ALGEMEEN NSEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De muiterij op „De Zeven Provincien" Eerste Blad. De ontploffing te Neunkirchen No. 8952 MAANDAG 13 FEBRUARI 1933 73e Jaargang. BINNENLAND BTJITENLAHD „TEGEN DE BEST - NDE RECHTSORDE". STUDENTEN TE LEUVEN SLAAGS. TER NEUZENSCHE COURANT IBOXvr"" Emr.en Ter Neuzer 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaJing fr. per post f 5,60 per jaai Voor Belgie en Amerika 2,—, overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. TTitgeefsterFirms P. -J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0.80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertenticn bij regelabonnement tsgen verminderd tarief. hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst fen dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. DE KONINGIN TERUG UTT HET BUITENLAND. Xn verband met den politieken toestand •wordt H. M. de Koningin heden in de residen- tie terug verwacht. MINISTER BEELAERTS VAN BLOKLAND. De Minister van Buitenlandscbe Zaken i3 Eaterdagochten-d uit Genfve in Den "Haag ternggekeerd en heeft in den loop van den ochtend zijn ambtsbezigheden hervat. UITVOERING TARWEWET. Van bevoegde zijde wordt meegedeeld, dat In verband met de wijziging van de Tarwewet 1931 met ingang van 13 dezer het maalper- eentage van 25 tot 35 wordt verhoogd. EI GEN KLEEDING EN SCHOEISEL VAN DIENSTPLICHTIGEN. Bg ministerieele bescbikking is bepaald, dat in bet vervolg aan de gewone dienstplicb- tigen van de landmacbt door de burgemees- ters, die ben ter inlijving oproepen, zal wor den medegedeeld, dat, indien zij gedurende bun verblijf in werkelijken militairen dienst eigen bleeding of scboeisel wenscben te dra- gen, zij dadelijk na opkomst in werkelijken dienst bun verlangen daartoe moeten ken- baar maken aan den commandant van de compagnie, het eskadron of de batterij, waar- bij zjj komen te dienen en dat deze comman dant hun dan zal mededeelen, welke als mili- tair te dragen voorwerpen voor eigen rekening mogen worden aangescbaft en aan welke ver- eiscbten deze voorwerpen moeten voldoen. VERBODEN MEDE WERKING VAN MILITAIREN AAN WEERBAARHEIDS- ORGANISATIES. Ir. Mussert, heeft als leider van de Natio- naal Socialistische Beweging een open brief gericht tot den Minister van Defensie, waar- in hij opkomt tegen het verbod aan militai ren om deel te nemen, leiding te geven, of eenigerlei medewerking te verleenen aan eenige zoogenaamde weerbaarheids-organisa- ties, zoo als de Alg. Ned. Fascistenbond, de Oommunistische Partrj-Holland, de Nationaal Socialistische beweging enz., en wel als strij- dig met de belangen van de krijgstucht. Ir. Mussert scbrijft o.a., dat de nationaal- socialistische weer.baarbeid is opgericbt met het volgende doel en karakter, als omschreven in het oprichtingsbesluit, waarvan aan den Minister van Defensie afschrift is toegezon- den. Het doel dezer waarbaarbeid is eenerzijds het ontwikkelen van het gevoel voor orde, tucht, eer en dienstbereidheid der jongere N.SJ3.-leden, anderkijids bet verboogen van het weervermogen der .beweging tegenover personen en instellingen, welke baar aan- tasten. Het optreden der weerbaarbeid zal geheel in overeenstemming zijn met de wet; de weer baarbeid is niet bestemd voor militaire doel- einden. Aan bet in deze bewoordingen vastgelegds doel en karakter der weerbaarbeid is, vol- etrekt de hand gebouden. In bet hanteeren van scbiet- of steekwape- nen is nimmer geoefend, geweren of revol vers of andere militaire wapenen zijn niet in het bezit van de weerbaarheid. De mogelijkheid van aantasting van de krjjgstueht is dus van te voren reeds uit- gesloten. Vervolgens wordt betoogd, dat onze natie