De Vier Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Feuilleton - vertellingen FEUILLETO N GEMENGDE BEKICHTEN. Maandag 13 Febr. 1933. No. 8952 TER NEUZEN, 13 FEBRUARI 1933. BRABANTSCHE BRIEVEN. EEN AGENT OP DE HORENS GENOMIXV. BEDOLVEN ONDER ZAKKEN KUN STMEST. VAN WerkverschalflngsregeUngen. De commissie meent o.a. te moeten aanbe- velen het loon bij een werkdag van ten minste 7 uur op 20 h 24 cent per uur te bepalen, ver- der de tewerkstelling zoodanig met de kas- uitkeeringen te combineeren, dat de werk- loozen beurtelings (b.v. om de week) werken en ..trekken". Steunregelingcn. CONTACT-COMMISSIE VOOR WERKLOOZENZORG IN WEST-ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De vele bemoeienissen, welke voor de ge- meentebesturen uit het Werkloosheidsvraag- Btuk voortvloeien, deed de Vereeniging van Burgemeesters, Secretariasen en Ontvangers In het voormalig 4e district van Zeeland (West-Zeeuwsch-Vlaanderen) toesluitea tot het lnstellen van een Contact-Commlssie voor werkloozenzorg. De Commissie, waarin met ultzondering van Zuidzande, alle gemeente- besturen door een lid vertegenwoordigd waren, koos zich tot: Voorzitter: Dr. J. C. Ramaker, secretaris van Bre3kens; Secretaris: W. J. M. Hoegen, wethouder van Sluis; Plaatsvervangend Voorzitter: A. Cammaert, wethouder van IJzendijke; Plaatsvervangend Secretaris: A. P. Kostense, Secretaris van Biervliet. Het voorloopig resultaat van haar arbeid heeft zij samengesteld in een, aan de gemeen- tcbesturen uitgebracht rapport, waaraan wij het volgende ontleencn: Werkverschafflngs- en werk- verruimingsobjecten. De commissie heeft zich bij de bespreking dezer voorstelien op het standpunt gesteld, dat het niet op haar weg lag het economisch out dcr werken te beoordeelen, maar dat uit- 6luitcnd hun beteekenis als object van werk- verruiming of werkverschaffing punt van discussie kon zijn. In bespreking kwamen de volgende werken: a. Ontwatering van gronden rond Aarden- burg en Eede. De aandacht van de besturen dezer gemeen- thn werd hierop gevestigd; de briefwisseling duurt nog voort. b. Centrale gasvoorziening door de fabriek te Oostburg. Het gemeentebestuur van Oostburg had dit plan geopperd; aan onze uitnoodiging een voorstel uit te werken, is bereids een begin van uitvoering gegeven. c. Omlegging van rijkswegen (bij Schoon- djjke, Oostburg, Aardenburg en Sluis). Op ons verzoek heeft de Commissie uit Gedeputeerde Staten inzake de werkloosheid doze zaak onder de aandacht van den Hoofd- lngenieur-Directeur van den Rykswaterstaat gebracht. d. Kanaal BreskensSluis. e. Luchthaven West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Bij de comitd's, die de voorbereiding dezer planncn op zich genomen hebben, werd op spoed aangedrongen. f. Weg HoofdplaatVerbindingsweg. Wij traden in correspondence met de Com missie van Gedeputeerde Staten en de be sturen der gemeente Biervliet, IJzendijke, en Hoofdplaat. Het gemeentebestuur van Biervliet heeft een conferentie gehad met ambtenaren van den Provincialen Waterstaat, die met de ver- dere voorbereiding spoed betrachten, terwijl tusschen de besturen der gemeenten Hoofd plaat en Biervliet besprekingen gaande zgn. g. Rijwielpad BreskensKnocke. De vijf kustgemeentcn werden aangeschre- ven en het is ons bekend, dat deze een com missie gevormd hebben, die met voort- varendheid aan het opmaken van een project werkt. to. Indljking van den Braakman en het Zwin. Aan de mogelijkheid van uitvoering dezer omvangryke werken, wordt aandacht gewyd, o.a. door met de Commissie uit Gedeputeerde Staten overleg te plegen. De Commissie veroorlooft zich voorts de aandacht der