De heer ORTELEEDat kun je niet weten. De VOORZITTBR wijst er op, dat Burge meester en Wethouders den post reeds van f 200 tot f 150 hebben teruggebracht, Als men de subsidie nog zou gaan verlagen zou de Burgerwacht geen bestaansmogelijkheid meer bebben. De heer ORTELEE beschouwt deze post als te zijn ten behoeve van een soort sport. De handboogmaatsohappij schiet met pijl en boog en de Burgerwacht met geweren, dat is het eenige verschil. Als eerstgenoemde sub- sidie vroeg, zou zij die niet krijgen, doch voor het schieten met geweer voteert men f 150. Vol gens zijn idee kon dit best worden afge- schaft, ze moeten dat maar zelf betalen. De voetbalvereenigin-g krijgt ook geen subsidie. De heer 't GILDE is ook tegen den post, hij is altijd tegen de subsidie aan de Burgerwacht geweest. De heer HAMELINK: Daar zal ik de notu- len eens op nalezen! De heer SEGHERS herinnert, in de af- deelingsvergadering te hebben gezegd, dat hij zich wel met een vermindering met 50 kon vereenigen. Hij staat op het standpunt, dat hij wel wat wil geven, doch dat bezuinigd moet worden. De VOORZITTBR: Als de thans door Bur- gemeester en Wethouders voorgestelde sub sidie niet ten voile wordt toegekend, heeft de vereeniging geen bestaansmogelijkheid meer. De heer ORTELEE: Dat is niet noodig ook. Het voorstel van den heer Verschelling, om den post te schrappen, wordt verworpen met 9 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Hamelink, Orteiee, Verschelling en 't Gilde; tegen stemmen de heeren Van Kampen, Oggel, De Ruijter, Seghers, Van Bendegem, Van de Bilt, Diele- man, I. de Feijter en J. de Peijter. De heer VERSCHELLING merkt op, dat de heer SEGHERS zich toch voor verminde ring verklaard heeft. De heer SEGHERS: Naar aanleiding der verklaring van den Voorzitter, dat de vereeni ging die 150 beslist noodig heeft, heb ik tegen gestemd. 95. Subsidie aan ijsvereenigingen en ver- dere kosten van maatregelen in verband met de veiligheid op het ijs. Memorie. 96. Kosten van de schietbaan. /150. De VOORZITTER deelt mede, dat dit ver band houd met het raadsbesluit waanbij de gemeente de schietbaan heeft overgenomen en zich heeft verplicht die te onderhouden. De heer t GILDE acht behoud der schiet baan niet noodig; als ze will en oefenen gaan ze dan maar naar Ter Neuzen. De schietbaan is aan de gemeente gekomen door den loop der gebeurtenissen, die is aan de gemeente op- gedrongen. Zij is door de vroegere schietver- eeniging gesticht en men heeft die handig aan de gemeente weten over te doen. Hij zou dezen post willen schrappen, zij werpt geen nut af. De VOORZITTER deelt mede, dat volgend jaar het contract met den Staat voor huur van het terrein afloopt; hij zou willen beproeven, het terrein voor een lageren prijs in te huren. De heer DE RUIJTER vraagt, of ook nog and'eren dan de Vrijwillige Burgerwacht er gebruik van maken. De VOORZITTER antwoordt bevestigend, ook de Landstorm, de kommiezen en de ma- rechaussee maken er gebruik van. Het voorstel van den heer 't Gilde wordt verworpen met 8 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Hamelink, Orteiee, Seghers, Verschelling en 't Gilde; tegen stem- men de heeren Van Kampen, Oggel, De Ruij ter, Van Bendegem, Van de Bilt, Dieleman, I. de Feijter en J. de Feijter. 97. Subsidie aan de Folitiehondendresseer- vereeniging „Zeeuwsch-Vlaanderen". Memorie. 98. Toeslag op pensioenen (zie hoofdstuk II, volgnummer 57). 283,20. 99. Plaatsing van watenbronnen etc. ten behoeve van de brandweer. Memorie. Hoofdstuk IV. Volksgezondheid. 104. Toelage aan de Gezondheidscommis- sie. f 154,65. 105. Kosten van maatregelen, genomen krachtens de besmettelijke ziektenwet (Stbl 1928, no. 265). 175. 106. Bijdrage aan de centrale gemeente in de kosten van den keuringsdienst, ingevolge de vleeschkeuringswet. Memorie. 107. Bijdrage aan de centrale gemeente in de kosten van den keuringsdienst ingevolge de warenwet. f 900. De heer 't GILDE verklaart, dat het hem is opgevallen, dat die begrooting nogal aan ten hoogen kant is. Gaan we met die kosten niet naar beneden? De VOORZITTER: Over 1931 hebben we 818 betaald, voor 1932 is 870 geraamd, en nu zullen we 870 moeten betalen, we gaan dus in stijgende lijn. De heer VAN KAMPEN heeft het toch ook verwonderd, dat dit bedrag moest verhoogd worden, aangezien het bekend is, dat bij dien dienst bezuinigingen zullen worden ingevoerd. De VOORZITTER: We hebben, ziende de betaling in '31, de raming van '32 gemeend nu 900 te moeten ramen. De heer OGGEL: Als het aantal inwoners verhoogd, moet men ook meer betalen. 