ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Vier
Eerste Blad.
No. 8954
VRIJDAG 17 FEBRUARI 1933
73e Jaargang
BINNENLAND
FEUILLETO N
SELZAETE.
SPIER
De muiterij
op de Zeven Provincien.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSFRIJSBinnen Ter Neuzer. 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor BelgiS en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnemer.ten voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaiing.
TJitgepfsier: Finna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
VDVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80
Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst £<*n dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VI! IJDAGAVONI)
MINISTER BEELAERTS VAN BI/JKLANB
WEEK NAAR GENfcVE.
De Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr.
Mr. Beelaerts van Blokland, is Woensdag
weer naar Geneve vertrokken.
RIJKSBEGROOTING VOOR 1933.
Algemeenp beschouwingen.
Verschenen is de memorie van antwoord op
de Algemeene Beschouwingen der Eerste
Earner over de Rijksbegrooting voor 1933. Het
volgende wordt er aan ontleend.
Daar de uitvoerige beschouwingen betref-
fende de aanstaande verkiezingen en de ver-
wachtingen in dit opizicht langs de Regeering
heengaan, meent zij zich van een weerklank
daarop te mogen onthouden.
Ook voor de Regeering staat boven alien
twflfel, dat een parlementair kabinet het
meest gewenscht is voor het narmaal function-
neeren van onze staatsinstellingen. Ten aan
zien van de beschouwingen over het huidige
kiesstelsel doet zij o.a. opmerken: Om nu aar:
de Jongste perioden, die wel tot de allermoei-
HJkete behooren, welke staatsinstellingen ooit
hebben te doorstaan gehad, een zoo vemie-
tlgend vonnis te ontleenen, waarbij zelfs geeE
plaats voor eenig lichtpunt wordt gelaten en
slechts op een volkomen instorting wordt ge-
wacht am het stelsel kwijt te geraken, is noch
ult een oogpunt van historie, noch uit prac-
tlschen gezichtshoek billijk.
Regeering houdt aandacht op
uniformkwestie gevestigd.
Het dragen van uniformen en het nabootsen
wan xnilitaire formaties door personen van be-
paalde staatkundige richting hetzij dan
fascisten, hetzij anderen acht ook de Re
geering ongewenscht. TJitvaardigen van een
verfbod ter zake ligt echter niet binnen haar
bevoegdheid. Daartoe zou een wettelijke voor-
ziening noodig zijn, welke waar ulteraard
een algeheel verbod van uniformen niet in aan-
merking kan komen 6f een discretionnaire
bervoegdheid zou moeten geven 6f in verschil-
lende niet zoo eeovoudige onderscheidingen
*ou moeten treden. De Regeering houdt haar
aandacht op dit onderwerp gevestigd.
Reorganjsatie sociale verzekering.
Afgezien nog van de zware eischen, welke
de economische noodtoestand aan de werk-
kracht van den Minister van Economische
Zaken en Arbeid stelt, zijn de omstandigheden
niet rijp voor een algeheele reorganisatie der
sociale verzekering. Intusschen ligt een wets-
ontwerp tot reorganisatie van dat deel dier
weraekering, dat door overheidsorganen wordt
iritgevoerd, ter indiening gereed.
De Regeering moet afwyzen de klacht, dat
xjj den emst van den tegenwoordlgen toestand
niet beseft.
Indische Regeering en Volksraad.
De Regeering kan niet toegeven, dat in
Ned.-Indie een autocratisch bewind zou wor
den gevoerd met miskenning van gewichtige
verlangens van den Volksraad. De Regeering
beschouwt den Volksraad als een onmisbare
KChakel in het Indisch regeeringsapparaat en
z(j geeft aan de uitspraken van dat college,
belichaamd in moties of amendementen, zoo-
veel mogelijk gevolg.
Electriciteiteraad. Commu-
nisten in overheidsdienst.
De besllsslng inzake Instelling van een elec-
triciteitsraad mag aanstaande worden geacht.
door
FRANCIS BEEDING
(Nadruk verboden.i
4) (Vervolg.)
TWEEDE HOOFDSTUK.
Een opverwacht exit.
