ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Slapende Boeddha
No. 8940
MAANDAG 16 JANUARI 1933
73e Jaargang.
BINNENLAND
FEUILLETON
BE HULDIGING VAN DE BERGERS
VAN DE ATLANTIQUE".
TER NEUZENSCHE
ACONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzer. 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Fitgeefster; Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer /0.20.
KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND,
Donderdagmiddag zjjn de drie koene Maas-
sluizenaars de matroos P. de Baar, de trem-
mer A. Wygerse en de licbtmatroos M. van
Tejjlingen, die verleden week het brandend
wrak van de „Atlantique" hadden beklommen
in hun woonplaats gehuldigd door een eere-
ooKdtd, dat zich daartoe had gevormd.
Voor de zaal, die geheel gevuld was, ston-
diea vele belangstellenden op de komst van
het drietal te wachten. In de zaal waren alle
leden van den gemeenteraad, de heer L. de
Boer, expert voor de scheepvaart in het 2e
en 3e district, vele oud-redders uit het Doras
Rjjkersfonds, personeel van L. Smit Co.'a
intemationalen sleepdienst en de oud-gezag-
voerdera van deze ondememing, de heeren N.
Persoon en C. Verschoor.
Nadat de drie jonge mannen onder applaus
naar het podium waren geleid tevoren had
de heer Jean Lorauchet, directeur des consig-
nataires r6unis hen aan den ingang begroet
en dank gezegd nam burgemeester Dom-
misse het woord om den dank en de vreugde
van zijn gemeentenaren te vertolken.
Vervolgens heeft de heer Muller namens
de directie van L. Smit Co.'s Internationale
de directie was door drukke werkzaam-
heden buitenslands verhinderd aan deze
plichtgetrouwe zeelieden, maar ook aan de
overige leden van de bemanning van de „Lau-
werzee" alsook van de „Witte Zee" en de
„Roode Zee" dank gebracht. Met echt Inter
nationale gevoelens zijn deze menschen te
werk gegaan, zij hebben immers ook de tros-
aen van de andere sleepbooten vastgemaakt.
Spr. overhandigde ieder van de mannen na
mens de directie 'n spaarbankboekje met
500.
De burgemeester heeft daarop nog ver-
scheidene telegrammen met huldebetuigingen
voorgelezen.
Het comite heeft gemeend den vermetelen
Maassluizenaars een blijvende herinnering te
moeten schenken. Daartoe is een zilveren
herinneringsmedaille geslagen.
De heer Muller heeft namens het drietal
clank gezegd.
Ten slotte werd het Wllhetmus gezongen.
RIJKSCOMMISSIE WERKVERRUIMING. j
Deazer dagen heeft de Rijkscommissie Werk-
rerruiming vergaderd, onder leiding van haar
voorzitter, Mr. J. A. de Wilde, te 's Graven-
hage.
De voorzitter sprak er zijn blijschap over
uit, dat als nieuwe leden der commissie be-
noemd zijn de heeren dr. ir. A. H. W. Hacks,
directeur-generaal van den arbeid, en dr. H.
M. Hirschfeld, driecteur-generaal van handei
en nijverheid, en zeide de verwachting te
koesteren, dat him adviezen van groote waar-
de zullen zijn voor het werk der commissie.
Mededeeling werd igedaan van de be-
moeiingen der commissie inzake het bevorde-
ren van het gebruik van Nederlandsche pro-
ducten bij woningbouw met rijksvoorschotten
em/of bijdragen.
De wensch werd uitgesproken, dat de be-
moeiing der commissie tot bevordering van
het gebruik van Nederlandsche cement spoedig
tot het gehoopte resultaat zou leiden.
De commissie vereenigde zich met het ad-
vies van het bureau inzake het niet verstrek-
ken van kapitaal aan een ondememing, welke
daarom gevraagd had.
Besproken werden de bjjzonder slechte toe-
stand en de nog slechtere vooruitzichten van
de metaal-industrie in Nederland.
Mededeeling werd gedaan van hetgeen ter
kennis van de commissie is gekomen inzake
den aanleg van kunstijsbanen in ons land.
