LANDBOUWBEBICHTEy,
BtmOEBLIJKE STABD
PROVINCIALE STATEN VAN
ZEELAND.
RECHTSZAKEN.
neer ze eens iemand noodig hebben zouden
moeten gaan afvragen of de te nemen per-
soon die of die wel bevalt.
De beer SEGHERS: Maar is door de Gas-
commissie ook niet gevraagd waarom die
vroegere persoon niet meer mee mocht voor
het opnemen der meters?
De VOORZITTER: Zeker, maar ik acht het
niet gewenscht dat hier thans te zeggen:
eerst indien het noodig mooht worden, zullen
Burgemeester en Wethouders daarmede voor
den dag komen.
De heer SEGHERS: De boekhouder heeft
daarvoor een reden opgegeven, maar dat was
een euvel waaraan ook de tegenwoordige op-
nemer mank gaat.
De heer VAN KAMPEN geeft te kennen dat
bij de zaak aldus beziet, dat de raad een be
sluit genomen heeft, waaruit volgt dat het
aanstellen en ontslaan van los personeel tot de
competentie van den directeur behoort en
■dat de raad, al keurt hij de wijze waarop dit
gesehiedt niet goed, daarin heeft te berusten.
Ala de raad het er niet mede eens is, kan
besloten worden die regeling te wijzigen, maar
zoolang dat niet is geschied moet men de han-
delingen van den directeur eerbiedigen. Hij
kan zich niet vereenigen met een gang van
zaken die nu gevolgd wordt, en acht het noch
in het belang van den directeur, noch in die
van zijn onderhebbend personeel, die zaken
publiek in den gemeenteraad op deze manier
te bespreken. Wenscht men personen tot on-
derwerp van een debat te maken, dat men
dit dan toch pas doe in besloten vergadering.
Een dergelijke bestrijding in openbare ver
gadering gaat z.i. niet op.
Van denzelfden over den stank afkomstig
van het Nieurwediep. Hiervoor zijn maatrege-
len getroffen. Er wordt toezioht uitgeoefend,
dat slachtafval en andere stankverspreidende
stoffen behoorlijk worden afgedekt en ,,voor
het vuurtje stoken" door de jeugd waren reeds
maatregelen getroffen.
De heer VERSCHELLING betuigt zijn dank
aan Burgemeester en Wethouders voor het
spoedig treffen van maatregelen tot oplossing
dezer zaak. Hij hoopt nu maar dat streng
toezicht zal worden gehouden, opdat zich
herhaling van de stankverwekkende hande-
lingen voordoen, vooral is het gewenscht dat
tegen het vuurtje-stoken gewaakt wordt,
want dat was naar hij meent de voornaam-
ste oorzaak van den stank.
Op de vraag van den heer P. van Bende-
gem over den aankoop van een strookje
grond van J. D. van Drongelen op den hoek
van de Ds. Jan Scharpstraat, wordt verwezen
naar het desbetreffende punt onder 5b.
Op de vraag van den heer A. P. de Ruijter
over het plaatsen van een brievenbus op het
„Plaatje" wordt medegedeeld, dat volgens
mededeeling van den heer Directeur van het
Postkantoor, zelfs met medewerking van hem,
aldaar geen bus geplaatst zal worden, op
grond dat het Postkantoor binnen 10 minuten
loopens is te bereiken.
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat dit
een algemeen standpunt van de posterjjen is.
3. Regeling jaarwedden der wethouders.
In de vorige vergadering hebben, naar aan-
leiding van het door Gedeputeerde Staten ge
vraagd advies, de stemmen gestaakt over een
voorstel van den heer J. de Feijter am te ken
nen te geven dat de raad de jaarwedden der
wethouders met 10 wenscht verminderd te
zien.
De stemmen staken opnieuw, zoodat het
voorstel wordt geacht te zijn verworpen.
Voor stemmen de heeren Van Kampen, De
Ruijter, Van Bendegem, I. de Feijter en J. de
Feijter; tegen stemmen de heeren 't Gilde,
Ortelee, Seghers, Verschelling en Dieleman.
De heeren Oggel en Van de Bilt onthouden
zich van stemmen.
De heer 't GILDE merkt op, dat de termijn
voor het inzenden van een antwoord was ge-
steld op 1 November en de beslissing van den
raad toch te laat komt.
De VOORZITTER deelt mede, dat daarin is
voorzien; de uitslag der eerste behandeling
is aan Gedeputeerde Staten bericht, onder
mededeeling dat heden een beslissing zou wor
den genomen.
De heer 't GILDE merkt op, dat dit onder-
werp, door de thans genomen beslissing niet
is afgeiwerkt en hij zou een nieuiw voorstel
wiLlen doen, daar hij er niet mede teivreden
is, dat de vragen van Gedeputeerd Staten zou
den worden beschouwd als zonder meer voor
kennisgeving te zijn aangenomen.