gemeentebesturen te vestigen op de z.g. tertiaire wegen en brengt den inhoui vein het Provinciaal Blad no. 84 van 1928 (gewijzigd bij no. 34 van 1930) in herinnering. Zij is overtuigd, dat ook (en wellicht juist)) onder de huidige omstandigheden wegverbete- ringen van groote beteekenis tot stand kun- nen komen zonder dat de kosten een te ern- stlg bezwaar vormen. Tenslotte ware het dorschen met den vlegel in bepaalde gevallen te bevorderen en in dit opzicht, door overleg met werkgevers en -nemers en hun organisaties, de vereischte eamenwerking te bereiken. -V.I »>,1, r door FRANCIS BEEDING (Nadruk verboden.) 2) (Vervolg.) „Goed John goed, ouwe jongen," zei hij, toen ik zweeg. „Ik wil je met het meeste ge- noegen als een van de kopstukken zien. Dezen keer ben je, in elk geval, onmisbaar geweest en hebt niet kunnen komen. En nu ga je me zeker vragen, wanneer we, op zyn vroegst, in Madrid kunnen zijn om zoo gauw mogelijk weer achter je bureau te zitten?" „Zoo is 't," zei ik kalm. „Wanneer kunnen we er zyn?" „Als alles gesmeerd gaat," was z'jn ant- woord, „morgen tegen den avond. Van hier naar Madrid is 'n dikke driehonderd kilometer, meer niet. En ik heb me laten vertellen, dat da weg goed is." ..Prachtig," zei ik kortaf. ,,Dan kan ik overmorgen vroeg beginnen." Granby keek me nadenkend aan. „Ten slotte heb ik niet 't recht de draak met je te steken" zei hij langzaam. „Ik vind Eoo'n jjver door dik en dun lichtelijk griezelig. Maar zelf ben ik in myn speciaal genre, niet veel beter. Op het oogenblik ben ik zooge- aaamd met vacantie Hij hield op. „Je weet, wat mjjn vacanties zijn," maakte hij zijn zin af. Ik knikte. En daarmee kon ik volstaan. Granby had pas een vacantle-reisje door Zuid- De commissie zou het als een eerste en zeer gewaardeerde stap op den weg der uniforml- seering beschouwen, indien de te Hoofdplaat bestaande regeling als minimum werd aanga- nomen, zoodat in geen der gemeenten lagere normen van kracht zouden zijn. Arbeidsbemlddellng. In de commissie werd van meer dan een zijde bezwaren geopperd tegen een gecentrali- seerden dienst. Landarbeiderswet. Een toepassing op grootere schaal van de Landarbeiderswet zou voor de arbeiders zegen- rijke gevolgen hebben. De commissie heeft dan ook contact gezocht met de Stichting, die in deze streek haar arbeidsveld vindt. Ontwikkeling en ontspanning. De commissie heeft ook deze aangelegen- heid binnen haar werkkring getrokken. Zj vraagt aandacht te wijden aan deze zijde van het werkloosheidsvraagstuk door cursussen te orgaaiseeren, de opening van recreatielocalen (zooals te Aardenburg, Biervliet, Oostburg en Sluis is geschied) te bevorderen en omdat op dit gebied nog slechts weinig gedaan is, en het initiatief plaatselijk genomen zal moeten worden, onthoudt zij zich van het doen van concrete voorstelien. Zij spreekt evenwel de wensch uit, dat aan naburige gemeenten ken- nis gegeven wordt van het bestaan van ont- wikkelings- en ontspanningswerk, indien toe- lating van personen uit andere gemeenten mogelijk is. Ulvenhout, 7 Februari 1933. Menier, Even, tusschen de bedrijven deur, 'n briefke. Waant de drukte gaat weer komen, jonk. Februari is in 't laand en da gaat gep6Srd aan veur- uitgaank in alles op d'n buiten. De knobbekes, begin nen ieveraans te zwellen. 't Leven is aan 't komen op de ontdooide S£r- de, waarop 't over- dadig vocht, waarop de malsche motrengeltjes, de sappen tot de levenskaans rijkelijk ingieten. D'n bojem, vry van vulligheid deur d'a vorst die er 'nen halven meter diep ingezeten hee, ligt nouw te asemen in zwellende vruchtbaar- heid. D'n 66rde, zacht en open lijk 'n spons, vruchtbaar tot in z'n klokhuis, en rijp veur d'n zaai, dieea 66rde mokt me gek! 