108. Kosten ter zake van verzekering, pen- skmneering van ambtenaren en beamfoten. f 12. 109. Kosten van verzekering tegen brand- schade en stormschade. f 20. 110. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdstuk IV komende. 247,50. (Dit bedrag is bedoeld als rente van een kapitaal groot f 4500, ten behoeve van den bouw van een nieuw slachtbuis.) De heer VAN BENDEGEM stelt bij dezen post voor nog eens te overwegen het oude slachthuis te vemieuwen en het plan voor een nieuw slachthuis niet uit te voeren. De VOORZITTER herinnert, dat in den loop van dit jaar is besloten een nieuw slacht huis te bouwen. T,oen hebben Burgemeester en Wethouders alles wat hiermede in verband staat moeten onderzoeken, zijn met hun voor- stellen bij den raad gekomen en het resultaat is geweest het genomen besluit. Nu schijnt er echter een praatje rond te loopen, dat we veel beter hadden kunnen volstaan met het ver- bouwen van het oude slachthuis. Spreker heeft zich hieromtrent in verbinding gesteld met den gemeenteopzichter, die er hem op wees, dat in het slachthuis ook moet kunnen verkocht worden. Die gelegenheid kan in het oude slachthuis niet gemaakt worden. Ieder die er goed over denkt is wel overtuigd, dat het oude slachthuis ter plaatse weg moet. Het meuwe plan is goedgekeurd en de geldleening er voor is aangegaan, Burgemeester en Wet houders hebben eindelij-k op het noodige geld beslag kunnen leggen. De heer VAN BENDEGEM heeft voor vaste waarheid hooren vertellen, dat, indien aan het oude eens een f 1500 werd ver- repareerd, het er best mee zou kunnen ge daan worden en dan was men toch goed- kooper uit. De VOORZITTER: Maar men kan u dan toch niet gegarandeerd hebben, dat het dan m overeenstemming zal zijn met de eisehen der wet. Ik acht het gelukkig, dat de raad >esloten heeft tot het bouwen van een nieuw slachthuis; nu we over het geld kunnen be- schikken, zullen we ook kunnen beginnen met het doortrekken van de straat waar het komen moet. De heer VAN BENDEGEM: Maar de grond van het oude is toch nog niet verkocht? Mis- schien zou daarin ook ruimte voor een ver- kooplokaal kunnen gemaakt worden, door het wat achteruit te bouwen? De VOORZITTER: De raad heeft be sloten, om een nieuw slachthuis te bouwen; ik kan er geen bezwaar tegen maken, dat u zoudt willen trachten een besluit uit te lokken om dat eerste besluit in te trekken, maar dan zult u daarvoor toch aan den raad juiste ge- gevens moeten kunnen verstrekken. Men kan dat nieuwe plan nu toch niet omver gooien, zonder juiste gegevens. De heer VAN BENDEGEM: Toen het raadsbesluit tot nieuwbouw genomen werd, waren de toestanden geheel anders. De VOORZITTER: Er moet ook rekening mee gehouden worden, dat de noodslachtingen moeten kunnen doorgaan. De heer VAN BENDEGEM: Men heeft toen naar een nieuw slachthuis met een ver- kooplokaal verlangd, omdat er zooveel men schen waren die een beestje uitslachten; nu is dat echter afgeloopen en krijgt men er nog alleen noodslachtingen. Ik- geloof, dat er toch geen bezwaar zou zijn, dat Burgemeester en Wethouders dit nog eens onderzochten. De VOORZITTER meent, dat zulks thans niet meer op den weg van het college ligt. De heer Van Bendegem behoort, indien hij lets anders wenscht, zelf met een positief voorstel te komen. Bij het oude slachthuis, moet in hetzelfde lokaal waarin geslacht wordt, ook verkocht worden, hetgeen in strijd is met de wet. Daarover hebben Burgemeester en Wet houders met de slagers moeilij-kheden gehad en ook de inspecteur en het hoofd van den keuringsdienst hebben er op gewezen, dat dit zoo niet kon blijven. De heer VAN BENDEGEM wil toegeven, dat het oude slachthuis niet in den bestaan- den toestand zou kunnen worden behouden, maar verjongd en vernieuwd is dat, naar hem verzekerd is, wel in orde te maken. De VOORZITTER herinnert aan de moei- lijkheden die