De heer DE FEIJTER: Daar weet ik niets
van.
De heer BUIJZE: Er is over geschreven,
maar er komt geen antwoord, zoodat ik den-
ken moet, dat de zaak niet in orde is.
De heer DE FEIJTER: Ik laat dat in het
midden, maar mijn berekening is juist.
De heer BUIJZE: Neemt u dat voor uw
rekening? Dan zijn we precies waar we wezen
moeten en dan zijn de werkloozenkassen uit
het moeras.
De heer DE FEIJTER: Natuurlijk, behou-
dens goedkeuring onzer regeling door den
Minister.
De heer BUIJZE: En dat de minister dan
niet kort.
De heer DE FEIJTER: Dat kan niet, mits
de regeling is goedgekeurd.
De heer BUIJZE betoogt, dat de menschen
als uitkeering zeker 8 noodig hebben, daar
kan niets af en dan 50 cent per kind. Dan kan
het.
De SEGRETARIS merkt op, dat de heer
Buijize bij kinaertoeslag spreekt over 50 cent
vanaf het derde gezinslid, terwijl het volgens
de bestaande regeling eerst begint bij het
vierde gezinslid, alzoo bij het tweede kind.
De heer KOOPMAN: Maar dat is niet van
invloed op het eindbedrag.
De SECRETARIS: Neen, maar de gewekte
verwachting zou dan voor gezinnen met 1
kind niet uitkomen.
De heer BUIJZE stelt dan voor die toeslag
te geven vanaf het derde gezinslid.
De heer MAAS steunt dat voorstel, verkla-
rende dat de werkliaden niet strijden voor
gelijkheid, maar voor een bescheiden deel.
De heer HAMELINK ziet in al die dingen,
dat de organisaties moeten trachten de ver-
schillen weg te werken. Hij is er niet gerust
op, aangezien er een circulaire is gekomen,
dat de reglementaire uitkeering 7,20 moet
zijn. Als het mogelrjk is dat het 8,40 blijft,
dan is het een prachtige steunregeling, maar
als het 7,20 is dan is het treurig voor de
landarbeiders. De fabrieksarbeiders gaan
met een mooie steunregeling schuiven, maar
de landarbeiders leggen het loodje.
De heer KOOPMAN merkt op, dat de heer
Buijze aan Burgemeester en Wethouders
heeft verzocht tusschenbeide te komen bij den
Minister, dat de werkloozenkassen niet in het
gedrang zullen komen met hun uitkeering.
Ook de heer Hamelink zegt, dat hunne kassen
in het gedrang zullen komen. Maar die aan-
gegeven weg is toch niet de goede. Dat ligt
niet op den weg van Burgemeester en Wet
houders, die hebben met die kassen niets te
maken en dat is wenk voor de bonden zelf.
Die moeten aan de Minister gaan vragen hoe
hij er toe komt de loonnorm op /II te stel-
len, terwijl de gemeenteraad die met alge-
meene stemmen op 12 stelt. De hoofd-
besturen der bonden moeten er op aandringen,
dat dit gewijzigd wordt.
De heer VAN HOEVE wil er op wijizen, dat
hier versohillende zaken door elkaar worden
gewerkt, namelijk de uitkeering van de werk
loozenkassen en de steunregeling. Dat zijn
echter 2 aparte zaken. De heer Koopman
meent, dat het niet noodiig is, dat het college
van Burgemeester en Wethouders samctie
geeft aan den norm van 12, maar dat is
toch wel degelij'k het geval, aangezien daar-
van afhankelijk is of per dag 1,20 dan wel
1,40 voor uitkeering mag gerekend worden.
Burgemeester en Wethouders moeten wel
degelijk den Minister en den Directeur der
Arbeidsbemiddeling en werkloozenvenzakering
attent maken, dat het niet in orde is den norm
op 11 te stellen, want wanneer niet meer dan
7,20 mag worden uitgekeerd, ziet spreker er
in, dat de kassen verloapen, dan zullen de
menschen het niet meer noodig achten daar-
van lid te zijn, en dat is niet in het algemeen
belong. Doch aan dat inlichten van die auto-
riteiten wordt door Burgemeester en Wethou
ders al gewerkt.
De heer BUIJZE deelt thans mede, dat in
de reglementen der werkloozenkassen staat
dat, wanneer de loonnorm 12 is, dat ze dan
1,40 per dag mogen uitkeeren. Dat was
juist zijn vraag. Als men aanneemt, dat het
loon 12 per week is, kan daaraan niets ver-
anderd worden, dan blijft dat zoo. Dan is
het dus in orde.
Met 10 stemmen tegen 1 wordt thans be
sloten de toeslag van 50 cent per week uit te
keeren vanaf het derde gezinslid.
