Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. OEMENGDE BEEICHTEN Woensdag 9 Nov. 1932. Ho. 8912 AUTO ONDER WATER ONTDEKT. GEMEENTERAAD VAN AXEL. VAN TWEE ZUSTERS GEDOOD. Zondagavond is op den Zutphenschen weg De Steeg een doodelijk ongeluk gebeurd. De twee gezusters Z: liepen links van den weg op de tramrails. Bij het naderen van een tram drukten zij zich in een vlak langs de rails staand hek, dat onvoldoende ruimte liet, zoodat beiden door uitstekende deelen van de tram werden getroffen. Emstig gewond werden zij naar het ziekenhuis te Velp ver- voerd, waar zij beiden 's nachts zijn averleden. Maandagmorgen vonden voorbijgangers in de Ringvaart, nabij Oudendijk een personen- auto geheel onder water. Bij nader onderzoek vond men in den wagen het lgk van een ongeveer dertigjarigen man, in wien men herkende den heer P. Met uit Beemster, een ongehuwden man, die bij zijn vader op de boerderij woont. Men weet nog niet hoe het ongeluk zich heeft toegedragen. VAN EEN DAK GEVALLEN. Maandagochtend ongeveer halfnegen is een werkman, wonende aan de Van Mierisstraat, bij het verriohten van werkzaamheden aan het dak van de Witte Societeit op het plein te Den Haag, daarvan afgevallen. De ongeluk- kige bezweek vrijwel onmiddellijk aan de be- komen verwondingen. De werkman was in de dakgoot van de Witte Societeit bezig een last van 200 Kg. neer te laten langs een door electriciteit be- wogen kabel. Op een gegeven moment schoot het touw van een der hijschbalken los, daarbij den balk meesleurende. De werkman, die bij de hijsch- inrichting in de dakgoot stond, verloor dien- tengevolge zijn evenwicht en stortte van een hoogte van 17% M. neer, met het reeds ge- melde droevige gevolg. GEHEIME DISTILLEERDERIJ ONTDEKT. Amibtenaren der accijnzen hebben, met be- hulp van de politie een inval gedaan in een pand aan den Z. O. Buitensingel te Amster dam op het vermoeden, dat daar een geheime distilleerderij zou worden gedreven. De huur- der van het pand, een melkboer, die daar e'n „zaak" dreef, was niet aanwezig, zoodat de deur geforceerd moest worden. Het vermoe den der ambtenaren bleek juist te zijn. In het pand trof men n.l. inderdaad een jenever- stokerij aan, in plaats van een papkokerij. Een distilleertoestel, een groot aantal kuipen, eenige bussen met gistende grondstoffen en verdefb ingredienten, noodig voor het stoken van ienever, werden in beslag genomen. De melkboer is nog niet gevonden. VAN MOORD VERDACHT. Zondagmorgen is naar het Handelsblad meldt, direct na aankomst van de ,,Batavier" te Rotterdam op last van de Haagsche politie een 45-jarige Chinees aangehouden. De arrestant is naar de residentie overgebracht, waar hij in bewaring is gesteld. De Chinees wordt verdacht aan boord van het tankschip ,,Mitra" een landgenoot te heb ben igedood. De vorige week is de ,,Mitra" te Londen aangekomen en daar heeft de kapitein bij de politie aangifte gedaan, dat een lid van zijn bemanning was gestorven na een twist en een veohtpartij met een Chinees. De Londen- sche politie achtte zich niet gerechtigd om den dader te arresteeren, omdat de vechtpartij op een Nederlandsch schip, dus op Nederland- schen bodem was geschied. De ,,Mitra" be- hoort aan de Petroleum-Mij „La Corona" te 's-Gravenhage. De verdachte Chinees is te Londen aan boord gebracht van de „Batavier", waarmede ho naar Rotterdam is overgebracht. WISSELLOOPER f 5000 KWIJT. Zaterdagmorgen moest een 60-jarigen wis- sellooper in het geldkantoor aan de N. Z. Voorburgwal te Amsterdam aan het loket van girouitbetaling een bedrag van f 6000 innen. Hij kreeg 5 bankbiljetten van f 1000 en dui- zend gulden in kleiner geld. Om de groote biljetten te wisselen ging hij naar de Rotter- damsche bankvereeniging, waar hij tot de onaangename ontdekking kwam, dat hij vijf biljetten van 1000 kwijt was. Men vermoedt dat hij het geld in het geldkantoor, waar hij van het loket giro-uitbetaling naar loket post/wissels is gegaan of op straat verloren heeft, maar de kans is ook niet uitgesloten, dat een zakenroller zijn slag heeft geslagen. Door de gedupeerde firma is een belooning van f 500 uitgeloofd voor