Opgemerkt werd, dat door overheidsinstel-
lingen of door ondememingen, waarvan het
aandeelenkapitaal geheel of nagenoeg geheel
in het bezit is van de overheid, nog niet altrjd
die medewerking verleend werd, welke in deze
bijeonder moeiljjke omstandigheden voor de
Nederlandsche nijverheid zou mogen worden
verwacht. Nu eens is het een gering prijs-
verschil, dan weer zijn het redenen van een
door
P. J. A. L. CORDENa
(Nadruk verboden.)
kleinen technischen voorsprong, welke ertoe
leiden, dat orders aan de Nederlandsche nijver
heid ontgaan.
Van ongeveer 160 gevallen, waarin de be-
middeling van de commissie was ingeroepen
tot het behoud van opdrachten voor de natio-
nale industrie, werd melding gemaakt.
MR. D. FOCK ZAL AFTREDEN ALS
VOORZITTER VAN DEN VRIJHEIDSBOND.
In de vergadering van de Vrouwengroep
van den Vrijheidsbond, te Amsterdam gehou-
den, heeft mr. D. Fock in zijn beantwoording
van de begrootingsrede van de presidente te
kennen geven, dat hij in zijn qualiteit als
voorzitter van den Vrijheidsbond" de laatste
maal deze vergadering bijwoonde.
Over deze uitlating nader geinformeerd
vemeemt het „Handelsblad", dat mr. Fock
eerlang als voorzitter van den Vrijheidsbond"
zal aftreden en hij zijn plaats gaame door
een jongere kracht wenscht te zien ingeno-
men. Mr. Fock zal echter eerst na de komen-
de verkiezingen aftreden.
DE SMOKKELARIJ VAN WAPENS.
Het Tweede Kamerlid Albarda heeft den
Minister van Buitenlandsche Zaken de vol
gende vragen gesteld:
1. Heeft de Minister kennis genomen van
de mededeeling vervat in het antwoord van
den Minister van Justitie op de schrifteljjke
vragen van den ondergeteekMide betreffende
de smokkelarij van wapens, die hier te lan-
de op onregelmatige wijze worden ingevoerd
en uit Nederland op onregelmatige wijze naar
Duitschland worden uitgevoerd, vermoedelijk
met bestemming voor daar te lande bestaande
particuliere gewapende corpsen (Aanhangsel
biz. 97), volgens welke mededeeling de beteu-
geling van de smokkelarjj wordt bemoeilijkt
door de omstandigheid dat in een naburig
land practisch nagenoeg vrjje wapenhandel
bestaat
2. Vindt de Minister daarin geen aanlei-
ding om op die omstandigheid de aandacht
van de regeering van dat naburige land, waar-
mee geen ander land dan Belgie bedoeld kan
zijn, te vestigen?
3. Acht de Minister het ook niet gewenscht
aan het secretariaat en aan andere ter zake
bevoegde organen van den Volkenbond mede
te deelen, hoe ook in Nederland de feiten be-
wijzen, dat verscherping van het toezicht op
den handei in en het vervoer van wapens drin-
gend noodig is?
Het Tweede Kamerlid Albarda heeft den
Minister van Justitie de volgende vragen ge
steld
1. Is het waar, dat eenige weken geleden
in de buurt van Roosendaal twee te Antwer-
pen woonachtige Nederlanders zijn aangehou-
den, die frauduleus een aantal revolvers en
een hoeveelheid patronen vervoerden; dat deze
personen, nadat tegen hen door de marechaus-
see proces-verbaal was opgemaakt, zijn voor-
geleid voor den officier van justitie te Breda,
en dat deze, na de beide personen verhoord
te hebben, hen dadelijk heeft vrijgelaten, zoo-
dat zij naar Antwerpen zijn teruggekeerd?
2. Kan de Minister ophelderen, waarom
die personen zijn vrijgelaten en niet worden
vervolgd
3. Is de Minister overtuigd, dat tegen den
heimelijken handei in wapens en tegen het
verboden vervoer van wapens met de noodige
gestrengheid wordt opgetreden?
V ARKENS VLEESCH-ACCIJN S
VERHOOGD.
De Minister van Economische Zaken en Ar
beid heeft het bedrag, bedoeld in art. 5, b. A
van het Crisisvarkensbesluit 1932, voor de
periode van 15 Jan. tot en met 11 Febr. 1933
bepaald op 10 ct. per K.G. geslacht gewicht,
nret dien verstande, dat ten aanzien van ge-
castreerde beeren, welke voor de varkensfok-
kerij hebben gediend en uitsluitend voor eigen
gebruik geslacht worden, dit bedrag vermin
derd wordt met 95
(Tot dusver bedroeg de accijns 9 cents.)