Aangezien de wethouders zelf met een
voorstel tot korting op hun jaarwedde zijn ge-
komen, zou hij hun in overweging willen
geven de consequentie daarvan te aanvaarden
door een daad, want slechts met den mond
bezuinigen beteekent, als het niet door daden'
wordt gevolgd niets. Voor hen staat de ge-
legenheid open om het streven naar bezuini-
ging daadwerkelijk te betoonen, door, zooals
gesehiedt, een deel van hun jaarwedde niet te
ontvangen en in de gemeentekas te laten. Dat
zou consequent zijn. Hij heeft dien raad, of-
schoon hij persoonlijk tegen verlaging der
jaarwedde van de wethouders is, omdat hij
de mogelijkheid wil open houden, dat te eeni-
ger tijd ook een werkman met hersens een
wethouderszete! zal kunnen bezetten.
Kennis nemende van het schrijven van
Gedeputeerde Staten van Zeeland van 2 Sept.
afd. no. 27 omtrent de jaarwedden van wet
houders en ambtenaren van den Burgerl'ijken
Stand;
van meening zijnde, dat een methode van
bezuinigen als in dit schrijven bedoeld in
flagranten strijd is met de overheerschende
meening, dat bezuiniging van bovenaf nood-
zakelijk is, van welke meening den raad dezer
gemeente meermalen aan Uw college heeft
doen blijken;
overwegende daarom, dat het voor den
raad pijnlijk steeds weer te moeten ervaren
dat met gevraagde adviezen geen rekening
wordt gehouden;
besluit:
het bovengenoemde schrijven voor kennis
geving aan te nemen, doch geeft het college
dringend in overweging een salarisregeling
voor burgemeester, secretaris, enz. te ontwer-
pen die in overeenstemming is met de tijds-
omstandigheden.
De VOORZITTER kan met dit laatste niet
meegaan, aangezien de heer 't Gilde daanbij
iets inlascht dat niet aan de orde is, Het gaat
thans alleen over de regeling der jaarwedde
van de wethouders en den ambtenaar van den
burgerlijken stand. De tot nu toe daarom-
trent gedane voorstellen zijn verworpen. Daar-
omtrent kan dus een nieuiw voorstel worden
gedaan, maar dan moet het laatste, betreffen-
de burgemeesters, secretarissen en ontvangers
er uit geschrapt worden.
De heer 't GILDE: Dan heeft mijn motie
geen zin meer.
De VOORZITTER: Ik wil het beginsel
daarvan niet bestrijden, maar het is vreemd
aan de orde dezer vergadering.
De heer 't GILDE: Ik wil de motie dan
stellen in handen van Burgemeester en Wet
houders om deze in de volgende vergadering
aan de orde te stellen. Ik ben het echter met
uwe opvatting niet eens. U liet in de vorige
vergadering den heer J. de Feijter toch ook
staande de vergadering een voorstel doen?
De VOORZITTER: Dat was een ander
geval, dat betrof het in behandeling zijnde
onderwerp. Indien leden een voorstel, buiten
de agenda wenschen behandeld te zien, dienen
zij dat vooraf schriftelijk in te dienen. D&&T-
van kan ik niet afwijken. U kunt iets buiten
de agenda bij de omvraag te kennen geven.
De heer't GILDE wenschte deze motie voor
te stellen, omdat, indien niets gezegd wordt
men in Middelburg zou denken, dat de raad
van Axel voor bezuiniging niets voelt.
De VOORZITTER: Dat weten ze in Mid
delburg wel beter.
4. Benoemen keunneesters en arbiter voor
de jaarmarkt.
Voor de jaarmarkt, die volgens de traditie
zal gehouden worden den laatsten Maandag
van November, stellen Burgemeester en Wet
houders voor te benoemen 2 keurmeesters en
den arbiter. Zij dragen ter benoeming voor
de volgende dubbeltallen
Keurmeesters: P. de Klerk en C. de Putter;
C. A. Michielsen en J. J. Michielsen; arbiter
J. K. de Putter en M. van Fraaijenhove.
De VOORZITTER noodigt de heeren Ver
schelling en Ortelee uit met hem het stem-
bureau te vormen.
Benoemd worden tot keurmeester de heeren
De Klerk met 8 k C. A. Michielsen met 7
stemmen; tot arbiter de heer J. K. de Putter
met 7 stemmen.
Op de heeren C. de Putter zijn 5, J. Michiel
sen 2 en Van Fraaijenhove 4 stemmen uitge-
bracht. 1 briefje is van onwaarde.
Burgemeester en Wethouders worden ge-
machtigd, indien een der benoemden zou be-
danken, zelf een vervanger te benoemen.