terugbezorging der biljetten, waarvan de nummers bekend zijn, of voor het geven van inlichtingen, die tot terugbezorging kunnen leiden. HONDERDEN VERSTOPTE GULDENS GEVONDEN. In Houthem overleed op hoogen leeftijd een man, die als arm bekend stond en door het Burg. Armbestuur en de publieke liefdadig- heid werd onderhouden. Na de begrafenis werden honderden guldens in de woninig ge vonden verborgen op de omogelijkste plaat- sen. De politie nam reeds het geld in bewa ring en de familie nam geld mee naar huis. Dieiven hebben ook nog de woning bezocht. Of Zij iets gevonden hebben is onibekend. ERNSTIGE BRANDWONDEN BEKOMEN BIJ BRAND. Vrijdagnacht ontstond brand in de groote ^landbouwerswoning van den heer J. aan het Amsteleind te Oss, bewoond door den eigenaar en zijn zuster. Het vuur greep zoo snel om zich heen dat beiden met slechts groote moei- te en niet zonder ernstige brandwonden op te loopen het huis konden verlaten. De branidweer kon niet voorkomen, dat de groote boerderij met inboedel in de vlammen opging. Het gelukte twee koeien te redden. Een groote partij hooi, zeer veel landbouw- gereedschappen, 40 kippen, eenige varkens en twee kalveren verbrandden. De landbou- werswoning van den heer B. wist men te be- houden. Een hooischuur van den heer B. werd eveniwel een prooi van 't vuur. Oonzaak van den brand is vermoedelijk kortsluiting. Alles was verzekerd. Vergadering van Dinsdag 8 November 1932, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. Th. van de Bilt, A. Th. 't Gilde, A. Verschelling, L. P. Ortelee, I. de Feijter, P. van Bendegem, B. Seghers, C. van Kampen, A. P. de Ruijter, F. Dieleman en J. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J. Maris. Afwezig de heer C. Hamelink. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Hij' stelt vervolgens aan de orde: 1. Notulen. Voorgesteld wordt de notulen der vergade ring van 20 Sept. 1.1. vast te stellen, zooals doze in druk zijn verschenen. De heer SEGHERS merkt op, dat op blad- zijde 25, 7de regel staat vermeld ,,hij heeft er met den directeur over gesproken. Dit moet zijn „er is met den directeur over gesproken". Aldus gewijzigd, worden de notulen met algemeene stemmen vastgesteld. De heer OGGEL wil een mededeeling doen naar aanledding der notulen. Als voorzitter der anti-revolutionaire raadsfractie kan hij mededeelen, dat het geschil, dat in de vorige vergadering tusschen 2 leden dier fractie bleek te bestaan opgelost is. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 2. Ingekomen stukken en mededeelingen. a. Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 23 September 1932, waarbij wordt bericht de goedkeuring der verordening ex art. 10 en 43 der drankwet vastgesteld in de raadsvergade ring van 26 Juli 1932. Aangenomen voor kennisgeving. b. Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland dd. 30 September 1932, waarbfl wordt goedgekeurd de in de raadszitting van 20 Sep tember vastgestelde wijiziging der verorde ning op het agentschap der arbeidsbemidde- ling. Aangenomen voor kennisgeving. c. Het raadsbeslruit van 20 September 1932 tot verkoop van grond aan J. A. de Smidt, voorzien van het bewijs van goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. d. Het raadsbesluit van 20 September 1932 tot verkoop van grond aan Jacobus Gans, voorzien van het bewijs van goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een schrijven van den directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling, waarin deze tot zijn leedwezen bericht geen vrijheid te kunnen vin- den te voldoen aan het verzoek van den raad tot het verleenen eener hoogere ib'ijdrage in het salaris van den agent der arbeidsbemiddeling. Zooals hij reeds in zijn brief van 10 Augustus 1.1. mededeelde, meent hij met het oog op den toestand van 's lands middelen het standpunt te moeten innemen, dat verhooging van de rijksbijdrage in de jaarwedden van de agenten van de arbeidsbemiddeling niet door hem kan worden bevorderd. Hij kan hierop ten aanzien van deze gemeente geen uitzondering maken. De heer VAN KAMPEN vraagt, of in het schrijven van Burgemeester en