ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Tweede Blad. No. 8932 WOENSDAG 28 DECEMBER 1932 72e JAARGANG GEMEENTERAAD VAN AXEL. FER NEUZENSCHE CO U RANT Voortgezette vergadering op Woensdag 22 November 1932, des nam id-dags 1,30 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig alle leden, met uitzondering van de heeren Van de Bilt en Van Bendegem, en de Secretaris. 15. Nyverheidsonderwijs. 230. Subsidie voor scholen voor het lager njjverheidsonderwys. 500. 231. Bydragen aan gemeenten in de kosten vein scholen voor het lager nyverheidsonder wijs. 3000 De heer DE RUUTER acht deze post nogal hoog en vraagt inlichtingen. De VOORZITTEREr gaan in dezen tyd van malaise nogal veel ktnderen naar de am- baohtsschool te Ter Neuzen, en die bydragen loopen ook nogal op. 16. Onderwijs, kunsten en wetenschappen 232. Subsidien aan schouwburgen of mu- aiefckorpsen. f 300. De heer 't GILDE: Mynheer de Voorzitter Ofschoon er tal van posten zyn waarbij het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en ik my teneinde niet besohuldigd te worden (als bestuurslid van een vereeniging mij te veel door mijn gevoel te laten leiden) en een andere hooding aan te nemen dan ten opzichte van andere posten en aangelegenheden, zoo moet my toch van het hart, dat dit college op dit gebied zeer sohriel is. Niet dat ik zoo met allerlei vormen van subsidie's dweep, maar hler geldt het iets, dat zoozeer strekt ten al- gemeenen nutte en tot aangenanae verpoozmg de geheele kunstlievende burgery, dat wij hier, op dit waarlyk toch al niet hooge en ten op zichte van onze vereeniging Concordia' reeds sterk ingeteerde bedrag wenschen te be zuinigen. Terwille van de tijdsomstandig- heden zullen wy, gezien het succes dat ons het vorig jaar ten deel viel, geen verder gaande voorstellen doen. Het is jammer, dat de prestatie's der beide vereenigingen zoo weinig gewaardeerd schy nen te worden. Het gezelschap „Hosanna' bltjkt zoo min zonder subsidie te kunnen bestaan dan wy. Een bewys dat een muziek- gezelschap veel kost. Het voorbeeld dat Ter Neuizen geeft, is dan ook voor Axel bescha- mend. Overigens zal aan .Concordia" niets zoo aangenaam zijn, zoo gauw mogelijk op eigen been en te staan en er wordt ook krachtig aan gewerkt, om zooveel mogelijk op eigen beenen te staan en niet van de gemeente af- hankelijk te zijn. We zyn vol goeden moed daarin te slagen en indien mogelyk ons tame bezwaarde instrumentenfonds daardoor te verlichten. Ik wys er tenslotte nog op, dat dezen zomer door ons zeer vele concerten zyn gegeven. Indien de animo daarvoor maar evenredig was aan de gezindheid van Burgemeester en Wet- houders zou men zich veel meer op de studie kunnen toeleggen dan op openluchtconcerten. Be raad moest de aanwezigheid van bloeiende ■auziekgezelschappen op wat hoogeren prijs •tellen dan Burgemeester en Wethouders of schoon ik persoonlijk, zoomin als myn fractie- genoot, een voorstel daartoe zal doen en of- eahoon het miij gisteren een genoegen was van 4&i der leden van het college te hooren, dat kg niet voor verlaging dezer subsidie's was. De VOORZITTER kan hierop alleen ant- woorden, dat de werkzaamheid dezer vereeni gingen door Burgemeester en Wethouders ook ten zeerste op prijs worden gesteld. De tyds- •KLStandigheden dwingen de gemeentebesturen tot beperking van de uitgaven en op grond daarvan meenden Burgemeester en Wethou ders dat ook deze voor een vermindering in •anmenking moesten komen. Dat e<5n lid van het college van Burgemeester en Wethouders •en andere meening zou zyn toegedaan, her- ihnert spreker zich niet. De heer 't GILDE Het is my gezegd, myn heer de Voorzitter. De