'k Heb 'm van den mergen mee m'n haan- den in z'n binnenste gevroet. As vet bleef ie aan m'n knusten hangen; wfcrm was ie van binnen en toen 'k 'm berook, hh! zoow frisch en zoow geurig as appelvleesch. Sapristie, amico, me gaan 'nen goeien tijd tegemoet! 'Nen tijd van moeizamen arbeid in onzen eigen grond, die kluit veur kluit verzadigd is van de geheime kracht van vrucht- en groei- baarheid. Die kluit veur kluit geurt naar vruchtbre sappen waar ie van vol zit! Ik snak er weer naar, om straks mee m'nen Bles deur da mollige, smeuige akkerlaand te baggeren, onder de stilte van de natzware lochten, die laag over de weareld hangen, van coder tot ender. Of onder 't zonneke, dat d'n grond doet wasemen en builen; dat d'n 66rde deurdringt tot in 't binnenste van de vetste bonken en er de kie-mkracht in toovert, laangs de gouwen zonnepieken, die diep in d'n 66rde enten. Maar laat ik kalm blijven. N6g kan er 'n handsvolleke sneeuw komen, ndg kan er 'n vorstje de puntea van de kluiters efke3 be- ruuren en verschralen, zekers, da kan allegaar nog, al geleuf ik 't nie hard meer van 't jaar, maarFebruari hee van ouds-h6r altij drie zomersche dagen g'ad en op d'n eerste zit ik te wochten, as d'a kleine Drd aan tafel op z'n porsie! Arbeid, zwaren arbeid, ik kan er niks aan doen, amico, maar 'k mag 'm zoow Frankrijk gemaakt. En bij wijze van ontspan ning had hij een Minister van Buitenlandsche Zaken uit de handen van een stel moordenaars gered. „Wat is 't dezen keer?" informeerde ik. Granby liet zijn derde glas bier langzaam zakken en keek me over den rand met opge- trokken wenkbrauwen aan. „Iets, dat misschien van belang voor jou kan zyn, John." „Voor mij!" protesteerde ik. „Onzin!" Hij knikte nadrukkelijk. „Voor jou!" herhaalde hij. ,Maar voor het oogenblik zyn mijn lippen nog verzegeld. Her- metisch niet met 'n beitel open te kr'jgen. Nee, ik kan je nog niets vertellen. Maar 't heeft iets te maken met een weduwe", eindig- de h(j onverwacht. Een half jaar geleden zou een dergeiyk ant- woord me wanhopig gemaakt hebben. Maar ik begon aan Granby te wennen. Hij heeft alle allures van een Geheime-Dienst-ambte- naar hjj geeft wenken en trekt zich in zijn huis terug als je begint met vragen stellen hy maakt je nieuwsgierlg en bevredigt die nieuwsgierigheid hoogst zelden hij is be- leefd, voorkomend, koppig en, om beurten, mededeelzaam en zoo gesloten als een bus. Maar hij heeft de deugden evengoed als ik vandaag of morgen een faux pas doe en wat je noemt, leelijk er in zit, hoop ik, dat Granby ergens in de buurt zal zijn. Wanneer komt het mooie weeuwtje op de proppen?" vroeg ik. Jjj trekt maar conclusies!" zei Granby. „Ik heb niet gezegd, dat ze op de proppen zou komen en niet, dat ze mooi was... En wat zou je er nu van zeggen," ging hij; opgewekt voort, ,,als we wat gingen eten?" „Wat gingen eten!" herhaalde ik somber. „In dit hotel? Hoe kom je aan den onzin!" ,,Onzin...?" zei Granby. ,,En ik beweer ook niet, dat 't noodzakelyk hier moet gebeuren. Maar onze magen moeten op de een of andere manier gevuld worden." We stonden op. g6ren! 't Is misschient ouwerwetsch en rnisschient geleuf de 't. maar half, maar na d'n winter, ollee, dan snak ik weer naar '1 eerste kraken van m'n spieren, as uaar't kra- ken van de takskes en de twijgskes, die knep- peren van't rekken, en't groeien naar't zon neke toe! 