ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Slapende Boeddha
VBfKOUDHST
jfiLjj
y i111fi
xS'l
ELMAS PRIJSVRAA
Eerste Blad.
Pan-Europa.
tengevolge van
vochtig en koud weer Q
No. 8939
VRIJDAG 13 JANUARI 1933
73e Jaargang.
FEUILLETON
GENTSCHE AUT0SCH00L
BINNENLAND
DENKT OM DE
TER
ABONNKMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzer. 1,25 per 3 maandep Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amertka 2,overige Ian den /2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TKLEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clicM's worden naar plaatsruimte berekend 5
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzendlng van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, VVOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
L
Hoeveel bezwaren men ook onmiddellijk
op allerlei grond moge hebben en houden
tegen het plan en streven, dat met den
naam wordt aangeduid, dien wij boven
ons eerste artikel in 1933 mogen plaatsen,
men zal toch steeds niet zonder ingeno-
menheid moeten getuigen, dat het streven
naar Europeesche eenheid in de laatste
jaren machtig is toegenomen. Van allerlei
zijden wordt op nauwere aaneensluiting
der Europeesche volken aangedrongen, en
hoe verschillend de denkbeelden der
schrijvers ook mogen zijn, en hoezeer hun
motieven ook mogen uiteenloopen, de
naam „Pan-Europa'' is voor velen geen
klank zonder beteekenis meer.
Het is allereerst en allermeest Graaf
R. N. Coudenhove Kalergi, die het plan
mi al iaren zeer warm propageert, en moge
hij zelf deze dingen ook al ernstig meenen
en niet zonder talent verdedigen de
wijze, waarop anderen zijn of ook eigen
Elannen verdedigen, is niet altijd van
chtzinnigheid en oppervlakkigheid vrij te
pleiten. Niet gering is het aantal van die
idealisten, die eerst geloofden, dat de op-
richting van den Volkenbond direct vrede
en ontwapening zou teweegbrengen, maar
die, toen dat niet onmiddellijk gebeurde,
en zij opeens voor den Volkenbond geen
goed woord meer over hadden, een ander
ideaal noodig hadden en dan maar luiden
bijval betoonden voor het plan der Ver-
eenigde Staten van Europa.
De groote vraag, die ons bij de beschou-
wing van het Pan-Europa-plan moet
bezighouden, is deze: of die beweging in
haar onderscheiden vormen en uitwerking
aan de wereld-vredesgedachte ten goede
kan komen, of dat en in hoeverre deze
daardoor misschien eer nog benadeeld zou
kunnen worden.
Nieuw is de gedachte van de Vereenig-
de Staten van Europa niet, maar toch is
dit idee thans onder geheel nieuwe vor
men opgeworpen. De vader van het ver-
nieuwde denkbeeld is de reeds genoemde
Graaf, wiens verreweg belangrijkste boek,
Pan-Europa" getiteld, in 1923 verscheen.
Men was het met de meeste hier verkon-
digde planned lang niet eens, maar toch
is juist door de verschijning van dit be-
Iangrijke boek een sterk streven ontwaakt
naar nauwere aaneensluiting van de Sta
ten van Europa.
Wat men Kalergi ook moge verwijten
onduidelijk of vaag zijn deze plannen
zeker niet. Zonder overbodige phrases
heeft hij precies gezegd, hoe zijns inziens
de wereld moet worden ingedeeld en in-
gerioht om tot een bestendigen vrede te
komen. En hij heeft aan zijn boek boven
dien nog een wereldkaart toegevoegd,
waarop de geheele verdeeling reeds is
aangegeven. Zeker om zijn idealen nog
populairder te maken, heeft de heer Cou
denhoveKalergi in 1931 (gedateerd 1
Januari 1931) een ABC uitgeven, dat
neel kort op 2 vel druks zijn voornaamste
door
F. J. A. L. CORDENS.
(Nadruk verboden.)