heer OGGEL: Indien de leden van het eollege er niet voor waren, zouden ze de mu- ■lekgezelschappen persoonlijk niet steunen; de nood der tyden dringt er evenwel toe een lagere subsidie voor te stellen. Dat men hier- tegen oppositie voeren wil, is het recht van ieder lid van den raad, maar het gaat z.i. toch te ver, om maar alle praatjes die men hoort, la openlbare vergadering te brengen. De heer 't GILDE: Maar er worden toch wel nieuwe subsidies voorgesteld! De heer OGGEL: Daar loopt het hier niet over. De heer 't GILDE: Ik acht dat toch een bedenkelijke politiek. De heer OGGEL wijst er op, dat men een vereeniging wel genegen kan zijn en er zich persoonlijk als contribuant aan kan verbin- den, en toch van oordeel zyn, dat een subsidie van de gemeente lager behoort te worden gesteld. In de eerste plaats betreft het de particuliere, maar voor de subsidie de ge- meentefinancien. En nu is het wel nuttig, dat er muziekgezelschappen bestaan, maar het is niet uoodzakelyk, al veraangenaamt het 't lerven in een gemeente, wanneer er flinke muziekgezelschappen ontstaan. Maar, dat er hieromtrent in het college van Burgemeester en Wethouders verschil van opinie zou zijn hestaat niet en het is jammer, dat de heer Tan de Bilt hier ook niet is, om dat te be- vestigen. 233. Onderhoud van muziektenten en speeltuinen. 100. Hoofdstuk IX. S 1. Ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen. 235. Belooning van doctoren, heelmeesters, vToedmeesters, vroedvrouwen, enz, 1550. 236. Kosten van overbrenging, plaatsing en verpleging van armlastige krankzinnigen. 1 6280. De VOORZITTER deelt mede, dat deze post met 1500 moet worden verhoogd, aangezien er pas 2 nieuwe patienten bygeikomen zyn. De heer VERSCHELLING vraagt, of in die kosten ook betaald wordt van wege de be- Irokken families zelf. De VOORZITTER: In geval het armlas- tigen zijn, komen ze geheel voor ons, maar indien ze wat kunnen betalen, moet dat ook geschieden. De heer VERSCHELLING geeft te kennen, over dit punt met den Voorzitter reeds te heffcben gesproken, in verband met bepaalde gevallen. De heer DIELEMAN vraagt, of de gemeente verplicht is, die kosten te betalen. De VOORZITTER: Dat moet de gemeente betalen, ten.zij de betrokkenen zelf kunnen betalen, hetgeen als het er op aankomt door den raad in hoogste instantie kan worden beslist. In geval echter de dokter komt met de boodschap, dat het gewenscht wordt dat een patient naar een inrichting wordt overge- braoht, moet dat onverwijld geschieden. Hoe het met de betaling staat wordt daama be slist. Voor de nieuwe gevallen is nog een on- derzoek van wege Burgemeester en Wethou ders loopende. De heeren VERSCHELLING en DIELE MAN zijn door die mededeeiing voldaan. 237. Subsidien aan armfoesburen. 10.500. De heer VERSCHELLING stelt voor, dien post met f 500 te verminderen en alizoo te stellen op 10.000. Indien die post zoo hoog geraamd wordt, vreest hy dat hiervan het ge- volg zal worden, dat steuntrekkers zullen wor den verwezen naar het Burgerlyk Armbestuur. De VOORZITTER: Er bestaat een regle- ment op de uitkeering aan werkloozen en dat moet worden uitgevoerd; zoolang dat bestaat kunnen niet ten onrechte of willekeurig men- schen die recht hebben op steun als werk- looze, naar het Burgerlijk Armbestuur worden verwezen. De heer OGGEL: Bovendien, als men het daarop aan wilde sturen, zou de post julst verhoogd dienen te worden. De heer VERSCHELLING: De subsidie is 1500 hooger geraamd, dan voor het loopen de jaar en nu ben ik bang, dat men mettertyd werkloozen, die steuntrekken, daar naar toe zal sturen. De VOORZITTER: Er bestaat by de Steun- commissie niet de