De Vier
Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad.
Feuilleton - vertellingen
FEUILLETO N
GEMENGDE BEKICHTEN.
Maandag 13 Febr. 1933. No. 8952
TER NEUZEN, 13 FEBRUARI 1933.
BRABANTSCHE BRIEVEN.
EEN AGENT OP DE HORENS
GENOMIXV.
BEDOLVEN ONDER ZAKKEN
KUN STMEST.
VAN
WerkverschalflngsregeUngen.
De commissie meent o.a. te moeten aanbe-
velen het loon bij een werkdag van ten minste
7 uur op 20 h 24 cent per uur te bepalen, ver-
der de tewerkstelling zoodanig met de kas-
uitkeeringen te combineeren, dat de werk-
loozen beurtelings (b.v. om de week) werken
en ..trekken".
Steunregelingcn.
CONTACT-COMMISSIE
VOOR WERKLOOZENZORG IN
WEST-ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De vele bemoeienissen, welke voor de ge-
meentebesturen uit het Werkloosheidsvraag-
Btuk voortvloeien, deed de Vereeniging van
Burgemeesters, Secretariasen en Ontvangers
In het voormalig 4e district van Zeeland
(West-Zeeuwsch-Vlaanderen) toesluitea tot
het lnstellen van een Contact-Commlssie voor
werkloozenzorg. De Commissie, waarin met
ultzondering van Zuidzande, alle gemeente-
besturen door een lid vertegenwoordigd
waren, koos zich tot:
Voorzitter: Dr. J. C. Ramaker, secretaris
van Bre3kens;
Secretaris: W. J. M. Hoegen, wethouder
van Sluis;
Plaatsvervangend Voorzitter: A. Cammaert,
wethouder van IJzendijke;
Plaatsvervangend Secretaris: A. P. Kostense,
Secretaris van Biervliet.
Het voorloopig resultaat van haar arbeid
heeft zij samengesteld in een, aan de gemeen-
tcbesturen uitgebracht rapport, waaraan wij
het volgende ontleencn:
Werkverschafflngs- en werk-
verruimingsobjecten.
De commissie heeft zich bij de bespreking
dezer voorstelien op het standpunt gesteld,
dat het niet op haar weg lag het economisch
out dcr werken te beoordeelen, maar dat uit-
6luitcnd hun beteekenis als object van werk-
verruiming of werkverschaffing punt van
discussie kon zijn. In bespreking kwamen de
volgende werken:
a. Ontwatering van gronden rond Aarden-
burg en Eede.
De aandacht van de besturen dezer gemeen-
thn werd hierop gevestigd; de briefwisseling
duurt nog voort.
b. Centrale gasvoorziening door de fabriek
te Oostburg.
Het gemeentebestuur van Oostburg had dit
plan geopperd; aan onze uitnoodiging een
voorstel uit te werken, is bereids een begin
van uitvoering gegeven.
c. Omlegging van rijkswegen (bij Schoon-
djjke, Oostburg, Aardenburg en Sluis).
Op ons verzoek heeft de Commissie uit
Gedeputeerde Staten inzake de werkloosheid
doze zaak onder de aandacht van den Hoofd-
lngenieur-Directeur van den Rykswaterstaat
gebracht.
d. Kanaal BreskensSluis.
e. Luchthaven West-Zeeuwsch-Vlaanderen.
Bij de comitd's, die de voorbereiding dezer
planncn op zich genomen hebben, werd op
spoed aangedrongen.
f. Weg HoofdplaatVerbindingsweg.
Wij traden in correspondence met de Com
missie van Gedeputeerde Staten en de be
sturen der gemeente Biervliet, IJzendijke,
en Hoofdplaat.
Het gemeentebestuur van Biervliet heeft
een conferentie gehad met ambtenaren van
den Provincialen Waterstaat, die met de ver-
dere voorbereiding spoed betrachten, terwijl
tusschen de besturen der gemeenten Hoofd
plaat en Biervliet besprekingen gaande zgn.
g. Rijwielpad BreskensKnocke.
De vijf kustgemeentcn werden aangeschre-
ven en het is ons bekend, dat deze een com
missie gevormd hebben, die met voort-
varendheid aan het opmaken van een project
werkt.
to. Indljking van den Braakman en het
Zwin.
Aan de mogelijkheid van uitvoering dezer
omvangryke werken, wordt aandacht gewyd,
o.a. door met de Commissie uit Gedeputeerde
Staten overleg te plegen.