Voor stemmen de heeren A. Dees, Koop
man, Bakker, Haak, Wisse, Buijze, Maas, De
Feijter, D. Dees en Hamelink; tegen stemt de
heer Van Hoeve.
De VOORZITTER stelt namens Burge
meester en Wethouders voor am onder dege-
nen die van steunuitkeering worden uitge-
sloten nog op te nemen als art. lOf ,,diegenen,
die nog geen vol jaar hunne werkelijke woon-
plaats binnen de gemeente hebben". Dat
wordt overal gedaan.
De heer BUIJZE: In Axel is het, meen ik,
maar een half jaar.
De VOORZITTER: Daar is het juist ver-
anderd.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
9. Brandstoffenbijslag aan ondersteunde
werkloozen.
Wij deelen U mede, dat bij missive van 13
October 1932, No. 17757 afd. W en S, door den
Minister van Binnenlandsche Zaken aan ons
het navolgende werd berioht:
Ik heb de eer Uw College te berichten, dat
ik heb besloten goed te keuren, dat over het
tijdvak 30 October 1932 tot en met 1 April
1933 aan ondersteunde gehuwden en onge-
huwde kostwinners een brandstoffen-bijslag
van ten hoogste 1 per gezin per week wordt
verstrekt. Het verstrekken van den brand
stoffenbijslag mag zoo noodig tot gevolg heb
ben, dat de maxima, vermeld in de artikels 8
en 19 mijner steunregeling, worden over-
schreden.
Ik ben bereid in de brandstoffenbijslagen,
toe te kennen aan werkloozen, -die ingevolge de
gesubsidieerde Rijkssteunregeling worden ge-
steund, een zelfde Rijksbijdrage te verleenen,
als in de overige kosten van de steunregeling.
Ten slotte deel ik mede, dat de bovenge-
noemde bijslag niet vdor 30 October a.s. mag
worden verstrekt, terwijl, indien te zijnertijd
de noodzakelijkheid mocht blijken tot het ver
strekken daarvan na 1 April 1933, vooraf
mijne machtiging moet worden verkregen.
Bij schrijven van 31 October vestigden wij
de aandaoht van het Orgaan op dezen brief.
Ingekomen zijn voorts nog de navolgende
adressen
a. Een van J. Maas, Othene D 126, H.
Vreeke D 46, en J. F. de Jonge en S. Buijze
te Zaamslag, resp. voorzitters van de Moderne
Landarbeidersbond, Soc. Dem. Arbeiders
Partij, Moderne Fabrieksarbeidersbond, Chris-
telijke Landarbeidersbond, handelende namens
en in opdracht van bovengenoemde organisa
ties te Zaamslag, kennis nemende van de brief
van den Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw van 13 October 1932 hierboven
genoemd, verzoeken Uwen Raad te willen be-
sluiten deze brandstoffenbijslag aan de werk
loozen uit te betalen.
b. Een adre3 van den Chr. Besturenibond te
Zaamslag luidende:
Namens den Chr. Bestur-enbond -te Zaam
slag wenschen wij het volgende onder Uw
aandacht te brengen:
dat de voor deze gemeente geldende loon
norm van 11 voor crisissteunregeling alles-
zins als te laa-g mag worden aangem-erkt;
dat het toepassen van een wachttijd voor
werklooze arbeiders, zooals ten onzent door
het Orgaan wordt toegepast, alleszins als een
onbillijkheid tegenover de georganiseerden
mag worden aangemerkt, daar deze, v66r
zij voor Bondsteun in aanmerking komen, al
ien een wachttijd moeten maken;
dat de Minister wel v-oorschrijft dat in
sommige gevallen een wachttijd wenschelijk
is, dat dit volgens onze bescheiden meening
geenszins inhoudt, dat, zooals ten onzent ge-
beurt, alien zonder onderscheid een wachttijd
wordt opgelegd;
dat vanwege den Minister van Binnenland
sche Zaken aan alle gemeenten een schrijven is
geaonden, waarin wordt toegestaan brand
stoffentoeslag tot /I per week aan werk
looze gezinnen te verleenen, boven hun vast-
gestelde uitkeering, re-denen w-aarom wij be-
leefd verzoeken:
1. de loonnorm voor crdsissteun te willen
verhoogen tot 13
2. de wachttijd voor georganiseerde arbei
ders af te schaffen;
3. de brandstoffentoeslag, als bovenbe-
doeld, ook aan onze werklooze gezinnen te
verleenen.
c. Een adres van de Nederlandsche Bond
van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en
Zuivelbedrijf, afdeeling Zaamslag, secretaris
M. Florussen, luidende als volgt:
De Nederlandsche Bond van Arbeiders in
het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf
heeft aan den Minister van Binnenlandsche
Zakeu onder meer het verzoek bepleit, om aan
de leden een brandstoffentoeslag te verstrek
ken op de werkloozen-uitkeeringen, waarvan
de billijkheid sterk naar voren komt ten aan-
zien van andere groepen, die wel brandstof-
fentceslag genieten.
iDat verzoek werd algemeen niet voor inwil-
liging vatbaar geacht, als liggende op den
weg der gemeentabesturen.
