ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN. De Slapende Boeddha ASPIRIN help!steeds^ tengevolge van plolselinge afkoeling No. 8950 WOENSDAG 8 FEBRUARI 1933 73e Jaargang. BINHEWLAND PEUILLETON De muiterij aan boord van de „Zeven Provincien" TER NEUZENSCHE CO U RANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post /1,55 per 3 maanden Brj vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,overige lan den J 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. TJitgeefster: Firma P. <1. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. AD VERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE A DVERTENTIeN per 6 regels 50 cent brj vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsrutmte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien llefst een dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA AND AG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. VOOR HET NATIONAAE CRISISCOMITA De Koningin heeft een bedrag van 10.000 jWaibonken aan het Nationaal CrisiscomltA, EERSTE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De heer De Savornin Lohman (c.-h.) be- treerrt het emstig, dat heden in deze Kamer geen verklaring door de regeering wordt afgelegd inzake het gebeurde met „De Zeven Provinci&n", dat rouw over ons land heeft jjefcracht. De heer Wibaut (s.-d.) betreurt eveneens net roorgevallene, doch vindt vooralsnog geen aanleiding om van rouw te gewagen. De Voorzitter boopt, dat al het mogelijke ajsi worden gedaan tot herstel van den eerbied voor het gezag. Bj) het wetsontwerp tot wjjziging van de Tarwewet zegt de heer Wibaut, dat de voor- deelen van de lage productiekosten van het larwe ook aan de verbruikers ten goede be- booren te komen. Een groot bezwaar acht hijl bet, dat de werking van deze wet wordt ver- lengd tot 1 October 1937. Het wetsontwerp is aangenomen met de stemmen der S.D.A.P. tegen. De Minister deelt mede een steunontwerp voor rogge te mllen indienen. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De Regeeringsverklarlng. i Minister Deckers legt over de gebeurtenis- •an In Indie de volgende regeeringsverkla- ring af. Mijnheer de Voorzitter! De regeering stelt bet op prijs de gelegenheid te hebben te dezer j plaatse een verklaring af te leggen n.a.v. de muiterij aan boord van Hr. Ms. „De Zeven Provincien", een misdrjjf waarvan de regeering j an het Nederlandsche volk met leedwezen en verklaarbare ergemis hebben kennis genomen. Aan boord van het muitende schip bevonden sleh 16 officieren, 9 Europeesche onder-officie- ren en pl.m. 140 inheemsche schepelingen. „De Seven Provincien" volgt thans sedert den nacht wn Zaterdag op Zondag Zuidwaarts de W.kust van Sumatra en wordt op korten afstand gevolgd door een gouvemementsvaartulg, aan boord waarvan zich bevinden de commandant ▼an „De Zeven Provincien", 7 officieren, 10 Europeesche onder-officieren, en 20 Euro peesche korporaals en manschappen. De ove rige bemanning van ,,De Zeven Provincien" bestaat uit 4 officieren^ 7 Europeesche onder- officieren, 17 Europeesche korporaals en man- ichappen, en 106 inheemsche schepelingen bijjft echter aan den wal. Het achtervolgende gouvemementsvaartulg is in staat omtrent plaats en koers van „De Seven Provincien" juiste inlichtlngen te geven. Volgens de laatste berichten bevond het schip eich ter hoogte van Simoek, bezuiden het eiland Nias. De noodige strjjdkrachten: de kruiser Java, torpedobootjagers, onderzee- booten, bewapend met oorlogstorpedo's, en vliegtuigen bewapend met bommen, worden earr.engetrokken om de muiters tot overgave te dwlngen. Van onderbandelen mag en, kan geen sprake zjjn, Geschiedt de overgave