Ik stond alleen bij de bank, want Granby
was op den man toegeloopen, die, aan den
anderen kant van den lichtcirkel dien de
straatlantaren op het gladde plaveisel trok,
voorover iag, en had zich over hem heenge-
bogen. Wat moest ik doennaar hem toe-
gaan of den bochel nazetten? Na even aarze-
lan besloot ik het laatste te doen. Achteraf
begreep ik, dat ik niet bepaald verstandig ge-
handeld had. De dwerg logeerde in hetzelfde
hotel als wij en als we hem ter verantwoor-
ding hadden willen roepen, had dat gemakke-
Hjk genoeg kunnen gebeuren. Maar myn
jacht-mstinct was ontwaakt en zoo gauw dat
gebeurt, is er voor mtj geen ont.komen meer
aan.
Toen ik, misschien een vrjlftig meter achter
mijn wild, de nauwe straat inschoot, kwamen
twee gedachten bijna gelijktijdig bij me op.
Wat voor reden kon Granby gehad hebben
voor zfln ongewone belangstelling in het ge-
aprek, dat de bochel en zijn chauffeur, een
paar uur te voren, op de binnenplaats gehou-
den hadden? En ten tweede, was de man met
den ronden rug misschien in het bezit van ndg
een dolkmes?
De straat, die ik doorrende, was nog geen
twee meter breed. Het was er heel donker,
want de lantarens, die aan staaldraad tus-
achen de huizen met bun hermetisch gesloten
Het vraagstuk van de communisten in over
heidsdienst heeft mede in verband met de ge-
beurtenissea van den laatsten tijd, opnieuw de
bijzondere aandacht der Regeering.
Beleid van den voorzitter van
minis terraad.
De Regeering heeft met waardeering kennis
genomen van de verd§diging van het beleid,
gevoerd door den voorzitter van den Raad van
Ministers, tegen de daarop uitgeoefende cri-
tiek. Naar de meening der Regeering hebben
de leden, die deze critiek deden hooren, een
beeld voor oogen van het voorzitterschap van
den Ministerraad, dat groote geljjkenis ver-
toont met den Prime Minister in het Britsche
staat3recht. In Engeland neemt de Prime
Minister een uitzonderlijke positie in tusschen
de Kroon en zijn ambtgenooten; hy alleen
geeft de richting aan van de Britsche politiek.
Bij ons heeft het instituut zich ontwikkeld
langs geheel andere banen en bepaalt zich zijn
taak, zooals de omschrijving van de functie
reeds aanduidt, tot het geven van leiding aan
het ministerie, als welker woordvoerder hy
naar buiten optreedt ten aanzien van het al-
gemeen beleid der Regeering. Vandaar ook,
dat zijn werkzaamheid zich in hoofdzaak bin-
nenskamers afspeelt; hier meer misschien dan
op eeaig ander terrein van regeerbeleid, ligt
de nadruk op wat de buitenwereld niet ziet.
De Regeering maakt zich dan ook sterk, dat,
wanneer zich een ministerpresidentschap naar
Britschen aard zou ontwikkelen, de leden, hier
aan het woord, misschien de eersten zouden
zijn, om hiertegen hun waarschuwende stem
te doen hooren.
De klacht over 's Ministers af-
wezigheid ult de residentie.
Het voorzitterschap van den Raad van
Ministers stelt hooge eischen aan zijn drager;
in moeilijke oogenblikken, als ons volk thans
doormaakt, meer nog dan in tijden, waarin
het publieke leven zonder schok zich voort-
beweegt, stelt het ambt zware eischen aan de
werkkracht. Hij, die het ambt bekleedt, moet
zich steeds voor oogen houden, hoe ieder i
oogenblik van onberekenbaar gewicht kan j
zijn voor de toekomst van ons volk. Geleid I
door die opvatting van zijn taak heeft de
voorzitter van den Raad van Ministers, nadat
hij zijn ambt in Augustus 1929 had aanvaard,
zich slechts eenmaal (in Augustus 1930) voor j
een twaalftal dagen naar het buitenland be-
geven. Ieder ander verlof heeft hij in het bin- i
nenland doorgebracht, in voortdurende verbin-
diag met zijn departement en onder geregelde
persoonlijke afdoening van beslissingen. Af-
wezigheid uit de residentie beteekende voor i
hem nog niet een onderbreking van zijn werk
zaamheid. Overigens mist de opmerking, dat j
hij herhaaldelijk, soms week na week, dagen
achtereen uit de resideatie afwezig zou zijn I
geweest, iederen grond van werkelijkheid
tenzij men de Zondagen zou willen mede-
rekenen.
