HOOGWATER TE TER NEUZEN.
eerst moet iblijken of dat een betooging of
vergadering is die welgevallig is in de oogen
der machthebbers, is dat een maatregel ge-
heel in strijd met de democratie, en worden
spreker en zijn partijgenooten verlaagd tot
burgers van den zooveelsten rang. Het is hun
recht, wordt beweerd, om dat te beletten.
Maar bet is volgens sprekers opvatting bet
recht dier. werkloozen, om bun voile volks-
rechten op te eischen. Het is niet een verlof,
dat zij vragen, dat kan de overbeid niet ver-
leenen, want de werkloozen zijn toch niet in
den dienst der overbeid? De overbeid be eft
alleen voor uitvoering van een maatregel een
controle middel ingevoerd. Zij mag dat ech-
ter niet misbruiken om aan burgers bunne
grondwettelijke rechten te onfchouden. Wan-
neer zoo iemand een spoorkaartje kan toonen
of een brief van een organisatie, dat bij dien
dag elders moet zijn, is dat bewijs genoeg dat
brj' niet werkt.
Dit is geen democratiscb besturen, maar
een dictatoriaal optreden, dat is fascisme. De
heer Van Kampen heeft sprekers betoog niet
aangetast, en hij zal nog duidelijk moeten
maken waar de regeering bet wettelijk reebt
vandaan haalt, om aan minstens een vierde
deel der bevolking van Nederland te beletten
zijn burgerrecbten uit te oefenen, wanneer
deze het noodig acbten voor htm recbten op
te komen door het houden van straatdemon-
straties. Men moet dan bij spreker nooit meer
aankomen met democratische maatregelen.
Men is bang voor revolutie, doch lokt die op
deze manier juist uit, en men zal ze hooren
janken, als er ook maar een ietsje van komt.
Er wordt zoo dikwijls verwezen naar Rusland,
naar den diwang die daar bestaat. Maar daar-
voor behoeft men bier al niet meer onder te
doen. Wat verscbillen de toestanden bier nog
met die van Rusland, als men den thans uit-
geoefenden dwang nagaat? De menscben zijn
werkloos en magen daarom niet tegen den
Staat betoogen. Dat is geen democratie meer,
dat is dictatorscbap, dat de democratie beeft
vervangen.
De heer VAN KAMPEN merkt op, dat het
betoog van den heer Hamelink langs de zaak
heen gaat. Het gaat niet over de vrijheid tot
betoogen, ofschoon daarover ook nog wel iets
zou te zeggen zijn, daar dit een gelegenheid
is om de hartstochten der massa op te wek-
ken, en voor de rampzalige gevolgen die dit
hebben kan moet men tocb niet blind zijn.
Doch bet gaat er bij spreker over of de Over-
held er toe zal meewerken om iets te steunen
dat er op aangelegd is om zijn gezag omver
te kegelen. Dat zal men toch onmogelijk van
die Overbeid kunnen verwachten.
De beer HAMELINK: Dan is er ook geen
democratie meer.
De beer 't GILDE: Dat is verschil van
smaak.
De beer VAN KAMPENMen spreekt van
vrijheid, maar het is hem wel bekend, hoever
bet met die vrijheid staat, als de partijgenoo
ten van den heer Hamelink het heft in handen
hebben. Ik kan mij in dat opzicht spiegelen
aan hetgeen mij persoonlijk is overkomen.
Het eerste deel van het voorstel wordt aan-
genomen met 8 tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Kampen,
Oggel, De Ruijter, Van Bendegem, Van de
Bilt, Dieleman, I. de Feijter en J. de Feijter;
tegen stemmen de heeren Hamelink, Ortelee,
Seghers, Verscbelling en't Gilde.
Het tweede deel van het voorstel wordt aan-
genomen met 10 tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Kampen,
Oggel, De Ruijter, Verscbelling, Van Bende
gem, Van de Bilt, Dieleman, I. de Feijter, J.
de Feijter en 't Gilde; tegen stemmen de hee
ren Hamelink, Ortelee en Seghers.
8. Vaststellen gemeente- en andere be-
grootingen voor den dienst 1933.
Deze behandeling betreft de gemeentebe-
grooting, die van de gasfabriek, het vleesch-
keuringsbedrijf en het Burgerlijk Armbestuur,
alle voor den dienst 1933.
In hunne memorie van toelicbting schrijven
Burgemeester en Wethouders als volgt:
Dit betreft de begrooting van de gemeente-,
gas- en vleesobkeuringsbedrijf en van burger
lijk armbestuur over dat jaar.
Wij laten hieronder volgen de korte ver-
slagen van de afdeelingen I en II, op volg-
nummer, zooveel mogelijk aangevuld met
voorstellen van Burgemeester en Wethouders,
die zicb ook genoodizaakt zien enkele posten
aan de begrooting toe te voegen, waarvoor de
bedragen geraamd moeten worden.