5. Verkoop en aankoop van grond.
a. Naar aanleiding van een ingekomen ver-
zoek van J. Wisse, aannemer te Axel, om aan
hem te verkoopen eenige perceelen grond, ge-
legen in de Prins Mauritsstraat, naast het te
bouwen slachthuis, stellen Burgemeester en
Wethouders voor aan adressant te verkoopen
4 perceelen grond. ter oppervlakte in totaal
van pl.m. 450 M2., tegen den prijs van f 2,50
per M2., en verder onder de geldende voor-
waarden.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
b. Burgemeester en Wethouders deelen het
volgende mede:
Destijds, na den bouw van de woning van J.
D. van Drongelen op den hoek van de Prins
HendrikstraatDs. Jan Scharpstraat, bleef
er een schuine hoek over, die later van ge-
meentewege met tegels is belegd, daar van
Drongelen geen plan had, dit als hoektuintje
te bezigen.
Deze ruimte kwam ten nutte van den pu-
blieken dienst.
Waar deze ruimte destijds voor het passee-
ren der notarieele akte door den landmeter
van het kadaster was opgemeten, kan er geen
sprake meer zijn van een verrekening tus-
schen het eventueel meer of minder aahtal
meters dan was gekocht.
Wij stellen U thans voor, deze oppervlakte,
welke aan den publieken dienst ten goede is
gekomen, van J. D. van Drongelen terug te
nemen tegen den destijds door hem betaalden
prijs van 3 per M2. Het aantal meters be-
draagt pl.m. 8.
De heer VAN BENDEGEM vraagt, of de
man voor die overdracht nog kosten zal te
betalen hebben.
De VOORZITTER: Indien zulks niet anders
wordt bepaald, betaalt de kooper de kosten
der acte; aangezien hier niets bepaald wordt,
komen die kosten dus voor de gemeente.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
6. Plaatsen van een benzinepomplnstallatie.
Nader is ingekomen een adres van de
American Petroleum Company te 's-Graven-
hage, luidende als volgt:
Terugkomende op het besluit van Burge
meester en Wethouders, dat de pomp bij Man
gold op advies van den gemeente-opzichter ge
plaatst moet worden in een nis in den muur,
verzoeken wij U nogmaals beleefd hierover
Uw gedachten te laten gaan.
Onzes inziens is de door Uw gemeente-
opzichter vastgestelde plaats niet de juiste en
wel om de volgende reden:
1°. Volgens het rapport der benzine-commis-
sie is de aangewezen plaats voor een ben-
zinepomp de rand van het trottoir, daar
de auto's, welke benzine moeten innemen,
vlak bij de pomp kunnen komen zonder
dat de voorbijgangers hiervan hinder zul
len ondervinden.
2°. De slang, waardoor de benzine wordt af-
geleverd, behoeft niet over het trottoir te
komen, zoodat de voorbijgangers niet ge-
dwongen zijn van het trottoir te gaan.
De door Uw gemeente-opzichter vastge
stelde plaats der pomp in een nis, heeft onzes
inziens de volgende bezwaren:
1°. Bij eventueele aflevering van benzine aan
auto's zijn de voetgangers verplicht van
het trottoir te gaan of te wachten, daar
de afleverslang vanaf de pomp over het
trottoir gelegd moet worden.
2°. Bij vulling der tank door een tankwagen
zullen de vulslang en dampslang der
tankauto over het trottoir gelegd moeten
worden.
Bovendien adviseert de benzinecommissie in
haar rapport dat de pompen, indien dit eenigs-
zins mogelijk is, niet geplaatst moeten wor
den in garages, daar hierdoor een goede ven-
tilatie is uitgesloten.
De heer Mangold wijst er bovendien nog op,
dat een eventueele plaatsing der pomp in een
nis niet mogelijk is, daar hij dan genoodzaakt
zou zijn bij vergrooting van zijn inrit zijn
etalageruimte kleiner te maken en dus een
stuk van zijn spiegelruit zou moeten afsnijden.
Daar de andere in Axel staande pompen
evenieens op den rand van het trottoir zijn
geplaatst, verzoeken wij U naar aanleiding
hiervan het genomen raadsbesluit in dier
voege te wijizigen, dat de pomp alsnog op den
rand van het trottoir geplaatst mag worden.
Burgemeester en Wethouders merken op,
dat naar aanleiding der in de vorige vergade
ring gehouden besprekingen, thans een ge-
zegeld verzoek ter tafel is. In aanmerking
genomen de gebleken zienawijze van den raad,
stellen zij voor, dit verzoek tot wederopzeg-
gens in te willigen, zulks in overleg met den
gemeenteopzichter en behoudens nader even
tueel op te leggen bepalingen.