onder bet tegenwoordig Regeerlngsstelsel te gronde gaat. NEDERLANDSCH-BELGISOHE ONDERHANDELINGEN. Het lid der Eerste Kamer prof. De Savomin Lohman heeft de volgende vragen gericht tot den Minister van Buitenlandsche Zaken: 1. Heeft de Minister kennis genomen van de in de senatoriale commissie voor de buiten landscbe zaken op 8 Februari 1933 door den Belgischen minister van buitenlandscbe zaken gedane mededeeling, ,,dat de (Nederlandsch- Belgische) onderhandelingen worden voort- gezet en een bevredigende wending neme" (Nieuwe Rotterdamsche Courant, ochtendblad C, 9 Februari 1933) Wil de Minister verklaren of inderdaad na de schorsing van de onderhandelingen deze zijn hervat, dan wel nieuwe besprekingen zijn ingeleid of oude voortgezet, en of daarbij ook de overige onderhandelaars zijn betrokken? 3. Indien thans, dus v6<5r de Nederland- sche verkiezingen van 1933, dergelrjke onder handelingen, worden gevoerd of besprekingen worden gehouden, is dat dan volgens den Mi nister niet in strijd met zljtn op 1 April 1932 in de Eerste Kamer der Staten-Generaal afge- legde verklaring (Handelingen Eerste Kamer 1931/32 biz. 552, 553) omtrent de beteekenis ▼an de schorsing van de onderhandelingen, waarvan op dien datum kond werd gedaan? 4. Zoo neen, is de Minister dan bereid mede te deelen, waarom Zijn Excellentie geen enkele poging heeft gedaan om de publieke opinie in beide landen, die blijkens haar uitin- gen in Parlement, pers en vergaderingen alge- roeen de ministerieele verklaring wel degelijk in dien zin had verstaan, van haar dwaling te overtuigen? 5. Indien op dit oogenblik wordt onderhan- deld of besprekingen worden gevoerd, was den Minister dan van de voornamen daartoe niets bekend, toen Zijn Excellentie op 29 November 1832 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal gewaagde van ,,een onderbreking der bespre kingen", waarin ,,moest worden berust". (Handelingen Tweede Kamer 1932/1933, biz. 792) 6. Staat de regeering nog steeds op bet starxdpunt waarvan blijkens dezelfde rede van 29 November 1.1. in Januari 1932 aan de Bel- gische regeering mededeeling is gedaan, dat zoo v66r Paschen van dat jaar het tractaat niet zou worden geteekend, de tot standko- ming daarvan tot na de Nederlandsche verkie zingen van 1933 zou moeten worden ver- scboven b als in strijd met geest en inhoud van vaartuigen, zoodat bet voor deze schepen roe- i w 4 nor TY1115 bet wetboek van strafvordering; c. als een krenking van den bedoelden verdediger Naar De Telegraaf vemeemt heeft het ge- meentebestuur van Amsterdam een brief ont- vangen van den Minister van Binnenlandsche Zaken over de kwestie van de huurstakingen. De Minister schrijft daarin, dat bij vemo- men heeft, dat de beweging van huurstaking 7. Zoo ja beteekent dit dan niet, ook vol- zich te dezer stede uitbreidt, en dat z.i. deze Ill 1- 1_ J V, mmIa nw /I A A aVi f n gens den Minister, dat het eventueel na de verkiezingen optredende nieuwe kabinet, zelfs indien momenteel besprekingen zouden wor den gehouden, niet slechts formed en juridisch maar ook in formeel en moreel in geen enkel opzicht zal zijn gebonden en volmaakt vrij tegenover de zaak zal komen te staan? ONOORBARE UTTLATING VAN EEN SUBSTITUUT-OFFICIER VAN JUSTITIE? Het Eerste Kamerlid Mendels heeft den Minister van Justitie de volgende vragen ge- steld: Kan de Minister mededeelen, of het juist is, gelijk het desbetreffende verslag in het dag- blad Het Volk van 3 Februari j.l. vermeldt, dat ter terechtzitting van de arrondissements- rechtbank te 's Hertogenbosch op Donderdag 2 Februari j.l., bij de behandeling van een strafzaak tegen een jongeman, verdacht van strafbare bedreiging, de