ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De Vier Eerste Blad. No. 8954 VRIJDAG 17 FEBRUARI 1933 73e Jaargang BINNENLAND FEUILLETO N SELZAETE. SPIER De muiterij op de Zeven Provincien. TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSFRIJSBinnen Ter Neuzer. 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor BelgiS en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnemer.ten voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaiing. TJitgepfsier: Finna P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. VDVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst £<*n dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VI! IJDAGAVONI) MINISTER BEELAERTS VAN BI/JKLANB WEEK NAAR GENfcVE. De Minister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland, is Woensdag weer naar Geneve vertrokken. RIJKSBEGROOTING VOOR 1933. Algemeenp beschouwingen. Verschenen is de memorie van antwoord op de Algemeene Beschouwingen der Eerste Earner over de Rijksbegrooting voor 1933. Het volgende wordt er aan ontleend. Daar de uitvoerige beschouwingen betref- fende de aanstaande verkiezingen en de ver- wachtingen in dit opizicht langs de Regeering heengaan, meent zij zich van een weerklank daarop te mogen onthouden. Ook voor de Regeering staat boven alien twflfel, dat een parlementair kabinet het meest gewenscht is voor het narmaal function- neeren van onze staatsinstellingen. Ten aan zien van de beschouwingen over het huidige kiesstelsel doet zij o.a. opmerken: Om nu aar: de Jongste perioden, die wel tot de allermoei- HJkete behooren, welke staatsinstellingen ooit hebben te doorstaan gehad, een zoo vemie- tlgend vonnis te ontleenen, waarbij zelfs geeE plaats voor eenig lichtpunt wordt gelaten en slechts op een volkomen instorting wordt ge- wacht am het stelsel kwijt te geraken, is noch ult een oogpunt van historie, noch uit prac- tlschen gezichtshoek billijk. Regeering houdt aandacht op uniformkwestie gevestigd. Het dragen van uniformen en het nabootsen wan xnilitaire formaties door personen van be- paalde staatkundige richting hetzij dan fascisten, hetzij anderen acht ook de Re geering ongewenscht. TJitvaardigen van een verfbod ter zake ligt echter niet binnen haar bevoegdheid. Daartoe zou een wettelijke voor- ziening noodig zijn, welke waar ulteraard een algeheel verbod van uniformen niet in aan- merking kan komen 6f een discretionnaire bervoegdheid zou moeten geven 6f in verschil- lende niet zoo eeovoudige onderscheidingen *ou moeten treden. De Regeering houdt haar aandacht op dit onderwerp gevestigd. Reorganjsatie sociale verzekering. Afgezien nog van de zware eischen, welke de economische noodtoestand aan de werk- kracht van den Minister van Economische Zaken en Arbeid stelt, zijn de omstandigheden niet rijp voor een algeheele reorganisatie der sociale verzekering. Intusschen ligt een wets- ontwerp tot reorganisatie van dat deel dier weraekering, dat door overheidsorganen wordt iritgevoerd, ter indiening gereed. De Regeering moet afwyzen de klacht, dat xjj den emst van den tegenwoordlgen toestand niet beseft. Indische Regeering en Volksraad. De Regeering kan niet toegeven, dat in Ned.