ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Vier
Gerste Blad.
AAN BESTE DING.
No. 8953
WOENSDAG 15 FEBRUARI 1933
73e Jaargang.
BINHENLAKD
FEDILLETON
A. de levering van
120 000 K.G. MACADAM 1-3 en
30.000 K G. z.g. GRENAILLE 0,5-1
B. het vervoer van de macadam
vanaf het kanaal naar den
binnendijk en verder op aan
te wijzen plaatsen in de kom
der gemeente.
DE BURGEMEESTER VAN MIDDERBURG.
A BONNE W Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maaDden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
UltgeefsterFirma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTISNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer S 0.20.
KREINE AD VERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzendlng van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BRAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJD AG A V OND.
GEM RENTE TER NEUZEN.
Op Woesnsdag 22 Februarl a.s., des namid-
dags half drie, zal door den gemeente-genees-
heer in het ge.bouw van de voormalige school
A aan het Schoolplein gelegenheid worden ge-
geven tot kostelooze vaccinatie en revac-
clnatie.
Te SLUTSKIL zal hiertoe gelegenheid wor
den gegeven op Vrijdag 24 Februari a.s., des
namiddags half drie in de openbare School D.
Ter Neuzen, 14 Februari 1933.
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Burgemeestor en Wethouders der gemeente
HOEK, zullen op Dinsdag 21 Februari 1933,
des voormiddags ten tien, ure, aauhesteden
te leveren binnen <§£n maand na de gunning
franco op den wal van den westelijken kanaal-
arm te Ter Neuzen, nabij de weegbrug van
de Goesschepolder.
Inschrijivingsbiljetten met monster kunnen
franco tot op het uur der besteding ter secre-
tarie worden ingeleverd.
Hoek, 14 Februari 1933.
Burgemeester en Wethouders van Hoek,
Mr. J. A. VAN TIENHOVEN,
Burgemeester.
DREGMANS, Secretaris.
PORITIEKE CRISIS.
Maandag heeft H. M. de Koningin den
Minister-President, Jhr. Mr. Ruys de Beeren-
brouck in audientie ontvangen. Het onderhoud
duurde ongeveer 2 uur. Gisteravond is de
voorzitter van den Ministerraad opnieuw ten
paleize aan het Noordeinde door H. M. de
Koningin ontvangen. Heden zou ministerraad
worden gehouden.
De N. R. Crt. meldt:
Op grond van de ons verstrekte inlichtingen
ult regeeringskringen moeten wij aannemen,
dat men de mogelijkheid van een ontbinding
van de Tweede Kamer op termijn overweegt,
aan het eind van welken termijn ook de slui-
ting van de zitting der Staten-Generaal zou
plaats vinden. Hoe men een dergelijke ont
binding op termijn kan rijmen met de poli-
tieke situatie, welke bepaald wordt door een
conflict tusschen kabinet en Tweede Kamer,
is ons echter niet duidelijk. Wij kunnen dan
ook voorshands niet gelooven, dat het daartoe
komt.
Met betrekking tot de interpellatie-aanvrage
van den heer Albarda vememen wij, dat de
door
FRANCIS BEEDING
(Nadruk verboden.
3) (Vervolg.)
„Ik heb den man nooit van mijn leven onder
myn oogen gehad", was het antwoord.
„Waarom dan opeens al die belangstelling i
in een absoluut vreemd iemand!" verbaasde
ik me. J
„Absoluut vreemd is hy me niet", zei hij. i
„En je hebt "m nog nooit gezien?"
„Nee, maar ik heb van 'm gehoord," legde
hij me udt. „Of misschien ook is 't iemand
anders", voegde hij er onverwacht aan toe.
„Gaat dat zien! Gaat dat zien!" zei ik.
..Kolonel Granby in zijn beroemde oester-
creatie."