'k Heb de eerste sneeuwklokskes gezien. Verstade da, dat da zeggen wil? De eerste, de allereerste blommekes van't komende getij. In 'n tuintje, laangs d'n weg, daar stingen ze, blaank en teer as 'n pluuske uit 'n vleugel- tje, beschut onder 'nen kalen struik. Gebogen of ze warempel verlegen waren. „Blek", riep ik: ,hort!" En efkes h&'k op m'Q knieen gehurkt en die eerste blomkes stil bekeken, deur 't jjzeren hekske. Drie stonden er bij mekaar, de kelkskes hangende as zul- verwitte klokskes. Onheurbaar de komst van 't Veurjaar klepelend, verlegen onder dieen kalen heester. 'n Muschke titste-n-er naar toe, knipperde mee z'n git-ogskes naar die witte dingskes, en sjuust as dieen kleine belhamel in ddn van de broze stengeltjes pikken wouw, hfe'k'm mee m'n pet weggezwaaid. „Vort", lachte-n-ik; „schandaligen aanran- der, vort!" Maar hij was nie om 'n antwoord verlegen. 't .Antwoord" lag op d'n grond, waar le ge- zeten had Tien meters verderop zat ie te wippen op 'n dun takske van 'nen lagen boom, verwonderd kijkend naar dieen boer, die de eerste drie blomkes zat te bakeren. Ja, amico, 't veurjaar zit nie alleen in d'n grend, 't komt er al uit te veurschijn en da's veur 'nen boerenmen.xh 'n plazierig gezicht, dat ie nog deur gin muschke laat verknoeien. 't Was m'n schonste, m'n plazierigste be- richt da 'k in langen tijd had ontvangen, waant 't nuuws van teugeswoorigollee, as ik da-d-ok mee m'n petje uit de locht kon vagen, geleuf me da'k 't gere doen zouw! Al moest ik er 'nen heelen pettenwinkel aan wagen! D'n eene poft oew erm en hee nog veul praat, d'n tweede snaauwt oew af op 'nen vrindelijken ,,goeiea mergen", nommer drie gift oew heelegaar gin antwoord, nommer vier trekt 'n gezicht of ie op 'n aander veul beter terecht kan, nommer vijf vindt 't plazierig om 'n paar pracht-van-appels teugen de keien te laten klutsen, om ze zoodoende goeienkoop aan oew te ontfutselen, afijn, laat ik oew kraant nie volpotlooien mee m'n klachten. Ik wil maar zeggen: as ik van de week de drie sneeuwklokskes zag, dan ha dik ineenen 't ge- voel: kek, God is altij nog present; daar komt z'n schoone scheppingswerk weer veur d'n dag gekropen uit d'n donkeren ferde. Ollee, dan kunde weer teugea 'n douwke, amico! Och&rm, 'nen mcnsch hee toch zo'n heel, heel klein bietje noodig om weer 'n bietje ge- lukkig te zijn. Daar hoefde nog nie de honderdduuzend uit de loterij veur te trekken. Ik heb veurloopig aan drie blommekes ge- nogt, waant ik zie ze elken dag twee keercn. De crocuskes staan ok al 'nen pink hoog boven d'n grond. De wilgen dragen al katjes, en d'n kastanje! Ollee, die z'n knoppen zijn al gezwollen tot knikkergrote bollen en't Is 'a wonder da ze nie doodgevrozen zijn! Heel de natuur werkt en kiemt. 't Nuuwe leven zit al te vroeten in takken as bezem- stelen zoow kaal. En as ik dan van huis af ben gewiest, m'nen leegen wagel locht over de steenwegels dok- kert, Blek van plazier blaft daar onder d'n wagel en op 't lest hoe langer hoe harder trekken gaat, zooda 'k mee 'n polka-paske achter m'n wagel hhndraaf, dan laat ik bij elken pas weer 'n stukske vulligheid van mu klompen vallen, in de stad opgedaan. Dan koom ik weer opgemonterd onder de zwellende kastanjes langs m'n drie sneeuw klokskes, in de stilte van d'n buiten, waar 't veurjaar aan 't gedyea is. Dan waaien de muizennesten langs d'n rand van m'n petje uit m'n hoofd, dan plekt 't motrengeltje koel en zocht aan m'n vel, dan gaat d'n asem dik en smeuig deur oew lcn- gen, dan dan slurpte 't veurjaar mee gul- zige teugen naar binnen. Dandan weegt alle geplaag, gekoeje- neer, gesakker en gekanker nie meer op, teu gen &6n wilgenkatje en... daar haagen duuzen- den wilgenkatjes te bengelen tusschen de duuzenden levende zulverpSferlen van 't kl66re rengelwater, dat er aan de kale takken beeft. En as me dan eindelijk