De Commissie veroorlooft zich voorts de
aandacht der gemeentebesturen te vestigen op
de z.g. tertiaire wegen en brengt den inhoui
vein het Provinciaal Blad no. 84 van 1928
(gewijzigd bij no. 34 van 1930) in herinnering.
Zij is overtuigd, dat ook (en wellicht juist))
onder de huidige omstandigheden wegverbete-
ringen van groote beteekenis tot stand kun-
nen komen zonder dat de kosten een te ern-
stlg bezwaar vormen.
Tenslotte ware het dorschen met den vlegel
in bepaalde gevallen te bevorderen en in dit
opzicht, door overleg met werkgevers en
-nemers en hun organisaties, de vereischte
eamenwerking te bereiken.
-V.I »>,1, r
door
FRANCIS BEEDING
(Nadruk verboden.)
2) (Vervolg.)
„Goed John goed, ouwe jongen," zei hij,
toen ik zweeg. „Ik wil je met het meeste ge-
noegen als een van de kopstukken zien. Dezen
keer ben je, in elk geval, onmisbaar geweest
en hebt niet kunnen komen. En nu ga je me
zeker vragen, wanneer we, op zyn vroegst, in
Madrid kunnen zijn om zoo gauw mogelijk
weer achter je bureau te zitten?"
„Zoo is 't," zei ik kalm. „Wanneer kunnen
we er zyn?"
„Als alles gesmeerd gaat," was z'jn ant-
woord, „morgen tegen den avond. Van hier
naar Madrid is 'n dikke driehonderd kilometer,
meer niet. En ik heb me laten vertellen, dat
da weg goed is."
..Prachtig," zei ik kortaf. ,,Dan kan ik
overmorgen vroeg beginnen."
Granby keek me nadenkend aan.
„Ten slotte heb ik niet 't recht de draak
met je te steken" zei hij langzaam. „Ik vind
Eoo'n jjver door dik en dun lichtelijk griezelig.
Maar zelf ben ik in myn speciaal genre, niet
veel beter. Op het oogenblik ben ik zooge-
aaamd met vacantie
Hij hield op.
„Je weet, wat mjjn vacanties zijn," maakte
hij zijn zin af.
Ik knikte. En daarmee kon ik volstaan.
Granby had pas een vacantle-reisje door Zuid-
De commissie zou het als een eerste en zeer
gewaardeerde stap op den weg der uniforml-
seering beschouwen, indien de te Hoofdplaat
bestaande regeling als minimum werd aanga-
nomen, zoodat in geen der gemeenten lagere
normen van kracht zouden zijn.
Arbeidsbemlddellng.
In de commissie werd van meer dan een
zijde bezwaren geopperd tegen een gecentrali-
seerden dienst.
Landarbeiderswet.
Een toepassing op grootere schaal van de
Landarbeiderswet zou voor de arbeiders zegen-
rijke gevolgen hebben. De commissie heeft
dan ook contact gezocht met de Stichting, die
in deze streek haar arbeidsveld vindt.
Ontwikkeling en ontspanning.
De commissie heeft ook deze aangelegen-
heid binnen haar werkkring getrokken. Zj
vraagt aandacht te wijden aan deze zijde van
het werkloosheidsvraagstuk door cursussen te
orgaaiseeren, de opening van recreatielocalen
(zooals te Aardenburg, Biervliet, Oostburg en
Sluis is geschied) te bevorderen en omdat op
dit gebied nog slechts weinig gedaan is, en
het initiatief plaatselijk genomen zal moeten
worden, onthoudt zij zich van het doen van
concrete voorstelien. Zij spreekt evenwel de
wensch uit, dat aan naburige gemeenten ken-
nis gegeven wordt van het bestaan van ont-
wikkelings- en ontspanningswerk, indien toe-
lating van personen uit andere gemeenten
mogelijk is.
Ulvenhout, 7 Februari 1933.
Menier,
Even, tusschen
de bedrijven deur,
'n briefke. Waant
de drukte gaat
weer komen, jonk.
Februari is in 't
laand en da gaat
gep6Srd aan veur-
uitgaank in alles
op d'n buiten. De
knobbekes, begin
nen ieveraans te
zwellen. 't Leven
is aan 't komen op
de ontdooide S£r-
de, waarop 't over-
dadig vocht, waarop de malsche motrengeltjes,
de sappen tot de levenskaans rijkelijk ingieten.
D'n bojem, vry van vulligheid deur d'a vorst
die er 'nen halven meter diep ingezeten hee,
ligt nouw te asemen in zwellende vruchtbaar-
heid. D'n 66rde, zacht en open lijk 'n spons,
vruchtbaar tot in z'n klokhuis, en rijp veur d'n
zaai, dieea 66rde mokt me gek!