De eetzaal was niet te vinden, maar na een
minuut of vijf dwalen kwamen we, langs een
smalle gang aan een morsige trap, die ons
in de keuken deed belanden. Door de deur
„alleen voor het bediendend personeel" verlie-
ten we die geurige regionen en kwamen, om
een groot kamerschot heen, de eetzaal binnen-
wandeien. Op hetzelfde oogenblik dat de deur
achter ons dicht ging, hoorde ik de stem van
de binnenplaats zeggen:
„Maar beste tante! Wees toch niet zoo on-
redelijk. U heeft dien koffer niet noodig en
we kunnen hem ook onmogelijk naar boven
sleepen. 't Ding is zoo zwaar als loodwe
zouden twee kruiers moeten laten aanruk-
Icen
lrMaar je weet even goed als ik, Helmuth",
zei een hooge, zwakke stem, ,,dat ik'm altijd
op myn kamer heb. En vannacht moet-ie
voorzitter der Tweede Kamer het oogenblik
voor een interpellatie niet geschikt acht. Oi
door een nadere aanvrage van 10 leden der
s.-d.-fractie nochitans een poging zal worden
gedaan om die interpellatie te doen houden,
dient te worden afgewacht. Het reglement
van orde der Tweede Kamer bepaalt namelijk
in art. 58 dat de voorzitter een openbare ver-
gadering belegt „zoo dikwijls hij dit noodig
oordeelt, of dit door tien leden schriftelijk,
met opgave der redenen, is verzocht."
DR. H. CORIJN EN KAMERONTBINDING.
Dr. H. Colijn, lid van de Tweede Kamer,
heeft Zaterdag te Zwolle een verkiezingsrede
uitgesproken. Ten aanzien van de huidige
politieke crisis zeide hij o.m.
,,De moeilijkheden zijn emstiger dan ge-
woon, omdat naar sprekers vaste overtuiging
het kabinet niet kan en mag heengaan.
De Ministers behooren op hun post te blij-
ven om verder af te wikkelen de buitengewone
moeilijkheden, voortrvloeiende uit de muiterij
op een deel van de Indische vloot, en de vele
maatregelen, die nog dringend noodig zijn voor
steun aan het bedrijfsleven, het feit dat de be-
grooting voor 1933 in de Eerste Kamer nog
niet is behandeld.
„Of het dan niet mogelijk is, dat anderen
die taak van de Ministers thans ovememen?
Theoretisch wel, practisch niet. Tal van vraag-
stukken zijn urgent en bovendien, wie zal zich
wagen aan de samenstelling van een nieuw
ministerie in Februari of Maart als reeds in
Juni de nieuwe verkiezingen worden gehou
den?
„De eenige oplossing Is dan ook, volgens
spreker ontbinding van de Tweede Kamer,
wat neerkomt op vervroeging van de verkie
zingen met enkele maanden".
VERZOEK TOT BIJEENROEPING DER
KAMER.
Nadat de voorzitter der Tweede Kamer zoo-
wel aan den heer De Visser als aan den heer
Albarda, in antwoord op hun verzoek heeft te
kennen gegeven geen aanleiding te hebben
voor het bijeenroepen der Kamer, wordt thans
gemeld, dat een daartoe strekkend verzoek,
ingevolge art. 58 van het reglement van orde,
met opgaaf van reden, onderteekend door 10
leden der S.D.A.P.-fractie bij den voorzitter
is ingediend, zoodat nu een openbare verga-
dering der Kamer is te verwachten. Het doel
is een bespreking van de muiterij op de
„Zeven Provincien" en hetgeen tot onderdruk-
king daarvan is geschied.
DE TARIEFSVERRAGING BIJ DE
SPOORWEGEN.
Naar gemeld wordt Is het waarschijnlijk,
dat de aangekondigde tariefsverlaging bij de
spoorwegen (de tarieven voor enkele reis en
ddndaagsche retours, gezelschapshiljetten, va-
cantiekaarten enz.) op 1 April a.s. wordt in-
gevoerd. Ook de bagageprijzen worden dan
verlaagd. Deze verlaging geldit niet voor rij-
wielkaarten.
Bij koninklij'k besluit is met ingang van 4
April a.s. benoemd tot burgemeester van Mid-
delburg de heer M. Femhout, met toekenning
van gelijktijdig ontslag als burgemeester der
gemeente Kampen.
De heer M. Femhout werd 30 Juni 1884
te Buitenpost (Fr.) geboren.
In Mei 1910 benoemd tot burgemeester van
Tienhoven, van welke gemeente hij ook secre
taris werd, volgde in Juni 1914 zija benoeming
tot burgemeester der gemeenten Mijdrecht en
Wilnis en in Mei 1919 die tot burgemeester
van Kampen.