mee 'nen reuzen- zwaai d'n erft opgieren, 't schip mee 'nen prachtigen zeil in de haven lopt, dan gaat dieen goeien Blek tekeer, amico, dan trilt z'nen blaf as 'nen zenuwachtigen lach teugen de stallen op. Stuiven de kiepen as 'nen zwerm kostschoolmeskes kakelend uit mekaar, hin- nekt Bles van plazier om z'nen baas (al zeg 'k 't zelvers) en is 't 'n leven as 'n oordeel. En nog veur 'k m'nen braven hond heb uit- gespannen, staat z'nen schottel daampend voeier al in z'n hok, da Trui is gaan klaar- maken, toen me op tien minuten gaans d'n bocht van d'n weg omzwaaiden op Blek z'nen blaf. Maar veur ie z'n hok ingaat, springt ie teu gen Trui op, lee z'n veurpooten op d'r schou- „We hebben samen ddn kamer," vertelde Ik hem, toen we de vestibule ingingen en op de viezige trap afliepen. ,,'t Is hier blijkbaar stampvol. Nummer zes. Op de eerste ver- dieping." „Ik vind 't best," zei Granby. „Gelukkig snurk ik niet. Jjj evenmin, wel?" Zonder antwoord te geven loodste ik Granby een vervallen gang door en maakte, na een poos morrelen met een sleutel in een voor drie kwart loshangend slot, de kamer open, die ons toegewezen was. Zooals gewoonlijk in Spaan- sche hotels was die vrij ruim met een vloer van roode tegels. Boven de deur bevond zich een valraam. En de beide andere ramen gin gen bijna schuil achter zware, rood pluchen draperieen. Granby wandelde regelrecht op een van de twee af en gooide het open. Samen verkenden we het uitzicht. Vlak onder ons zagen we de binnenplaats met de garage, waarover Granby het gehad had. En daar stond ook de oude eerwaardige Rolls met schuin voor haar een man, die ern- stige pogingen deed, om met een zwak water- straaltje de carosserie van het stof te reini- gen. Schuin onder ons raam stond ze, een twintig meter naar links. Het hotel was in vroegere jaren blijkbaar een „posthuis" ge weest, want het was op de bekende manier, rond een open binnenplaats, gebouwd. Gran- by's auto stond aan den anderen kant van de Rolls; van de plaats, waar wij stonden, kon- den we net de kap zien. Te oordeelen naar de hoopen vuilnis die we er zagen, had de binnenplaats vroeger dienst gedaan als stal en was daama nooit gereinigd. ,,Niet bepaald het toppunt van zindelijk- heid", stelde Granby vast. ,,Maar we kunnen nog van kwartier veranderen." „Daar heb ik zelf ook al over gedacht", was mijn antwoord. ,,Maar Saragossa is vol. Er is iets aan de hand, 'n tentoonstelling of kermis of lets dergelijks. Ik heb 't in vier gelegen- heden geprobeerd maar er was geen bed meer vr&" wers, en dan is ie nie kontent veur zij 'm 'n paar keeren over z'nen kop hee geaaid en teu gen z'n schoeft hee geklopt. Onderwile gaan Trui d'r oogen over d'n wagel en as ie dan maar netjes leeg is, ollee, dan is 't veur mekaar! Dan is 't Dre- veur en Drd-na. Ja. amico, zoow zijn en zoow blijven de wefkes. Gin geld, gin liefde! Nouwja, da's 'n bietje harder gezegd, dan sjuust is, horre. Maartoch'k heb er nie veur niks vijfendartig jaren opzitten, toch, hoe beter of 't gaat, hoe plazieriger 't thuis is. Da's dan ok dikkels 't diepe Iced van veul menschen, amico! As 't van buiten af langs i alle kanten teugenlopt, as van buiten af ge- I negerd of gepingeld wordt, dan gaat er thuis 't blommeke ok zoow dikkels af. Ik heb gin klagen, wat da betreft. Trui is er as te kiepen bij ,om er ok d'r schouwers onder te zetten, as er 'n bietje zwaar gedrukt wordt, maar't is zoow dikkels aanders. 'k Merk en 'k heur da wel 's, onderweuge. En as zukke wefkes's wisten wa-d-'n kwaad da ze daar zoow onwillekeurig mee doen! Oh, lala, om in vlrtien dagen tijds 'nen braven, stoeren kearel veur z'a leven naar d'n drommel te helpen! Oliee ik gaai daar op d'n oogenblik nie verders op deur! 