'k Heb 'm van den mergen mee m'n haan-
den in z'n binnenste gevroet. As vet bleef ie
aan m'n knusten hangen; wfcrm was ie van
binnen en toen 'k 'm berook, hh! zoow
frisch en zoow geurig as appelvleesch.
Sapristie, amico, me gaan 'nen goeien tijd
tegemoet!
'Nen tijd van moeizamen arbeid in onzen
eigen grond, die kluit veur kluit verzadigd is
van de geheime kracht van vrucht- en groei-
baarheid. Die kluit veur kluit geurt naar
vruchtbre sappen waar ie van vol zit!
Ik snak er weer naar, om straks mee m'nen
Bles deur da mollige, smeuige akkerlaand te
baggeren, onder de stilte van de natzware
lochten, die laag over de weareld hangen, van
coder tot ender.
Of onder 't zonneke, dat d'n grond doet
wasemen en builen; dat d'n 66rde deurdringt
tot in 't binnenste van de vetste bonken en er
de kie-mkracht in toovert, laangs de gouwen
zonnepieken, die diep in d'n 66rde enten.
Maar laat ik kalm blijven. N6g kan er 'n
handsvolleke sneeuw komen, ndg kan er 'n
vorstje de puntea van de kluiters efke3 be-
ruuren en verschralen, zekers, da kan allegaar
nog, al geleuf ik 't nie hard meer van 't jaar,
maarFebruari hee van ouds-h6r altij drie
zomersche dagen g'ad en op d'n eerste zit ik
te wochten, as d'a kleine Drd aan tafel op z'n
porsie!
Arbeid, zwaren arbeid, ik kan er niks
aan doen, amico, maar 'k mag 'm zoow
Frankrijk gemaakt. En bij wijze van ontspan
ning had hij een Minister van Buitenlandsche
Zaken uit de handen van een stel moordenaars
gered.
„Wat is 't dezen keer?" informeerde ik.
Granby liet zijn derde glas bier langzaam
zakken en keek me over den rand met opge-
trokken wenkbrauwen aan.
„Iets, dat misschien van belang voor jou
kan zyn, John."
„Voor mij!" protesteerde ik. „Onzin!"
Hij knikte nadrukkelijk.
„Voor jou!" herhaalde hij. ,Maar voor het
oogenblik zyn mijn lippen nog verzegeld. Her-
metisch niet met 'n beitel open te kr'jgen.
Nee, ik kan je nog niets vertellen. Maar 't
heeft iets te maken met een weduwe", eindig-
de h(j onverwacht.
Een half jaar geleden zou een dergeiyk ant-
woord me wanhopig gemaakt hebben. Maar
ik begon aan Granby te wennen. Hij heeft
alle allures van een Geheime-Dienst-ambte-
naar hjj geeft wenken en trekt zich in zijn
huis terug als je begint met vragen stellen
hy maakt je nieuwsgierlg en bevredigt die
nieuwsgierigheid hoogst zelden hij is be-
leefd, voorkomend, koppig en, om beurten,
mededeelzaam en zoo gesloten als een bus.
Maar hij heeft de deugden evengoed als ik
vandaag of morgen een faux pas doe en wat
je noemt, leelijk er in zit, hoop ik, dat Granby
ergens in de buurt zal zijn.
Wanneer komt het mooie weeuwtje op de
proppen?" vroeg ik.
Jjj trekt maar conclusies!" zei Granby. „Ik
heb niet gezegd, dat ze op de proppen zou
komen en niet, dat ze mooi was... En wat zou
je er nu van zeggen," ging hij; opgewekt voort,
,,als we wat gingen eten?"
„Wat gingen eten!" herhaalde ik somber.
„In dit hotel? Hoe kom je aan den onzin!"
,,Onzin...?" zei Granby. ,,En ik beweer ook
niet, dat 't noodzakelyk hier moet gebeuren.
Maar onze magen moeten op de een of andere
manier gevuld worden."
We stonden op.
g6ren! 't Is misschient ouwerwetsch en
rnisschient geleuf de 't. maar half, maar na
d'n winter, ollee, dan snak ik weer naar '1
eerste kraken van m'n spieren, as uaar't kra-
ken van de takskes en de twijgskes, die knep-
peren van't rekken, en't groeien naar't zon
neke toe!
'k Heb de eerste sneeuwklokskes gezien.
