I
I
werkloazen te ondersteunen. Zulke uitdruk-
kiagen rnoest de Voorzitter niet toelaten.
I>e beer HAMELINK Die laat van u heel
wat meer toe
•De beer 't GILDE Het is met zoo iemand
moeilijk dehatteeren. Ik bescbouw de werk
loozen niet als een reclame-object. Ik zal
aJtijd meehelpen, als mijn medemenschen in
Ibehoefle komen, hen te helpen, omdat ik zelf
aangenomen, aangezien daaruit de noodige
gelden moeten worden verkregen.
Het is wel een groot gebaar, wanneer men
zegt: ik ben bereid de menschen te geven
alles wat ze noodig hebben, maar ook niets
meer dan een gebaar, wanneer men de hand
op de beurs houdt, wanneer het betreft het
verstrekken van het geld. Nu wenscht de heer
Verschelling 15.000 beschikbaar te stellen,
mijn afkomst nooit vergeten heb. En wat het maar hij heeft later geen bezwaar tegen
- •-' 30.000, of wil zelfs nog hooger gaan. Waar
verdere verwijt betreft, dat ik den post wil
verminderen en voorgesteld heb de land- j
arbeiders meer te geven, ja, mynheer
de Voorzitter, het is best mogelijk, dat j
ik te veel mijn hart heb laten spreken, maar
ik meen, dat de landarbeiders dezelfde be-
boeften hebben als de fabrieksarbeiders. De
zal htj die dan echter in den loop van het jaar
vandaan halen
De heer VERSCHELLING Als ik goed
geluisterd heb, is er toch vroeger ook wel
eens op tekort gekomen
De VOORZITTER Zoo praat u er omheen,
nvvere categorie van landarbeiders, waar ik ik had graag een antwoord op mijn vraag,
o von Viot TQ QT- Viof crolH vflTl-
hoog mee sta, wenschte ik daarom met de
fabrieksarbeiders gelijk te stellen, maar mis-
schien was het beter geweest, in plaats voor
hen den norm te verhoogen, die der anderen
te verlagen, om de gelijkstelling te krijgen.
De heer Hamelink heeft daar zitten zwammen
over het bedrag dat dit jaar noodig is, maar
dat was tocb niet van af de oorspronkelijke
begrooting geraamd. We zijn het vorig jaar
begonnen met op dezen post 6500 te ramen
en 5000 voor werkversehaffing, waarbij nog
1000 gekomen is, te samen f 12.500; dat
•was dan toch nog geen 30.000. Nu zegt de
Voorzitter pas, dat het tot dat bedrag ver-
hoogd is.
De heer HAMELINK merkt op, dat de heer
'tGilde hem woorden in den mond legt, die j
waar u in den loop van het jaar het geld van
daan halen wilt.
De heer VERSCHELLING Er wordt nu
toch ook al gezegd, dat het eenige duizenden
minder geraamd wordt dan voor het loopende
jaar benoodigd is, en wat u in dit jaar meer
noodig had, habt u op verschillende posten
kumnen vinden, dat kan misschien het volgen-
de jaar weer.
De VOORZITTER Neen, juist niet; iedere
post is thans met een goudschaaltje gewogen
zoodat op meevallers niet te bouwen valt. De
consequentie wordt dan, dat er geen geld meer
is. Indien u van een andere meening zyt,
moet u de posten, waar dit op gevonden kan
i worden, aanwijzen.
De beer VERSCHELLING Indien de be-
in niet heeft gesproken, hy zit daar maar te rekening juist is, zou er thans reeds een te-
liegen. Hy geeft hem zyn hatelijkheden cadeau, j kort zyn, daarin kan dan nog altijd voorzien
de martelaarskroon staat hem niet, de men-
echen zullen daar fiijn om lachen.
Spreker merkt op, dat de Voorzitter zelf
zooeven het bedrag van f 30.000, als zijnde dit
jaar begroot, heeft genoemd, en nu zijn Bur- j
gemeester en Wethouders met hun cijfers voor j
werkloozensteun er feitelyk nog f 3000 onder. j
En wanneer de heer 'tGilde dan met die weten-
worden.
De VOORZITTER Ik constateer dus, dat
u mi) het antwoord op myn vraag schuldig
blijft.
De heer DE RUIJTER acht dit nog mooier,
men doet een voorstel om de uitkeeringen
hooger te stellen, maar als het er op aankomt
om het geld te voteeren, dan zegt de heer
achap voor oogen, er toch op blijft aandrin- J Verschelling: dat doen we niet De heeren
gen den post te verlagen, dan heb ik het recht hebben voorgesteld de landarbeiders te ver-
fce zeggen dat hij er niet over zal naweenen, hoogen, de Steuncommissie heeft daarop gun-
indien in den loop van dat jaar het geld noo- stig geadviseerd, maar nu het op het geld
aankomt, willen zy er f 5000 af doen. Spre
ker kan de situatie niet anders stellen.