In de Kamper jaren wijdde de heer Fem-
buiten blijven liggen. Als het gaat regenen...''
,,'t Gaat niet regenen", was het korte ant
woord, „en ik heb meer dan genoeg van 't
sleepen met dat onmogelijlke ding dat zeg
ik u bij dezen. Hoeveel fooien we al niet heb
ben moeten geven, een half dozijn geloof ik,
alleen om 'm af te ladenen nu praat ik
nog niet eens van dien man met zijn gebroker,
arm in Montpellier".
Op dit oogenblik kwamen we om het scherm
de zaal in. Helmuth, de bochel, zat met een
oudachtig dametje te praten een vrouiw
van een jaar of zestig met glad naar achteren
gekamd, grijs haar, dat in een knoetje op
haar achterhoofd bijeen gehouden werd. Haar
lippen waren van koppige vastbeslotenheid
vast opeengeklemd.
„Ik zal er straks met Schaffer over spre-
ken", zei ze. „In geen geval laat ik myn
koffer den heelen nacht in den regen liggen".
Het bloed steeg Helmuth naar het hoofd en
zijn vrouwelijk slanke vingers omklemden
krampachtig het wijnglas, dat hij nonchalant
heen en weer had zitten schuiven. Ik hoorde
een knap en een zwak rinkelen op den tegel-
vloer, en toen ik, quasi op zoek naar een
tafeltje, even den kant van den bochel opkeek,
zag ik dat hij trilde van drift. De kleine man
had niet bepaald een zonnig humour.
,,De koffer blijft waar-ie Is", besliste hij,
„vanavond heeft u 'm niet meer noodig".
„Maar Helmuth jongenlief daar gaat
het niet om", was het antwoord van zijn met-
gezellin. ,,Je weet heel goed, dat Ik er zeker
van wil zijn, dat mijn boeltje niet bederft".
„U praat onzin, tante".
„Dat is geen toon, die je past. En daarbij
ben je buitengewoon onvriendelyk".
Meer hoorde ik niet, want op dat oogenblik
kreeg ik een duw in mijn rug van een kellner
met een terrien soep. Granby had al een
tafeltje gevonden en moodgedwongen voegde
ik me daar by hem.
Over den maaltijd, die nu volgde, zwijg ik
liever. Granby was trouwens zoo welsprekend
over dat onderwerp, dat er voor mij niets te
zeggen overbleef. Ik kan volstaan met mede
hout zich aan arbeid van verschillenden aard.
Behalve voorzitter en plaatselrjke vereeni-
gingen en waterschapsbesturen, was hij o.m.
lid van het algemeen bestuur der Vereeniging
tot Christelijke verzorging van Krankzinnigen
in Nederland en secretaris van het bestuur der
stichting ,,VeldWrik" te Ermelo, lid van het
bestuur van de groep Nederland van het Al
gemeen Nederlandsch Verbond, voorzitter
van het provinciaal comlte in Overijssel
voor de Vrije Universiteit en lid van het be
stuur van de af deeling der Vereeniging van
Nederlandsche gemeenten.
Men schrijft daaromtrent uit Kampen aan
de N. R. Crt.:
Steeds was de heer Femhout bereid de be-
langen der gemeente met de hem eigen wel-
sprekendheid, ook bij hoogere autoriteiten voor
te staan en te bevorderen. Door den raad
werd de heer Femhout als voorzitter zeer ge-
waardeerd, mede door de linksche leden, op
wier steun hij veelal kon rekenen en dat er in
de laatste jaren zooveel is tot stand gekomen
is voor geen gering deel te danken aan zijn
beleid en uitnemende leiding der vergaderin-
gen; dezelfde goede verstandhouding heerschte
in het college van B. en W., waarvan twee der
wethouders rechts en 6<5n vryzinnig is, de
samenwerking met de opvolgende liberale
wethouders was steeds zeer vruchtbaar en
vriendschappeiijk. We kunnen Middelburg
gelukwenschen met de benoeming van dezen
burgemeester, man van hoofsche vormen,
vriendelijk en welwillend, uitnemend verte-
genwoordiger der gemeente en bekwaam voor
zitter der raadsvergaderingen.