Ook meenen wij enkele adressen, die betrek-
king hebben op de begrooting van bet vol
gend jaar bierbij te moeten bebandelen.
Het onderzoek van de gemeentebegrooting
is in afdeeling I bijgerwoond door de heeren
Van de Bilt, Ortelee, Seghers en Van Kampen.
Niet aaniwezig waren de heeren De Ruijter
en 't Gilde.
In de tweede afdeeling waren aanwezig de
heeren Oggel, J. de Feijter, Van Bendegem,
Hamelink en I. de Feijter.
Niet aanwezig waren de heeren Dieleman
en Verscbelling.
In beide vergaderingen is door den Voor-
zitter medegedeeld, dat in de begrooting zijn
verwerkt de jaarwedden, zooals zij laatste-
lijk zijn geregeld bij raadsbesluit van 26 Juli
1932.
Om redenen van administratieven aard is
het voorstel van ons college inzake tijdeLijike
korting op de salarissen nog niet in de be
grooting verwerkt.
In afdeeling I is een lid van de commissie
die er zicb in bet algemeen niet mee kan ver-
eenigen, dat verschillende ambtenaren uit
diverse kleinere functies eenige bezoldiging
betrekken, zooals b.v. de eerste veldwachter.
De Voorzitter antwoordt bierop, dat die func-
tionaris destijds als veldwachter is benoemd,
waar die bijfoetrekkingen bij waren genoemd.
Een ander lid van de commissie vult den
Voorzitter aan, dat bij een benoeming van
een nieuwe functionaris hiermee rekening ge
houden kan worden. Deze opmerking is al
meermalen gemaakt.
Bij volgno. 9 wordt er op gewezen, dat van
het gemeentebestuur van St. Maartensdijk
een verzoek is ingekomen om adhaesie te ver-
leenen aan bun aan Gedeputeerde Staten van
Zeeland gericbt adres om dat college beleefd
doch dringend uit te noodigen met den mees-
ten spoed voorstellen in te dienen tot vermin-
dering der jaarwedden boven de maximum
te verbalen pensioensbijdragen voor burge
meester, secretarissen en ontvangers der ge-
meenten in Zeeland.
Aangezien door heeren Gedeputeerde Staten
hierop reeds een beslissing is genomen en ons
college met andere voorstellen daarvoor komt,
wordt voorgesteld dit schrijven voor kennis
geving aan te nemen.
Vervolgens stellen wij aan de orde de door
den heer 't Gilde in de vorige vergadering in-
gediende motie naar aanleiding van de vraag
van heeren Gedeputeerde Staten inzake de
eventueele korting van de jaarwedden van
wethouders en ambtenaar van den burgerlijken
stand, houdende voorstel te besluitep dat
schrijven voor kennisgeving aan te nemen,
doch bet college van Gedeputeerde Staten
dringend in overweging te geven een salaris-
regeling voor burgemeester, secretaris en ont-
vanger te ontwerpen, die in overeenstemming
is met de tijdsomstandigheden.
Ons college stelt voor, met het oog op de
voorstellen dienaangaande deze motie voor
kennisgeving aan te nemen.
Hierbij meenen wij ons voorstel in herinne-
ring te moeten brengen, betgeen wij reeds bij
schrijven van den 25 October 1932 hebben
medegedeeld, n.l. een tijdelijke korting voor
1933 op de salarissen van alle gemeente-
ambtenaren. met uitzondering van den len
commies en den adjunct-commies ter secre-
tarie t.w.:
van de eerste f 1000 5
van de volgende 1001 1001 tot en met
2000) 10
van de dlaaropvolgende 1000 2001 tot en
met 3000) 15
van de daaropvolgende f 1000 3001 tot en
met 4000) 20
van de daaropvolgende 1000 4000 en
meer) 25 met dien verstande, dat aan ge-
buwde ambtenaren een kindertoeslag zal wor
den toegekend van 2% vanaf bet derde kind
ibeneden de 18 jaar. De commissie van Georga-
niseerd Overleg is over dit punt gehoord,
waarvoor wij U verwijzen naar bet toiji de
stukken aanwezige adivies. Gehoord deze
commissie stellen wij voor om deze tijdelijke
korting voor een jaar voor alle gemeente-
ambtenaren in te voeren, mfts van overheids-
wege de voorgestelde korting wordt goed-
gekeurd van die ambtenaren, wier jaarwed
den door Gedeputeerde Staten worden ge
regeld. Geschiedt dit niet, dan zal op de
salarissen van de lagere ambtenaren geen
korting als boven voorgesteld worden toege-
past.
