Is
s
'S
°°2
•5
m
5
"S5 g»
2
.5
g S
■a
O
Q
tt
m
u
o
5
SSs
n.SJ-1
iSSSoja:
■a E
>S
oo
See
1.
d.
I. voor het openbaar gewoon lager
wijs:
a. kosten van het instandhouden
van schoolgebouwen alsmede
van terreinen voor het onder
wijs in lichamelijke oefening
b. onderhouden van schoolmeubel.
c. aanschaffen en onderhouden
van schoolboeken, leermiddelen
en sehoolbehoeften
verliehting, verwarming en
schoonhouden van schoolgebou
wen
brandwaarborg
kosten van schoolbibliotheken
advert entiekosten
gedeelte der jaarwedden van
de vaste werklieden voor het
verrichten van werkzaam-
heden ten behoeve van het on-
derhoud der schoolgebouwen
administratiekosten ad 0,50
per leerling
reiskosten
portokosten
onder-
257,17
187,63
e.
f.
S-
h.
1.
j-
k.
1.880,25
.485,45
14,31
133,05
46,—
200,—
251,13
38,90
11,68
II. voor
onderwijs
Totaal 5.505,57
het openbaar uitgebreid lager
b.
c.
d.
e.
1.
kosten van instandhouding van
schoolgebouwen alsmede van
terreinen voor het onderwijs in
lichamelijke oefeningen
onderhoud schoolmeubelen
verlichting, verwarming en
schoonhouden van schoolge
bouwen
brandwaarborg
advertentiekosten
gedeelten der jaarwedden van
de vaste werklieden voor het
verrichten van werkzaamheden
ten behoeve van het onderhoud
der schoolgebouwen
administratiekosten ad 0,50
.per leerling
aanschaffen en onderhouden
van schoolboeken, leermiddelen
en sehoolbehoeften
160,79
4,56
423,67
20,36
3.40
50,—
31,25
973,54
Totaal 1667,57
dat gedurende 1930 op de openbare scholen
voor gewoon lager onderwijs gemiddeld hebben
schoolgegaan 502,25 leerling en op de open-
bare school voor uitgebreid lager onderwijs
62,50 leerling;
besluit:
het gemiddelde bedrag per leerling der open-
bare scholen voor gewoon lager onderwijs over
1930 terzake van de kosten bedoeld bij artikel
55 der lager onderwijswet 1920 onder de letters
e tot en met h en o, alsmede die van instand
houding te bepalen op 5505,57 502,25 is
10,96 en dat der openbare school voor uitge
breid lager onderwijs op 1667,57 62,50 is
f 26,68.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
9. Vaststelling der gemeentelijke vergoe-
ding bedoeld in art. 101 der L. O. wet
1920 voor de bijzondere scholen, over
1930.
Bungemeester en wethouders stellen voor,
het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
Gezien zijn besluit van heden, waarbij inge
volge artikel 15 van hiet koninklijk besluit van
4 September 1923, staatsblad no. 432 het ge
middelde bedrag per leerling ter zake van de
kosten bedoeld bij antikel 55 der lager onder
wijswet 1920 onder e tot en met h en o, als
mede die van instandhouding voor de open-
bare scholen voor gewoon lager onderwijs is
bepaald op f 10,96 en voor de openbare school
voor uitgebreid lager onderwijs op 26,68;
overwegende dat het aantal ileerlingen vol-
gens de maatstaf van artikel 28 zesde lid dier
wet over 1930 der volgende scholen bedroeg:
school voor gewoon lager onderwijs der
vereeniging voor Chr. Onderwijs (school in de
Jozinastraat221
alsvoren der vereeniging voor Chr. onder
wijs te Driewegen 104
alsvoren der vereeniging voor Chr. onderwijs
te Sluiskil 62;
alsvoren der vereeniging voor Chr. Volks
onderwijs 257;
alsvoren van het R.K. Kerkbestuur St. Wil-
librord 178%;
alsvoren der stiehting R.K. Verpleging en
Opvoeding 168
school voor U.L.O. der vereeniging voor
Chr. onderwijs (school aan de Grenulaan)
45%
voor de U.L.O. school van het R.K. Kerk
bestuur St. Willibrord 36%;
besluit:
A. Het bedrag der vergoeding bedoeld bij
artikel 101 der lager onderwijswet 1920 over
1930 voor de volgende scholen vast te stellen
op:
1. voor de school voor gewoon lager onder
wijs der vereeniging voor Chr. onderwijs
(school aan de Jozinastraat) 221% X 10,96
is 2430,38;
2. alsvoren der vereeniging voor Chr. on
derwijs te Driewegen 104% X 10,96 is
1148,06;
3. alsvoren der vereeniging voor Chr. on
derwijs te Sluiskil 62 X 10,96 is 679,52;
4. alsvoren der vereeniging voor Chr.