K) (Vervolg.)
„Hallo, hallo," riep Alfred, met zijn hoed
ewaaiend, en lk volgde zijn voorbeeld. De
rulters hielden hun paarden in en een hunner
kvam spoorslags zoo dicht mogeiijk naderbij
gereden. H'j riep ons iets toe, maar de afstand
was loch altijd nog te groot om hem te ver-
staan; daarop maakte hij het militair saluut,
wendde zijn paard en vloog in vliegenden
galop oostwaarts, waar de rotsen hem spoedig
aan ons oog onttrokken. Intussohen hadden
de vijf andere cavaleristen den teugel gewend
en bleven stapvoets voor ons op en neer
rijden. Zij wuifden ons toe, praatten druk
onder elkaar en verloren ons geen oogenblik
nit het oog.
De eerste ruiter, die weggereden was, kwam
weldra terug in gezelschap van een bereden
afficier; zjj gingen onder de rotsen tegenover
ons en na eenig minuten verschenen hoofd en
sehouders van den luitenant boven de rots.
Alfred wuifde hem toe met zijn helmhoed.
Engelschen?" riep hij ons toe.
„Ja", antwoordde Alfred.
„Toch niet Mr. Keening en Mr. Rollo?"
„Ja, zeker".
„Prachtig, we hebben lang genoeg naar
jullie gezocht. Mjjn naam is Bradford, luite
nant Bradford."
Ondanks zijn vriendel'jkheid en zijn oprechte
rreugde over ons wedervinden was er toch
lets in den officier dat ons tegenstond; hij
was een man met een onaangenaam en raw
roorkomen, en hoe blij ik ook was over onze
plannen en argumenten weergeeft. In dit
kleine, korte bestek wordt het Pan-
Europa-plan nog eens niet alleen moge
lijk, maar ook noodzakelijk genoemd.
wordt zeer besiist het dreigen van een
nieuwen Europeeschen oorlog verzekerd,
wordt aangetoond waartoe de economi-
sche versplintering van Europa op den
duur leiden moet, wordt het gevaar van
een bolsjewistische overheersching als vol-
strekt niet denkbeeldig geteekend, en
wordt er sterk op aangedrongen, dat Pan-
Europa den vrede met Rusland zal zeker-
stellen. Wij zijn reeds tot de letter H ge-
naderd, als CoudenhoveKalergi, met
terugnemen van vroeg'ere beweringen, wel
heel duidelijk doet uitkomen, dat ook En-
geland en Ierland straks tot Pan-Europa
zullen hebben toe te treden. De schrijver
heeft zeker geen ongelijk, als hij er alien
nadruk oplegt, dat Europa maar heel klein
is in vergelijking met de andere wereld-
deelen. Australie, Canada en Brazilie
b.v. zijn samen al dubbel zoo groot als
Europa. Europa (waar Coudenhove dan
bijna nooit Engeland en Rusland bij telt)
heeft ongeveer een even groote bevolking
als Britsch-Indie. En Sowjet-Rusland is
viermaal zoo groot als Europa. Al deze
(en nog veel meer becijferingen en verge-
lijkingen) gebruikt de schrijver om te doen
uitkomen, dat Europa zich heusch niet
meer de ,,weelde" mag veroorloven om
tegenover de rest van de wereld zoo'n
hoogen toon aan te slaan, en dus ook
zeker wel mag oppassen om zich niet te
vernietigen door allerlei gekibbel en ge-
twist tusschen „landjes" onderling.