minste gedachte om men schen die by haar behooren naar het Burger lijk Armbestuur te zenden. De aanleiding van de hoogere subsidie is de omstandigheid, dat het Burgerlyk Armbestuur voorziet met het toegestane bedrag voor het loopende jaar niet toe te komen en daarom ook voor het volgend jaar een hooger bedrag heeft aangevraagd voor de toenemende behoefte. Indien het Burgerlyk Armbestuur 10.500 noodig acht, moeten we die geven, opdat het in staat zai zyn naar behooren zyn taak te verrichten De heer VERSCHELLING is er huiverig voor, in verband met de manier waarop de menschen door het Burgerlyk Armbestuur bedeeld worden. Hij kent een geval van een man van 65 jaar, die by het Steuncomite was weggestuurd. De VOORZITTER: Dat is niet juist. De heer VERSCHELLING: Ik ben aan 't woord, mynheer de Voorzitter! Die man kreeg als ondersteuning f 4. Als dan daarvan 2,50 voor huishuur af moet, schiet er nog f 1,50 over voor levensonderhoud. Dat zyn toch geen gezinsinkomsten meer. De VOORZITTER: Indien u zulke gevallen kent, stel u dan in verbinding met het Bur- gerl/yk Armbestuur, om daarop te wyzen. Trouwens, het Burgerlyk Armbestuur Is vol- komen vrij om uit te maken of het te veel of te weinig is, we kunnen daaraan onze wen schen kenbaar maken, doch recht van con- trole krygt de raad pas wanneer de rekening wordt ingezonden, en als de raad dan op grond dier rekening meent, dat het beheer met deugt, heeft hij het recht de zitting heb- bende leden zoodra ze aftreden door betere waarvan men verwacht dat ze zullen werken in overeenstemming met de meening van den raad zullen handelen, te vervangen. Is u voldaan? De heer VERSCHELLING: Neen. voldaan niet, doch ik zal het er nu by laten. De heer DIELEMAN wenscht omtrent deze subsidie een ander geluid te doen hooren en verklaart niet te begrypen hoe het Burger lyk Armbestuur daarmede klaar komt, wan neer men nagaat wat en wie het te verzorgen heeft. Hij gelooft, dat ze ten zeerste zullen moeten schipperen, om met dat bedrag toe te komen, en dat zal zeker op de begrooting moeten blyven staan. De crisis en de werk- loosbeid spreken hierin ook een woordje mee. want menschen die anders toch nog wel wat konden verdienen, komen nu ten laste van het Burgerlyk Armbestuur. De VOORZITTER stemt daarmede in. Hy vestigt er de aandacht op, dat in de steun- regeling een leeftijdsgrens Is bepaald, om voor werkloozensteun in aanmerking te komen. De menschen die als werklooze steun genieten, doch 65 jaar worden, gaan, indien ze steun behoeven, automatisch over naar het Burger lijk Armbestuur. Zij worden van wege de Steuncommissie niet daarheen verwezen, doch dat volgt uit de bestaande regeling. Indien men daarmede rekening houdt, zou deze post eerder moeten verhoogd worden. De heer ORTELEE kan wel mededeelen, dat by het onderzoek der rekening van het Burgerlijk Armbestuur alles goed is nagegaan en de werkzaamheid van het Burgerlyk Arm bestuur is gevolgd. Uit die rekening blijkt overduidelyk, dat het deze subsidie ten zeerste noodig heeft, en dat er, volgens de mededee- lingen van den secretaris, eerder nog wel iets tekort zal komen. Hij is er tegen, om dezen post te verminderen. De heer De Ruijter zal dit wel kunnen bevestigen en als de heer Van Bendegem aanwezig was, zou die dat ook wel zeggen. De heer DE RUIJTER: Wanneer we het Burgerlijk Armbestuur in staat willen stellen zijn taak eenigszins behoorlijk te vervullen, dan mag deze post niet worden verminderd' De menschen die ouder worden dan 65 jaar gaan automatisch naar het Burgerlyk Arm bestuur over en daardoor wordt die instelling ook steeds zwaarder belast. Het vooruitzicht bestaat dan ook thans reeds, dat men er voor '32 met de beschikbare 9000 niet zal kunnen komen. Ik moet het in het Burgerlijk Armbe stuur prijzen, dat het bij den raad komt met een subsidie aanvraag die het denkt noodig te hebben, om zijn taak te verrichten. 238. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. f 250. De heer VAN KAMPEN acht het safaris j uitgetrokken voor de -verloskundige C. T. Moerdijk nog al hoog; hij berekent, dat dit op f 30 per geval uitkomt. j De VOORZITTER: Het betreft hier een ambtenares, die op deze jaarwedde is be- i noemd. Burgemeester en Wethouders zijn, overeenkomstig de wet,: verplicht die jaar wedde daarop te plaatsen. De heer HAMELINK wiel hiervan toch ook iets zeggen, aangezien hem de klacht heeft bereikt, dat menschen, die zeer moeilijk kun nen betalen, door haar niet met consideratie worden behandeld. Als dat zoo is, dat de jaar wedde 30 per geval beteekent, dan komt er toch nog heel wat by, want zij rekent voor hare hulp, naar spreker zelf heeft ondervonden 12,50 en 15, en die ceaten moeten er beslist komen. Dan komt zij gemiddeld dus hooger dan het bedrag dat een dokter voor zijn hulp in die geivallen rekent. Hij vindt dat ver- schrikkelyk ten opzichte van anderen, en in dien op jaarwedden kan bezuinigd worden, dan is zulks z.i. hier wel het geval. De heer VAN KAMPEN Ik vind daarom den post te hoog en zou er f 100 willen afdoen. De VOORZITTER: We hebben julst de salarissen besproken en er is besloten niet tot verlaging over te gaan, doch een vraag te richten aan Gedeputeerde Staten met betrek- king tot de hoogste. Het komt my dus voor, dat, indien men in afwyking van dat besluit, nu toch de jaarwedde van deze ambtenares zou willen verlagen, daarvoor een emstige reden moet zyn. De heer 't GILDE vind het eigeniaardig, dat door den heer Hamellnk In den afgeloopen zomer zooveel ophef is gemaakt, dat spretkers fractie een voorstel deed tot jaarweddever- mindering waardoor iemand getroffen werd met slechts /600 inkomen, maar dat hy nu toch ook een jaarwedde van minder dan f 1000 wenscht te verlagen. Spreker is ook van oordeel dat deize jaarwedde wel lager kan, maar meende toch op de tegenstrijdigheid in de houding van den heer Hamelink te moetec wyzen, die zich toen tegehover sprekers voor stel verzette, doch thans jaarweddeverlaging voorstaat, Daaruit blykt, dat tbeorie en prak- tijk by hem niet samen gaan. De heer HAMELINK moet zich ten zeerste verwonderen over de bokkesprong^n die de heer 't Gilde gaat maken om zyn atandount te verdedigen, en tegenstanders te gaan be- stryden. De heer't Gilde wenscht in het wilde weg te bezuinigen en spreker heeft geiweigerd daaraan mede te werken. De heer 't GILDE protesteert tegen deze manier van debatteeren. De heer HAMELINK vervolgt, dat brood- arme menschen de verloskundige voor hare arbeidsprestatie moeten betalen en van daar de algemeene klacht, dat-zij weinig rekening houdt met de haar van wege de gemeente verleende subsidie om de arme gezinnen tege- moet te komen, waarvoor, naar spreker meent, die subsidie toch dient. Hij meent, dat zij met een salaris van /600 toch wel zou kunnen voorzien in behoorlyke hulp aan de gezinnen der mindergegoeden. Het betreft hier toch geen broodjes, die tegen zooveel per stuk moeten geleverd worden. De heer't Gilde schynt aan spreker diens woorden eenigszins kwalyk te nemen, doch indien deize het er niet mede eens is, moet hij tegen een voorstel tot verlaging stemmen, hy moet dat zelf weten. Die heer maakt toch reeds zulke bokkespron- gen, dat men zich van hem over niets moet verwonderen. Niet in een algemeene salarisverlaging ligt de oplossing van