destjjds ondervonden zijn met de slagersvereeniging over het uitponden van vleeseh in de oude lokalitei't. Eerst is er toen over gedacht er een 1500 aan te verbou- wen, doch daarvan is men afgezien, omdat het doel daarmede niet te bereiken viel en is er een plan voor een nieuw slachthuis ter tafel gabracht, waarvoor een crediet werd aange- vraagd van 1750 voor aankoop van mate- rialen, terwijl dan verder de bedoeling was ook te gebruiken de materialen van het af te breken slachthuis en het werk uit te voeren in eigen beheer met gebruikmaking van werklooze bouwvakarbeiders, alzoo als werk- verschaffing. Dat besluit is later door den gemeenteraad ingetrokken en tot publieke aanibesteding besloten, waardoor het noodige crediet verhoogde tot 3000 a 3500, waarbij dan nog kwam het aanleggen der bestratmg i m de door te trekken straat, hetwelk de ge- heele uitgaaf op /8000 bracht. Dat de post zooveel is verhoogd, is dus 'n gevolg van 'n ge nomen raadsbesluit, dat men van eigen beheer afstapte. Aanvankelijk dachten Burgemees ter en Wethouders klaar te komen met een bedrag van f 1750 tot 2000. En als men nu daarvoor een nieuw slachthuis kan hebben, geheel in overeenstemming met de eisehen, is dat toch veel beter, dan 1500 verlappen aan een oud gebouw, dat niet in orde te krijgen is. De raad zal nu niet anders kun nen, dan het genomen besluit tot nieuwbouw uitvoeren, hij is daaraan gehouden De heer VAN BENDEGEM: Omdat de bouwkosten inmiddels al heel wat verminderd zijn, ben ik van meening, dat we voor 1500 door verbouwing een degelijk slachthuis kun nen hebben. De VOORZITTER: Dan moet in het slacht- lokaal verkocht worden en dat mag niet. U mag zeggen dat we voor 1500 een goed slachthuis kunnen hebben, maar wii zeaeen dat dit niet kan. De heer VAN BENDEGEM: Ik zou het toch wel eens willen berekend zien De heer J. DE FEIJTER: Het hoofd van den vleeschkeuringsdienst zegt, dat het w&l kan; het kan toch geen bezwaar zijn het eens te onderzoeken en een beslissing tot de vol- gende vergadering uit te stellen? De VOORZITTER: Ik moet mij over die mededeeling ten zeerste verwonderen; het hoofd van den vleeschkeuringsdienst heeft juist op een nieuw slachthuis aangedrongen omdat het oude zoo'n onding is, en het zou dan wel een toppunt zijn, wanneer deze tegen Burgemeester en Wethouders zoo sprak en nu tegen een raadslid zou gaan zeggen, dat het oude wel verbouwd kan worden. In verband met hetgeen Burgemeester en Wethouders m hunne laatste vergadering hierover met e?.. &emeenteopzichter besproken hebben schijnt me ovenbodig toe, nog een nader on- derzoek hiernaar in te stellen De heer VAN BENDEGEM: Maar dat moet toch de moei/te waard zijn, als we de kans hebben om aan voor een paar duizend gulden klaar te komen. De VOORZITTER: We kunnen nu niet anders meer dan het besluit uitvoeren aange zien het geld is vastgesteld. De heer J. DE FEIJTER: Ik meen aan mijn verzoek om uitstel en het instellen van een nader onderzoek te moeten vasthouden wanneer daarvan het gevolg is, dat we een j 1500 kunnen sparen. De heer VAN BENDEGEM: Laat den op- zichter een berekening maken voor een ver- i oouwing, dat er geslacht en verkocht kan worden. De heer 't GILDE: Die kwestie loopt nu al anderhalf jaar en het blijft altijd maar praten en er omheen draaien. We zijn toch aHemaal overtuigd, dat het oude slachtlokaal een onding is, dat met groote kosten nog niet in orde is maken. Waarom zijn de heeren dan met vroeger met hun voorstellen gekomen Straks begint men er weer over om het uit bezuinigingsoogpunt in eigen beheer te doen. De heer OGGEL: Dat kan niet, tenzij de raad daartoe een besluit neemt. We moeten het nu uitvoeren bij aanbesteding. Wanneer men het andere wenscht, omdat het dan goedkooper zou komen, moet het raadsbesluit van 19 April 1.1. ingetrokken worden. De heer VAN BENDEGEM herhaalt zijn verzoek om den gemeenteopzichter een plan te laten maken voor een verbouwing van het oude slachthuis, aldus dat daar geslacht en verkocht kan worden, in overeenstemming met de eisehen der wet. De heer VAN KAMPEN veronderstelt, dat, als de raad dit bedrag niet toestaat en besluit om het bestaande slachthuis te verbouwen, dit de begrooting zal