ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Slapende Boeddha
No. 8941
WOENSDAG 18 JANUARI 1933
73e Jaargang.
BINNENLAND
FEUILLETO N
DE ZWARTE LIEVE VROUW
EIND SEIZOEN
ASPIRIN help!steeds
als
gevolg eerier
verkoudheid
TER NEUZENSCHE
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzer, 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden 'Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en elichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
CANDIDAAT'STELLING VOOR DE
TWEEDE KAMER.
Het referendum voor de samenstelling van
de Vrijzinnig-Democratische candidatenlfsten
voor de Tweede Kamer heeft, naar de „Vrij-
zinnig-Democraat" meldt. voor Groepen (Kies-
kringen Leiden, Dordrecht en Middelburg)
den volgenden uitslag opgeleverd:
1. Mr. H. P. Marchant; 2. Mr. P. Oud; 3.
F. E. H. Ebels; 4. mevr. Mr. B. BakkerNort;
5. Th. M. Ketelaar; 6. Mr. A. M. Joekes; 7.
Jan Schitlhuis; 8. D. Kooiman; 9. Mr. J.
Adriaanse; 10. M. M. Cohen; 11. A. Staver-
man; 12. mevr. W. A. L. RosVrijman; 13.
J. Kortland; 14. mevr. E. J. v. d. Broecke
de Man; 15. Dr. A. van Raalte; 16. Mr. C. J.
Goudsmit; 17.' M. Hannewijk; 18. H. van
Kleef; 19. J. J. Bergsma; 20. H. den Ouden.
DE KORTING OP DE ONDERWIJZERS-
SALARISSEN.
De minister van onderwijs, kunsten en
wetenschappen, heeft in een rondschrijven
aan de besturen van de gesubsidieerde brjzon-
dere lagere scholen ten vervolge op zijn
rondschrijven van 17 Februari j.l. betreffende
de toepassing van het Kon. besluit van 29
December 1931 tot vaststelling van een tijde-
lijke korting o.a. op de jaarwedden van de
onderwijizers medegedeeld, dat deze korting
bij Kon. besluit van 24 December j.l. met in-
gang van 1 Januari 1933 is verhoogd in dier
voege, dat zij bedraagt:
a. voor gehuwden 6% pet. van de eerste
f 2000, en 9 pet. van het bedrag, hetwelk
daarboven wordt genoten;
to. voor ongehuwden 7% pet. van de eerste
1000 en 10 pet. van het bedrag, hetwelk
daarboven wordt genoten.
CRISISBRIEFKAARTEN.
Het secretariaat van het Nationaal Crisis-
Comitd deelt mede:
Gelijk reeds bekend is gemaakt zullen
gedurende het tijdvak van 15 Januari tot en
met 31 December 1933 op de postkantoren
briefkaarten verkrijgbaar worden gesteld,
welke met een toeslag boven de frankeer-
waarde ten behoeve van het N. C. C. worden
verkocht.
Daar de ondervinding heeft geleerd, dat
soortgelijke uitgiften aanzienlijk vermeerder-
de baten opleveren, indien van belanghebben-
de zijde de verkoop wordt bevorderd, zal aan
de plaatselijke crisis-comitd's gelegenheid
worden geboden zelf actief daaraan deel te
nemen.
Tegen vooruitbetaling der frankeerwaardo
kunnen deze kaarten door het N. C. C. ter
beschikking van plaatselijke crisis-comitd's
worden gesteld.
De verkoop kan slechts tegen de officieel
daarvoor vastgestelde prijzen van 5, 8 en 11
cent geschieden. Het batig saldo kan in de
kas van het plaatselijk crisis-comitd worden
gestort, onverkochte kaarten worden, mits
in ongeschonden staat, teruggenomen.
Bij afzonderlijke circulaire zullen den
plaatselijken crisis-comitd's omtrent deze
uitgiften nadere mededeelingen worden ver-
strekt.
FTNANCIeELE GEGEVENS BETREFFENDE
GEMEENTEN.