de crisis, maar hier betreft het een jaarwedde die spreker altijd te hoog heeft geacht, en dat te meer in verband met de klachten die jegens de rekeningen der ver loskundige worden gemaakt. De VOORZITTERWaarom stelt men dan de klachten niet in handen van Burgemeester en Wethouders? De heer HAMELINK heeft het zelf onder vonden, in den b'jd dat hij de hulp der juf- frouiw noodig had en, hoewel werkloos of zoo goed als werkloos, tegen die tijd toch had te zorgen dat hij het geld voor haar in huis had. De VOORZITTER is van meening, dat zij die niet kunruen betalen gratis moeten ge- holpen worden. De heer HAMELINK merkt op, dat het in de praktijk anders blijkt, betalen wordt op den voorgrond geplaatst. De VOORZITTER merkt op, dat de bezol- diging is bedoeld als. vestigingssubsidie en tevens voor het behandelen van de arm lastige menschen. De heer HAMELINK meent, dat, wanneer de salarieering uitkomt op ongeveer f 30 per behandeld geval, zy toch niet zoo streng zou behoeven te zyn in het vorderen van minver- m-ogende gezinnen, ook al behooren die nog niet tot de armlastigen. De heer VAN KAMPEN merkt op, ver- nomen te hebben, dat van de 25 behandelde gevallen maar enkele niet hebben betaald, zoodat de vergoeding per geval oneindig hooger wordt dan de door hem berekende 30. De heer HAMELINK verondersteld ook wel, dat hij niet de eenigste zal zyn die in moei- lijke omstandigheid verkeerde en toch het voile pond betalen moest. Hij steunt het voorstel van den heer Van Kampen. De heer 't GILDE neemt het den heer Van Kampen volstrekt niet kwaltjk, dat hy een voorstel doet, deze doet dat natuurlyk met de beste bedoelingen. En wat den aanval van den heer Hamelink betreft, dat spreker wil bezuinigen in het wilde weg, wijst hij er op, dat de heer Hamelink gisteravond in het wilde weg zat te stemmen, niet eens wist waar- over het ging, en dan „maar tegen" stemde. Op een dergelijke manier, ter wille van de publieke tribune, werkt spreker hier niet. De heer HAMELINK: Schaam u! De heer JDE FEUTER acht dit een zeer moeilijk geval; hij weet niet, of hy hier voor of tegen moet stemmen. De voorzitter van het Burgerlyk Armbestuur heeft het recht, mejuffrouw Moerdijk aan het werk te zetten! Dat er toch nog geld gevraagd wordt en het den menschen moeilyk wordt gemaakt, is hem niet bekend. Hij meent zich te herinneren, dat de tegenwoordige verloskundige indertijd op een lager tractement is benoemd, en dat is verhoogd, omdat werd betoogd dat zij ook een behoorlyk inkomen beihoort te hebben, en zy dat met het t-oenmalige salaris en hetgeen de praktijk haar opleiverde niet bereikte. Daar k/wam ook by dat men meer dan vroeger de dokter nam, zoodat hare praktyk verminder- de. Het spreekt van zelf, dat, indien men een verloskundige in de gemeente wenscht, deze ook moet kunnen bestaan. Uit dat oogpunt is ae jaarwedde op f 750 gesteld. Deze is nu gehuwd en heeft dus op andere wijze een be staan, maar indien het een ongehuwde was, die gebeel voor zichzelf moest zorgen, behoor- de daarmede wel degelijk rekening te worden gehouden. De VOORZITTER meent, dat men met die bijkomstige omstandigheden niets te maken heeft, doch dat, indien deze juffrouw ontslag zou nemen en men een andere zou oproepen, eerst de tyd gekomen is voor het maken eener andere regeling. De heer DE RUIJTER vestigt er de aan dacht op, dat de oorzaak der bezwaren ligt bij de jufifrouw zelf; wanneer ztj aan de arme bevolking niets rekende, zou er niet over ge sproken worden, maar nu ze die toch laat by- betalen, wordt de rekening wel wat hoog. Het voorstel van den heer Van Kampen, om dezen post met f 100 te verminderen en deze te korten op de jaarwedde der verlos kundige C. T. Moerdijk, wordt aangenomen met algemeene stemmen. 