Dit laatste in Verband met de plannen om,
met ingang van 1 Januari 1933 een vergoe-
ding te heffen van alle dergelijke installaties
in gemeentegrond.
De heer VERSCHELLING kan wel mee
gaan met het voorstel, maar merkt op, dat
Burgemeester en Wethouders door hun slot-
voorwaarde op de zaak vooruitloopen.
De VOORZITTER weerspreekt dit; Burge
meester en Wethouders geven te kennen een
voorstel te zullen doen, wordt dat aange
nomen, dan zal deze pomp onder die bepaling
vallen. Nu wordt de vergunning verleend als
aan ieder ander, en als de raad het voorstel
van Burgemeester en Wethouders niet aan-
neemt, blijft het zooals het is.
De heer VERSCHELLING houdt toch nog
vol, dat als een vooruitloopen op een latere
beslissing te beschouwen, waartegenover de
VOORZITTER zijn standpunt ook handhaaft.
De heer VAN KAMPEN herinnert, de
vorige vergadering de vraag te hebben ge-
steld, of de gemeente niet verantwoordelijk
zou kunnen worden gesteld, indien daar bij
die pomp ongelukken voorkwamen. De voor-
zitter heeft daarop ontkennend geantwoord,
maar spreker kan zich daarmede toch niet
tevreden stellen. Heft spreekt van zelf, dat
de auto's, die daar benzine willen innemen, op
de tramrails moeten staan en als er dan een
tram aankomt kunnen zich licht ongelukken
voordoen. Hij vermeent, dat het de taak van
de raadsleden, als overheid der gemeente, is,
te voorkomen dat zich daar ongelukken kun
nen voordoen, en dus geen toestemming te
verleenen.
Hij voegt hieraan toe, dat die pomp daar
ook strekken zal tot ontsiering van het daar-
bij staande kerkgebouw. Bovendien, dit is ook
de vorige maal reeds opgemerkt, is het niet
zeker, dat de heer Mangold daar steeds zal
blijven wonen. Een ander kan de zaak over-
nemen, die niet, zooals de heer Mangold, den
Zondag als rustdag in aanmerking neemt en
dan zou het kunnen voorkomen dat die pomp
niet alleen aanleiding is tot ontsiering van
het kerkgebouw, maar bovendien ook nog
strekt tot ontheiliging van den Zondag in de
nabijheid der kerk. Hij zal tegen stemmen.
De heer VERSCHELLING: Maar, maar,
dat is raak hoor!
De heer ORTELEE acht hetgeen de heer
Van Kampen naar voren brengt niet juist.
Als de tram komt en er gaat iemand vo6r
loopen, dan wordt hij ook doodgereden. Bij
Wieland staan voortdurend wagens over de
tramrails te lossen of te laden, dat is begon-
nen zoodra de heer Wieland daar is komen
wonen, maar als de tram aankomt, dan ma
ken ze wel dat ze tijdig uit den weg komen.
Hij ziet daarin absoluut geen gevaar. Boven
dien: de tram komt toch zoo maar niet uit
de lucht? Die kan toch niet vliegen?
De heer VERSCHELLING kan het bezwaar
van den heer Van Kampen volstrekt nieit
deelen, voor wat betreft ontsiering van het
kerkgebouw en hij vindt het treurig, dat deze
met het oog op een steenen gebouiw met zoo'n
argument naar voren komt, hij vindt het
kleinzielig, om, met het oog op een kerkge
bouw het plaatsen van een benzinepomp te
willen weigeren.
Het voorstel wordt aangenomen met 11
stemmen tegen 1.
Voor stemmen dfe heeren 't Gilde, Oggel,
Ortelee, De Ruijter, Seghers, Verschelling,
Van Bendegem, Van de Bilt, Dieleman, I. de
Feijter en J. de Feijter; tegen stemt de heer
Van Kampen.
7. Verzoek betreffende den grondslag bil-
jards in de personeele belasting.
Naar aanleiding van het in hunne handen
om bericht en raad gesteld adres der afdeeling
Ter Neuzen van den Bond van Koffiehuis-,
Restauranthouders en Slijters, om den grond
slag biljarten in de personeele belasting te
laten vervallen of daarin aanzienlijke verla
ging aan te brengen, stellen Burgemeester en
Wethouders voor dit adres, als zijnde onge-
zegeld, ter Ziide te leggen.
Zij voegen hieraan toe, dat, wanneer het
adres aan de eischen voldeed, zij zouden advi-
seeren op het adres afwijzend te beschikken.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
(Zie verder het Eerste Blad.)
De tweede zitting van de Provinciale Staten
van Zeeland zal geopend worden op Dinsdag
6 December des avornds te half acht. Het ligt
in de bedoeling de tweede openbare vergade
ring te houden op Donderdag 5 Januari 1933.