De VOORZITTER acht dit zoo zuiver ge-
steld.
De heer VERSCHELLING Moet die uit-
gaaf dan juist op de belasttngbetalers druk-
ken Kan dat dan niet gevonden worden
door een leening
De heer 't GILDE Dat doen ze in Am-
dig bleek, doch niet meer te vinden was, want
dan is moedwillig in die rich ting gestuurd..
Nu zegt hij wel, dat het dan maar geleend
moet worden, naar het voorbeeld van Amster-
dam, maar htj weet toch ook wel, dat Axel,
om te leenen, in sleehter conditie verkeert dan
Amsterdam. Is dat de voorzichtige politiek j
van den heer 't Gilde j
De raad kan het standpunt van spreker in j
deze kennen, het zal wel niet noodig zijn, dat sterdam ook.
nog eens in het licht te stellen. Hij vertrouwt, De VOORZITTER Ik noem dat verkeerd
dat het geld niet uitgegeven zal worden, in- beleld van de heeren, men behoeft daartoe
J!1X -1.4 ia Fin TrrnnlrlAfV7ftTi "/Hn iVljnr TiAO1 T11 of AdTbr tb 0*Q a "n tbrWlll HflTI tOfh
dien het niet noodig is. De werkloazen zijn
voor spreker in geenen deele een reclame-
object, doch bij rekent het zich tot taak te
zorgen, dat die menschen voldoende kunnen
ondersteund worden. En daarom kan spreker
hier nog niet over te gaan, terwijl dan toch
j bovendien later de begrooting door rente en
aflossing der leening gedrukt wordt.
De heer VAN KAMPEN staat niet op het-
zelfde standpunt als de heeren't Gilde en Ver
er niet "an meewerken om, zooals de heer schelling, die den post willen verwerpen. Maar
tGilde wil, van het daarvoor benoodigde
bedrag een deel af te nemen, om dan verla-
ging van belasting te kunnen voorstellen, met
het gevaar, dat later, als de nood aan den
man komt, geen geld meer beschikbaar is en
de gemeente in de onmogelijkheid zou verkee-
ren die menschen te helpen. De heer 't Gilde
verklaart, daarover maar niet meer te willen
debatteeren, dat strekt hem niet tot voordeel.
dat gaat niet op. Als men dien weg uit wil
gaan, moet men ook den weg aangeven waar-
langs dit mogelijk is. Spreker wil deze twee
gedachten in het midden der vergadering leg-
gen, ofschoon hij liever had gezien, dat dit
van Burgemeester en Wethouders zelf zou
zijn uitgegaan, maar hy is in de eerste plaats
van oordeel, dat de steunnorm naar beneden
behoort te worden herzien. Indien spreker
ircuattccicii, uat OU cni, uum "IVV WW Twxxxvxwwx. w WW X
Spreker is ten voile avertuigd, dat de geraam- wel is ingelicht, staat het vast, dat iemand,
de post moet blijven staan.
Aan den heer Van Kampen, die de zaak zoo
ziet, dat, naar hij verwacht, de belastingen
die een half jaar in het vrije bedryf heeft ge-
het voorstel de uitkeering aan landarbeiders
met 1 te verhoogen. Dat is, zooals straks
zal blijken, door Burgemeester en Wethou
ders aanvaard.
De heer VAN KAMPEN vraagt, of, alvo-
rens deze begrooting werd opgemaakt, met
de steuncommissie ruggespraak is gehouden.
Staat de steuncommissie op het standpunt dat
het zoo moet en kan blijven voortgaan
De VOORZITTERDat zal nader ter sprake
komen.
De heer DIELEMAN De steuncommissie
brengt alleen advies uit aan Burgemeester en
Wethouders, maar niet over de begrooting.
De VOORZITTER gaat hiermede accoord;
de gedachtengang van den heer Van Kampen
kan echter aan de steuncommissie worden
overgebracht en eventueel later verwerkt
worden.
De heer VAN KAMPEN vraagt of de posi-
tie van de steuncommissie in deze dan over-
eenkomt met die van het Georganiseerd Over-
leg voor de regeling der jaarwedden.
De heer OGGEL De gemeenteraad kan
geheel zelfstandig over de steunregeling be-
sluiten nemen, maar het is niet gebruikelijk
zulks te doen zonder raadpleging der steun
commissie.
De VOORZITTER vindt het jammer, indien
de meening van den heer Van Kampen juist
is, dat zyn denkbeeld ook leeft in de Steun
commissie, dat ze niet eigener beweging met
voorstellen zijn gekomen.
De heer VERSCHELLING verklaart met de
gedachte van den heer Van Kampen niet te
kunnen meegaan; een verlaging van de steun-
normen gaat niet meer op.
De VOORZITTER merkt op, dat de hee>-
Van Kampen nog maar alleen een denkbeeld
heeft gelanceerd en het niet de bedoeling is
daaromtrent reeds in- deze vergadering een
beslissing uit te lokken.
