De heer VAN DRIBL deelt mede, dat zyn
fractie zich niet zal verzetten tegen het bren-
gen van dit offer aan den landbouw, dat is
ook niet zoo groot. Hij wil er ecbter op
wijzen, dat reeds den 15en October door het
Instituut voor Arbeidersontwikkeling nage-
noeg hetzelfde gevraagd is voor het geven van
ontwikkelingsondcrwijs aan werkloozen en dat
er tot hiertoe door burgemeester en wethou-
ders nog geen praeadvies over dat verzoek is
uitgebracht, teiwijl dat wel het geval is met
het verzoek van de Zeeuwsche Landbouw-
Maatschappij dat pas 19 November 1.1. in-
kwam. Men leeft nu al op den 29sten Decem
ber en aangezien in het adres van 15 October
werd aangegeven dat men beoogde dat on
derwijs dezen winter te geven, zou daarop naar
zijn meening nu toch wel al antwoord behoo-
ren te zijn.
Het stuk van de Z. L. M. is met bekwamen
spoed behandeld, en nu vindt spreker dat zijn
fractie, ibetrokken bij dat andere verzoek,
wordt achtergesteld. In de vorige vergadering
heeft zijn fractie zich op het standpunt ge
steld, niet aan zaken betreffende burgerlijke
cultuur te willen meewerken, zij kan van dat
standpunt ook weer afgaan en die zaken
steunen, maar hij is van oordeel, dat er dan
voor de meerderheid van den raad toch ook
aanleiding is om ter wille te zijn betreffende
aanvragen die van wege sprekersrichting uit-
gaan, en dat er dan op het verzoek van het
Instituut voor Arbeidersontwikkeling even
gunstig zal worden beschikt. Hij vraagt, of
het niet mogelijk is, deze twee verzoeken
aan elkaar te koppelen. Aan het verzoek van
het Instituut zijn geen verdere financieele ge-
volgen verbonden.
De bedoeling van den ontwikkelingscursus
is om daaraan te geven: vakonderwijs, liefst
met behulp van deskundigen van ambachts-
scholen, lessen in lezen, schrijven, rekenen,
Nederlandsche taal, vreemde talen, esperanto,
staatsinrichting, sociale kennis, boekhouden,
stenografie, verbandleer, machineschrijven enz
De vereeniging is zoo gelukkig de menschen
te hebben gevonden die dat kunnen voortbren-
gen. En waar de heer Geelhoedt voor het an
dere verzoek sprak over het financieel be-
zwaar, vestigt spreker er de aandacht op, dat
hiervoor alleen een verwarmd en verlicht
lokaal gevraagd wordt.
Bovendien zullen de gemeentefinancien ook
nog wel een meevallertje genieten. Spreker is
althans by den voorzitter en den secretaris
geweest en heeft him de middelen aan de
hand gedaan, die er mlsschien toe zouden kun
nen strekken, dat er nog wat geld in de ge-
meentekas komt, zoodat naar zijne meening
deze kleine offers nog wel zullen kunnen wor
den gedragen. Zijn fractie zal dus voor stem-
men.
De heer VAN CADSAND geeft te kennen,
dat de besprekingen over dit onderwerp zyn
standpunt nog niet hebben gewyzigd, dat hem
zegt, dat hetgeen daar zal worden geleerd,
tot de taak der ouders behoort om het de kin-
deren by te brengen. Dat de heer Van Driel
hierbij ter sprake brengt een van wege zijne
richting uitgegaan verzoek van ongeveer de-
zelfde strekking, is vain dezen zeer wijselyk
bedacht, ieder tracht zijn doel te bereiken,
maar spreker denkt over het een zoo goed als
over het ander en zal tegen stemmen.
De heer DE JONGE wijst er op, dat nadruk
wordt gelegd op een landbouwcursus en om
ook aan den landbouw wat te geven. Zooals
hij reeds te kennen gaf, blijkt uit de zich aan-
gemeld hebbende leerlingen, dat niet kan ge-
sproken worden van een speciaal landbouw-
onderwijs. En waarvoor is nog het inrichten
van een cursus in naaldwerk noodig? Er be-
staan hier inrichtingen waar in naaldwerk
wordt onderwezen, die er zyn mogen en ver-
moedelijk wel niet te overtreffen zyn. Dit
bleek aan spreker, toen hij daarvan onlangs
werk heeft gezien. En hebben die burger-
meisjes behoefte om de landbouwhuishQud-
kimde te kennen?
De VOORZITTER merk£ op, dat uit de
mededeelingen der heerefl Geelhoedt en Scheele
zal gablekem zijn, jjat over deze zaak in het
college geen ecnstemmigheid bestaat. Aan
den heer y® Driel zegt hij, dat van een
samerikoppelen der verzoeken geen sprake kan
eijlr, maar dat hij dezen by de rondvraag
gaame de gelegenheid wil geven om op het
verzoek dat hem in het bjzonder ter harte
gaat terug te komen en hij verwacht dan ook
met hem daarover tot eenstemmigheid te zul
len kunnen komen. Het betreft een geheel
anderen vorm van uitvoering, anders zou hij
hem graag gelegenheid hebben gegeven daar
over ook thans te spreken.