Voor deze zitting zijn tot heden de volgende
stukken aan de leden toegezonden.
Dieustregeling bootdienst
VlissingenBreskens.
Van de besturen van den A. N. W. B. en de
K. N. A. C. kwam een verzoek in om uitbrei-
ding van den dienst op de liijin Vlissingen
Breskens van den Provincialen stoomboot-
dienst op de Wester-Schelde.
De directeur van den Wester-Schelde-dienst
heeft daarop geadrviseerd in den zin als hier-
onder door Ged. Staten wordt medegedeeld
en voorgesteld. Het verzoek is tweeledig, nl.
om den dienst op zon- en feestdagen gedu-
rende het zomerseizoen van 4 reizen heen en
terug ten behoeve van het internationaal ver-
keer uit te breiden tot 6 reizen heen en terug
en om de laatste afvaart van Vlissingen ge-
durende den zomer- en winterdienst op alle
werkdagen ongeveer twee uur later dan thans
te stellen. Wat het eerste deel betreft, kan
niet worden ontkend, da^t voor een druk inter
nationaal verkeer 4 reizen naar Breskens te
weinig zouden zijn. Van zoodanig verkeer is
echter naar de meening van Ged. Staten
eigenlijk geen sprake. Het verkeer, gelijk
zich dit thans voordoet, bestaat voor een
groot gadeelte uit vreemdelingep, die tijdelijk
in de Belgische badplaatsen vertoeven en van-
daar een uitstapje naar Walcheren maken.
De auto's, welke des morgens naar Breskens
worden overgebracht, komen nagenoeg alle
des avonds terug; z.g. doorgaande auto's
komen weinig voor. Voor een druk interna
tionaal verkeer zou bovendien de gevraagde
uitbreiding nog geheel onvoldoende zijn, omdat
de tussohentijden dan nog zoo lang zouden
blijken, dat de meeste automobilisten de be-
doelde route zouden willen mijden en de uit
breiding alzoo niet aan het doel zou beant-
woorden. Er zouden daarvoor dan nog meer
diensten dan op de werkdagen moeten worden
gemaakt, waarvoor het tegenwoordige perso
neel niet voldoende zou zijn, zoodat tot uit
breiding er van zou moeten worden overge-
gaan, wat niet geringe kosten met zich zou
meebrengen. Nog daargelaten, dat tegen uit
breiding van den dienst op de Zondagen, gelijk
andermaal gebleken is, ook op andere gron-
den bij; de meerderheid der staten bedenking
bestaat. Voor het tegeniwoordig verkeer op
de Zondagen achten Ged. Staten de thans be-
staande dienstregeling wel voldoende, ernstige
klachten dienaangaande zijn bij hen niet inge
komen. Op de feestdagen, behalve op den
eersten Kerstdag, wordt de dienst als op de
werkdagen uitgevoerd.
Om aan het tweede gedeelte van het ver
zoek te voldoen, zou een vaart moeten worden
ingelegd, aansluitende op den trein welke am
21,39 (zomerdienst) te Vlissingen aankomt.
Dit is evenwel een stoptrein, waarmede te
Vlissingen steeds weinig passagiers voor de
boot zijn te wachten. Die laatste vaart zou
zoo goed als uitsluitend worden gemaakt voor
automobilisten, die zich op Walcheren
hebben opgehouden, het is de vraag, of dit
aantal van eenige bef.eekenis zou zijn. Uit
Holland komende automobilisten kunnen om
9,25 n.m. van Hoedekenskerke naar Ter Neu
zen vertrekken.
Waar Hoedekenskerke door hen ten minste
een half uur vroeger te bereiken is dan Vlis
singen, kunnen zij, wat den tijd aangaat,
evengoed voor Hoedekenskerke naar Ter
Neuzen vertrekken. Met den nieiuwen ver-
bindingsweg, welke thans in Zeeuwsch-Vlaan-
deren gereed is gekomen, is de reis over Ter
Neuzen niet zoo heel veel langer dan over
Breskens. Voorts geldt ook tegen het maken
van de gevraagde late reis het reeds aange-
voerde argument der personeelsuitbreiding.
Op grond van een ander en met het oog op
den ongunstigen toestand der Prov. geldmid-
delen, stellen Ged. Staten voor, het verzoek
af te wijzen.
Rekening Provinciale stoomboot-
diensten over 1931.
Ged. Staten leggen ter vaststelling over de
rekeningen 1931 van den Provincialen stoom-
bootdienst op de Wester-Schelde en van dien
op de Ooster-Schelde. Eerstgenoemde wijst
in ontvang aan 467.864,21 en in uitgaaf
f 697.333,60, alzoo een kwaad slot van
f 229.469,39, de tweede resp. 75.185,56,
85.989,17 en 10.783,61.