Naar gemeld wordt, heeft de Minister van
Binnenlandsche Zaken den volgenden brief
tot de gemeentebesturen gericht:
„Teneinde een zoo volledig mogelijk beeld
te krijgen van den algemeenen financieelen
toestand van de gemeenten bij den aanvang
van elk begrootingsjaar, heeft de regeering
beboefte aan een aantal in gegevens, ontleend
aan de laatste begrootingen en rekeningeu
van elke gemeente. De regeering zou deze
gegevens gaame jaarlrjks ontvangen, voor het
eerst ten aanzien van het jaar 1933. Met het
oog daarop verzoek ik uwe gemeente bijgaan-
de formulieren in tweevoud ingevuld ten spoe-
door
F. J. A. L. CORDENS.
(Nadruk verboden.)
46)
(Vervolg.)
HOOFDSTUK XIX.
Alleen terug.
Nu ik aan het einde van mjjn avontureu
gekomen ben, ontzinkt mij den moed om ze
nog verder te beschrijven. Vol hoop en goeden
moed verliet ik 't gTondgebied van Chindawar
zonder het flauwste vermoeden van al die
wanhoop en ellende, die mij nog te wachten
etonden en die een gruwelijke herinnering
eouden achterlaten aan mjjn groote reis, die
met zooveel opgewektheid was begonnen.
Maar als iemand later dit reisverhaal zal
lezen, zal hij er ook het slot van willen weten
en daarom wil ik het ook ten einde brengen.
Onnoodig is het de harteljjke ontvangst te
beschrijven, die Alfred en mjj in het kamp van
kolonel Moore ten deel viel. Aanstonds wer-
den wij in de gelgenheid gesteld telegrammen
naar huis te verzenden en werden wij over
laden met attenties. In ruil daarvoor moesten
wij ons wedervaren vertellen in den trein naar
Patna en tijdens ons verbijf in Chindawar.
Nu en dan viel ons dat niet gemakkelijk.
Wjj wisten, dat de Engelsche expeditie op
de eerste plaats was uitgezonden om den aan-
val op den expeditie-trein te wreken, en we
digste, doch uiterlijk voor 23 Januari aan mij
te willen inzenden.
Ik moge hieraan nog toevoegen, dat het in
de bedoeling ligt deze gegevens mede te ge-
bruiken ter beoordeeling van eventueele aan-
vragen om financieele hulp, hetziji bij wijze
van kasvoorschot of onderstand in de kosten
van de gemeentehuishouding, dan wel ter-
zake van een Rijksbijdrage in <ie kosten van
werkverschaffing of steunverleening aan
werkloozen.
Niet-tijdige inzending van die gegevens zal
uiteraard de afdoening van de bovenbedoelde
aanvragen kunnen vertragen".
De door den Minister verlangde gegevens
behelzen in hoofdzaak de ramingen van de
gewone uitgaven en inkomsten betreffende
armenzorg, met inbegrip van de voorzieningen
tegen werkloosheid voor het dienstjaar 1933.
Daamaast worden uitvoerige opgaven ver-
langd betreffende alle soorten belastingen,
welke in de begrootingen voor het jaar 1933
zijn opgenomen.
DE WIJZIGING DER KIESWET.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het ontwerp tot wijzi-
ging van eenige artikelen der Kieswet wordt
het volgende ontleend:
De van verschillende zijden geopperde em-
stige bedenking tegen de voorgestelde wijzi-
ging van de wijze van candidaatstelling heeft
den Minister er toe geleid de voorgestelde
nieuwe regeling bij nota van wjjziging weder
uit het ontwerp te lichten.
(Het betreft hier het middel om de indie-
ning van effectlooze candidatenlijsten tegen
te gaan.)
Wat betreft de voorgestelde wijziging van
art. 100 zegt de Minister met belangstelling
te hebben kennis genomen van de pleidooien
voor het aanvaarden van het stelsel der ge-
middelden in zijn vollen omvang. De Minister
is evenwel van oordeel, dat thans het oogen-
blik voor een algeheel overgaan daartoe niet
opportuun is te achten.
Het denkbeeld om naast het algemeen mini
mum van den vollen kiesdeeler nog een b'j-
zonder minimum voor althans den kieskring
te stellen, acht de Minister niet aanvaardbaar.
Hetzelfde principieele bezwaar geldt tegen
de gedachte, dat van iedere groep geeischt
zou moeten worden, dat zij in den kring een
veel grooter aantal handteekeningen dan het
normale bijeen zou brengen. Bovendien be-
staat tegen het verlangen van 500 handteeke
ningen het bezwaar dat bij lijsten met zoo tal-
rijke handteekeningen de echtheid moeilijk zou
zijn na te gaan en misbruiken voor de hand
zouden liggen.