De heer VERSCHELLING deelt hiema
mede, dat zijn fractie van meening is ver-
anderd en de post voor werkloozensteim graag
wil laten staan zooals die door Burgemeester
en Wethouders is geraamd en dan ook de
normen handhaven zooals die tot nu toe zijn
betaald, met voorbehoud van het voorstel tot
verhooging van die der landarbeiders.
De heer HAMELINK Nu blykt toch dui-
delyk, dat de groep-'t Gilde terugschrikt voor
de consequentie van haar eigen voorstel.
De heer VAN KAMPEN is van oordeel, dat
een regeling zou behooren getroffen te wor
den, dat de steunuitkeeringen niet hooger zul
len aijn dan de loonen die in het landibouwbe-
drrjf worden uitbetaald. Hy zou wenschen,
dat de raad zlch hierover uitsprak.
De heer ORTELEE Dan zouden ze daar
gauw op 75 cent per dag staan.
De heer SEGHERS verklaart zich daar ook
tegen.
De VOORZITTER geeft in overweging, daar
over thans geen beslissing uit te lokken.
De heer VAN KAMPEN wyst er op, dat
men thans vastzit aan de steunbedragen zoo
als die zyn geregeld, welke z.i. in stryd zyn
met moreel recht. Indien wordt besloten over-
eenkomstig zijn denkbeeld, zal recht gedaan
worden aan die groepen der bevolking die nog
werken, dooh die als loon minder ontvangen
dan de steuntrekkenden. Hij heeft geen be-
zwaar uitstel van beslissing te accepteeren.
Maar waarom zal men een uitspraak uitstel-
len Laat men een beslissing nemen, dan is
het geschied.
De VOORZITTER ontraadt zulks; hij be-
werkt en ve^^S<^=^,^ j
totaal een
veraer werxioozensieun gemei, m j
j j met hun cyfer met aan den hoogen kant zyn.
hooger mkomen gemet dan iemand,
2.1 eL, uai, iieta.r nij veiwdun,, uc ucid.a1.m5cu t ecu 11 j g»r wordt zuinig betieerd
niet zullen kunnen opgebracht worden, dat, al j die een vol jaar in het vrije bedrijf heeft ge- heej. gEGHERS hoo
mochten de belastingen minder vloeien, de
begrooting thans toch naar die cijfers moet
-worden gericht, andere zyn er niet, en men
moet een kloppende begrooting krijgen. Het
gaat tocb niet aan den post voor werkloozen-
steun te laag te ramen? Als er dan moeilijk-
heden kwamen zou men ten slotte gaan zeg
gen: het moet er maar mee gedaan worden.
En dat is sprekers standpunt niet.
De heer 't GILDE moet verklaren, dat het
hem toch werkelijk spijt, dat er zoo'n toon in
bet debat is gekomen, dat hy er geen traan
over zou na-schreien indien men de werkloo-
zen niet meer kon ondersteunen. Dat kan toch
niet uit zijn voorstel worden afgeleid, waar hy
voorstelt 15.000, hetgeen meer dan het dub-
bele is van het bedrag, waarmede verleden
jaar de begrooting is geopend, en het is toch
een feit, dat in deze dagen zuinighedd in het
beheer het richtsnoer most zijn.
De heer VAN KAMPEN meent, dat men er
met de f 20.000 nog niet is, wanneer, zooals
de Voorzitter zegt, het dit jaar ruim 30.000
wordt. Waarmede zal men dan later die nog
tekortkomende 10.000 dekken?
De VOORZITTER wijst er op, dat die
30.000 een verzameling van posten is; daar
is ook het bedrag van de werkversehaffing
onder begrepen. Indien men dezen post ook
meerekent in de begrooting voor 1933, staat
er samen 27.500, zoodat dit iets minder is,
-dan het bedrag voor 1932
werkt, en als dat zoo is, kan spreker zich met
De heer SEGHERS hoopt niet, dat de denk-
j beelden van den heer Van Kampen, betreffen-
- - I U 1 X V Cvll CivXi 11 vv X V I v H 44U.111 J J vll W V vl OX A VI.
bestendigmg van die regeling met vereenigen. dg steunnormen zullen worden verwezen-
Aohten, vraagt hij, Burgemeester en Wethou
ders den tijd niet gekomen om een dergelijke
regeling stop te zetten
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
voor hem moeilijk is daarop te ant/woorden,
die vraag zou eerst dienen te worden over-
wogen en in het college besproken moeten
worden. Hij moet er dus het antwoord thans
op schuldig blijven. Er zal ook niet op ge-
antwoord kunnen worden zonder de Steun-
oommissie daarover te hooren. Hij zal de ge
dachte daar doorgeven, dan kan die bespro
ken worden.
De heer HAMELINK Dat is in elk geval
eerjijk.