Wethouders aan den Directeur ook tot uitdrukking is ge- komen, dat bedoelde correspondent ook vroe- ger reeds werkte voor een tractement dat geen bezoldiging in evenredigheid van zijn werk zaamheden kon genoemd worden. De VOORZITTER: In dien geest is ge- schreven. De heer OGGEL: Er is ook op gewezen, dat zijn werkzaamheden steeds zijn uitge- breid. Het schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. f. Een missive van Gedeputeerde Staten van Zeeland dd. 21 October 1932, waarbij wordt toegezonden een beschikking van dat college op het adres van A. van Velthoven, eigenaar van het perceel, plaatselijk gemerkt no. 31 te Axel, waarbij deze in beroep komt tegen het besluit van den raad dier gemeente d.d. 26 Juli 1932 tot onbewoonbaarverklaring van bovengenoemde woning, welke gelegen is aan de Oude Wijk aldaar; gezien het ingewonnen ambtsbericht van Burgemeester en Wethouders van Axel, als- mede dat van den inspecteur van de volks- gezondheid Jonkheer G. de Graeff en over- wegende dat ook uit laat.stgenoemd rapport blijkt, dat bovengenoemde woning teneenen- male ongeschikt is ter bewoning en niet door het aanbrengen van verbeteringen in bewoon- baren staat kan worden gebracht wordt met handhaving van het bestreden besluit van den raad het beroep ongegrond verklaard. Aangenomen voor kennisgeving. g. Proces-verbaal van de op 26 September 1932 ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden opneming der boeken en kas, waar bij; is gebleken, dat het batig slot over het dienstjaar 1931 bedraagt blijkens ingeleverde rekening van den gewonen dienst f 17.872,49%, van den kapitaaldienst f 4.780,97, dat ten bate van het dienstjaar 1932 komt het batig slot der vastgestelde rekening over 1931 voor zoo- ver dat niet reeds in de vastgestelde rekening over het dienstjaar 1931 is verantwoord. Van den gewonen dienst 25.532,98%, van den kapitaaldienst f 11.921,70, dat de kosten over den dienst 1932 tot op datum hebben bedragen f 115.128,54 tesamen 175.236,69, dat de uit- gaven over den dienst 1932 tot op datum heb ben beloopen f 141.729,25, zoodat in kas moest zijn f 33.507,44, hetgeen overeenkomt met het totaal der in de kas bevonden en in dat proces verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. h. Een schrijven van de Provinciale com- missie voor Werkloozenzorg van N.V.V. en S.D.A.P. luidende als volgt: De vooruitzichten voor het komende najaar en de daarop volgende winter zijn in het al- gemeen niet rooskleurig. Zeer waarschijnlijk zal in onze provincie en Uw gemeente de werkloosheid buitengewoon groot worden en zult U naar middelen moe ten uitzien om den nood te lenigen. Op 16 December van het vorige jaar heb ben wij doen toekomen onze motie met de memorie van toelichting, welke er geheel was op gericht om een goede verzorging voor de werkloazen in onze provincie tot stand te doen komen. In het algemeen kan deze worden gehand- haafd, de daarin aangegeven objecten bestaan vrijwel nog alien. Vervolgens vestigen wij beleefd Uw aan- dacht er op, dat in de afgeloopen periode meer dan eens is gebleken, dat door verschil- lende gemeentebesturen dan pas aan de ver zorging van de werkloozen werd gedacht en begonnen, wanneer er een belangrijk aantal werkloozen in hun gemeente waren. Het gevolg hiervan was, dat dikwijls tijdens de on derhamdelingen met het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, welke allicht eenige tijd vorderden, de werkloozen niet tewerk- gesteld, hetzij geen steun konden ontvangen. Ten einde dit te voorkomen verzoeken wij U eveneens beleefd, wanneer in Uwe gemeente met eenige redelijke veronderstelling, een zoo- danige werkloosheid kan worden verwacht, dat hulp zal moeten worden verleend, tijdig Uw maatregelen te willen nemen. Deze kunnen bestaan in het voorhanden hebben van bepaalde werken, welke in werk- verschaffing kunnen worden uitgevoerd en wanneer die in Uw gemeente niet aanwezig zijn, door er voor te zorgen, dat er in Uiwe gemeente een steunregeling bestaat, waar mede de nood gelenigd kan worden. Deze op- vattingen worden .blijkbaar ook gedeeld door Ten tweede. Bestaat de mogelijkheid, dat