Wat het aan de orde zijnde onderwerp be
treft: natuurlijk, zij die er tegen zijn, zien
allerlei spoken. De heer Van Cadsand zegt,
het zijn vakken die de ouders aan de meisjes
moeten bybrengen, maar dat kan, in verband
met de voortgaande eischen van den tijd niet
meer. Dit is niet een cursus alleen voor meis
jes van landbouwers, maar voor die van al de
ingezetenen in deze gemeente. Er wordt van
de meisjes die in de huishoudingen komen
tegemwoordig ook meer gevraagd dan eenvou-
dige kennis van koken, en wanneer die zich in
een bepaalde richting willen bewegen, dienen
zy. evenals de jongens, voor het vinden van
een behoorljjk bestaan in de maatschappij
daarvoor te worden opgeleid, dat geldt zoo-
wel voor de boeren- als voor de burgermeis-
jes, zoowel voor de hoogere als voor de lagere.
De' kwestie zelf is heel eenvoudig; de
1Z.L.M. wenscht hier te stichten een cursus in
landbouwhuishoudkunde, die denkelijk 2 jaar
zal duren. De heer Hamelink meende van
slechts 1 jaar. Het is hetzelfde als bij de bak-
kers. Dan blijven de financieele offers de-
zelfde. Het is naar hij meent, een voorrecht,
dat de gemeente op de meest goedkoope wijze
dezen cursus in haar midden kan krijgen. De
gemeente verleent voor haar deel aan de
Landbouwmaatschappy een subsidie tot 30
der kosten, doch verrekent die met die maat
schappij voor huur van lokaal, vuur en licht,
zoodat de gemeente dan practisch alleen het
vuur en licht geeft, terwijl in die 30 on-
kosten ook nog een bijdrage kan worden ge-
vorderd van aangrenzende gemeenten. Dat de
behotefte bestaat blijkt uit de aanmelding van
leerlingen, terwijl het op de kosten niet be-
hoeft af te springen.
Vrees voor de toekomst, dat hieruit zou
voortkomen een zelfstandige cursus, behoeft
niet te bestaan. We hebben ervaring op het
gebied van cursussen met een reizende
ieerares, zooals ook deze zal zyn. Er bestond
hier destrjds een cursus voor handwerken,
naaien en knippen, waarvoor tweemaal in de
week een Ieerares naar hier kwam, aanvan-
kelijk voor een cursus voor jonge meisjes en
eene voor ouderen, ook gehuwde dames.
Velen hebben daarvan geprofiteerd. Toen die
cursus een jaar of vier gewerkt had, is door
omstandigheden die spreker hier niet naar
voren zal brengen niet voortgezet, maar het
is toch jammer, dat dit niet geschied is. Nu
men hier daarvoor wat terug moet krijgen, is
het een moeilyker zaak, te meer, waar we
tha. niet ruim in de kasmiddelen zitten. Maar
nu dit kan geschDden zonder noemenswaar-
dige ie gemeente, zal de raad in
het belang der jonge meisjes een uitnemende
daad doen, wanneer deze hierop ingaat.
De heer COLSEN acht het onjuist, dat de
meisjes van 15 tot 16 jaar niet meer onder
de hoede der ouders zouden behooren om op
geleid te worden in de huishouding. Daar
komt echter tegemwoordig niet veel meer van
tereeht, daar ze geregeld op straat loopen. De
voorzitter zegt in dat opzioht lefts, dat hy
zelf niet meent.
De VOORZITTER: Waarom zou ik niet?
De heer COLSEN geeft te kennen, dat de
jonge meisjes nog even goed als vroeger ge
legenheid hebben om zich in de huishoudelyke
bezigheden, ook het bereiden van eten, voor te
bereiden bij hun moeder thuis of in de huis
houding waar zij werkzaam zijn. Zijn vrouw
heeft ook geen school gehad, maar hij zou niet
willen weten dat die niet kan koken. De meis
jes haken nu echter meer naar de straat.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
dddrin niet de moeilijkheid zit, maar men
moet met een gelegenheid als deze onze meis
jes ter wille zijn, die dit onderwys noodig heb
ben om zich een bestaan te scheppen. Som-
migen moeten op vrij jeugdigen leeftijd er al
op uit, om te trachten wat te verdienen, tot
versterking der middelen van het gezin, en die
zal men 's avonds op straat vinden, daar him
werk dan afgeloopen is. Er is vroeger een
tyd geweest, dat de kennis van de behande-
ling van het huishouden op een andere wyze
geleerd werd, maar er worden nu andere
eischen gesteld, we kunnen daarin ook niet
blijven staan, maar moeten streven naar voor-
uitgang.