De heer VAN KAMPEN verklaart, dat het
hem spijt, maar dat hy met betrekking tot
verlaging van den betrokken post niet op het
standpunt van den heer 'tGilde staat. Deize
stelt verlaging van den post, zonder meer,
voor, terwijl hij geen weg aanwijst, hoe die
liflkt.
De VOORZITTER Hij neemt dat terug;
dat kan dan later uitvoerig worden besproken.
De heer SEGHERS is van oordeel, dat de
steunnormen niet behooren te worden getoetst
aan de loonen in het vrye bedrijf.
Hiema wordt de post met algemeene stem-
men goedgeikeurd.
De VOORZITTER brengt nu in bebandeling
het verstrekken van een kolenbon aan steun-
trekkende werkloazen. Daarbij komt in be-
handeling een desbetreffend schrijven van den
Minister van Binnenlandsche Zaken, die te
kennen geeft in het verstrekken van die bons
tot een maximum van 1 per week van rijks-
wege 50 te willen bijdragen, benevens het
voorstel van den heer Hamelink en het schrij
ven der Steuncommissie aan Burgemeester en
Wethouders.
Burgemeester en Wethouders stellen naar
j is men dus niet vooruit, want dan volgt, in-
dien de toestand niet verandert, later toch
j verhooging. Spreker wil een weg aanwijzen,
waardoor inderdaad de uitgaven lager zullen
worden en de post dus automatisch lager kan
j blijven. Indien men z6<5 voortgaat, zal de post
steeds grooter worden, doch dat is op den duur
i moreel niet vol te houden en daarom wenscht
De heer DE RUIJTER merkt op, dat het hij in overweging te geven verkleining van de
loopend jaar 10.000 is uitgegeven voor werk- uitkeeringen. Volgens de bestaande methode
verschaffing. Met de andere posten in ver-
band daarmede en den steun voor werkloozen,
was geraamd 24.000, waarby dan nog komt
J 2000 wegens subsidie in de arbeidsloonen
voor vlasbewerking, is te samen f 26.000. Het
is nu gebleken, dat men dit jaar boven die
raming moet komen, zoodat spreker geen
vrijmoedigheid heeft om mede te werken aan
verlaging van den post, want dan kan van
nu af als vaststaand gezegd worden, dat men
niet toekomt.
De VOORZITTER Z66 is het
De heer J. DE FEIJTER stemt daarmede in.
De heer DE RUUTER De loopende post
is nog verhoogd met f 4600, later nog met
J 3000, en dat is in werkelijkheid uitbetaald,
zoodat, indien men er nu f 5000 af ging doen,
men in werkelijkheid 8000 minder zou ramen
dan in 1932 noodig bleek. Men kan nu wel
veel franje ophangen, maar men dient zich
toch tot de werkelijke cijfers voor oogen te
stellen. De toestand moet in de begrooting
veilig gesteld worden. Ik zou graag zien, dat
we van het bedrag een 10.000 over hielden
en dat zouden de werkloozen zelf zeker ook
liever zien, dat zou voor de menschen, zoowel
als voor de gemeente, beter zijn, maar waar
moet het aantal werkloozen grooter worden,
want er is voor de werkgevers ook moreel
geen bezwaar meer tegen him werkvolk niet
aan te houden, indien deze, werkloos, meer
ontvangen dan de werkgevers hen als loon
kan uitkeeren. Onder die omstandigheden doen
de werkgevers aan zijn personeel een weldaad
als hij de menschen bedankt. Maar dan is er
nog een derde groep, die over het algemeen
niet meer inkomen geniet dan de steuntrek-
f kers, doch die aan de ondersteuning van die
j groepen moet helpen betalen. Denkt men er
wel eens over, of het moreel verantwoord is
daaraan zulke hooge lasten op te leggen
De heer ORTELEE verklaart het met het
geen de heer Van Kampen hier naar voren
brengt, niet eens te zijn. Hij wil hier nog
eens herhalen, hetgeen hij bij 't vooronderzoek
der begrooting heeft gezegd, dat, indien werd
overgegaan tot het verminderen der steunbe
dragen, dit aanleiding zou worden tot een
nieuwe verlaging der loonen in het vrije be
drijf. Hij is daar dus sterk tegen.
De heer OGGEL gelooft niet, dat iemand
in deze vergadering naar die loonsverlagmg
verlangt, maar als die moet komen, zullen
we ons daaraan toch hebben te onderwerpen
iuo V DUX tcu gClllvViiUvj wvuvx xx .J xx y xxiurw.