In afdeeling II vraagt bij volgno. 52 een lid
of het accountantsonderzoek voor de gemeente
en hare bedrijven niet aan den hoogen kant is.
De Voorzitter deelt mede, dat dit niet te
hoog is, het bedrag is in overeenstemming
met de tarieven van andere bureaux.
Een ander lid wil deze vraag anders stellen,
achten Burgemeester en Wethouders het ver-
antwoord, wanneer dit voor een lager bedrag
wordt gedaan, dat de controle dan met zorg
geschied.
De Voorzitter antwoordt daarop neen, gezien
de tijd die daaraan moet besteed worden.
In afdeeling I wenscht bij volgno. 55, kosten
van het officieele raadsverslag, een lid der
commissie, deze post met de helft te verlagen,
na een besluit genomen te hebben dat in den
venvolge een zakelijk verslag van het verhan-
delde zal geleverd worden.
In afdeeling II vraagt een lid bij datzelfde
volgnummer of de post kosten van het raads
verslag niet te hoog is. Spreker vraagt of
het met een zakelijk verslag niet beduidend
minder zal kosten. De Voorzitter deelt een
en ander mede, wat in de Ie afdeeling naar
voren is gekomen.
Eenige leden zouden een zakelijk verslag
gewenscht vinden, het zou minder omvangrijk
zijn en daardoor belangrijk goedkooper.
Een ander lid zegt wanneer die verslagen
belangrijk bekort worden, gaat er heel wat
aan waarde verloren en zal hij vroeger met
een voorstel moeten komen dan hij gedacht
had n.l. om van alle verzoeken en adressen
etc. afschriften thuis te ontvangen, zooals
dit in andere gemeenten en overige college's
geschied. Dit brengt ook weer meerder kos
ten met zich, hetgeen wellicht op den duur
nog duurder zal zijn, dan de opname van der-
gelijike stukken in de notulen. De Voorzitter
zegt een en ander met bet college van Burge
meester en Wethouders te zullen bespreken.
Ons college is van meening, dat zakelijke
notulen met de opname van adressen, zoo
noodig in beknopten vorm, vanwege hun uit-
voerigheid, zonder breed uitloopende debatten
buiten het betrokken punt gaande, niet zoo
omvangrijk kunnen zijn en zoodoende een be-
langrijke bezuiniging te bereiken is.
Zij vragen machtiging om in dien geest uit-
voering daaraan te geven, waardoor de post
met f 200 kan worden verminderd.
Bij volgno. 86 kosten straatverlichting
vraagt een lid van afdeeling I of deze post
niet verlaagd kan worden, in verband met het
per 1 Januari a.s. ingaande nieuwe gastarief.
Volgens spreker zou deze post met minstens
400 verlaagd kunnen worden. De Voorzit
ter antwoordt hierop dat deze post al gedrukt
is, in verband met den verminderden gasprijs,
dcch ook rekening is gehouden met de uitbrei-
dingen, welke tengevolge van stratenaanleg
noodzakelijk zijn.
Een ander lid vraagt naar de verlichtingen
der buitenwijken, welke nog met petroleum
geschieden of deze ook behoorlijk verzorgd
worden.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat bij de
controle van een minder goede verzorging
nimmer iets is gebleken.
Ons college deelt mede, dat bij een nadere
berekening en met toepassing van een ver-
minderde gasprijs de post straatverlichting
met f 200 kan gedrukt worden.
Bij volgno. 94 subsidie aan de Burgerwach-t,
zag een lid van de Afdeeling I gaarne, dat
daarop een grootere korting werd toegepast,
dan Burgemeester en Wethouders op die post
hebben bezuinigd.
Be Voorzitter zegt, dat een dergelijke in
stalling over geld moet beschikken voor nood-
zakelijke uitgaven.
Bij hetzelfde volgno. wordt door een lid in
Afdeeling II gevraagd of door de leden van
de Burgerwacht nog prijs gesteld wordt op
het behoud van die instelling.
Spreker heeft al eens eenige malen die
schietwedstrijden gadegeslagen en dan was er
zoo'n geringe belangsteUing, dat hij het voort-
bestaan niet zoo hoog waardeert.
De Voorzitter zegt, dat elk lid niet altijd
even gemakkelijk zijn tijd op de aangegeven
uren voor het schieten kan geven.
Eenige leden wijden nog eenige woorden
over het doel en de beteekenis van het be-
staan der Burgerwacht.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
deze post op dat bedrag te handhaven.
Bij volgno. 96 wordt gevraagd naar de oor-
zaak van de steeds hooge kosten van de schiet-
baan.
De Voorzitter deelt mede, dat deze gelegen
heid voortdurend onderhoud vraagt mede van
wege de eigenaardige grondslag daar ter
plaatse.