niet direct en onvoorwaardeljjk na sommatle, dan zal met geweld worden opgetreden. Ingrjjpende maatregelen zullen worden ge nomen, tegen verderfeljjke invloeden, die de gieesten hebben rijp gemaakt tot aanranding van het gezag door landsdienaren, die vrijwil- de plicht op zich hebben genomen dat gezag te steunen. De regeering zal't op prijs stellen, als de Kamer zal kunnen besluiten de op haar dagorde voorkomende interpellate j ittrect te doen plaats hebben. door F. J. A. L. CORD ENS. (Nadruk verboden. De rede wordt onderbroken door interrup- ties, geroep van bravo en gehamer door den voorzitter. Deze stelt voor de interpellatie- Drop direct te houden. De heer Albarda (s.-d.) is het hiermee eens; hi} wil nadere inliohtingon. De heer De Visser (comm.) wil terugroe- ping van de troepen uit Indie. De heer Coign (a.-r.) zegt, dat de Kamer den Voorzitter wel moet volgen, nu er zulk een emstige ondermijning heeft plaats gehad van de grondslagen van den staat. De heer Wijnkoop (comm.) bestrijdt het voorstel van den Voorzitter. De heer De Visser wenscht een spoed- interpellatie 'over het gebeurde met „De Zeven Provincien". De Voorzitter wil niet alles door elkaar doen halen. De heer Marchant (v.-d.) bepleit een ge- wonen gang van zaken, overeenkomstig het reglement van orde. De heer Albarda sluit zich hierbij aan. De heer Snoeck Henkemans (c.-h.) wil hetzelfde. De heer Wijnkoop meent, dat juist de Voor zitter alles door elkaar haalt. De heer Aalberse (r.-k.) wenscht onder- scheid te zien gemaakt tusschen het debat over de regeeiingsverklaring en over de door den heer Drop te stellen vragen. De Voorzitter Is bereid, zjjn voorstel zooda- nig te wrjzlgen, dat eerst de interpellatie-Drop wordt afgehandeld. De heer Wijnkoop repliceert. Het voorstel van den Voorzitter wordt aan genomen met 87 tegen 2 stemmen (die van de communisten) De heer De Visser vraagt nu zijn spoed- interpellatie aan en wil die d&deljjk doen houden. De Voorzitter stelt voor, Woensdag over het verzoek van den heer De Visser te beslissen Dit wordt aangenomen met 85 tegen 2 stem- men. VERBODEN BLADEN VOOR DE MARINE. De Minister van Defensie heeft de bladen, uitgegeven door de N.V. ,,Arbeidspers", n.l. „Het Volk", ,,Vooruit", „Voorwaarts", „Goudsche Volksblad", „Volksblad voor Fries- land", „Volksblad voor Twente", Volks blad Groningen en Drente" „Volksblad voor Gelderland" „Volksblad" (Algemeen Volks- nieuwsblad) doen opnemen in de lijst der ge- schriften welke de miltairen der zee- en land- macht niet in hun bezit mogen hebben en niet mogen verspreiden. is, zooals te begrijpen is, een onderwerp van ruime bespreking in de Nederlandsche pers, terwijl het ook niet aan de aandacht van de huitenlandsche voorbijgaat, en met spanning wordt in het algemeen de afloop van dit avontuur der muitende schepelingen verbeid. Zooals uit berichten uit Indie blijkt, werd verwacht, dat de ter vervolging der muiters uitgevaren oorlogsschepen heden het schip zouden treffen. Wij verwijzen in de eerste plaats naar de gisteren afgelegde regeeringsverklaring, in ons blad elders vermeld, en geven vervolgens van de verspreide berichten de volgende: Aneta-Holland meldt, dat bij het departe- ment van Defensie op 5 Februari is ingekomen het volgende telegram van den commandant van de zeemacht in Ned.