Verstade da, dat da zeggen wil? De eerste,
de allereerste blommekes van't komende getij.
In 'n tuintje, laangs d'n weg, daar stingen
ze, blaank en teer as 'n pluuske uit 'n vleugel-
tje, beschut onder 'nen kalen struik. Gebogen
of ze warempel verlegen waren.
„Blek", riep ik: ,hort!" En efkes h&'k op
m'Q knieen gehurkt en die eerste blomkes stil
bekeken, deur 't jjzeren hekske. Drie stonden
er bij mekaar, de kelkskes hangende as zul-
verwitte klokskes. Onheurbaar de komst van
't Veurjaar klepelend, verlegen onder dieen
kalen heester.
'n Muschke titste-n-er naar toe, knipperde
mee z'n git-ogskes naar die witte dingskes,
en sjuust as dieen kleine belhamel in ddn van
de broze stengeltjes pikken wouw, hfe'k'm mee
m'n pet weggezwaaid.
„Vort", lachte-n-ik; „schandaligen aanran-
der, vort!"
Maar hij was nie om 'n antwoord verlegen.
't .Antwoord" lag op d'n grond, waar le ge-
zeten had
Tien meters verderop zat ie te wippen op 'n
dun takske van 'nen lagen boom, verwonderd
kijkend naar dieen boer, die de eerste drie
blomkes zat te bakeren.
Ja, amico, 't veurjaar zit nie alleen in d'n
grend, 't komt er al uit te veurschijn en da's
veur 'nen boerenmen.xh 'n plazierig gezicht,
dat ie nog deur gin muschke laat verknoeien.
't Was m'n schonste, m'n plazierigste be-
richt da 'k in langen tijd had ontvangen, waant
't nuuws van teugeswoorigollee, as ik
da-d-ok mee m'n petje uit de locht kon vagen,
geleuf me da'k 't gere doen zouw! Al moest
ik er 'nen heelen pettenwinkel aan wagen!
D'n eene poft oew erm en hee nog veul
praat, d'n tweede snaauwt oew af op 'nen
vrindelijken ,,goeiea mergen", nommer drie
gift oew heelegaar gin antwoord, nommer vier
trekt 'n gezicht of ie op 'n aander veul beter
terecht kan, nommer vijf vindt 't plazierig
om 'n paar pracht-van-appels teugen de keien
te laten klutsen, om ze zoodoende goeienkoop
aan oew te ontfutselen, afijn, laat ik oew
kraant nie volpotlooien mee m'n klachten. Ik
wil maar zeggen: as ik van de week de drie
sneeuwklokskes zag, dan ha dik ineenen 't ge-
voel: kek, God is altij nog present; daar komt
z'n schoone scheppingswerk weer veur d'n dag
gekropen uit d'n donkeren ferde. Ollee, dan
kunde weer teugea 'n douwke, amico!
Och&rm, 'nen mcnsch hee toch zo'n heel,
heel klein bietje noodig om weer 'n bietje ge-
lukkig te zijn.
Daar hoefde nog nie de honderdduuzend uit
de loterij veur te trekken.
Ik heb veurloopig aan drie blommekes ge-
nogt, waant ik zie ze elken dag twee keercn.
De crocuskes staan ok al 'nen pink hoog
boven d'n grond. De wilgen dragen al katjes,
en d'n kastanje! Ollee, die z'n knoppen zijn
al gezwollen tot knikkergrote bollen en't Is 'a
wonder da ze nie doodgevrozen zijn!
Heel de natuur werkt en kiemt. 't Nuuwe
leven zit al te vroeten in takken as bezem-
stelen zoow kaal.
En as ik dan van huis af ben gewiest, m'nen
leegen wagel locht over de steenwegels dok-
kert, Blek van plazier blaft daar onder d'n
wagel en op 't lest hoe langer hoe harder
trekken gaat, zooda 'k mee 'n polka-paske
achter m'n wagel hhndraaf, dan laat ik bij
elken pas weer 'n stukske vulligheid van mu
klompen vallen, in de stad opgedaan.
Dan koom ik weer opgemonterd onder de
zwellende kastanjes langs m'n drie sneeuw
klokskes, in de stilte van d'n buiten, waar 't
veurjaar aan 't gedyea is.
Dan waaien de muizennesten langs d'n
rand van m'n petje uit m'n hoofd, dan plekt
't motrengeltje koel en zocht aan m'n vel, dan
gaat d'n asem dik en smeuig deur oew lcn-
gen, dan dan slurpte 't veurjaar mee gul-
zige teugen naar binnen.