Het denkbeeld om naar Duitsch voorbeeld,
aan de partij, welke het grootst aantal zetels
in de Tweede Kamer bezet, voor al haar lijsten
het nummer 1 toe te wijzen; aan de partij
welke op ddn na het grootst aantal zetels
bezet, het nummer 2 enz. is in het stelsel on-
zer kieswet, welke geen partijen kent, niet
voor verweizenlijking vatbaar.
Naar het oordeel van den Minister behoort
de z.g. stemplicht althans onder het huidige
stelsel van evenredige ver tegen woo rdiging be-
houden te blijven. Voorstellen tot afschaffing
kunnen van hem dan ook niet worden tege-
moet gezien.
Voor een toestemmende beantwoording van
de vraag, of de tijd niet gekomen is, om, uit
een oogpunt van bezuiniging gelijkmaking van
de eischen voor het actieve kiesrecht voor
alle verkietzingen in overweging te nemen,
bestaat naar het oordeel van den Minister
geen voldoende aanleiding. Daargelaten nog,
in hoerverre bezuiniging zou worden verkre-
gen, liggen aan den bedoelden eisch van het
bazit van het ingezetenschap redenen ten
grondslag, die voor het verkrijgen van admini-
stratieve bezuiniging niet zonder meer mogen i
wijken.
MODERNE EN OUDE PUBL1CITEIT.
Men schrijft ons:
Tot in de late middeleeuwen werd de jour-
nalistiek beoefend door rondtrekkende poeten
wilden tot geen prijs Bengor verraden, die
er aan had deelgenOmen, maar die ons het
leven had gered en met wien wij nadien
vriendschap hadden gesloten. Ook de begum
en het volk van Chindawar waren goed voor
ons geweest. Het dwaze motief onzer gevan-
genhouding werd door de Engelsche officieren
die ons in verhoor namen niet voor onaanne-
melijk gehouden.
Wij verzwegen onzen onderzoekingstoeht in
den tempelberg, die het vinden van den schat
ten gevolge had; en ik voor mij zei geen woord
over het heiligdom van Chindawar, dat in mijn
koffer verborgen was en waar zelfs Alfred
nog niets van wist. Alles te zamen genomen
slaagden wij er in, kolonel Moore en zijn staf
gunstig voor de bewoners van Chindawar te
stemmen. De uitstekende behandeling, die wij
er hadden ondervonden, maakte veel goed, en
het feit dat Patloora eenige onderdanen van
de begum onder dwang had bewogen aan den
treinoverval mee te doen, was althans een
verzachtende omstandigheid. Zeer gunstig
was het bovendien voor de bewoners van
Chindawar, dat de Engelschen in Patloora al
op een verschrikkelijke manier hadden huis-
gehouden, waardoor hun wraakzucht was be-
koeld en hun woede was uitgeraasd. Nu zou
het een daad van verstandige politiek zijn, de
onderworpen bevolking voor zich te winnen.
Dat kon dan meteen beschouwd worden als
een bewijs van waardeering voor de wijze,
waarop zij ons behandeld hadden.
■Dien middag zou de kolonel zijn intocht in
Chindawar houden en er het bestuur gaan
regelen. Voor ons waren maatregelen ge
nomen, dat wij den volgenden ochtend vroeg
onder gewapend geleide naar het Zuiden
zouden gaan.
De tocht naar den Ganges verliep zonder
ongevallen. Onderweg hadden wij ruimschoots
gelegenheid ons op de hoogte te stellen van
de gebeurtenissen na onze gevangenneming.
De overrompeling van den extra-trein was
lang en breed besproken in alle kranten van
Indie en Engeland en in vele van het vaste-
land. Want van het begin af aan waren alien
het er over eens, dat wij gevangen waren
genomen, aangezien wij niet onder de dooden
werden gevonden. De overval zelf werd niet
in verband gebracht met de in verschillende
streken van Indie onder de Hindoe's heer-
schende onrust, maar werd beschouwd als een
op zichzelf staand feit, als een uitspatting,
die door het Engelsche gezag met kracht en
klem zou worden onderdrukt.
We lieten ons dat alles vertellen door de
officieren van ons escorte; maar we hadden
te Allahabad een anderen kijk op de gebeur
tenissen gekregen en spraken ze maar niet
tegen. Hoe het dan ook zij, wij waren in
veiligheid en Engeland had nog eens te meer
van zijn macht doen blijken door Patloora
weg te vagen en zijn gezag aan Chindawar op
te leggen.
