ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. D0UWE EGBERTS 00 No, 8949 MAANDAG 6jFEBRUARI 1933 73e Jaargang, RAADSVERGADERING BINHENLAND FRIS0 BAAJ j&k Juei duut De muiterij op de Indische Vloot. TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzer, 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post /1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. TJitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent brj vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Tnzend'mg van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJD AG A V OND. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat eene openbare vergadering van den gemeenteraad is belegd op Donderdag 9 Februari 1933, des voormiddags half tien uur. Ter Neuzen, den 2 Februari 1933. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. DIENSTPUCHT. Zitting algemeene Keuringsraad. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter algemeene kennis, dat de algemeene keuringsraad zitting zal houden te 's Graven- hage, in het gebouw Hekkelaan No. 4, op Donderdag 16, Vrijdag 17, Maandag 20, Dins- dag 21, Vrijdag 24 en Maandag 27 Februari 1933. De zitting zal aanvangen om 9 uur v.m. In deze zitting zal uitspraak worden ge- daan omtrent de geschiktheid of de onge- schiktheid voor den dienst als dienstplichtige, in verband met ziekten en gebreken, van de personen, die in het jaar der zitting 19 jaar of ouder worden en als vrijwilliger bij den landstorm ongeschikt zjjn verklaard. De uitspraak van den algemeenen keurings raad wordt op den dag, waarop zij geschiedt, In het openbaar medegedeeld in de localiteit, waarin de zitting van den raad plaats heeft. Herkeuring. Een nieuw geneeskundig onderzoek van een ingeschrevene, omtrent wien door den keu ringsraad uitspraak is gedaan, kan uiter- ljjk den tienden dag na den dag, waarop de uitspraak in het openbaar is medegedeeld worden aangevraagd door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, door elk der overige voor de gemeente ingeschreven personen of door den wettigen vertegenwoordiger. De aanvraag moet op aannemelijke in het verzoekschrift omschreven gronden berusten. De aanvrager dient het verzoekschrift in by den Burgemeester der gemeente, waar de persoon, wien de uitspraak geldt, voor den dienstplicht ingeschreven is. De Burgemees ter zendt het verzoekschrift aan den herkeu- ringsraad, die omtrent de aanvraag beslist. Verschijnt de ingeschrevene niet voor den herkeuringsraad, dan wordt de aanvraag, in- dien zij is gedaan door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn wettigen vertegenwoordiger, als vervallen beschouwd, behoudens bij Koninklijk besluit vastgestelde uitzonderingen. Indien het vanwege den herkeuringsraad te houden onderzoek niet mocht kunnen plaats hebben, wordt de ingeschrevene voor geschikt gehouden. Ter Neuzen, 6 Februari 1933. De Burgemeester, J. HUIZINGA. DE HACHELIJKE TOESTAND BIJ DE MARINE IN INDIe. Een officieel communique van het departe- ment der Marine in Ned.-Indie meldt: Vrijdagmorgen hebben de Inlandsche sche- pelingen, behoorende tot de bemanningen van de oorlogsschepen in de haven en bij marine- inrichtingen te Soerabaja, geweigerd aan te treden bij het morgenappdl, gelijk de Neder- landsche korporaals en minderen zulks deden op Maandag 30 Januari j.l. 425 Inlandsche schepelingen bleven bij him weigering. Zij zullen wegens dienstweigering voor den krijgsraad terechtstaan. Een legerdetachement werd in gereedheid gehouden, doch behoefde niet op te treden. De militaire commandant te Malang ont- vtng van de marine te Soerabaja het ver- aoek, om