De heer VAN CADSAND wijst er op, dat
de vrouwen de kunst van het onderhouden
van een huishouden steeas in de huishoudin
gen hebben geleerd en hij acht het verkeerd
dat alles aan de huishoudens te onttrekken en
die meisjes naar de scholen te sturen. En
wat het betoog van den voorzitter betreft, dat
we moeten streven naar vooruitgang, deze
heeft aan spreker in een persoonlyk gesprek
juist gezegd dat we naar het oude terug moe
ten keeren.
De VOORZITTER: Dat zal ik n6g wel eens
een keer moeten hooren.
De heer DE BAKKER is van oordeel, dat
er lets verkeerds in zit, om de jonge meisjes
naar scholen te sturen en ze daar op te leiden
voor het leeren van een of ander vak, zoodat
ze naar betrekkingen kunnen meedingen, juist
in een tijd dat er zooveel mannen zonder werk
op straat blijven staan; dat kweekt nog meer
werkloosheid.
De heer VERLINDE veronderstelt het ge
val, dat zoo'n inrichting eens ieder jaar zoo
veel meisjes met diploma's zou afleveren, dan
zouden er ook spoedig met diploma's in hun
zak leeg blijven loopen. Bovendien acht hjj
het voor schuren, wasschen en plassen niet
noodig, dat er diploma's worden verstrekt. En
wat nu de uitdrukking van den heer Scheele
betreft, dat deze, indien er een industrieschool
uit zou groeien, deze ook 't liefst in deze ge
meente zou hebben, zou de heer Scheele dan
werkelijk naast de ambachtsschool, die aan de
gemeente jaarlijks zooveel duizenden kost, er
nog zoo'n tweede naast willen hebben?
De heer SCHEELE: Indien het een in
richting zou betreffen, ongeveer gelijk aan de
ambachtsschool, wat de kosten betreft, dan
zou ik er absoluut tegen zyn.
De VOORZITTER: De ambachtsschool
wordt gebruikt als stormram tegen dit voor-
stel.
De heer VERLINDE: Ik houd rekening met
de consequentie, die uit dit voorstel kan
voortvloeien en waarover de raad dan geen
zeggingsschap meer heeft.
De heer SCHEELE houdt vol, dat het
thans nergens anders over gaat, dan over het
inrichten van dezen tijdelijken cursus._ Als
het een industrieschool betrof...
De VOORZITTER: Dan y?Ss u er tegen.
De heer SCHEELE: Dan zou ik er tegen
zyn, wegeas-de kosten.
SpFfeker begrypt van de heeren het bezwaar
tegen dezen cursus niet. Zij wijzen op de
kosten, doch vroeger hebben de medestanders
der heeren van den Vrijheidsbond toch ook
geijverd voor het tot stand komen eener
hoogere burgerschool. Die werd ook noodig
geacht, niettegenstaande die veel geld koste.
Evenzoo is geen bezwaar gemaakt tegen het
stichten eener school voor uitgebreid lager on
derwijs. Dat werd ook noodzakelijk geacht.
Daarvan wordt ook veel door meisjes gebruik
gemaakt, om zich voor het een of ander te
bekwamen, en nu komt een groep meisjes van
den boeren- en burgerstand en die vragen:
geeft ons een cursus om ons in de huishouding
te bekwamen. Burgemeester en wethouders
zeggen voldoet aan dat verzoek, want dat
kost aan de gemeente bijna niets, maar nu
zeggen de heeren dat ze verwachten dat zulks
in de toekomst het geval zal zijn, ze zoeken
dus alleen bezwaren in de toekomst, maar die
zijn er niet.
De heer HAMELINK wijst op het bezwaar
van den heer De Bakker. dat van dezen cur
sus het gevolg zou kunnen worden, dat er
mannen op straat gezet werden, maar de heer
De Bakker zal van mannen toch geen huis-
houdsters willen maken? Bovendien, er wordt
op zoo'n cursus niet zddveel geleerd.
De heer DE BAKKER: Dat kan nog komen.
De heer DE JONGE blijft schuw van de
zaak en wijst er op, dat, zoodra de gemeente-
raad de noodzakelijkheid van de oprichting en
het instandhouden van dat onderwijs heeft
uitgesproken, deze over den verderen gang
van zaken geen baas meer is, doch alleen de
deswege binnenkomende rekeningen heeft te
betalen. Is men eenmaal met zoo'n inrich
ting bezig, dan wil men meer en gaat aan het
uitbreiden, wat de raad niet kan tegenhouden.
Men zal toch niet kunnen beweren, dat hier
nog een nieuwen cursus voor naaldwerk
noodig is? De reeds bestaande is niet te ver-
beteren. Ook kunnen de meisjes op de door
den heer Scheele genoemde inrichtingen boek
houden leeren. Dan rest nog koken en andere
huishoudelijke bezigheden. Maar is dddrvoor
nu inderdaad een school noodig? Eenerzijds
wordt op alles wat maar immers mogelijk is
bezuinigd, ook op de meest noodzakelyke din-
gen, maar voor deze zaak, waarvan de nood
zakelijkheid op de spits wordt gedreven, zijn
wtel geldmiddelen. Hy vreest, dat de gemeente
hiermede in het moeras zal komen.
