ALGEMEEN NSEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De muiterij op „De Zeven Provincien"
Eerste Blad.
De ontploffing te Neunkirchen
No. 8952
MAANDAG 13 FEBRUARI 1933
73e Jaargang.
BINNENLAND
BTJITENLAHD
„TEGEN DE BEST - NDE RECHTSORDE".
STUDENTEN TE LEUVEN SLAAGS.
TER NEUZENSCHE COURANT
IBOXvr"" Emr.en Ter Neuzer 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaJing fr. per post f 5,60 per jaai
Voor Belgie en Amerika 2,—, overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
TTitgeefsterFirms P. -J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0.80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertenticn bij regelabonnement tsgen verminderd tarief. hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst fen dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DE KONINGIN TERUG UTT HET
BUITENLAND.
Xn verband met den politieken toestand
•wordt H. M. de Koningin heden in de residen-
tie terug verwacht.
MINISTER BEELAERTS VAN BLOKLAND.
De Minister van Buitenlandscbe Zaken i3
Eaterdagochten-d uit Genfve in Den "Haag
ternggekeerd en heeft in den loop van den
ochtend zijn ambtsbezigheden hervat.
UITVOERING TARWEWET.
Van bevoegde zijde wordt meegedeeld, dat
In verband met de wijziging van de Tarwewet
1931 met ingang van 13 dezer het maalper-
eentage van 25 tot 35 wordt verhoogd.
EI GEN KLEEDING EN SCHOEISEL VAN
DIENSTPLICHTIGEN.
Bg ministerieele bescbikking is bepaald,
dat in bet vervolg aan de gewone dienstplicb-
tigen van de landmacbt door de burgemees-
ters, die ben ter inlijving oproepen, zal wor
den medegedeeld, dat, indien zij gedurende
bun verblijf in werkelijken militairen dienst
eigen bleeding of scboeisel wenscben te dra-
gen, zij dadelijk na opkomst in werkelijken
dienst bun verlangen daartoe moeten ken-
baar maken aan den commandant van de
compagnie, het eskadron of de batterij, waar-
bij zjj komen te dienen en dat deze comman
dant hun dan zal mededeelen, welke als mili-
tair te dragen voorwerpen voor eigen rekening
mogen worden aangescbaft en aan welke ver-
eiscbten deze voorwerpen moeten voldoen.
VERBODEN MEDE WERKING VAN
MILITAIREN AAN WEERBAARHEIDS-
ORGANISATIES.
Ir. Mussert, heeft als leider van de Natio-
naal Socialistische Beweging een open brief
gericht tot den Minister van Defensie, waar-
in hij opkomt tegen het verbod aan militai
ren om deel te nemen, leiding te geven, of
eenigerlei medewerking te verleenen aan
eenige zoogenaamde weerbaarheids-organisa-
ties, zoo als de Alg. Ned. Fascistenbond, de
Oommunistische Partrj-Holland, de Nationaal
Socialistische beweging enz., en wel als strij-
dig met de belangen van de krijgstucht.
Ir. Mussert scbrijft o.a., dat de nationaal-
socialistische weer.baarbeid is opgericbt met
het volgende doel en karakter, als omschreven
in het oprichtingsbesluit, waarvan aan den
Minister van Defensie afschrift is toegezon-
den.
Het doel dezer waarbaarbeid is eenerzijds
het ontwikkelen van het gevoel voor orde,
tucht, eer en dienstbereidheid der jongere
N.SJ3.-leden, anderkijids bet verboogen van
het weervermogen der .beweging tegenover
personen en instellingen, welke baar aan-
tasten.
Het optreden der weerbaarbeid zal geheel
in overeenstemming zijn met de wet; de weer
baarbeid is niet bestemd voor militaire doel-
einden.
Aan bet in deze bewoordingen vastgelegds
doel en karakter der weerbaarbeid is, vol-
etrekt de hand gebouden.
In bet hanteeren van scbiet- of steekwape-
nen is nimmer geoefend, geweren of revol
vers of andere militaire wapenen zijn niet in
het bezit van de weerbaarheid.
De mogelijkheid van aantasting van de
krjjgstueht is dus van te voren reeds uit-
gesloten.
Vervolgens wordt betoogd, dat onze natie
onder bet tegenwoordig Regeerlngsstelsel te
gronde gaat.
