ikfcel grooten doorslag om het to® te staan,
<W «Et eigenlyk is een vereeniging met leden
nam diverse piuimage. Want Detrof het hier
bos een vraag van een vereeniging met een
«Mubagszms politiek tintje gekleurd, dan zou
•k *ggen: Burgemeester en Wethouders heb-
3>er gelyk dat ze dit niet toestaan. Maar
(daajrom geeft dit voor my een van de grootste
doors)ag>: ti. En omdat wy het gerust kunnen
rekmen onder onderwijs zooals de heer Blan
saart terecht in zijn schrijven opmerkt. En er
geiSjk aivorens voornoemd, geen voldoende
JocaJiteit in Axel aanwezig is, voor zulke
doeteinden en het een vereeniging is van
diverse piuimage, dus niet met een politiek
tintyi gekleurd, daarom wil ik hier verklaren,
dat ik er absoluut voor ben om Blansaart een
Jokaal te geven en zal ik dan ook mijn stem
•soar het verzoek van Blansaart uitbrengen,
aezen menschen een lokaal toe te staan.
lndien ze gekomen waren met een verzoek
om hen nog uitstel te verleenen. Misschien
zijn de plannen nog niet rijp, doch zal dat bin-
nenkort wel het geval kunnen zijn. Dan had
de raad ciaarover kunnen oordeelen, en, toch
met handhaving van het aangenomen prm-
cipe, kunnen besluiten, aangezien er uitzicht
bestaat op voorziening in de behoefte aan een
lokaal, dat ze er nog wat konden blijven. Nu
zou men langs een achterdeur de gevolgen
van het besluit van den raad trachten te ont-
gaan. Dat kan spreker niet goedkeuren en
beter acht hij het dat dan de vereenigingon
zelf met een verzoek komen. Met dit verzoek
kan de raad niet anders doen dan het afwijzen.
De heer DE RUIJTER is ook van oordeel,
dat de raad, gezien het onlangs genomen be
sluit, het verzoek niet kan inwilligen, want,
wat zou men dan moeten doen als ook anderen
met zoo'n vraag komen En wanneer het zou
I>e heer ORTELEE is het eens met den j toegestaan worden omdat op den achtergrond
heer Van Bendegem en zou het verzoek willen
toestaan; hy kan hieraan toevoegen, dat de
feetxakkenen sterk aan het werken zijn voor
bet verkrijgen van een vergaderlokaal en wan
neer ze eenmaal zoover zijn, zullen ze zeker
•errirr bedanken voor het gebruik dat ze hefo-
ttm mogen maken van de openbare school,
maar deze dan verlaten.
Dt VOORZITTER wf(st er op, dat de heeren
apifcomen voor het verleenen van het gebruik
van een lokaal ten bate van de muziek- en de
zangvereeniging, doch dat dit in het geheel
niet aan de orde is. Er is van den heer Blan-
caar; ingekomen een persoonlijk schrijven, om
nan hem een lokaal af te staan voor het geven
tod muziekonderwfls. Nu kunnen de heeren er
nwj bij denken dat dit verzoek wordt gedaan
ten bate van vereenigingen, maar dat staat er
tocfc An geen geval. Men kan de openbare
■chbol toch niet gaan verhuren aan particu-
Jieren voor het daarin uitoefenen van een be
drijf? Er is een besluit genomen dat de
spenbare school uitsluitend zou bestemd blij-
-wem voor ,,Het Kind" en dat de muziek- en
zangvereenigmgen die er thans nog gebruik
van maken deze zullen moeten verlaten. Er
te nog aan toegevoegd, dat voor dit laatste
niet op een maand of wat zou worden gezien,
dat er wel genoegen mee zou genomen wor
den, dat bet April of Mei werd, lndien kon
worden aannemelijk gemaakt, dat men uit-
jBCht had op een ander lokaal, maar dat er
eenmaal een tijd moet komen dat dit gebruik
«ter school beeindigd wordt.
I>e heer 't GILDE geeft te kennen, dat die
tijd ook zal komen, dit adres Is echter ge-
xonden om te voorkomen, dat de betrokken
vereenigingen in het gedrang zouden komen.
Hg deelt voorts mede, dat in overleg met de
besturen van „Concordia" en „Orelio", den
heer Blansaart is verzocht dit adres in te
asenden, opdat daaruit ook duidelijk zou blij-
ken, dat dit ook wel degelijk een tak van on
derwijs betreft, waardoor het in gebruik geven
2 vereenigingen daarbij betrokken zijn" zou
men ook andere vereenigingen niet kunnen
weigeren. Gezien het vorig raadsbesluit moet
het verzoek worden afgewezen.
Wanneer de betrokken vereenigingen cp
goede grenden kunnen aantoonen een lokaii-
teit in uitzicht te hebben kan men hen wat
uitstel geven.
De VOORZITTER; Ik beb terstond toege-
zegd, dat Burgemeester en Wethouders in dit
opzicht soepel zouden zijn.