-Indie: De muiterij blijkt uit te gaan van inland- sche schepelingen, die zich van het schip meester maakten, na zich voorzien te hebben van geweren en munitie, welke in kasten aan dek klaar staan om indien in geval van nood het schip verlaten zou moeten worden, eenige munitie en geweren bij zich te hebben. Zij hebben de aan boord aanwezige officieren en onderofficieren overmand. Overigens is hier- omtrent niets bekend. •4) (Slot.) Het weerzien van mp vrienden en beken- ien was een teleurstelling en dat had ik aan ■atin eigen dwaasheid te wjjten. Toen ik mijn •eis begon, had ik me voorgesteld als een soort trinmfator terug te keeren; maar het geleek er niet veel op. Aan hartelijkheid en trac- teeren geen gebrek, maar als ik vertelde van mijn reiservaringen, zag ik niet anders dan angeloovige gezichten. Wel had de een ot ander in de krant gelezen van den treinaanval bi( Patna, maar daar er volgens de berichten twee Engelschen vermist waren, had niemand aich kunnen voorstellen, dat ik een van de twee zou zijn. Ze zagen mjj aan voor een opschepper, dat bleek mij. duidelijk genoeg. Kwam het door gekwetste eigenliefde of was ik uit het lood geslagen en buiten evenwicht geraakt door mijn groote reis? Ik weet het niet, maar alles in mijn omgeving leek mjj zoo klein en onbenullig toe. Tien dagen later zat ik in den trein naar Hamburg. Mjjn prachtig Boeddha-beeld had ik door een deskundige laten keuren en die bevond, dat het van zuiver goud was. Het bezit van zulk een schat verschafte me buitengewoon genoe- gen, en ik nam me vast voor om het niet aooals de meeste menschen met hun kostbaar- heden doen. diep in een kast weg te stoppen, maar om er dagelijks van te genieten. Het afkrabsel onder het voetstuk bestreek ik met lak, en overigens zou de diepzwarte kleur van het beeldje niemand op het denkbeeld bren- gen, dat het van kostbaar metaal was. Een paar van mjjn beste vrienden, wien ik het liet zien, vonden het een leuk ding, wel aardig, maar ze begrepen toch eigenlijk niet, dat ik niets beters uit Indie had meegebracht. Wegens den langen duur van mijn verblijf in Hamburg besloot ik me daar zoo huiseljjk mogelijk te installeeren. Een groote koffer met goed ging op den trein, maar de kostbare Boeddha bleef bij me in mjjn valies. Een tweede koffer met beeldjes, foto's, schilde- rijtjes en allerhande prullen, die mjjn kamers in Amsterdam hadden opgesierd, stond klaar om mjj op het eerste bericht te worden na- gezonden, als ik een geschikt pension gevon- den had. Daarin slaagde ik wonderwel. Op den Neuen Steinweg, vlak bjj het Millemthor huurde ik een paar zeer mooie kamers bij een ambte- naarsweduwe, niet ver van ons kantoor- gebouw in de Kieler Strasze. De eenige teleur stelling, die ik bij mijn installatie ondervond, was, dat mjjn nagezonden koffer uit Holland in allertreurigsten toestand aankwam. Het was alsof er een spoorwegongeluk mee was gebeurd, zoo zag het er uit. Een zij wand was ingedrukt, en de inhoud, die er uitgevallen was, scheen er zoo maar lukraak ingegooid. Reclameeren en opspelen bij de spoorweg- autoriteiten verschafte me tenminste de toe- zegging van schadervergoeding. Intusschen is mijn nieuw tehuis zoo aangenaam mogeljjk ingericht, en dageljjks, als ik van kantoor kom, bljjf ik een oogenblik vol bewondering staan voor den schoorsteenmantel. Daar staat in al zjjn heerlijkheid de slapende Boeddha, de Schat van Chindawar. BESLUIT. Aldus eindigde het reisverhaal van Ben Rollo. Het treurig slot van zijn geschiedenis vond ik in een uitknipsel van de Hamburger Uit Batavia seinde Aneta d.d. 6 Februari jl. Tot nu toe zijn die volgende feitem met be- trekking tot de muiterij dioor het aanwezig Inlandisch personeel van ,,De Zeven Provin- cifen" bekend: Zoodra ,,De Ze,.n Provincien" de reede verliet, zijn een offlcier em eem konstahel over boord gesprongen. Zij bereikten een motorsloep (welke bli,kbaar van tevoren door de muiters beschadigd was) en roeiden naar j den wal. De officler spoedde zich naar den