Volksonderwijs 257 X 10,96 is 2816,72;
5. alsvoren van het R.K. Kerkbestuur St.
Willibrord 178% X 10,96 is 2816,36;
6. alsvoren der stiehting R.K. Verpleging
en Opvoeding 168% X 10,96 is 1844,02;
7. school voor U.L.O. der vereeniging voor
Chr. onderwijs (school aan de Grenulaan 45%
X 26,68 is 1213,94;
8. voor de U.L.O. school van het R.K.
Kerkbestuur St. Willibrord 36% X 26,68 is
973,82.
B. Het verschil met hetgeen over 1930 als
voorschot op die vergoeding is uitgekeerd aan
de vereeniging voor Christelijk Volksonderwijs
ad f 724,42 alsnog uit te keeren, aangezien
met deze vereeniging geen driejarig tijdvak
moet worden afgerekend.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
slotem.
10. Vaststelling der gemeentelijke vergoe
ding bedoeld in art. 101, achtste lid der
L. O. wet 1920, voor de bijzondere
scholen over de jaren 1928 tot en met
1930.
Burgemeester en wethouders stiellen voor,
het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
Overwegende dat is vastgesteld de vergoe
ding bedoeld bij artikel 101 der lager onder
wijswet 1920 voor de in deze gemeente ge-
vestigde bijzondere scholen over de jaren 1928,
1929 en 1930;
dat deze vergoeding ingevolge het bepaalde
bij artikel 101, achtste lid der lager onderwijs
wet 1920 om de drie jaren moet worden ver-
minderd tot het bedrag, hetwelk noodig is
tot goedmaking van de over dat tijdvak ten
behoeve der bijzondere scholen werkelijk ge-
maakte kosten;
dat blijkens de door de schoolbesturen over-
gelegde bescheiden tot staving van de over
dat tijdvak gedane uitgaven, de kosten ge-
noemd in artikel 55, onder e tot en met h en
o, alsmede die van instandhouding hebben be
dragen
van de bijzondere laigere school in de Jozina
straat 6183,79%
van de bijzondere lagere school te Drie
wegen 3765,07%;
van de bijzondere lagere school te Sluiskil
2573,91;
van de R.K. lagere school in de kom
5625,48;
van de R.K. lagere school te Sluiskil
5485,47%
van de bijzondere school voor U.L.O. aan de
Grenulaan 3184,89;
van de R.K. school voor U.L.O. in de kom
3851,76;
dat het bedrag van de bijzondere lagere
school te Driewegen is verminderd met een
bedrag van f 94,32 wegens
a. het ontbreken van eene kwitantie
der op 8 Mei 1928 betaalde con-
tributie aan de districts sehool-
raad
b. het ontbreken van een nota bij
de kwitantie groot 23,97 op 30
Maart 1929 aan den uitgever N.
Samson voldaan
c. het ontbreken van een nota bij
de kwitantie groot 63,85 op 1
November 1930 voldaan aan Ke-
mink Zn
d. het ontbreken van een girobiljet
bij de nota op 30 Mei 1929 vol
daan aan de „Kleine Kas" we
gens gelevende paHestina kaarten
1,50
23,97
63,85
5,-
94,32
dat heit bedrag van de R.K. lagere school
in de Kom is verminderd met een bedrag van
85,74, wegens:
a. het ontbreken van de nota bij de
kwitantie groot /3,55 op 19 Juli
1928 aan het St. Gregoriushuis
voldaan
b. te hoog opgetelde rekening van
den heer Schuurs te Sas van Gent
c. het niet kwiteeren van de reke
ning van den heer Roovers d.d.