OPERATIE PROF. SLOTEMAKER
DE BRUINE.
De operatie van prof. dr. Slotemaker de
Bmine heeft een bevredigend verloop gehad.
De toestand is gunstig.
POSTDIENST TEN PLATTELANDE.
In de maand December van het vorige jaar
is in het gebouw van de Vereeniging van
Nederlandsche gemeenten te 's-Gravenhage
een bijeenkomst gehouden ^.n vertegenwoor-
digers van de provinciale ^fdeelingen met de
directie van gencemde vereeniging. O.m. is
toen ter sprake gebracht de verslechtering
van den postdienst te plattelande en in ver-
band hiermede stellen de afdeelings-besturen
thans een onderzoek in naar de moeilijkheden
die zich in de betreffende gemeenten voordoen
tengevolge van de inkrimpjng van den dienst j
der posterijen.
WIJNKOOP IN ONGENADE.
Naar het Handelsblad vemeemt, heeft het
congres der Oommunistische Partij Holland
besloten, den heer Wijnkoop (die sedert 1925
geen lid meer is van het partijbestuur) op de
candidatenljjst voor de Tweede Kamer een
zoodanige plaats toe te kennen, dat zijn her-
kiezing tot lid van de Kamer uitgesloten moet
worden geacht.
De plaats van den heer Wjjnkoop zou moe
ten worden ingenomen door den heer Keuze-
maker, die pas geruimen tijd in Moskou heeft
vertoefd en vandaar nieuwe instructies heeft
medegebracht betreffende partijtactiek.
De elimineering van den heer Wijnkoop is
de voorloopige slotsc&ne van een spel, door
Moskou slim geensceneerd. Indertijd heeft
Moskou Wjjnkoop toen deze buiten de Com-
munistische Partij Holland een dissidente
groep leidde, welke hij ook in het parlement
vertegenwoordigde, overreed, zijn positie op te
geven en tot de moederpartij terug te keeren.
Wijnkoop heeft aan de stem van Moskou ge-
hoor gegeven.
Moskou maakte hier diplomatiek een bul
ging voor Wijnkoop, met wiens „individualis-
me" het zich niet kon vereehigen, doch dat het
voorloopig aanvaardde w^gens den invloed,
dien Wijnkoop onder de communisten in
Nederland bezat en wegens de tribune die hij
in de Tweede Kamer bezette. Hoofdzaak was
evenwel, de volgelingen van Wijnkoop in het
net van Moskou te krijgen. Dit is Moskou
gelukt, en thans meent de Ekki, het uitvoe-
rend comite der Derde Internationale, dat de
Communistische Partij Holland zich van Wijn
koop kon losmaken.
Den heer Seegers, het Amsterdamsche ge-
meenteraadslid, zou een zelfde lot beschoren
zijn. Ook deze zal zijn mandaat van de Com
munistische Partij Holland niet hernieuwd
krijgen.
HET HOLLAND HUIS TE BRUSSEL.
De verschijnselen, die er op wijzen dat in
de verhouding tusschen Nederland en Belgie,
althans wat de economische betrekkingen be-
treft, een nieuwe faze staat in te treden, vol-
gen elkaar met onmiskenbare duidelijkheid op.
Tot de organisaties, die het verstevigen van
deze betrekkingen beoogen, neemt het Holland
Huis Brussel een belangrijke plaats in. Uit de
berichten, die wij herhaalde malen omtrent
deze instelling brachten, weten onze lezers
hoezeer het Holland Huis, om. door de Per-
manente Tentoonstelling van Nederlandsche
producten in de duizend vierkante meter
groote zaal en de Ned. Indische afdeeling, die
ongeveer de helft van deze oppervlakte meet,
streeft naar de verruiming van het afzetge-
bied van de Nederlandsche nijverheid en de
producten der Indische cultures en mijnwezen.
Een andere afdeeling van den dienst van het
Holland Huis, het Handalsinformatlebureau,
doet voor de aangeslotenen al het mogelijke
voor het verkrijgen van nieuwe relaties en om
de uitbreiding van bestaande betrekkingen te
vergemakkelijken.