DE MUITERIJ OP „DE ZEVEN
PROVINCIeN."
Het aantal dooden van „De Zeven Provin
cien" bedraagt thans 23, waarvan een zestal
vermist of ongeidentificeerd.
Verder zijn er enkele mutaties onder de
lichtgewonden, die uit het hospitaal naar
Onrust werden overgebracht.
Vrijdagavond (10 Februari) kwamen de
hoofdbesturen van den Bond van Christelijk
Marinepersoneel, de Vereeniging van Technic!
der Kon. Marine en de R.K. Vereeniging van
Marinepersoneel St. Christophorus in Den Hel-
der bijeen. Mede aanwezig waren de beide
geestelijke adviseurs der confessioneele bonden.
Bij den aanvang van deze bijeenkomst werd
met een enkel woord gememoreerd de dien
morgen in Straat Soenda plaats gehad heb-
bende ontmoeting tusschen de in handen van
muiters zijnde „Zeveti Provincien" en het
Nederlandsche eskader, waardoor het optre-
den van de muitende bemauning tot een ramp
is geworden voor onze Marine. Groote deer-
nis had men voor de slachtoffers, die op zoo
tragische wijze hebben moeten ervaren, waar-
toe volharden in afkeurenswaardig optreden
leiden moet.
Het aanvankelijk doel van deze bijeenkomst
was door de ontknooping van dit drama voor
een deel vervallen. Vandaar dat thans hoofd-
zakelijk besproken werd, maatregelen te
nemen, opdat gebeurtenissen als hebben plaats
gehad, voorkomen kunnen worden. Verschil-
lende denkbeelden werden daarbij besproken
en practische middelen aangegeven.
Verder werd besproken, welke maatregelen
moeten worden genomen om minder julste
denkbeelden, welke thans de publieke opinie
beheerschen, weg te nemen, waarbij voorai
naar voren diende te komen, dat de bijna 1100
leden van bovengenoemde organisaties niet
alleen in woorden, maar ook metterdaad zich
achter de regeering plaatsen.
Intensiever samenwerking van genoemde
organisaties zal aan een en ander nog meer
kracht bijzetten. Een comit6 werd gevormd
om de op deze bijeenkomst besproken plannen
nader uit te werken.
te deelen, dat we een half uur later, temeer-
geslagen en lichtelijk onpasselijlk, de vestibule
doorgingen en aan een van de tafeltjes voor
den ingang neerploften.
„Moe?" vroeg ik Granby.
,,Doodmoe", was het antwoord, „naar
lichaam en geest klaar om in bed te duikelen.
Maar als ik aan het speciale bed boven denk
wel dan voel ik er meer voor om eerst
nog een poos de stad in te gaan. Op een af-
stand leek ze me verbazend schilderachtig, en
voor dien afstand voel ik op het oogenblik
het meest".
We dronken onze koffie uit en slenterden
het pleiti voor het hotel op. Op goed geluk
sloegen we naar rechts af en kwamen in een
nauwe straat met hooge huizen, die boven
onze hoofden steun bij elkaar leken te zoeken.
Een wandeling van een minuut of tien bracht
ons op het plein voor de groote Onze Lieve
Vrouiwekerk een opeenstapeling van ronde
koepels en blinde muren. Door de hooge
smalle ramen viel geen licht naar buiten en
de zware deur was afgesloten. Geen sterve-
ling was er te zien. We liepen om het gewel-
dige bouwwerk heen en maakten halt op den
reohteroever van de Ebro, die in dat jaarge-
ttyde traag en loom zeewaarts vloeide. Uit
de verte kwam het melodieuse getinkel van
een guitaar en nu en dan werd de stilte ver-
broken door de kijvende stemmen van een
man en een vrouw, die ergens, boven ons, op
de een of andere kamer, ruzie hadden.
„Dit stadje is beslist niet verandert sedert
't door Lannes belegerd werd", zei Granby.
„iOp straat, in de huizen' rondom en in de
kloosters werd gevocbteneen bloederige
geschiedenis".
,,'De Spanjaarden zijn een koppig volk",
orakelde ik.
„En ze eten knoflook, hun grootste vermaak
is stierengevechten en ze vallen om van de
bijgeloovigheid", dreunde Granby op. „Voor-
naamste uitvoerprodueten: sinaasappelen.
sherry en sjaals".