De Zaamslagsche Bestuurdersbond der bij
het Nederlandsch Verbond van Uakvereenigin-
gen aangeslot^i vereenigingen draagt mij op,
Uw Edelachtbaar College beleefd doch drin-
gend te verzoeken, ook aan de arbeiders, die
kasultkeering genieten, in het genot van
kolentoeslag wel te willen opnemen.
■Het is genoegzaam bekend, dat deze arbei
ders meestal geen hocgere, dikwijls lagere
uitkeering genieten.
Burgemeester en Wethouders stellen voor te
voldoen aan de uitnoodiging van den Minister
met taetrekking tot het geven van een brand-
stoffentoeslag.
Wat het verzoek van den Christelijken
Besturenibond betreft tot het stellen van een
loonnorm van 13, verwijzen wij ook hierbij
weer naar punt 7 der agenda.
Terwijl wij ten slotte met betrekking tot
het verzoek am afschaffing van den wachttijd,
voorstellen dit over te laten aan de competen-
tie van het Orgaan, die aan de hand van de
steunregeling daar al of niet toe kan be-
sluiten.
Wij stellen U voorts voor niet in te gaan
op het verzoek van den Christelijken Bestu
renibond om de brandstoffentoeslag uit te
keeren aan alle werklooze gezinnen, vermits
dit niet in de bedoeling liigt van de circulaire
van den Minister van Binnenlandsche Zaken
en de kosten daaruit voortvloeiende geheel
voor rekening der gemeente zouden komen.
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat
het de bedoeling is de kolenjbons alleen geldig
te verklaren bij kolenhandelaars in de ge
meente.
De heer KOOPMAN: Mijnheer de Voor-
zitter. Als gevolg wordt gegeven aan de
uitnoodiging van den Minister om alleen aan
de steuntrekkeniden vanwege het orgaan 1
per week brandstoffenbijslag te geven zal dit
als gevolg hebben, dat slechts weinige steun-
trekkenden daar van profiteeren.
Dit zou m.i. worden een aansporing voor de
landarbeiders geen lid te worden en te blijven
van de landanbeiderswerkloozerrkassen.
Immers de landarbeiders beginnen 1 De
cember uit hunne kassen uit te keeren en
staan dan achter bij die landarbeiders die niet
georganiseerd zijn en van het orgaan uit
keering ontivangen, of bij de fabrieks- en
transportarbeiders, die reeds sinds lang uit-
getrokken zijn. Eigenlijk begrijp ik die toe-
stand niet goed, dat de bonden dit al niet
reeds lang hebben weten veranderd te krijgen.
De bonden zijn toch tegenwoordig nog al wat
mans, de landarbeiders liggen met de loonen
achter bij de transport- en fabrieksarbeiders,
ze krijigen minder steun, en nu zullen ze in
tegenstelling met die in deze reeds bevoor-
rechte groepen ook nog worden achtergesteld
bij het ontvangen van kolenbons, die eerst-
genoemden terstond zullen krijgen, terwijl de
landarbeiders daarvoor pas in aanmerking
kunnen komen als zij tijdens de wintermaan-
den hunne kassen hebben uitgetrokken.
Om dus geen onderscheid te maken kan ik
meegaan met het verzoek vermeld onder 3
van het adres van den Christelijken Besturen-
bond evenwel met deze voorwaarde, dat aan
de Minister zijne circulaire van 13 October
1932 in den aanhef der stukken zoodanig te
wijzigen, dat een brandstoffentoeslag van ten
hoogste 1 per gezin per week wordt ver
strekt aan alle ondersteunde gehuwde en on-
gehiuwde kostwinners dus ook aan hen die in
het tijdvak van 30 October 1932 tot en met
1 April 1933 uit hun eigen kassen trekken en
dat ook in die uitkeering een zelfde Rijks
bijdrage worde verleend als in de overige
kosten van de crisissteunregeling.
Ik stel voor Burgemeester en Wethouders
uit te noodigen dit aan den Minister te ver
zoeken.
De SEGRETARISDat is dan een ver-
izoek?
De heer KOOPMAN: Dat is mijn bedoeling.