Volgens bij de rekeningen gevoegde sta
ten zijn vervoerd op de lijn Vlissingen—
Breskens 113.171 passagiers eerste klasse met
een opbrengst van 62.855,87, en 149,827
tweede klasse met 79.443,67, lijn Vlissingen-
Ter Neuzen 16.017 met 19.113,96 en 36.804
met f 29.553,49; lijn Ter Neuzen Hoedekens
kerke 199.996 met 17.431,93 en 43.198 met
25.599,85; lijn HansweertWalzoorden 18208
met 13.940,90 en 55.101 met 32.916,52; en
met den tramdienst HansweertVlake 53542
passagiers met 8031,60 opbrengst. Op den
Ooster-Seheldedienst was het vervoer 20.375
eerste klasse-passagiers met f 26.488,60 en
29.330 tweede klasse met 30.091,40 opbrengst.
Provinciale begrooting 1933.
Ter goedkeuring bieden Ged. Staten aan de
begrooting der Provinciale inkomsten en uit-
gaven voor 1933, aanwijizend een eindcijfer
van f 8.233.968,07 met een post onvoorzien
ad 33.557,79.
Ter toelichting wijzen Ged. Staten er op,
dat hoezeer deze begrooting, evenzeer als
hare onmiddellijke voorgangster, het stempel
draagt van de minder gunstige tijdsomstan-
digheden, zij er toch in geslaagd zijn, zij het
mede door te beschikken over een niet onaan-
zienlijk bedrag, afkomstig uit de goede sloten
van vorige dienstjaren, tot een sluitende be
grooting te komen, zonder al te ingr.ijlpende
bezuinigingsmaatregelen te moeten voorleg-
gen. Des te aangenamer was hen dit, omdat
tegen twee van de drie mogelijkheden om te
komen tot vermindering der uitgaven, waarop
zij zinspeelden in den geleidebrief bij de be
grooting voor 1932 toch wel zeer ernstige
bedenkingen kunnen worden geopperd. Zou
de provincie zich geheel onttrekken aan de
eenmaal opgenomen taak, een bijdrage te ver
leenen in de verplegingskosten van armlastige
krankzinnigen dan belast men de lagere pu-
bliekrechtelijke organen zwaarder, wat voor
de ingezetenen der provincie feitelijk een ver-
schuiving, doch geen verminderen van lasten
zou beteekenen.
Ook een zij het wellicht tijdelijke verlaging
van de wedden en loonen van het provinciaal
personeel, meenen Ged. Staten thans nog niet
in overweging te moeten geven, daar die in
Zeeland, vooral wat de hoogere rangen be
treft niet aan de hooge kant zijn. Wel over-
wegen Ged. Staten nog nader of er voor be-
paalde groepen van hoogere ambtenaren en bij
aanstelling van nieuw personeel in die groe
pen, een lagere bezoldiging kan worden toe-
gekend. Zoo bleef van de drie bedoelde mo-
gelijikheden slechts over een meer of minder
belangrijke inpenking der ten laste der Prov.
fondsen verleende subsidieen en bijdragen. De
betrokken instellingen zullen daardoor niet
bovenmatig worden belemmerd in hun streven
en kregen in den aanvang van dit jaar reeds
bericht bij het opmaken van hare begrootin-
gen voor 1933 emstig rekening te houden met
een mogelijke verlaging van het Provinciaal
subsidie. De slag komt derhalve, zoo al van
een slag sprake kan zijn, allerminst onver-
wachts; het is Ged. trouwens bekende, dat
verschillende der bedoelde vereenigingen en
instellingen de aanschrijving ter harte hebben
genomen, zonder dat zij zich bij de uitoefening
harer werkzaamheden hierdoor al te zeer be
lemmerd zien. Op grond van een en ander
geven Ged. Staten in overweging, alle subsi-
dien en bijdragen uit de Provinciale kas, met
uitzondering van die welke tot een bepaald
bedrag en/of voor een bepaalden termijn zijn
toegekend; met 10 te verminderen. Een
ontwerpbesluit bieden Ged. Staten de Staten
aan.
Ook op de uitgaven voor reis- en verblijf-
kosten van de leden der Prov.- en Ged. Staten
meenen Ged. Staten dat kan worden bezui-
nigd.
Vervolgens liehten Ged. Staten nog ver
schillende onderdeelen van de begrooting meer
of minder uitvoerig toe, waaraan wij nog
ontleenen, dat Ged. Staten er nog niet toe
kunnen besluiten voor te stellen het voile
bedrag van 125.000 voor het wegenfonds uit
te trekken, wat voor een goede financieering
toch gewenscht zou zijn, maar dit wel zouden
willen doen als bewaarheid wordt, dat de
N.V. P.Z.E.M. over 1932 2y2 dividend kan
uitkeeren, wat echter thans nog slechts voor-
loopig door het dagelijksch bestuur der N.V.
is medegedeeld.