Zoo stelt het Holland Huis een onderzoek in
naar de verkoopsmogelijkheden van Neder
landsche of Ned. Indische artikelen in Belgie
en den Congo, het verschaft gegevens betref
fende de invoerrechten, en verdere voorschrif-
ten omtrent het Handelsverkeer, geeft advies
bij het samenstellen, verspreiden en zoo noo
dig vertalen van propaganda-brochures en het
verstrekken van adressenmateriaal. Het is be-
i hulpzaam bij het aanstellen van vertegenwoor-
digers en blrjft hen desgewenscht terzijde
staan en strekt zijn bemoeiingen uit ook bui
ten de grenzen van Belgie, dank zij het groote
aantal zakenlieden van vreemde nationaliteit
die te Brussel gevestigd zijn of daar vertoe-
ven, van wie velen tot de bezoekers van het
Holland Huis behooren.
Voor iederen Nederlandschen industrieel of
exporteur is het derhalve van groot belang,
in relatie te staan met deze instelling, een
vooruitgeschoven post in den vreemde, die be-
schikt over een ondervinding van meer dan
tien jaar. Maar ook van hen, die niet direct
zijn betrokken bij de nijverheid en den han
dei, verdient het Holland Huis steun en mede
werking; immers, verruiming van den export
komt de Nederlandsche bevolking in haar ge
heel ten goede.
Voor particulieren, die Brussel bezoeken, is
het Holland Huis de vraagbaak op velerlei
gebied. Zij vinden daar een uitgebreide lees-
tafel van Nederlandsche, Ned.-Indische en Bel-
gische bladen. Er worden lezingen gehouden
over actueele onderwerpen, films vertoond
eerstdaags de bekende Zuiderzee-film van den
folklorist Van der Ven nationale feestdagen
herdacht met medewerking van onze beste
redenaars en kunstenaars, kortom, niets wordt
verzuimd dat strekken kan ter verhooging van
het saamhoorigheidsbesef bij de duizenden
leden der Nederlandsche Kolonie in Groot-
Brussel.
Het Holland Huis is gevestigd Auderghem-
schelaan 61/63, bij de Cinquamtenaire, het cen
trum van tentoonstellingen, o.m. van de Jaar-
beurs.
Dat wij op deze waarlijk nationale instel
ling thans de aandacht vestigen doen wij met
het oog op de te verwaehten wijziging in de
betrekkingen, waarop wij in onzen aanhef
doelden.
UITVOERING VAN SCHILDERWERK
GEDURENDE DEN WINTER.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft het
volgende schrijven aan de gemeentebesturen
gericht.
Het comite voor regularisatie en werkver-
ruiming in het schildersbedrijf vestigt mijn
aandacht er op, dat de seizoenwerkloosheid in
het schildersbedrijf zich onder invloed van de
economische crisis in versterkte mate doet ge-
voelen en dat in verband hiermede verruiming
van werkgelegenheid voor schilders gedurende
de wintermaanden in nog hoogere mate dan
onder normale tijdsomstandigheden gewenscht
is. Het comite zou het op hoogen prijs stellen
bij zijn streven, evenals in vorige jaren, den
steun van de Overheid te mogen ontvangen,
welke steun zou kunnen worden verleend door
de uitvoering van schilderwerk, dat zich daar
toe leent (ik denk hier b.-q. aan binnenschilder-
werk), niet uit te stellen tot het volgend voor-
jaar of later, maar integendeel zooveel moge-
ljjk reeds thans ter hand te doen nemen.
Het komt mij voor, dat het streven van
't comite, afgezien nog van de omstandigheid
dat vermindering van werkloosheid onder de
schilders tot verlaging van de uitkeeringen
uit de werkloozenkassen en van eventueele
steunuitkeeringen zal leiden, de voile mede
werking van de Overheid verdient en ik vol-
doe dan ook gaarne aan het verzoek van het
comite, de aandacht van uw college op de
wenschelijkheid van uitvoering van schilder
werk in den komenden winter te vestigen.
Hoewel wellicht ten overvloede, meen ik uw
college er op te moeten wijzen, dat de Regee
ring het niet toelaatbaar acht, dat van ge-
meentewege ter verruiming van de werkge-
legenheid in de bouwvakken in eenigerlei vorm
j een premiestelsel (bijv. bestaande in het resti-
tueeren van een gedeelte der kosten van on-
derhoudswerk)wordt toegepast.
DE WEELDEVERTERINGSBELASTING.