De VOORZITTER: Het heeft ons ook ver-
wonderd, dat de mensohen die uitkeering uit
hunne kassen krijgen, uitgesloten zijn van de
kolenbons. Het is inderdaad een wonderlijlke
situatie, -die menschen hebben een geheel jaar
het betalen van contributie gezorgd, dat zij
uit hunne vereenigingskas een uitkeering
kunnen krijgen, komen dus niet ten laste van
den gemeentelijken steun, maar worden uit
gesloten van kolenbons, die anderen, die het
met slechter hebben dan die menschen, wel
krijgen.
De heer BUIJZE deelt mede, dat de hoofd-
besturen der bonden er bij den Minister al op
aangedrongen hebben, om ook aan hen die
uit de kassen trekken, kolenbons te verstrek
ken, doch de Minister heeft geantwoord, dat
dit niet op zijn weg, doch op dien der ge-
meentebesturen ligt. Als het gemeentebestuur
het dus vraagt, betwijfelt hij niet, of het ver
zoek zal worden ingewilligd. Het zou toch
nogal erg zijn, als de menschen die steeds hun
hooge contributie offeren, nu hierin ook nog
bij anderen, die dat niet doen, zouden achter-
staan. Als de menschen 8,40 uitkeering krij
gen en 1 voor kolen, dan wordt het al wat.
Hij zou graag zien, dat de raad het voorstel
van den heer Koopman met beide handen aan-
greep.
De VOORZITTER: We zullen trachten den
Minister te bewegen het te geven.
De heer VAN HOEVE is niet ongenegen
hieraan mede te werken, doch waarschuwt er
voor, dat de trekkers van de bondskassen
eerst bons zullen krijgen wanneer de Minister
het ook zoo opvat. De menschen zouden an-
ders misschien denken dat ze terstond bons
zullen krijgen. De raad kan thans alleen be-
sluiten om aan den ^Minister een verizoek te
doen.
De heer HAMELINK begrijpt het niet, maar
verklaart een schrijven te hebben gelezen,
ontvangen door de groote organisaties, waar-
uit blijkt, dat hare leden die nog uit de werk-
loozenkas trekken geen kolenbons krijgen.
De heer VAN HOEVE: Het kan ook zijn,
dat het zoo is.
De heer BUIJZE: Maar de Minister heeft
toch geschreven dat het op den weg der ge-
meentebesturen ligt?
De heer VAN HOEVE: Dat is af schuiven op
de gemeenten, men schijnt te redeneeren dat
de landarbeiders de kolen zelf wel kunnen be
talen, terwijl men in de groote steden dat
allemaal gratis krijgt.
De heer HAMELINK: In de groote steden
krijgen ze uitkeeringen die klinken als een
klok, omdat ze zoet zouden blijven.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders, geamendeerd door den heer Koopman,
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot vaststelling der vergoeding in
gevolge art. 101, 9e lid, L.O. Wet over
de jaren 1928, 1929 en 1930 aan de
Bijzotidere Lagere Scholen.
Overgelagd wordt het navolgende concept-
besluit
De Raad der gemeentie Zaamslag,
overwegende, dat de gemeenterekeningen
over 1928, 1929 en 1930 door Gedeputeerde
Staten van Zealand, respectaevelijk bij hunne
besluiten van 7 Februari 1930, No. 83, lste
Afd., 28 Augustus 1930, No. 59, lste Afd., en
November 1931, No. 59, lste Afd., zijn
vastgesteld;
dat geduremde de jaren 1929 en 1930 aan
een Openbare Lagere School in deze gemeente
Wij nu meenen dat dit werk waarin slechts
670 arbeidsloon zit en waaraan 20 man
slechts plus minus 17 dagen werk heeft, niet
een gelegenheid genoemd kan worden tot
werkverschaffing van eenige beteekenis en
stellen U daarom voor, de hooge kosten in
aanmerking geomnen, alsmede het feit, dat
dit werk niet noodzakelijk is te noemen, niet
tot de uitvoering daarvan over te gaan.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders de zaak nauwkeurig
hebben laten berekenen en daarbij tot de slot-
som zijn gekomen dat het 4500 moet kos
ten, terwijl er maar 670 wegens werkloon in
zit. Zij achten de totale uitgaaf, tegenover het
bedrag van loon te hoog en stellen daarom
voor dat werk niet uit te voeren.
De heer HAMELINK: Het valt me tegen,
dat daarin zoo weinig te verloonen valt. Het
is dan de moeite niet om er aan te beginnen.
De VOORZITTER: De kosten zijn zoo hoog
omdat men niet alleen den put moet vullen,
maar ook darnmen moet maken voor het leg
gen der rioleering.