Aangezien de huur van het terrein per 25
December 1932 eindigt, vragen Burgemeester
en Wethouders machtiging, om dit terrein
voor den tijd van 5 of 7 jaar te huren van het
Kroondomein en dan zoo mogelijk tegen een
lagere huurprijs. De huur is thans bepaald op
45 per jaar.
Bij volgno. 110 en 111, rente en aflossing
geldleening bouw nieuw slachthuis, zou een
lid in afdeeling I gaarne zien, dat de bouw
werd opgeschort en het bestaande in een be-
hoorlijke toestand werd gebracht.
De Voorzitter zegt dat de geldleening voor
den bouw is geplaatst en verwacht niet dat
deze ongedaan gemaakt kan worden. Deze be
dragen zijn vastgelegd.
Bij volgno. 110 en 111 deelt de Voorzitter
in afdeeling II mede, dat in de le Afdeeling
gesproken is om het raadsbesluit inzake
slachthuisbouw op te schorten en het oude in
bruikbaren toestand te brengen. Spreker deelt
het antwoord in de le afdeeling gegeven
mede, dat het met de opname van het geld
zoover is geregeld, dat men moeilijk terug kan.
Een ander lid in afdeeling II huldigt ook
die meening, dat wanneer het opgeschort kan
worden, hij er ook voor is.
Een ander lid zegt, dat volgens deskundige,
het oude gebouwtje in orde te maken is.
Burgemeester en Wethouders zijn van^oor-
deel, dat dit plan uitgewerkt moet worden.
Het oude gebouw is door de Inspectie afge-
keurd. Het daarvoor op te nemen geld is vast
gelegd.
Daarbij komt nog dat die straat in verband
met de in de vorige vergadering verkochten
grond toch gelegd moet worden.
Eenige maanden geleden is het besluit ge
nomen tot den bouw van het slachthuis en
thans te besluiten dit in te trekken, achten
zij niet in het belang van de gemeente, waar
bhjft dan het eind met het nemen van beslui
ten om iets tot stand te brengen of te ver-
beteren.
Volgno. 112. Subsidie aan bad- en zwem-
inrichtingen.
Burgemeester en Wethouders hebben in de
begrooting deze post voor „Memorie" uitge-
trokken, in verband met plannen, welke door
een voorloopig bestuur van een op te richten
bad- en zweminrichting in behandeling
waren.
Dezer dagen is door dat voorloopig bestuur
een verzoek aan TJwen raad ingediend, het
geen bij de stukken aanwezig is. Hierna wordt
er op gewezen, dat een dergelijke inrichting
in een gemeente als de onze geen overbodige
weelde is, doch zoowel uit cultureel, als hy-
gieni>sch opzicht een noodizakelijkheid vormt;
dat in verband met het feit, dat een bad-
meester aan de inrichting zal verbonden zijn.
gevaar voor het lerven van zwemmenden en
badenden tot een minimum wordt terugge-
bracht.
Reden, waarom zij zich tot Uwen raad wen-
den met het beleefd verzoek aan de op te
richten bad- en zweminrichting te willen
verstrekken
a. een renteloos voorschot van 2.500 terug
te betalen in 10 jaar;
b. een jaarlijiksehe bijdrage van f 500.
On® college heeft eenigen tijid geleden met
het voorloopig bestuur geconfereerd en ge
wezen op het feit, dat het particuliere initia-
tief zoo weinig tot uiting kwam.
In die vergadering is ook gezegd, dat ons
college het zou toejuichen, dat voor het zwem-
lievend publiek een betere gelegenheid werd
gemaakt, doch zij vindt het jammer, dat dit
plan ter tafel komt in dezen financieelen
moeilijken tijd.
Intusschen hebben wij ons gewend tot den
Inspecteur van de Volksgezondheid, die eerst-
daags naar Axel zal komen om een definitief
oordeel uit te spreken over de eventueele ver-
ontreiniging van het water door stadsriolen
etc.
Mocht dit rapport ongunstig luiden, dan
meenen wij aan de uitvoering van het inge-
zonden plan niet te moeten medewerken.
In het gunstigste geval stellen wij U voor,
op grond van den minder gunstigen toestand
van de gemeentefinancien tot wederopzegging
een subsidie te verleenen van f 300 per jaar.
De post bij volgno. 132: Onderhoud straten
acht een lid in de Ie Afd. te laag geraamd,
daar de Oosterstraat veel meer zal kosten
dan een bedrag van 1500.
Hij zag gaarne verhooging van die post,
omdat de Oosterstraat de laatste straat in
de kom is, die op verbetering wacht.