fungeerende substi- tuut-officier van justitie zicb in zijn repliek op het pleidooi van den verdediger Mr. Paul Tripels, deken van de orde van advocaten te Roermond, aldus of ongeveer aldus heeft uit- gelaten: „Ik vind het bedroevend, dat menschen als deze verdachte nog een verdediger bereid vin- den de verdediging op zich te nemen". Mocht dit zoo kr'n, acht de Minister dan deze of dergelrjke uitlating niet onoorbaar: a. als een miskenning van aard en strek- king van het insituut der verdediging in straf zaken; beweging ingaat tegen de bestaande rechts- orde. Zij heeft in zekere mate geen revolu- tionnair karakter. Degenen, die aan die be weging meedoen, hebben in geen enkel opzicht aanspraak op toegevendheid van de overheid. Daarom zou de Minister het op prijs stellen, van B. en W. de verzekering te ontvangen, dat j keloos ware geweest om te trachten het mul- terschip op zoodanigen afstand te naderen, dat zij in staat zouden zijn het schip onklaar te scbieten, in de hoop dat het zich dan wel voetstoots zou moeten overgeven. Nu dit on- uitvoerbaar was, bleef de keuze tusschen de duikboot en het vliegtuig. Het is ook aan leeken wel bekend, dat de uitwerking van een geslaagd torpedoschot gewoonlijk nog veel emstiger Is dan die van een vliegtuigbom van het lichtste kaliber. De keuze kon daarom niet twijfelachtig zijn. Of het dan wellicht mogelijk geweest zou zijn een bom te werpen. welke alleen maar indruk maakte zonder schade te doen? In de vraag der technische mogelijkheid zijn wij: niet bevoegd te treden, maar wij hebben uit hetgeen omtrent de men- taliteit der muiters gebleken is, toch wel de overtuiging gekregen dat een bomworp, die Vd.n 15"n VV UC VCl^CACIlUg 1<C uiiuvangtu, uat i /vaLaaI nnlitor" huurstakers die uit hun woningen zijn gezet, f nlet raak ™are geweest b^®^Jjebe®J c of bun woningen vrijwillig verlaten, niet zullen wege had kunnen blijven. Nader is bovendien worden opgenomen in vereenigings- of ge- meentewoning. De Minister vraagt zicb af, of, voor zoover werkloozen aan deze beweging mededoen, dezen niet van steun 1ehooren te worden uit- gesloten. Alvorens ecbter op dit punt even tueel een beslissing te nemen, zou minister Ruys gaame inlichtingen van B. en W. ver- nemen over den omvang van de beweging, de daden (sabotage), waarmede de huurstaking gepaard gaat en de personen, die zich daar- aan schuldig maken. DE VVEELDE-VERTERINGSBELASTING De Nederl. R.-K. Mic lenstandsbond heeft in nog bericht dat aan het werpen van den bom overeenkomstig het voorschrift niet minder dan zes sommaties vooraf zijn gegaan, die tot driemaal toe afwijzend beantwoord werden. Dit wat de bijzondere omstandigbeden be- treft, waaronder opgetreden moest worden. Wij merken overigens op, dat elke misluk- king van dit optreden stellig en zeker een veel grooter onbeil na zicb zou hebben gesleept. i In het gezicht van Java, het centrum en bolwerk van ons gezag in Indie, kon voort- zetting van de openlijke uittarting geen oogen- blik langer worden geduld. Men stelle zich de figuur voor van een door de omsingeling been- ue JNeuen. k.-k. mic ienstanosooua neert m j brekfndf nmiterschip, dat victorieus zijn tocbt een adres aan de Tweede Kamer verzocbt, dat voortzet, nu met meer enkel met een vaa bijaldien bet ontwerp vin wet voor een weelde- J tuigjevoor den civielen d eimt maar met alle verterlngsbelasting mocht worden aanvaard, bescbikbare mantieme stnjdmiddelen macb- met nader aangegeveA moeilijlkheden wordt s rekening gehouden en zooveel mogelijk aan de bezwaren wordt tegemoet gekomen, opdat de druk, welken de heffing van de voorgestelde belasting op het bedrijfleven zal gaan oefenen, tot den gerlngst mogelijken