30 Juni 1929
d. het ontbreken van nota's bij de
volgende kwitanties: 8 Aug. 1929
R.K. Boekcentrale 1,90; 5 Sept.
1929 Romen te Roermond /4,15;
5 Aug. 1929 Schuurs te Sas van
Gent 8; 4 Oct. 1929 van Alphen
te Ginneken /2,68; 8 Nov. 1929
Groote Genootschap Maarssen
1,443 Dec. 1929 Boek Centrale
2,10
e. kosten van toezicht op de gebou-
wen door Pastoor Binck
f. het ontbreken van de nota bij de
rekening d.d. 24 April 1930 aan
de N.V. Boek Centrale
g. het ontbreken van het bank-
Ibriefje behoorende bij de nota
van N. Samson d.d. 31 December
1930
3,55
1,18
6,07
20,27
50,-
2,30
2,37
85,74
dat het bedrag der R.K. lagere school te
Sluiskil is verminderd met een bedrag van
0,10 wegens te hoog berekende rekening St.
Gregoriushuis te Utrecht d.d. 18 Februari
1930;
dat het bedrag der R. K. school voor U.L.O.
in de kom is verminderd met een bedrag van
46,84 wegens:
a. het ontbreken van de nota bij de
volgende kwitanties: 31 Maart
1928, N. Samson f 1,55, 30 Juni
1928 Malmberg /8,48; 24 Sept.
1928 N. Samson 7,56 17,59
b.
kosten van toezicht op de gebou-
wen door pastoor Binck over 1928 25,
tweemaal in rekening gebrachte
zegelkosten op de rekening van
den heer Schuurs te Sas van Gent
d.d. 19 Aug. 1928 0,10
het ontbreken van de nota en
kwitantei ten name van Boer-
booms d.d. 29 Juli 1929 4,15
f 46,84
dat over de jaren 1928 tot en met 1930 door
de schoolbesturen van de gemeente is ontvan-
gen wegens vergoeding over 1928 en 1929 en
voorschot voor 1930:
door de bijzondere lagere school in de Jo
zinastraat 6.380,84;
door de bijzondere lagere school te Drie
wegen 2.817,24;
door de bijzondere lagere school te Sluiskil
1.792,57;
door de R. K. lagere school in de kom
5.128,69;
door de R. K. lagere school te Sluiskil
f 4.219,51
door de bijzondere U.L.O. school aan de
Grenulaan 2.112,28;
door de R. K. U.L.O. school in de kom
2.679,20;
dat over de jaren 1928 tot en met 1930 de
schoolbesturen ingevolge artikel 101 der lager
onderwijiswet 1920 recht hebben op het bedrag
achter ieders naam vermeld, voorzoover de
werkelijk gemaakte uitgaven niet minder be-
dragen;
de bijzondere lagere school in de Jozina
straat f 6.823,22;
de bijzondere lagere school te Driewegen
3.093,30;
de bijzondere lagere school te Sluiskil
1.920,09;
de R. K. lagere school in de kom 5.525,05;
de R. K. lagere school te Sluiskil 4.747,53;
de bijzondere U.L.O. school aan de Grenu
laan f 2.662,22;
de R. K. U.L.O. school in de kom 2.945,02;
gelet op artikel 101 achtste lid der lager
onderwijswet 1920;
besluit:
a. Met inachtneming van bovengenoemde
bedragen de vergoeding bedoeld bij artikel 101
der lager onderwijswet 1920 voor de volgende
scholen over het tijdvak 1928 tot en met 1930
vast te stellen op het bedrag achter ieders
naam vermeld:
voor de bijzondere lagere school in de Jozi
nastraat 6.183,79%;
voor de bijzondere lagere school te Driewe
gen 3.093,30;
voor de bijzondere lagere school te Sluiskil
1.920,09;
voor de R. K. lagere school in de kom
5.525,05;
voor de R. K. lagere school te Sluiskil
4.747,53;
voor de bijzondere U.L.O. school aan de
Grenulaan 2.662,22;
voor de R. K. U.L.O. school in de kom
2.945,02;
b. Het verschil met hetgeen over 1928 tot
en met 1930 als vergoeding en als voorschot
op die vergoeding is uitgekeerd, of in te hou-
den op het voorschot voor 1933 of alsnog uit
te betalen, een en ander zooals op de bij dit
besluit behoorende staat is aangegeven.