-Indie een autocratisch bewind zou wor den gevoerd met miskenning van gewichtige verlangens van den Volksraad. De Regeering beschouwt den Volksraad als een onmisbare KChakel in het Indisch regeeringsapparaat en z(j geeft aan de uitspraken van dat college, belichaamd in moties of amendementen, zoo- veel mogelijk gevolg. Electriciteiteraad. Commu- nisten in overheidsdienst. De besllsslng inzake Instelling van een elec- triciteitsraad mag aanstaande worden geacht. door FRANCIS BEEDING (Nadruk verboden.i 4) (Vervolg.) TWEEDE HOOFDSTUK. Een opverwacht exit. Ik stond alleen bij de bank, want Granby was op den man toegeloopen, die, aan den anderen kant van den lichtcirkel dien de straatlantaren op het gladde plaveisel trok, voorover iag, en had zich over hem heenge- bogen. Wat moest ik doennaar hem toe- gaan of den bochel nazetten? Na even aarze- lan besloot ik het laatste te doen. Achteraf begreep ik, dat ik niet bepaald verstandig ge- handeld had. De dwerg logeerde in hetzelfde hotel als wij en als we hem ter verantwoor- ding hadden willen roepen, had dat gemakke- Hjk genoeg kunnen gebeuren. Maar myn jacht-mstinct was ontwaakt en zoo gauw dat gebeurt, is er voor mtj geen ont.komen meer aan. Toen ik, misschien een vrjlftig meter achter mijn wild, de nauwe straat inschoot, kwamen twee gedachten bijna gelijktijdig bij me op. Wat voor reden kon Granby gehad hebben voor zfln ongewone belangstelling in het ge- aprek, dat de bochel en zijn chauffeur, een paar uur te voren, op de binnenplaats gehou- den hadden? En ten tweede, was de man met den ronden rug misschien in het bezit van ndg een dolkmes? De straat, die ik doorrende, was nog geen twee meter breed. Het was er heel donker, want de lantarens, die aan staaldraad tus- achen de huizen met bun hermetisch gesloten Het vraagstuk van de communisten in over heidsdienst heeft mede in verband met de ge- beurtenissea van den laatsten tijd, opnieuw de bijzondere aandacht der Regeering. Beleid van den voorzitter van minis terraad. De Regeering heeft met waardeering kennis genomen van de verd§diging van het beleid, gevoerd door den voorzitter van den Raad van Ministers, tegen de daarop uitgeoefende cri- tiek. Naar de meening der Regeering hebben de leden, die deze critiek deden hooren, een beeld voor oogen van het voorzitterschap van den Ministerraad, dat groote geljjkenis ver- toont met den Prime Minister in het Britsche staat3recht. In Engeland neemt de Prime Minister een uitzonderlijke positie in tusschen de Kroon en zijn ambtgenooten; hy alleen geeft de richting aan van de Britsche politiek. Bij ons heeft het instituut zich ontwikkeld langs geheel andere banen en bepaalt zich zijn taak, zooals de omschrijving van de functie reeds aanduidt, tot het geven van leiding aan het ministerie, als welker woordvoerder hy naar buiten optreedt ten aanzien van het al- gemeen beleid der Regeering. Vandaar ook, dat zijn werkzaamheid zich in hoofdzaak bin- nenskamers afspeelt; hier meer misschien dan op eeaig ander terrein van regeerbeleid, ligt de nadruk op wat de buitenwereld niet ziet. De Regeering maakt zich dan ook sterk, dat, wanneer zich een ministerpresidentschap naar Britschen aard zou ontwikkelen, de leden, hier aan het woord, misschien de eersten zouden zijn, om hiertegen hun waarschuwende stem te doen hooren. De klacht over 's Ministers af- wezigheid ult de residentie. Het voorzitterschap van den Raad van Ministers stelt hooge eischen aan zijn drager; in moeilijke oogenblikken, als ons volk thans doormaakt, meer nog dan in tijden, waarin het publieke leven zonder schok zich voort- beweegt, stelt het ambt zware eischen aan de werkkracht. Hij, die het ambt bekleedt, moet zich steeds voor oogen houden, hoe ieder i oogenblik van onberekenbaar gewicht kan j zijn voor de toekomst van ons volk. Geleid I door die opvatting van zijn taak heeft de voorzitter van den Raad van Ministers, nadat hij zijn ambt in Augustus 1929 had aanvaard, zich slechts eenmaal (in Augustus 1930) voor j een twaalftal dagen naar het buitenland be- geven. Ieder ander verlof heeft hij in het bin- i nenland doorgebracht, in