De heer BUIJZE merkt op, dat, nademaal
hij voorstander is van het maken van dat
straatje, het al vreemd zou gevonden worden,
wanneer hij hierover niets zou zeggen. Hij
heeft echter vreemd staan opkijken van het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Hem valt het tegen, dat er maar 670 werk
loon in zit. Hij wijst echter op de 187 ver-
voerloon. Onze bedoeling is dan ook geweest
zegt spreker om de werkgelegenheid
voor menschen zoo hoog mogelijk op te voe
ren, en het vervoer van grond en zand met
kruiwagens te laten verrichten. Het was de
bedoeling veel menschen aan het werk te kun
nen stellen, en er kunnen ook veel meer men
schen aan werken dan 20 man gedurende 17
dagen. Ik kan het technische gedeelte van de
berekening niet bespreken, misschien dat dit
straks van andere zijde gebeurt. Maar ik zou
de menschen willen laten werken, in plaats
van hen steun uit te keeren. Al komt het werk
dan duurder, dan is de gemeente toch niet
slechter af en de menschen zijn er beter mee,
ze loopen niet leeg. Men moet niet uit het oog
verliezen dat er nu al 81 of 82 werkloozen
staan ingeschreven. Voert men het werk uit
met kruiwagens, dan kan men misschien wel
100 menschen gebruiken en zal de subsidie
ook over een hooger bedrag komen.
De heer WISSE: Wij hebben in onze ge
meente allang uitgezien naar werkverschaf-
een vakonderwijzeres is werkzaam geweest, fing. daar wij er allen van overtuigxl zijn
f"oiaon Ckom Vitoln cr xra n f 9HA rusr -laia,v 1
tegen een belooning van 200 per jaar
dat derhalve de besturen der Bijzondere
Lagere scholen, aan welke gedurende deze
janen vakomderwijis is gegeven op vergoeding,
ingevolge art. 101, negemde lid, der L.O. Wet
1920, der daarvoor uitbetaalde jaarwedden,
tot een bedrag van 200 per leerkracht en
per jaar, aanspraak hebben;
gezien de door de besturen overgelegde
rekendmgen;
b e s 1 u i t
Het bedrag der vergoeding, bedoeld bij art.
101, 9e lid, der L.O. Wet 1920 vast te stellen
als volgt:
1. Over het jaar 1929:
a. Geref. Lagere school (dorp) 83,33;
b. Geref. Lagere school te Othene /200;
c. Geref. Lagere school te Reuzenhoek /200;
2. Over het jaar 1930:
a. Geref. Lagere school te Othene 200
b. Geref. Lagere .school te Reuzenhoek 200.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
11. Benoeming van een lid van de plaat-
seljjke schoolcommissie wegens perio-
dieke aftredjng van den heer J. Kosten.
Voor de benoeming van een lid leggen Bur
gemeester en Wethouders over, de school
commissie gehoord, de navolgende aambe-
velinig
1. Kosten J.
2. Wijn H. J.
De VOORZITTER noodigt de heeren Maas
met hem het stembureau te
uit
en Buijze
vormen.
Met algemeene stemmen wordt herbenoemd
de heer Kosten.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om niet over te gaan tot uitvoering
van werken aan het zoogenaamde
straatje.
Be werken zouden bestaan in:
a. het graven van een 100 M. lange en 5 M.
breede en 1.50 M. diepe waterleiddn-g en het
leggen van 50 M. betonbuizen, wijd 50 c.M.
tot uitloozing uit de slooten in genoemde
waterleiding;
b. het dernpen van de bestaande waterlei
ding en vain het rietgat
c. het verleggen in rechte richtinig van
den keiweg, met bijlevering van zand en te
kort komende keien.
Voor aanvulling van de bestiaamde water
leiding is benoodigd 125 M. lengte en 5 M.
breedte en 2 M. diepte, is 1250 M3 grond, voor
aanvulling van het rietgat 125X10X1 M. is
1250 M3.; in het diepe watergat 190 M3.;
samen 2600 M3.
Van F. de Ruijter kan grond aangekocht
worden: 1000 M. iangte en 0.20 M. dikte en
1.25 M. breedte is 1000 X 0.20 X 1-25 is 250
M. en van de Wed. Tollenaar 500 XIX 0.25
M. is 125 M. uit de nieuw te graven water
leiding komt 100 X 5 X 1-5 M. is 750 M., zoo
dat b.v. zand uit de Schelde aangevoerd moet
worden 1475 M3.; totaal 2600 M3.