STAAT houdende berekening der vergoe
ding ingevolge artikel 101 der Lager
Onderwijswet 1920, over het tijdvak
1928 tot en met 1930 voor de volgende
scholen
o c
E v E
•o
M>
C 43
c/5 a; •*-
co
T3 n
a *r
cuo-a
c
V <u
3 u
a -a .5®
I" U l
co S
>40
pjoospgjin
si pep SBjpog
uoqqan jqooj
uoioips op
doiEEM Ssjpsg
<u a> <u <u
tu CD
ca CO
CO CO
cj u a qj
u QJ
CD U CD 0J
QJ CD
tD CN CO CN
omroo
oo
rf en
in Cl
cm in co to
t- CM oc CT)
CM O)
Oi CM
CM CM
CM CM
CM O
O O a> in CO
t^nooio
co co o" m* r-"
oo a> cm cm
o a> in r-
CO CO in
R C C R
-UO J3p
bu 'uaAaSagjin
SI U9(Ol{3S dp
joop ;bp SBjpag
o
o
x:
CD
•a
3
3
111
in m
o> r-
co in co in in
co co r— cm ac
in co
co co cm in m
R R R R
CO O)
CM CM
-
91
00
S in
co co
QJ
1/3 5®—.
O
in B -2
-a <u o -
OOOoo
O o o o o
JZSZJZSZJZ
u O u o o
C/5 C/3 C/3 c/3 C/3
ex wi cud cud ei
n co
-1 —J —J
CM CO rr in
c
<D
w
O
3 o
in
o
oeJ
co3
11.
Vaststelling van het voorschot der ge
meentelijke vergoeding bedoeld In art.
101 der L. O. wet 1920 voor 1933.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
Gezien de ingekomen verzoeken der in de
gemeente gevestigde bijzondere scholen om
een voorschot op de gemeentelijke vergoeding
bedoeld bij artikel 101 der lager onderwijiswet
1920;
gelet op artikel 103, derde lid der lager
onderwijswet 1920;
besluit:
Aan de volgende schoolbesturen te-verstrek-
ken de vocrschotten achter ieders naam ver
meld:
Ver. voor Chr. Onderwijs aan de Jozina
straat 1.764;
Ver. voor Chr. Onderwijs te Driewegen
752;
Ver. voor Chr. Onderwijs te Sluiskil 504;
Ver. voor Chr. Onderwijs aan den School-
weg 2.248;
R. K. Jongensschool 648;
R. K. Meisjesschool /856;
Stiehting R. K. Verpleging en Opvoeding
te Sluiskil 1.432;
Ver. voor Chr. Onderwijs aan de Grenulaan
U.L.O. 1.336;
R. K. school voor U.L.O. in de kom /856;
en zulks onder voorwaarde, dat de betaalbaar-
stelling van het voorschot zal geschieden, voor
zooveel noodig, in vier gelijke termijnen en
wel op 16 Maart, 16 Juni, 16 September en 16
December 1933.
De heer DE JAGER merkt op, dat dit voor-
stel is gebaseerd op een bijdrage berekend
tegen f 8 per kind, terwijl dit feitelijk zou be-
hooren te zijn tegen 10,96, op grond van de
laatst vastgestelde berekening. Die lagere
berekening houdt verband met de ingevoerde
bezuinigingen voor het openbaar onderwjjs.
waardoor men meent, niet hooger te zullen
komen. Hij kan wel verklaren, dat als de be-
sturen der bijzondere scholen zich op het
standpunt der bezuiniging zullen willen stel
len, doch vraagt of burgemeester en wethou
ders, voor en aleer tot dozen maatregel over
te gaan, al een schrijven tot die besturen heb
ben gericht, waaruit aan dezen kon blijiken
waaraan ze zich te verwachten hebben.