beziwaren, dat is het jammere van het geval, anders zou hrj de vraag willen stellen is het niet mogelijk het bestaande op te knappen in overeenstemming met de eisehen der wet? De VOORZITTER: Verbouwing behoeft geen bezwaren der begrooting te beteekenen; ook daarvoor kan geleend worden. De heer DE RUIJTER verklaart, dat het hem nog niet duidelijk is, waarom nu zoo'n ophef gemaakt wordt van de kosten. Die berekening was toch allang bekend. Die is eerst wat tegengevallen, maar als we nagaan dat we dan den grond van het oude slacht huis kunnen verkoopen komt dat weer in de kosten tegemoet, terwijl het een groote ver- betering daarstelt, we krijgen dan een fat- soenlijk en goed ingericht slachthuis, terwijl we bij verbouwing van het oude met een onooglijik gebouw zouden blijven zitten. De heer DIELEMAN gelooft ook, dat het idee van den heer Van Bendegem, om het oude voor 1500 verbouwd te hebben, nog niet zou meevallen. Maar nu wordt er wel gezegd dat dat oude een onding is, doch dat kan ook moeilijk anders, want daar wordt voor onder- houd niets aan gedaan. De VOORZITTER: Natuurlijk, iedereen denkt, er zal een nieuw verrijzen, dan gaat men aan het oude toch ook niet meer opknap- pen? Het hoofd van den keuringsdienst heeft ons gezegd, met dat onding kunnen we niets doen. De heer DIELEMAN: Ik h,eb het op 19 April wel vcorspeld, dat de kosten bij aanbesteding veel hooger zouden loopen en dat het dan wel zou tegenvallen; het komt precies zoo uit De heer VAN BENDEGEM verklaart op de vraag van den Voorzitter, zijn voorstel te handhaven, om Burgemeester en Wethouders uit te noodigen den gemeenteopzichter een berekening te laten maken voor verbouwing van het oude slachthuis, op een wijze dat het geheel voldoet aan de wet. De heer VAN KAMPEN wijst er op, dat dit de begrooting toch zou verlichten, als het kon. Hij zou de beslissing daarom willen uitstellen. De VOORZITTER verklaart, dat hetgeen de heeren willen, onmogelijk kan. De inspecteur is bij hem geweest en heeft er op gewezen, dat het slachtlokaal niet in orde is, dat dit zoo niet mocht voortgaan. Toen heeft spreker moeten toezeggen, dat er een nieuw zou ge- bouwd worden, zoodra er over geld beschikt kon worden, dat is er thans. zoodat moet voortgegaan worden en de raad thans een be slissing behoort te nemen. De heer VAN BENDEGEM: Zoodat, als mijn voorstel niet wordt aangenomen, we gaan bouwen De VOORZITTER: Zoo is het. Het voorstel wordt verworpen met 10 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Bendegem, Dieleman en J. de Feijter; tegen stemmen de heeren Hamelink, Van Kampen, Oggel, Orte iee, De Ruijiter, Seghers, Verschelling, Van de Bilt, I. de Feijter en 't Gilde. 111. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk IV komende. 225. 112. Subsidie aan bad- en zweminrichting. Memorie. Bij dezen memoriepost komt in behandeling een adres van W. A. den Boggende en F. N. Hiemstra, luidende als volgt: Geeft met verschuldigden eerbied te ken- nen, W. A. den Boggende en F. N. Hiemstra, respectievelijk voorzitter en secretaris van het voorloopig bestuur der Bad- en Zwem- vereeniging Axel; beiden wonende te Axel; dat deze vereeniging voornemens is, een badinrichting te openen in de zoogenaamde kleine Kreek; dat zij daarvoor reeds met het betrokken polderbestuur en den aanpalenden eigenaar tot overeenstemming kwamen; dat een dergelijke inrichting in een ge meente als de onze geen overbodige weelde is, doch zoowiel uit cultureel, als hygienisch op- zicht een noodzakelijkheid vormt; dat ook uit moreel gezichtpunt de inrich ting gewenscht is; dat in verband met het felt, dat een bad- meester aan de inrichting zal verbonden zijn, gevaar voor het leven van zwemmenden en badenden tot een minimum wordt terugge bracht; dat hierbij worden overgelegd concept-sta- tuten, huishoudalijk reglement en badregle- ment, waaruit blijkt, dat van de vereeniging iedereen lid zal kunnen zijn; dat voorts hierbij worden overgelegd ver- schillende concept-begrootdngen; dat naar sommiger meening het meer op den weg van de gemeente ligt, een bad- en zweminrichting voor de inwoners beschikbaar te stellen, doch dat dit naar ons oordeei veel te duur zou uitkomen; dat n.l. de exploitatie