Dandan weegt alle geplaag, gekoeje-
neer, gesakker en gekanker nie meer op, teu
gen &6n wilgenkatje en... daar haagen duuzen-
den wilgenkatjes te bengelen tusschen de
duuzenden levende zulverpSferlen van 't kl66re
rengelwater, dat er aan de kale takken beeft.
En as me dan eindelijk mee 'nen reuzen-
zwaai d'n erft opgieren, 't schip mee 'nen
prachtigen zeil in de haven lopt, dan gaat
dieen goeien Blek tekeer, amico, dan trilt z'nen
blaf as 'nen zenuwachtigen lach teugen de
stallen op. Stuiven de kiepen as 'nen zwerm
kostschoolmeskes kakelend uit mekaar, hin-
nekt Bles van plazier om z'nen baas (al zeg
'k 't zelvers) en is 't 'n leven as 'n oordeel.
En nog veur 'k m'nen braven hond heb uit-
gespannen, staat z'nen schottel daampend
voeier al in z'n hok, da Trui is gaan klaar-
maken, toen me op tien minuten gaans d'n
bocht van d'n weg omzwaaiden op Blek z'nen
blaf.
Maar veur ie z'n hok ingaat, springt ie teu
gen Trui op, lee z'n veurpooten op d'r schou-
„We hebben samen ddn kamer," vertelde Ik
hem, toen we de vestibule ingingen en op de
viezige trap afliepen. ,,'t Is hier blijkbaar
stampvol. Nummer zes. Op de eerste ver-
dieping."
„Ik vind 't best," zei Granby. „Gelukkig
snurk ik niet. Jjj evenmin, wel?"
Zonder antwoord te geven loodste ik Granby
een vervallen gang door en maakte, na een
poos morrelen met een sleutel in een voor drie
kwart loshangend slot, de kamer open, die ons
toegewezen was. Zooals gewoonlijk in Spaan-
sche hotels was die vrij ruim met een vloer
van roode tegels. Boven de deur bevond zich
een valraam. En de beide andere ramen gin
gen bijna schuil achter zware, rood pluchen
draperieen.
Granby wandelde regelrecht op een van de
twee af en gooide het open. Samen verkenden
we het uitzicht.
Vlak onder ons zagen we de binnenplaats
met de garage, waarover Granby het gehad
had. En daar stond ook de oude eerwaardige
Rolls met schuin voor haar een man, die ern-
stige pogingen deed, om met een zwak water-
straaltje de carosserie van het stof te reini-
gen. Schuin onder ons raam stond ze, een
twintig meter naar links. Het hotel was in
vroegere jaren blijkbaar een „posthuis" ge
weest, want het was op de bekende manier,
rond een open binnenplaats, gebouwd. Gran-
by's auto stond aan den anderen kant van de
Rolls; van de plaats, waar wij stonden, kon-
den we net de kap zien.
Te oordeelen naar de hoopen vuilnis die we
er zagen, had de binnenplaats vroeger dienst
gedaan als stal en was daama nooit gereinigd.
,,Niet bepaald het toppunt van zindelijk-
heid", stelde Granby vast. ,,Maar we kunnen
nog van kwartier veranderen."
„Daar heb ik zelf ook al over gedacht", was
mijn antwoord. ,,Maar Saragossa is vol. Er is
iets aan de hand, 'n tentoonstelling of kermis
of lets dergelijks. Ik heb 't in vier gelegen-
heden geprobeerd maar er was geen bed meer
vr&"
wers, en dan is ie nie kontent veur zij 'm 'n
paar keeren over z'nen kop hee geaaid en teu
gen z'n schoeft hee geklopt.
Onderwile gaan Trui d'r oogen over d'n
wagel en as ie dan maar netjes leeg is,
ollee, dan is 't veur mekaar! Dan is 't Dre-
veur en Drd-na.
Ja. amico, zoow zijn en zoow blijven de
wefkes. Gin geld, gin liefde! Nouwja, da's 'n
bietje harder gezegd, dan sjuust is, horre.
Maartoch'k heb er nie veur niks
vijfendartig jaren opzitten, toch, hoe beter
of 't gaat, hoe plazieriger 't thuis is.
Da's dan ok dikkels 't diepe Iced van veul
menschen, amico! As 't van buiten af langs i
alle kanten teugenlopt, as van buiten af ge- I
negerd of gepingeld wordt, dan gaat er thuis
't blommeke ok zoow dikkels af.
Ik heb gin klagen, wat da betreft.