NEDERLANDSCH-BELGISOHE
ONDERHANDELINGEN.
Het lid der Eerste Kamer prof. De Savomin
Lohman heeft de volgende vragen gericht tot
den Minister van Buitenlandsche Zaken:
1. Heeft de Minister kennis genomen van
de in de senatoriale commissie voor de buiten
landscbe zaken op 8 Februari 1933 door den
Belgischen minister van buitenlandscbe zaken
gedane mededeeling, ,,dat de (Nederlandsch-
Belgische) onderhandelingen worden voort-
gezet en een bevredigende wending neme"
(Nieuwe Rotterdamsche Courant, ochtendblad
C, 9 Februari 1933)
Wil de Minister verklaren of inderdaad
na de schorsing van de onderhandelingen deze
zijn hervat, dan wel nieuwe besprekingen zijn
ingeleid of oude voortgezet, en of daarbij ook
de overige onderhandelaars zijn betrokken?
3. Indien thans, dus v6<5r de Nederland-
sche verkiezingen van 1933, dergelrjke onder
handelingen, worden gevoerd of besprekingen
worden gehouden, is dat dan volgens den Mi
nister niet in strijd met zljtn op 1 April 1932
in de Eerste Kamer der Staten-Generaal afge-
legde verklaring (Handelingen Eerste Kamer
1931/32 biz. 552, 553) omtrent de beteekenis
▼an de schorsing van de onderhandelingen,
waarvan op dien datum kond werd gedaan?
4. Zoo neen, is de Minister dan bereid
mede te deelen, waarom Zijn Excellentie geen
enkele poging heeft gedaan om de publieke
opinie in beide landen, die blijkens haar uitin-
gen in Parlement, pers en vergaderingen alge-
roeen de ministerieele verklaring wel degelijk
in dien zin had verstaan, van haar dwaling
te overtuigen?
5. Indien op dit oogenblik wordt onderhan-
deld of besprekingen worden gevoerd, was den
Minister dan van de voornamen daartoe niets
bekend, toen Zijn Excellentie op 29 November
1832 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal
gewaagde van ,,een onderbreking der bespre
kingen", waarin ,,moest worden berust".
(Handelingen Tweede Kamer 1932/1933, biz.
792)
6. Staat de regeering nog steeds op bet
starxdpunt waarvan blijkens dezelfde rede van
29 November 1.1. in Januari 1932 aan de Bel-
gische regeering mededeeling is gedaan, dat
zoo v66r Paschen van dat jaar het tractaat
niet zou worden geteekend, de tot standko-
ming daarvan tot na de Nederlandsche verkie
zingen van 1933 zou moeten worden ver-
scboven
b als in strijd met geest en inhoud van vaartuigen, zoodat bet voor deze schepen roe-
i w 4 nor TY1115
bet wetboek van strafvordering;
c. als een krenking van den bedoelden
verdediger
Naar De Telegraaf vemeemt heeft het ge-
meentebestuur van Amsterdam een brief ont-
vangen van den Minister van Binnenlandsche
Zaken over de kwestie van de huurstakingen.
De Minister schrijft daarin, dat bij vemo-
men heeft, dat de beweging van huurstaking
7. Zoo ja beteekent dit dan niet, ook vol- zich te dezer stede uitbreidt, en dat z.i. deze
Ill 1- 1_ J V, mmIa nw /I A A aVi f n
gens den Minister, dat het eventueel na de
verkiezingen optredende nieuwe kabinet, zelfs
indien momenteel besprekingen zouden wor
den gehouden, niet slechts formed en juridisch
maar ook in formeel en moreel in geen enkel
opzicht zal zijn gebonden en volmaakt vrij
tegenover de zaak zal komen te staan?
ONOORBARE UTTLATING VAN EEN
SUBSTITUUT-OFFICIER VAN JUSTITIE?
Het Eerste Kamerlid Mendels heeft den
Minister van Justitie de volgende vragen ge-
steld:
Kan de Minister mededeelen, of het juist is,
gelijk het desbetreffende verslag in het dag-
blad Het Volk van 3 Februari j.l. vermeldt,
dat ter terechtzitting van de arrondissements-
rechtbank te 's Hertogenbosch op Donderdag
2 Februari j.l., bij de behandeling van een
strafzaak tegen een jongeman, verdacht van
strafbare bedreiging, de fungeerende substi-
tuut-officier van justitie zicb in zijn repliek
op het pleidooi van den verdediger Mr. Paul
Tripels, deken van de orde van advocaten te
Roermond, aldus of ongeveer aldus heeft uit-
gelaten:
„Ik vind het bedroevend, dat menschen als
deze verdachte nog een verdediger bereid vin-
den de verdediging op zich te nemen".