we gelooven, dat het er in 1933 met de werk- Het is het goed recht van den heer Ortelee
1- -3x T4i-n /-k*Y« ry\r>V< Hqq rthtrhn fp ■Vpr-T.pttpn FVn fll i« VipI
ter, in zake een rtjksta'jdrage. Hy subsidieert u wel bekend zyjn, dat ik In de vergadertng
die' vers trekking van kolenbons en daarom der Steuncommissie schoorvoetend met het
heeft hy voorgesteld, daarvan ook voor Axel i advies meegegaan ben. Ik heb het voorstel
gebruik te maken. Volgens het voorstel van nog eens nader overdacht, en het komt ook
Burgemeester en Wethouders gaan daar nu mij voor, dat het inderdaad een onbiliykheod
echter 2 maanden af. Ze beginnen pas mer zou wezen, tegenover de arbeiders die nog in
December en laten Maart nog onbeslist. Hij het vrye bedrtjf werkzaam zfjn. Ik zal dan ook
meent, dat die bons behooren te worden ver- v66r het voorstel van Burgemeesters en Wet-
strekt in den tyd, dat verwarming noodig is J
Meenen Burgemeester en Wethouders dat in
de maand November en in Maart geen ver
warming noodig is? Wanneer de Minister het
voor die maanden wel noodig acht, vindt spre
ker het krenterig om er van wege de gemeen
te voor die menschen weer een tyd af te
nemen, wanneer de mogelijkheid bestaat om
die menschen voor de helft ten koste van het
rijk van brandstof te voorzien. Waarom deed
men geen voorstel overeenkomstig de circu
late j
De VOORZITTER geeft te kennen, dat ook
rekening moest gehouden worden met de be- i
schikbare geldmiddelen. Waren Burgemeester
en Wethouders met 1 November begonnen,
dan hadden ze wellicht moeten voorstellen om
maar 3 lcwartjes te geven, en kwam het be-
drag in totaal ongeveer even hoog als wan-
neer nu over 3 maanden 1 wordt gegeven.
Burgemeester en Wethouders hopen, dat in
Maart de grootste koude voorbij is.
De heer HAMELINK ziet geen aanleiding
van den tydsduur af te wijken en zou de bons
met terugwerkende kracht willen verstrekkeri
van af 1 November tot einde Maart.
De heer VERSCHELLING Kan ik ook een
aniendement indienen om de menschen, die
uit de bondskassen trekken, er een geven?
De heer OGGEL Dat moet de gemeente
dan zelfstandig bekostigen.
houders stemmen.
De heeer VERSCHELLING meent, dat het
niet opgaat de loonen in het vrye bedryf
hierbij aan te halen. Men kan die wel gaan
j stellen op 1,75 of 1,50. Enkele jaren ge-
leden kon dit nog, maar nu niet meer.
De heer OGGEL Het voorstel kan dan
toch alleen bedoelen om aan den Minister
verzoeken die regeling met een verhoogde
uitkeering aan de landarbeiders goed te keu-
ren
j De heer VERSCHELLING Dat is de be
doeling.
I Het voorstel wordt aangenomen met 8
tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Hamelink, Orte
lee, De Ruyter, Seghers, Verschelling, Diele-
man, J. de Fa'jter en 'tGilde; tegen stemmen
j de heeren Van Kampen, Oggel en I. de Fefl-
ter.
i 248. Subsidie in de arbeidsloonen van
tewerkgestelde werkloozen in de vlasbewer-
king. Memorie.
Hoofdstuk X.
Landbouw.
249. Kosten van toezicht van het op mark-
ten aangevoerd vee en verdere kosten Tan
maatregelen tegen veeziekten. Memorie.
250. Subsidien ten behoeve van de vee-
j teelt. 50.
De VOORZITTER En dan zullen we toch Het vorige jaar was de subsidie uitgetrok-
aan den Minister moeten vragen om die te ken op 75.
mogen geven, want we hebben, voor het ver- De heer SEGHERS zou deze subsidie willen
krijgen eener subsidie, een verklaring moeten verleenen als het vorige jaar. Het betreft oen
afleggen, dat we in zake steunverleening niet j vereeniging met allemaal werkmensohen e»
verder zullen gaan, dan volgens de door den J die subsidie is zeiker niet te hoog.
Minister goedgekeurde regelingen. Ook al j De heer ORTELEE acht het ook niet
betaalt de gemeente het ten voile, zr'jn we dus veel voor 2 vereenigingen.
niet vry.
De heer SEGHERS wil er ook nog op wij-
zen, dat men iemand kan treffen, die niet
De VOORZITTER Het is e6n vereeniging
geworden.
Het voorstel van den heer Seghers wonJt
werkloos is, doch een gezin met volwassen verworpen met 6 tegen 4 stemmen.
TT—A.UnTMnllnl
werklooze kinderen heeft en daardoor ook
Voor stemmen de heeren Hamelink, Ortelee,
moeilijk zit. Kan die er ook geen krygen j Seghers en Dieleman; tegen stemmen de hee-
ren Van Kampen, Oggel, De Ruyter, L de
Men zou ten deze toch een wat ruimer stand
punt moeten innemen.
De VOORZITTER Volgens deze regeling
kan dat niet.
De heer SEGHERS Is het niet mogeljjk
dat te verkrijgen My zyn dergeiyke geval-
len bekend.
De VOORZITTER: Dan zal daarvoor straks
Faijter, J. de Ferjter en 't Glide. De heer Ver
schelling was by deze stemming niet tegen-
woordig.