Regeling reiskosten.
In hun afzonderlijk voorstel ter dezer zake
deelen Ged. StatiAi mede er h.i. geen aanlei
ding is wijziging te brengen in de vergoedmg
voor reis- en verblijfkosten der ambtenaren,
omdat voor hen sedert 1 Augustus j.l. reeds
verlaagde bedragen gelden en er bij de
hoofden van dienst op is aangedrongen het
maken of doen ma ken van dienstreizen zoo-
veel mogelijk te beperken. Ged. Staten heb
ben trouwens nooit den indruk gehad, dat op
dit gebied door overdrijving gezondigd is.
Eenigszins anders staat het met de regeling
der vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor
de leden der Prov. en Ged. Staten. De reis-
kostenregeling zouden Ged. Staten willen
laten zoo zij is, en inzake het presentiegeld
willen kij aan de Staten overlaten te beslissen
of 5 per vergadering of bijeenkomst al dan
niet te hoog is.
Wat betreft de verblijfkosten, die voor eer
ste klasse rijksambtenaren van 12 op 10,20
zjjn gebracht is het echter iets anders.
Ook hier geldt nu 12 en stellen Ged. Sta
ten voor dit bedrag thans te bepalen op f 10
per etmaal, f 5 voor een half etmaal en 3 als
de reis om 7 uur des voormiddags of later
aanvangt en in den namiddag van dienzelfden
dag, doch niet na 18 uur eindigt, omdat dan
de hoofdmaaltijd niet buiten de eigen woning
gebruikt behoeft te worden.
Subsidie stoombootdienst
StavenisseZijpe.
In de eerste zitting van dit jaar namen
Ged. Staten een voorstel terug om in te trek
ken het besluit van 18 Juli 1923 waarbij aan
de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij tot
wederopzeggens een subsidie van 5000 werd
verleend voor de instandhouding van een
stoombootdienst tusschen Stavenisse eener-
zijds en Zijpe en Anna-Jacobapol<^er ander-
zjjds. Een onderzoek heeft wel reeds doen
blijken, dat van de gemeentebesturen van
Zierikzee en van de gemeenten op het eiland
Tholen niet anders dan platonische belangstel-
ling is te verwachten; van belangrijken daad-
werkelijken steun is geen sprake. Ged. Staten
zouden hierin voldoende aanleiding kunnen
vinden om het tijdelijk teruggenomen voorstel
onveranderd te handhaven, lag er niet het
advies van den Rijkstuinbouwconsulent, dat
hen de overtuiging heeft geschonken, dat een
dergelijke verbinding indendaad reden van
bestaan heeft. Zij vinden daarin aanleiding
voor te stellen in het vervolg 2000 beschik-
baar te stellen voor dit doel, want zij achten
het onnoodig, dat de Provincie, gelijk tot dus-
verre, alle of althans nagenoeg alle kosten die
deze instandhouding vordert, voor haar reke
ning neemt. Dreigt alsdan de dienst niet te
zullen worden gehandhaafd, dan ligt het op
den weg der betrokken gemeenten, daanbij al
dan niet gesteund door het particiulier initia-
tief, te trachten het behouid van dezen dienst,
waarbij in de eerste plaats de ingezetenen
belang hebben, te verzekeren.
Ovemoming laagspanningsnet.
Ged. Staten stellen voor aan de N.V. P.Z.
E.M. een crediet te verleenen van 5000 voor
de ovememing van het laagspanningsnet der
gemeente Graauw en Langendam.
Rekening Prov. Wegenfonds 1931.
Ter vaststelling bieden Ged. Staten aan de
rekening van het Provinciaal wegenfonds over
1931, aanwijizend in ontvang 842.311,48 en in
uitgaaf 541.509,89, alzoo een goed slot van
300.801,59.
VERNIETIGING VAN HYACINTHEN-
BOLLEN.
Na de koffie, katoen, koeien, bloemkool,
enz. thans de hyacinthenbollen! schrijft het
,,Handelsblad". In de bollenstreek is men
thans begonnen om voor elke 100 Rijnland-
sohe roeden, die een kweeker met hyacinthen
zal beplanten, 4 mud bollen te vemietigen
door ze in een kuil te werpen en met onge-
bluschte kalk te bedekken.