Mocht dit zoo kr'n, acht de Minister dan deze
of dergelrjke uitlating niet onoorbaar:
a. als een miskenning van aard en strek-
king van het insituut der verdediging in straf
zaken;
beweging ingaat tegen de bestaande rechts-
orde. Zij heeft in zekere mate geen revolu-
tionnair karakter. Degenen, die aan die be
weging meedoen, hebben in geen enkel opzicht
aanspraak op toegevendheid van de overheid.
Daarom zou de Minister het op prijs stellen,
van B. en W. de verzekering te ontvangen, dat j
keloos ware geweest om te trachten het mul-
terschip op zoodanigen afstand te naderen,
dat zij in staat zouden zijn het schip onklaar
te scbieten, in de hoop dat het zich dan wel
voetstoots zou moeten overgeven. Nu dit on-
uitvoerbaar was, bleef de keuze tusschen de
duikboot en het vliegtuig. Het is ook aan
leeken wel bekend, dat de uitwerking van een
geslaagd torpedoschot gewoonlijk nog veel
emstiger Is dan die van een vliegtuigbom van
het lichtste kaliber. De keuze kon daarom
niet twijfelachtig zijn. Of het dan wellicht
mogelijk geweest zou zijn een bom te werpen.
welke alleen maar indruk maakte zonder
schade te doen? In de vraag der technische
mogelijkheid zijn wij: niet bevoegd te treden,
maar wij hebben uit hetgeen omtrent de men-
taliteit der muiters gebleken is, toch wel de
overtuiging gekregen dat een bomworp, die
Vd.n 15"n VV UC VCl^CACIlUg 1<C uiiuvangtu, uat i /vaLaaI nnlitor"
huurstakers die uit hun woningen zijn gezet, f nlet raak ™are geweest b^®^Jjebe®J c
of bun woningen vrijwillig verlaten, niet zullen wege had kunnen blijven. Nader is bovendien
worden opgenomen in vereenigings- of ge-
meentewoning.
De Minister vraagt zicb af, of, voor zoover
werkloozen aan deze beweging mededoen,
dezen niet van steun 1ehooren te worden uit-
gesloten. Alvorens ecbter op dit punt even
tueel een beslissing te nemen, zou minister
Ruys gaame inlichtingen van B. en W. ver-
nemen over den omvang van de beweging, de
daden (sabotage), waarmede de huurstaking
gepaard gaat en de personen, die zich daar-
aan schuldig maken.
DE VVEELDE-VERTERINGSBELASTING
De Nederl. R.-K. Mic lenstandsbond heeft in
nog bericht dat aan het werpen van den bom
overeenkomstig het voorschrift niet minder
dan zes sommaties vooraf zijn gegaan, die tot
driemaal toe afwijzend beantwoord werden.
Dit wat de bijzondere omstandigbeden be-
treft, waaronder opgetreden moest worden.
Wij merken overigens op, dat elke misluk-
king van dit optreden stellig en zeker een veel
grooter onbeil na zicb zou hebben gesleept.
i In het gezicht van Java, het centrum en
bolwerk van ons gezag in Indie, kon voort-
zetting van de openlijke uittarting geen oogen-
blik langer worden geduld. Men stelle zich de
figuur voor van een door de omsingeling been-
ue JNeuen. k.-k. mic ienstanosooua neert m j brekfndf nmiterschip, dat victorieus zijn tocbt
een adres aan de Tweede Kamer verzocbt, dat voortzet, nu met meer enkel met een vaa
bijaldien bet ontwerp vin wet voor een weelde- J tuigjevoor den civielen d eimt maar met alle
verterlngsbelasting mocht worden aanvaard, bescbikbare mantieme stnjdmiddelen macb-
met nader aangegeveA moeilijlkheden wordt s
rekening gehouden en zooveel mogelijk aan de
bezwaren wordt tegemoet gekomen, opdat de
druk, welken de heffing van de voorgestelde
belasting op het bedrijfleven zal gaan oefenen,
tot den gerlngst mogelijken omvang worde
beperkt.
teloos achter zicb aan!