Het ,,Huisgezin" schrijft:
,Er zijn van die dingen, welke op het eerste
t gezicht vanzelfsprekend lijken, maar op het
tweede toch niet zoo eenvoudig zijn.
Daar heeft men bijvoorbeeld de belasting
op de weeldeverteringen. Voer ze in, is men
met zekere geestdrift geneigd uit te roepen:
wie zich in dezen tijd nog kostbare, of zelfs
slechts misbare dingen aanschaft, moet er
46)
(Vervolg.)
Nog even te voren had ik een kijkje ge-
waagd om den hoek der rots, die ons beschut-
te. en naar de steile, maar smalle piek ge-
keken, die door de genie was ondermijnd. Nu
stonden we in afwachting tegen den steen
aangedrukt. Daar dreunde opeens een donde-
rende slag, een wolk van stof en zand en
steenen vloog de lucht in en verduisterde de
aon boven ons. We kregen een gevoel, of de
hichtdruk ons naar voren perste, en een hagel
van puin en aardkluiten kletterde neer op den
achterkant van den ons beschuttenden rots-
muur. Nog een oogenblik bleven we staan.
Was dat een echo der ontploffing? Van uit
de verte klonk een dof rommelend geluid, dat
uit de aarde scheen voort te komen. Maar een
echo was het niet; daarvoor bleef het lang-
zaam wegstervend gerommel te lang aan-
houden.
Alfred keek mjj aan. „Dat komt van den
tesmpelberg," sprak hij.
„Dat beteekent het vertrek van de prinses,"
zei Chowandra, die met de armen over elkaar
gekruist en met saamgeperste lippen tegen de
rots leunde.
Ik begreep hem niet. Maar opeens flitsten
mij de woorden door de gedachte, die de
begum had gesproken dien dag, toen wij, bq
haar waren in haar particulier vertrek: „Ik
behoef slechts een hand uit te steken, en de
toegang, tot waar we nu zijn, is voor altijd
afgesloten voor u en voor mij." Had zij haar
bedreiging volvoerd? Wat had zij daarmee
voor en wat beduidde dit alles?
De tijd ontbrak me, om er verder over na
te denken. ,,K(jk eens hier," riep Alfred, die
zich om de rots had heengebogen om naar de
nitwerking der ontploffing te zien.
De zwarte rotspiek was verdwenen; voor
een gedeelte vulde hij het ravijn en reeds
waren soldaten met houweelen bezig om de
overgebleven stukken steen weg te kappen;
anderen kwamen met balken en planken aan-
dragen, om een noodbrug te leggen voor de
infanterie, die nu dichtbij was gekomen en
wier ibajonetten glinsterden in de zon.
Niet lang duurde het, of de eerste Engel-
sche soldaten stonden op het grondgebied van
Ghindawar.
Wij klommen naar beneden en ontmoetten
kapitein Blund, die Alfred en mij, hartelijk de
hand reikte: ,,Welkom in ons midden," zei hij,
„nu we jullie gevonden hebben, is het eind-
doel van onze expeditie bereikt."
Chowandra was een eind van ons af blijven
staan en monsterde de soldaten, die, naar-
mate zjj over het ravijn kwamen zich in rij
en gelid opstelden.
„Wie is uw commandant?" vroeg Alfred
aan den kapitein.
„Kolonel Moore; hij zal verheugd zijn u
te ontvangen. Vanmiddag doet hij zijn intocht
in Chindawar, maar eerst zal de genie de
brug nog wat steviger maken voor de paar-
den en, als het moet, ook een toegang maker
voor de artillerie. Wil je me een pleizier doen
en mjj en mijn mannen den weg wijzen naar
het paleis?"
Alfred had de fijngevoeligheid .onzen vriend
Chowandra van dat bezoek in kennis te stel
len. „Daar is geen bezwaar tegen", zei hij
met zijn zachte, vriendelijke stem. Toen
kwam hij naar ons toe en de kapitein sloeg
de hielen tegen elkaar en groette hem met de
hand aan den helm.
,,De begum heeft v66r haar vertrek last
gegeven", zei hij tegen Blund, „dat het volk
gewoon aan zijn bezigheden blijft en dat nie-
mand zonder noodzaak zich op straat ver-
toont".