twee compagnieen beschikbaar te houden voor onmiddellijk vertrek naar Soera baja. In totaal zijn 428 inheemsche schepelingen gearresteerd, waarvan 100 behooren tot bet Inlandsch personeel van het marinevlieg- kamp. Deze dienstweigeraars gaan naar de Qua- rantaine-barakken van den Dienst der Volks- gezondheid op Madoera, onder bewaking van marechaussde's. Men kan thans, schrrjft de Haagsche Crt., gerust spreken van een hachelijken toestand by de marine in Indie. Het verzet der in landsche schepelingen was na het door de Europeesche schepelingen gegeven voorbeeld te verwachten, ofschoon niet op een zoo groote schaal als thans het geval is. De be- trouwbaarheid van het vlootpersoneel in Indie is nooit groot geweest, reeds in de oorlogs- jaren niet, toen Brandsteder c-s. hun verder- felgke propaganda onder de marineschepeli i- gen voerden. De Bond van marine-matrozen kan men in die jaren moeiiyk loyaal noemen. Daama werden herhaaldelijk fouten in de or- ganisatie gemaak-t, welke zich thans wreken. Men mag de vraag stellen, of deze verzet- manie niet zal overwaaien naar de landmacht want ook by de landmacht werden, sedert de al te groote welwillendheid van generaal van Rietschoten, gevaarljjke organisatorische fou ten gemaakt. Van den huidigen marine-commandant in Indie mag verwacht worden, dat hij streng aal ingrjjpen. De berichten hieromtrent wor den met spanning afgewacht. Nader wordt gemeldt, dat het grootste deel van de 428 gearresteerde Inlandsche marine- sehepelingen reeds om een uur Vrijdagmiddag naar Madoera vervoerd was onder bewaking van marechaussee's uit Malang. In verband met de dienstweigering van een groot deel van het Inlandsch marinepersoneel zijn wederom troepen van het kampement op Darmo naar den Oedjoeng en het Marinevlieg- kamp geconsigneerd. De dienstweigeraars zijn hoofdzakelijk Ja- vanen. De troepen, welke naar het marinevlieg- kamp waren gedirigeerd, zijn later weer ver- trokken. De troepen aan den Oedjoeng blij- ven gereed. De muiterij op de Indische vloot heeft em- stige uiitbreiding gekregen, daar de bemanning van het pantserschip ,,De Zeven Provincien" aan het muiten is geslagen, zich van het schip heeft meester gemaakt en daarmede het ruime sop heeft gekozen. terwijl de commandant en een deel der officieren aan land waren. Aan „De Courant" ontleenen wij daarom- trent de volgende berichten: BATAVIA, 5 Febr. Het pantserschip „De Zeven Provincien" heeft de haven van Oleh- Leh verlaten, terwijl de commandant, kapit.- luitenant ter zee P. Eikenboom, en een ge- deelte van den staf aan land waren. De com mandant tracht aan boord van de ,,Aldebaran" „,De Zeven Provincien" te achtervolgen, aldus luidt een officieel communique, Een nader communique van het departe ment van Marine in Nederlandsch-Indie meldt, dat blijkens jongere berichten van den gouverneur van Atjeh muiterij heeft plaats gehad door het aan boord van ,,De Zeven Provincien" aanwezig inlandsch personeel. „De Zervtn Provincien" heeft des nachts twee uur de reede van Oleh-leh verlaten en werd het laatst gemeld bij Poeloe Breuch koersende om de Zuid. Het civiel en militair bestuur in de omge- ving zijn gewaarschuwd. Het schip wordt achtervolgd door den gouvemementsstoomer „Aldebaran", waarop zich de commandant van „De Zeven Provincien" heeft ingescheept, evenals officieren, Europeesche onder-officie- ren en Europeesche manschappen. De „Deli Courant" vemeemt nader uit Koeta Radja, dat gisteravond negen uur plotseling alle lichten van „De Zeven Provincien" uit- gingen, even daama brandden zij weer. De commandeerende officier kwam daarop met 