Hoe men het ook beschouwe, hoezeer men
ook het verlies van menschenlevens moge be- j
treuren, het is moeilijk tot een andere slotsom
te komen dan: deze bom moest barsten. i
om de loonsverlaging noodzakelijk was en hun
daardoor het aanvaarden van de zware kor-
ting te vergemakkelijken.
Hrj moest weten, dat er aan boord een
ulterst gespannen toestand heerschte, des-
ondanks verliet hij zrjn schip, zonder andere
noodzaak dan om een feestelijkheid te bezoe-
ken. En toen het te laat was en „De Zeven
Provincien" de reede verliet ging hij den
bodem ijlings acbterna, maakte zich daardoor
belachelijk en liet zich intimideeren bovendien.
Deze man kon toen al geen minuut meer ge-
handhaafd blijven in een zelfstandig com
mando.
Wat nu de jonge officieren aan boord toe-
I treft, ook zij zijn in hun gedrag in de hoogste
J mate te laken. Hier was plaats voor een daad
van moed, welke door geen hunner is getoond.
Zij hebben vergeten wat hun plicht was, een
plicht, die boven den dood kan gaan. Ik ben
er van overtuigd, dat, wanneer een hunner
was opgetreden, gelijk verwacht mocht wor
den van een officier der marine, dat dan veel
van wat nu helaas gebeurd is, voorkomen had
kunnen worden. Geen hunner was branie ge-
noeg zich tegenover het muitend volk te stel
len. Hij zou misschien neergeschoten zrjn.
maar dat is lang niet zeker. In ieder geval
behoorde zoo te zijn opgetreden en anders niet.
De maatregelen tot saneering der marine,
ook in rangen van het officierencorps, zrjn
dringend noodig. Het is een eisch, waarvan
bet behoud onzer eeemacht afhangt. Ver-
schijnselen als zich thans voorgedaan hebben,
wrjzen op een door en door zieken toestand
Zonder aanziens des persoens moet er recht
gedaan worden.
Nogmaals, ik schaam me voor de marine.
Zij is geblameerd. Maar die blaam moet wor
den weggenomen; de straf-expeditie is daar
toe allerminst voldoende."
De gevangengenomen muiters.
Het departement der marine in Ned.-Indie
deelt naar de N. R. Crt. meldt mede, dat 28
Europeesche scbepelingen van „De Zeven
Provincien" zijn gearresteerd en door de
„Orion" te Batavia worden aangebracht, ter-
wijl aan boord van de „Java" zich 184 inland-
sche schepelingen van „De Zeven Provin
cien" bevinden.
Het eiland Onrush
Een welbekend eiland in de geschiedenis
van de Oost-Indische zeevaart zal tot tijdelijk
verblijf dienen van een deel der muiters van
„De Zeven Provincien". Onrust, ook geheeten
Poelan Kapal, het scheepseiland, een der kleine
eilanden bij de Westelijke invaart van de baai
van Batavia (het heeft slechts een opper-
vlakte van 9 HA), was reeds in Compagnie's
dagen in dienst van de scheepvaart gesteld
en van werven en tuighuizen voorzien. Nadat
in 1800 de Engelschen er alles plat hadden
geschoten, heeft een kwarteeuw later gouver-
neur-geoeraal Van de Cappellen er nieuwe
etablissementen laten oprichten en in 't mid
den der vorige eeuw heeft bet eiland een drij-
vend droogdok gekregen. De laatste twintig
jaren wordt het uitsluitend gebruikt als qua-
rantaine-station voor uit Mekka terugkeeren-
de pelgrims, waaruit reeds volgt dat het er op
ingericht is groote groepen menschen tijdelijk
onderdak te brengen. Er zal nu ruimte te
over zijn, daar de Mekka-vaart tot het uiterste
is ingekrompen in verband met de crisis.
De tusschen de ,,Aldebaran" en „De i
Zeven Provincien" gewisselde seinen.
Het departement van Defensie deelt mede:
Volgens van den gouvemeur-geaeraal ont-
vangen berichten heeft de ,,Aldebaran" na het
vertrek van Olehleh, zoodra zij „De Zeven
Provincien" op voldoenden afstand genaderd
was, geseind: „Ik wenscb u te spreken".
Daarop werd van „De Zeven Provincien"
geantwoord: „Ik zal op sloepen vuren, wan- j
neer zjj trachten langszij te komen".