Eenmaal weer over den Ganges, zagen wij
met huivering de bergen terug, in wier scha-
duw onze reis op zoo tragische wijze onder-
broken was
Aan een klein tusschenstation wachtten wij
op den trein naar Patna. Twee officieren
zouden de reis met ons meemaken, en ons
verder vergezellen naar Calcutta, waar wij
door het hoofdeommando waren uitgenoodiga
om een uitvoerig verslag te geven van onze
ervaringen, imzonderheid over het rijk van
de begum, dat wij, naar werd aangenomen,
beter zouden kennen dan wie dan ook. Dit
was een van die vereerende uitnoodigingen op
hoog bevel, waar geen ontkomen aan is, en die
door Alfred werd beschouwd als een vanzeli
sprekende zaak, die weer eens te meer pleitte
en zangers, die het nieuws in dichtvorm van
kasteel tot kasteel brachten. En nog vroeger,
in den tijd van Mozes, den profeet, werden
groote waarheden in steen gegrifd. Sprak niet
de stem uit den hemel. eenige duizenden jaren
geleden: Zes dagen zult gij werken en daarin
al Uw arbeid verrich'r.en Op een steenen I
tafel werden deze geboden vastgelegd, om
door de eeuwen heen bewaard te blijven. En
ook door de eeuwen heen heeft men zich daar
aan vrij nauwkeurig gehouden.
Maar de modeme profeten doen het anders.
Niet alleen zijn er nieuwe Mozessen in de ar-
beidersbeweging ontstaan, die met krachtlg
stemgeluid door de radio verkondigen, dat men
zoo weinig mogelijk moet werken en zooveei
mogelijk verdienen, doch ook in vele leidende
kringen van het bedrijfsleven heeft men alle
middelen van de moderne publiciteit te baat
genomen om een hevige propaganda te maken
voor bescherming van eigen belangen. Niet
langer trekt de zingende troubadour de wereld
door om de menschheid wijzer te maken en
nog veel minder schrr;ft men groote waar
heden op steenen tafels. Pamfletten worden
bjj honderdduizenden met moderne rotatie-
persen gedrukt, om per telefoon, radio en
telegraaf den aardbol rond te worden geslin-
gerd. Maar zoo goed als de tien geboden door
de eeuwen heen bewaard zijn gebleven, zoo
vergankelijk zijn de stemmen van de modeme
profeten, die hun leuzen op schrijfmachine
laten tikken. Leuzen, welke overigens even
snel worden vergeten, en ook gerust vergeten
kunnen worden, als zij worden neergeschreven
en rondgebazuind.
Geestelijke verarming is van dat alles het
gevolg. In weerwil van een enorme tech-
nischen vooruitgang en een rijkdom van goe-
deren, welke tenminste honderden malen ge-
makkelijker over de wereld gedistribueerd
kunnen worden dan vroeger, is de wereld in
een impasse geraakt, waaruit zij niet gemak
kelijk zal zrjn te verlossen. Van waar die
tegenstrijdigheid rijkdom en toch armoede?
Techniek alleen is niet voldoende als ge-
zonde, economische denkbeelden worden ver-
stikt door valsche leuzen van zelfzuchtige
groepsibelangen. Niet de massa, schreef Os
wald von Spengler in zijn boekje, Mensch und
Technik, maar het genie brengt ons de tech-
nische idee. En doorde eeuwen heen staat
het genie alleen, blijft de massa oppervlakkig
en profiteert onbekommerd van de vruchten
der groote uitvindingen. Doch ook daaraan
schijnt thans een eind te zijn gekomen en wel
in hoofdzaak door de beschermende tarief-
politiek, welke thans over de geheele wereld
hoogtij viert Met de meest dwaze argumen-
ten wordt die politiek verdedigd: Voornamelijk
echter met het argument, dat door bescher
ming de werkloosheid verdwijnt nen dat dus ook
de arbeiders op den duur bij bescherming we1
zullen varen: met korteren werktijd en hoogere
loonen.