Het werk zoo uitgevoerd, zal kosten: aan-
koop grond van J. Verpoorte voor de nieuwe
waterleiding 100 X 7.5 is 750 M2. k f 1 is
750; voor rioleering van slooten en water-
leidingen 50 M. betonbuizen 75; aankoop
grond voor aanvulling van F. de Ruijter 1250
M2. h /0.15 is 187,50; van wed. Tollenaar
500 X 1 is 500 M2. /250; vervoer van deze
375 M3 grand 187,50; aankoop te kort ko-
mend zand 1475 M3 h 1, is 1475; vervoer
te kort komend zand 737,50; verlegging van
den keiweg miet bijlevering van zand en te
kort komende keien 385M2, is 250; samen
3912,50;
750 M3. ontgraven voor de waterleiding doet
1 man in 75 dagen h 2 is /150; en samen
2600 M3. grond en zand verwerken in het
rietgat en de waterleiding doet 1 man in 260
dagen h 2 is /520; totaal /670; zoodat het
geheel werk wordt geraamd op f 4582,50.
Aan de Rijksinspectie voor werkverschaf
fing gevraagd of voor dit werkobject uit te
voeren door werkloozen subsidie van het Rijk
zou worden gegeven, gewerd ons de mededee-
ling dat dit werk voor subsidie in aanmer
king komt, althans voor zoover 't arbeidsloon
aangaat, zoodat van 'n bedrag van 620 sub
sidie zou worden verleend, maar dat dit werk
bij uitvoering zal staan onder de algemeene
controle van de Ned. Heide Maatschappij,
waarvan de kosten door het Rijk en de ge
meente elk voor de helft zal worden gedragen.
Aangenomen dat door het Rijk 30 sub
sidie op het arbeidsloon wordt verleend, blijft
dus voor de gemeente 3912,50 670
/200) 4382,50 plus de helft van de kos
ten van het toezicht, zoodat wel gerekend
mag worden op een uitgaaf van 4500.
dat onze menschen willen en moeten werken.
Wij zijn echter tot heden hierin moeilijk kun
nen slagen, daar het altijd weer op verschil-
lende bezwaren afstuitte.
Nu er een plan bedacht is, moeten wij' ook
in alle opzichten trachten dit ten uitvoer te
brengen. Wij hebben reeds lang kunnen op-
merken, dat er veel ibezwaren werden ge-
opperd, tegen het plan dat thans ter tafel
komt, n.l. de werken aan het z.g.n. straatje.
Wanneer er bezwaren tegen een werk ge-
maakt worden, komt het vanzelf niet licht tot
stand.
Het maakt natuurlijk een groot verschil,
hoe men zoo'n plan opvat om een werk uit te
voeren. Wanneer ik het plan lees, zooals het
op het oogenblik voor ons ligt, zal er waar-
schijnlijk niet veel van terecht komen. Bur
gemeester en Wethouders hebben althans
voorgesteld er niet op in te gaan, en zal tot
mijn grooten spijt het werk niet kunnen wor
den uitgevoerd. Volgens mijn meening kan
het werk ook op een manier worden aange-
pakt, en zou het met eenige wijzigingen, en
medewerking van de betrokken personen in
een heel ander daglicht komen te staan. Ik
heb mij de moeite getroost, om met een der-
gelijk gewijzigd plan ter tafel te komen, om
te trachten of misschien op die manier het
werk wel zou kunnen worden uitgevoerd.
Het plan luidt als volgt:
a. Het graven van een leiding lang onge-
veer 100 M.; breed 8 M.; diep 2 M.; een ge-
middelde breedte van 6 M. met een talud van
1 op 1 gerekend. Wordt dus 100 X 6 X 2
1200 M3. uitkomende grond.
50 Mb betonbuizen a 50 c.M. voor uitloozing
uit de slooten in genoemde waterleiding.
b. Het dempen van de bestaande leiding
en het rietgat.
c. Het verleggen van den keiiweg met bij
levering van zand en de tekortkomende keien.
Voor aanvulling van de bestaande water
leiding en rietgat is benoodigd (volgens het
voor ons liggende plan) 2690 M-'S.
Inplaats van aankoopen grond F. de Ruijter
en Tollenaar respectievelijk 250 en 150 M3.
375 M3. kan voordeeliger plaatzand worden
gekocht, daar de prijs even hoog is, en zand
geschikter voor aanvulling.
Voor aanvulling is in het geheel benoodigd
2690 M3. Hiervan afgetrokken de grond van
de nieuiw te graven leiding 2690 1200 Ms.
blijft 1490 MS. in het geheel te kort. Aankoop
grond J. Verpoorte 100 X 10 M2. a 0,40 per
M2. 400 (of 1800 per gemot), wat naar
mijn meening geizien de huidige landprijzen
buitengawoon hoog is berekend. Volgens de
gevraagde berekende prijis is het ongeveer
tegen 4500 per gemet, wat natuurlijk nie-
mand kan betalen.