De heer VAN KAMPEN ziet de zaak ook
in, zooals de heer De Ruijter het zegt, en in
verband met de vroeger gedane toezegging
was dit verzoek in het geheel niet noodig ge-
weest. Ze hadden zich zonder meer kunnen
houden aan het vorig besluit. Om nu zoo'n
verzoek te doen, om te bewijzen dat het on
derwijs is, gaat niet op. Er kunnen dan nog
wel 10 aanvragen komen, waarby men van 8
ook wel in een of anderen vorm zal kunnen
bewijzen, dat het onderwijs is.
De VOORZITTER: Er is. gezegd: tegen 1
Januari a.s. wordt het gebruik opgezegd, maar
we zullen niet op een paar maanden zien; er
moet echter een tijd komen dat bet klaar is.
De heer SEGHERS is het eens met den heer
Van Bendegem en zou het betreuren dat die
vereenigingen op straat gezet werden.
De VOORZITTER: Maar dht gebeurt niet.
De beer SEGHERS Ik zou gaarne zien,
dat hun nog een half jaar uitstei g,geven
werd, en anders zal ik mij moeten aansluiten
bij het voorstel van den heer Van Bendegem.
De heer I. DE FEIJTER Is er in beginsel
ook niet voor, de vereenigingen op straat te
zetten, maar dan moeten zij zelf een verzoek
doen. Aan een particulier kan het niet worden
toegestaan.
De heer HAMELINK acht, gezien net ge
nomen besluit en de toen gedane toezegging,
geen verzoek noodig.
De VOORZITTER waarschuwt ook, dat men
de zaak voor de vereenigingen niet moeilijker
moet maken. Er is gezegd, dat het besiuit
ven als het in stemming komt en daarover
efn stemming uitlokken is onder deze omstan-
digheden niet in het belang der vereenigingen.
Men bereikt er bovendien niets mede, daar ze
er nu toch voorloopig nog in mogen blijven.
Waarom nu aan te dringen op het in stem
ming brengen van een voorstel dat alle kans
heeft verworpen te worpen, waaruit best zou
kunnen voortvloeien dat de vereenigingen er
als gevolg van die stemming ook uit moesten
trekken
De heer VAN BENDEGEM: Gehoord de
besprekingen, trek ik dan mijn voorstel in.
Het voorstel van Burgemeester en Wet
houders is daarna met algemeene stemmen
aangenomen.
n°g Eangehaald met motlef- °°k eea voorstel willen beschouwen. e*
i *°U ZIjn mt£eoefend omdat dan een voorstel van den heer Verschellin? die
enkele giften, niet aan het goede adres ge- j aan alien een Kerstgave Van 3
Komen waren. Het komt aan smrew en dan ook nog het voorstel van Burgemeee-
6. Verzoeken tot het uitreiken eener
Kerstgave en een brandstoffenbijslag
aan werkloozenkas-uitkeering genie
tenden.
waren. Het komt aan spreker voor,
dat men dddr niet mee moet schermen, dat
het toch werkelijk nog niet z66 erg is, wan
neer eens een arbeider een Kerstgave zou
ontvangen of eens in een week een pak kolen
krijgen, terwijl nader blijkt dat hij daar vol-
gens zijn financieele positie daarvoor niet in
aanmerking had behooren te komen, terwijl
in deze dagen een groote groep, waaronder
menschen met kapitaal, steimbedragen die
door de gemeenschap worden byeengebracht
komen opeischen, daartoe gerechtigd, omdat
ten hunne behoeve een wet gemaakt
ter en Wethouders voor het geven van een
kolenbon aan de werklooze landarbeiders.
De VOORZITTER: Er zal eerst over de
Kerstgave worden beslist.
I>e heer HAMELINK zou zoo zeggen, dat
de Steuncommissie bekend is op het terreln
waarop de raad zich hier thans beweegt Htj
acht het door haar voorgestelde bedrag nlK
hoog genoeg Waar het hier gaat over een
Kerstgave, zal de Steuncommissie die wel be-
doeld hebben te geven aan de werkloozen. Nu
is er ook een voorstel om die te geven aan
van het lokaal niet in strijd zou komen met f0®]?0.1 zal worden toegepast en in het eerste
liet raadsbesluit waarbij bepaald werd dat de a".fa,a,r zullen de vereenigingen nog wel geen
TY1 noil 111/il nrion nnrlnnr.in
school bestemd moest blijven voor „het on
derwijs". Spreker kan voor bonderd procent
ondersohrijven het voorstel van den heer Van
Bendegem, hij acht de door dezen aangevoer-
de argumenten zeer ad rem. H'j; acht het uit
een oogpunt van moraliteit niet gewenscht,
die menschen voor hun repetities en vergade-
ringen weer naar de kroeg te drijven. Hij
hoopt, dat de raad zich ook op het standpunt
sal stellen, dat men het deze vereenigingen,
die er toch ook voor zorgen dat de menschen
die werkloos rondloopen in de avonden ge-
legenheid vinden zich nuttig bezig te houden,
en zich te ontspannen, niet te moeilrjk zal
maken. Het advies van het hoofd der school
is toch ook niet afwijzend. Het gebruik van
het schoollokaal is voor het oogenblik nog een
bestaansvoorwaarde voor (Concordia" en
„Orelio". Er wordt gewerkt aan het stichten
van een vereenigingsgebouw, maar voor het
oogenblik staat alles nog op losse schroeven.