door een vereeniging van particulieren belangrijk minder zal kos ten; dat echter ook een dergelijke vereeniging dit niet zal kunnen zonder een belangrijke bij drage uit de kas der gemeente; dat hiertegen ook geen bezwaar kan bestaan aangezien van de inrichting door iedereen zon der onderscheid van rang of stand zal kunnen worden gebruik gemaakt. Reden, waarom zij zich tot Uwen raad wen- den, met het beleefd verzoek aan de op te richten bad- en zwemvereeniging te willen verstrekken a. een renteloos voorschot, groot 2500," terug te betalen in 10 jaar, en b. een jaarlijksche bijdrage van 500. Aan de overgelegde stukken is voorts het volgende ontleend: De contributie voor de leden is geregeld van 50 ct. tot /2 naar gelang het inkomen bedraagt. De inrichting zal alleen op werk- dagen geopend zijn op vastgestelde uren voor dames en heeren en 's Zaterdags op bepaalde uren gratis. De tarieven bedragen van f 0,50 f 3, voor het geheele seizoen, terwijl badkaar- ten verkrijgbaar zijn en badkleeding. Toezicht wordt gehouden door een badmeester, terwijl voorts allerlei bepalingen bestaan voor orde, netheid en hygiene. De inrichting bestaand uit 36 kleedkamer- tjes, rustend op 110 ijzeren vaten van 500 liter zou kosten 2500. Bij de exploitatierekening, die een eindcijfer aanwijst van 1200, worden als inkomsten ge raamd: contributie der leden en kaarten der abonne's 600, subsidie f 500; als uitgaven staan genoteerd salaris badmeester 500, af lossing 250, onderhoud 150, administratie- kosten en drukwerk 100. Burgemeester en Wethouders deelen naar aanleiding daarvan mede, dat het college eeni- gen tijd geleden met het voorloopig bestuur heeft geconfereerd en gewezen op het feit, dat het particuliere initiatief zoo weinig tot uiting kwam. In die vergadering is ook gezegd, dat ons college het zou toejuichen, dat voor het zwem- lievend publiek een betere gelegenheid werd gemaakt, doch zij vindt het jammer, dat dit plan ter tafel komt in dezen fdnaneieel moei- lijken tijd. Intusschen is adv-ies gevraagd aan den In specteur van de Volksgezondheid, die eerst- daags naar Axel zal komen om een definitief oordeei uit te spreken over de eventueele verontreiniging van het water door stads- niolen etc. Mocht dit rapport ongunstig luiden, dan meenen zij aan de uitrvoering van het ingezon- den plan niet te moeten medewerken. In het gunstigste geval stellen Burgemees ter en Wethouders voor, op grond van den minder gunstigen toestand van de gemeente- financien tot wederopzegging een subsidie te verleenen van 300 per jaar. De heer 't GILDE is van meening, dat Bur gemeester en Wethouders met hun voorstel, om hiervoor een post pro memorie uit te trekken, prematuur zijn. Er staat nog niets vast en het is te bezien, of er hier een zwem- bad zal komen, of het wel mogelijk zal zijn zoon inrichting te vestigen in een water, waarin het bezinksel van tal van polders en der riolen van de gemeente samen komt. Die waterput wordt bovendien nog bevolkt door ratten, zoodat het gevaar voor de zie kite van Weil bij zwemmen in dat water niet denk- toeeldig is. Daarom is een voorstel, dat op medewerking aan de uitvoering van dat plan wijst, minstens voorbarig. Er is daarvoor uit eigen kracht ook nog niets bij elkaar gebracht en in deze zou toch zeker het particuliere initiatief moeten toonen waartoe het in staat is, hij kan er daarom zijn stem niet aan gerven, en evenmin zijn fractie- genoot. Wat de vraag betreft, of hjj tegenover een zwembad sympathiek staat, hij gelooft wel, dat daaraan behoefte bestaat, maar als men dit hier gaat vestigen zou het er op gaan lijken dat bewaarheid werd wat de heer Van de Bilt eens zeide, dat we iets moeten doen voor ons fatsoen, maar dat de dames daar in de modder van de kreek gaan ploeteren en dat men dat aan hen, als ze thuis komen, kan ruiken, zoodat ze zich beter in een kuip kun nen wasschen. Ook in verband met de te ver- wachten belastingvoorstellen, kan hij er zijn stem niet aan gewen. De heer VAN DE BILT: Maar ze hebben gezegd, dat ze er zand gaan strooien. Dan is de modder weg. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester met de voorloopige commassie hebben geconfereerd en te kennen hebben gegeven, dat, wanneer er een definitierve vereeniging is gesticht, met Koninklijke goedgekeurde sta- tuten, zij bereid zijn voor te stellen een sub sidie te verleenen van /300 's jaars. Vervolgens hebben zij zich in verbinding gesteld met den Inspecteur voor de Volksge zondheid, om zijn oordeei te vememen, of er in verband met hygienische eisehen bezwaar kan bestaan, om in de kleine kreek een zwem bad te vestigen. Deze heeft geantwoord, daaromtrent zonder onderzoek geen uitspraak te kunnen doen, doah dat hij eerstdaags hier- heen komen zal om zich persoonlijk op de hoogte te stellen. Burgemeester en Wethouders stellen er prijs op, dat, wanneer er hier een zweminrichting komt, deze zal voldoen aan de te stellen eisehen en zijn dan bereid een subsidie van 300 voor te stellen. Zij- dachten goed te doen dit bij de begrooting te behandelen. De heer HAMELINK wijst er op, dat deze zaak een betrekkelijk lange geschiedenis heeft. Sinds jaren, reeds van af zijn kinds- he-id, iwerd te Axel voor het baden en zwem men van deze eenige gelegenheid gebruik gemaakt. Er werd daarvoor van de kleine kreek veel gebruik gemaakt en dat gebruik is in de laatste jaren sterk toegenomen. Het zal dus overbodig zijn te betoogen, dat er een sterke behoefte bestaat, om hier zoo'n ge legenheid in te richten. In de eerste plaats, voldoet het water, zooals het daar ligt niet! wegens den modderigen bodem, al vermoedt spreker, dat de heer Van de Bilt wel wat zal gefantaseer-d hebben, wanneer hij verklaarde dat de dames die daar gezwommen hadden naar den modder roken, want hij zal toch wel nimmer de dames besnuffeld hebben De heer VAN DE BILT: Ik heb er wel eens voor voor m'n broek gehad, omdat ik ook in de kreek gezeten had! De heer HAMELINK: Maar toch is dat water voor de vele menschen van beiderlei secten en leeftijd een gevaar voor het leven. En om nu het baden in goede banen te leiaen en het gevaar te ondervangen, is het ingezon- den plan gevormd. Dat is niet opgekomen in 1 dag, daarover is jaren lang gepiekerd. Ik heb er bij de behandeling der vorige be grooting al over gesproken, en dezen zomer is er van dat water een druk gebruik ge maakt, zonder dat er eenige voorziening ge- troffen was en daardoor kon het gebeuren, dat het weer een menschenleven ikostte. Ik zeg dit niet als een verwijt aan iemand, wie ook, want een ongeluk kan er ten slotte altijd gebeuren, maar indien er toezicht was ge weest was dat menschenleven toch te redden geweest. Dat is niet de schuld van Burge meester en Wethouders, die tot nu toe nog geen voorstel deden hebben daarmede niet bedoeld te zeggen: wij doen niets, en laat maar verdrinken wie wil. Maar het feit is er toch, dat, wanneer er toezicht ware ge weest, dat menschenleven zou zijn te redden geweest. Toen de heer Verschelling in een vorige vergadering ook op de slechte kanten van de tegeniwoordige zwemgelegenheid heeft gewe zen, heeft de Voorzitter als zijn meening uitgesproken, dat er een vereeniging van par ticulieren behoorde te worden gesticht om een en ander in te richten en dat de gemeente dan ruim zou bijdragen, omdat het dan goedkooper in exploitatie zou blijven. Men kan daarover van meening verschillen, maar omdat er anders niets te verkrijgen was, is nu een ver eeniging van particulieren gesticht, er is reeds veel werk verricht, vooral door den secretaris- penningmeester, die een plan heeft ontworpen dat er wezen mag, en dat het tot in lengte van dagen zal kunnen uithouden. Het comite is niet gekomen met prutswerk, maar degelijk, dat nieit een bedenksel is van 1 nacht. Men is op onderzoek geweest in de omgeving en in Holland en het resultaat is geweest, dat bleek dat men hier een inrichting kon stiohten voor de helft van de kosten, die te Ter Neuzen en Sas van Gent gemaakt zijn, en tegen tarieven, dat, in tegenstelling met die in andere gemeenten, iedereen daarvan met d-ezelfde rechten kan gebruik maken. Nu de zaak zoover voor elkaar is, zou het me spijten dat deze in duigen zou vallen om dat nu gezegd wordt dat particulieren dat moeten uitvoeren, want we hebben hier een plan, waaraan de geheele gemeente zal bii- dra-gen. Indien men nu den eisch zou gaan stellen, dat het geheel door