239. Bydrage aan het Plaatselyk Crisis- Comitd. Memorie. Hoofdstuk DC. 2. Ondersteuning aan werkloozen. 245. Werkverschaffing aan werkloozen. f 7000. 246. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. 750. 247. Steun aan werkloozen. 20.000. De VOORZITTER moet er, naar aanleiding van het betoog van den heer 't Gilde, op wyzen, dat deze post, die op de vorige be grooting aanvankelijk was uitgetrokken op 6500, door wijziging is verhoogd tot 12.500 en dat dit bedrag nog verder zal moeten wor den verhoogd. Hy acht het daarom goed gezien, dat thans terstond 20.000 is geraamd, omdat de werkloosheid in het jaar 1933 vermoedelyk niet minder zal zijn dan in het loopende jaar, en men dus minstens hetzelfde bedrag zal noodig hebben. Vanaf de maand Juni 1.1. zijn alle beschikbare geldmiddelen en ook de post voor onvoorziene uitgaven in de begrooting overgabracht moeten worden naar den post voor werkloozensteun. De heer 't GILDE schrikt er voor terug om met zoo'n hoog bedrag in de begrooting te beginnen, hij zou willen beginnen met een lager bedrag te voteeren. Dit is buitensporig hoog. Wanneer hij nagaat, dat er dan nog 7000 voor werkverschaffing is uitgetrokken, dan blijkt toch, dat de kosten voor de werk- loozenzorg zeer hoog zyn geraamd. Hij aeht het geen voorzichtige financieele politiek, om direct 20.000 te voteeren, waarmede hij ech ter niet wil zeggen, dat hy niet bereid is die te geven, als het noodig blijkt. Hij acht het een daad van voorzichtige financieele politiek, om met een lager bedrag op de begrooting te be ginnen, dat is vroeger altijid het richtsnoer geweest. Wanneer spreker vroeger b'j de be grooting met verder strekkende voorstellen kwam, werd hem geantwoord u weet wel, wanneer de nood dringt, dan zijn Burgemees ter en Wethouders bereid meer te doen. Spreker kan daarom aan dezen post zyn stem niet geven. Men weet, dat niet alleen in de democratische kringen de meening ont- staat, dat de crisis op een keerpunt gekomen is. Wetenschappelijke sociologen beweren dat. Hy zou daarom den raad geven, ziet het nog eens wat af. Misschien begint dat groote werk in Ter Neuzen, en is er ook wel kans, dat de ammoniakfabriek weer volop gaat werken. Laat men beginnen met 15.000 op de begroo ting te zetten en blykt het later noodig. dan is spreker's groep bereid zelfs meer te geven dan het bedrag dat vandaag zou gevoteerd worden. Hij doet ook namens den heer Ver- schelling dit voorstel, omdat zij er in de tegen woordige omstandigheden niet voor zyn, de begrooting zoo op te sehroeven. De VOORZITTER U hebt lof toegezwaaid aan het vroegere financieel beleid van Burge meester en Wethouders, doch datzelfde beleid is hier weer aanwezig. U acht het geen vroe ger gebeurde, beginnen met een kleiner be drag en dat naar behoefte verhoogen, voor- zichtig. Maar toen kon dat, toen ging het over kleine bedragen, en was er allicht uit de begrooting nog wel eens f 1000 of f 2000 te vinden, omdat die ruimer werd opgemaakt. Nu zijn de tyden veranderd en indien we dan nagaan, dat we nu voor het loopende jaar zijn gekomen aan een bedrag van f 30.750 dan zou het, in het vooruitzicht dat er voor 1933 niet minder zal noodig zyn, een verkeer de tactiek zijn om nu met 15.000 te begin nen. Waar zou dan de weg zyn, om later in de begrooting voor 1933 nog 15.000 te vin den? Dan kregen we een nadeelig slot en wanneer en dergelijk voorstel door leden wordt gedaan, dan zijn wij van oordeel, dat die geen voorzichtige financieele politiek voeren. Men moet den moed hebben, om den juisten