'k Mot nog efkes 't laand op, 'k laat't volk nie geren laang allecn. Ik gaai er dus maar afscheien. M'n vellcke is weer vol, tot de noste week. Veul groeten van Trui en as altij, gin horke minder van oewen toet h voe DR<§. SMOKKELSCHIP IN BESEAG GENOMEN. De ambtenaren der invoerrechten en accijn- zen te IJmuiden hebben den motorbotter IJM 336 in beslag genomen, omdat dit schip frau- duleus ecne hoeveelheid spiritus vervoerde. De hotter bleek in Duinkerken een lading spiritus te hebben ingenomen, hij was daar- mede te Nieuwediep binnengekomen zonder bij de douane lcennis te hebben gegeven van zijn lading. Vorige week was het schip doorgevaren naar Zijpe (aan het Noord-Hollandsch kanaal) en had daar een hoeveelheid gelost op een vrachtauto. Toevallig werd dien dag op de wegen controle op de rijbewijzen geoefend. Zoo werd ook.bedoelde auto aangehouden. De sterkriekende lading trok de aandacht van de controleerende ambtenaren, die een nader on- derzoek instelden en toen wegens het zonder documenten vervoeren van alcohol tot inbe- slagneming van auto en vracht overgingen. Bij een nader onderzeek naar het schip bleek dit evenwel verdwenen te zijn. Overal werden de wachtposten gewaar- schuwd, zoowel in het Noord-Hollandsch kanaal als in het Noordzeekanaal en op het IJsselmeer. De ambtenaren te IJmuiden waren bij hun controle langs het kanaal zoo gelukkig het schip te vinden naby Euitenhuizen, evenwel zonder bemanning en tusschen het riet ver- borgen. Het aan boord gaan en versleepen naar IJmuiden was nu het werk van een oogenblik. Thans ligt het vaartuig onder bewaking nabij de Middensluis bij het kantoor der invoer rechten. OM IN DE GEVANGENIS TE KOMEN. Een ongeveer 25jarige man heeft in de Rijn- straat te Amsterdam de ruit van een horloge- zaak met een steen verbrijzeld. Hjj deed ver- volgens een greep in de dtalage, waarbij hij in het bezit kwam van een paar horloges. Van verschillende kanten, ook uit de zaak zelf, schoten menschen toe om den dader aan te houden. Deze deed echter niet de minste moeite om het hazenpad te kiezen; heel gewil- lig liet hij zich inrekenen. Aan de politie heeft hij verklaard, dat hij door honger en armoede gedreven, tot zijn daad is overgegaan, aange- zien hij, op welke wijze dan ook, eten en on- derdak wilde hebben. De man is ter beschikking van de justitie gesteld. De omgeving van de Veemarkt te Amster dam is eenige dagen geleden in rep en roer gebracht door een koe, die naar de slacht- plaats gebracht moest worden en plotseling dol geiworden, op hoi is geslagen. Dit feit geschiedde nadat het beest, waar- mede de driver reeds voortdurend moeite had, op de Veemarkt een loodje aan den staart had gekregen. Na den drijver een duw te hebben gegeven, ging de koe er met groote vaart vandoor en rende, zeer tot ontsteltenis van het publiek, dat naar alle kanten uiteen- stoof, den Cruqiusweg op en vervolgens naar de Bomeokade. Op dat oogenblik hoorden we stemmen be- neden ons op de binnenplaats. Ik ving het woord „koffer" op en daama een paar voi- zinnen in het Duitsch. Niets van belang echter en dus draaide ik me, onverschillig, naar de deur. Maar op dat oogenblik trok Granby's manier van doen mrjn aandacht. Hij had een van de pluchen gordijnen, by den raampost, op zjj geschoven en stond oplettend naar wat er beneden gesproken werd te luisteren. Ik riep hem, maar hij schudde het hoofd en beduidde me, dat ik stil moest zjjn. Geduldig bleef ik staan wachten, maar toen h(j bldSf luisteren, ging ik naar hem toe en probeerde hem opzij te duwen. Met