De Voorzitter zegt, dat de Oosterstraat
destijds aan de beurt was, doch er van ver
schillende zijden bezwaren geopperd werden,
waardoor deze aohterwege is gableven. En
nu in deze tijdsomstandigheden de verbete-
rinig van die straat aan te vatten zal moeilijk
gaan, omdat in die straat verschillende moei-
lijkheden zijn op te lossen.
Een ander lid in die Afd. voelt er veel voor,
om den Ouden weg op te schorten en eerst
meer aandacht te schenken aan de Ooster
straat.
Burgemeester en Wethouders zijn van
meening niet af te wijken van het plan; om
eerst den Ouden weg in orde te brengen en
daarna zoodra een en ander uitrvoerbaar is,
de Oosterstraat flink aan te pakken.
Bij volgno. 133: Onderhoud van wegen wil
een lid in de le Afd. belangrijk inkrimpen.
De Graafjansdijk is volgens verkregen inlich-
tingen in zoo'n goeden staat, dat volgend jaar
niet® op dien weg gestrooid behoeft te wor
den, alleen het ophalen van macadam is vol-
doende.
De verwaohtingen, die men van het be-
tegelen van het Spuipadje heeft zullen zooda-
nig zijn, dat men die kosten beter kan sparen.
Hier kan men, gezien de ligging en de breedte
van het pad geen radicale toestand krijgen,
daar dit wegje ook van paarden en het ver-
plaatsen van zware landbouwwerktuigen te
lyden heeft.
Een ander lid heeft er wel verwachtingen
van, doch de manier waarop deze tegels ge
legd zullen worden, draagt er veel toe bij.
Bij hetzelfde volgno.: in de 2de Afd. wordt
gesproken over de Graafjansdijk, dat deze in
goeden toestand verkeert.
Een lid wijst er op, dat de weersgesteldheid
een groote rol hierin speelt. Over het Spui
padje wordt er door alien deelgenomen aan de
gedachtenwisseling en men is van meening,
dat de betegelinig van dat wegje niet aan zijn
doel zal beantwoorden.
Door dit gedeelte met sintels te verharden
en periodiek een werkman er heen te zenden,
zal men alle opmerkingen in den vervolge
voorkomen.
Burgemeester en Wethouders kunnen het
onderhoud van den Graafjansdijk tot een mi
nimum beperken, doch waar de weersomstan-
digheden hierin een groote rol spelen, moeten
zij op meer onderhoud rekenen, dan thans de
toestand zich laat aanzien.
Waar op taleurstellingen gerekend moeten
worden, kunnen zij dat bedrag niet vermin-
deren.
Wat het idee betreft om het Spuipadje te
betegelen in een vierjarig tijdperk, zullen wij,
gehoord de meeningen van diverse leden dit
laten varen en ons voordeel doen met de op
merkingen van de leden, door er regelmatig
een man heen te sturen en het overigens met
sintels te laten verharden.
Bij volgno. 136 vraagt een lid in de 2de Afd.
of het onderhoud der pompen door de verlaag-
de raming geen gevaar loopt, dat daze in de
toekomst niet meer in goeden toestand worden
gehouden.
De Voorzitter weerspreekt dit. De pom-
pen worden voortdurend nagegaan, doch men
vergeet dikwijls, dat aan deze gelegenheden
zeer hooge eischen worden gesteld, voomame-
lijik in tijden, wanneer er gebrek aan regen-
water is en de waterstand rondom Axel ook
laag te noemen is.
Burgemeester en Wethouders bevestigen dit.
Bij dezen post meenen wij tegelijkertijd te
kunnen behandelen: het verzoek van de be-
woners van den Oudenweg door tusschen-
komst van een vraag van den heer Seghers
in een der vorige vergaderingen. Voorheen is
eenzelfde schriftelijk verzoek gedaan.
Daarop is besloten niet tot rioleering over
te gaan.
Thans heeft de heer Seghers zich persoon
lijk er voor geinteresseerd om met die bewo-
ners over verbetering te spreken en hun ge
vraagd naar een aandeel in de kosten.
De finantieele toezeggingen bedragen on-
gaveer 25 van de kosten welke noodig zijn
voor materieel. Van onzentwege is met den
polder gecorrespondeerd. Het antwoord is,
dat de polder niet genegen is om bjj te dra-
gen in de kosten der rioleering, daar het ver-
vuilen van deze sloot, de bewoners der wo-
ningen aan zich zelf hebben te wijten.
Waar in dit gedeelte van gemeentewege
geen rioolwater zooals op andere pliaatsen
wel het geval is in die sloot komt, hebben
wij geen vrijheid U voor te stellen deze rio
leering voor onze rekening te nemen.
Bliji volgno. 139: Onderhoud van gereed-
schappen, zou een lid van Afd. 1, willen voor
stellen, om een paar tweedehands transport-
rijwdelen aan te sohaffen.