particulieren zou moeten bekostigd worden, zou de opzet van plan en tarieven zeker gewijzigd moeten w-orden. Dan ontstaat het gevaar dat het zou worden een standen-zwembad, waarvan de mindergegoe- den dan geen gebruik kunnen maken. Indien dat het geval zou worden, zou ik met nog meer aandrang dan tot nu toe komen met mijn vraag om ook ten behoeve van de minst kapitaalkrachtigen zoo'n inrichting daar te stellen van gemeentewege. Ik ben z6<5 over tuigd van het groot hygienisch belang dat hierbij betrokken is, dat ik voor mijn voile verantwoording kan nemen het steunen van het plan van de voorloopige vereeniging. Wanneer dit plan nu door gemis aan mede werking van de gemeente niet zou kunnen doorgezet worden, gelooft men dan, dat men er dan van af zou zijn, dat dan de bevolking niet met nog meer aandrang zal komen? Ik geloof niet dat, wanneer dit plan faalt, een tweede of derde maal particulieren nog be reid zullen gevonden worden om zoo'n -groot deel van het werk voor de stichting van een badgelegenheid op zich te nemen. Zij zullen daarvoor niet meer te vinden zijn, om, uitge- l°kt door een toezegging, een heeleboel werk te doen, en dan tenslotte nul op rekwest te krijgen. De uitvoering van het plan is noodig in hy gienisch en cultureel opzicht en ik hoop dan ook, dat de raad het verzoek zal inwilligen, i doch niet afstemmen. Ik wil er ook de aan- dacht op vestigen dat de gemeente de voor stichtingskosten gevraagde som niet kwijt is. Die wordt op 10 jaar afgeiost. Het is de be doeling de inrichting te exploiteeren voor alle lagen der bevolking. Het lidmaatschap kost 2 kwartjes en een abonnemen-t voor een ge heel jaar 50 cent per persoon, zoodat het aan een gezin van 4 personen f 2.50 zal kosten, om onder toezicht te kunnen zwemmen. Tal van menschen zullen daarvoor de-snoods een boterham uit hun mond sparen. De geheele bevolking van Axel kan daaraan deelnemen. Indien dit plan, bij gebreke van steun van de gemeente niet zou kunnen uitgevoerd worden, dan zullen de gegoede ingezetenen onder elkaar dat wel tot stand kunnen bren-gen. Maar dan zal de mindere klasse naar de ge meente komen om een zwembad voor zich te eisehen. Zeker, het verzoek komt in een zwart- galligen tijd, en er is overwogen, om het zoo mogelijk nog te beknotten, maar ten slotte heeft de commiss-ie toch den m-oed gehad het in te zenden, zulks in het ldcht der feiten, de dringende noodzakelijkheid dat maatregelen genomen worden tegen het voorkomen van ongelukken en ook s-teunende op de toezeg ging van Burgemeester en Wethouders. Wat het argument van den heer't Gilde be treft, die klarnpt zich vast aan een eventueel dcor den inspecteur uit te brengen advies. De heer 't Gilde maakt zich hier schuldig aan hetgeen hij in den heer Van Kampen afkeurt. Hij zegt er voor te zijn, maar dan moet de heer t Gilde dat ook toonen, en niet in de eerste plaats allerlei bezwaren naar voren brengen. Over de argumen-ten dat er behoefte aan bestaat en dat gevaar moet gekeerd wor den kan hij blijkbaar niet heenkomen. Wanneer men in Amsterdam zou vragen wat men denkt van een zwembass-in waarin de stad-sriolen uitmonden, zou men natuurlijk zeggen: je bent gek. Maar zo6 staat het hier in geen geval. De rioleering der gemeente loopt uit in het doorgaande kanaal en trekt daar door de geul bij de villa vroeger van den heer Van Dixhoorn naar de Groote Kreek. Onjuist is het ook, wanneer de heer 't Gilde de Kleine Kreek een bezinksel noemt van een aantal polders, aangezien op twee plaatsen daaruit judst water getrokken wordt, het water der kreek wordt steeds ververscht. Aan het bezwaar van ratten in de Kleine i Kreek geloof ik niet. Ik heb er honderden malen gezwommen, maar heeft er aan den steilen kant nimmer een rat gezien. Ook aan den anderen kant van de weide niet. Het is daar voor die dieren ook de minst gunstige plaats, omdat daar alle voedsel ontbreekt. Nu zou misschien de gedachte postvatten, dat waar de gebouwtjes komen te staan ratten zullen komen, om te azen op de etensresten die bezoekers van het zwembassin zouden kunnen achterlaten, maar ik kan wel ter- stond meedeelen, dat het bestuur daarop reeds bedacht is geweest, en wel zulke voorsehrif- ten zal