Duidelijk werd vanaf de „Aldebaran" gezien,
dat de kanonnen van 15 en 7% c.M. van bak-
boord-geschut op de „Aldebaran" werden ge-
ricbt. De „Aldebaran" vergrootte daarop den
afstand, waarop het geschut van „De Zeven I
Provincien" weder in normalen stand werd
gedraaid.
Een "kwartier daama seinde „De Zeven
Provincien, vermoedelijk in antwoord op het
sein van de „Aldebaran": „Neen, ik kan niet".
Te13.10 uur van 5 Februari seinde ,,De
Zeven Provincien" aan de ,,Aldebaran": ,,In
overleg met officieren besloten, zelf naar Soe-
rabaja te stoomen. Aldebaran kan volgen. Er
•zal niet van wapetis gebruik gemaakt worden,
eoolang wij er niet toe gedwongen worden.
Ekn dag v66r binnenkomst zullen comman
dant en officieren met vollen eerbied ontvan
gen worden, onderteekend: bemanning".
Te 16.10 uur seint de overste Eikeniboom
aan den luitenant-ter-zee van Boven, aan
boord van „De Zeven Provincien": „Tracht
bemanning te overreden in hun eigen belang
zoo spoedig mogelijk onvoorwaardelijk bevel
overgeven aan commandant. Terugkeer
Olehleh om rest equipage te embarkeeren.
Daama rechtstreeks naar Soerabaja. Voor-
waarde bij overgave inlevering alle wapens
per sloep aan „Aldebaran".
Daarop werd te 17.50 uur door „De Zeven
Provincien" geseind: ,In overleg bemanning
bouden Wij vast aan reeds gezonden telegram".
Dit sein werd onmiddellijk gevolgd door een
bericht van den luitenant-ter-zee van Boven
aan de Aldebaran luidende: „Bemanning vol-
hardt in besluit zelf schip naar Soerabaja te
brengen en 66n dag voor aankomst te Soera
baja de wapens aan boord op te bergen en als-
dan het schip asm commandant en officieren
terug te geven conform eerste telegram".
Verder heeft men met het schip geen con
tact meer gehad.
Tuhumena, de navigator der muiters.
De op de doodenlijst vermeldde inlandsche
navigator Tuhumena blijkt in leven te zijn.
Hij bevindt zicb aan boord van de ,,Java" in
zwaar arrest. Desniettemin blijft bet aantal
der dooden ongewijzigd.
De wd. commandant der „Zeven
Provincien".
De door de bom gewonde Europeescben ma-
rinier Bom verklaarde, naar ,,Aneta'' meldt,
dat hij degene is geweest, die op „De Zeven
Provincien" de witte vlag heeft gebeschen.
Deze mededeeling wordt nader geverifieerd
door een speciale commissie van onderzoek
aan boord van het eskader. De hoofdleiding
van. dit onderzoek is opgedragen aan den kapi-
tein ter zee F. W. C. Koster, die tevens tijde
lijk het commando over ,,De Zeven Provincien"
waarneemt.
Het pantserschip niet emstig
beschadigd.
,,De Zeven Provincien" bl'ijtkt niet emstig te
zijn ibeschadigd. Het schip stoomt op eigen
kracht op naar de reede van Tandjong Priok.
Het uur van aankomst aldaar is nog niet be
kend.
Het departement der marine deelt mede, dat
het vliegtuig D. 11 geheel overeenkomstig de
schriftelijke orders, welke aan dit vliegtuig
waren verstrekt, de muitende bemanning aan
boord van „De Zeven Provincien" tot zes maal
toe heeft gesommeerd nl. driemaal radiogra-
fisch op de 600 M.-golf en driemaal op de 475
M.-golf.
Hiema werd den muiters tlen minuten be-
denktijd gegeven, welke werden misbruikt
door de driemaal herhaalde uitseining van het
bekende telegram, met de toevoeging: ,,Ons
niet binderen". Indien na het werpen van de
eerste bom de overgave niet zou zijn gevolgd,
dan zouden de vliegtuigen te tweeden male
boven het schip zijn verschenen en bommen
hebben uitgeworpen tot een aantal gewicht
van 1200 K.G.
De commandant van „De Zeven
Provincien".
De commandant van „De Zeven Provincden",
de kapitein-luitenant ter zee P. Eikeboom is
van het commando over dit schip ontheven.