Komt dat lokaal er eenmaal, dan zal men in
de school van die vereenigingen niet lang
meer last hebben.
De heer VAN BENDEGEM kan onder-
schrijven de woorden van den voorzitter, dat
het adres van persoonlijken aard is. Dat adres
is echter niet goed geformuleerd. De foedoe-
ihig is wel degelijk dat muziek- en zangonder-
"wijs te geven aan de twee door den heer
't Gilde genoemde vereenigingen. Htj zou
daarom wenschen dat gebruik toe te staan.
3De VOORZITTER: Maar niet aan cen per-
soon verhuren of gratis afstaan. Het is on-
Juist uit dit adres te distilleeren, dat dit 2 ver-
*enigingen zou betreffen.
De heer VAN BENDEGEM: Dat moeten
we er wel uit distilleeren, omdat we weten dat
het zoo is,
De VOORZITTERDan zou ik moeten ad-
wiseeren daarop niet in te gaan. De raad heeft
een besluit genomen om de school voor zulke
doeieinden niet meer beschikbaar te stellen.
Het komt my voor, dat er nu toch een emstige
meden zou moeten zijn, om dat besluit te her-
loepen, en die acht ik niet aanwezig. Als het
gebruik van de school niet verder kan door-
ga&n, zal er ter wille van de vereenigingen
een oplossihg inoeten komen en zullen de ver
eenigingen zeer waarschr'mlijk den raad later
dankbaar zijn voor het genomen besluit.
-De heer HAMELINK kan het adres ook niet
aaaders lezen, dan dat een particulier het ge
bruik van een schoollokaal vraagt, om daarin
muziekonderwijs te kunnen geven aan derden.
De heer 't Gilde zegt nu wel, dat dit gedaan
*mrdt voor de beide vereenigingen, waarvan
de heer Blansaart directeur is, maar dat is een
Mitlegging die nergens uit blijkt en als het ver
zoek wordt ingewilligd, is de heer Blansaart
btt) daar onderwijs te geven aan wie hij dat
wmnscht. Er blijkt nergens uit, dat hij met
«fce vereenigingen in verbinding staat.
Spreker stelt zich op het standpunt, dat
•*an gemeentewege aan een particulier geen
itikaa! ter beschikking kan worden gesteld.
Ten behoeve eener vereeniging beschouwt hij
Ae zaak anders, en al is het ook dat de raad
tegen over de menschen van zijn partij een
stnder standpunt heeft ingenomen, zou hij er
|neen bezwaar tegen hebben daarvoor een
kifcaa) af te staan, indien het doel blykt in de
jgfi van het raadsbesluit. Dit is echter een
geheel nleuw verzoek, htj kan zich althans
Riefc herinneren, dat er ooit aan een particulier
ifie onderwijs wilde geven een lokaal ter be-
./aKbiickmg gesteld is. Indien er dus geen an-
dere gezichtspunten komen en niet duidelijk
ijlijkt dat dit verzoek gedaan wordt ten be
lieve van de besproken vereenigingen, zal hij
aoeb tegen inwilliging van het verzoek moe
ten verklaren.
-De heer OGGEL is het met die steiling
eens; in het praeadvies van Burgemeester en
Wethouders is met niets anders rekening ge-
houden dan met den inhoud van het adres.
Het is ook niet anders mogelijk. De heer
Blansaart vraagt het zuiver als particulier.
Nu blijkt uit de mededeeling van den heer
't Gilde dat er iets anders achter zit, dat het
de bedoeling is op die wijze een lokaliteit te
werkrijgen voor „Concordia" en „Orelio".
Spreker -acht dat geheel verkeerd. Er is een
besluit genomen dat de school alleen zou blij
ven voor het kind, en om de vereenigingen er
nog in te laten tot 1 Januari 1933, in«de ver-
wachting dat ze tegen dien tijd klaar zouden
zrjn met een ander lokaal. Indien dat nu nog
niet geval is, was het toch rationeeler geweest,
moeilijkheden ondervinden.
De heer't GILDE verklaart, gehoord de be
sprekingen, daarvan dankbaar acte te nemen
in bet bijzonder van de opvatting van de
heeren Oggel en De Ruijter, en heeft in elk
geval de conclusie getrokken, dat hier in den
raad een meerderheid is, die de vereenigingen
niet a bout portant op straat wil zetten.
De VOORZITTER: Niemand in deze ver-
gadering wil zulks, dat heb ik al gememo-
reerd. A1166n: er moet een tijd komen dat ze
er uit zijn.
De beer HAMELINK merkt op, dat deze
zaak dermate verward wordt, dat men moeite
heeft om ze bij te houden. Hij heeft niets
anders kunnen zien dan een verzoek van 6®n
persoon. En nu gaat men zeggen: als dat
i niet wordt ingewilligd moeten de vereenigin
gen de straat op. Die particulier is toch de
vereenigingen niet? Met dien particulier
heeft de raad voor het oogenblik te maken.