251. Premien en andere kosten van mark-
ten. 10.
Deze post, vroeger op f 160 geraamd, is
thans uitgetrokken op 10, ten behoeve van
V WIMilX XmV. ACM O X
een ander voorstel behooren te worden g*e- t premie voor een tentoonstelling der geiten-
daan.
De heer DE RUUTER De heeren moeten
wel begrypen, dat dit geldt een steun aan
werkloozen.
De heer HAMELINK Het andere wordt
onderstand.
De heer VAN KAMPEN wyst er op, dat
zich hier weer dezelfde onibillijkheid gaat voor-
doen als in zake den steun aan werkloozen. Er
zullen personen een kolenbon krijgen die een
hooger inkomen genieten dan de nog werken-
de landarbeiders, die niet in aanmerking kun
nen komen. Hy zou alleen kolen/bons willen
verstrekken aan hen, die voor dien steun vol- °P bezuinigd, maar als men jaarmarkt houdt
gens hun economischen toestand daarvoor in kan men toch bezwaarlijk de premies nog
aanmerking behooren te komen.
De heer OGGEL Die het verzoeken
De heer HAMELINK Dan zullen er niet
veel wegblijven.
De heer VAN KAMPEN heeft er groot
vereeniging, teirwyl de bedoeling is de jaar
markt te laten vervallen.
De heer I. DE FEUTER Het spyt me,
I dat de jaarmarkt vervallen moet; dat was het
1 eenige wat de landbouw nog had.
i De VOORZITTER wijst er op, dat al by
herhaling is gezegd, dat de jaarmarkt de
moeite niet meer loont. Burgemeester en Wet-
houders doen daarom het voorstel ze maar af
te schaffen.
De heer I. DE FEUTER vraagt, of er op
j de kosten niet bezuinigd kan worden.
5 De VOORZITTER We hebben er al eens
verminderen.
De heer I. DE FEUTER zou willen voor
stellen de jaarmarkt te behouden.
De heer J. DE FEUTER vindt het ook
jammer dat de jaarmarkt moet verdwynen,
bezwaar tegen, dat de werkende menschen maar de belangstelling van de zijde der land-
die het nog sleehter hebben, er buiten zouden bouwers is z66 gering, dat hij het toch niet
o r»V» f (ioomrnhr "7nr\'n VthHrnff HIT tfi
iblyven.
De consequentie zou meebrengen, het dezen
ook te geven. Hij is er tegen.
voor, terwijl hij geen weg aanwijst, noe die j aanleiding van een en ander voor, aan de
post lager kan gebracht worden. Daarmede werklooze steuntrekkers vanaf 1 December tot
gerechtigd acht daarvoor zoo'n bedrag uit te
geven en het maar beter is ze af te schaffen.
Het voorstel von den heer I. de Feyter
De VOORZITTER merkt op, dat men hier- wordt niet ondersteund en kan mitsdien niet
er nog wel een uur kan praten, doch moei- 'n stemming worden gebracht.
Hoofdstuk XI.
Handel en nyverheid.
254. Subsidien voor openbare middelen vafl
vervoer. f 990.
255. Subsidie aan werkloozenkassen.
8000.
256. Kosten van de districtsarbeidsbeurs
j en van de arbeidsbemiddeling. f 500.
j De jaarwedde vn den agent der arbeidsbe-
middeling is uitgetrokken op f 400.
i De heer DE RUUTER stelt voor die jaar-
I wedde te verhoogen tot 500. Hy herinnert
aan het indertijd genomen besluit om de jaar-
zaaniheden niet beter voor zal staan dan in
1932, behooren we daarmede in de begrooting
rekening te houden.
De heer VERSCHELLING geeft te kennen,
om zich daartegen te verzetten. En al is het
ook, dat men nog niet terstond den weg, dien
de heer Van Kampen aangeeft, wenscht in te
slaan, zoo blijven toch de door hem aange-
iat, wanneer in den loop van het jaar mocht haalde feiten bestaan, dat de loonen in het
blijken dat er meer noodig was, hiy de eerste vrije bedrijf dalen tot beneden de bedragen,
zou zyn om zyn stem daaraan te geven, en ol° •™«"-uin/v7onoteiin ™iion nitcekeerd
hy dan zelfs ook nog hooger'zou willen gaan.
Hij hoopt, dat met het verzorgen der werk
loazen op denzelfden voet zal worden voort-
gegaan.
De VOORZITTER Ik hoor, dat u ze alles
wilt geven wat ze noodig hebben, maar... u
wilt er niet het noodige geld voor ter beschik-
king van Burgemeester en Wethouders stel
len. Men moet er in dit opzicht geen struls-
vogelpolitiek op na houden. Wanneer de raad
de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van
•de tegenwoordige regeling voor werkloozen-
steun aandurft, eischt de consequentie, dat de
belastingverhoogingsvoorstellen zullen worden
die als werkloozensteun worden uitgekeerd.