De heer SCHEELE deelt mede, dat burge
meester en wethouders zijn te rade gegaan
met betrekking tot de vermoedelijke uit-
keering, die zal uitkomen op 80 van het
geen in het vorig jaar noodig was. Wanneer
het bedrag van f 10,96 was aangehouden, zou
het gevolg worden, dat het meerdere later
moest worden teruggegeven, terwijl het
voor de gemeente eenig bezwaar heeft, wegens
de beperkte financien. Hij zou het echter wel
goed achten, dat eens met de schoolbesturen
gesproken werd.
De heer COLSEN vermeent, dat dit bij de
begrooting reeds was toegezegd.
De VOORZITTER erkent, dat toen gezegd
is, dat burgemeester en wethouders met de
schoolbesturen zouden raadplegen. Aangezien
burgemeester en wethouders echter een lid
van een der bijzondere schoolbesturen in hun
midden hebben, weten ze uit dien hoofde het
geen daar leeft. Dit wil daarom niet zeggen,
dat voor een buitengewoon geval wel eens met
hen gesproken kan worden.
De heer DE JAGER acht het toch niet juist;
de begrooting is in October of November be-
handeld en nu leven we reeds in Februari en
de schoolbesturen weten nog niets. Hij meent
toch, dat men daar, op z'n zachtst uitgedrukt,
over deze wijze van handelen ,,ontstemd zal
zijn. De menschen zijn van goeden wil, maar
kunnen toch aanspraak maken op de hun bij
de wet toegekende bedragen. Daaraan zou men
zich behooren te houden. Dan krijgt men later
de 3-jaarlij,ksche afrekening. Wat bezuinigen
betreft wijst hij er op, dat uit de laatste 3-
jaarsche afrekening blijkt, dat de bjjzondere
school aan de Jozinastraat voor de gemeente
heeft bezuinigd 639,42%. Van de zijde van
het gemeentebestuur behoort alles in het werk
te worden gesteld, om de zaken in de goede
richting te houden, en naar de bescheiden
meening van spreker zouden burgemeester en
wethouders de besturen der bijzondere scholen
in dit speciale geval behooren in te lichten.
hoe ze zich de afrekening voor de volgende
periode denken.
De VOORZITTER: We zullen eens met de
heeren kennis maken.
De heer DE JAGER: Ja, die besprekingen
behoeven niet een dag en een nacht te duren!
De heer SCHEELE acht het niet juist dat
de voorzitter hem zooeven in het antwoord
betrok, waarom de gegeven belofte niet was
vervuld. Hij is lid van een schoolbestuur en
hij kan als zoodanig wel eens een inlichting
geven die in de vergadering van burgemeester
en wethouders gevraagd wordt, maar hij is
omtrent deze kwestie van oordeel, dat die wel
al veel te lang is blijven sleuren. Was het:
vroeger gezegd, dan was dit al opgelost ge-
weest. Nu heeft men nog kans op oppositie.
De VOORZITTER: Het zal nu gebeuren.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
12. Benoemen leden der commissie van
toezicht op de gemeentelijke arbeids-
bemiddeling en werkloozenverzekering.
Voor de benoeming van leden van de com
missie1 van toezicht op den gemeentelijken
aienst der arbeidsbemiddeling en werkloos-
heidsverzekering in deze gemeente, bevelen
burgemeester en wethouders de volgende hee
ren aaai:
Voorzitter: J. Huizinga, burgemeester.
Leden werknemers: a. voor de Ter Neu-
zensche Bestuurdersbond1. L. J. van Driel,
2 A. N. Hamelinkb. voor de Christelijke
Besturenbond: 1. J. Riemens, Donze-Visser-
straat 13, 2. W. de Feijter, Simidswal 31.
Voor de werkgevers (Cargadoorsbedrijf)
1. C. A. Vertinde, 2. H. R. A. de Meijer.
Uit het bouwbedrijf: 1. H. v. d. Velden,
Schoolplein 5, 2. J. A. Meertens, Vlooswijk-
straat 11.
De heer DE BAKKER vraagt, of het ook
niet mogelijk was geweest van de werklieden-
vertegenwoordigers ©en Kathoiiek aan te
bevelen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de be-
staande organisaties de aanbeveling hebben
gedaan. Indien die overeen konden komen om
een Kathoiiek aan te wijzen zou dat mogelijk
zijn. Nu kon dat niet, er zijn maar 2 plaat-
sen.