Heel besiist spreekt de schrijver wij
zijn inmiddels nu bij de J van het alphabet
gekomen zich ook uit ten opzichte
van den Volkenbond. Pan-Europa zal
volgens hem het werk van den Volken
bond niet vervangen of onnoodig maken,
maar Pan-Europa zal dat werk eer aan-
vullen en tot voltooiing brengen. (Wij
komen in een tweede artikel op deze be-
wering nog terug.) Maar evenmin, zegt
de schrijver, rioht Pan-Europa zich tegen
Amerika. Integendeel, men wenscht ge-
lijkberechtigde samenwerking in alle vra-
gen van de wereldpolitiek, wereld-econo-
mie en cultuur. Zoo'n samenwerking
acht CoudenhoveKalergi voorshands
echter onmogelijk, zoolang nog de on-
eenige staten van Europa tegenover de
vast-aaneengesloten Vereenigde Staten
van Amerika staan. Amerika heeft reeds
lang, volgens hem, de overtuiging gekre-
gen, dat het welzijn van den buurman ook
in het eigen voordeel is. Amerika zou dus
ook niet tegen Pan-Europa zijn. De
macht van Amerika is te groot en de At-
lantische Oceaan is breed genoeg, om
voor een vereenigd Europa te vreezen.
maar daarom te meer is het van beteeke
nis, dat wij, hier in Europa, ophouden om
tegen Amerika te ijveren of te stoken.
Neen, laat men liever van het voorbeeld
van Amerika willen leeren
Misschien staat het betoog van Graaf
CoudenhoveKalergi wel het sterkst, als
hij beweert wij zijn nu bij de M van
het ABC! dat een Europeesche tol-
unie onmogelijk tot stand kan komen bui
ten een Europeeschen Statenbond om.
aanstaande verlossing, zoo had ik toch liever
een ander gezicht gezien om ons te be-
groeten.
„Is het veilig daarbinnen?" vroeg Bradford.
„Volkomen veilig", zeiden wij, „het volk
denkt aan geen gewapend verzet, en wat ons
betreft, zooalng we hier geweest zijn, werden
we uitstekend behandeld''.
„Ob. We zjjn bezig daarginds een rots te
laten springen om een brag over het ravjja
te gooien. Maar als die honden zoo goed ge-
zind zijn, dan mochten ze ons wel een door-
tocht wijzen; dat die er is, weten we".
„Hoort gij dat?" zei Chowranda tegen
mjj, ,,die man heeft ons nooit gezien en nu
spreekt hij. z66. Iedere man van mjjn volk
zou hem voor zijn beleediging tegen den grond
willen slaan, maar zjj hebben kanonnen en mi-
trailleurs, en het straffen van een beleediging
heet verzet".
Alfred had het niet gehoord, maar Bradford
had Chowandra opgemerkt.
„Wie heb je daar bjj je?" vroeg hjj.
„Een hofbeambte van de begum", zei
Afred.
„Zeg eens", riep de luitenant tegen Cho
wranda, „mijn mineurs voelen er niet veel
voor om zich met die hitte half dood te wer-
ken. Jij weet zeker wel een middel om over
de ravjjn te komen?"
„Ja".
„Hoe dan?"
,Over een brag".
„Waar?"
„Daarginds", en hij wees naar de rots, waar
de geniesoldaten aan het werk waren.
„Schoft", bromde de officier, en toen weer
tegen Alfred: ,,Om een uur of elf vliegt dat
boeltje de lucht in, en dan zullen we eens
komen praten met de begum. Ik moet nu
naar mijn mannen, des te eerder zjjn we
kiaar".
Chowranda glimlachte verachtelijk. „Dat is
nu een man van eer. Als hij. den moed had om
de sabel met me te kraisen, zouden we eens
zien wie het eerst zijn mond houdt".
De officier was verdwenen en Alfred had
(Als dan maar werkelijk een echt Euro
peesche Statenbond wordt gevormd en be-
doeld, want de opmerking, die wij van
iemand hoorden, leek ons niet zoo ver-
keerd: Pan-Europa moet Pan Europa zijn,
d.w.z. de nadruk mo. evenzeer liggen op:
Pan (geheel) als op: Europa; en dus mag
er voor geen enkel gebied van Europa een
uitzondering worden gemaakt en mogen
ook geen landstreken buiten Europa in dit
geheel worden opgenomen.