Qverigens is hij van oordeel, dat straks zal
blijken, dat het uitgetrokken bedrag voor
werkloozensteun wel degelijk noodig is en men
dezen post dus niet al te schriel moet ramen,
omdat alle posten der begrooting zoo krap
zyn geraamd, dat er op meevallers niet moet
worden gerekend. Bovendien, het geld wor<|t
toch ook maar niet lukraak uitgegeven?
De heer VAN KAMPEN informeert over een
mededeeling dat door de Steuncommissie een
aangelegenheid is besproken, die niet door
Burgemeester en Wethouders is aanvaard.
De VOORZITTER deelt mede, dat de steun
commissie heeft geadviseerd in te gaan op
en met Maart van het volgend jaar aan de
werklooze steuntrekkers, hoofden van gezin-
nen of kosfawinners, per week een kolenbon ad
1 te verstrekken. Over de maand Maart
zal, in venband met de weersomstandigheden,
nader worden beslist.
De heer ORTELEE juicht het verstrekken
van die kolenbon toe, maar hy wijst er op,
dat er nog menschen werkzaam zyn in het
vr'je bedrijf, die zeker niet meer verdienen
dan de steuntrekkers ontvangen en dat hy aan
die menschen ook een kolenbon zou willen
verstrekken, omdat ze het even hard noodig
hebben.
De VOORZITTER wijst er hem op, dat dit
dan een nader voorstel zou zijn; deze regeling
geldt alleen de steuntrekkenden, niet hen, die
in loondienst zijn; die vallen niet onder de
regeling van den Minister.
De heer VERSCHELLING wyst er op, dat
in het schrijven van den Minister en het voor
stel van den heer Hamelink ook niet begre
pen zyn de bondskas-steuntrekkers.
De VOORZITTER stemt dat toe; de regeling
van den Minister geldt alleen de steuntrek-
kende 'werkloozen en de personen, die werk
zaam zyn bij werkversehaffing.
De heer VERSCHELING merkt op, dat de
landarbeiders, die uit hun bondskas trekken,
8,40 per week krygen, waar dan 59 cent
voor contributie afgaat, zoodat ze 7,81 over-
houden, terwijl de menschen, die werkloozen
steim genieten, 8 krijgen plus 75 cent kin-
dertoeslag, zoodat er velen zijn die 9 en
meer krijgen en dan bovendien 1 voor kolen.
Die landarbeiders, die uit hun bondskas trek
ken, behoorden er toch ook onder te vallen.
De VOORZITTER Volgens het schryven
van den Minister kan dat niet.
De heer VERSCHELLING Dan zijn die
landarbeiders de dupe van de historie. Die be
ginnen pas met 1 December uit hun bonds-
"'kas te trekken, voor zoover ze werkloos zijn
en vallen dan hier geheel buiten.
De heer HAMELINK zou wel eens willen
we ten, welk motief heeft gegolden, om die
menschen van de kolenbons uit te sluiten.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders en de Steuncommissie
zijn ingegaan op de circulaire van den Minis
ter en meenden, dat niet verder behoorde te
worden gegaan, zeker niet om menschen, die
in het particulier bedryf werkzaam zijn ook
een bon te geven.
De heer HAMELINK merkt op, dat hij,
evenals de heer Verschelling, die bondskas-
steuntrekkers zou willen helpen. Het loopt
hier echter over de toezegging van den Minis-
over
lyk tot overeenstemming zal komen. Hij zal
over de voorstellen laten stemmen. Het voor
stel van den heer Hamelink, het geven van
kolenbons van 1 November tot eind Maart, is
van de verste strekking.
Dit wordt verworpen met 7 tegen 4 stem-
men.
Voor stemmen de heeren Hamelink, Ortelee,
Seghers en Dieleman; tegen stemmen de hee
ren Van Kampen, Oggel, De Ruijter, Verschel
ling, I. de Feijter, J. de Feijter en 't Gilde.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt aangenomen met 10 stemmen tegen
1.
Voor stemmen de heeren Hamelink, Oggel
Ortelee
Dieleman,
tegen stemt de heer Van Kampen.
stemmen de heeren Hameimx, uggei. wedde tot dat bedrag te verhoogen, doch dat
i Ruyter, Seghers, Verschelling, dg Minister heeft geweigerd de rijksbijdrage
an, I. de Faijter, J. de Feyter en tGilde, ve^hoogenSpreker heeft toen zijn voor-
itemt de heer Van Kampen. nemen t€ kennen gegeven er by de begrooting
De VOORZITTER stelt thans aan de orde J 0p zunen terugkomen. In verband met de
it voorstel der heeren 'tGilde en Verschel- J arbeidsprestatie van den agent meent spreker
dat aiens jaarwedde minstens op 500 be-
het
ling, om de landarbeiders, voor wat den steun-
norm betreft, gelijk te stellen met de fabrieks- j koort te worden gesteld
arbeiders. De Steuncommissie heeft geadvi- j i->« i- ujmpt tw
seerd daarop in te gaan, doch Burgemeester
en Wethouders kunnen geen vrijheid vinden
am dat advies te aanvaarden en stellen den
raad voor er niet op in te gaan.