voortdurende verbin- diag met zijn departement en onder geregelde persoonlijke afdoening van beslissingen. Af- wezigheid uit de residentie beteekende voor i hem nog niet een onderbreking van zijn werk zaamheid. Overigens mist de opmerking, dat j hij herhaaldelijk, soms week na week, dagen achtereen uit de resideatie afwezig zou zijn I geweest, iederen grond van werkelijkheid tenzij men de Zondagen zou willen mede- rekenen. De financien. Op een vraag vein sommige leden, een op- gaaf te mogen ontvaogen van de bedragen, waarvoor in 1933 vermoedelijk zal moeten worden geleend en van den vermoedelyken stand der vlottende schuld op 1 Januari 1934. indien niet verder werd geleend, moge worden j geantwoord, dat het eerste bedrag niet vast- j staat en dat het laatste bedrag kan gesteld worden op ruim 700 millioen. Hieronder zijn intusschen begrepen groote bedragen, die op- genomen zijn ten behoeve van leeningen ver- schaft aan Indie, aan de gemeenten en aan het buitenland. j Het denkbeeld, onbenutte deposito, saldi door wettelijken dwang dienstbaar te maken aan het uitvoeren van groote werken, kaa voor overweging niet in aanmerking komen reeds omdat hierdoor op kunstmatige wijze e.g. ramen hingen, waren niet talrijk. Maar ik kar. j vrij behoorlyk sprinten en in die paar minuten had ik al een twintig meter op hem gewcn- nen. Ik hoorde den man voor me hijgen het geluid was sterker dan het regelmatige holle J bonzen van zijn schoenen. De straat was uit- j gestorven; blijkbaar hadden we de geheele j stad voor ons. De bewoners van Saragossa j huidigen nog de middelesuwsche gewoonte, om hun deuren en luiken bij zonsondergang te sluiten. Wat daarbuiten gebeurt, als het donker is, kan hun niet schelen. Ik mocht jacht maken op den kleinen man zooveel ik wilde. Dat was een zaak, die ons tweeen alleen aanging. By een hoek sloeg hij opeens naar rechts af. Ik voigde zyn voorbeeld. Achter elkaar scho- ten we een straat in, die niet veel breeder was dan de eerste, spurtten een wynhuis voorbij met gastvrij verlichte ramen, waar ik een glimp opving van ruwe mannen, die goud- kleurigen wyn uit tumblers van dik, grof glas zaten te drinken. Maar ik was voorbij, voor ee verwondering konden toonen over het zon- derlinge gedrag van een jongmensch, dat er opvallend als een vertegenwoordiger van een i vreem.de natie uitzag. De straat was eindeloos lang en Helmuth opeens herinnerde ik me zijn naam, had blrjlk- baar zijn reserve-energie aangeboord. Zien kon ik hem niet meer, maar ik hoorde hem. Of was het zware, moeizame ademhalen van me zelf? By die gedachte bleef ik met een ruk staan en luisterde oplettend. Nee, hy liep nog voor me uit en te oordeelen naar het be- nauwde happen naar lucht, dat nu en dan het normale hygen onderbrak, was zijn quantum reserve-energie gauw uitgeput geraakt. Met een gevoel van triomf schoot ik vooruit. Eindelyk daar hadden we het einde van de straat een grauwe spleet, die op een helder verlicht plein uitkwam. En daarachter rezen de machtige muren van de Onze Lieve Vrouwe-kerk op. Meer dan tien meter voor- sprong had hij niet meer. Ik voelde al die ronde schouders in den greep van myn han- den. ,,kort geld" aan zijn natuurlyke bestemming zou worden onttrokken door het voor lang loopende leeningen te gebruiken, hetgeen de liquiditeit van het Nederlandsch bankwezen in groot gevaar zou brengen en indirect een al gemeene opleving van handel en nijverheid zou vertragen. Indien onze staatsschuld zou kunnen wor- den geccnverteerd op een 3 basis, zou op den gewonen dienst ruim 11 millioen aan rente kunnen worden bespaard. Het geraamde tekort zou daardoor dus kunnen slinken. In