De financien.
Op een vraag vein sommige leden, een op-
gaaf te mogen ontvaogen van de bedragen,
waarvoor in 1933 vermoedelijk zal moeten
worden geleend en van den vermoedelyken
stand der vlottende schuld op 1 Januari 1934.
indien niet verder werd geleend, moge worden
j geantwoord, dat het eerste bedrag niet vast-
j staat en dat het laatste bedrag kan gesteld
worden op ruim 700 millioen. Hieronder zijn
intusschen begrepen groote bedragen, die op-
genomen zijn ten behoeve van leeningen ver-
schaft aan Indie, aan de gemeenten en aan
het buitenland.
j Het denkbeeld, onbenutte deposito, saldi
door wettelijken dwang dienstbaar te maken
aan het uitvoeren van groote werken, kaa voor
overweging niet in aanmerking komen reeds
omdat hierdoor op kunstmatige wijze e.g.
ramen hingen, waren niet talrijk. Maar ik kar.
j vrij behoorlyk sprinten en in die paar minuten
had ik al een twintig meter op hem gewcn-
nen. Ik hoorde den man voor me hijgen het
geluid was sterker dan het regelmatige holle
J bonzen van zijn schoenen. De straat was uit-
j gestorven; blijkbaar hadden we de geheele
j stad voor ons. De bewoners van Saragossa
j huidigen nog de middelesuwsche gewoonte,
om hun deuren en luiken bij zonsondergang
te sluiten. Wat daarbuiten gebeurt, als het
donker is, kan hun niet schelen. Ik mocht
jacht maken op den kleinen man zooveel ik
wilde. Dat was een zaak, die ons tweeen
alleen aanging.
By een hoek sloeg hij opeens naar rechts af.
Ik voigde zyn voorbeeld. Achter elkaar scho-
ten we een straat in, die niet veel breeder
was dan de eerste, spurtten een wynhuis
voorbij met gastvrij verlichte ramen, waar ik
een glimp opving van ruwe mannen, die goud-
kleurigen wyn uit tumblers van dik, grof glas
zaten te drinken. Maar ik was voorbij, voor
ee verwondering konden toonen over het zon-
derlinge gedrag van een jongmensch, dat er
opvallend als een vertegenwoordiger van een i
vreem.de natie uitzag.
De straat was eindeloos lang en Helmuth
opeens herinnerde ik me zijn naam, had blrjlk-
baar zijn reserve-energie aangeboord. Zien
kon ik hem niet meer, maar ik hoorde hem.
Of was het zware, moeizame ademhalen van
me zelf? By die gedachte bleef ik met een
ruk staan en luisterde oplettend. Nee, hy liep
nog voor me uit en te oordeelen naar het be-
nauwde happen naar lucht, dat nu en dan het
normale hygen onderbrak, was zijn quantum
reserve-energie gauw uitgeput geraakt. Met
een gevoel van triomf schoot ik vooruit.
Eindelyk daar hadden we het einde van
de straat een grauwe spleet, die op een
helder verlicht plein uitkwam. En daarachter
rezen de machtige muren van de Onze Lieve
Vrouwe-kerk op. Meer dan tien meter voor-
sprong had hij niet meer. Ik voelde al die
ronde schouders in den greep van myn han-
den.
,,kort geld" aan zijn natuurlyke bestemming
zou worden onttrokken door het voor lang
loopende leeningen te gebruiken, hetgeen de
liquiditeit van het Nederlandsch bankwezen in
groot gevaar zou brengen en indirect een al
gemeene opleving van handel en nijverheid
zou vertragen.
Indien onze staatsschuld zou kunnen wor-
den geccnverteerd op een 3 basis, zou op
den gewonen dienst ruim 11 millioen aan
rente kunnen worden bespaard. Het geraamde
tekort zou daardoor dus kunnen slinken. In
dien een nog verder gaande conversie kon
plaats hebben, zou het tekort nog meer kun
nen dalen. Helaas bestaat op dit oogenblik
tot het een noch het ander de mogelijkheid.