Trui is er as te kiepen bij ,om er ok d'r
schouwers onder te zetten, as er 'n bietje
zwaar gedrukt wordt, maar't is zoow dikkels
aanders.
'k Merk en 'k heur da wel 's, onderweuge.
En as zukke wefkes's wisten wa-d-'n kwaad
da ze daar zoow onwillekeurig mee doen!
Oh, lala, om in vlrtien dagen tijds 'nen
braven, stoeren kearel veur z'a leven naar d'n
drommel te helpen!
Oliee ik gaai daar op d'n oogenblik nie
verders op deur! 'k Mot nog efkes 't laand
op, 'k laat't volk nie geren laang allecn.
Ik gaai er dus maar afscheien.
M'n vellcke is weer vol, tot de noste week.
Veul groeten van Trui en as altij, gin horke
minder van oewen
toet h voe
DR<§.
SMOKKELSCHIP IN BESEAG GENOMEN.
De ambtenaren der invoerrechten en accijn-
zen te IJmuiden hebben den motorbotter IJM
336 in beslag genomen, omdat dit schip frau-
duleus ecne hoeveelheid spiritus vervoerde.
De hotter bleek in Duinkerken een lading
spiritus te hebben ingenomen, hij was daar-
mede te Nieuwediep binnengekomen zonder
bij de douane lcennis te hebben gegeven van
zijn lading.
Vorige week was het schip doorgevaren
naar Zijpe (aan het Noord-Hollandsch kanaal)
en had daar een hoeveelheid gelost op een
vrachtauto. Toevallig werd dien dag op de
wegen controle op de rijbewijzen geoefend.
Zoo werd ook.bedoelde auto aangehouden. De
sterkriekende lading trok de aandacht van de
controleerende ambtenaren, die een nader on-
derzoek instelden en toen wegens het zonder
documenten vervoeren van alcohol tot inbe-
slagneming van auto en vracht overgingen.
Bij een nader onderzeek naar het schip bleek
dit evenwel verdwenen te zijn.
Overal werden de wachtposten gewaar-
schuwd, zoowel in het Noord-Hollandsch
kanaal als in het Noordzeekanaal en op het
IJsselmeer.
De ambtenaren te IJmuiden waren bij hun
controle langs het kanaal zoo gelukkig het
schip te vinden naby Euitenhuizen, evenwel
zonder bemanning en tusschen het riet ver-
borgen.
Het aan boord gaan en versleepen naar
IJmuiden was nu het werk van een oogenblik.
Thans ligt het vaartuig onder bewaking nabij
de Middensluis bij het kantoor der invoer
rechten.
OM IN DE GEVANGENIS TE KOMEN.
Een ongeveer 25jarige man heeft in de Rijn-
straat te Amsterdam de ruit van een horloge-
zaak met een steen verbrijzeld. Hjj deed ver-
volgens een greep in de dtalage, waarbij hij
in het bezit kwam van een paar horloges.
Van verschillende kanten, ook uit de zaak
zelf, schoten menschen toe om den dader aan
te houden. Deze deed echter niet de minste
moeite om het hazenpad te kiezen; heel gewil-
lig liet hij zich inrekenen. Aan de politie heeft
hij verklaard, dat hij door honger en armoede
gedreven, tot zijn daad is overgegaan, aange-
zien hij, op welke wijze dan ook, eten en on-
derdak wilde hebben.
De man is ter beschikking van de justitie
gesteld.
De omgeving van de Veemarkt te Amster
dam is eenige dagen geleden in rep en roer
gebracht door een koe, die naar de slacht-
plaats gebracht moest worden en plotseling
dol geiworden, op hoi is geslagen.
Dit feit geschiedde nadat het beest, waar-
mede de driver reeds voortdurend moeite
had, op de Veemarkt een loodje aan den
staart had gekregen. Na den drijver een duw
te hebben gegeven, ging de koe er met groote
vaart vandoor en rende, zeer tot ontsteltenis
van het publiek, dat naar alle kanten uiteen-
stoof, den Cruqiusweg op en vervolgens naar
de Bomeokade.
Op dat oogenblik hoorden we stemmen be-
neden ons op de binnenplaats. Ik ving het
woord „koffer" op en daama een paar voi-
zinnen in het Duitsch. Niets van belang echter
en dus draaide ik me, onverschillig, naar de
deur. Maar op dat oogenblik trok Granby's
manier van doen mrjn aandacht. Hij had een
van de pluchen gordijnen, by den raampost, op
zjj geschoven en stond oplettend naar wat er
beneden gesproken werd te luisteren. Ik riep
hem, maar hij schudde het hoofd en beduidde
me, dat ik stil moest zjjn.