dien een nog verder gaande conversie kon plaats hebben, zou het tekort nog meer kun nen dalen. Helaas bestaat op dit oogenblik tot het een noch het ander de mogelijkheid. Ultvoering van groote openbare werken. Met afwyking van de meening van de leden, die de uitvoering op groote schaal van openbare werken bepleitten, daar zulks moreel beter zou zijn dan het uitgeven van 120 A 130 millioen gulden jaarlijks aan ondersteuning, is de Regeering de zienswijze toegedaan van an dere leden, die er op wezen, dat nieuwe schul- den zouden moeten worden gemaakt om de groote werken te financieren, aithans indien dit als stelsel moest worden aanvaard. Een practisch bezwaar is verder, dat met het bedrag, dat thans voor steua en werk- verschaffing wordt uitgekeerd, een veel groo- ter aantai personen wordt geholpen, dan wan neer 120 k 130 millioen gulden zou worden besteed voor de uitvoering van groote open- bare werken. In dat geval toch zijn zeer groote uitgaven noodig voor andere doeleinden dan voor loon: Onderzoek naar verkorting arbeids- duur ingesteld. De kwestie heeft ook een intemationale zyde. De grief van sommige leden, als zou de Regeering tegenover het vraagstuk van de verkorting van den arbeidsduur te veel een afwachtende houding aanneinen, is ongegrond. De Regeering houdt zich op de hoogte van alles, wat haar ter zake tot voorlichting kan strekken. Elk middel, dat dienen kan tot be- strijding der werkloosheid heeft de aandacht der Regeering. Ook aan het vraagstuk van de wettelijke verkorting van den toegelaten ar- beiustijd geett zij haar vdlle belangstelling. Het onderwerp is echter iagewikkeld en veel- zijdig en heeft ook een Internationale zijde. Met groote belangstelling voigde de Regee ring daarom wat zich in de afgeloopen maand ter Intemationale Arbeidsconferentie afspeel- de en het is met haar volledige instemming dat de Hooge Raad ten onzent dit probleem in studie heeft genomen, terwyl ook in ver band daarmede aan de Arbeidsinspectie op- dracht gegeven is om ter zake zooveel moge- lyk licht te verschaffen. Op welke wyze de Regeering op het oogen blik op dit gebied meer zou kunnen doen, is niet in te zien. Op de beslissingen der Inter nationale Arbeidsconferentie vooruitloopen kaa zij in zulk een vraagstuk van internationaal karakter in geen geval. Aan den wensch van de leden, die vroegen, of de Regeering zonder te wachtea op een eventueel advies van den Hoogen Raad van Arbeid, niet reeds dadelijk, in het belang van de bestrijding der werkloosheid, zou kunnen overgaan tot tijdelyke invoering van een ver- korten arbeidsduur voor de overheidsbedrijven, kan geen gevolg worden gegeven. IHandhaving van den gouden standaard. De Regeering meent met groote kracht te i moeten vasthouden aan een van de voorwaar- den, waaronder op dea duur een gezonde wederopbouw van het economisch leven moge- i lyk is, te weten, de gouden standaard. Vermindering van handels- belemmeringen. Met belangstelling heeft de Regeering ken nis genomen van de beschouwingen gewijd aan den wensch om te komen tot verminde ring van de handelsbelemmeringea. Uit de verdragen van Oslo en Ouchy blijkt, dat dit streven biji de Nederlandsche Regeering op den voorgrond staat. De uitspraak, dat, zooals het zich nu laat aanzien, er van het verdrag van Ouchy wel niet veel zal komen, kan de Regeering niet onderschrijven. Betalingsverkeer met Duitschland. In verband met de door eenige leden ge- maakte opmerkingen over het betalingsver keer met Duitschland en de eventueele toe- passing van de clearingwet, kaa worden mede- gedeeld, dat het op 31 Dec. 1932 met Duitsch land gesloten protocol betreffende de betalin- gen