Deze moeten op een bepaalde plaats ge-
deponeerd worden en zoodra een of andere
werkman in dienst der gemeente werkzaam-
heden moet verrichten, b.v. buiten tie kom,
dan zou deze daarvan gebruik kunnen maken,
ook wel voor hen, die het een en ander te
controller en hebben. Worden deze rijwielen
niet aangeschaft, dan is een werkman ver-
plicht zijn eigen rrjwiel te gebruiken zonder
vergoeding daarrvoor te krijgen, hetgeen niet
recht is, gezien dat er menschen zijn, die daar
voor wel vergoeding krijgen.
De Voorzitter zegt, dat een dergelijk ver
zoek al in behandeling is geweest by Burge
meester en Wethouders, doch deze hebben
hierop afiwijzend beschikt, aangezien een rij-
wiel in dezen dienst niet verplichtend wordt
gesteld en men ten slotte een grens moet
trekken tot hoever men vergoedingen of emo-
lumenten wil verstrekken.
Bij volgno. 153 wordt door een lid de wensch
uitgesproken om het aantal urinoirs in de ge
meente met enkele te vermeerderen. Het
aantal in de gemeente vindt hij erg klein. De
Voorzitter ontkent niet, dat het noodzakelijke
gelegenheden zijn, doch hoe meer er van deze
inrichtingen in de gemeente zijn des te
grooter is het aantal klaehten en ergemis von
het publiek. Spreker zegt toe, dat hieraan
zooveel mogelijk aandacht gesohonken zal
worden.
Burgemeester en Wethouders bevestigen
deze mededeeling.
Volgno. 205: De pensioenbijdrage voor de
boventallige onderwijzers op de bijzondere
scholen betreffende de vorige jaren is voor
memorie geraamd. Het blijkt thans nood
zakelijk te zijn op deze post 300 te plaatsen
aangezien dezer dagen de verrekening werd
ontvangen over 1929, zoodat het volgend jaar
de afrekening aver 1930 ons wacht en het
daarop volgende jaar, d.i. dan 1931, dat dan
het laatste is.
Bij volgno. 220 vraagt een lid in afd. 1
waarom op de subsidie voor de frobelscholen
niet de helft is bezuinigd. Andere gemeenten
doen dit wel. Hij acht het geen tijd om deze
bedragen te blijven voteeren; hij meent zelfs,
dat het niet tot de taak van de gemeente
behoort daarvoor te zorgen. Dit moet wor
den avergelaten aan het particuliere initiatief.
De Voorzitter zegt dat dit ook een punt van
bespreking heeft uitgemaakt in het college
van Burgemeester en Wethouders. Op grond
dat een sohoolvereeniging destijds tengevolge
van andere omstandigheden groote kosten
heeft moeten maken, heeft men het raadsbe
sluit van bet vorige jaar gehandhaafd.
Een ander lid zegt, dat men op die post
goed kan bekniibbelen, doch dan geraken die
besturen nog dieper in de put en wanneer de
gemeente een dergelijke school zou moeten
exploiteeren, zou het veel duurder komen.
Bij hetzelfde volgno. vraagt een lid in de
2de Afd. of de subsidie die aan de frobel
scholen niet verlaagd kan worden. De Voor
zitter geeft in overweging daartoe niet over
te gaan. De scholen voldoen aan de behoefte
die daaraan gesteld wordt.
Een ander lid deelt een en ander mede over
het ontstaan van deze subsidie en de verla-
ging die reeds is toegepast wijst op het
laatste schrijven aan die besturen venzonden,
dat zij niet meer krijgen dan werkelijk de
exploitatie kost tot een maximum van f 12,50
per kind.
Een ander lid kan zich met het bedrag per
kind niet vereenigen, gezien er maar een be
paald gedeelte van de inwoners der gemeente
hiervan kunnen profiteeren. Spreker zou het
willen verlagen tot 10 per kind.
Een ander lid zou nog lager willen gaan.
Burgemeester en Wethouders wenschen
over deze post hun ingenomen standpunt te
handhaven. De frobelschoolfbouw van ge
meentewege ligt nog niet zoo ver achter ons
(in 1930 is de raad voor deze kwestie ge
plaatst). Wanneer wij toen die zaak op ons
als plaatselijke averheid hadden genomen, had
deze ons veel zwaarder gedrukt. Het parti
culiere initiatief kwam naar voren, die met
steun van de gemeente het voorbereidend
onderwijs op zich wilden nemen. Hun wensch
werd niet geheel ingewilligd. De raad stelde
een subsidie vast met gelijksteiling van
andere plaatselijke instellingen. Allen hebben
zich daarop ingesteld, zoodat het ons voor-
komt, dat wij onze toezegging, zoolang moge
lijk gestand moeten doen.