Het uitvoeren van het werk zou dus vol
gens mijne meening kosten als volgt:
Aankoop grond J. Verpoorte 400
Rioleering 75
Aankoop zand met vervoer ongeveer
1500 M3. k f 1,60 2400
Verlegging van den keiweg met bij
levering van zand en tekort komende
keien
250
Te samen 3125
1000 M3. grond ontgraven waterleiding
h 0,30 per M3. 300
2690 M3. grond en zand verwerken in
totaal 540
Hier komt bij voor werkloon verleggen
weg 200
13 dus te samen aan werkloon 1040
Het geheele werk zou dus kosten /3125
840 3965. Wanneer 30 subsidie op
het werkloon wordt gegeven van het Rijk
blijft dus voor de gemeente 3125 840
312 3653 plus de helft ad 127 kosten
van toezicht.
Hierbij komt natuurlijk de waarde van de
grond, die ontstaat door het dempen van het
gat. Wanneer wij dit kunnen verkoopen zooals
wij inkoopen moeten zal hier ook nog heel
wat van terugkomen.
Er zit dus volgens mijn berekening ongeveer
1040 arbeidsloon in, inplaats van 670. Ook
zit er ongeveer 1000 vervoerloon, waar toch
ook verschillenide mensohen voor noodig zijn
Bovendien, wanneer men beslist naar werk
verschaffing zoekt, kan men ook het zand
met kruiwagens laten halen. Er zou dus
feitelijk door de gemeente alleen gekocht
moeten worden 400 grond, 1500 zand en
75 betonbuizen is ongeveer 2000 en de rest
kan men laten verwerken.
Mijnheer de Voorzitter. Ik geef Burgemees
ter en Wethouders in overweging om het door
mij gemaakte plan nog eens degelijik onder
de oogen te zien, en ik hoop indien ze geen
andere, althans betere werkverschaffing in
het zicht hebben, met mij overtuigd zullen
worden, dat genoemd werk kan en moet wor
den uitgevoerd, om de menschen voor ledigheid
te bewaren.
Ik vertrouw dan ook, wanneer het vdorstel
hier ter tafel zal komen, op de steun en mede
werking van alle raadsleden, opaat het werk
zoo spoedig mogelijk kan worden aangepakt.
De VOORZITTER kan dit voorstel zoo niet
in eens zonder meer beoordeelen, maar hij
acht het bedenkelijk, om op een werk dat dan
toch nog een 4000 vordert, zoo maar opeens
in te gaan. Hij zou er wel aan kunen meewer-
ken om zand met kruiwagens te laten ver-
voeren, daarvoor is wel iets te zeggen, maar
er zit naar zijn meening toch nog veel te
weinig werkloon in.
De heer WISSE is van meening, dat, indien
men werkelijk aan de menschen werk wil
verschaffen, men toch z66 iets zal moeten
aanpakken. Dat zal altijd met kosten gepaard
gaan en er is niets anders. Hij vindt het ver-
schrikkelijk, als men de menschen zoo maar
den geheelen winter leeg zou laten loopen.
Dan zal het de gemeente bovendien toch ook
veel kosten. Hij ben/eelt aan Burgemeester
en Wethouders aan, zijn plan eens te laten
narekenen.
De heer DE FEIJTER merkt op, dat de heer
Wisse voor den grond 40 cent per M2. be
rekend, maar dat de vraag 1 per M2. is.
De heer WISSE antwoord, dat natuurlijk
moet geprabeerd worden den grond voor dien
prijs te koapen, dat is nog tegen 1800 per
gemet, hetgeen in dezen tijd een mooie prijs
mag genoemd worden; 4500 per gemet is
toch veel te hoog? Er valt toch wel te pra-
ten Er is misschien 1 gevraagd, om ook
met minder genoegen te nemen.
De heer DE FEIJTER wrjist er op, dat daar
voor de vroeger gekochte grond 1 betaald
is en dit dus een basisprijs is geworden. Om
wat gedaan te krijgen moet men al eens veel
geld gerven.
De heer BUIJZE wijst er op, dat het toch
ook niet aan de ligging van het stuk land kan
geweten worden, dat de eigenaar zooveel
vraagt, want het is een krom stuk. Hij vindt
het een vreeselijk dure boel.
De VOORZITTER: Het is een kwestie van
koop en verkoop.
De heer WISSE vraagt, aan wie de beschik-
baar komende strook grond toekomt.
De heer DE FEIJTER deelt mede, dat de
grond van den heer H. Verpoorte is. De ge
meente heeft er den weg op mogen leggen en
mag er de keien ook weer weg halen, maar
de grond zelf behoort aan genoemden heer.