De heer VERLINDE verklaart niets van die
aanbeveling af te weten. Er is hem van de
zijde der Maritime Vereeniging niets gevraagd.
Hij wenscht dat niet te doen, alvonens het
daar vergadering is geweest en verzoekt de
leden vooralsnog niet op hem te stemmen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het voor
de werkgevers geen aanbeveling is van de
organisaties. Dit is een aanbeveling van bur
gemeester en wethouders, die hebben ge-
mteend die aanbeveling te moeten doen in het
belang van hot bedrijf en ook omdat de heer
Verlinde wegens zjjn connectie met het
Orgaan van den gang van zaken op de hoogte
is, Wenscht men gehoor te geven aan den
wenk van den heer De Bakker, dan is het
mogelijk door benoeming van den heer De
Meijer.
De heer VERLINDE acht het juist van
grooter belag, dat die functies verdeeld wor
den, dan krijgen meerderen inzicht der zaken.
De hear DE BAKKER merkt op, dat uit
de mededeeling van den voorzitter aan den
heer Verlinde toch blijkt, dat willekeurig
personen genomen en geweigerd worden. Dat
klopt niet met het aan hem gegeven ant
woord.
De VOORZITTER: We moeten met de
werknemers overleg plegen.
De heer DE BAKKER: Dat had toch ook
gekunnen met de Katholiaken.
De VOORZITTER: Het is misschien niet
gemakkelijk om u dat duidelijk te maken,
doch dit kon in dit geval niet. We hebben
hier maar 2 groepen die in een centrale orga-
nisatie vereenigd zijn, n.l. de modemen en de
Christelijke besturenbond. Van wege de Ka-
tholieken bestaat slecbts eene vereeniging.
Die is voor enkele gevallen ook wel als orga-
nisatie erkend geworden, b.v. voor Het Or
gaan, maar hier kon dat nu niet. Hier was
geen derde man noodig.
De beer DE JONGE kan niet begrijpen, dat
de heeren die genoemd worden, bezwaar ma
ken tegen het aannemen eeuer benoeming. Ze
kunnen dat gerust doen, hij kan van ervaring
spreken, hq maakt reeds sinds 10 jaar deel
van de commissie voor de Arbeidsbeurs, maar
er is nog geen enkele maal vergaderd. De
voorzitter scnijnt in al die jaren geen ver
gadering noodig geacht te hebben. Het heeft
hem wel bevreemd, dat er ook geen dubbel-
tal wordt aanbevolen voor het ambt van
voorzitter, natuurlijk: dat moet de burge
meester zijn.
De VOORZITTER: Wanneer de heeren "het
anders wenschen, is daartegen geen bezwaar;
ik moet daar niet onveranderlijk als voor
zitter zetelen, er zijn ook nog 2 wethouders.
Men moet hieruit niet concludeeren, alsof ik
daar onveranderlijk zou moeten zitten.
De heer DE JONGE: Ik heb niet gezegd,
dat ik er bezwaar tegen heb, doch alleen op
het eigenaardige willen wijzen.
De heer HAMELINK: Het gaat dan daar
net als bij de financieele commissie.
De VOORZITTER noodigt alsnu uit tot
stemming over te gaan en verzoekt de heeren
De Jager en De Jonge met hem het stem-
bureau te voimen.
De uitslag is als volgt:
Voor den Ter Neuizenschen Bestuursbond
wordt benoeimd de heer A. N. Hamelink met
8 stemmen; de heer Van Driel verkrijgt 6
stemmen, de heer Van der Sneppen 1 stem.
Voor den Christelijken Besturenbond wordt
benoemd de heer J. Riemens met 12 stem-
men; de heer De Feijter verkrijgt 2 stemmen,
de heer Van. der Sneppen 1 stem.
Voor de werkgevers (cargadoorsbedrijf)
wordt benoemd de heer C. A. Verlinde met 10
stemimende heer De Meijer verkrijgt 5
stemmen.