aan wal zijmdem commandant en deed dien het ver- haal van de muiterjj der Inlamdsche beman ning. Volgens zijn mededteeling hadden de aan boord gebleven officieren tjjd, om him revol vers te krijgem. De officler hoorde het rate- lem van geweren, welke waarschijnlijk van de rekken worden genomen. Hij heeft geen schieten gehoord. „De Zeven Provincial" is thans van Zater- dagavond 10 uur af onderweg en vaart in Zuidelijke richting. Het schip werd het laatst gezien brj Tjalang (Westkust van Atjeh). Beholve die bemanning van 150 Inlanders zijn er 50 Europenanen aan boord, van wie 16 officieren. De ,,Aldebaran" heeft het schip achter- volgd, dat een voorsprong van drie uur heeft. De „Aldebaran" zal „De Zeven Provincien" bljjven volgen op een afstand van vijf mijl. Ondertusschen zijn verschillende maatregelen genomem. De berichten, welke Dinsdagmorgem werden ontvangen, betroffen in hoofdzaak de vervol ging van ,,De Zeven Provincien" in de wateren Westeljj'k van Sumatra, ter hoogte van het eiland Nias. Om 12.20 Indische tijd be vond het zich bjj het eilandje Simoe, in de buurt van Nias. De „Aldebaran", die gebrek aan brandstof begon te krrjgen, werd vervangen door de ,,Eridanus". De „Eridanus" is een stoomschip der gouv. marine, in 1918 te Soerabaja gebouwd; het heeft een waterverplaatsing van 795 ton met een snelheid van 12.3 zeemijlen. De beman ning bestaat uit 10 Europeanen en 71 inlan ders. Het schip is gesfationneerd te Emma- haven, op Sumatra's "estkust en kon dus in korten tijd vandaar de ,,Aldebaran" bereiken. Uit Batavia seinde Aneta d.d. 7 Febr.: De achtervolging van „De Zeven Provin cien" wordt thans door meer schepen voort- gezet. Aan deze achtervolging wordt thans deelgenomen door twee onderzeeers, drie vliegbooten, de mijnenlegger „Gouden Leeuw" en het gouvemementsvaartulg „Eridanus". De ,Aldebaran" ontving twee radiogrammen, afkomstig van de muiters, waarin resp. wordt medegedeeld, dat het geheele avontuur be- doeld is als een protest tegen de salariskor- ting en aangeboden zich over te geven onder zekere voorwaarden, o.a. vrijheid voor de mui ters, die de veiligheid der Europeesche gevan- genen garandeeren. Het laatste bericht over de „Aldebaran" kwam Maandagajvond binnen om 10 u. plaat- selijken tijd. In dit telegram werd de positie opgegeven, terwijl werd medegedeeld, dat al les wel aan boord was. De inwoners van Batavia hebben plannem beraamd om Dins- dagavond 7 Februari, een demonstrate van trouw op touw te zetten. De inwoners zullen zich dan naar het paleis van den Gouvemeur-Generaal begeven om hun trouw aan de Regeering te betuigen. De commandant van de vliegbooten, die ge- lnterviewid werd tijdens het oponthoud in de haven van Tandjong Priok voor het innemen van brandstof, na den tocht van Soerabaja uit, deelde mede, dat hiji bij 't aanbreken van den dag met geheime orders vertrekt. Het door de muitende bemanning van ,,De Zeven Provincien" aan de wereldpers gericht telegram wordt, zoowel als het andere tele gram, waarin overgave wordt aangeboden, niet serieus beschouwd. Nachrichten, dat met een speld was vast- gehecht aan den brief, waarvan in het eerste hoofdstuk van dit boek wordt gesproken. Het krantenbericht luidde als volgt: ,,De Hamburgsche politie werd heden voor een moeilijk op te lossen raadsel geplaatst. In een der groote buizen van den Neuen Steinweg woonde een heer op kamers, een buitenlander, die zich eerst kortelings hier ter stede heeft gevestigd. De heer Rollo was iemand van een zeer geregelde leefwjjze, die nooit bezoek ontving en zich geheel wijdde zijn dnikke zaken. Toen hedenmorgen het dienstmeisje hem kwam kloppen op het ge- wone