toe- stand onder de oogen te zien en naar voren te brengen. De heer HAMELINK Ik wil hierover ook iets zeggen. Wanneer U ons voorrekent, dat er in dit jaar j 30.750 voor werkloozensteun en werkverschaffing is geraamd, en dat be drag zal noodig zijn, terwyl op deze begroo- ting slechts 27.000 daarvoor is geraamd, blijkt dat al minder te zyn, terwyl de heer 't Gilde ons wil voorrekenen dat dit te veel is, en zulks straks door hem zal worden door- getrokken om te probeeren de belastingen te verlagen, en we dus een tekort op de begroo ting zullen krijgen. En nu zegt bij wel, dat beweerd wordt, dat we staan op een keerpunt van de crisis en laten we eens aannemen dat dit juist zou zijn, dan weten we toch nog niet hoe lang die nog duren zal, en we weten even- min waar de depressie het langst zal gevoeld worden. We weten niet, of die meening waar- heid zal zijn. Laten we het hopen. Maar on- juist zou het zijn, om thans het bedrag voor werkloozensteun laag te stellen, en straks, indien blykt dat men toch hooger moet gaan! het bedrag niet te kunnen vinden. En nu zegt de heer 't Gilde wel, dat men het niet z66 moet verstaan, dat hij het geld niet wil geven, dat zegt hij trouiwens bij elken post, waarvan hij toch vermindering voorstelt, maar het komt my toch voor, dat, indien we het geld later noodig zouden hebben, en we het met geen mogejijtkheid meer zouden kunnen knygen, hy daarover geen traan zou naweenen. Als Ik be zuinigen wil, dan kom ik daarvoor rond uit en dan zeg ik ook, dat ik tegen de betrokken zaak ben, dan draai ik er niet om heen. De heer DIELEMAN Er komt ook nog bij een tegenstrijdigheid in het betoog van den heer 't Gilde; hij wil eenerzyds het bedrag voor werkloozensteun verminderen, doch stelt anderzijds voor aan de werklooze landart>ei- ders 1 meer te geven. Hoe meer hy nu het bedrag, beschikbaar voor uitkeeringen, ver- laagd, hoe minder er kan gegeven worden. De VOORZITTER: Dat is volkomen juist; als men uitgaven voteert, moet er ook geld beschikbaar worden gesteld om die uitgaven te kunnen doen. De heer VAN KAMPEN Als ik goed heb verstaan, is er op de loopende begrooting 12.750 uitgetrokken, doch zoo goed als 30.000 uitgegeven. Hoe hebt u dat versdaJl van f 17.000 gedekt? De VOORZITTER Door van alle post*en waarop nog iets over was, 100, f 200 enz, af te nemen en naar dien post over te bren gen, ook de geheele post voor onvoorziene uitgaven, benevens het goed slot van het vorig jaar. De heer 't GILDE Dan blykt, dat de be grooting opgeschroefd was. De VOORZITTERIk vermeen, dat u dank- baar moogt zijn, dat dit stelsel vroeger altijd is aanvaard, en dat er op die wtytze is gewerkt in het belang van de gemeente. In de wed ging der begrooting, vastgesteld in de maaim September 1.1., is alles overgebracht naar werkloozensteun. De heer OGGEL Die mogeiykheid van vroeger bestaat niet meer in deze begrooting, we hebben geen goed slot en ook geen hooge post voor onvoonzien. De VOORZITTER Bovendien, het jaar is nog niet om, het is thans ook nog maar een raming en we weten ook nog niet hoe het daarmede loopt. Vermoedelijk zullen we het na wijziging der begrooting verkregen bedrag ook noodig hebben. De heer VAN KAMPEN Laat ons aan nemen, dat dit zoo is, dan is er toch ook nog 10.000 voor werkverschaffing uitgegeven,. De VOORZITTER Dat bedrag is in het door mij genoemde totaal inbegrepen. De heer VAN KAMPEN maakt alsnu een berekening, dat er dan met het bedrag, dat aan het burgerlijk armbestuur is uitgekoerd, in totaal wel 48.500 aan ondersteuning zijn uitgegeven en zulks voor het volgend jaar wel 50.000 aan de gemeente zal kosten. De VOORZITTER wijst er