Daarom mag de gemeente die ook niet af-
graven.
De heer HAMELINK merkt op, dat de
keien nog goed zijn, men zou bij het verleg
gen van de bestrating niet veel nieuwe keien
noodig hebben.
De heer WISSE voert daartegen aan, dat
zulks in den regel toch niet meevalt. Als een
bestrating uitgebroken is, komen de gebreken
aan het materiaal meer te voorschijn.
Be heer D. DEES is van oordeel, dat er van
het plan, zooals het ter tafel ligt, niets kan
komen en geeft in overweging het plan van
den heer Wisse eens nader te bezien.
Met algemeene stemmen wordt overeen-
komstig het voorstel besloten.
13. Tegemoetkomingen ingevolge art. 13
der L. O. Wet 1920.
Naar aanleiding van een ingekomen ver-
zoekschrift, onder dagteekening van October
1932 van A. Schoonakker, H. de Rruijne en
P. de Jonge, stellen Burgemeester en Wethou
ders voor het navolgende besluit be nemen:
De Raad der gemeente Zaamslag,
gezien een ingekomen verzoek van A.
Schoonakker, H. de Bruijne en P. de Jonge te
Zaamslag, onder dagteekening van October
1932, om 'n tegemoetkoming uit de gemeente-
tskas ingevolge art. 13 der Lager Onderwijs-
wet 1920, in de kosten van het bezoeken der
school voor Chr. Volksonderwijsaande Polder-
straat, alhier, voor hunne kinderen: Adriana
Schoonakker, geboren 3 Nov. 1924, Janna
Schoonakker, geboren 20 Sept. 1925, Mina de
Bruijne, geboren 14 Miei 1925, en Jozina de
Jonge, geboren 10 Aug. 1925, welke sedert
1 Mei 1932 genoemde school bezoeken, en
wel ten bedrage van 30 per kind en per
jaar;
overwegende, dat de woningen van adres-
santen meer dan 4 KM. van genoemde school
venwrjderd zijn en binnen den afstand van
4 K.M. geen gelegenheid tot het ontvangen
van het door hen gewenschte onderwijs be-
staat;
dat door genoemde kinderen de leerplich-
tige leeftijd is beredkt door Adriana Schoon
akker 3 November 1931, door Janna Schoon
akker 1 Mei 1932, door Mina de Bruijne 14
Mei 1932, en door Jozina de Jonge 10 Augus
tus 1932;
gelet op artikel 13 der Lager Onderwijswet
1920;
besluit
I. Aan adressanten eene vergoeding toe
te kennen ingevolge artikel 13 der Lager On
derwijswet 1920, gnoot elk 30 per kind per
jaar, als volgt
aan A. Schoonakker te Zaamslag, C 131,
voor zijn dochter Ariana met ingang van
1 Mei 1932, en voor zijn dochter Janna met
ingang van 20 September 1932;
aan H. de Bruijne te Zaamslag, C 100, voor
zijn dochter Mina met ingang van 14 Mei 1932
en
nan P. de Jonge te Zaamslag, C 149, voor
zijn dochter Jozina met ingang van 10 Augus
tus 1932;
zul'ks voor ieider gedurende den tijd, dat
genoemde kinderen leerplichtig zijn en opge-
melde school bezoeken en hun woning meer
dan 4 K.M. van die school verwijderd is;
II. Afschrift van deze beschikking te zen-
den aan adressanten, onder mededeeling, dat
zij binnen dertig dagen na toezending van dit
besluit, hiertegen bij Giedeputeerde Staten in
beroep kunnen komen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
14. Vaststelling begrooting gemeenteiyk
electrisch bedrijf voor 1933.
De heer A. DEES deelt namens de com-
missie van onderzoek mede, dat hierop geen
aanmerkingen gevallen zijn. De commissie
heeft vemomen, dat Burgemeester en Wethou
ders verlaging van het tarief overwegen. Hij
spreekt de hoop uit, dat dit zoo spoedig moge
lijk zal volgen.
De SECRETARIS deelt, ter voorkoming
van misverstand, mede, aan de commissie te
hebben medegedeeld, dat verlaging van 45 tot
40 cent per K.W.U. door Burgemeester en
Wethouders overwogen wordt, omdat zij ver-
meenen, dat dit mogelijk zal zijn. De beslis-
sing kan echter eerst vallen wanneer de uit-
komsten over 1932 bekend zullen zijn.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat deze
zaak mooi marcheert.
De begrooting wordt met algemeene stem-
men vastgesteld als volgt:
Afdeeling I. Baten en lasten 18.561,53.
Afdeeling H. Baten en lasten 3700.
(Wordt vervolgd.