De heer VAN AKEN heeft den indruk, dat
deze cursus ook wel belang heeft en niet veel
zal kosten, aangezien de te verleenen subsidie
kan verrekend worden met het beschikbaar
stellen van een sehoollokaal. Op grond dat de
kosten niet hoog zullen loopen, kan hij er zyn
stem aan geven.
Hij wijst nog op de subsidie die verleend
werd aan de bakkerscursus; hij acht een land-
bouwhuishoudcursus, omdat deze een grootere
groep der bevolking betreft, van veel meer
beteekenis. Waarom zou men ook aan de
meisjes uit den landbouw, indien deze voort
gezet onderwijs verlangen, daaraan niet hel-
pen. Hij zal dus v6<5r het voorstel stemmen,
in de hoop, dat de kosten niet zullen stygen.
De heer GEELHOEDT: Dat zit nog!
De heer HAMELINK ziet in dit verzoek
niets anders, dan dat er sprake is van een
cursus van landbouwhuishoudkunde en dat,
zou de desbetreffende vereeniging later uit
breiden willen geven aan het onderwijs en
overgaan tot-het bouwen eener eigen school,
zt) daarvoor eerst opnieuw bij den gemeente-
raad zou moeten komen, die alsdan daarover
nog kan beslissen. Blljkens de stukken valt
er heel wat onder dat onderwys, naar zijn
meening wel wat te veel, dat men er ook
naaldwerk bij wil geven kan hy zich indenken,
men moet de zaak niet verkeerd willen voor-
stellen.
De heer VAN CADSAND: Kiekens kwee-
ken, wil ook nogal wat zeggen.
De heer HAMELINK: Dat staat er niet
bij. Verschillende menschen bekijken dit vol
gens mij door een te donkere bril. Indien die
cursus in een andere gemeente werd inge-
richt, zouden we toch, als daar leerlingen uit
deze gemeente aan deelnemen, daarvoor moe
ten betalen. Hij dacht aanvankelyk, dat bij
burgemeester en wethouders het bezwaar by
den heer Scheele z?u zitten maar ik blijk
me daaromtrent te hebben vergist doch
deze heeft vroeger ook altyd de ambachts
school tegengewerkt, en daarom wenschte ik
zoo gaame de meening der leden van het
college.
De heer SCHEELE merkt op, dat de heer
Hamelink hem nu in een verkeerd daglicht
stelt. Hij heeft de ambachtsschool niet tegen
gewerkt, maar heeft zich verzet tegen de ge-
durige uitbreiding, waardoor de subsidie al ge-
stegen is tot f 12.000. Dezen weg zou hij hier
mede niet willen opgaan.
De heer HAMELINK meent, dat de heer
Scheele zich dan indertyd verkeerd heeft uit-
gedrukt, want, eenmaal de verklaring uitge
sproken omtrent de noodzakelijkheid van het
onderwys, heeft de gemeenteraad daarover
verder geen zeggingschap meer. Indien de
thans aan de orde zijnde vraag het inrichten
eener industrieschool beoogde, zou de heer
Scheele daaraan op grond van zijn standpunt
zyn stem niet kunnen geven.
De heer GEELHOEDT wil er ook nog wat
van zeggen, en merkt op, dat het nu alles wel
heel onschuldig wordt voorgesteld, doch dat
de heer Scheele ook wel weet, dat er meestal
tegenvallers komen. Het is hier al begonnen
met de noodzakelijkheid van het inrichten
eener parallelklasse. Daarop was eerst ook
niet gerekend. Er wordt nu geen afzonder-
lijke school gevraagd, maar indien de raad
eenmaal de noodzakelijkheid van dit onder
wijs uitgesproken en er is groote deelname,
dan volgt van zelf het een op het ander, zon
der dat de raad daartegen nog iets doen kan.
De heer HAMELINK acht dat niet juist.
De heer GEELHOEDT verzekert den heer
Hamelink, dat hy; er dan niets tegen doen kan.
Hij zie er de wet dan maar eens op na.
De heer COLSEN verklaart er zijn stem
wel aan te kunnen geven, maar merkt op, dat
ook aandacht behoort te worden gewjjd aan
het door den heer Van Driel besproken ver
zoek, terwijl hij ook herinnert aan een des-
tijds gedaan verzoek tot het beschikbaar stel
len van een lokaal voor onderricht in handen-
arbeid. Daarvoor was toen volgens burge
meester en wethouders geen plaats, terwijl hy
ook zijn verwondering uitdrukt, dat de be-
handeling van het reeds vroeger ingekomen
verzoek van het Instituut voor Arbeidersont
wikkeling nu weer moet worden uitgesteld.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt aangenomen met 10 tegen 5 stem-
men.