„Zeer verstandig", zei de kapitein. „U be-
grij.pt, ik ben soldaat en heb mijn instructies
uit te voeren. Intusschen doet het me ge-
noegen, dat onze vrienden hier op Alfred
en mjj wijzend in blakenden welstand ver-
keeren en vol lof zijn over de goede behande-
ling, hier ondervonden. Als de andere zaken,
waaromtrent onderzocht moet worden, zich
evenzoo oplossen, dan twijfel ik niet, of wij
zullen vrienden worden. De onaangename
indruk, dien onze komst thans op u maken
moet, zal dan spoedig verdwenen zijn".
Chowandra boog. „Uwe vrienden gaan
mlsschien liever direct naar het kamp", zei hij,
„en de weg naar het paleis is gemakkelijk te
vinden. U behoeft de straat hier recht tegen-
over slechts de volgen en op het eerste kruis-
punt linksaf te slaan. U is er binnen de
twintig minuten.
,,Dank u, dan kan ik het me wat gemakke-
lijker maken", zei de kapitein; hij ging naar
de soldaten, deelde er zjjn bevelen uit en
spoedig marcheerde een afdeeling, door een
paar officieren begeleid, in de aangewezen
richting.
Ik voelde er niets voor om aanstonds naar
het kamp te gaan, maar stelde er veel meer
prijs op, eerst in het paleis voor mijn bagage
te zorgen, want ik moest v66r alles het ge-
schenk van Akbar in veiligheid brengen. Het
kostte mij geen moeite om Alfred aan het
verstand te brengen, dat het beter was eerst
onze koffers weg te halen. Chowandra had
ook nog bezigheden in het paleis, en zoo wan-
delden wij weer daanheen, spoedig ingehaald
door Blund met de rest van de vooruitgescho-
van infanterie, uitsluitend Cipayers.
De zuilengalerij v66r het paleis was bjj onze
aankomst reeds door Engelsche infanterie
bezet, en bjj den ingang stonden schildwach-
ten met het geweer bij den voet. Onder de
galerij waren twee officieren in gesprek met
den jongen hoveling, die ons met zjjn gouden
sabel zoo had gehnponeerd tjjdens ons eerste
officieel bezoek aan de begum. Tegeljjk met
ons kwam kapitein Blund met zjjn man-
schappen aan.
De jonge Hindoe was bljj, dat Chowandra
er was en riep hem onmiddellijk bij zich, want
de onderhandelingen, die hij met de twee offi
cieren voerde, verliepen bljjkbaar niet naar
zjjn zin.
maar voor bloeden; wie er een rjjksdaalider
voor over heeft, moet er dan ook een kwartje
naast neer tellen voor de schatkist.
Eenvoudig, nietwaar, en redeljjk?
Doch als men daamaast bedenkt, dat de
industrie met groote zorgen tobt, dat zjj reeds
tot aanzienlijke prjjsverlagingen is moeten
komen, dat het publiek al huiverig is „weel-
de"-voorwerpen te koopen en daartoe eerder
gestimuleerd moet worden dan daarvan afge-
schrikt, dan bekoelt de geestdrift voor de
weeldeverteringsbelasting wel eenigermate.
Behoud van het bedrijfsleven hebben wij als
verkiezingsleus in overweging gegeven; de
weeldeverteringsbelasting, welke voor het be
drijfsleven een nieuwe rem vormt, is daarmee
ongetwijfeld in tegenspraak.
ALARM PI.STOLEN ZIJN VTJURYV APENEN.
In het Staatsblad is afgekondigd een O.
volgens hetwelk onder vuurwapenen mede
worden verstaan alarmpistolen en andere
soortgeljjke, voor bedreiging of afdreiging ge-
schikte voorwerpen met uitzondering van die,
welke geen loop of een kenneljjk verkorten
loop hebben en welke zoodanig zjjn ingericht,
dat zjj slechts losse patronen van een kaliber
niet grooter dan 6 mM. kunnen bevatten, ter-
wjjl de ligplaats van die patronen en de gas-
uitlaat loodrecht staan op den loop of op de
lengterichting van het voorwerp.
DE VLASIN DU STRIE.