Vier mud per 100 R. R. staat gelijk met
28 mud per hectare. Bovendien is de bepa-
ling gemaakt, dat de helft der ingeleverde
bollen een omvang moet hebben tusschen 12
en 18 cM! En tenslotte verbinden de onder-
teekenaars van het desbetreffende contract
zich, om op straffe eener maximale boete van
5000 tot volgend jaar 1 November geen
zaken te doen met kweekers, die het contract
niet hebben onderteekend. Men rekent er op,
dat tusschen de 15.000 en 20.000 mud bollen
aldus vernietigd zullen worden. Het contract
is opgesteld en wordt door de kweekers aan-
gegaan met de vereeniging ,,De Hyacinth",
groep hyacinthenkweekers van de Alg. Ver.
voor Bloembollencultuur. Op 1 December moet
de vemietiging haar beslag hebben gekregen.
De waarde van de te vemietigen 15 k 20.000
mud wordt geschat op 200.000 k f 300.000,
doch de productiekosten er van zijn hooger
geweest. Indien de helft, zooals in minimum
is voorgeschreven, aanstonds leverbaar goed
is, zullen er volgend jaar 16 a 20 miUioen
lsverbare bollen minder zijn, waardoor dan
de te verkoopen voorraad 8 k 10 zal zijn
verminderd. De invloed van de andere helft,
het kleine, nog niet leverbare goed, wordt
pas later merkbaar.
Voor den kweeker en liefhebber heeft deze
vemietiging op groote schaal het moge dan
wel geen voedingsmiddel betreffen weinig
aantrekkelijks, doch het is dan ook een nood-
sprong
EEN FLI.NKK KEREL.
De Amsterdamsche kinderrechter Mr. G. T.
de Jongh, vertelt in het ,,Maandblad voor
Reclasseering"
Als getuige verscheen de patroon van den
verdachte, een stoere slager in een lederen
jas, die met veel kracht en klem betoogde,
dat de jongen, die hem voor een 25 bedro-
gen had, in den grond der zaak geen schuld
had en dientengevolge geen straf verdiende.
De kinderrechter gaf te kennen, dat hij uit
de rapporten ook den sterken indruk had ge
kregen, dat de fout schuilde in de grove ver-
waarloozing en de liefdelooze behandeling der
ouders en niet in het karakter van den knaap,
maar dat het wegens de bezuiniging groote
moeite zou kosten een maatregel te vinden,
die den knaap ten goede zou komen en hem
voor verdere misstappen zou vrijwaren.
Daarvoor zou hij opgenomen moeten worden
in het Jongenshuis aan de Prins Hendrik-
kade, maar Zijn loon bedroeg slechts 7 k 8
en voor een dergelijke verpleging was
kleederen en zakgeld inbegrepen minstens
f 15 per week benoodigd. In gewone omstan-
digheden zou de Regeering bij een voorwaar-
delijken maatregel met gezinsvoogdij het
tekort dekken, maar daarvan was nu geen
sprake en er zat dus niet veel anders op dan
het requisitoir van het O. M. te volgen en ver
dachte te stellen ter beschikking der Re
geering.
Toen sprong de getuige overeind en sprak
met forsch geluid: Als ik hem dan 15 loon
geef.
Dan is de zaak in orde, antwoordde de kin
derrechter en hij voegde er hartelijk aan toe:
Ik vind u een flinken kerel. De verdachte, die
begreep, wat er gaande was, gaf met tranen
in de oogen zijn baas de hand en een oudere
zuster, die verklaard had, wat haar brt>er in
het ouderlijk huis te verduren had gehad,
kwam hevig ontroerd op hem af.
KOEWACHT.
Geboorten. 8 Oct. Germaine Eulalie Camilla,
d. van H. T. Kips en van M. J. van Rumsite.
19 Oct. Maria Pharailde Coleta, d. van C. P.
de Coninck en van M. C. Goossens. 20 Oct.
Marcel Aloijsius Josephine, z. van C. A. Gijsel
en van J. M. fiujjs. 29 Oct. George Ludo-
vica, z. van H. E. Antheunis en van L. S.
IJsabaert. 30 Oct. Paula Florentina Alber-
tina, d. van H. J. van Grimberghe en van C.
M. Herman.
Overlijden. 6 Oct. Eliza Sidonia Maria
Wezepoel, oud 8 j., d. van J. Wezepoel en
van M. F. de Dijcker. 18 Oct. Roger Camiel
Vlijminck, oud 9 m., z. van H. M. Vlijminck
en van E. L. L. de Schepper. 24 Oct. Joan
nes Levinus Kips, oud 74 j., echtg. van Clem,
de Waele. 31 Oct. Petrus Tulkens, oud 73
j., wed. van Stephanie Marie Sug.
PHILIPPINE.
Geboorten. 23 Oct. Edith Louise Maria, d.
van Augustinus Johannes Rammeloo en ran
Elodia Maria Bogaerd.
Overlijden. 10 Oct. Napoleon Jacobus Fran-
cies Dumoleyn, oud 79 j., echtg. van Leonie
Aernaudts.