dit optreden van den Directeur te wijten aan zijn tegenzin tot aanstelling van vast personeel, volgens het Ambtenaarsreglement door Burgemeester en Wethouders of om zulks te voorkomen of te beletten, waar het in dit geval toch werk- lieden geldt, die resp. 5 jaar en 4% jaar en circa 3% jaar in lossen dienst werkzaam zijn geweest in het gasbedrijf. Ten derde. Is het Burgemeester en Wethouders ook bekend, dat er de laatste weken een onge- huwde en geen kostwinner mede gaat tot op- name van de gasmeters? Zoo ja, zijn Burge meester en Wethouders dan niet van oordeel dat en in het belang van het bedrijf en in het belang der werkloozen aan deze wille- het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en keurige manier van optreden, met opzette Landlbouw. De aanhef van hoofdstuk IV van de op 15 Januari 1932 verschenen steunregeling luidt: Heerscht in een of meer bedrijven ter plaatse een belangrijke werkloosheid, en is naar de meening van het betrokken gemeente- bestuUr daarom toepassdng van een steun regeling gewenscht, dan worden indien toe- kenning van R'ijikssubsidie verlangd wordt t ij d i g een daartoe strekkend verzoek bij mijn Departement ingezonden. Terwijl, nadat den gemeentebesturen is medegedeeld hoe een steunaanvrage dient te geschieden, de slotzin van dit hoofdstuk luidt: Voor tijdige aanvrage wordt derhalve zorg gedragen. Een beroep op de ernstige tijden en een uit- eenzetting van het leed, dat door de werk loozen wordt geleden, achten wij overbodig en bp U alien bekend. Aangenomen voor kennisgeving. i. Een schrijven van C. Hamelink, lid van den gemeenteraad, die daarbij ter behandeling in de eerstvolgende raadszitting voorstelt met ingang van 1 November a.s. aan de werk loozen een brandstoffentoeslag te verstrekken van 1,per week een en ander volgens de daarvoor aan de gemeentebesturen gezonden circulaire van het Ministerie van Binnenland sche Zaken. Burgemeester en Wethouders deelen bij de toegezonden prae-adviezen mede, dat hierom- trent een voorstel zou worden nagezonden, aangezien de Commissie van Advies voor steun aan werkloozen hierover nog niet kon ge- hoord worden. De VOORZITTER deelt thans mede, dat de gang van zaken in deze is tegengeloopen. Bur gemeester en Wethouders hebben getracht reeds voor deze raadszitting een voorstel te formuleeren, doch dat is door de verschillende vergaderingen die gehouden moesten worden, en andere drukke werkzaamheden, niet gelukt. De behandeling zal dus een 14 dagen moeten worden uitgesteld. j. Een adres van A. E. van Nieulande en 5 anderen, bewoners der Kanaalkade die daarin verzoeken am bij de huizengroep voor- bij de brug naar het z.g. Plaatje een straat- lantaren te plaatsen. Het is daar 's avonds als er geen maanlicht is zoo helsch donker dat het moeilijk is bij avond de ingangen naar de woningen te vinden en bijzonder daar waar de zinkput vlak voor het hekje ligt. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit verzoek niet in te willigen. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat Burgemeester en Wethouders een onderzoek hebben ingesteld, en zij daarbij tot de over- tuiging zijn gekomen, dat het bijplaatsen van een lantaarn aldaar niet noodzakelijk is. De heer SEGHERS veaklaart, ook een on derzoek te hebben ingesteld, Wij avond, en dat hij, in verband met de kromming in den weg aldaar, aan dezen weg met druk verkeer het bijplaatsen van een lantaarn als een dringende behoefte beschouwt. De VOORZITTER merkt op, dat hier dus verschil van opvatting bestaat. Burgemees ter en Wethouders hebben overwogen, dat de menschen daar behoorlijk over den weg kun nen passeeren, aangezien ze daar ook nut heb ben van den lantaarn staande aan de over- zijde van het kanaal, en het niet aangaat er op de gevraagde plaats nog een bij te zetten. Hij wil toegeven dat er wel een bij zou kunnen geplaatst worden, maar men moet ook in aanmerking nemen, dat we thans leven in een tijd van bezuinigen en het is daar niet zoo donker, dat als gevolg daarvan ongelukken zouden worden veroorzaakt. Men moet ook in aanmerking nemen, dat het niet in het cen trum der kom is