Nog kon de Voorzitter van de Amsterdam-
sche Kamer van Koophandel in zijn Nieuw-
jaarsrede zeggen: „Een plotselinge omzwaai
naar een beschermende tariefpolitiek, zooals
in Elngeland geschiedde, is in Nederland nau-
welijks te wachten. Maar wel kan worden
geconstateerd zoo liet de heer Crone hierop
onmiddellijk volgen dat er ook in Nederland
machten aan het werk zijn, die ons stap voor
stap in protectionistische richting willen
dwingen. Zij dienen het bedrijfsleven narcotica
toe, in toenemende doseering, opdat de uit-
werking niet gemist worde, doch dit kan
slechts uitloopen op volkomen vergiftiging.
Het is daarom zaak, dat alien, die mede in het
onwrichtbaar vasthouden aan de politiek vao
vrrjhandel een middel tot redding uit den
economischen nood zien, onverzwakt waak-
zaam blijven".
Ongetwijfeld zijn dit juiste opmerkingen.
Zal men er echter naar luisteren De jaar-.
rede van den heer Crone beslaat 115 blad-
zijden druks en zrj is den lofzang op de groote
voordeelen van den vrijhandel. Op glasheldere
wijze toont de Voorzitter aan, welke nadeelige
gevolgen Engeland thans reeds van zijn be
schermende politiek ondervindt. Engeland,
het land, waar eens de leuze van ,,de goed-
koope ontbijttafel" een aantrekkelijke verkie-
zingsleus was, heeft thans den invoer van
eerste levensbehoeften, zooals tarwe, eieren,
boter, kaas, enz. hoog belast en een scherpe
contingenteering voor ontbijtspek toegepast.
Men realiseert zich blijkbaar niet, dat aanvoer
van deze artikelen uit verafgelegen dominions
van het Britsche Rijk on-economisch is, ter-
wijl bij een vrij, verkeer de voortbrengselen
van Nederland en Denemarken voor het grij-
pen liggen.
Zal men zich in Nederland aan dit droeve
voorbeeld spiegelen? Wij weten het niet. De
verstandige woorden van den heer Crone zul
len in honderden kranten verschijnen, door de
aether naar Indie worden gezonden, wellicht
ook in het buitenland worden aangehoord,
doch zij loopen het gevaar van alle modeme
publiciteit: Vandaag te worden aangehoord
om morgen weer te worden vergeten. Het
groote publiek wordt dermate volgepropt met
minderwaardige spijzen, in economisch figuur-
l\jken zin dan altijd, dat elk onderscheidings-
vermogen dreigt te worden uitgewischt.
Zes dagen zult g(j werken en daarin al Uw
arbeid verrichtenZal dit gebod in al zijn
eenvoud nog eens weer nieuw leven in deze
ontredderde wereld beschoren zrjn? Ideeen
leert men niet; men moet ze ervaren. Met
onafwendbare kracht Is het economisch leven
den afgrond tegemoet gesneld, doch nog steeds
wil men niet inzien, dat de vruchten van
wetenschap en techniek alleen dan geplukt
kunnen worden, indien het besef weer door-
dringt, dat het menschelijke geluk niet is
gelegen in zoo weinig mogelijk te werken,
desnoods ten koste van een ander, doch in een
zoo intensief mogelijk gebruik van alle be-
schikbare arbeidskracht, hetgeen evenwel al
leen mogelijk is, indien door een onbelemmerd
goederenverkeer intemationale verdeeling van
arbeid kan plaats hebben.
HET 40-JARIGE VEILIGHEIDSMUSEUM.
In het gebouw van het Veiligheidsmuseum
aan de Hobbemastraat te Amsterdam is
Zaterdagmiddag, ter gelegenheid van het veer-
tigjarig bestaan dezer instelling, de Reizende
Tentoonstelling van het museum geopend en
een demonstratielift officieel in gebruik
gesteld.
De Minister van Economische Zaken had
zich bij deze plechtigheid doen vertegenwoor-
digen door den secretaris-generaal van zijn
departement, Mr. Dr. Scholtens, daar hij zelf
touitenslands vertoefde. Verder waren zeer
vele andere autoriteiten tegenwoordig.
De voorzitter van de Stichting Het Veilig
heidsmuseum, Dr. N. M. Josephus Jitta,
heeft in een toespraak de bijeenkomst ge
opend en daarin vastgesteld, dat het Veilig
heidsmuseum in de veertig jaren van zijn be
staan bereikt heeft wat men zich er van bij
de oprichting heeft voorgesteld. Van de op-
richters is nog slechts ir. Struve in leven,
die om gezondheidsredenen hier niet aanwezig
kon zijn. Spr. deelde mede, dat het bestuur
besloten had hem het eere-lidmaatschap te
verleenen.