Bij die laatste woorden klopte hjj me vriend
schappeiijk op den schouder.
Het oordeel van den directeur van j
de Hoogere Marine Krijgsschool.
De Haagsche Courant schrfjft:
De kapitein-luit. t. z., J. Th. Furtsner, direc
teur der Hoogere Marine Krtjgsschool, wien
wij vroegen zich tegenover ons uit te spreken
over de houding der op „De Zeven Provin
cien achtergebleven officieren op het oogen
blik dat de muiterij uitbrak en tijdens haar
verder verloop, zeide ons, dat hetgeen de heer
de Vos van Steenwijk daaromtrent in het in
terview opmerkt, een zeer pijnlijken indruk
maakt.
Onbekendheid echter met de omstandig-
heden, waaronder deze officier zijn verklarin-
gen deed, zoomede de onvoldoende informatie
omtrent de maatregelen, door den comman
dant wellicht getroffen v66r hij aan wal ging,
maken het mij niet mogelijk, een juiste mee-
ning te vormen, verhinderen in elk geval, dat
Ik er miji In het opetibaar over uitspreek.
De straffen.
Ik volsta daarom met te zeggen, dat hier
geschied is wat strafbaar is gesteld in art. 143
van het Wetboek van Militair Strafrecht, dat
luidt als volgt: ,,De militair, die opzettelijk
toelaat, dat een mindere een misdrijf pleegt of
die als ge.tuige van een door een mindere ge-
pleegd misdrijf, opzettelijk nalaat tegen den
dader de door het belang der zaak gevorder-
de maatregelen van geweld naar vermogen
aan te wenden, wordt gestraft gelijk de mede-
plichtige."
Ik mag hier zonder twijfel spreken namens
alien mijn collega's, wanneer ik de hoop uit,
dat dit artikel in al zijn gestrengheid en daar-
mee ook zonder aanzien des persoons, op alle
betrokkenen zal worden toegepast. Dit zal
ons tot groote voldoening stemmen.
Kon, naar uw oordeel, vroegen wij den
heer Furstner verder, de commandant het
schip verlaten, zonder een plaatsvervanger
aan te wijzen?
Neen, maar voor zoover kan worden af-
geleid ult de telegrammen, had hij den eersten
officier met de waameming van het comman
do belast. Deze is echter over boord gespron-
gen in gezelschap van een konstabel, om het
bericht der muiterij aan den heer Eikenboom
te brengen.
In hoeverre die eerste officier daar goed of
verstandig aan deed, ligt buiten mijn compe-
tentie om erover te oordeelen. Een volledig
overzicht van hetgeen er gebeurd is van be
gin tot einde, is noodzakelijk om een gefun-
deerd oordeel te vellen.
Dit alles zal blijken bij de behandeling der
zaak voor den Marine-krijgsraad en in hoog-
ste instantie voor het Hoog Militair Gerechts-
hof in Indie.
Nu dit onwillekeurig hier in het geding
komt, wil ik er u nog even op wijzen, dat het
m.i. zeer gewenscht is, dat dit college alsnog
wordt aangevuld met een tweeden marine-des-
kundige. Het gaat hier om een buitenge
woon belangrijke aangelegenheid, waarvan het
oordeel van beslissenden invloed kan (wellicht
moet) zijn voor onze marine.
AFSCHAFFING VAN DEN ZOMERTIJD.
Verschenen is het vorloopig verslag over het
voorstel van wet van de hearen v. d. Heuvel
en Bakker, tot afschaffing van den zomertijd.
Hieraan is ontleend:
De indiening van dit initiatief-voorstel kon
by vele leden geen instemming vinden.
Het was verscheidenem leden niet duidelijk,
welke beweegredenen de voorstellers tot de
indiening van dit wetsvoorstei hebben geleid.
Moest in het algemeen reeds verwondering
wekken, dat vertegenwoordigers van de pro-
testantsch-ohristelijke partijen in de Kamer,
welke steeds emstige bedenkingen plegen te
hebben tegen de indiening van initiatief-voor-
stellen, met dit voorstel zijn gekomen, nog
„John", zei hij, „sta daar niet naar de don-
kere rivier te staren en suffig aan Ann te
denken, die op't punt staat den sprong in het
onbekende te wagen, maar laten we 't maar
riskeeren en naar bed gaan. Weet je wat -
we wandelen langs St. Leo terug. Voor de
kerk is een soort van plantsoenop weg
naar het hotel heb ik 't ontdekt".