Hij bevindt zich thans aan boord van den krui-
ser ,,Java" in afwachting van de beslissing,
te nemen door de pas ingestelde commissie
van onderzoek aan boord van het eskader.
De bom.
De N. R. Crt. schrijft:
In verband met de van verschillende kan-
ten gerezen vraag in hoeverre bet mogelijk
geweest zou zgn om, zonder gebruik te maken
van een bom, de muiters van ,,De Zeven Pro-
vincien" tot overgave te dwingen, vestigen
wij nog eens de aandacht op de bijlzondere
omstandigbeden, waaronder tegen het schip
geageerd moest worden, zooals deze door de
berichten van bet Departement van Marine
zijn bevestigd. „De Zeven Provincien" was
voorzien van het verstdragende en machtigste
geschut van alle ter plaatse aanwezige marine-
Staatsraad vice-admiraal J. J. Ram-
bonnet over d,e gebeurtenissen.
De ..Haagscbe Crt." schrijft:
Nu er nadere brjzonderheden bekend zijn ge-
worden over den aanvang en het verdere ver-
loop van de muiterij aan boord van „De Zeven
Provincien", o.a. blijkens het interview van
den Aneta-correspondent met den luitenant
ter zee de Vos van Steenwijk, hebben wij
Staatsraad vice-admiraal J. J. Rambonnet ge-
vraagd ons zijn meening te zeggen over de
houding der op het muitende schip achterge-
bleven marine-officieren.
,,Ik schaam mij voor de marine", zoo begon
de vice-admiraal. „Ik kan u niet zeggen hoe
afschuiwelijk ik het gebeurde vind. Het is een
blamage voor onze reputatie, niet alleen in
Indie en Nederland, maar ook tegenover het.
buitenland. Niet dadelijlk wil ik de schuld
laden op de meerendeels jonge officieren, die
aan boord achterbleven, terwijl de comman
dant met de andere leden van het commando
aan wal ging. Neen, de blaam treft voor de
voile maat den heer Eikenboom, die, ten over-
vloede nog door den vlootvoogd gewaar-
schuwd, zijn plicht verzaakte en het lot van
zijn schip onder zeer bedenkelijke omstandig-
heden, liet in de handen van enkele onervaren
officieren.
Het is mij onibegrijpelijk, dat deze man niet
direct geschorst is. Zijn fout begon al met een
betoon van volslagen gemis aan leiderschap,
door zrjn bemanning niet te verklaren, waar-
Vrrjdagnacht zijn te Leuven tusschen Waal-
sche en Vlaamsche studenten emstige klop-
partijen geleverd, als gevolg van het weder-
zijdseh wegnemen van mutsen. Een student
werd zoo emstig gewond, dat hij in een zie-
kenhuis moest worden opgenomen. In den loop
van den nacht trachtte een aantal studenten
een gearresteerden makker te bevrijden, waar-
bij een commissaris van politie en een agent
werden gewond. Talrijke processen-verbaal
zijn opgemaakt.
BELGISCHE NATION ALE SPOORWEG-MIJ.
De raad van bebeer van de Nationale Maat-
schappij van Belgiscbe Spoorwegen heeft in
zijn jongste vergadering de winst- en verlies-
rekening over het bedrijfsjaar 1932 definitief
opgemaakt. Deze rekening sluit met een
verlies van ongeveer 290 millioen francs. Het
eigenlijke bedrijfsverlies bedraagt 168 millioen
francs. Het gebeele tekort zal gedekt worden
door middel van het reservefonds, dat nog over
400 millioen francs beschikt.
Met uitzondering van de electrificatie van
een der dubbelsporen van de lijn Brussel
Antwerpen worden voor 1933, geen groote wer-
ken voorzien.
Volgens het jaarverslag is in 1932 op tal
van posten emstig bezuinigd. Het personeel
is van 91.000 man op 86.000 temggebracbt.
De loonen en salarlssen zijn eveneens verlaagd
geworden.
De plaats van de ramp een
groote mine.