Voor stemmen de heeren Scheele, De Jager,
Van Aken, De Bruijn, Colsen, Van Driel, Van
den Bulck, Van Doeselaar, Huijssen en Hame-
ling; tegen stemmen de heeren Geelhoedt,
De Jonge, Verlinde, De Bakker en Van Cad
sand.
g. Een adres van den Ter Neuzenschen
Bestuurdersbond die daarin te kennen geeft:
1 Ttf iC2 ^hrHn- - you* oyimister van
Binnenlandsche Zaken in zake het verstrekken
van een Kerstgave tot een bedrag van 25
over de weekuitkeering 18—24 December
1932;
overtuigd van de groote noodzakelijkheid
dezer extra uitkeering in een tijd, dat er in
de gezinnen van de werkloozen grootere uit-
gaven onvermijdelyk zijn;
den raad dringend verzoekt aan alle onder-
steunden, zoowel diegenen, die onder de plaat-
selijke steunregeling vallen als zy, die hun uit
keering genieten via een werkloozenkas een
Kerstgave te willen verstrekken van 25
over de uitkeering in de week van 1824
December 1932.
Burgemeester en wethouders teekenen op dit
adres aan, dat de meerderheid van het college
voorstelt op het verzoek afwyzend re be-
schikken.
h. Een adres van denzelfde, die daarin te
kennen geeft, dat hij van meening is, dat er
in vele gezinnen van werkloozen groote be
hoefte bestaat aan de noodige brandstof,
dat ook de uitkeering uit de werkloozenkas
in de meeste gevallen niet toereikend is om
zich van de noodige brandstof te voorzien.
Hy verzoekt den raad te besluiten, dat aan
de ondersteunden uit de werkloozenkassen
een brandstoffentoeslag te verleenen, ingaan-
de 24 December a.s. en eindigende 1 Maart
1933.
Burgemeester en wethouders teekenen hier
op aan, dat volgens ministerieele circulaire
de brandstoffentoeslag mag worden verstrekt
aan ondersteunde gehuwden en ongehuwde
kostwinners. De werkloozen die uit hun werk
loozenkas trekken, kunnen dus daarvoor niet
in aanmerking komen, tenzy de gemeente het
voile bedrag voor hare rekening neemt. In
verband daarmede stellen zij voor, op het ver
zoek afwyzend te beschikken.
L Ben adres van den Christelijken bestu-
renbond te Ter Neuzen luidende als volgt;
1. dat hy kennis genomen heeft van de
mededeeling van den Minister van Binnen
landsche Zaken, betreffende het geven van
extra steun voor de feestdagen;
dat deze steun afhankelijk is van een besluit
van de gemeenteraad van Ter Neuzen;
dat hy mitsdien den raad eerbiedig ver
zoekt dezen extra steun ook aan de werkloozen
te dezer plaatse te verstrekken.
2. dat hy kennis genomen heeft van het
besluit van den raad om aan hen die vanwege
het orgaan gesteund worden, over de maan-
den December '32 en Januari en Februari '33
wekelyks een kolentoeslag te geven tot de
waarde van f 1.
Dat daardoor hen die uit hun werkloozen
kas trekken, momenteel de landarbeiders, en
in Januari a.s. alle overige georganiseerden,
daardoor in een veel ongunstiger positie komen
dan de ongeorganiseerden wat toch zeker niet
de bedoeling van den Minister en van den
raad kan zijn.
Redenen waarom zy den raad beleefd ver
zoeken de brandstoffentoeslag ook te geven
aan hen die met Januari a.s. uit hun werk
loozenkassen trekken.
Burgemeester en wethouders geven omtrem
dit adres het volgende te kennen:
Wanneer zoowel de Ministerieele circulaire
betreffende de toekenning der brandstoffen-
toeslagen, als hot raadsbesluit van 10 Maart
j.l. waarbij tot verstrekking van dezen toeslag
werd besloten letterlyk worden toegepast, be-
teekent dit eene bevoorrechting der ongeorga-
niseerde werkloozen.
De kolenbons toch mogen niet worden ver
strekt wanneer de werkloozen uit hunne werk
loozenkas trekken, terwyil uit den aard der
zaak de ongeorganiseerden gedurende dezen
tyd wel voor een bon in aanmerking zullen
komen.
Teneinde deze onbillykheid weg te nemen,
kunnen wij bij nadere overweging termen
vinden, voomoemd besluit zoodanig uit te
voeren, dat aan iederen werklooze in totaal
13 kolenbons worden verstrekt.
Bjj de raming der gemeentebegrooting is
daarop gerekend, zoodat er geen nieuwe uit-
gaven voor mogen worden gevoteerd.
De VOORZITTER merkt op, dat de adres-
sen onder letters g, h en i, feitelyk eenzelfde
onderwerp zijn, alleen dat onder i behelst
nog iets anders. Hy stelt zich voor de Kerst
gave en het verstrekken van kolenbons af-
zonderlijk te behandelen.
De heer VAN DRIEL dankt burgemeester
en wethouders voor de gelegenheid, om een
rapport hierover uit te brengen in 2 deelen.