van den goederenexport naar dat land be- vredigend werkt. De Regeering kan niet ont- kennen, dat deze regeling geen waarborgen biedt tegen het oprichten van handelsbelem- meringen van anderen aard, doch zij meent, dat het in ieder geval een gunstig verschyn- sel is, dat een begin gemaakt werd met het uitschakelen van de deviezenmaatregelen als middel tot beperking van den invoer. DE FRAUDE BIJ DEN PENSIOENRAAD. Dekking van het tekort. Ingediend is een wetsontwerp wijziging en verhooging der begrooting van Financien voor 1933. Aan de memorie van toelichting wordt ont leend, dat de gepleegde fraude bij het heheer der schatkistpostrekening, waaromtrent de Minister van Financien uitvoerige inlichtingen heeft verstrekt bij de memorie van antwoord betreffende zijn begrooting voor 1932, ertoe heeft geleid, dat de Rekenkamer den beheer- der dier rekening heeft belast met een bedrag van f 28.999,84, zijnde het deel van het op die rekening ontstane tekort van 1 Maart 1931 tot en met 31 Augustus 1931. Terzake van het plichtsverzuim, waaraan de beheerder der schatkistpostrekening zich heeft schuldig gemaakt, door geen toezicht uit te oefenen op de handelingen van den aan hem ondergeschikten commies, die de fraude heeft gepleegd en die destijds zich van het leven heeft beroofd, is de eerstgenoemde amb- tenaar, die den rang van referendaris be- kleedde, met ingang van 16 Februari 1932 teruggezet in den rang van commies, met ver mindering van zijn bezoldiging van /5600 's jaars tot 4300 's jaars. De Minister heeft gemeend, te moeten af- zien van pogingen om op dezen ambtenaar, die door toepassing van de disciplinaire straf ook financieel reeds gevoelig is getrof- fen, het bedrag van geaoemd tekort te ver- halen. Derhalve wordt voorgesteld, dat be drag ten laste van de begrooting van Finan cien te brengen. DE KOSTEN DER PASPOORTEN WORDEN VERHOOGD. De Internationale Paspoortenconferentie, die in 1926 te Geneve werd gehouden, besloot een Op Zondag 19 Februari, zal er te 9,30 uur - in de Zaal „GAUMONT" Groote Markt te Selzaete, vanwege de gekende Gentsche Auto- school (Bestuurder R. MORTIER Lange Meire 2 te Gent) eene Voordracht, opgehel- derd met kinema, gegeven worden over auto- techniek. Voorbehouden voor leeriingen en oud-leerlingen. (Ing. Med.) Daar had ik hem. Meer dan anderhalven meter was hij niet meer v666r. Hy hoorde me, want z't;'n donker hoofd draaide zich om en zijn bleek gezicht keek me 66n seconde over zijn rechterschouder aan. En op hetzelfde oogenblik verdween hy. Geen vijf tellen eerder was hy bijna binnen het bereik van myn grijpende handen geweest. En nu zag ik niets dan een kleinen vierkanten pilaar midden in de straat, een ijzeren instrument om 't ver- keer gemakkelijker te kunnen regelen. Speu- rend naar alle kanten schoot ik er voorbij, de man moest in een portiek verdwenen z^n! maar hoe hy het klaargespeeld had Opeens voelde ik een ruk aan mijn rechter- enkel ik begreep wat er gebeurd was maar het was te laat. Een jaar of drie ge- leden was ik op dezelfde manier in een Rugby- wedstryd getackeld een laatste wanhopige poging van een der backs van de tegenpartij en geen vyf meter voor doe! had ik in het zand gebeten. De dwerg van Saragossa had met zyn manoeuvre nog vollediger succes met een doffen smak sloeg ik op het ongelijke plaveisel van de groote markt neer. De eerste paar oogenblikken bleef ik onbe- weeglyk liggen. De pija in mijn knieen en myn rechterschouder was zoo hevig, dat het maar een haartje scheelde of 1k was flauw- gevallen. Vaag, heel vaag, hoorde ik lichte, vlugge voetstappen, die zich snel verwijKierden. Het duurde geruimen tijd wel een miuuut of vijf denk ik voor ik in zooverre hersteld was, dat ik een poging kon doen om op te staan en toen gelukte het me alleen met steun van den pilaar, waarachter de bochel in hin- derlaag gelegen had. Toen ik stond haalde ik een paar maal diep adem en taxeerde de schade. 