Spreker zou niet aan het recht der vereeni
gingen willen tornen, maar de vereenigingen
moeten niet langs dien weg adresseeren, doch
zulks, indien ze het noodig achten zelf doen.
De heer 't GILDE: Men meende dat het om
tactische reden beter was het z6o te doen.
Dat besluit is genomen op een tijdstip dat ik
niet in het bestuur tegenwoordig was. Ik ben
er dus niet voor aansprakelijk.
De heer HAMELINK zou den heer Van
Bendegem willen zeggen, trekt uw voorstel in,
anders breygt u de zaak der vereenigingen in
gevaar. De raad kan dit verzoek niet inwilli
gen en de vereenigingen zyn daarmede dus
niet gebaat. Wordt het voorstel van den heer
Van Bendegem thans door den raad verwor
pen, dan wordt de toestand voor de vereeni
gingen moeiiyker.
De heer VAN DE BILT acht het adres ge
heel verkeerd, want op deze manier is het
camouflage en dat is mis. Het is beter recht
voor de vuist uit te komen, dan door een ach
terdeur te willen binnensluipen. Hij, heeft
laatst ook gehoord, dat de bedoeling voorzat,
om op deze manier die 2 vereenigingen te
helpen, doch het was "beter, dat men zooiets
dan maar niet mededeelde.
j De VOORZITTER constateert, dat er voor
Ide betrokken vereenigingen op het oogenblik
geen gevaar was, doch dat op deze wijze
moeilykheden geschapen worden.
De heer VAN BENDEGEM heeft bezwaar
zyn voorstel in te trekken, omdat eigenlyk het
adres niet voldoende is omschreven, en het
alleen betreft de muziek- en de zangvereeni-
ging waarvan adressant directeur is. Hy zou
alleen ten bate van beide vereenigingen het
gebruik van een lokaal willen toestaan
De heer OGGEL maakt bezwaar, dat men,
kort na het genomen besluit, nu weer een
nieuwen toestand zou gaan seheppen. Het be-
staand gebruik kan worden verlengd, maar
de raad kan niet het gebruik aan een particu
lier gaan afstaan. En de raad moet over het
adres oordeelen, zooals het hier ligt. Wordt
dit afgewezen, dan worden de vereenigingen
daardoor nog in geen enkel opzicht gedupeerd.
De heer ORTELEE zou er meer voor ge-
voelen, het verzoek nog eens naar de volgen-
de vergadering te verschuiven. Dan kan de
heer Blansaart, in verband met de besprekin
gen nog eens met de besturen der betrokken
vereenigingen confereeren en kan men zien
wat er uit voortvloeit. Hy had ook al ge-
dacht: welk onderwijs zou hier gegeven wor
den? Zou er dan ook een orgel en een piano
in de school gebracht worden?
De heer VAN BENDEGEM geeft te ken
nen, dat dit niet de bedoeling is; adressant
geeft alleen onderwijs aan de beide vereenigin
gen, die er repeteeren.
De heeren VERSCHELLING en 't GILDE
bevestigen dit.
De VOORZITTER moet zich dan nog ster-
ker tegen het voorstel van den heer Van Ben
degem verklaren. lets dergelijks is in 't ge
heel niet aan de orde. De eonsequentie van
dat voorstel zou dan zijn, dat het genomen
besluit werd herroepen.
De heer VAN BENDEGEM: Het is onder
wijs.
De heer HAMELINK waarschuwt, dat er
thans hier vrijwel eensgezindheid blijkt te
oestaan, om het genomen besluit, voor wat de
tijdsruimte van ontruiming van het lokaal be
treft, soepel toe.te passen. Maar bet is zeer
twijfelachtig of het voorstel van den heer
Van Bendegem een meerderheid zal verwer-
Burgemeester en Wethouders schrijven aan
den raad het voigende:
Het bestuur van den Flaatselijken Raad
van de S.D.A.P. en N.V.V. vraagt evena's
vorig jaar met het oog op de feestdagen van
Kerstmis en Nieuwjaar het leed van de werk
loozen eenigszins te verzachten door het uit
reiken van een Kerstgave in geld aan alle
werkloozen op den volgenden gronaslag:
1. aan hen die de week voor Kerstmis
rainstens 3 dagen werkloos zijn (Zaterdag
vol gerekend) 3;
2. 6 aan hen, die minstens 1 maand
werkloos waren in 1932;
3. 9 aan hen, die minstens 2 maanden
werkloos waren in 1932;
4. 12 aan hen, die minstens 3 maanden
werkloos waren in 1932;
5. f 15 aan hen, die minstens 4 maanden
werkloos waren in 1932;
f 18 aan hen, die minstens 5 maanden
werkloos waren in 1932;
7. /21 aan hen, die minstens 6 maanden
werkloos waren in 1932;
Werkverschaffing wordt met werkloosheid
gelijk gesteld.