zijn vin- gers in een stalen greep om mijn pols dwong hij me achter hem te blijven staan. Ik ben echter grooter dan Granby en als ik op mijn teenen ging staan kon ik gemakkeljjk over zijn schouder kijken. Dat deed ik het eerste oogenblik leek alles op de binnenplaats nog hetzelfde. Maar toen zag ik naast den man met de slang een tweede figuur. Die tweede figuur zagen we door onze po- sitie ten opzichte van hem, in het „verkort", maar zelfs als men dat in aanmerking nam leek hij opvallend klein. Op dat oogenblik ging hg een stap achteruit en nu kon ik hem goed zien. Hy whs klein, veel kleiner dan iemand van gemiddelde grootte hoogstens een meter vijf en veertig of een meter vyftig. Zijn schou- ders waren rond en toen hij zich omdraaida zag ik dat zjjn rug eveneens rond was. Hy zag eruit als een man, die jaren over een te lagen lessenaar gebogen gezeten heeft en ik herinner me, dat ik bij het zien van zyn figuur me afvroeg of ik na twintig jaar kantoor- werk er ook zoo oud en aftandsch uit zou zien. Zijn gezicht zag ik niet, want dat was in do schaduw; maar het viel me op dat zijn han den ongewoon lang en slank waren en voor een man h6hl blank. En wat zijn kieeding betreft hy droeg een zwart of danker blauw col- bertpak. „Een vriend van je?" vroeg ik Granby flui3- terend. Daar trachtte een agent van politie (het do lie beest tot staan te brengen, met het ge- volg, dat hij tot drie keer op de horens ge nomen en tegen de straat gesanakt werd. Ofschoon zeer emstig bezeerd, riep da agent een in de nabijheid zjjnde taxi aan. waarin ook een collega plaats nam. De auto ging daarop het beest na, dat tusschen de sporen van de Bomeokade bekneld raakte, zoodat de agenten gelegenheid hadden de koe neer te schieten. De gewonde agent heeft zich naar huis moeten begeven. BOTSING TUSSCHEN VRACHT AUTO'S. Op den nieuwen verkeersweg te Nieuwer- kerk a. d. IJsel heeft een emstige botsing plaats gehad tusschen twee vrachtauto's, ten gevolge waarvan de chauffeur van een der auto's, J. H. D., uit Utrecht, op slag gedood is. De overledene was gehuwd en vader van een kind. SCHAKXNG. Een 18jarig meisje uit Heerlen had een 23- jarigen jongeman uit Sittard leeren kennea. Na twee weken besloot zy, op zijn verzoek, zich te laten schaken. Zij gingen naar Eind hoven en bleven 14 dagen zoek. Thans is het tweetal in een logement te Eindhoven gear- resteerd. De jongeman is wegens schaking in het politiebureau te Heerlen opgesloten ea later naar Maastricht overgebracht. ONTPLOFFING TE TILBURG. In de kunstwolfabriek van de firma J. Berghegge en Zn. in de St. Josephstraat ts Tilburg heeft een ontploffing plaats gehad. De ontploffing geschiedde in het bijgebouw op de binnenplaats, waar de ontstoffingsmachina is geplaatst. Het dak vloog weg en de zij- muren werden ingedrukt. Glas en pannea vlogen over het fabrieksgebouw heen en kwa men terecht op de woningen in de St. Joseph- dwarsstraat. Het geheele gebouwtje viel ia puin. Op het oogenblik van de exploisie werkta er slechts 5en arbeider, de 20jarige J. Levend, die gewond werd aan gezicht en handen. De brandweer, die met veel materiaal was uitgerukt, behoefde geen dienst te doen aan- gezien er geen brand uitbrak. De oorzaak van het ongeluk is nog onbekend. Wel ston den in het gebouwtje eenige zuurstofcylindera, maar het staat niet vast, of deze de exploisia hebben veroorzaakt. Op de opslagterreinen van de Kunstmest- fabriek Krol en Co. te Zwolle, was de 32-jariga Ruiter, wonende te Wezep, bezig met het transport van zakken kunstmest. Plotseling ging een stapel zakken werken, ongeveer 50 zakken, ieder elk inhoudende 100 K.G., kwa men