CoudenhoveKalergi ziet in en bij
Europa reeds veel eenheid. Zijn Staten
bond ziet hij dus ook niet als iets gefor-
ceerd of als maakwerk, neen, hij ziet in
Europa een onbewuste natie op-zich-zelf,
een soort familie van volkeren, waarnaast
hij tegelijkertijd weer opmerkt, dat er in
geenen deele voor gevreesd behoeft te
worden, dat het bestaan der afzonderlijke
naties door zoo'n Statenbond zal worden
aangetast.
Kalmweg poneert de schrijver ook maar
deze stelling, dat het geheele verloop van
de wereldgeschiedenis leert, dat er geen
erfvijandschap tusschen de volkeren be-
staat. Nationale vriendschappen en vijand-
schappen zijn heel veianderlijk, en hangen
af van gemeenschappelijke en tegenover-
gestelde belang£n. Venetie en Genua zijn
vijanden geweest, maar zij zijn dat nu niet
meer: Nederland en Spanje zijn reeds lang
verzoend; Pruisen en Oostenrijk hebben
zij aan zij gestreden, nog pas in dezen
wereldoorlog. De erfvijandschap tusschen
Engeland en Amerika is even goed ver
dwenen als die tusschen Russen en Tur-
ken, Italianen en Oostenrijkers, Britten en
Boeren. Wat er aan restantjes van vijand-
schap nog over is, zal verdwijnen, als
maar eerst de Europeesche belanqenge-
meenschap officieel erkend wordt. En nog
verder gaat de schrijver, als hij het zeer
willekeurige aantoont-van allerlei grenzen,
ook nog uit den tegenwoordigen tijd. De
een houdt slechts dc 'aalgrenzen voor de
ware, een ander geeft de voorkeur aan
geographische grenzen, anderen willen
alleen hooren van historische. Maar als
Pan-Europa tot stand komt, zullen al die
grenzen, van wat soort zij ook mochten
2ijn, hun beteekenis verliezen, hun poli-
tieke evenzeer als hun economische, hun
militaire en hun nationale, en dan zullen
ook allerlei grenzen op vreedzame wijze
kunnen worden gewijzigd.
Pan-Europa zal ook veel goeds tot
stand kunnen brengen voor de kleine en
zwakke minderheden, Pan-Europa kan het
koloniale vraagstuk voor een groot deel
oplossen, zal voor de ontwapening de
ergste belemmeringen uit den weg ruimen;
en aan de ingewikkelde buitenlandsche
politiek een einde maken.
De Pan-Europa-beweging moge nog
jong zijn de droom over een Euro-
BESTUURDER: R. MORTIER
Lange Meire, 2 (Kouter) Gent
Telefoon: 19393
Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor
degeljjk en voll. onderricht. Zondagleer-
gang te Selzaete: Zaal Gaumont, Markt.
(Ingez. Med.)
hem zonder spijt zien gaan. Mijn vriend had
vurig naar zijn landslieden verlangd; maar
het eerste exemplaar, dat hij er van te zien
kreeg, was er geen om trotsch op te zijn.
Chowandra had zijn kalmte v. eer terugge-
kregen. ,,Gjj zult verstandig doen met hier
niet lang te bljjven", zei hij, „het is nog
vroeg en v66r elf uur gebeurt er toch niets.
Bovendien staat gij hier min of meer gevaar-
ljjk, als die ontploffing plaats heeft. Gaat
eerst mee onthjjten, dan zal ik u naar een
ander punt brengen, voorbij de plek, waar de
soldaten werken. Gij bent er dan nog dichter
bij dan hier, maar gedekt door een stuk rots,
en bovendien is er schaduw".