Er bestaat ook omtrent deze zaak geen een
stemmigheid in het college en de minderheid
was er voor een Kerstgave te verstrekken,
teneinde de leiding der zaak in handen te kun
nen houden. De voorstanders van het voorstel
der meerderheid om op het verzoek afwijzend
te beschikken, doen dit op financieele gron-
den.
Spreker kan mededeelen, dat omtrent deze
verzoeken door de besturen der betrokken
organisaties in alle vriendschap is samenge-
werkt. Het is hun niet gelukt een Kerstgave
te verkrygen, het doel is voorbij gestreefd.
Het heeft den indruk gewekt, dat burgemees
ter en wethouders de raadszitting opzettelijk
een week hebben verdaagd, opdat de raad
zich daarover niet meer zou kunnen uitspre-
ken. En al is nu in een conferentie met de
organisaties, die door hen was aangevraagd,
door burgemeester en wethouders een reden
aangegeven, waarom de raadszitting een week
moest worden uitgesteld, zoo is spreker toch
nog niet overtuigd, dat het niet mogelijk zou
geweest zijn vddr Kerstmis hierover een uit-
spraak van den raad te krijgen. Voor die
meening kan hij op een zeer grondig voorbeeld
wijzen. Hij zit hier schuin tegenover een
schildery van onze Landsvorstin. Hij herin
nert, dat de leden indertijd een briefje thuis
kregen, met de vraag daarop te willen ver-
klaren of zij bezwaar hadden die schilderij
voor de gemeente als geschenk te aanvaarden,
met er voor of tegen op te schryven. En op
die manier is de gemeente eigenares van die
schildery geworden. Al is dat dus geen regel,
zoo blijkt het in onze gemeenschap toch moge-
lyk, op dergelijke wyze een besluit van den
raad uit te lokken en dit hadden burgemees
ter en wethouders, als ze de zaak hadden
willen bevorderen, ook omtrent de Kerstgave
kunnen doen.
Blijkens de berekening zou de Kerstgave,
aangezien de Minister ook 65 teruggeeft
van het daarvoor uitgekeerde bedrag, aan de
gemeente slechts f 210 hebben gekost, terwijl
de uitkeering van f 600 ook ten bate zou zijn
gekomen van den gedrukten middenstand,
door de winstmarge die deze op de voor dat
bedrag te leveren artikelen geniet. Door de
Kerstgave te weigeren, wordt de winkelomzet
f 600 lager gehouden, en dus ook de winkeliers
benadeeld, terwyl ook herhaaldelijk wordt ge-
propageerd, dat men den middenstand moet
trachten op peil te houden, daar deze in de
verdrukking zit. Toen de Besturenbond haar
adres opstelde, dacht zij er ook aan, dat haar
verzoek een steun voor den middenstand be-
teekende.
In de conferentie die de afgevaardigden van
de Bonden met burgemeester en wethouders
hebben gehad, is ook tot uiting gekomen, dat
burgemeester en wethouders niet bekend wa-
ren met de circulaire die door den Minister
van binnenlandsche zaken met betrekking tot
het verstrekken eener Kerstgave en den daar
aan door hem te verleenen steun is uitgevaar-
digd, dat deze circulaire door het gemeente-
bestuur van Ter Neuzen niet is ontvangen.
Het komt hem wel wonderlijk voor, dat de
voorzitter der Besturenbonden in Zeeland,
de heer Van Spanning te Vlissingen,
die circulaire wel heeft ontvangen en
het gemeentebestuur van Ter Neuzen niet,
maar hij merkt voorts op, dat de leden van
het college toch ook wel dagbladen lezen en
dat In bijna alle groote en kleine bladen van
die circulaire van den Minister melding is ge
maakt, zoodat er voor hen toch wel aanleiding
kon geweest zijn om met betrekking tot dit
belangrijke onderwerp een nadere informatie
in te stellen. Hetgeen toch voor alle groote en
kleine gemeenten geldt, geldt ook voor Ter
Neuzen.
Zooals hij reeds aanstipte hebben de ver
zoeken de voile instemming van de verschil
lende schakeeringen der werkliedenorganisa-
ties en spreker hoopt, dat ze nog een gunstig
onthaal bij den raad zullen vinden, want de
Besturenbonden zijn het er over eens, dat die
extragift nog even hard noodig is als de
vorige week.
De heer HAMELINK geeft te kennen, dat
het zyne bijzondere aandacht heeft getrokken,
dat burgemeester en wethouders den tijd
waarop door den raad over deze aanvraag
riad behooren te worden beschikt, hebben
roorby laten gaan, zonder deze daarvoor in
de gelegenheid te stellen. Het gold toch een
belangrijke kwestie en een niet groot bedrag
voor de gemeente. Het was de taak van bur
gemeester en wethouders geweest den raad
zich daarover te laten uitspreken, en door den
tyd te laten verloopen is aan het beslissings-
recht van den raad tekort gedaan. De datum
waarop aanvankelyk de raadszitting was uit-
geschreven was toch al kort voor de feest
dagen en men had die behooren te laten door-
gaan. Indien er dan nog een belangrijke zaak
;n het verschiet was, waarover ook nog moest
beslist worden, dan had men daarvoor maar
een nieuwe vergadering moeten uitschrijven.