Het Tweede Kamerlid J. ter Laan heeft den
Minister van Binnenlandsche Zaken de vol
gende vragen gesteld:
le. Is het juist, dat in de gemeente Ridder-
kerk een steunregeling voor de vlasindustrie
(voor de oude oogsten) is tot stand gekomen,
waarbij den ondememers per baal bewerkt
vlas van 100 K.G. een bedrag van f 12,50 wordt
uitgekeerd, behoudens een grens van 60 pet.
van het loon, en dat de uit deze regeling voort-
vloeiende lasten voor 35 pet. door het rrjk en
voor 25 pet. door de gemeente moeten worden
gedragen
2e. Is het juist dat de gemeente Ridder-
kerk slechts bereid was tot een regeling
waarbjj niet meer dan 10 per baal bewerkt
vlas zou worden uitgekeerd, de maximum-
bijdrage werd beperkt tot 50 pet. van het loon
en de hieruit voortvloeiende lasten voor 75 pet.
door het rijk en voor 25 pet. door de gemeente
zouden worden gedragen?
3e. Is het juist, dat de gemeente Ridder-
kerk de door 's rijksambtenaren aangegeven
regeling, die naar het oordeel van den geheelen
gemeenteraad te gunstig was voor de onder-
nemers, heeft moeten aanvaarden onder be
dreiging, dat anders de arbeiders werkzaam
in de vlasindustrie niet als erisiswerkloozen
zouden worden aangemerkt en derhalve de te
verleenen steun geheel voor rekening van de
gemeente zou komen?
4e. Wil de Minister mededeelen of ondanks
het feit, dat de steunregeling aanzienlijik
hooger is dan door het zeer deskundig gemeen-
tebestuur van Ridderkerk noodig werd geoor-
deeld, de loonen in deze industrie door som-
mige ondememers zijn verlaagd zelfs tot 10
per week?
5e. Wil de Minister mededeelen of in de
steunregeling bepalingen zjjn getroffen inzake
de arbeidsvoorwaarden waaronder het perso
neel te werk wordt gesteld?
Indien dit niet het geval is waarom dan
dergeljjke' bepalingen niet zijn opgenomen
6e. Is het juist, dat in de gemeente
's Gravendeel, waar eenzelfde steunregeling
voor de vlasindustrie is getroffen als thans
voor de gemeente Ridderkerk, door de onder-
nemers in de vlasindustrie 25 pet. van de
ontvangen steunbedragen wordt afgedragen
aan het burgerljjk armbestuur in die ge
meente, zoodat aldaar het voor rekening van
de gemeente komende deel der lasten weer
geheel of grootendeels aan de gemeente terug-
komt
7e. Is het juist dat er voor steungenieten-
de ondememers in de vlasindustrie geen enkele
voorwaarde is gesteld en er ook geen enkele-
controlemaatregel is getroffen waaruit kan
blijken of en zoo ja, tot welke bedragen steun
noodig is?
r M fc,TT>HM«rn
Met Blund gingen wjj de hall binnen, waar
een aantal soldaten door elkaar liepen. Blund
begon met ook daar een wacht voor de gan-
gen te zetten en met iedereen, die er niet
noodig had, naar buiten te sturen. Daaorp
begaf hjj zich naar de luitenants, die maar niet
wilden gelooven, dat de begum afwezig was.
Dit werd echter weldra bevestigd door de
komst van een onderofficier met vier man-
schappen, die in het paleis op onderzoek
waren geweest. ,,We hebben niemand gezien'
zei de sergeant, ,,het paleis is nieit groot en
ljjkt onbewoond. In een der kamers zijn de
muren heelemaal gescheurd en we ontdekten
achter een voorhang een stevigen muur, waar
van het metselrwerk nog versch is. We heb
ben er steenen uitgebroken om te zien of er
een geheime gang achter lag, maar dat was
niet zoo; we vonden enkel aarde en steen. Ik
liet mijn mannen met de bajonet er in steken,
maar ze stieten aanstonds op de rots".
Ik vond dat wjj in de voorhal verder niets
te maken hadden en stelde den kapitein voor,
naar onze kamers te gaan. Onze koffers en
valieizen waren weldra onder de hoede van een
zestal stevige soldaten en wij maakten ons
gereed, het paleis te verlaten onder geleide
van een der officieren, die ons naar het kamp
zou brengen, terwjjl Blund achterbleef om de
zaken verder te regelen. Onder de gal err)
namen wjj afscheid van Chowandra en be-
dankten hem ten aanhoore der Engelschen
voor zjjn vriendeljjkheid en goede zorgen,
waama wjj den weg naar de vrijheid in-
sloegen.
Wordt vervolgd.