'n roeiboot naar de ter reede liggende ,,Aldeba- ran' 'welke hem naar den wal braoht. Hij ging naar de Atjehclub, waar zich de commandant van „De Zeven Provincien" bevond, om dezen te waarschuwen, dat de negen aan boord ver- toevende officieren door matrozen met de ba- jonet op het geweer waren gevangen geno- men. Eerste officier van „De Zeven Provin cien" is J. B. Meijer. De commandant van „De Zeven Provincien" heeft zich met den militairen commandant van Atjeh, kolonel Behrens met een tiental marine- officieren onmiddellijk ingescheept aan boord van de „Aldebaran" om het muitend schip te volgen. >rDe Zeven Provincien" kan in normale omstandigheden ongeveer 15 knoopen loopen, doch thans waarschijnlijk slechts aoht, en de „Aldebaran" tien knoopen. Hedenmiddag meldde Aneta-Holland, dat brj het departement van Defensie te 's Graven- hage is ontvangen een bericht van den com mandant van de zeemacht in Indie, dat het Nederlandsch eskader, dat oefeningen hield bij de Zuidkust van Celebes, onmiddellijk naar de Atjehsche wateren vertrokken is in verband met de gebeurtenissen op „De Zeven Pro vincien". Later is by het departement van Defensie een telegram ingekomen van den commandant van de zeemacht in Nederlandsch-Indie, dat als volgt luidt: De muiterij blijkt uit te gaan van inlandsche schepelingen, die zich van het schip meester maakten en zich voorzien hebben van geweren en munitie. Deze zijn in kisten aan dek, om indien, ingeval van nood het schip verlaten zou moeten worden, eehigen munitie en gewe ren bjj de hand te hebben. De muiters hebben de zich aan boord bevin- dende officieren en onder-officieren overmand. Overigens Is hieromtrent niets bekend. De commandant en zeven officieren, tien Europeesche onder-officeren en 20 korporaals en manschappen, volgen het schip met de „Aldebaran" langs de Westkust van Suma tra. Te 20 uur waren zij ter hoogte van Meu- laboeh. De muiters aan boord van „De Zeven Provincien" hebben draadloos bekend gemaakt dat het schip naar Soerabaja gaaf. Eerste indrukken in Den Haag. Het bericht over de gebeurtenissen op „De Zeven Provincien", dat hedenmorgen bekend werd, heeft in de residentie verbazing en ont- steltenis gewekt. Zoowel de Minister van Kolonien, de heer S. de Graaff, als de Minister van Defensie, Mr. L. A. Deckers, had reeds vroeg in den morgen de eerste sobere berichten ontvangen. Beiden waren van oordeel, dat op de vraag, of en in hoeverre de Nederlandsche regeering naar aanleiding van deze aangelegenheid maatregelen zal treffen, nog geen antwoord gegeven kan worden, zooalng nog geen nadere berichten en uitvoeriger rapporten zijn inge komen. Op de vraag onzerzijds wat zyn persoonlijk inzicht in het geval was antwoordde Minister Deckers, dat de brichten emstig zijn en som ber stemmen, maar dat hy zich ook persoon- iyk geen oordeel kon vormen alvorens nadere berichten zyn ontvangen. Meening van Minister van Defensie. Zpne Excellence had wel den indruk, dat de muiterij op „De Zeven Provincien" onder de in landsche schepelingen is ontstaan, maar hij merkte op, dat de Europeesche marinemannen te Soerabaja zooals thans wel biykt, een slecht voorbeeld gegeven hebben. Ook in marinekringen hebben de gebeurte nissen groot opzien gebaard. Naar wij van zeer bevoegde zyde uit die kringen vemamen, acht men het onbegrijpeiyk, dat inlandsche schepe lingen er in zouden slagen, zonder medewer- king van gegradueero'-m een zoo groot oorlogs- schip als „De Zeven Provincien", te besturen. Evenmin kan men zich voorstellen, hoe de of ficieren, die toch revolvers hebben, door de inlandsche schepelingen, ook al zyn