uur, kwam er geen antwoord. De deur van de slaapkamer was gesloten. Eenige minuten later klopte het meisje opnieuw, maar weer zonder gevolg. Wetend, dat de heer R. er zeer opgesteld was, altijd precies op tjjd naar kantoor te gaan, en vreezend, dat hjj misschien plotseling ziek was geworden, waarschuwde zij haar meesteres. Deze opende daarop de deur van zjjn zitkamer, die niet gesloten was en die door een tusschendeur tot zjjn slaapkamer toegang gaf. Toen haar luid kloppen op die deur evenmin hielp en zj) op haar geroep geen antwoord kreeg, opende zij de deur van de slaapkamer en vond den heer R. dood te bed liggen. De inderhaast ontboden dokter constateerde, dat hier een moord was gepleegd en nog wel onder zeer vreemde omstandigheden. De heer R. had een steekwond dwars door het hart. De stoot moet toegebracht zjjn door een lang en zeer smal wapen, een soort ronden dolk. Volgens de verklaring van den politiedokter is de dood onmiddelliijk ingetreden na de verwonding, omstreeks 6en uur 's nachts. Het vreemde van het geval is, dat er hoe- genaamd geen aanwijzing is van den moorde- naar noch eenige zekerheid, hoe hij zich toe- gang tot de woning heeft verschaft. Sporen van inbraak waren nergens te ontdekken; alleen beweerde de dienstbode, die des mor- ZM Uitsluitend verkrijgbaar in do oranjo-bandbulsjej van 20 tabl. 70 eh. on oranjoiakjot van 2 tabl. i 10 eta. (Ingez. Med.) Laatstbedoeld telegram was geteekend „de Europeesche en Inlandsche bemanning". Men neemt aan, dat deze onderteekendng verzonnen is, daar men nog gelooft, dat slechts eenige der Inlandsche schepelingen aan het muiten zjjn geslagen, terwjjl zjj de anderen hebben aangespoord om front te maken tegen de Europeesche officieren en onderofficieren. De xnuiiterij zelvo, wordt door de marlne- autorlteiten als zeer emstig gequalificeerd, veel emstiger dan de muiterjj, welke voor eenigen tijd op de Engelsche vloot plaats had. Deze muiterij bepaalde zich tot een passief optreden, terwijl de muiterij van „De Zeven Provincien" een actief karakter draagt. Er zal evenwel afgewacht dienen te worden hoe de toestand zich verder zal cxntwikkelen. Uit volkenrechtelijk oogpunt is deze zeer precair te noemien. Immers een muitend schip met insurgenten in vdle zee neemt hoegenaamd geen positie in. Het is als het ware vogelvrjj verklaard. Wordt zulk een schip in voile zee niet in de Nederlandsche koloniale wateren aangetrof- fen door een oorlogsschip van welke mogend- heid ook, dan heeft dit het recht het muiten de schip zonder omslag in den grond te boren, daar het volkomen buiten elke wet staat: het wordt geljjk gesteld met een zeeroover. Het is te hopen, dat het niet tot bloedver- gieten zal komen: dit zou op de gevolgen van i grooten invloed zijn. Voor zoover thans bekend is, waren geen revolutionnaire krachten van buiten op het j schip aanwezig en bevinden zich slechts de eigen manschappen aan boord. Men Uoopt, dat de oproermakers het onhoudbare van him positie zullen inzien en het niet op ge- weldadigheden zullen laten aankomen. Men heeft hier rekening te houden met een men- taliteit van het inlandsch personeel. Het is mogelijk, dat het er gauw genoeg van krijgt, hetgeen kan gebeuren als de levensmiddelen aan boord opraken. Het on- begrijpeljjke is, zoo zeidie men, dat het In landsch personeel hiertoe is gekomem. Ge- meten naar den maatstaf, welken men bjj de Inlanders aanlegt, worden zij zeer hoog be- zoldagd, een bezoldiging, die geen ander In landsch techmisch personeel ook maar kan bereiken. Domonstratie van burgertrouw te Batavia. Aneta" melddie Dinsdagavond uit Batavia: Dudzenden Europeesche, inihieemsche en