De Steuncommissie is hierover gehoord en
adviseert ons College, in verband met een op
hetzelfde onderwerp betrekking hebbend schrij
ven van den Minister om dezelfde regeling toe
te passen als het vorig jaar heeft gegolden.
Ons College is van meening dat de beoor-
deeling van den toestand over het al of niet
verleenen van een Kerstgave geheel anders
is dan vorig jaar. Thans wordt vanaf begin
December een brandstoffenbyslag verleend
aan de werklooze hoofden van gezinnen.
Het komt ons voor, dat een Kerstgave niet
billijk is tegenover hen, die in het vrrje be-
drijf werkzaam zyn geweest en eerder minder
dan meer hebben verdiend.
Mede met het oog op de gemeente-finan-
cien kunnen wij tot onzen spijt niet voorsr.el-
len dit jaar een Kerstgave aan de werklooze
gezinnen uit te reiken.
b. het adres van den Ned. Bond van At-
beiders in het Landbouw, Tuinbouw en Zuivel-
bedrijf, Nederl. Chr. Landarbeidersbond en
Ned. R.K. Landarbeidersbond houdt in, om op
grond dat de werkloozenuitkeeringen laag
zijn, zij de vrijheid veroorloven te verzoeken
naast de bovengenoemde werkloozenkas-uit-
keeringen, een wekelykschen brandstoffen-
bijslag te verstrekken.
Ons College is van meening dat de werk-
Loozen-uitkeering van een landarbeider be-
langrijk lager is dan die van een fabrieks-
arbeider. Teneinde dit verschil eenigszins te
overbruggen en gezien, dat de verdiensten in
het vrye bedrijf reeds minimum geweest zijn,
stellen wij U voor aan die groep van geor-
ganiseerde werkloozen een brandstoffenbyslag
te verleenen, gedurende den tijd dat zij uit
hun Kas trekken, zulks met ingang van
1 Januari 1933.
De heer 't GILDE vraagt, afgedacht van
een meening over het al of niet verstrekken
van een Kerstgave, of de geldmiddelen daar
voor nog aanwezig zijn. Hoe hoog zou het
noodige bedrag kunnen komen.
De VOORZITTER: Acht honderd vyftig
gulden.
De heer 't GILDE: Is dat bedrag op de
begrooting nog beschikbaar?
De VOORZITTER Op den desbetreffenden
post voor steun aan werkloozen niet meer.
Burgemeester en Wethouders hebben het beter
geacht, dit jaar geen Kerstgave te verstrek
ken. Er is het vorig jaar nogal critiek op
uitgeoefend, dat deze was gegeven aan men
schen die het niet noodig hadden, en ook in
verband met de uit hun werkloozenkas trek-
kende landarbeiders, die maar f 8,40 per week
uitkeering krijgen en hier ook weer buiten
zou vallen.
De heer OGGEL: Die houden, na aftrek
van htm contributie maar 7,60 over. Die
vallen overigens overal buiten en daarom heb
ben Burgemeester en Wethouders het beter
geacht, deze ook een kolenbon te verstrekken.
De heer HAMELINK juicht dat verstrek
ken van een kolen/bon toe.
De heer VAN KAMPEN vraagt, of beide
adressen gescheiden worden behandeld.
De VOORZITTER zal er afzonderlflk over
laten stemmen, maar de voorstellen grrj.pen
toch in elkaar.
De heer HAMELINK juicht, zooals reeds
gezegd, het verstrekken van den kolentoeslag
aan die menschen toe, maar wijst er op, dat
die toch alleen noodzakelijk is, omdat hunne
uitkeering gebaseerd is op een z66 lagen
loonstandaard, dat de menschen van hun loon
menschelijkerwijs gesproken niet kunnen
leven. En nu is door het verstrekken van den
brandstoffentoeslag dat euvel niet opgegeven,
maar het brengt toch verlichting in hun toe
stand.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het niet verstrekken van een Kerst
gave juicht spreker niet toe en ook ach't hij
de -motiveering zeer ongelukkig gekozen, om
dat Burgemeester en Wethouders de meening
uitspreken, dat de toestand der betrokkenen
gunstiger zou zijn dan in het vorig jaar, omdat
nu sinds 1 December een kolenbon wordt ver-
strekt. Meenen Burgemeester en Wethouders
nu werkeltjk, dat de positie der menschen
daardoor beter is dan in het vorig jaar?
Spreker moet dat betwijfelen. Zien Burge
meester en Wethouders dan over het hoofd,
dat die werkloozen ook een jaar langer door
de economische omstandigheden, door die
werkloosheid geteisterd zijn. Die menschen
zijn inderdaad door het ontvangen van die
brandstoffentoeslag in vergelijking van het
vorig jaar niet beter geworden, omdat zij nu
weer een jaar langer bloot hebben gestaan
aan een verdere inzinking van hun gezin en
daarmede van hun levenspeil. En indien Bur
gemeester en Wethouders die feiten eens had
den nagegaan en de zaak ook eens van dien
kant hadden bekeken, dan zouden zij, naar hij
vermeent, tegemoetkomender tegenover het
verzoek om een Kerstgave hebben gestaan.