op, dat voor het wegens werkverschaffing en steunuitkeering uitgegeven bedrag van wege het ryk 50% is terug ontvangen. De heer VAN KAMPEN noemt dat goed en wel, maar er kan toch gezegd worden, dat die bedragen door de belastingschuldigen werkelijk moeten worden opgebracht. Hij acht het wonderlijk, dat met een dergelyk hoog bedrag voor oogen, geen andere voorstellen worden gedaan. Hy acht dit toch een emstage zaak en meent, dat die eens goed onder het oog moet worden gezien. Men kan zich hier van toch z66 maar niet.afmaken en hij had verwacht, dat die groote bedragen eens andere gedachten naar voren zouden hebben ge- bracht. Die toestand is toch ook aan de Steuncommissie bekend. De VOORZITTER weet niet, of een andere regeling mogelijk is, maar dat zal dan toch met de steuncommissie moeten behandeld wor den. De heer VAN KAMPEN Nu is er al 20.000 uitgetrokken en de veronderstelling wordt uitgesproken, dat door behoefte dit bedrag nog hooger zou kunnen worden. De VOORZITTER Wanneer de omstandig heden nog emstiger zou worden en de tegen woordige normen voor uitkeering blijven be staan, is het inderdaad mogelijk, dat we er niet meer toekomen. De heer VAN KAMPEN Zoodat het dan wel 60.000 kan worden. Verwachten Burge meester en Wethouders dat de opbreugst der belasting zal blijven wat ze nu is, in de eerst volgende jaren Ik ben van meening, dat die opbrengst wel tegenvaUen zal. De ftscus zal toch ook rekening moeten houden met de vermindering van de Vermogens- en fn_ komstenbelasting. We kunnen dat alles wel op papier zetten, maar zal het ook binnen- komen? Is het niet te overwegen, dezen post te drukken? De VOORZITTER We zijn met het ranien der belastingen niet over 6en nacht ys ge- gaan, we hebben geinformeerd by den Inspec- teur van de belastingen naar het bedrag. dat veimoedelijk zal worden opgebracht. Zelf beschikken we niet over gegevens en moeten die daar dus krijgen. De Inspecteur heeft te kennen gegeven, dat, indien de voorstellen betreffende het heffen van opcenten op da verschillende belastingen wordt aangenomen zooals we dat voorstellen, dat dan de raamde bedragen kunnen worden ontvangen Ik moet er echter byvoegen, dat het van dezen natuurlijk ook maar een raming is. Men kan niets anders doen dan ramen, Een vasten basis hebben we niet, onvoorziene omstandig- heden kunnen altijd voorkomen; we zijn echter overtuigd, dat het geraamde bedrag zai .iin- nen komen. En indien in 1933 de crisis nog erger zou worden, ja, dan zullen we v66r 1934 moeten overwegen wat ons dan te doen staat. Misschien komt er dan wel een voorstel on er een stukje af te doen. We zijn van mee ning, dat we thans de begrooting aan den veiligen kant hebben opgemaakt De heer VAN KAMPEN betoogt, dat men niet kan uitgaan van de veronderstelling, dat de belastingen in gelijke mate zullen bljfven vloeien, en verwacht moet worden dat die opbrengst in 1933, 1934 en 1935 ongunstiger zal aijn dan thansomdat pas in die jaren de huidige crisis daarin tot uitdrukking zal ko men. De fiscus zal daarmede rekening moe ten houden en spreker vindt het wel een tikle onv e ran twoordel ij;kom op grond van die raming der inkomsten zulke hooge bedragen als uitgaven te voteeren. De heer 't GILDE wil er ook nog wat van zeggen, ofschoon het in deze vergadering moeilijk debatteeren is, vooral met den heei Hamelink, die de verdachtmaking uitspreekt, dat, indien de post verminderd werd, en het geld later voor aanvulling niet meer zou te vinden zyn, spreker daarover niet zou na weenen, m.a.w. dat hy daarin behagen zou scheppen, dat er geen geld meer was om de

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 5