Ultvoering van groote openbare
werken.
Met afwyking van de meening van de
leden, die de uitvoering op groote schaal van
openbare werken bepleitten, daar zulks moreel
beter zou zijn dan het uitgeven van 120 A 130
millioen gulden jaarlijks aan ondersteuning, is
de Regeering de zienswijze toegedaan van an
dere leden, die er op wezen, dat nieuwe schul-
den zouden moeten worden gemaakt om de
groote werken te financieren, aithans indien
dit als stelsel moest worden aanvaard.
Een practisch bezwaar is verder, dat met
het bedrag, dat thans voor steua en werk-
verschaffing wordt uitgekeerd, een veel groo-
ter aantai personen wordt geholpen, dan wan
neer 120 k 130 millioen gulden zou worden
besteed voor de uitvoering van groote open-
bare werken. In dat geval toch zijn zeer
groote uitgaven noodig voor andere doeleinden
dan voor loon:
Onderzoek naar verkorting arbeids-
duur ingesteld. De kwestie heeft
ook een intemationale zyde.
De grief van sommige leden, als zou de
Regeering tegenover het vraagstuk van de
verkorting van den arbeidsduur te veel een
afwachtende houding aanneinen, is ongegrond.
De Regeering houdt zich op de hoogte van
alles, wat haar ter zake tot voorlichting kan
strekken. Elk middel, dat dienen kan tot be-
strijding der werkloosheid heeft de aandacht
der Regeering. Ook aan het vraagstuk van de
wettelijke verkorting van den toegelaten ar-
beiustijd geett zij haar vdlle belangstelling.
Het onderwerp is echter iagewikkeld en veel-
zijdig en heeft ook een Internationale zijde.
Met groote belangstelling voigde de Regee
ring daarom wat zich in de afgeloopen maand
ter Intemationale Arbeidsconferentie afspeel-
de en het is met haar volledige instemming
dat de Hooge Raad ten onzent dit probleem
in studie heeft genomen, terwyl ook in ver
band daarmede aan de Arbeidsinspectie op-
dracht gegeven is om ter zake zooveel moge-
lyk licht te verschaffen.
Op welke wyze de Regeering op het oogen
blik op dit gebied meer zou kunnen doen, is
niet in te zien. Op de beslissingen der Inter
nationale Arbeidsconferentie vooruitloopen kaa
zij in zulk een vraagstuk van internationaal
karakter in geen geval.
Aan den wensch van de leden, die vroegen,
of de Regeering zonder te wachtea op een
eventueel advies van den Hoogen Raad van
Arbeid, niet reeds dadelijk, in het belang van
de bestrijding der werkloosheid, zou kunnen
overgaan tot tijdelyke invoering van een ver-
korten arbeidsduur voor de overheidsbedrijven,
kan geen gevolg worden gegeven.
IHandhaving van den gouden
standaard.
De Regeering meent met groote kracht te
i moeten vasthouden aan een van de voorwaar-
den, waaronder op dea duur een gezonde
wederopbouw van het economisch leven moge-
i lyk is, te weten, de gouden standaard.
Vermindering van handels-
belemmeringen.
Met belangstelling heeft de Regeering ken
nis genomen van de beschouwingen gewijd
aan den wensch om te komen tot verminde
ring van de handelsbelemmeringea. Uit de
verdragen van Oslo en Ouchy blijkt, dat dit
streven biji de Nederlandsche Regeering op den
voorgrond staat.
De uitspraak, dat, zooals het zich nu laat
aanzien, er van het verdrag van Ouchy wel
niet veel zal komen, kan de Regeering niet
onderschrijven.
Betalingsverkeer met Duitschland.
In verband met de door eenige leden ge-
maakte opmerkingen over het betalingsver
keer met Duitschland en de eventueele toe-
passing van de clearingwet, kaa worden mede-
gedeeld, dat het op 31 Dec. 1932 met Duitsch
land gesloten protocol betreffende de betalin-
gen van den goederenexport naar dat land be-
vredigend werkt. De Regeering kan niet ont-
kennen, dat deze regeling geen waarborgen
biedt tegen het oprichten van handelsbelem-
meringen van anderen aard, doch zij meent,
dat het in ieder geval een gunstig verschyn-
sel is, dat een begin gemaakt werd met het
uitschakelen van de deviezenmaatregelen als
middel tot beperking van den invoer.