Er is door de circulaire van den Minister de
verwachting gewekt, dat een Kerstgave zou
worden verstrekt, te meer waar uit de toezeg-
ging voortvloeide, dat 65 van de Kerstgave
die 25 bedroeg van de te verleenen gewone
steunbedragen, door den Minister zou worden
bijgedragen en deze dus aan de gemeente niet
veel kon kosten. Nu wordt we! gezegd, dat
burgemeester en wethouders die circulaire van
'en minister niet hebben ontvangen, maar ze
zijn toch wel geabonneerd op een of meer cou-
lanten en hebben daarover dus wel kunnen
lezen. Ze hadden dan toch wel eens kunnen
mformeeren, hoe het kwam dat Ter Neuzen
was vergeten. Het heeft spreker gespeten, dat
ee raad in deze voor een voldongen feit wordt
gesteld. Het gaat altijd zoo, wanneer burge
meester en wethouders ergens tegen zyn, dan
weten ze wel een middel het tegen te werken,
terwyl ze, als het iets betreft waar ze voor
«yn, juist andersom werken.
Het spijt hem voorts en het is hem vreemd
opgevallen, dat de heer Van Driel er zich m
deze mee-tevreden heeft gesteld, met een de-
putatie een conferentie aan te vragen by bur
gemeester on wethouders. Het lag meer op zijn
weg om van wege de fractie der S.D.A.P., die
laartoe sterk genoeg is, een spoedvergadering
van den gemeenteraad aan te vragen. Dkt
was hun taak geweest. Burgemeester en wet
houders hebben den raad omtrent deze zaken
meermalen in de misdre gebracht. In vorige
jaren ging het over circulairen van het crisis-
x>mit£ welke het gemeentebestuur niet be-
reikten. Burgemeester en wethouders zullen
hun houding in dit opzicht eens gaan wijzi-
gen en den gemeenteraad gelegenheid laten
zich voldoeade en tijddg over de voorkomende
zaken uit te spreken.
Het spreekt vamzelf, dat wanneer er alsnog
voorstellen komen tot het uitreiken van de
Kerstgave spreker daar v66r zal stemmen.
De heer SCHEELE wenscht in de eerste
plaats op te merken, dat de heeren Van Driel
en Hamelink niet moeten beginnen met deze
zaak te vertroebelen. Er was wel degeiyk
een dringende aanleiding om de vergadering
een week te verdagen. De gemeentesecretaris
telefoneerde hem op een gegeven dag, dat er
bericht was gekomen van gedeputeerde staten
met betrekking tot de begrooting, en dat
nieuwe belastingvoorstellen daarvan het ge
volg konden worden, dat gedeputeerde staten
voomemens waren daarover hier eens met het
college te komen spreken. Toen werd besloten
de raadszitting dan een week uit te stellen
Die conferentie is niet doorgegaan, doch toen
was de raadszitting al uitgesteld en burge
meester en wethouders hebben zich met be
trekking tot de thans besproken zaak op het
standpunt gesteld, dat het er toch niet op aan
zou komen, al werd daarover eens 2 of 3 dagen
later een beslissing genomen. De voile souve-
reiniteit om hierover te beslissen ligt nog bjj
den raad en burgemeester en wethouders heb
ben dat vooral niet willen uitschakelen om het
den raad lastig te maken.
Door den heer Van Driel is ook gezegd, dat
de menschen het nog best kunnen gebruiken.
Spreker kan het aannemen, dat de menschen
het nog best kunnen gebruiken en de raad
zal ook wel geyoelen, dat, als het alleen over
die f 200 ging, ter weinig bezwaar tegen zou
bestaan. Burgemeester en wethouders hebben
zich echter op een ander standpunt gesteld,
en dat er, als men daartoe over ging, er meer
by zou moeten. Er zyn vele menschen, die
het best kunen gebruiken. Maar de mi
nister stelt burgemeester en wethouders in de
gelegenheid om verschillende van die groepen
menschen van het verstrekken eener Kerst
gave uit te sluiten, groepen die het zeker niet
beter, doch eerder minder hebben dan degenen
die voor het ontvangen der Kerstgave in aan
merking zouden komen. Krijgen de menschen
die werkloozensteun genieten en reeds boven
vele nog werkende in inkomen bevoorrecht
zijn, bovendien ook nog een Kerstgave, dan
wordt het verschil ten nadeele van die nog
arbeidende menschen nog grooter, want die
werkers op den buiten vallen buiten een Kerst
gave, en zullen nog minder beuren dan de
werkloozen die ondersteuning krijgen. De
wethouders hadden bezwaar om zulk een
categorie van de Kerstgave uit te schakelen,
zij zouden het dan aan alien willen geven.