't Viel mee wonder boven wonder had ik niets gebroken, maar mijn rechter schouder en arm klopten en gloeiden van de pijn. En allebei mijn handen zaten vol bloe- dende schrammen en schaafplekken. Ik voelde me ellendig, duizelig en slap, en daarby diep vernederd. Van den bochel dat spreekt van zelf was geen spoor meer te bekeanen. Opeens voelde ik een hand op mijn schouder Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbulsjes van 20 tabl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 els. (Ingez. Med.) aanbeveling aan de Staten te zenden, ten einde de kosten van de afgifte van paspoorten te beperken tot die, noodzakelijk voor de ver- vaardiging en de afgifte aan de belangheb- benden. Gevolg gevende aan dezen uitge- sproken wensch, heeft de Nederlandsche Re geering daarop de kosten van afgifte en van verlenging der Nederlandsche buitenlandsche paspoorten verlaagd tot 66n gulden. De Regeering is thans tot de slotsom ge~ komen, dat in verband met den nijpenden fi- nancieelen toestand het noodzakelijk is, de in- komsten uit de afgifte en de verlenging der buitenlandsche paspoorten te vermeerderen. De Regeering wenscht, blijkens een thans ingediend wetsontwerp, de aanbeveling der Paspoortencoaferentie, vastgesteld in een tijd, toen de omstandigheden belangrijk afweken van de tegenwoordige, in haar voile waarde te laten, en het ligt in haar voomemen, zoodra de economische toestand zulks zal gedoogen, voorstellen te doen om de heffing wegens de afgifte en de verlenging der buitenlandsche paspoorten weder terug te brengen tot het. peil, in de aanbeveling der conferentie beoogd. Het vroeger bestaande onderscheid tusschen paspoorten voor 66n persoon en paspoorten voor twee of meer personen wenscht de re geering thans weder in te voeren en voor deze paspoorten resp. te heffen 5 en 7,50. De geldigheidsduur der paspoorten blrjft op twee jaren gehandhaafd. In verband met het inmiddels aangevangen onderzoek wordt uit Batavia aan de N. R. Crt. gemeld, dat verschillende commissies van onderzoek gelijktijdig arbeiden. Deze com missies zijn een vijiftal, dat te Soerabaja de aldaar plaats gevonden dienstweigerings- gevallen onderzockt, zeven commissies, die op Onrust een onderzoek terzake van de muiterij instellen, en drie commissies, die zulks doen aan boord van De Zeven Provincien. Naar wij nader vememen, zijn aan deze commissies verscheidene ambtenaren van het Inlandsch B.B.-corps toegevoegd, terwijl van bestuurswege een cnderzoek wordt ingesteld naar de mogelijkheid van aansporing tot dienstweigering en muiterij bij de marine door buitenstaanders. Naar aanleiding van den twrjfel, die heeft bestaan omtrent den uitleg van het woord ,,eskaderpersbericht" in het telegram nopens de houding van de muiters heeft Aneta nadere telegrafische inlichtingen ingewonnen. Deze luiden als volgt: Op Hr. Ms. De Zeven Provincien werden tijdens de reis langs Sumatra geregeld pers- bericbten opgevangen. Volgens luitenant ter zee De Vos van Steenwijk zou het voor Aneta ten behoeve van de pers op 9 Februari j.l. uit- gezonden radiobericht inzake concentratie van het eskader aan boord van De Zeven Provin cien ontvangen zi'n. Het zou door de leiders van de muiters verminkt zijn, door aanvulling met een clausule inzake een opdracht aan het eskader om zich van actie te onthouden, en hierdoor zou bij de muiters de indruk zyn