omvang worde beperkt. teloos achter zicb aan! Hoe men het ook beschouwe, hoezeer men ook het verlies van menschenlevens moge be- j treuren, het is moeilijk tot een andere slotsom te komen dan: deze bom moest barsten. i om de loonsverlaging noodzakelijk was en hun daardoor het aanvaarden van de zware kor- ting te vergemakkelijken. Hrj moest weten, dat er aan boord een ulterst gespannen toestand heerschte, des- ondanks verliet hij zrjn schip, zonder andere noodzaak dan om een feestelijkheid te bezoe- ken. En toen het te laat was en „De Zeven Provincien" de reede verliet ging hij den bodem ijlings acbterna, maakte zich daardoor belachelijk en liet zich intimideeren bovendien. Deze man kon toen al geen minuut meer ge- handhaafd blijven in een zelfstandig com mando. Wat nu de jonge officieren aan boord toe- I treft, ook zij zijn in hun gedrag in de hoogste J mate te laken. Hier was plaats voor een daad van moed, welke door geen hunner is getoond. Zij hebben vergeten wat hun plicht was, een plicht, die boven den dood kan gaan. Ik ben er van overtuigd, dat, wanneer een hunner was opgetreden, gelijk verwacht mocht wor den van een officier der marine, dat dan veel van wat nu helaas gebeurd is, voorkomen had kunnen worden. Geen hunner was branie ge- noeg zich tegenover het muitend volk te stel len. Hij zou misschien neergeschoten zrjn. maar dat is lang niet zeker. In ieder geval behoorde zoo te zijn opgetreden en anders niet. De maatregelen tot saneering der marine, ook in rangen van het officierencorps, zrjn dringend noodig. Het is een eisch, waarvan bet behoud onzer eeemacht afhangt. Ver- schijnselen als zich thans voorgedaan hebben, wrjzen op een door en door zieken toestand Zonder aanziens des persoens moet er recht gedaan worden. Nogmaals, ik schaam me voor de marine. Zij is geblameerd. Maar die blaam moet wor den weggenomen; de straf-expeditie is daar toe allerminst voldoende." De gevangengenomen muiters. Het departement der marine in Ned.-Indie deelt naar de N. R. Crt. meldt mede, dat 28 Europeesche scbepelingen van „De Zeven Provincien" zijn gearresteerd en door de „Orion" te Batavia worden aangebracht, ter- wijl aan boord van de „Java" zich 184 inland- sche schepelingen van „De Zeven Provin cien" bevinden. Het eiland Onrush Een welbekend eiland in de geschiedenis van de Oost-Indische zeevaart zal tot tijdelijk verblijf dienen van een deel der muiters van „De Zeven Provincien". Onrust, ook geheeten Poelan Kapal, het scheepseiland, een der kleine eilanden bij de Westelijke invaart van de baai van Batavia (het heeft slechts een opper- vlakte van 9 HA), was reeds in Compagnie's dagen in dienst van de scheepvaart gesteld en van werven en tuighuizen voorzien. Nadat in 1800 de Engelschen er alles plat hadden geschoten, heeft een kwarteeuw later gouver- neur-geoeraal Van de Cappellen er nieuwe etablissementen laten oprichten en in 't mid den der vorige eeuw heeft bet eiland een drij- vend droogdok gekregen. De laatste twintig jaren wordt het uitsluitend gebruikt als qua- rantaine-station voor uit Mekka terugkeeren- de pelgrims, waaruit reeds volgt dat het er op ingericht is groote groepen menschen tijdelijk onderdak te brengen. Er zal nu ruimte te over zijn, daar de Mekka-vaart tot het uiterste is ingekrompen in verband met de crisis. De tusschen de ,,Aldebaran" en „De i Zeven Provincien" gewisselde seinen. Het departement van Defensie deelt mede: Volgens van den gouvemeur-geaeraal ont- vangen berichten heeft de ,,Aldebaran" na het vertrek van Olehleh, zoodra zij „De Zeven Provincien" op voldoenden afstand genaderd was, geseind: „Ik wenscb u te spreken". Daarop werd van „De Zeven Provincien" geantwoord: „Ik zal op sloepen vuren, wan- j neer zjj trachten langszij te komen". Duidelijk werd vanaf de „Aldebaran" gezien, dat de kanonnen van 15 en 7% c.M. van bak- boord-geschut op de „Aldebaran" werden ge- ricbt. De „Aldebaran" vergrootte daarop den afstand, waarop het geschut van „De Zeven I Provincien" weder in normalen stand werd gedraaid. Een "kwartier daama seinde „De Zeven Provincien, vermoedelijk in antwoord op het sein van de „Aldebaran": „Neen, ik kan niet". Te13.10 uur van 5 Februari seinde ,,De Zeven Provincien" aan de ,,Aldebaran": ,,In overleg met officieren besloten, zelf naar Soe- rabaja te stoomen. Aldebaran kan volgen. Er •zal niet van wapetis gebruik gemaakt worden, eoolang wij er niet toe gedwongen worden. Ekn dag v66r binnenkomst zullen comman dant en officieren met vollen eerbied ontvan gen worden, onderteekend: bemanning". Te 16.10 uur seint de overste Eikeniboom aan den luitenant-ter-zee van Boven, aan boord van „De Zeven Provincien": „Tracht bemanning te overreden in hun eigen belang zoo spoedig mogelijk onvoorwaardelijk bevel overgeven aan commandant. Terugkeer Olehleh om rest equipage te embarkeeren. Daama rechtstreeks naar Soerabaja. Voor- waarde bij overgave inlevering alle wapens per sloep aan „Aldebaran". Daarop werd te 17.50 uur door „De Zeven Provincien" geseind: ,In overleg bemanning bouden Wij vast aan reeds gezonden telegram". Dit sein werd onmiddellijk gevolgd door een bericht van den luitenant-ter-zee van Boven aan de Aldebaran luidende: „Bemanning vol- hardt in besluit zelf schip naar Soerabaja te brengen en 66n dag voor aankomst te Soera baja de wapens aan boord op te bergen en als- dan het schip asm commandant en officieren terug te geven conform eerste telegram". Verder heeft men met het schip geen con tact meer gehad. Tuhumena, de navigator der muiters. De op de doodenlijst vermeldde inlandsche navigator Tuhumena blijkt in leven te zijn. Hij bevindt zicb aan boord van de ,,Java" in zwaar arrest. Desniettemin blijft bet aantal der dooden ongewijzigd. De wd. commandant der „Zeven Provincien". De door de bom gewonde Europeescben ma- rinier Bom verklaarde, naar ,,Aneta'' meldt, dat hij degene is geweest, die op „De Zeven Provincien" de witte vlag heeft gebeschen. Deze mededeeling wordt nader geverifieerd door een speciale commissie van onderzoek aan boord van het eskader. De hoofdleiding van. dit onderzoek is opgedragen aan den kapi- tein ter zee F. W. C. Koster, die tevens tijde lijk het commando over ,,De Zeven Provincien" waarneemt. Het pantserschip niet emstig beschadigd. ,,De Zeven Provincien" bl'ijtkt niet emstig te zijn ibeschadigd. Het schip stoomt op eigen kracht op naar de reede van Tandjong Priok. Het uur van aankomst aldaar is nog niet be kend. Het departement der marine deelt mede, dat het vliegtuig D. 11 geheel overeenkomstig de schriftelijke orders, welke aan dit vliegtuig waren verstrekt, de muitende bemanning aan boord van „De Zeven Provincien" tot zes maal toe heeft gesommeerd nl. driemaal radiogra- fisch op de 600 M.-golf en driemaal op de 475 M.-golf. Hiema werd den muiters tlen minuten be- denktijd gegeven, welke werden misbruikt door de driemaal herhaalde uitseining van het bekende telegram, met de toevoeging: ,,Ons niet binderen". Indien na het werpen van de eerste bom de overgave niet zou zijn gevolgd, dan zouden de vliegtuigen te tweeden male boven het schip zijn verschenen en bommen hebben uitgeworpen tot een aantal gewicht van 1200 K.G. De commandant van „De Zeven Provincien". De commandant van „De Zeven Provincden", de kapitein-luitenant ter zee P. Eikeboom is van het commando over dit schip ontheven. Hij bevindt zich