Bij volgno. 223: Venvoer van schoolkinderen
naar Kijkuit en omstreken worden eenige
inlichtingen gevraagd in afd. II.
De Voorzitter deel een en ander mede en
zegt, dat die zaak nader door Burgemeester en
Wethouders wordt onderzocht.
Over het venvoer van de kinderen van
Sluiskil naar Axel v.v. worden door versGbil-
lende leden him bezwaren kenbaar gemaakt.
Een ander lid vraagt naar de reden waar
om het aantal beneden de verwachting is ge-
hleven en o'f daarna een onderzoek is ingesteld
waarover hij met den Burgemeester wel eens
gesproken heeft.
De Voorzitter geeft over een en ander uit-
voerige inlichtingen en zegt toe, dat een
nader onderzoek zal worden ingesteld naar de
baten, die dit vervoer medebrengt en de kos
ten die het medebrengt, wanneer de bus niet
rijidt.
Burgemeester en Wethouders deelen naar
aanleiding van de vraag over dit vervoer van
schoolkinderen naar Kijkuit mede, dat zij een
nader onderzoek hebben ingesteld, mede op
grond van een ander verzoek uit de gemeente,
om opnieuw in te schrijven.
Uit een overgelegd exploitatie-rapport van
den vervoerder blijkt, dat uit het overeenge-
komen bedrag geen groot winstmarge is te
behalen.
Bij een aanbesteding kan wel getracht wor
den eenig geldelijk voordeel als gemeente te
trekken, doch Burgemeester en Wethouders
hebben de verantwoordelijkheid tegenover de
ouders, die hunne kinderen met die gelegen
heid laten vervoeren.
Deze leven in de veronderstelling, de ge
meente zorgt voor een veilig en behoorlijk
vervoer voor onze kinderen.
Op grond van onze vijfjarige ervaring met
dezen vervoerder, mede gelet op het feit, dat
nog nimmer klaehten van ouders van die kin
deren zjn ingekomen, hebben wij de voile
vrijheid U voor te stellen, dit vervoer met den
tegenwoordigen vervoerder te laten door-
loopen en niet tot aanbesteding van dit ver
voer over te gaan.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
dat het vervoer van die schoolkinderen van
Sluiskil aan baten oplevert (aan schoolgelden
87,50).
Het belang van de gemeentenaren die in
.den een of anderen vorm in zaken als anders-
zins voordeel genieten is in geen cijfers uit te
drukken. Het is een niet te onderschatten
belang, dat de band tusschen de kom en dat
overige gedeelte van de gemeente op deze
wijze intact blijft.
In het geval dat de kinderen in een naburige
gemeente de school zouden bezoeken, zou dit
ongeveer f 150 bedragen met de derving
van bovengenoemd bedrag dat in de ge-
meentekas komt. Wij stellen U voor dit be
drag te handhaven.
Bij volgno. 232 zou een lid van Afd. 1 gaarne
willen zien, dat de subsidie aan de muziek-
vereenigingen werd verminderd tot 100.
Spreker stelt zich op een standpunt, dat der
gelijke vereenigingen uit eigen initiatief
levensvatbaarheid moeten bezitten.
Burgemeester en Wethouders stellen zich
op een standpunt, deze subsidies op die bedra
gen te handhaven.
Bij volgno. 236: Kosten van overbrenging,
plaatsing en verpleging van armlastige krank-
zinnigen stellen Burgemeester en Wethouders
voor, deze post met 1600 te venhoogen.
Sinds het opmaken van deze begrooting
zijn er twee patienten meer in een dergelijk
gesticht opgenomen moeten worden. Aange
zien deze post geen raming inhoudt voor on-
voorziene gevallen, moeten wij dit reeds nu
voorstellen.
Bij volgno. 239 wordt door een lid in Afd. 2
gevraagd hoe Burgemeester en Wethouders
denken over een bijdrage aan het plaatselijk
crisis-comity van het volgend jaar.
De Voorzitter zegt, dat wij moeilijk op de
zaak kunnen vooruitloopen, doch mocht van
zekere zijde een dergelijke aanwijzing komen,
dan zullen zij den raad een voorstel doen, welk
bedrag uit de post omvoorzien kan worden
toestreden. Burgemeester en Wethouders be
vestigen dit.
Bij volgn. 245 zegt een lid der commissie
van afd. I, dat hij gaarne de post steunuitkee-
ring op hetzelfde bedrag zou willen ramen
als in 1932. Volgens spreker moet er een
andere methode van werkverschaffing en
steunuitkeering komen en wel een zoodanige,
dat iemand in het vrije bedrijf niet aange-
spoora wordt om naar de steunverleening te
gaan, waar hij meer zal ontvangen dan hij in
het vrije bedrijf verdienen kan. Het tegen-
overgestelde moet bereikt worden, de werk-
loozenzorg moet zoodanig zijn, dat er een
prikkel ibestaat om in het vrije bedrijf
employe te zoeken.