gewekt, als zou er geen schot vallen. Een verzoek van nagelaten betrekkingen. Aangezien blykt, dat de laatste dagen op en hoorde ik een stem vlak bij mijn oor. Die stem vroeg blijkbaar in't Spaansch wat er gebeurd was. ,.Ikik ben gevallen" zei ik slapjes. De man een stevige kerel in een shabby donker pak met een prachtigen gitzwarten baard en groote donkere oogen, bekeek me medelijdend. Ik nam den arm, dien hrj me als steun aanbood, dankbaar aan en strompelde met hem terug naar bet „wijnhuis", dat ik even te voren voorbij gestovea was. Daar ont- haalde myn goede Samaritaan me op een tumr bier, tot den rand gevuld met goudgeie wijn, dien ik in £<§n teug leegdronk. Daama begon ik me al gauw wat beter te voelen en na even rusten bedankte ik hem beleefd voor zijn hulpvaardigheid, en liep langzaam terug naar het plein voor de St. Leo, waar ik Grandby acbtergelaten had. Het loopen viel me niet mee myn geheele lichaam voelde murw en deed me flink pyn. Miaar eindelyk was de lange, lange straat uit en zag ik het plein voor me de fontein met het sieriijke figuurtje van de waterdraagster, den hoogen, eerwaarden toren van de St. Leo en Granby op de bank viak b'rj de lantaren. Naast hem zat een nietig figuurtje half af- zakkend en half tegen hem aan. Ik strompelde op hen toe. Bij het hooren van mijn onregelmatige voetstappen schrok de onbekende op en dook achter Granby weg. ,,Wie is dat?" vroeg een heesche, beverige stem. En die vraag, werd gevolgd door een eigenaardige zwakratelend geluid, dat ik niet kon ,,thuisbrengen" tot ik opeens merkte, dat de vent zat te klappertanden van angst en nervositeit. „Ook knock out geslagen", stelde Granby na een niet bepaald vriendelyken blik koeitjes vast. Uit zyn manier van doen begreep ik, dat hij me een ezel vond en dezea keer was ik het gloeiend yiet hem eens. ..Hou-je gezicht, Jules", ging Granby voort. „Dit is een vriend van me en van jou even- eens, als je 'm noodig hebt". De man greep Granby krampachtig vast. ,,U laat me niet alleen in den steek?" vroeg hij dringend. ,,Luister 's Jules", zei Granby grimmig. „Dat ben ik juist van plan. Ik laat je beslist alleen in den steek", als je je niet probeert te beheerschen", „Is-ie ernstig gewond?" informeerde ik Granby schudde het hoofd. „Welnee", zee hij geringschattead. „Geen schram. Hij heeft een soort malienkoker "tg vest aan". „Bestuurt-ie dan misschien een tank?" mompelde ik flauwtjes. Granby bekeek me grimmig. „Je ziet er uit, of jij er een tegengekomen bent", zei hij. Daarop keerde hij zich weer naar Jules. ,,Luister 's Jules", begon biji weer, maar nu in het Fransch. ,,Je moest met ons mee naar ons hotel gaan. Met ons erbij kan je niets gebeuren. En 't is hoog tijd, dat je wat te drinken krijgt". „Wat te drinken", herhaalde Jules suffig „Ja. Maar u blyft by me, kolonel, niet?" „Ik wijk geen seconde van je zij", beloofde Granby plechtig. „Zelfs zullen we nog een stapje verder gaan ik neern je rechterarm en mijn vriend, Mr. Baxter, je linker, dat wil zeggen ,als by zich in staat voelt om als steun te fungeeren". ,-Zeker", zei ik. „Maar is dat wel verstan dig. Ais vriend Helmuth Jules hapte naar lucht en Granby onthaalde me op een gevoeligen trap tegen mijn scheen. Ik hield verder myn mond en bleef staan wachten, totdat Granby zyn protdgd overeind hielp. Vooruit!" drong Granby aan, toen we ons in slagorde opgesteld hadden, ,,'t is geen vyf minuten loopen". Ik stak mijn arm door diea van den kleinen mageren man en zoo sukkelden we het pleintje over. Bij de straat bleef hij staan, vermande zich blijkbaar en trok zijn arm uit den mijne. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1