Wjj gingen naar beneden. Alfred kwam
zwijgend achteraan; h(j voelde zich vernederd
en wist niet wat hij tegen Chowandra moest
zeggen om zijn landslieden te verontschuldi-
gen.
„Als we eens naar Bengor gingen", stelde
deze voor.
Op de verzekering van onzen geleider, dat
wij ondanks het vroege uur welkom zouden
zijn, gingen wj gaame op die uitnoodiging
in en konden dan tevens ons afseheidsbezoek
afleggen.
Bengor was inderdaad aangenaam verrast
over onze komst en ontving ons met de meest
hartelijke gastvrijheid.
We gebruikten bij hem het ontbijt, en hij
wist, dat dit ons laatste zou zijn in Chindawar,
Oprecht deelde de gastheer in onze vreugde,
dat wij spoedig weer zouden terugkeeren naar
ons land en naar onze familiebetrekkingen.
„Begrjjpt gij", vroeg ik hem, „wat het
zeggen wil, dat wij al dien trjd zonder bericht
van huis zijn gerweest en dat wij ook geen ti
ding konden geven van ons?"
„Ik begrijp het", zei hij. Toen zag hij me
lang aan, en er was iets plechtigs in zijn stem,
terwijl hij sprak: „Wat is de mensch toch
klein, als hjj de raadselen der goden tracht te
ontwarren. Wij hebben u hier gehouden, op-
dat in u de voorspellingen aangaande ons volk
vervuld zouden worden, en nu gaat gij heen
en onze waanwijsheid is in rook vergaan.
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van 20 tabl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets.
(Ingez. Med.)
peesch concert, een echte Europeesche
samenwerking. is al heel oud. Sedert
Karel den Groote en tot Hendrik IV van
Frankrijk, van den Poolschen koning Sta
nislaus Leszinsky tot aan Napoleon was
die Europeesche samenwerking de droom
van de grootste heerschers en Pausen.
Naast zulke heerschers staan ook de
grootste dichters en denkers: Dante en
Kanh, Rousseau, Victor Hugo en Nietz
sche. Van 3 tot 6 Oct. 1926 werd te
Weenen het eerste Pan-Europa-congres
gehouden, en enkele maanden later aan-
vaardde Briand het eerepraesidium. 17
Mei 1930 verscheen Briands memorandum
over Pan-Europa. Maar ook daarmede
was het doel nog niet bereikt.
(Slot volgt.)
DE HAVEN VAN VLISSINGEN.
g zo
cuss;
De Eerste Kamer nam Dinsdag zonder hoof-
delijke stemming en zonder discussie aan het
wetsontwerp machtiging van de ministers van
Waterstaat en van Financien tot opnchting
van de N.V. haven van Vlissingen en tot het
sluiten van een overeenkomst met cie ven-
nootschap betreffende de exploitatie, de erf-
pacht en het gebruik van havens en haven-
terreinen en de daartoe behoorende inrichtin-
gen en toekenning aan die vennootschap van
de bevoegdheid tot net heffen van rechten.
DE NEDERL. VARKENCENTKALE EN DE
LEVERING VAN VARKENS.
Te Utrecht is een vergadering gehoude'i
van afgevaardigden van de volgende bonden:
Nederl. Slagerbond, RK. Hanzebond van Sla-
gerspatroons, Bond van Nederl. Fabrikante"
van vleeschwaren en vleeschconserven, Ned.
Bend van grossiers in geslachte varken3,
Nederl. Bond van grootbandelaren in vai -
kensvleesch en producten van gezouten spe'-c
en reuzel (Neprova), Nederl. Bond van Va.-
kenshandelaren, Bond van varkenshoudets in
Nederland en den Nederl. Bond van veehau-
delaren.
Besloten werd tot den minister van Econo
mische Zaken en Arbeid het dringende ve>
zoek te richten, het daarheen te leiden, <ia;
de Nederl. Varkenscentraie zich verder ont-
hcudt van levering, rechtstreeks of zijdelings
van varkens, levend of geslacht, of van deelen
van varkens voor de binnenlandsche voorzie-
ning.