DE FRAUDE BIJ DEN PENSIOENRAAD.
Dekking van het tekort.
Ingediend is een wetsontwerp wijziging en
verhooging der begrooting van Financien voor
1933.
Aan de memorie van toelichting wordt ont
leend, dat de gepleegde fraude bij het heheer
der schatkistpostrekening, waaromtrent de
Minister van Financien uitvoerige inlichtingen
heeft verstrekt bij de memorie van antwoord
betreffende zijn begrooting voor 1932, ertoe
heeft geleid, dat de Rekenkamer den beheer-
der dier rekening heeft belast met een bedrag
van f 28.999,84, zijnde het deel van het op die
rekening ontstane tekort van 1 Maart 1931
tot en met 31 Augustus 1931.
Terzake van het plichtsverzuim, waaraan
de beheerder der schatkistpostrekening zich
heeft schuldig gemaakt, door geen toezicht
uit te oefenen op de handelingen van den aan
hem ondergeschikten commies, die de fraude
heeft gepleegd en die destijds zich van het
leven heeft beroofd, is de eerstgenoemde amb-
tenaar, die den rang van referendaris be-
kleedde, met ingang van 16 Februari 1932
teruggezet in den rang van commies, met ver
mindering van zijn bezoldiging van /5600
's jaars tot 4300 's jaars.
De Minister heeft gemeend, te moeten af-
zien van pogingen om op dezen ambtenaar,
die door toepassing van de disciplinaire
straf ook financieel reeds gevoelig is getrof-
fen, het bedrag van geaoemd tekort te ver-
halen. Derhalve wordt voorgesteld, dat be
drag ten laste van de begrooting van Finan
cien te brengen.
DE KOSTEN DER PASPOORTEN WORDEN
VERHOOGD.
De Internationale Paspoortenconferentie, die
in 1926 te Geneve werd gehouden, besloot een
Op Zondag 19 Februari, zal er te 9,30 uur -
in de Zaal „GAUMONT" Groote Markt te
Selzaete, vanwege de gekende Gentsche Auto-
school (Bestuurder R. MORTIER Lange
Meire 2 te Gent) eene Voordracht, opgehel-
derd met kinema, gegeven worden over auto-
techniek. Voorbehouden voor leeriingen en
oud-leerlingen.
(Ing. Med.)
Daar had ik hem. Meer dan anderhalven
meter was hij niet meer v666r. Hy hoorde me,
want z't;'n donker hoofd draaide zich om en
zijn bleek gezicht keek me 66n seconde over
zijn rechterschouder aan. En op hetzelfde
oogenblik verdween hy. Geen vijf tellen eerder
was hy bijna binnen het bereik van myn
grijpende handen geweest. En nu zag ik niets
dan een kleinen vierkanten pilaar midden in
de straat, een ijzeren instrument om 't ver-
keer gemakkelijker te kunnen regelen. Speu-
rend naar alle kanten schoot ik er voorbij,
de man moest in een portiek verdwenen z^n!
maar hoe hy het klaargespeeld had
Opeens voelde ik een ruk aan mijn rechter-
enkel ik begreep wat er gebeurd was
maar het was te laat. Een jaar of drie ge-
leden was ik op dezelfde manier in een Rugby-
wedstryd getackeld een laatste wanhopige
poging van een der backs van de tegenpartij
en geen vyf meter voor doe! had ik in het
zand gebeten. De dwerg van Saragossa had
met zyn manoeuvre nog vollediger succes
met een doffen smak sloeg ik op het ongelijke
plaveisel van de groote markt neer.
De eerste paar oogenblikken bleef ik onbe-
weeglyk liggen. De pija in mijn knieen en
myn rechterschouder was zoo hevig, dat het
maar een haartje scheelde of 1k was flauw-
gevallen. Vaag, heel vaag, hoorde ik lichte,
vlugge voetstappen, die zich snel verwijKierden.