Door Burgemeester en Wethouders wordt
het verzoek ook afgewezen met het oog op
den stand der geldmiddelen, maar al zou die
Kerstgave worden verleend, dan meant spre
ker dat nog niet zou kunnen worden gezegd,
dat hier met geld wordt gesmeten. Men acht
dat geld toch niet weggegooid? De Staun
aommissie heeft toch ook geadviseerd op het
rerzoek in te gaan en men kan aannemen dat
de leden dier commissie den toestand dei
werkloozen kennen.
verband met den regeeringssteun voor de 1 rr|ensc^ien die nog werken. Maar spreker ziet
tarwe, de suikerbieten, de varkensfokkerij en 'n' 'loe men die gift aan die menschen
de zuivel worden zeer hooge bedragen uitge- 5?U kunnen verstrekken. Dat zrjn menschen
aan die groote groep, waaronder zich J10? werken' men wil deze steunen op
i grond dat hun loon te laag is om te voorzien
I in hun levensonderhoud, maar dan zou de aan
lien te verstrekken uitkeering het karakter
krijgen van een subsidie op een te laag loon,
j En het is toch zeker niet de taak van het ge-
meentebestuur om subsidie te gaan verleenen
op in bepaalde bedrijven geldende loonen, om-
j dat deze liggen beneden het bestaansminimum
der daarin werkzaam zijnde menschen. Dat
zou nog te meer aanleiding worden van het
j bestendigen van een verkeerden toestand. H$
zou gaarne hebben gezien, dat er onder de
Axelsche landarbeiders reeds veel vroeger
eens wat activiteit was ontstaan om zich te
j organiseeren voor het verkrijgen van betere
I arbeidsvoorwaarden, en het gaat niet aan, dat
zij. nu zy verzuimd hebben dat te doen, voor
aanvulling van hun loon zouden gaan parasl-
teeren op de openbare kas. Met de werklooze
landarbeiders is dat iets anders. Er is niets
tegen om aan dezen hulp te verleenen, om deze
moeilyke periode door te komen. Spreker eln-
digt met de verklaring dat hy is voor het ver
strekken eener Kerstgave tot eenzelfde bedrag
en onder dezelfde bepalingen van het vortg
jaar.
De heer VAN KAMPEN constateert, gezien
de voorstellen en gehoord de besprekingen,
dat thans begint te ontwaken het inzicht, dat
door den steun die in verschillenden vorm
wordt verleend aan werkloozen een onrecht
geschiedt tegenover een groep werkenden. De
heer Verschelling heeft dat blijkens zijn voor
stel om ook aan werkenden een Kerstgave
uit te reiken gevoeld. En nu wil hy aan Bur
gemeester en Wethouders vragen op welken
rechtsgrond zy voorstellen kolenbons te ver
strekken, terwijl er nog zoovelen In het maat-
schappelyk leven zijn die het nog slechter heb
ben dan de steuntrekkers en van die brjzon-
dere steunmaatregelen blrjven uitgesloten. Er
zyn er buiten de gesteunde groepen die minder
inkomen hebben dan dezen en die met meer
recht by het Steuncomitc zouden kunnen aan-
kloppen om geholpen te worden. Dat de steun-
uitkeeringen aan werkloozen hooger zijn dan
het dagloon dat een groep arbeiders die werkt
verdient, brengt reeds een toestand van ont-
wrichting in de maatschappy te voorschijn.
En wanneer men nu aan de werkloozen nog
anderen steun gaat geven, waarvan die wer-
kers uitgesloten blijven, dan wordt het on
recht nog grooter. Uit dezen toestand spruit
voort, dat het voor de werkgevers geen ge-
wetenszaak meer is om hun werklieden te ont-
slaan, want wanneer zoo'n werkgever dan 8
dagen v66r Kerstdag zyn werkman ontslaat,
kan hij er hem op wijzen, dat hij dan, met de
te ontvangen steunuitkeeringen meer zal kun
nen ontvangen, dan wanneer hy hem in dienst
houdt, aangezien hy dan ook den toeslag nog
krijgt. Dat zijn toch geen toestanden? Door
den Voorzitter is aan spreker in de vorige
vergadering belooft, dat deze kant der kwes-
tie eens onder het oog zou worden gezien, het
college dcet dit blijkbaar niet, doch voteert
weer maar geld.
De VOORZITTER: Pardon, dat doet de ge-
meenteraad, die voorstelling is foutlef.
De heer VAN KAMPEN wijst er op, dat
Burgemeester en Wethouders dan toch de voor
stellen doen, in plaats van in een andere rich-
ting te sturen. Naar zijn meening zou niet
alleen de vraag of men werkloos is, maar of
men het al of niet noodig heeft de vraag of
men ondersteuning krijgt moeten bepalen. Het
is thans hier niet de plaats om 'n breed debat
over de loonen in het landbouwbedrijf op te
zetten, noch over de vraag wie daaraan schul-
dig zijn, maar toch wil spreker opmerken, dat
zij die weigeren om mede te werken tot het
brengen van het levenspeil op het niveau
waarop het behoort, het recht missen om cri
tiek uit te oefenen op dien gang van zaken.