Geduldig bleef ik staan wachten, maar toen
h(j bldSf luisteren, ging ik naar hem toe en
probeerde hem opzij te duwen. Met zijn vin-
gers in een stalen greep om mijn pols dwong
hij me achter hem te blijven staan. Ik ben
echter grooter dan Granby en als ik op mijn
teenen ging staan kon ik gemakkeljjk over
zijn schouder kijken. Dat deed ik het eerste
oogenblik leek alles op de binnenplaats nog
hetzelfde. Maar toen zag ik naast den man
met de slang een tweede figuur.
Die tweede figuur zagen we door onze po-
sitie ten opzichte van hem, in het „verkort",
maar zelfs als men dat in aanmerking nam
leek hij opvallend klein. Op dat oogenblik ging
hg een stap achteruit en nu kon ik hem goed
zien. Hy whs klein, veel kleiner dan iemand
van gemiddelde grootte hoogstens een meter
vijf en veertig of een meter vyftig. Zijn schou-
ders waren rond en toen hij zich omdraaida
zag ik dat zjjn rug eveneens rond was. Hy
zag eruit als een man, die jaren over een te
lagen lessenaar gebogen gezeten heeft en ik
herinner me, dat ik bij het zien van zyn figuur
me afvroeg of ik na twintig jaar kantoor-
werk er ook zoo oud en aftandsch uit zou zien.
Zijn gezicht zag ik niet, want dat was in do
schaduw; maar het viel me op dat zijn han
den ongewoon lang en slank waren en voor een
man h6hl blank. En wat zijn kieeding betreft
hy droeg een zwart of danker blauw col-
bertpak.
„Een vriend van je?" vroeg ik Granby flui3-
terend.
Daar trachtte een agent van politie (het
do lie beest tot staan te brengen, met het ge-
volg, dat hij tot drie keer op de horens ge
nomen en tegen de straat gesanakt werd.
Ofschoon zeer emstig bezeerd, riep da
agent een in de nabijheid zjjnde taxi aan.
waarin ook een collega plaats nam. De auto
ging daarop het beest na, dat tusschen de
sporen van de Bomeokade bekneld raakte,
zoodat de agenten gelegenheid hadden de koe
neer te schieten. De gewonde agent heeft
zich naar huis moeten begeven.
BOTSING TUSSCHEN VRACHT AUTO'S.
Op den nieuwen verkeersweg te Nieuwer-
kerk a. d. IJsel heeft een emstige botsing
plaats gehad tusschen twee vrachtauto's, ten
gevolge waarvan de chauffeur van een der
auto's, J. H. D., uit Utrecht, op slag gedood
is. De overledene was gehuwd en vader van
een kind.
SCHAKXNG.
Een 18jarig meisje uit Heerlen had een 23-
jarigen jongeman uit Sittard leeren kennea.
Na twee weken besloot zy, op zijn verzoek,
zich te laten schaken. Zij gingen naar Eind
hoven en bleven 14 dagen zoek. Thans is het
tweetal in een logement te Eindhoven gear-
resteerd. De jongeman is wegens schaking in
het politiebureau te Heerlen opgesloten ea
later naar Maastricht overgebracht.
ONTPLOFFING TE TILBURG.
In de kunstwolfabriek van de firma J.
Berghegge en Zn. in de St. Josephstraat ts
Tilburg heeft een ontploffing plaats gehad.
De ontploffing geschiedde in het bijgebouw op
de binnenplaats, waar de ontstoffingsmachina
is geplaatst. Het dak vloog weg en de zij-
muren werden ingedrukt. Glas en pannea
vlogen over het fabrieksgebouw heen en kwa
men terecht op de woningen in de St. Joseph-
dwarsstraat. Het geheele gebouwtje viel ia
puin. Op het oogenblik van de exploisie werkta
er slechts 5en arbeider, de 20jarige J. Levend,
die gewond werd aan gezicht en handen.
De brandweer, die met veel materiaal was
uitgerukt, behoefde geen dienst te doen aan-
gezien er geen brand uitbrak. De oorzaak
van het ongeluk is nog onbekend. Wel ston
den in het gebouwtje eenige zuurstofcylindera,
maar het staat niet vast, of deze de exploisia
hebben veroorzaakt.