thans aan boord van den krui- ser ,,Java" in afwachting van de beslissing, te nemen door de pas ingestelde commissie van onderzoek aan boord van het eskader. De bom. De N. R. Crt. schrijft: In verband met de van verschillende kan- ten gerezen vraag in hoeverre bet mogelijk geweest zou zgn om, zonder gebruik te maken van een bom, de muiters van ,,De Zeven Pro- vincien" tot overgave te dwingen, vestigen wij nog eens de aandacht op de bijlzondere omstandigbeden, waaronder tegen het schip geageerd moest worden, zooals deze door de berichten van bet Departement van Marine zijn bevestigd. „De Zeven Provincien" was voorzien van het verstdragende en machtigste geschut van alle ter plaatse aanwezige marine- Staatsraad vice-admiraal J. J. Ram- bonnet over d,e gebeurtenissen. De ..Haagscbe Crt." schrijft: Nu er nadere brjzonderheden bekend zijn ge- worden over den aanvang en het verdere ver- loop van de muiterij aan boord van „De Zeven Provincien", o.a. blijkens het interview van den Aneta-correspondent met den luitenant ter zee de Vos van Steenwijk, hebben wij Staatsraad vice-admiraal J. J. Rambonnet ge- vraagd ons zijn meening te zeggen over de houding der op het muitende schip achterge- bleven marine-officieren. ,,Ik schaam mij voor de marine", zoo begon de vice-admiraal. „Ik kan u niet zeggen hoe afschuiwelijk ik het gebeurde vind. Het is een blamage voor onze reputatie, niet alleen in Indie en Nederland, maar ook tegenover het. buitenland. Niet dadelijlk wil ik de schuld laden op de meerendeels jonge officieren, die aan boord achterbleven, terwijl de comman dant met de andere leden van het commando aan wal ging. Neen, de blaam treft voor de voile maat den heer Eikenboom, die, ten over- vloede nog door den vlootvoogd gewaar- schuwd, zijn plicht verzaakte en het lot van zijn schip onder zeer bedenkelijke omstandig- heden, liet in de handen van enkele onervaren officieren. Het is mij onibegrijpelijk, dat deze man niet direct geschorst is. Zijn fout begon al met een betoon van volslagen gemis aan leiderschap, door zrjn bemanning niet te verklaren, waar- Vrrjdagnacht zijn te Leuven tusschen Waal- sche en Vlaamsche studenten emstige klop- partijen geleverd, als gevolg van het weder- zijdseh wegnemen van mutsen. Een student werd zoo emstig gewond, dat hij in een zie- kenhuis moest worden opgenomen. In den loop van den nacht trachtte een aantal studenten een gearresteerden makker te bevrijden, waar- bij een commissaris van politie en een agent werden gewond. Talrijke processen-verbaal zijn opgemaakt. BELGISCHE NATION ALE SPOORWEG-MIJ. De raad van bebeer van de Nationale Maat- schappij van Belgiscbe Spoorwegen heeft in zijn jongste vergadering de winst- en verlies- rekening over het bedrijfsjaar 1932 definitief opgemaakt. Deze rekening sluit met een verlies van ongeveer 290 millioen francs. Het eigenlijke bedrijfsverlies bedraagt 168 millioen francs. Het gebeele tekort zal gedekt worden door middel van het reservefonds, dat nog over 400 millioen francs beschikt. Met uitzondering van de electrificatie van een der dubbelsporen van de lijn Brussel Antwerpen worden voor 1933, geen groote wer- ken voorzien. Volgens het jaarverslag is in 1932 op tal van posten emstig bezuinigd. Het personeel is van 91.000 man op 86.000 temggebracbt. De loonen en salarlssen zijn eveneens verlaagd geworden. De plaats van de ramp een groote mine. De N. R. Crt. meldt nader: Over de ramp die Neunkirchen in het Saar- gabeid heeft getroffen kan nog het volgende worden gemeld: De stad, die 42.000 inwoners telt, biedt een troostelooeen aanblik van verwoesting en op- winding. Overal scholen groepen menschen samen, die de gebeurtenissen van de laatste uren bespreken. Auto's van den geneeskun- digen dienst doorkruisen de straten om overal waar dit noodig blijkt de eerste hulp te ver leenen. De doktoren uit de gebeele omgeving zijn gealarmeerd. Alle brandweren uit den omtrek zijn te Neunkirchen samengetrokken, evenals de geneeskundige diensten welke alien met groote inspanning en ijver him droeve werkzaamheden verrichten. 