die met de bajonet gewapend, overweldigd zijn. Het meest waarschyniyk acht men dan ook, dat de officieren zich in de longroom bevonden en zq zich zoo elken uitweg zagen afgesneden. Moeiiyke navigatie voor inlandsch personeel. Het inlandsch personeel is uit vertegenwoor- digers van allerlei Indische rassen samenge- steld, vooral uit Madoereezen. Er zyn ook in landsche onder-officieren en inlandsche kanon- niers aan boord van de oorlogsschepen. De belangryke functies worden natuuriyk alle door Nederlanders vervuld. Eerste officier was J. B. Meijer. Waar in de Indische wateren de navigatie zeer moeiiyk Is, behoort het vol- gens de deskundigen niet tot de onmogeiyk- heden, dat het oorlogsschip, indien het onder inlandsche leiding vaart, op een rif of on- diepte zal vastloopen. Intusschen zijn de latere berichten die mel- den dat het schip de Sumatrasche kust houdt, op dat punt ietwat geruststellend. He vaar- water is daar naar men ons verzekerde, niet gevaarlijk als men maar op eenigen afstand van de kust blijft. By Soesoe ligt nog een lastig punt. De „Aldebaran" is een vaartuig van de gou- vemementsmarine, dat ter beschikking staat van den gouverneur van Atjeh. Het is een klein schip, circa 60 meter vlang en 9 k 10 M. breed, dat doet denken aan een flottielje- vaartuig van de vierde klasse. DE WEELDEVERTERINGSBELASTING. De aanstaande behandeling van het wets- ontwerp tot heffing eener Weeldeverterings- beiasting in de Tweede Kamer heeft het be stuur van den Kon. Nederl. Middenstands- bond aanleiding gegeven om de besturen van de aangesloten vereenigingen en van de be- trokken vakorganisa'ties tot nader overleg bijeen te roepen. De vergadering werd, onder leiding van den heer Ed. G. Schlirmann, gehouden te Utrecht en mocht zich in een groote belangstelling verheugen. Aan het slot werd met algemeene stemmen de volgende resolutie aangenomen: „De vergadering, enz., met verontwaardiging kennis genomen hebbend van het wetsontwerp, gehoord de inleiding en de discussies, overwegende, dat de voorgestelde Weelde- verteringsbelasting uit economisch oogpunt niet te aanvaarden is, omdat zij in een tgd- vak, waarin in het algemeen belang naar verlaging van bedryfsonkosten moet worden gestreefd, teneinde de ook door de Regeering gewenschte verlaging van het prijspeil te be- vorderen, die kosten opvoert; dat deze maatregel neerkomt op een hef fing op den vooruitgang en alzoo ook het her- stel van de welvaart in den weg staat; dat verschillende takken van nationale industrie en handel, welke den laatsten tijd door het aan de markt brengen van nieuwe aan de belasting onderhevige artikelen pogen zich te handhaven, in emstige mate in hun bedrijfsuitoefening belemmerd zullen worden en daardoor de werkloosheid wordt vergroot; dat door deze belasting de omzetten van ta! van bedrijven nog sterker zullen worden ge- dnxkt, tengevolge waarvan ook by dezen on- gunstigen economischen toestand, de risico's worden vergroot en inzonderheid de detail handel genoodizaakt zal worden belangrijk meer bedrijfskapitaal zoo dit al verkrijg baar is in voorraden en voorgeschoten be lasting vast te leggen, van welke voorraden de afzetmogelijkheid juist heden ten dage allerminst vaststaat; dat gevreesd moet worden, dat de neiging van het publiek om luxe-artikelen in het bui tenland te gaan koopen, door de prijsver- hooging der aan de belasting onderworpen goederen zal toenemen, ten nadeele van ons bedryfsleven; dat het begrip „weelde" niet objectief vast te stellen is, hetgeen ten duideiykste blijkt uit de willekeurige, stelsellooze wijze, waarop de tabel van de aan de