Maar wkt zal dat dan kosten? Dan zal daar
zoo'n groot bedrag voor noodig zijn, dat er
niet aan gedacht kan worden dat beschikbaar
te stellen. Wanneer men nagaat, dat er deze
week aan werkloozensteun alleen van gemeen-
tewege f 800 k f 900 zal moeten worden uitge-
geven, dat het geheele bedrag 2500 k /2600
zal beloopen, zal men wel moeten erkennen,
dat dit geen kleinigheid is, wanneer voor zoo'n
Kerstgave nog een stuk van ons schaarsch
beschikbaar geld werd afgehaald. Te meer,
waar ook in de vorige vergadering Is besloten
tot het verstrekken van een kolenbon, meen-
den de wethouders dit jaar van het verstrek
ken eener Kerstgave te moeten afzien.
En wat nu de meening van den heer Van
Driel betreft, dat van den raad in anderen
vorm een beslissing zou zijn te verkrijgen
geweest, moet spreker opmerken, dat men
toch niet by rondschryven over geldzaken
gaat beslissen. Dat is toch niet te vergelyken
bij het aanvaarden van een cadeau. Die ge
vallen kan men niet over teten kam scheren.
De overtuiging der wethouders is, dat ze
niet op dit verzoek kunnen ingaan.
De VOORZITTER: De zaak was een
voudig.
De heer COLSEN wil ook nog opmerken,
dat burgemeester en wethouders die regellng
toch ook wel in de eourant hebben kunnen
lezen.
De VOORZITTER raadt dezen spreker aan,
zich rustig te houden. Ondanks burgemeester
en wethouders er nog niets van in de eourant
hadden gelezen, hebben zij er toch over ge-
sproken. Aan den heer Hamelink deelt spre
ker mede, dat de behandeling anders eou
hehben geloopen, indien de raadszitting had
kunne doorgaan op den eerst vastgestelden
datum; en indien er geen zeer dringende zaken
waren opgekomen, zou die ook doorgegaan
zyn. In ieder geval stond het vast, dat de
beslissing op het verzoek zou worden onder-
worpen aan het oordeel van den gemeente
raad. En dit zou zelfs nog kunnen gebeuren,
al viel die op 3 Januari a.s., ook dan zou de
gift nog te pas komen. Toen evenwel bepaald
werd, dat op 22 December 1.1. een vergadering
zou worden gehouden, was er van een Kerst
gave nog geen sprake, dus kon die vergade
ring ook niet met het oog daarop zyn be-
legd. Toen daarvan later wel sprake was,
viel het mooi uit om het dan aan de orde te
stellen. En nu is spreker het met den heer
Hamelink eens, dat het eenige teleurstelling
moest baren, dat er geen Kerstgave werd ver
strekt, maar al is-het dan geen Kerstgave,
zoo zal een feestgave toch ook wel welkom
zijn.
De heer HAMELINK: U zult het toch als
Kerstgave moeten doen!
De VOORZITTER zal daarover thans niet
twisten, doch vervolgt, dat het bedrag van
210, dat overeenkomstig de werkloozen-
uitkeering voor het verstrekken dier Kerst
gave van gemeentewege noodig is, hem de
vrijheid verleende met de heeren wethouders
van meening te verschillen. Het is onjuist,
dat een belangrijke groep landbouwarbeiders
wordt uitgeschakeld, maar dat zijn ten slotte
toch geen gelyksoortige dingen, want er zul
len toch in economischen zin omstandigheden
zyn ,waarin de werkloozen wonende in de kom
der gemeente achterstaan fojj die arbeiders
wonende op het land. En nu gaat het toch
niet aan, dat men ter wille van die menschen
anderen omlaag haalt, men moet integendeei
zy die omlaag staan trachten op te trekken
naar boven en spreker was van oordeel, dat
er voor die landbarbeiders die in organlsch
verband stonden zoo noodig ook wel iets kon
gedaan worden en begreep, dat dit ten slotte
niet vastzat aan die 210 voor de steuntrek-
kenden.
Spreker heeft een lijstje laten maken van
de menschen die voor een Kerstgave in aan
merking zouden komen en dat waren er 101,
waaronder ook menschen waren die reeds
dubbel zijn uitgetrokken. Voor die menschen
is de toestand ook al moeilijker, aangezien zy
f 1 minder uitkeering krijgen voor man en
vrouw en voor de kinderen maar 75 cent. Dht
is, naar spreker meent, ook een aanleiding
tot het verstrekken eener Kerstgave. Het
liep by burgemeester en wethouders over de
disputabele kwestie: we meenen het deze niet
te kunnen geven, omdat we ook de anderen
niet kunnen helpen. Spreker hoopt, dat de
gemeenteraad alsnog zal besluiten de Kerst
gave overeenkomstig de regeling van den
minister van Binnenlandsche Zaken te geven.
De heer VAN DRIBL merkt naar aanleiding
van het betoog van den heer Hamelink op, dat
deze hem in de vorige vergadering een verwtjt