Ik liet me lijdzaam wegvoeren. De woorden
van Granby hadden gedachten bij me opge-
roepen ofsehoon er, dat weet de hemel, niet
veel voor noodig was, om me aan Ann te doen
denken Ann Winspeare, mijn verloofde, die
nu gauw Ann Baxter zou zijn. Mijn huwelijks-
dag was niet ver meer af. Een paar maanden
hoogstenAnn!Hoe zou ze het in
Geneve vinden?Zich eerst verzetten en
daarna aan haar nieuwe omgeving wennen,
precies als wij allemaal en tevreden leeren zijn
met een paar goede vrienden, met enkele uren
of misschien heele dagen golf, met bridge-
avondjes, met nu en dan een fuifje en ski-
tochtjes tydens onze week-ends. Dat was alles
wat ik haar aan te bieden had, maar een
maand geleden, toen we 't bespraken, was ze
er, in mijn oogen, verbazingwekkend tevreden
mee geweest.
Mijn gedachten knapten afik voelde
opeens weer Granby's hand om mijn arm en
hoorde het zachte klateren van water. We
hadden de hoofdstraat van het stadje achter
ons en recht voor ons verhief zich de hooge
toren van St. Leo. Ik keek om me heen
we stonden in het plantsoen, waarover Granby
het gehad had. Zwijgend gingen we op een
bank tusschen twee hooge donkere heesters
zitten. Midden in het plantsoen bevond zich
de bewuste fontein, een slank, bronzen
vrouwenfiguurtje, dat water uit een kan
schonk. Een kunstwerk, veel te mooi en te
fiin voor de nurksche, landerige stad.
„Nog d6n pijp, John, en dan naar bed".
Nog voor Granby uitgesproken had, werd
onze aandacht getrokken door vlugge voet-
stappen van den kant van het plein. Even
later hoorden we het gejaagde ademhalen van
iemand die hard loopt en opeens dook er aan
minder begrijpelijk wordt de houding der
beide voorstellers, waar zij nog kort geleden,
by de stemming over de motie-Zandt, be-
oogende afschaffing van den zomertijd, hun
stem aan die motie hebben onthouden.
Andere leden, die zich met het bovenstaande
konden vereenigen, achtten bovendien het tijd-
stip der indiening, zoo kort voor de Kamer-
verkiezingen, al zeer ongelukkig gekozen.
Eeniige leden waren van oordeel, dat de
materie voor een initiatief-voorstel uitermate
wednig geschikt is, omdat het vraagstuk van
de wettelyke tijdregeling zeer veelzijdig is.
Verscheidene ledien konden zich met deze
beschouwingen niet vereenigen.
O.m. mag niet uit het oog worden verloren,
dat de voorstellers eerst tot indiening van
hun voorstel overgingen, nadat bij de behan
deling der begrooting van binnenlandsche
zaken zekerheid was verkregen, dat van de
regeering een voorstel tot afschaffing van
den zomertijd niet was te verwachten.
Verscheidene leden vatten, naar aanleiding
van de indiening van het onderhavige voor
stel van wet, in het kort hun bezwaren tegen
den zomertijd samen.
Verscheidene leden, voorstanders van den
zomertijd, wezen er op, dat de laatste jaren
in vele streken een streven bestaat, am zich
geleidelijk meer aan den huidigen toestand
aan te passen, waaruit mag blijken, dat in
het algemeen de bevolking met den zomertijd
verzoend is. Van de indertijd aangevoerde be
zwaren tegen den zomertyd is, naar het oor
deel van deze leden, dan ook niet veel over-
geblevem. Wel daarentegen heeft de zomertijd
eenige groote sociale voordeelen met zich me-
degebracht.
Zeer vele leden, hoewel zich met het inge-
diende voorstel niet kunnende vereenigen,
achtten niettemin de bestaande wettelijke
tijdsregeling onbevredigend. Zij meenden. dat
de meest gewenschte oplossing van het vraag
stuk deze zou zijn, dat hier in den zomer de
Midden-Europeesche tijd werd aangenomen
en in den winter de West-Europeesche tijd.