belasting onderwor pen goederen is samengesteld; dat te verwachten is, dat de perceptie-kos- ten onevenredig hoog zullen zijn, waardoor de netto-opbrengst zeer zal tegenvallen, zoo- alsook ten aanzien van de Speelkaartenbelas- ting is gebleken; dat de bedryven, idie de belasting zullen hebben op te brengen door vermeerdering van administratieve werkzaamheden zonder eenige compensatie* hun bedrijfsonkosten zul len zien stijgen; dat de bestaansmogeiykheid van vele be dryven door deze wet in gevaar wordt ge- bracht; stelt derhalve vast, dat aan de voorge stelde Weeldeverteringsbelasting voor het bedryfsleven onoverkomeiyke bezwaren zijn verbonden en dat ajj bovendien de werkge- legenheid geszien de ervaring in het buiten land zal verminderen, zoodat het algemeen belang daardoor ten zeerste zal worden ge- schaad; draagt het bestuur van den Koninkl. Nederl, Middenstandsbond op om bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal met kracht en klem op verwerping van dit onaanvaardbare wetsont werp aan te dringen, opdat -de reeds verbit- terde stemming onder den middenstand niet nog meer zal worden geprikkeld; en gaat over tot de orde van den dag". Het Verbond van Nederlandsche Werk- gevers, de Algemeehe R.K. Werkgeversver- eeniging, de Vereeniging van Chr. Werkge- vers en Groothandelaren en de Ned. Maat- schappij voor Nijverheid en Handel brengen in een adres een groot aantal emstige bezwa ren tegen de heffing eener weeldeverterings belasting, onder de aandacht der Tweede Kamer. Het volgende wordt er aan ontleend: Gogenschijnlijk zit in het denkbeeld eener weeldeverteringsbelasting, vooral in deze ty- den, veel aanlokkelijks. Een belasting op weeldeuitgaven, die men zich thans nog gemeente te kunnen veroorloven, schynt rede- lijk. Vergeten moet evenwel niet worden, dat door een dergeiyke belasting de afzetmoge- lijkheden van de getroffen industrieen, die het toch al zoo moeilijk hebben, nog meer worden beperkt. De kennisneming van de be zwaren, welke deze ondernemingen tegen het onderhavige wetsontwerp inbrengen, doet rian ook de overtuiging veld winnen, dat de ge- volgen van het in theorie misschien juiste denkbeeld eener belasting op weeldeuitgaven in dezen vorm voor de werkgelegenheid veel nadeeliger zal zijn dan het voordeel, dat men er mede tracht te bereiken. Herinnerd wordt aan de „Luxussteuer" in Duitschland, waarmede de weeldeverterings belasting, o.a door de heffing by de bron, op punten van essentieel belang volkomen overeenstemt. Deze Luxussteuer heeft een buitengewoon ongunstige werking gehad. Deze moest eerst van 15 tot 10 pet. worden teruggebracht om de vermindering van werk gelegenheid in de betrokken takken van nijverheid te voorkomen. Zelfs een tweede verlaging van 7% pet. mocht niet baten. Ver- meerderde werkloosheid en vermindering ,van werkgelegenheid bleven het gevolg, ook van de verlaagde heffing. „Een verhooging van 10 pet. van den prijs van luxe-artikelen aldus het adres lijkt een matige belasting; in werkelijkheid be- teekent het een ruineuze vermindering van den afzet voor de fabrikanten, die de belaste artikelen vervaardigen". „Nog afgezien van het feit, dat een belas ting van 10 pet. bij de bron in den regel een hoogere prijsstijging bij den detaillist met zich brengt, zou voor een aantal fabrieken een verhooging van den pry's met 10 pet. juist de verlaging ongedaan maken, die men met zeer veel moeite en opoffering had ingevoerd. Zoo vernamen wij van enkele ondernemin gen, dat zy er juist onlangs met groote moeite in geslaagd waren haar productiekosten met circa 10 pet. te verlagen am ook haar