Steeds zijn de collecties uitgebreid en is
het aantal bezoekers toegenomen, zoodat
zich thans een nijpend gebrek aan plaats
ruimte doet gevoelen, waarin, indien de cri
sis zulks niet verhinderd had, venmoedelijk
reeds voorzien zou zijn geweest. Het bestuur
hoopt echter, dat het spoedig in de gelegen
heid zal worden gesteld om in deze behoefte
te voorzien; de grond tot uitbreiding daarvoor
is aanwezig.
Als er geen arbeidsinspectie was geweest
en ook als er geen Veiligheidsmuseum was
Kleederen voor Heeren en Kinderen
10 vermindering
ZUIVELBRUG 7 GENT
(Ingez. Med.)
voor de degelijkheid van het Engelsch bestuur,
dat zich op de meest nauwkeurige wijze liet
voorlichten.
De inlandsche stationschef had met de
grootste voorkomendheid in den voorrijdenden
trein een leegen coupe voor ons gereserveerd.
Wij hadden afscheid genomen van ons escorte
en praatten nog van uit den coupe met een
luitenant en een vaandrig, die- ons uitgeleide
hadden gedaan. De stationschef gaf het
teeken tot vertrek en langzaam zette de trein
zich in beweging. Ik zat in een hoek bij het
raampje, van waaruit ik een gedeelte van het
perron kon overzien, toen ik opeens een hevige
opschudding gewaar werd. Een Hindoe kwam
het perron opstormen, waar hij werd tegen-
gehouden door een beambte, die meende, dat
de man nog in den reeds in beweging zijnden
trein wilde plaats nemen. Maar in een oog-
wenk had hij zich losgerukt en liep wat hij
kon in de richting van onzen coupe.
,,Mijn hemel, dat is Bengor", riep ik tegen
Alfred.
Alfred boog zich uit het portier en Bengor
schreeuwde hem iets toe, dat ik niet ver-
stond,,Venmoord", dat was het eenige
wat ik er van begreep. Op hetzelfde oogenblik
duwde een stevige wisselwachter Bengor van
den trein af, zoodat hij kwam te vallen. Ik
keek nu mee uit het portierraampje; de trein
had reeds een flinke vaart gekregen en ik
wuifde onzen vriend vriendschappelijk toe.
Maar hij scheen er niet op te letten, hij, was
woedend en schudde zijn gebalde vuist tegen
den wisselwachter. Een oogenblik later was
hij uit het gezicht verdwenen.
„Wat was er toch aan de hand?" vroeg ik
mijn vriend toen we weer hadden plaats ge
nomen.
„Akbar is vermoord", zei Alfred, „dat riep
hjj ten minste, maar hij was zoo geweldig
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van
20 labl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 cte,
(Ingez. Mert.)
om voorlichting te geven, zou het toch reeds
zoo groote aantal bedrijfs- en verkeersonge-
lukken zeker veel grooter zijn geweest.
Dezen dag zoo besloot spr. zrjn twee
wenschen van het bestuur in vervulling ge-
gaan, het museum is een veiligheidslift rijk
geworden, die aan alle mogelijke veiligheids-
eischen voldoet een combinatie van acht
verschillende liften ineen gebouwd en de
Reizende Tentoonstelling is, vooral dank zij
de bemoeilngen van den directeur, ir. Gorter
tot stand gekomen. Deze tentoonstelling was
noodig omdat vreemdelingen, die Amsterdam
bezoeken, begrijpelijkerwijze daar andere ge-
noegens zoeken dan een bezoek aan het Vei
ligheidsmuseum; daarom heeft het tot de
Nederlanders buiten Amsterdam willen komen
om z666 de sfeer van zjjn heilzamen invloed
uit te breiden.
De secretaris-generaal van het departement
van Economische Zaken heeft daama getuigd
van 's Ministers groote belangstelling voor de
bevordering van de bedrijfsveiligheid en dus
voor het museum.
Vervolgens stelde Mr. Scholtens de lift in
bedrijf, waama hij tevens de Reizende Ten
toonstelling geopend verklaarde.
Een receptie door het bestuur van het Vei
ligheidsmuseum vormde het besluit van dezen
middag.