Chinieesche ingezetenen verzamelden zich hedenavomd voor het paleis van den gouver- neur-generaai van Ned.Indie. Uit de menigte stegen voortdurend kreten op van: „Deve de koningin". Men zong het volkslied, en aldus drukte men de gevoelens uit van loyaliteit jegens den gouvemeur-generaal. Z.E. jhr. De Jonge hield een toespraak tot de menigte, waarin hij herinnerde aan Neder- lands devies: Je maintiiendrai. Z.E. riep uit, dat de misdaad van die muitelingen hen naar geen enkel doel zal brengen, aangezien alle nocdzakeljjke maatregelen zijn getroffen om op het juiste moment handelend op te treden. Nader meddde Aneta": In een versderden koepel, opgeslagen op het Waterlooplein te Batavia, hebben mr. Fruin, dr. Apdituley, de heer Van Baalen, mr. C. C. van Helsdingen en de heeren De Hoog, Knaape gens de huisdeur had geopend om de gewone boodschappen aan te nemen, dat de koperen ketting van de deur niet op het nachtslot was. De heer R. had den avond te voren een con cert bijgewoond en was het laatst binnen- gekomen. Het had haar verwonderd, dat hij, die sunders op alles zoo stipt was, vergeten had de deur op de gewone wijze te sluiten. Uit deze verklaring maakt de politie op, dat de moordenaar zich heeft laten insluiten en dat dit gebeurd is, terwjjl het dienstmeisje 's avonds het hondje van haar meesteres uit- liet. Op het nachtkastje van den verslagene lagen een kostbaar gouden horloge en een prachtige brillanten ring; in een portefeuille in den jaszak van den vermoorde bevond zich een aanzienljjk bedrag aan bankpapier, maar er is niets vermist. Daar diefstal blijkbaar niet de drjjfveer is geweest tot den moord, verdiept de politie zich in gissingen, wat de reden daartoe kan geweest zijn. Een uitgebreid onderzoek wordt ingesteld". De brief, waarin dit krantenuitknipsel was gevouwen, bevatte nog het volgende: „Toen ik het doodsbericht van mijn neet ontving, was ik op Sumatra en moest ik het einde van mjjn contract afwachten om naar Holland terug te keeren. Mjjn notaris droeg aan een collega te Hamburg op, de papieren en kleine voorwerpen van waarde, die Ben Rollo had nagelaten, aan mij op te sturen en de rest te verkoopen. Zoo kwam ik in het bezit van dit handschrift. Het uitbreken van den oorlog verbinderde mjj jaren lang naar Duitschland te gaan, en daama deden zich weer andere moeilijkheden voor. Maar eindelijk vond ik toch gelegen heid Hamburg te bereiken en ik heb daar ook Frau B. gesproken, waar Ben zijn kamers had. Zij kon zich mjjn neef en het vreeseljjk voorval, dat aan zijn leven een einde maakte, nog best herinneren. Zjj sprak over hem met veel lof. en Roep het woord gevoerd tot de enormia menigte, die zich rondom hen had verzameld. Vervolgens begaf zich een stoet van duizen- den ingezetenen in optocht naax het landvoog- deljjk paleis op Rijswjjk voor die huldebetoo- ging voor den G.-G. Hier sprak de heer Hoekstra namens alle aanwezigen de gevoelens uit van loyautel* jegens en vertrouwen in de regeering en daama zong de menigte, die op het erf van het paleis stond samengeplakt, uit voile bonrt het Wilhelmus. Toen kwam de gouve m eur-generaal aan het woord. Z. E. herinnerde er aan, dat de Nedev- landers zijn geboren en opgevoed onder da leuze: „Ik zal handhaven." Deze leuze, aldua vatte Jhr. De Jonge deze demonstratie op, to in alien weder levend geworden. In het ver- volg van zijn toespraak zeide hjj: ,,Deze rnia- dadige handeling is veroordeeld en zal tot niets leiden. Alle maatregelen zjjn getroffen tot handelen op het juiste moment." Allen die getuigen waren van deze oogen- blikken waren diep getroffen door de toe spraak van den G.