Namens deze vergadering is tevens aan den
minister verzocht een deputatie uit genoemde
bonden te ontvangen, ten einde de bezwaren
tegen de uitvoering van de Crisisvarkenswet
aan den minister kenbaar te maken.
Een afschrift van dit adres is verzonden aan
de Tweede Kamer.
Het adres is vergezeld van een toelichting,
waarin gezegd wordt, dat de binnenlandsche
handel in varkens, geslachte varkens en var-
Wjj blijven hier in kommer en afwachting.
totdat de tijden voleindigd zijn. Want de ver
lossing brengende voorspelling blijft. Gisteren
sprak een jonge geleerde priester in den tem-
pel: „De vreemdelingen, die komen zullen,
staan buiten voor onze poorten; als wij eerst
door het vuur der beproeving en loutering
zjjn gegaan, dan zal de groote dag, de dag van
het ontwaken nabij zijn".
Onwillekeurig dacht ik aan den Slapenden
Boeddha, het symbooi van het volksontwaken,
die in mijn bagage verborgen was en waarmee
ik over weinige uren veilig zou zijn onder de
bescherming der Engelscbe bajonetten. Een
oogenblik bekroop mij nog de vrees, dat er
op het laatste moment nog iets tusschenbeide
zou komen, maar die vrees was spoedig voor
bij, want niemand koesterde de minste achter-
docht.
Met ons drieen gingen we weer naar het
ravijn; de menschen in het dorp waren aan
hun dagelijksche bezigheden, en die op straat
niets te doen hadden, bleven thuis, volgens
het gegeven consigne.
In het Engelsche kamp op de vlakte was
het nog even rustig als daarstraks, maar er
waren meer ruiters in het veld. Het uitzicht
van de plek, waar wij nu stonden, was niet
zoo ruim als op onze vorige standplaats, maar
we hadden het voordeel, dat we in de schaduw
stonden en volkomen gedekt waren, als de mijn
zou ontploffen. Duidelijk hoorden we het hak-
ken en boren der genie-soldaten, die de dyna-
mietlading in de rots aanbrachten.
We hadden er nog niet lang gestaan, of een
der patrouilleerende cavaleristen kreeg ons in
het oog. Een ander zwaaide met een paar
vlaggetjes in de richting van het kamp, en
door onzen k'tjker zagen we, dat de signalen
beantwoord werden. Spoedig galoppeerden
uit het kamp een paar ruiters naar ons toe
en een hunner beklom met behulp van een
ladder de steilte tegenover ons.
„Kapitein Blund", stelde hij zich voor, „we
wisten al, heeren, dat gij hier waart, en het
zal ons aangenaam zijn, u spoedig in ons mid
den te zien. Wien hebt gij bij u?"
kensvleesch sinds langen tijd een moordende
concurrentie ondervindt van de aan de Ned.
Varkenscentraie verbonden baconzoutcrijen en
slechterjjen, welke met de Varkenscentraie
hebben gecontracteerd en de varkens van de
Varkenscentraie betrekken. Deze bedrjjven
brengen het varkensvleesch voor zulke lage
prijzen op de binnenlandsche markt en hjj
zulke groote hoeveelheden, dat de be3taande
grossierderjj in geslachte Varkens en varkens
vleesch hierdoor geheel is lamgeslageu en de
slager, die zelf varkens slacht, niet meer kan
concurreeren tegen de slagers, die de produc
ten beneden den marktprijs van de aan de
varkenscentraie verbonden bedrjjven betrek
ken.
In de toelichting wordt verder gezegd, dat
er ernstige ontstemming heerscht over de uit
voering van de Crisisvarkenswet, wijl de Ned.
Varkenscentraie zich niet beperkte tot het
terrein, waarvoor ze voor afzet van varkens
was aangewezen, n.l. den export.