Uit het bouwbedrijf wordt benoemd de heer
H. van der Velden met 10 stemmen; de heer
J. A. Meertens verkrijgt 4 stemmen, de heer
L. van der Velden 1 stem.
De heer VAN DRIEL stelt thans voor, den
burgemeester bij acclamatie tot voorzitter te
benoemen.
De VOORZITTER geeft de voorkeur aan
een benoeming met briefjes.
Met 11 stemmen wordt benoemd de heer J.
Huizinga; de heeren Geelhoedt, Scheele en
Zonnevijille verkrijgen ieder 1 stem; 1 briefje
is bianco.
13. Benoemen lid der commissie tot wering
van schoolverv.uim in de kom.
Door het vertrek naar elders van den heer
C. Leunis is een vacature ontstaan in de com
missie tot wering van schoolverzuim in de
kom. Door het betrokken college worden ter
benoeming aanbevolen: 1. J. Eijke; 2. Jac.
de Back.
De VOORZITTER noodigt den raad uit over
te gaan tot het benoemen.
Met 12 stemmen wordt benoemd de heer
Eijke; op den heer De Back zijn 3 stemmen
uitgebracht.
14. Ontheffing schoolgeld 1932.
Naar aanlei-ding van ingekomen verzoeken
om ontheffing van den aanslag wegens school
geld stellen burgemeester en wethouders voor
ontheffing te verleenen aan F. C. Kaan f 1.60,
E. de Putter te Zaamslag 19,50.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
15. Omvraag.
a. De heer VAN DOESELAAR heeft be-
merkt, dat burgemeester en wethouders in den
laatsten tijd enkele malen Sluiskil hebben be-
zocht. Hebben zij ook aandacht geschonken
aan den toestand van den vuilnishoop aldaar
Deze is van dien aard, dat de hoopen papier,
die daar worden neergestort, bij eenigen wind
bij de menschen op het dak terecht komen,
hetgeen tot onreinheid van het regenwater
aanleiding geeft. Hij vraagt daarom, of het
niet mogelijk zou zijn, dat papier met grond
te bedekken. Dit zou naar zijn meening met
weinig kosten van de zrjkanten van den Piers-
senspolderstraat gehaald kunnen worden. Het
zou voor de belanghebbenden een groote ver-
betering zrjm.
Aan de Van Steenbergenlaan schijnt het 't
zelfde te zijn en daarom zou hij ook gaame
daar een eind zien gemaakt aan de verontrei-
niging van die buurt.
De heer GEELHOEDT deelt mede, inder-
daad Sluiskil te hebben bezocht, doch dat de
papieren van den vuilnishoop bij de menschen
op het dak terecht komen is hem niet bekend.
Hij zal dit nader onderzoeken en eventueel
zorgen, dat het papier wordt afgedekt. Wat
de Van Steenbergenlaan betreft, deelt hij
mede, dat, nu er een nieuwe stortplaats be-
schikbaar is gekomen, het neerstorten van
vuilnis daar zal beeindigd worden.
De heer HAMELINK verzoekt, dan ook
meteen te zorgen, dat daar geen modder meer
wordt gebracht, want dat verwekt vooral in
den zomer een ondraaglijken stank. Hij zegt
dit, omdat hjj heeft bemerkt, dat de gemeente-
werklieden de putten, waarin het vorig jaar
modder is gestort, weer hebben uitgegraven,
hetgeen er op wijst, dat men daar weer zal
willen gaan storten.
b. De heer VAN DOESELAAR herinnert,
dat in de vergadering van 10 November 1.1.'
werd medegedeeld, dat een geldleening voor
den schoolbouw te Sluiskil zou kunnen wor
den gesloten. Nader is er niets gehoord.
Kunnen burgemeester en wethouders daarovar
nog niets mededeelen?
De VOORZITTER: Burgemeester en wet
houders zijn thans zoover, dat zrj aan een
eigenaar opgaaf van definitieven koopprijs
voor den noodig geachten grond hebber ge
vraagd. Dat loopt.
c. De heer COLSEN merkt op, dat inder-
tjjd is toegezegd, dat een oproeping van een
geneesheer voor Sluiskil in een Geneeskundig
Tijdschrift zou worden gedaan. Hoe komt het
dat dit nog niet is geschied.