Zij wenschten daarbij nadrukkelijk de aan
dacht te vestigen op de zeer uitzonderlijke
positie, welke ons land ten aanzien van de
tijdsregeling thans inneemt. Daarbij wezen zij
er nog op, dat de Amsterdamsche tijd op het
oogenblik een wel zeer bijzondere aanduiding
geeft. Het werkelijke verscpil met den West-
Europeeschen tijd is niet 20, maar 19 minu-
ten en ruim 32 seconden. Voor wetenschappe-
lijke doeleinden en ook voor de scheepvaart
is deze toestand ongewenscht en deze leden
achtten het daarom, indien niet tot algeheele
wij'ziging wordt overgegaan, ir elk geval nood
zakelijk dat voor de tijdaberekening een ander
punt in de gemeente Amsterdam wordt aan
genomen, opdat het werkelijke verschil met
den West-Europeeschen tijd precies 20 minu-
ten bedraagt.
BERASTINGEN TE OPSTERLAND.
Met negen tegen vijf stemmen heeft de ge-
meenteraad van Opsterland besloten niet te
voldoen aan het verzoek van Ged. Staten van
Friesland om het raadsbesluit in te trekken,
waarbij de opcenten op de hoofdsom op de
personeele belasting is vastgesteld op 130,
daar de regeering 200 eischt.
Van verschiilende vereenigingen waren ver-
zoeken ingekomen, niet aan het verzoek van:
Ged. Staten tot verhooging tot 200 opcenten
te voldoen, omdat de belasting nu al boven de
draagkracht van de bevolking gaat.
De v. d.-raadsfractie was niet aanwezig
een voorstel om daarom de behandeling ult
te stellen, werd verworpen.
De a.r.-fractie stemde verdeeld. wat aan
leiding gaf tot discussie.
DE WIJZIGING VAN DE
CRISISPACHTWET.
Verschenen is het voorloopig verslag over
het wetsomtwerp tot wijziging der Crisis-
pachtwet.
Verscheidene leden stelden voorop, dat de
Crisispachtwet 1932 in die praktijk niet aan de
gestelde verwachtingen heeft beantwoord. De
den anderen kant van de fontein een kleine
rennende figuur uit de duistemis op. Bij het
witte licht van de straatlantaren, waarhij
onderdoor rende, zag ik dat het zweet hem
van zijn gezicht gudste, en er lag een uit-
drukking in zijn starende, puilende oogen, die
me, opeens een en al spanning, op deed sprin-
gen. De man was radeloos van angst.
Daar zag hiji ons; de wilde, verwrongen uit-
drukking van zijn gezicht vervaagde of hy
opeens uitkomst zag. Op dat oogenblik schoot
hij uit den lichtcirkel de schaduwen onder de
boomen binnen.
Ik hoorde een eigenaardig geluid een
lichte bons zou ik het noemen en meteen daar-
op een hooge, benauwde gil. De man was in
de schaduw gestruikeld! Nu zag ik ook, dat
hij iets op zijn rug had, een zware last leek 't
me. Op zyn handen en knieen bonkte hij neer.
Het pak gleed hem van de schouders, maar
inplaats dat het bleef liggen, Waar het neer-
kwam, sprong het op en schoot op den licht-
kring toe, waarin ik, een oogenblik te voren
het gezicht van den vluchtenden man gezien
had.
Op het oogenblik, dat hij de scheiding tus
schen licht en donker overschreed, herkende
ik hem. Het was de man met den ronden rug.
dien we in het hotel gezien hadden.
Ik deed een stap naar voren; die beweging
trok zijn aandacht en nu zag hij ons ook. De
uitdrukkmg van zijn geizicht verandei'de niet.
maar zijn schuifelend loopen ging over in
looppas, een eigenaardige, steigerende, maar
toch snelle ren. Met dat hij dat deed, hoorde
ik boven het zware ademen van den man, die
voorover op de straatsteenen lag, een zacht
rinkelend geluid.
Ik keek naar omlaag.
Op het plaveisel van het plein lag het
doormidden gebroken lemmet van een
dolkimes. (Wordt vervolgd.