Op de opslagterreinen van de Kunstmest-
fabriek Krol en Co. te Zwolle, was de 32-jariga
Ruiter, wonende te Wezep, bezig met het
transport van zakken kunstmest. Plotseling
ging een stapel zakken werken, ongeveer 50
zakken, ieder elk inhoudende 100 K.G., kwa
men op den arbeider terecht. Toen men hem
bevrijd had bleek een enkel gebroken, en had
hij een bekkenbreuk en kleinere verwondingen
opgeloopen.
WEER EEN OVERVAL.
Woensdagavond hebben twee personen zich
wederrechtelijk toegang verschaft tot ds
woning van de ruim 80-jarige weduwe M. aan
de Voorstraat te Sommelsdijk. Een buurman
die gestommel hocrde, ging terstond een on-
derzoek instellen, waarna de twee personen,
vermoedelijk zeer jonge menschen, de vlucht
namen. De oude vrouw had door dezen over-
val eenige schrammen aan het gelaat opge
loopen. Begrijpelijkerwijze was zij geheel
overstuur en kon nog geen nauwkeurigs
mededeelingen omtrent het voortgevallene
verstrekken. Vermoedelijk wordt er niet3
vermist. De politie stelt een onderzoek in.
HET KIND MET HET BADWATER
WEGGEDAAN
Een bewoonster van de Van Oldenbame-
veldtstraat te 's-Hage deed aangifte bij da
politie, dat zij tijdens de verhuizing uit een
perceel in de Kostverlorenstraat, v66r dit per-
ceel een kistje inhoudende pl.m. 100 aan
geld en eenige sieraden, op straat had gezeL
Zij verkeerde echter aanvankelijk in de mee-
ning, dat het kistje leeg was. Het kistje is
door de Reiniging meegenomen, werd later
bij de Gemeente Vuilverbranding teruggevon-
den, doch bleek toen ledig te zijn.
EEN ONDERNEMEND KAPPER-
Gnder de zakenmsnschen te Hoom Is
naar het ,,Handelsblad" meltlt groote con-
stematie verwekt door iemand, die in het
perceel West 41 een kapperszaak v.estigde en
geheel naar de eischen des tijds liet inrichtea.
Met een auto, welke hy by een garagehouder
huurde en welke hy inmiddels reeds elders
had getracht van de hand te doen, reisde hy
verschillende zaken af en kocht alles, wat
maar eenigszins in een modeme kapperszaak
een plaatsje kan vinden. De Hoomsche
zakenmenschen waren met z6<5'n Want den
koning te rijk. De Wap op de vuurptjl wa3
een advertentie, waarin de opening van
modems dames- en heerensalons werd aan-
Dat fluisteren was het gevolg instinctief
van my'n kant van zyn ongewone houding.
Granby gaf geen antwoord, maar ik hoorda
hem zacht tusschen zyn tanden door fluitea,
een gewoonte van hem als hy opgewonden
was.
„Weet je 't zeker?" vroeg de stem van den
bochel als 'k hem, om zyn misvormden
rug, zoo mag betitelen in het Duitsch.
„Absoiuut zeker," was het antwoord van
den chauffeur. „Na Barcelona heb ik den
kerel niet meer gezien en zelfs toen wist
ik niet zeker of ik den goede voor had,"
„Vooruit Granby!" drong ik fluisterend aan
„als we't diner koud laten worden, is't heele-
maal oneetbaar."
„Stil!" beet hy me toe. „Laat me luisteren."
Ik bleef zwygend en, eeriyk gezegd, een.
tikje gepiqueerd achter hem staan.
„Ik hoop, dat je gelijk hebt." Dat was de
bochel weer. „We hebben 66n keer met den
vent te doen gehad, maar dat is de eerste en
laatste keer geweestDaar zorg lk voor."
Al pratend liep hy de binnenplaats over,
maar voor hij door de poort naar buiten ging
bleef hy staan en keerde zich half om.
„Om half tien danmorgenochtend
en denk erom, wat ik over dien koffer ge
zegd heb. Wat ze ook aanvoert of beweert.
je houdt je aan mijn bevel."
,,Goedgoed,'' zei de chauffeur. „AIs u
haar dan maar kalmeertIk zou 't niet
graag op me nemen."
„Laat dat maar aan my over," antwoordde-
de bochel met een hautain air.
Hy keerde zich om en ging het hotel binnen..
Granby ging nu ook van het raam weg, liep
de kamer door en begon de kraan te manipu-
leeren, die ik al eerder op den middag, tever-
geefs, tot het geven van warm water had ge
tracht te verleiden.
„Wie is die slanke meneer?" vroeg ik, toen
we samen de gang doorliepen.
(Wordt vervolgd.'i