ver- kooppry'zen lager te kunnen stellen en zoo- doende weer tot een wat grooteren afzet te komen; als voorbeeld mogen worden genoemd de fabrieken van radio-artikelen, linoleum, meubelen en bontjassen. Het heffen van een Weeldeverteringsbelasting van 10 pet. op den fabrieksprijs zou aien met de meeste zorg verkregen grooteren omzet eenvoudig onge daan maken. Het gevolg is weer een ver hooging van den kostprijs per eenheid, het geen ook weer op de prijzen voor export moet drukken. Dit is ook de ervaring in Duitschland geweest, waar de vermindering van den afzet in het binnenland als gevolg van de Luxussteuer tevens een emstige be- lemmering voor den export is gebleken te zijn". Vervolgens worden de bezwaren uiteenge- zet tegen de belastingheffing van de bron. De consument zal bij de aanschaffing der be trokken goederen w51 merken, dat zij duur- der geworden zijn, maar dat dit door de weeldebelasting veroorzaakt is, blijft hem ge- heel vneemd. Het stelsel van heffing by de bron heeft bovendien nog het groote nadeel, dat de tus- schenhandel in de praktijk ook over deze be lasting zijn procentueelen prijs-opslag zal be- rekenen, waardoor de uiteindelijike prijsver- h<x)ging, die het publiek te betalen krijgt, veel meer is dan de belasting, die de fiscus heeft ontvangen. Het publiek verliest voorts de controle; het weet tenslotte niet meer welke artikelen wel en welke niet belast zijn. Het gevaar bestaat, dat van deze onwetendheid van het publiek mdsbruik wordt gemaakt, door ook voor on- belaste artikelen een hoogeren prijs te vnagen. Verder wordt er in het adres gewezen o.a. op den grooten last voor de industrie, op het feit, dat deze weeldeverteringsbelasting eigen- lijk een accijns is; op de directe nadeelen voor de industrie, gelegen in een wijziging der be- drijfsboekhouddng, de verpiichting voor den fabrikant om voorraden aan te houden en de belasting voor te schieten; smokkelen en ont- duiking, waama de artikelen van het wets ontwerp afzonderlijk nog eens critisch worden nagegaan en de keuze der belasting-objecten wordt besproken. De bovengenoemde organisaties zijn ten slotte van oordeel dat een wetsontwerp, dat tot zoovele emstige bezwaren voor het be- drijfsleven aanleiding geeft, niet ongewijzigd in het Staatsblad mag verschijnen. Mocht het niet mogelijk zijn aan die bezwaren alsnog tegemoet te komen, dan doen zij een drin- gend beroep op de Tweede Kamer aan dit wetsvoorstel haar goedkeuring te willen ont- houdien. De belanghebhenden bij den handel in- en de fabricage van bron- en mineraalwater zet- ten eveneens in een adres aan de Tweede Kamer hun bezwaren uiteen. Zij zijn van meening, dat bron- en mineraalwater geens- zins een weeldeartikel is, doch een algemeen verbmiksartikel, dat in breede lagen der be- volkdng een afzet vindt. Gewezen wordt voorts op het moeilijke be- staan van de betrokken bedrijven, voor het meerendeel kleine en zeer kleine, welke op ongeveer 1000 h 2000 kunnen worden geschat en de beteekenis van het product bij de al- coholbestrijdinig. TOELATING VAN KOLONISTEN IN DEN WIERINGERMEERPOLDER. Het Tweede Kamerlid Albarda heeft aan den minister van Waterstaat gevraagd of hij wil mededeelen hoe de toelating geregeld is van personen en gezinnen, die zich in den Wieringermeerpolder wenschen te vestigen. 