Genoemde bonden hebben voorts den minis
ter verzocht, het daarheen te leiden, dat in
den vervolge restitutie van de heffing ex art.
6 der Crisisvarkenswet worde verleend bjj uit-
voer van alle spek, zonder dat deze restitutie
worde gebonden aan eenige bepaling omtrent
richtprijzen voor varkens of anderszins.
NIEUW VERKEERSMIDDEL BIJ DE
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
Om tot een beteren dienst voor het reizende
publiek te komen, hebben de Nederlandsche
Spoorwegen besloten, op groote schaal Diesel
electrische tractie in te voeren. Zoo mogeljjk
zal dit nieuwe verkeersmiddel met ingang van
den zomerdienst 1934 in dienst worden gesteld;
voorloopig op de lijnen Rotterdam-Utrecht,
Den HaagUtrecht, AmsterdamUtrecht
Amhem en Utrecht—Den BoschEindhoven.
Met behoud van de internationale treinen en
onkele stoomtreinen voor groot affitandsver-"
keer zal met de Diesel electrische treinen op
deze baanvakken een uurdienst worden gere-
den. De snelheid zal voorloopig 100 K.M. per
uur bedragen.
PACHT EN BOERENSTEUN.
Vanwege den steun meer
pacht bieden
Het „Handelsblad" schrijft:
Bij het doorlezen der stenografische notu-
len van de te Alkmaar gehouden algemeene
vergadering der Hollandsche Mij. van Land-
bouw, frappeerde ons de volgende passage:
De heer O. Bosma (Woerden): ,,Mijnheer
j de voorzitter. Waar naar mjjn meening de
boeren nog. altijd het fundament vormen van
den Nederlandschen Staat, mogen wjj natuur-
(Ingez. Med.)
„Een gentleman, onzen vriend Chowandra,
van de hofhouding der begum", antwoordde
Alfred.
De kapitein salueerd-e en Qiawandra boog.
Blund was gelukkig een heel ander type dan
de bruut, dien wij het eerst hadden ontmoet
„Is de begum in het paleis?" vroeg de kapi
tein aan onzen vriend.
„Zij zal vertrekken, als de Engelschen bin-
nenrukken", antwoordde Chowandra.
Er kwam een rimpel op het voorhoofd van.
kapitein Blund. „Waarheen?" vroeg hij.
„Dat is mij onbekend. Tot gisteren was lk
commandant van haar lijfwacht, thans is die
ontbonden".
„Dank u. Zijn er nog menschen In uw
nabjheid We zullen u waarschuwen tegen
dat de mijn springt, dan kunnen zij zich to
veiligheid stellen".
„Er is niemand. Intusschen mijn dank voor
uw bezorgdheid", zei onze metgezel.
„Nu dan, heeren tot spoedig wederziens".
De kapitein groette en spoedig zagen we hem
op zijn mooi Bengaalsch paardje over het veld
draven.
Het was even over halftwaalf, toen een
Europeesch sergeant het hoofd boven de rots
uitstak en nauwkeurig de plaats opnam waar
wij stonden.
„Heeren", zei hjj, „aanstonds zult gij een
trompetsignaal hooren en precies vijf minuten
later zal daarginds een stuk rots in de lucht
vliegen. Zijn er menschen in uw nabijheid,
waarschuwt zij: dan. Waar grj staat, staat gj)
veilig, maar drukt u voorzichtigheidshalve
stijf tegen de rots."
Wij wuifden met de hand en hjj verdween.
Uit het kamp marcheerde een bataljon infan-
terie met mitrailleurs de vlakte op en een
oogenblik later klonk het waarschuwings-
signaal. De korte trompetstooten klaterden
langs de rotswanden en toen werd het dood-
stil. Vijf minuten wachten duurt lang. vooral
als men in spanning wacht.
(Wordt vervolgd.)