-G., waarin ook gememo- reerd werd, dat deze muiterij was voorafge- gaan door een incident, waarbrj veertig Hol- landsche jongens moesten worden weggevoend onder bewaking van inheemschen, hetgeen wellicht aanleiding zou geven tot de vraag voor velen, of zij niet eens de hand in eigen boezem dienen te steken. Thans echter, betoogde Z. E., is het: Jk zal handhaven", door velen ten slotte begre pen en hieruit is deze demonstratie verklaard. De G.-G. eindigde met do kr-eet: Genre de Koningin. In antwoord hierop riep de menigte van dtrt- zenden spontaan: Deve de Koningin en tare de Gouvemeur-Generaal. Ook de hoogste regeeringspersonen van Ned.-Indie verklaarden zich diep onder den in- druk van de wjjze, waarop deze in de historie niet geevenaarde spontane demonstratie ver- loopen is. INBESLAGNEMING VAN VARKENS. Op vragen van het Tweede KamerHd Kersten Is den Minister bekend, dat hij voortdurlng varkens in beslag genomen worden vanwegs de Varkens-Centrale Acht de Minister het geoorloofd, dat amibte- naren met behulp van politie, buiten we ten van den burgemeester en zonder dat zij zich kunnen legitimeeren tot inbeslagname over- gaan, gelijk te Woerden geschiedde? Heeft de Minister vemomen dat na en waarschjjnlrjik tengevolge van het merken varkens ziek geworden zijn Is de Minister bereid aan de tergingen die uit de toepassing van de Crisis-Varkenswet vloeien, een einde te maken? heeft de Minister van oeconomische zaken en arbeid geantwoord: 1. Het is juist, dat er herhaaldeljjk varkens in beslag zijn genomen, echter niet vanwege de Nederlandsche Varkenscentrale, doch door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. 2. De ondergeteekende acht het geoor loofd, dat opsporingsambtenaren, die zich kunnen legitimeeren, met behulp van politie al of niet met medeweten van den burgemeester, overgaan tot het in beslag nemen van varkens Het eenige wat haar in dien netten Hol- landsehen mijnheer gehinderd had, was, dat hij zoo'n leeljjk zwart beeldje op den schoor- steen had gezet, een afgodsbeeld nog wel, waar de heidenen voor bidden. Zoo'n ding kwam naar haar meening in een fatsoenlijk christelijk huishouden niet te pas, en dikwijls had zij aan Rollo' gevraagd om het weg te doen, maar dan lachte hij maar. „Dus mijn neef was er erg aan gehecht?"' vroeg ik aan mevrouw B. „Zoo heel erg niet", zei ze, „want hjj heeft het eindelijk weggedaan. Dat moet op den laatsten dag van zijn leven gebeurd zjjn. ik was 's morgens hier in de straat een paar Oosterlingen tegengekomen, van die leelijke kerels met platte neuzen en een geel gezicht; het waren matrozen of stokers of zoo lets. En toen dacht ik in eens weer aan dat leeljjke beeldje, dat bjj mjjnheer op den schoorsteen stond. Toen hjj dien middag thuis kwam, heb ik hem nog eens gevraagd het te verwijideren, en ofschoon hij toen weer gekheid maakte, zooals gewoonljjk, heeft hij toch mijn zin ge daan. Helaas, dat was op denzelfden dag. dat miijnheer op zoo'n vreeselijke wijze aan zijn einde kwam. Toen ik na zijn dood op zjjn kamer kwam, heb ik het beeldje niet meer zien staan. Waar hjj het gelaten heeft, weet ik niet". De reisbeschrjjving van Ben Rollo had ik toen nog niet gelezen; ik had nooit den moed gehad, om aan dat omvangrjjk manuscript te beginnen en ik stelde mjj, eerlijk gezegd, er ook niet veel van voor. Later ben ik er in gaan bladeren en heb het, toen hier en daar mijn belangstelling gewekt was, ook ten einde gelezen, vooral om te weten, of er iets in stond, dat mij een verklaring kon geven van zijn geheimzinnigen dood. Ik zend je hierbij h,et verhaal op. Mogelijk, dat nog anderen er belang in stellen. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1