uitvaardigen, dat het niet kan voor komen dat daar etensresten zullen achter- blijven. Ten slotte wil ik nog wegnemen de ge dachte dat het de bedoeling is hier tie stich- ten een modderbad-zwembassin, de inloop zal met zand worden belegd, het zal een zwem bassin worden am trotsch op te zijn, waarin ik hoop dat ook de raadsleden zich jaren lang zullen kunnen verfrissehen. Ik heb he-t plan nu verdedigd en hoop, dat het zal worden aangenomen. Maar niet het voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het ver leenen eener subsi-dde van 300, want daar mede is niets te beginnen, dat bedrag is te miniem om daarmede de exploitatiekosten te bestrijden en ik hoop daarom dat men de ge vraagde 500 zal willen geven. De heer OGGEL geeft te kennen, dat hrj uit de besprekingen met het voorloopig comite had afgeleid, dat het ook de bedoeling was, om zelf eenige contanten op tafel te leggen, maar nu blijkt, dat dit niet gebeurt en de gemeente alles zou moeten geven. Bij het renteloos voorschot zou dan ook nog komen een subsidie van 500. Hij had ver- wacht, dat men zou hebben getracht het noodige bedrag door het uitgeven van aan- deelen bij elkaar te krijgen. De VOORZITTER stemt er mede in, dat tijdens de conferentie aldus is gesproken; hij vindt het ook jammer, dat alles van de gemeente gevraagd wordt. Men kan ook om- tren-t het resultaat pessimistisch zijn en als na verloop van een jaar of 2 bleek, dat de zaak niet marcheerde, zou de gemeente het geheele bedrag van 2500 voor hare rekening hebben. De heer HAMELINK merkt op, dat een subsidie gevraagd wordt van ten hoogste f 500 als die niet noodig bleek, behoeft er niet geheel over beschikt te worden. De VOORZITTER: Teneinde ook de bij de vereeniging betrokkenen er bij de animeeren, hebben Burgemeester en Wethouders in de conferentie in overweging gegeven te pro- beeren ook zelf een deel van het geld op tafel te leggen, waama Burgemeester en Wethou ders dan zouden voorstellen de rest er bij te doen, en zoo is gesproken over f 1000 of 1250, een juist bedrag is niet genoemd. De heer OGGEL: Neen, maar in de ver gadering van Burgemeester en Wethouders zijn wij toch tot een meer vaste gedachte gekomen. De heer DE RUIJTER is niet zoo'n sterke voorstander van zoo'n inrichting en ook geen zwemmer, maar gevoelt, dat er toch wat zal behooren gedaan te worden. Hij heeft een onderhoud gehad met een paar bestuursleden en als hij wel ingelicht is, zou het toch ook wel anders kunnen. De heer Hamelink zit hier star en strak te verdedigen het verleenen van een subsidie van 500 en een renteloos voorschot van 2500, maar volgens die be stuursleden zouden ze, indien de raad de sub sidie op 300 bepaalde en het voorschot op 1000 a f 1250 ook wel kans zien het voor elkaar te krijgen. Ze hebben getracht het beiziwaar t-e ondervangen, dat zou gezegd worden, indien het zaakje verkeerd ging, zal het bestuur zich terugtrekken en zeggen: drijven jullie het zaakje maar zelf, waardoor de gemeente voor de voile /2500 zou zitten. Er waren er, die dat bezwaar gervoelden, en daarom werd gezegd, als de gemeente 1250 kan geven, zullen wij wel zien de rest op tafel te leggen. Spreker had verwacht, dat de heer Hamelink die gedachte nader zou hebben ontwikkeld. De heer HAMELINK verklaart die moge- lijkheid geen enkel oogenblik in twijfel te willen trekken, maar hij heeft zich ten op- zichte van deze zaak nog op het standpunt gesteld, dat het een zaak van alien betreft en een plan betreft waaraan van alien kant waardeering zou moeten gegeven worden. Als de raad het nu niet doet, weet hij niet wat de raad wbl zal doen en wat de vereeniging zal kunnen doen. De heer De Ruijter, die zelf een goed koopman is, kon .toch van spreker niet verwachten, dat hij voor een lager bedrag zou gaan pleiten, zoolang hij meende nog de kans te hebben het voile bedrag te krijgen? Dan gaat het toch niet om te zeggen: ik vraag 10, maar met f 2,50 ben ik ook tevreden Spreker beschouwt het aldus, dat alle leden omtrent deze kwestie hier voor deizelfde ver- antwoordelijkheid zitten. Het is nu maar de vraag of de raad de inrichting hebben wil. De VOORZITTER: Burgemeester en wet-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 7