De N. R. Crt. meldt nader:
Over de ramp die Neunkirchen in het Saar-
gabeid heeft getroffen kan nog het volgende
worden gemeld:
De stad, die 42.000 inwoners telt, biedt een
troostelooeen aanblik van verwoesting en op-
winding. Overal scholen groepen menschen
samen, die de gebeurtenissen van de laatste
uren bespreken. Auto's van den geneeskun-
digen dienst doorkruisen de straten om overal
waar dit noodig blijkt de eerste hulp te ver
leenen. De doktoren uit de gebeele omgeving
zijn gealarmeerd. Alle brandweren uit den
omtrek zijn te Neunkirchen samengetrokken,
evenals de geneeskundige diensten welke
alien met groote inspanning en ijver him
droeve werkzaamheden verrichten. 500 arbei-
ders zijn met het opruimingswerk bezig. Op
verschillende plaatsen moesten de ongelukki-
gen, die bedolven lagen onder ingestorte ijzer-
constructies met zuurstofapparaten los ge-
lascht worden.
Hoe geweldig de uitwerking der ontploffing
was bl'ijlkt wel uit het feit, dat brokstukken
van den grooten gashouder en van de buiten-
gewoon zware buisleidingen tot drie kilome
ter ver bet land in geslingerd zijta. De Saar-
bmckerstrasse, die naar de plaats des onheils
leidt, ligt bezaaid met brokken ijzer, kapotte
buizen en stukken van de omhulling van den
gasbouder.
In de verderaf gelegen plaatsen Homburg,
Zweibmcken, Wellesweier, Bexbach, Franken-
holz, St. Ingbert etc. zijn tallooze venstermi-
ten door den ontzagljjken lucbtdruk vemield.
Kilometers ver is de gaslucbt nog duidelijk
te bespeuren. Op de landwegen zijn masten
van hoogspanningsleidingen omgeworpen.
Het terrain in de onmiddellijke nabijheid
van den gashouder ligt daar als een beeld der
verschrikking. De huizen zijn tot de funda-
menten met den grond gelijk gemaakt. Op de
straten stapelen de menschen de stukken huis-
raad, die zij nog uit het puin te voorschijln
kunnen halen, op. Onder de overblijfselen van
een geheel ingestort huis ligt nog een gebeel
gezin bedolven. Op deuren als draagbaren
worden dooden en gewonden weggedragen.
Onvermoeid zwoegen de vrijwillige helpers der
reddingscolonnes om te belpen, waar nog hulp
geboden kan worden. De ziekenhuizen van
het gebeele gebied, tot in Homburg toe, zijn
geheel vol met gewonden.
Gelukkig blrjken de eerste geruehten, die
reeds spraken van 250 dooden, niet juist te
zijn. Volgens de laatste schattingen is het
waarschijnlijk, dat het aantal dooden ongeveer
50 zal bedragen. Dit aantal is nog betrekke-
lijk gering wegens het feit, dat in de bedrg-
ven maar weinig personeel werkte. Vele
dooden liggen nog onder de puinboopen. Zoo
zijn in een cafe aan de Saarbruckerstrasse
door instortende muren alleen reeds 4 arbei-
ders gedood.
Het gevaar voor verdere ontploffingen is
nog niet geheel uitgesloten. Onder bet bran-
dende gedeelte der benzolfabrieken liggen n.l.
nog eenige met benzol gevulde tanks, die na-
tuurl'ijlk ieder oogenblik in de lucht kunnen
vliegen. Het is te danken aan de tegenwoor-
digheid van geest van een arbeider, dat de
gasleiding onmiddellijk gesloten werd. Anders
zou de omvang van de ramp nog veel grooter
zijn geweest.
Omtrent de oorzaak kunnen uiteraard op
het oogenblik nog slechts vermoedens worden
uitgesproken.
Volgens een opzichter van de rjzerfabriek
was op 15 meter afstand van de gasbouder
een benzol-tankinstallatie. Bij deze installatie
zou de brand ontstaan zjjn en het vuur zou
het teer op den gashouder hebben aangetast.
Men heeft toen snel getracht het gas uit den
houder te laten ontsnappen en hierop is de
rampspoedige ontploffing gevolgd.
Volgens een andere lezing is de ontploffing
van den gashouder, die een inhoud heeft van
150.000 M3., doch op het oogenblik "der ont
ploffing slechts 12,000 M3. bevatte, veroor-
zaakt door een in de benzolfabriek ontstane
kleine explosie. Een derde veronderstelling
is dat een vonk uit een motor brand zou heb
ben veroorzaakt, welke brand zich dan zou
hebben uitgebreid tot de benzolfabrieken.