30 GEELMERK 12 ct. per ons 6 ct. per >|2 on -■ (Ing. Med.) Wordt zoo vraagt hy door of vanwege de directie van den Wieringermeerpolder ook, hetzij officieel of omderbands, onderzoek in- gesteld naar de staatkundige of godsdienstige richting, of naar beide, van hen, die voor het aangaan van een pacht- of huur-overeen- komst in aanmerking wenschen te komen, of worden de godsdienstige of staatkundige rieh- tingen van hen, die gegadigden voor toela ting tot een overeenkomst aanbevelen, daar- bij in acht genomen. Hoe verklaart de minister, dat tot dusver zich in den Wieringermeerpolder slechts zeer weinige personen hebben kunnen vestigen, die niet behooren tot de Katholieke Kerk, tot de Gereformeerde Kerk of tot den orthodoxen vleugel van de Ned. Hervormde Kerk. Indien bij toelating van personen tot het aangaan van een pacht- of huurovereenkomst wel op godsdienstige of staatkundige richting van henzelf, of van degenen, die hen aanbe- valen, is gelet, wil de minister dan bevorde- ren, dat voortaan aan alle Nederlanders ge- lijke rechten worden igewaarborgd om voor toelating in dien Wieringermeerpolder in aan merking te komen, zonder aanzien van gods dienstige of staatkundige gezimdheid WERKLOOE KOSTGANGSTERS. De Minister van Binnenlandsche Zaken deelt, in antwoord op schriftelijke vragen van mej. A. de Jong, lid van de Tweede Kamer mede, dat op 23 Januari aan de gemeentebe- sturen kennis is gegeven, dat de leeftyds- grens, waarop aan alleenstaande werklooze vrouwen (z.g. kostgangsters) steun kan wor den verleend, verlaagd is van 35 tot 25 jaar. RIJKSBEURZEN. Personen met /een buitengewonen aanleg voor de studie, die niet in staat kunnen wor den geacht hunne studiekosten zelf te betalen, en die gedurende den cursus 19331934 voor een rijksbeurs (renteloos voorschot) ter tege- moetkoming in die kosten in aanmerking wen schen te komen moeten zich vodr 1 Maart tot het departement van O. K. en W. wen den. Nadere bijzonderheden in St.ct. no. 21. ITHKEKRINGEN AAN VERBOUWERS VAN FRUIT EN WAEMOERERIJGEWASSEN. Het Tweede Kamerlid Kampschoer heeft aan den Minister van Economische Zaken en Arbeid gevraagd of de Minister bereid is mede te deelen of de resultaten van de berakenin- gen in verband met de uitkeeringen ten be- hoeve van verbouwers van fruit en warmoe- zerijgewassen over het jaar 1932, reeds be kend zijn en zoo deze resultaten aantoonen, dat met een bedrag van 5 millioen gulden niet bereikt wordt wat bedoeld is om den tuinbouw te helpen, of de Minister dan be reid is voorstellen aan de Kamer te doen tot verhooging van het beschikbaar gestelde he- drag in verband met den zeer ongunstigen toestand in den tuinbouw vooral in die stre- ken wadr de grove tuinbouw wordt uitge- oefend en waar reeds vele tuinders hetzg door middel van werkverschaffing hetzij door in- stellingen van weldadigheid worden gesteund. HULP AAN AARDAPPELVERBOnVERS IN OVERWEGENG. Het Tweede Kamerlid Van Dis had den Minister van Economische Zaken en Arbeid vragen gesteld betreffende het verleenen van hulp van Regeeringswege aan aardappelver- bouwers, die door lage prijzen en grooten voorraad in omstandigheden zijn gekomen, dat zij niet aan hun verplichtingen zullen kunnen voldoen. De Minister heeft hierop het volgende ge- antwoord De uiterst lage prijzen der aardappelen zijn hem wel bekend en hij beseft, dat trots den overruimen Oogst vele verbouwers door het financieel resultaat der teelt mede in zooda- nige omstandigheden kunnen zijn gekomen. dat zij niet aan al hun verplichtingen zullen kunnen voldoen. De toestand, dat velen geen weg weten met den grooten voorraad aardappelen, heeft sinds geruimen tijd de aandacht van den Minister en de daarmede samenhangende vraagstukken vormen een onderwerp van voortdurend onder zoek en overweging. Hij zal zich beijveren zoo spoedig mogeiyk tot een bepaalde conclu- sie te komen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1