De heer HAMELINK heeft zich by het lezen
van dat voorstel, afgevraagd of het de voor-
stellers of de Commissie voor de Steunver
leening met dit voorstel wel ernst is geweest,
De heer HAMELINK ondersteunt dit voor
stel.
De heer DIELEMAN zegt ook, dat deze het
dubbel en dwars verdient.
De VOORZITTER Het is ook een lage be-
zoldiging.
De heer VERSCHELLING is het met de
vorige sprekers eens; het verwondert hem wel
dat de wethouders nog niet eens hebben vol-
aangezien ze kunnen weten, dat deze voorge- J daan aan zyn uitnoodiging om eens een on-
stelde regeling onherroepelyk gedoemd is om derzoek in te stellen bij den agent naar diens
i x U« Ifnnw m 1 rt"n i i 1 itt1X 1
te stranden bij den Minister. Maar van den
anderen kant is het toch wel dlenstig om er
thans eens op te wijzen, dat hy het niet be
grypen kan, dat de landarbeiders nog niet
beter hebben ingezien dat het noodzakelyk
is dat ze hunne organisatie versterken, want j niets voor gevoelen
werkzaamheden. Wanneer ze van het vele
werk, dat hij te verrichten heeft, op de hoogte
waren gekomen, dan zouden ze ongetwijfeld
met een voorstel tot verhooging der jaarwedde
gekomen zyn; het schijnt echter, dat ze er
waarom zijn zij maar steeds gedoemd om te
werken tegen zoo'n laag loon De oorzaak
daarvan is te zoeken in het zoo lang uitbiiijven
van organisatie, waarin nu de laatste jaren
wel eenige venbetering is gekomen. Dit voor
stel kan nu gelden als een protest tegen het
lager levensniveau waarop die menschen moe
ten leven. Het bewyst, dat men naar een beter
loon moet streven.
De heer DIELEMAN deelt mede, dat de
Steuncommissie heeft vergaderd om over dat
voorstel advies te geven en dat zy eenparig
er voor was om het in te willigen. Nu wordt
het echter moeilyk om er voor te stemmen,
nu Burgemeester en Wethouuders een afwy-
zend advies geven. Wat schiet men met het
geven van een advies op, als Burgemeester
en Wethouders dat toch aan hun laars lappen.
De heer DE RUUTER wenscht dit even
recht te zetten. De heer Dieleman zegt nu
wel, dat Burgemeester en Wethouders het ad
vies aan him laars lappen en de commissie
daardoor onnuttig werk doet, maar die op-
vatting is niet juist. De commissie is voor Bur
gemeester en Wethouders een adviseerend col
lege, maar aan Burgemeester en Wethouders
blijft toch het recht of zij een hun gegeven
advies al of niet wenschen te aanvaarden.
De heer DIELEMAN Achten zij het dan
ook niet billijk
De heer DE RUUTER acht de regeling
ook niet billijk, dat de landarbeiders 42 cent
per dag minder uitgekeerd krygen dan de
fabrieksarbeiders, terwijl toch de behoeften
van de gezinnen geljk zijn.
De heer I. DE FEUTER: Voorzitter, het zal
De heer OGGEL De heeren weten, dat de
Minister niet meer betalen wil.
De heer 't GILDE heeft op grond van de
houding van den Minister geen vrymoedigiheid
om voor verhooging te stemmen; de gemeente
doet in deze wat zy doen moet.
De heer OGGEL is ook van dat gevoelen.
De heer DE RUUTER De houding van den
Minister ontslaat de gemeente niet om iemand
die zij in het werk stelt uit te betalen in ver-
houding tot zijn gepresteerden arbeid. Indien
de raad op het standpunt staat dat 400 te
weinig is en dat bleek door het aangeno
men besluit dan kan hy den man zyn loon
naar verdienste niet onthouden.
De heer I. DE FEUTER Het is nogal aan
den soberen kant.
Het voorstel van den heer De Ruyter wordt
aangenomen met 7 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Hamelink, Van
Kampen, De Ruyter, Seghers, Verschelling, I.
de Feyter en 'tGilde; tegen stemmen de hee
ren Oggel, Ortelee, Dieleman en J. de Feyter.
257. Kosten ter zake van verzekering,
pensionneering enz. van ambtenaren en be-
ambten. f 85.
Hoofdstuk XII.
Belastingen,
264. Kosten van toezicht op-
ring van plaatseiyke belastingen.
265. Teruggave van belasting.
266. Uitkeering aan het rijk van het aan-
deel in de kwade posten, wegens de directe
belastingen. 7500.
De heer DE RUIJTER vraagt of het noodig
en invorde-
40.
50.