Het duurde geruimen tijd wel een miuuut
of vijf denk ik voor ik in zooverre hersteld
was, dat ik een poging kon doen om op te
staan en toen gelukte het me alleen met steun
van den pilaar, waarachter de bochel in hin-
derlaag gelegen had. Toen ik stond haalde ik
een paar maal diep adem en taxeerde de
schade. 't Viel mee wonder boven wonder
had ik niets gebroken, maar mijn rechter
schouder en arm klopten en gloeiden van de
pijn. En allebei mijn handen zaten vol bloe-
dende schrammen en schaafplekken. Ik voelde
me ellendig, duizelig en slap, en daarby diep
vernederd. Van den bochel dat spreekt
van zelf was geen spoor meer te bekeanen.
Opeens voelde ik een hand op mijn schouder
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbulsjes van
20 tabl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 els.
(Ingez. Med.)
aanbeveling aan de Staten te zenden, ten
einde de kosten van de afgifte van paspoorten
te beperken tot die, noodzakelijk voor de ver-
vaardiging en de afgifte aan de belangheb-
benden. Gevolg gevende aan dezen uitge-
sproken wensch, heeft de Nederlandsche Re
geering daarop de kosten van afgifte en van
verlenging der Nederlandsche buitenlandsche
paspoorten verlaagd tot 66n gulden.
De Regeering is thans tot de slotsom ge~
komen, dat in verband met den nijpenden fi-
nancieelen toestand het noodzakelijk is, de in-
komsten uit de afgifte en de verlenging der
buitenlandsche paspoorten te vermeerderen.
De Regeering wenscht, blijkens een thans
ingediend wetsontwerp, de aanbeveling der
Paspoortencoaferentie, vastgesteld in een tijd,
toen de omstandigheden belangrijk afweken
van de tegenwoordige, in haar voile waarde te
laten, en het ligt in haar voomemen, zoodra
de economische toestand zulks zal gedoogen,
voorstellen te doen om de heffing wegens de
afgifte en de verlenging der buitenlandsche
paspoorten weder terug te brengen tot het.
peil, in de aanbeveling der conferentie beoogd.
Het vroeger bestaande onderscheid tusschen
paspoorten voor 66n persoon en paspoorten
voor twee of meer personen wenscht de re
geering thans weder in te voeren en voor deze
paspoorten resp. te heffen 5 en 7,50. De
geldigheidsduur der paspoorten blrjft op twee
jaren gehandhaafd.
In verband met het inmiddels aangevangen
onderzoek wordt uit Batavia aan de N. R.
Crt. gemeld, dat verschillende commissies van
onderzoek gelijktijdig arbeiden. Deze com
missies zijn een vijiftal, dat te Soerabaja de
aldaar plaats gevonden dienstweigerings-
gevallen onderzockt, zeven commissies, die op
Onrust een onderzoek terzake van de muiterij
instellen, en drie commissies, die zulks doen
aan boord van De Zeven Provincien.
Naar wij nader vememen, zijn aan deze
commissies verscheidene ambtenaren van het
Inlandsch B.B.-corps toegevoegd, terwijl van
bestuurswege een cnderzoek wordt ingesteld
naar de mogelijkheid van aansporing tot
dienstweigering en muiterij bij de marine door
buitenstaanders.
Naar aanleiding van den twrjfel, die heeft
bestaan omtrent den uitleg van het woord
,,eskaderpersbericht" in het telegram nopens
de houding van de muiters heeft Aneta nadere
telegrafische inlichtingen ingewonnen. Deze
luiden als volgt:
Op Hr. Ms. De Zeven Provincien werden
tijdens de reis langs Sumatra geregeld pers-
bericbten opgevangen. Volgens luitenant ter
zee De Vos van Steenwijk zou het voor Aneta
ten behoeve van de pers op 9 Februari j.l. uit-
gezonden radiobericht inzake concentratie van
het eskader aan boord van De Zeven Provin
cien ontvangen zi'n. Het zou door de leiders
van de muiters verminkt zijn, door aanvulling
met een clausule inzake een opdracht aan het
eskader om zich van actie te onthouden, en
hierdoor zou bij de muiters de indruk zyn
gewekt, als zou er geen schot vallen.
Een verzoek van nagelaten
betrekkingen.
Aangezien blykt, dat de laatste dagen op
en hoorde ik een stem vlak bij mijn oor. Die
stem vroeg blijkbaar in't Spaansch wat
er gebeurd was.
