten uitvoer te brengen,
waarvan een 25-tal aanwezigen gebruik maak
ten, zoodat in beginsel een afdeeling van den
B. v. L. kon worden opgericht.
Van de gelegenheid tot debat werd geen ge
bruik gemaakt, terwijl er slechts enkele vra
gen gesteld werden.
De heer Dekker voomoemd, sloot onder
dankzegging aan alle aanwezigen voor hunne
opkomst en in zonderheid aan den spreker
voor zijn mooie rede, de vergadering, die een
grondslag voor de actie van den B. v. L. in
Zeeuwsch-Vlaanderen is.
looven, dat Beukels een gegoed man was em
iets meer dan een eenvoudige visscher moet
zijn geweest. De beroemde Biervlieter was
niet alleen lid der Regeering van Biervliet,
maar werd in 1312 tot den allerhoogsten stand
verheven. Zijn zuster wordt in oude stukken
,,jonkvrouwe Adelisse" genoemd.
Wij voor ons, gelooven dat 1347 de datum
is en wel op dezen grond.
Beukelz. was in 1312 Burgemeester of
Schepen van Biervliet, en dus volgens de oude
privelegien der stad, moest hij daarvoor ge-
boren Biervlieter zijn. En was hij regeerings-
lid in 1312, dan was hij reeds 21 jaar oud
voor 't minste.
Wjj besluiten nog met deze kroniekmede-
deeling de Beukelsbeschouwing.
„In den jaare 1386 nam de bloei der
Haaringvangst ongemeen toe, na dat Willem
Beukelszoon van Biervliet, zijne landgenooten
de rechte konst, am den haaring te kaaken, te
zouten, en in tonmen te pakken hadde geleert.
Zijn aandenken is door deeze roemwaardige,
nuttige uitvinding altijd in agting en waarde
gehouden, em men sprak er nog zo veelvuldlg
van ten tijde van Keizer Karel de V, dat
deeze in de Nederlanden reizende, opzettelijk
met de Koninginne Maria van Hongarijen, zijne
zuster, na Biervliet ging, om met hunne tegen-
woordigheid het graf van deezen beroomden
haaringkaaker te verluisteren; die men voor-
gaf, 's Keizeris Nederlandsche onderdanen niet
minder te hebben verrijkt, als de Amerikaan-
sche goud- en zilver-mijnen van Spanjen."
En, als een effectvol slot, woidt ook nog
verhaald, dat Keizer Karel V en Maria, uit
eerbied aan de nagedacbtenis van Beukels, bij
zijn graf... een haring verorberden... Ik kan
het niet bewijzen.
(Wordt vervolgd.)