500 arbei- ders zijn met het opruimingswerk bezig. Op verschillende plaatsen moesten de ongelukki- gen, die bedolven lagen onder ingestorte ijzer- constructies met zuurstofapparaten los ge- lascht worden. Hoe geweldig de uitwerking der ontploffing was bl'ijlkt wel uit het feit, dat brokstukken van den grooten gashouder en van de buiten- gewoon zware buisleidingen tot drie kilome ter ver bet land in geslingerd zijta. De Saar- bmckerstrasse, die naar de plaats des onheils leidt, ligt bezaaid met brokken ijzer, kapotte buizen en stukken van de omhulling van den gasbouder. In de verderaf gelegen plaatsen Homburg, Zweibmcken, Wellesweier, Bexbach, Franken- holz, St. Ingbert etc. zijn tallooze venstermi- ten door den ontzagljjken lucbtdruk vemield. Kilometers ver is de gaslucbt nog duidelijk te bespeuren. Op de landwegen zijn masten van hoogspanningsleidingen omgeworpen. Het terrain in de onmiddellijke nabijheid van den gashouder ligt daar als een beeld der verschrikking. De huizen zijn tot de funda- menten met den grond gelijk gemaakt. Op de straten stapelen de menschen de stukken huis- raad, die zij nog uit het puin te voorschijln kunnen halen, op. Onder de overblijfselen van een geheel ingestort huis ligt nog een gebeel gezin bedolven. Op deuren als draagbaren worden dooden en gewonden weggedragen. Onvermoeid zwoegen de vrijwillige helpers der reddingscolonnes om te belpen, waar nog hulp geboden kan worden. De ziekenhuizen van het gebeele gebied, tot in Homburg toe, zijn geheel vol met gewonden. Gelukkig blrjken de eerste geruehten, die reeds spraken van 250 dooden, niet juist te zijn. Volgens de laatste schattingen is het waarschijnlijk, dat het aantal dooden ongeveer 50 zal bedragen. Dit aantal is nog betrekke- lijk gering wegens het feit, dat in de bedrg- ven maar weinig personeel werkte. Vele dooden liggen nog onder de puinboopen. Zoo zijn in een cafe aan de Saarbruckerstrasse door instortende muren alleen reeds 4 arbei- ders gedood. Het gevaar voor verdere ontploffingen is nog niet geheel uitgesloten. Onder bet bran- dende gedeelte der benzolfabrieken liggen n.l. nog eenige met benzol gevulde tanks, die na- tuurl'ijlk ieder oogenblik in de lucht kunnen vliegen. Het is te danken aan de tegenwoor- digheid van geest van een arbeider, dat de gasleiding onmiddellijk gesloten werd. Anders zou de omvang van de ramp nog veel grooter zijn geweest. Omtrent de oorzaak kunnen uiteraard op het oogenblik nog slechts vermoedens worden uitgesproken. Volgens een opzichter van de rjzerfabriek was op 15 meter afstand van de gasbouder een benzol-tankinstallatie. Bij deze installatie zou de brand ontstaan zjjn en het vuur zou het teer op den gashouder hebben aangetast. Men heeft toen snel getracht het gas uit den houder te laten ontsnappen en hierop is de rampspoedige ontploffing gevolgd. Volgens een andere lezing is de ontploffing van den gashouder, die een inhoud heeft van 150.000 M3., doch op het oogenblik "der ont ploffing slechts 12,000 M3. bevatte, veroor- zaakt door een in de benzolfabriek ontstane kleine explosie. Een derde veronderstelling is dat een vonk uit een motor brand zou heb ben veroorzaakt, welke brand zich dan zou hebben uitgebreid tot de benzolfabrieken.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1