De Voorzitter zegt, dat het gemakkelijk
gaat om zoo'n idee aan de hand te doen, doch
wanneer het op uitvoering aankomt dan wor
den zoodanige normen vastgesteld, dat het
ten slotte nog niet beantwoord aan het voor-
op gestelde idee. Een ander lid zegt, dat
dergelijke toestanden door hem ook zijn op-
gevallen, doch hij weet ook dat deze niet te
voorkomen zijn. Een tweetal andere leden
zijn het daarmede niet eens. Het loon in het
vrije bedrijf zal wanneer de bedragen van de
werkloozenvoorziening dalen, ook weder ver
laagd worden. Het zal nimmer gelukken
het loon in het vrije bedrijf als uitgangspunt
te nemen voor steun en werkverschaffing,
daar men het loon in het vrije bedrijf ten
gevolge daarvan steeds zal drukken (kunnen
of niet kunnen is hierbij geheel uitgesloten
tot dat men op een niveau komt van 30 jaar
terug.
De Voorzitter wil alleen op de werkelijkheid
wijzen, in theorie kan men veel over deze aan-
gelegenheid klaar maken, doch wanneer des
zomers zooals ook deze zomer gespro
ken wordt om te besluiten tot stopzetting
van de steun gedurende een periode, zijn die
leden daarvoor niet te vinden, die thans een
andere regeling zouden toejuichen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
deze raming te handhaven.
Op het voorstel van den heer Hamelink,
voor de vorige vergadering ingezonden, be
treffende het verleenen van een brandstoffen-
bijslag aan werkloozen, stellen wij U voor,
gehoord de Steuncommissie, deze bijslag te
verleenen aan hen, die daartoe het verzoek
doen en het noodig hebben, voorloopig gedu
rende de maanden December, Januari en
Februari. Over de maand Maart kan nog
nader worden beslist in verband met de weers
gesteldheid.
Op het tijdens de vorige vergadering over
gelegd voorstel van de fractie 't Gilde om de
steunregeling voor de landarbeiders te wijzi-
gen en aan hen dezelfde steun uit te keeren
als de fabrieksarbeiders, deelen wrj U mede,
dat hierover door ons thans geen advies uit-
gebracht kan worden, aangezien de steun
commissie hierover nog niet geadviseerd
heeft.
Bij volgno. 248 vraagt een lid in afdeeling 2
hoe het geloopen is met de subsidie in de ar-
beidsloonen van de tewerkgestelde werkloozen
in de vlasbewerking.
De Voorzitter zegt, dat het geraamde be
drag van 2000 van dit jaar is verwerkt en
het college het beter vond deze zaak stop te
zetten.
Bij volgno. 250, subsidie aan de geitenver-
eeniging, wordt door een lid de wensch te
kennen gegeven om de vroegere subsidie van
75 te handhaven.
Ons college handhaaft hun voorstel om deze
subsidie te verlagen tot 50.
Bij volgno. 251 deelt de Voorzitter mede, dat
Burgemeester en Wethouders, gezien de jaar-
lijksche kosten verbonden aan de jaarmarkt
en de geringe resultaten, de moed hebben
voor te stellen deze af te schaffen.
Bij volgno. 294. Post Onvoorziene Uitgaven
acht een lid in Afdeeling I der commissie te
hoog geraamd. Spreker zou gaarne zien,
dat een evengroot bedrag als in 1932 werd
beschikbaar gesteld voor dit doel.
De Voorzitter merkt op, op grond van
ervaring dat de Raad in den loop van het
jaar besluiten neemt, waaruit financieele ge
volgen voortvloeien. Dan moet in zulk geval
een post zijn, waaruit de gelden betrokken
kunnen worden.
Andere posten zijn zoodanig geraamd, dat
van vermindering geen sprake kan zijn, trcu-
wens een opmerking van heeren Gedeputeer
de Staten vorig jaar, wees ook in den geest
om deze post op een hooger bedrag uit te
trekken.
Burgemeester en Wethouders stellen voor.
gezien hun voorstellen op volgno. 205 en 236
met 1900 te verlagen en overigens dit be
drag niet te verlagen, daar in elk gemeente-
beheer zich omstandigheden kunnen voordoen,
dat doortasten eisch is.
(Wordt vervolgd.)
voorm.
nam.
Dinsdag
13 Dec.
1.40
1.57
Woensdag
14
2.14
2.31
Donderdag
15
2.48
3.06
Vrijdag
16
3.23
3.42
Zaterdag
17
3.59
4.19
Zondag
18
4.39
5.01
Maandag
19
5.23
5.48