,.Ikik ben gevallen" zei ik slapjes.
De man een stevige kerel in een shabby
donker pak met een prachtigen gitzwarten
baard en groote donkere oogen, bekeek me
medelijdend. Ik nam den arm, dien hrj me als
steun aanbood, dankbaar aan en strompelde
met hem terug naar bet „wijnhuis", dat ik
even te voren voorbij gestovea was. Daar ont-
haalde myn goede Samaritaan me op een tumr
bier, tot den rand gevuld met goudgeie wijn,
dien ik in £<§n teug leegdronk. Daama begon
ik me al gauw wat beter te voelen en na even
rusten bedankte ik hem beleefd voor zijn
hulpvaardigheid, en liep langzaam terug naar
het plein voor de St. Leo, waar ik Grandby
acbtergelaten had.
Het loopen viel me niet mee myn geheele
lichaam voelde murw en deed me flink pyn.
Miaar eindelyk was de lange, lange straat uit
en zag ik het plein voor me de fontein met
het sieriijke figuurtje van de waterdraagster,
den hoogen, eerwaarden toren van de St. Leo
en Granby op de bank viak b'rj de lantaren.
Naast hem zat een nietig figuurtje half af-
zakkend en half tegen hem aan.
Ik strompelde op hen toe. Bij het hooren
van mijn onregelmatige voetstappen schrok
de onbekende op en dook achter Granby weg.
,,Wie is dat?" vroeg een heesche, beverige
stem. En die vraag, werd gevolgd door een
eigenaardige zwakratelend geluid, dat ik niet
kon ,,thuisbrengen" tot ik opeens merkte, dat
de vent zat te klappertanden van angst en
nervositeit.
„Ook knock out geslagen", stelde Granby na
een niet bepaald vriendelyken blik koeitjes
vast.
Uit zyn manier van doen begreep ik, dat hij
me een ezel vond en dezea keer was ik het
gloeiend yiet hem eens.
..Hou-je gezicht, Jules", ging Granby voort.
„Dit is een vriend van me en van jou even-
eens, als je 'm noodig hebt".
De man greep Granby krampachtig vast.
,,U laat me niet alleen in den steek?" vroeg
hij dringend.
,,Luister 's Jules", zei Granby grimmig.
„Dat ben ik juist van plan. Ik laat je beslist
alleen in den steek", als je je niet probeert
te beheerschen",
„Is-ie ernstig gewond?" informeerde ik
Granby schudde het hoofd.
„Welnee", zee hij geringschattead. „Geen
schram. Hij heeft een soort malienkoker "tg
vest aan".
„Bestuurt-ie dan misschien een tank?"
mompelde ik flauwtjes.
Granby bekeek me grimmig.
„Je ziet er uit, of jij er een tegengekomen
bent", zei hij.
Daarop keerde hij zich weer naar Jules.
,,Luister 's Jules", begon biji weer, maar nu
in het Fransch. ,,Je moest met ons mee naar
ons hotel gaan. Met ons erbij kan je niets
gebeuren. En 't is hoog tijd, dat je wat te
drinken krijgt".
„Wat te drinken", herhaalde Jules suffig
„Ja. Maar u blyft by me, kolonel, niet?"
„Ik wijk geen seconde van je zij", beloofde
Granby plechtig. „Zelfs zullen we nog een
stapje verder gaan ik neern je rechterarm
en mijn vriend, Mr. Baxter, je linker, dat wil
zeggen ,als by zich in staat voelt om als steun
te fungeeren".
,-Zeker", zei ik. „Maar is dat wel verstan
dig. Ais vriend Helmuth
Jules hapte naar lucht en Granby onthaalde
me op een gevoeligen trap tegen mijn scheen.
Ik hield verder myn mond en bleef staan
wachten, totdat Granby zyn protdgd overeind
hielp.
Vooruit!" drong Granby aan, toen we ons
in slagorde opgesteld hadden, ,,'t is geen vyf
minuten loopen".
Ik stak mijn arm door diea van den kleinen
mageren man en zoo sukkelden we het pleintje
over. Bij de straat bleef hij staan, vermande
zich blijkbaar en trok zijn arm uit den mijne.
(Wordt vervolgd.)