De VOORZITTER acht thans de zaak vol
doende besproken en zal in stemming bren
gen het voorstel tot het verleenen eener
Kerstgave.
De heer HAMELINK stelt voor een Kerst
gave te verstrekken zooals het vorig jaar.
De heer VERSCHELLING zet nader uiteen,
dat het zijn bedoeling is om /3 uit te keeren
per hoofd van een gezin of kostwinners, die
minder dan f 650 in het verloopen jaar heb
ben verdiend.
Het voorstel van den heer Hamelink wordt
gesteund door de heeren Ortelee en Seghers,
dat van den heer Verschelling wordt niet ge
steund en kan dus geen punt van beraadsia-
ging uitmaken.
Het voorstel van den heer Hamelink wordt
verworpen met 8 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Ortelee, Seghers,
Verschelling en Hamelink; tegen stemmen de
heeren Van Kampen, Oggel, De Ruyter, Van
Bendegem, Van de Bilt, Dieleman, I. de Fey-
ter en 't Gilde.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om geen Kerstgave uit te reiken wordt
hierna met algemeene stemmen aangenomen.
keerd
nog een groot aantal menschen bevinden die
zonder dien steun best in het leven zouden
kunnen blijven. Daarom is de opmerking dat
die gaven wel eens op een minder goede plaats
zijn gekomen geen argument, om het ver
zoek af te wijzen. Spreker meent bovendien,
dat de steuncommissie toch tamelijk nauw-
gezet werkt, zelfs z66 dat het soms meer op
pijnlijkheid lijkt. Er behoeft dus geen vrees
te bestaan, dat het geld niet te bevoegder
plaatse zou komen. Het vorig jaar heeft de
Kerstgave gekost 715. Het is mogelijk, dat
het dit jaar iets meer zou moeten zijn. Maar
er is toch in de begrooting een bedrag toe
gestaan om de werkloozen te helpen? Kan
dat niet uit den loopenden dienst? Wie weet
of de rekening ten slotte nog niet meevalt, en
toch sluitemd wordt, ook al zou die Kerstgave
worden verstrekt. In technisch administratief
opzicht is er dus volgens hem ook geen be
zwaar, en hij gelooft, dat hier mag gezegd
worden, dat Burgemeester en Wethouders
liever niet hebben dat er een Kerstgave ver
strekt wordt, want indien ze daar voor waren
geweest zij wel naar middelen zouden hebben
gezocht, die dat uitreiken zouden veroorloven.
De heer SEGHERS is het in zoover ten voile
met den heer Hamelink eens, dat hij gaarne
zou zien, dat het advies der Steuncommissie
werd opgevolgd. Burgemeester en Wethouders
wijzen dat af, op grond van de omstandiv-
heden der het minst verdienenden. Spreker
meent evenwel, dat men, ter wille van enkelen
die nog werken, niet een groote groep ande
ren, die buiten hun schuld werkloos zijn, van
het ontvangen eener gave moet uitsluiten.
Hy noemt dat zeer kleinzielig en stelt voor
aan de werkloozen een Kerstgave te verstrek
ken zooals het vorig jaar.
De heer VERSCHELLING kan zich in zoo-
verre aansluiten bij de heeren Hamelink en
Seghers, dat hij gaarne zou zien, dat een
Kerstgave werd gegeven. Maar hij zou ver
der willen gaan dan de werkloozen. Er ziin
menschen die nog in het particulier bedriif
werkzaam zijn, die minder verdienen dan het
bedrag dat anderen als steunuitkeering krii-
gen. Daaraan moet ook worden gedacht. Ziin
er werklooze fabrieksarbeiders die met bun
uitkeering tot 16 komen, er zijn landarbei-
ders die maar f7y2, f8 tot 9 verdienen. Hii
zou daarom aan iederen werklooze een Kerst
gave willen verstrekken van 3, maar die
bovendien ook geven aan nog aan 't werk
zijnde landarbeiders die gemiddeld in dit jaar
niet meer dan 650 hebben verdiend
De VOORZITTER meent, dat die landar
beiders, die thans maar f 8,40 trekken met
het voorstel van Burgemeester en Wethouders
waarbij ze van 3 tot 4 maanden een kolenbon
zullen krijgen van f 1 per week verder zullen
komen dan met het voorstel van den heer
Verschelling, waarbij ze voor Eenmaal /3
krijgen. 1 Spreker meet daarom aanneming
van dat voorstel ontraden. De bedoeling van
het voorstel van Burgemeester en Wethouders
is om die menschen, die het zoo hard noodig
hebben, op die wijze ook wat te geven
De heer VERSCHELLING wijst er op, dat
zijn voorstel ook omvat de menschen die nog
aan 't werk zijn en die het nog slechter heb
ben. Die vallen ook buiten het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
De VOORZITTER: Het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders strekt, om een
kolenbon te geven aan alle werkloozen, onver-
schiilig of zij van de gemeente of van hun
bond uitkeering krijgen. De landarbeiders die
nog werken krijgen niets. Indien men een
Kerstgave zou geven, zou het verschil tus-
schen de gesteunden en de werkenden nog
grooter worden. Wij willen de allerminsten
ook iets geven.