Tijdens deze receptie wdrd o.m. nog het
woord gevoerd door ir. A. H. Straatman,
hoofdinspecteur van den arbeid en voorzitter
van de liftcommissie en door ir. E. J. Lange-
laan.
DE RIJKSMIDDELEN.
Over 1932 werd ruim f 52 miliioen
minder ontvangen dan over 1931.
In de maand December 1932 hebben de
Rijksmiddelen opgebracht f 33.568.428,91 dd.
f 9.616.077,30 minder dan in December 1931
en f 1.282.285,25 minder dan 1/12 der raming
voor 1932.
Over het geheele jaar 1932 bedroeg de op-
brengst der middelen 400.525.439,89, dd.
52.274.278,10 minder dan in 1931 en
f 17.683.130,11 minder dan de raming.
GIETIJZEREN BUIZEN UIT JAPAN VOOR
NEDERLANDSCHE GEMEENTEN.
Het stoomschip „Chokoh Maru" van de
Yamashita Kisen Kaisha lijn arriveerde te
Rotterdam met een partij van ongeveer 6000
Japansche gietijzeren pijpen, in dikte vari-
eerende tusschen 100 en 750 m.M., bestemd
voor IJsselmonde en Groningen, welke deze
pijpen zullen gebruiken voor de aan te leggen
leidingen.
Deze lading pijpen, de eerste, welke uit
Japan van de fabriek der Nihon Gutakan
Gcshi Kaisha in Europa aankomt, heeft de
belangstelling van tal van autoriteiten en
technici uit ons land zoowel als van over de
grenzen. De markt van gietijzeren buizen
werd tot dusver vrijwel geheel beheerscht
door het z.g.n. buizen-syndicaat, welk syn-
dicaat over geheel Europa zijn invloed oefen-
de en de prijzen constant wist te houden.
De Japansche buizen, reeds geruimen tijd
o.a in Soerabaja in gebruik, voldoen aan de
hoogste eisohen en moeten van bijzondere
vastheid zijn.
WTJZIGIVVG VAN TARIEVEN VAN
GERECHTSKOSTEN IN STRAFZAKEN.
Staatsblad no. 5 bevat een Kon. besluit van
7 Januari, waarbij het tijdstip van inwerking-
treding van de wet van 30 December 1932
(Staatsblad no. 708), houdende wijziging van
de wet betreffende vaststelling der tarieven
van gerechtskosten in strafzaken waarvan de
gewone rechter kennis neemt, op 1 Pebruari
wordt bepaald.
opgewonden, dat ik geen woord begreep van
wat hij nog meer had te vertellen Hij
schreeuwde ook nog iets van gevlucht; ik
denk, dat hij daar de begum mee bedoelt
maar dat wisten wij toch al".
De beide officieren in onzen coupd waren
natuurlijk een en al nieuwsgierigheid, en we
vertelden hun, hoe we in Chindawar in een
huis naast Bengor hadden gewoond en hoe
goed hij steeds voor ons gezorgd had. Om
trent Akbar konden wij hun mededeelen,
welke rol hij in Patloora had gespeeld en hoe
de priesters in Chindawar een middel hadden
gevonden om hem uit den weg te ruimen zon
der de wetten der gastvrijheid te schenden,
door een stokoude man als schuldeischer voor
zijn deur te laten sterven. Toen begonnen
de officieren over Bengor te redetwisten.
„Met dat al vind ik dien vriend van jullie
een opgewonden standje", meende de een.
Maar de ander trok de partij van Bengor
en vond h^t iets buitengewoons, dat deze de
lange reis had gemaakt om ons het laatste
nieuws uit Chindawar te komen vertellen en
ons een laatste maal te begroeten.
„Zoo zijn er onder de Hindoe's", besloot hij,
,,als je er goed voor bent, loopen ze voor je
door het vuur en hebben alles, maar ook let-
terlijk alles, voor je over".
We bleven echter in het duister omtrent de
ware reden van de onverwachte komst van
onzen vriend; andere gesprekken verdrongen
weer den indruk van het in den grond pijnlijke
tooneel, dat wij hadden bijgewoond, en binnen
niet te langen tijd hadden wij Patna bereikt
Het was aivond toen we daar aankwamen,
en we namen onzen intrek in het niet groote.
maar comfortabele Hotel Clive, om den vol
genden morgen met den sneltrein naar Cal
cutta te vertrekken.
(Wordt vervolgd.)