op den arbeider terecht. Toen men hem bevrijd had bleek een enkel gebroken, en had hij een bekkenbreuk en kleinere verwondingen opgeloopen. WEER EEN OVERVAL. Woensdagavond hebben twee personen zich wederrechtelijk toegang verschaft tot ds woning van de ruim 80-jarige weduwe M. aan de Voorstraat te Sommelsdijk. Een buurman die gestommel hocrde, ging terstond een on- derzoek instellen, waarna de twee personen, vermoedelijk zeer jonge menschen, de vlucht namen. De oude vrouw had door dezen over- val eenige schrammen aan het gelaat opge loopen. Begrijpelijkerwijze was zij geheel overstuur en kon nog geen nauwkeurigs mededeelingen omtrent het voortgevallene verstrekken. Vermoedelijk wordt er niet3 vermist. De politie stelt een onderzoek in. HET KIND MET HET BADWATER WEGGEDAAN Een bewoonster van de Van Oldenbame- veldtstraat te 's-Hage deed aangifte bij da politie, dat zij tijdens de verhuizing uit een perceel in de Kostverlorenstraat, v66r dit per- ceel een kistje inhoudende pl.m. 100 aan geld en eenige sieraden, op straat had gezeL Zij verkeerde echter aanvankelijk in de mee- ning, dat het kistje leeg was. Het kistje is door de Reiniging meegenomen, werd later bij de Gemeente Vuilverbranding teruggevon- den, doch bleek toen ledig te zijn. EEN ONDERNEMEND KAPPER- Gnder de zakenmsnschen te Hoom Is naar het ,,Handelsblad" meltlt groote con- stematie verwekt door iemand, die in het perceel West 41 een kapperszaak v.estigde en geheel naar de eischen des tijds liet inrichtea. Met een auto, welke hy by een garagehouder huurde en welke hy inmiddels reeds elders had getracht van de hand te doen, reisde hy verschillende zaken af en kocht alles, wat maar eenigszins in een modeme kapperszaak een plaatsje kan vinden. De Hoomsche zakenmenschen waren met z6<5'n Want den koning te rijk. De Wap op de vuurptjl wa3 een advertentie, waarin de opening van modems dames- en heerensalons werd aan- Dat fluisteren was het gevolg instinctief van my'n kant van zyn ongewone houding. Granby gaf geen antwoord, maar ik hoorda hem zacht tusschen zyn tanden door fluitea, een gewoonte van hem als hy opgewonden was. „Weet je 't zeker?" vroeg de stem van den bochel als 'k hem, om zyn misvormden rug, zoo mag betitelen in het Duitsch. „Absoiuut zeker," was het antwoord van den chauffeur. „Na Barcelona heb ik den kerel niet meer gezien en zelfs toen wist ik niet zeker of ik den goede voor had," „Vooruit Granby!" drong ik fluisterend aan „als we't diner koud laten worden, is't heele- maal oneetbaar." „Stil!" beet hy me toe. „Laat me luisteren." Ik bleef zwygend en, eeriyk gezegd, een. tikje gepiqueerd achter hem staan. „Ik hoop, dat je gelijk hebt." Dat was de bochel weer. „We hebben 66n keer met den vent te doen gehad, maar dat is de eerste en laatste keer geweestDaar zorg lk voor." Al pratend liep hy de binnenplaats over, maar voor hij door de poort naar buiten ging bleef hy staan en keerde zich half om. „Om half tien danmorgenochtend en denk erom, wat ik over dien koffer ge zegd heb. Wat ze ook aanvoert of beweert. je houdt je aan mijn bevel." ,,Goedgoed,'' zei de chauffeur. „AIs u haar dan maar kalmeertIk zou 't niet graag op me nemen." „Laat dat maar aan my over," antwoordde- de bochel met een hautain air. Hy keerde zich om en ging het hotel binnen.. Granby ging nu ook van het raam weg, liep de kamer door en begon de kraan te manipu- leeren, die ik al eerder op den middag, tever- geefs, tot het geven van warm water had ge tracht te verleiden. „Wie is die slanke meneer?" vroeg ik, toen we samen de gang doorliepen. (Wordt vervolgd.'i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 5