De heer VERSCHELLING bedoelde toch
e6k de kolentoeslag te geven.
De VOORZITTER: Dan moet u uw voor
stel wijzigen.
De heer VERSCHELLING stelt voor eerst
te beslissen over de Kerstgave van 3 en dan
over de kolenbon.
De heer OGGEL wijst er op, dat Burge
meester en Wethouders hun voorstel hebben
gedaan uit billijkheidsoogpunt. Het kost meer
geld, dan wanneer een Kerstgave werd gege
ven. Het geld voor de kolembonnen aan werk
loozen wordt vanwege den Minister voor de
helft terugbetaald, maar van die voor de
landarbeiders komt het geheel voor rekening
der gemeente. Bmgemeester en Wethouders
willen dat aan die menschen geven, omdat zij
reeds zooveel bij de anderen achterstaan. Zij
houden maar f 7,60 over. Zij staan niet al
leen veel achter bij de steuntrekkenden, doch
ook in de werkperiode zijn hun inkomsten
veel lager, wegens de lage loonen als gevolg
van den ongunstigen toestand in het iand-
bouwbedryf.
De heer VAN BENDEGEM vraagt, of het
de bedoeling is de kolenbons te verstrekken
aan gehuwde en ongehuwde kostwinners of
aan alle steuntrekkenden.
De VOORZITTER: Aan in een of anderen
vorm steuntrekkende kostwinners of kost-
gangers.
De heer VAN BENDEGEM wil dan ook
naar voren brengen de positie der menschen
die nog werken en die, in verband met hun
gezinsinkomsten, die bijslag ook best zouden
kunnen gebruiken. Hij zou ook aan hen de
verstrekking als in punt b bedoeld willen
geven. Iedereen die daarvoor naar het oor
deel der Steuncommissie in aanmerking be
hoort te komen zou hy een kolenbon willen
laten ontvangen.
De VOORZITTER acht dat een ver strek-
kend voorstel, waarvan de draagwijdte niet
bekend is.
De heer VAN BENDEGEM ziet er op, dat
er werkenden zijn, die minder verdienen dan
anderen aan steun ontvangen. Als het dus in
verband met de gezinsinkomsten noodig is,
zou hij zulke menschen ook een kolenbon wil
len geven. Maar dan geen Kerstgave.
De VOORZITTER wenscht dan eerst te
'aten beslissen over het al of niet verstrekken
eener Kerstgave.
De heer HAMELINK merkt op, dat er nu
feitelijk 3 voorstellen betreffende het ver
strekken eener Kerstgave zijn, n.l. dat van
den Plaatselijken Raad der S D.A.P. en het
N.V.V., om een Kerstvave te verstrekken vol
gens een bepaalde schaal, in verband met de
werklooze dagen in dit jaar, en hij gevoelt wel,
dat er in den raad geen meerderheid is, die
daarop in zou willen gaan, dan is er een ad
vies van de Steuncommissie om hetzelfde be
drag uit te keeren als het vorig jaar en zou dit
Hierop komt in behandeling het voorstel
van Burgemeester en Wethouders betreffende
het verstrekken van een kolenbon aan werk
looze landarbeiders, die uit hun werkloozen
kas trekken.
De heer VAN BENDEGEM wenscht dat uit
te strekken ook tot de werkende landarbei
ders. De Steuncommissie acht dat ook noodig.
De heeren VERSCHELLING en ORTELEE
steunen dat voorstel.
De heer DE RUIJTER: Dat betreft dus een
voorstel tot het verstrekken van een kolenbon
aan alle landarbeiders in Axel.
De heer VAN KAMPENEnkel aan arbei
ders
De heer DE RUIJTER vraagt of de heer
Van Bendegem ook een loonnorm vaststelt,
om voor die bons in aanmerking te komen.
In de tweede plaats wil hij er op wjjzen, dat
dan verschillende groepen die bons zullen ont
vangen welke buiten de ministerieele regeling
vallen, en waarvoor de gemeente dus niets
terugkrijgt. Dat acht hij de bedenkelijke kant.
De heer HAMELINK merkt op, dat er tegen
dat voorstel niet alleen een principieel be
zwaar bestaat, maar ook een practisch be
zwaar. Uit welken post zou men die bons
moeten betalen? Want dat is geen werkloo-
zenzorg meer.
De heer VAN BENDEGEM: Dat kan uit
de onvoorziene uitgaven betaald worden.
De heer HAMELINK: Ja, het is wel te vin
den, maar ik meende er toch op te moeten
wijzen.
De VOORZITTER: Het is de vraag, of dat
wel voor uitvoering vatbaar zou zijn, want dat
wordt een toeslag op de loonen aan menschen
die in het particulier bedrijf werkzaam zijn,