De VOORZITTER: Dat is thans gebeurd,
De heer COLSENWaarom heeft dat dan
toch zoolang gewacht?
d. De heer COLSEN heeft vemomen, dat
ter gelegenheid van de Kerstdagen aan twee
of drie caf6houders een speciale vergunning
is gegeven voor het geven van dansmuziek,
die afweek van de algemeene vergunning. Wat
is toch de aanleiding daartoe?
De VOORZITTER: Intrekking van die ver-
grunningen wordt overwogen.
e. De heer HAMELINK wijst op het ant
woord door den Minister van Binnenlandsche
zaken gegeven aan het Kamerlid L. de Visser
op diens vragen betreffende huurverlaging
van arbeiderswoningen, waaruit blijkt, dat
over verlaging der huishuren kan onderhan-
deld worden en dit op enkele plaatsen reeds
is toegestaan. Hij vraagt, of burgemeester en
wethouders bereid zijn te informeeren, of ook
voor de hier gebouwde volkswoningen ver
laging van huishuur mogelijk zal zijn.
De VOORZITTER: We zullen dat heel
graag doen.
f. De heer DE JAGER vraagt hoe het naar
de meening van den voorzitter staat met het
plan voor uitbreiding der havenwerken.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat, na
het verschijmen van het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer over het onteigenings-
ontwerp van deze zijde is beraden, om ter
plaatse waar dit behoort in het belang der
zaak op te treden, doch dat het verschijnen
der Memorie van Antwoord van den Minister
is afgewacht. Nu van dit antwoord is kennis
genomen blijkt wel, dat deze de zaak juist
heeft belicht en mag verwacht worden, dat
het wetsontwerp door de Kamer zal worden
aangenomen.
De heer DE JAGER wenschte anders aan-
drang uit te oefenen daar waar dit mogelijk
zou blijken.
g. De heer DE BAKKER brengt hulde aan
burgemeester en wethouders voor de wenken
die voor het verkeer worden gegeven, door
het aanbrengen van strepen op de hoeken van
straten. Hij hoopt, dat men die zal onderhou
den, en ze, waar noodig, zal uitbrelden. Voorts
vraagt hij, na herplaatsing van het bord be
treffende het verbod van het inrijden van het
smalle gedeelte der Noordstraat met motor-
rijtuigen en rijwielen op bepaalde tijdstippen,
aan den sigarenwinkel van den heer Hame
link. Nu er geen bord staat weten de vreem-
delingen niet, dat ze er niet in mogen rtjden
en loopen dan de kans een proces-verbaal te
krijgen.
De heer GEELHOEDT deelt mede, dat de
noodige borden zullen aangebracht worden.
h. De heer DE BRUIJN deelt mede, dat
men dezen winter ook bij hem gekomen is met
een adres tot demping der gemeentehaven.
Hij heeft geweigerd om daarop te teekenen,
omdat hij van oordeel is, dat die nog niet ge-
mist kan worden. Hij doet thans evenwel een
ander denkbeeld aan de hand. Met de Ooste-
lijke waterleiding kan niet voldoende water af-
gevoerd worden wegens den hoogen water-
stand in de Schelde. Hij zou daarom willen
verzoeken daarop een stoomgemaal aan te
brengen en dan voorts aan den mond der
waterleiding een haven aanleggen, waarin
sohepen met mosselen, oesters e.d., die met
terstond kunnen schutten, hunne lading direct
konden lossen.
De VOORZITTER merkt op, dat het den
heer De Bruijn misschien bekend is, dat er een
plan voor verbetering van dien waterafvoer,
tot een bedrag -yan /400.Q00 aanhangig is.
Ook is er nog een ander plan. Spreker weet
niet hoever het hiermede staat, maar dat is
een kwestie voor de polderbesturen. De heer
Hujjssen zal daarvan wel meer weten.
De heer HUUSSEN: Ik verwacht, dat het
niet aangenomen wordt!
De heer DE BRUIJN geeft te kennen, dat
dit niet zijn bedoeling is; dat werk zou van
wege den Staat behooren te geschieden. de
polders brengen daar heel wat voor op.
De VOORZITTER sluit de vergadering.