gelegen en dat men moest wenschen, dat alle buitenwijken zoo verlicht waren. De heer SEGHERS veronderstelt, dat men toch niet zal willen beweren, dat het daar geen drukke passage is, en als de menschen uit hun woning komen zijn ze verblind door het licht en zien op den weg niets. Het licht aan den overkant van het kanaal beteekent voor verlichting van dezen weg zeer weinig. Hij wljst op de Emmastraat, waar de toestand veel gunstiger is. Daar staan nog maar enkele woningen en daar zijn toch reeds 2 straatlantaams geplaatst. Hij meent, dat de menschen aan de Kanaalkade evenveel recht hehben op verlichting als die in de Emma straat. De VOORZITTER erkent, dat, als men het verkeer gaat vergelijken, dit in de Emma straat veel geringer is. Daar is echter veel gebouiwd. De bewoners dier straat hebben zelfs al om een derden lantaarn gevraagd. Burgemeester en Wethouders hebben echter gezegd: dat doen we nog niet, dan moet er eerst weer meer gebouwd zijn. De heer SEGHERS wijst er op, dat er door het veel grooter verkeer in de Kanaalkade, ook meer gevaar bestaat dan in de Emma straat. Door de Kanaalkade passeeren zeker 35 auto's tegen 1 door de Emmastraat. De VOORZITTER merkt op, dat daarvoor geen meerdere verlichting behoeft te worden aangebracht, aangezien auto's en rijwielen moeten voorzien zijn van licht. De heer VAN BENDEGEM heeft van mor- gen een en ander ook eens opgenomen. Hij vraagt, of die 2 lantaarns aan de overzijde van het kanaal altijd branden. De VOORZITTER: Die staan daar natuur- lijk om te worden ontstoken; wanneer er een niet brand beteekent dit, dat er iets zou haperen. De heer VAN BENDEGEM gelooft dan ook wel, dat ze daarvan op de Kanaalkade genoeg licht krijgen. Het afwijzend voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stem- men aangenomen. k. Beantwoording door Burgemeester en Wethouders van in de vorige vergadering ge- stelde vragen: door den heer A. Verschelling: Ten eerste. Is het juist dat ondanks aanschrijving door of namens Burgemeester en Wethouders daar als gevolg van den meermalen uitgedrukten wensch van gascommissie en gemeenteraad, de losse werkkrachten, werkzaam in het Gas bedrijf, door den Directeur op de meest wille- keurige wijze worden te werk gesteld of ont- slagen lijke bevoorrechting van bepaalde personen eens ten spoedigste een eind worde gemaakt en zoo de directeur in bepaalde gevallen af- wijkt, hij dan geen menschen tot slachtoffers maakt, die tal van jaren in het bedrijf werk zaam zijn. Hierop antwoorden B. en W. met verwijzing naar het schrijven van de Gascommissie het volgende Het is ons bij onderzoek niet gebleken, dat bij het aannemen en ontslaan van los perso neel willekeurig wordt te werk gegaan. Los personeel wordt via de Arbeidsbeurs aange nomen. De directeur is daarmede in regel en han- delt zooals Burgemeester en Wethouders hem opdroegen, nadat de Gascommissie daartoe had geadviseerd. De bepalingen van het Ambtenareu-regle- ment zijn niet van toepassing op dat perso neel, zooals U bekend is. Het is juist gebleken dat bij het opnemen der muntmeters een ongehuwde, die geen kostwinner is, heeft geholpen aan het op nemen der meters. Het komt ons voor, dat die werkzaamheden niet aan werkloozen in het algemeen kunnen worden opgedragen. Daarvoor wordt dan ook meestal een werk- looze kantoorbediende aangenomen, daar hier van kan verwacht worden, dat ze bedreven zijn in 't rekenen (verbruikte gas en inhoud van den meter) en dat ze behoorlrjke cijfers schrijven in de opneemboeken. De heer VERSCHELLING: Mijnheer de Voorzitter! Ik moet U meedeelen, dat dat geen ant- woord is op mijn gestelde vragen. Het raakt kant noch wal, men draait er met groote sprongen omheen. Wat betreft de eerste vraag krijg ik ten antwoord, dat het bij on derzoek niet gebleken is, dat bij aannemen en ontslag willekeurig wordt te werk gegaan. Maar wanneer men dan toch 4 losse werk krachten op de gasfabriek gehad heeft, en waarvan er dan 3 losse ontslagen zijn door een besluit genomen in den raad, en nu de vierde losse werkkracht nog steeds op het gasbedrijf werkzaam is, die toch ook in dat raadsbesluit valt, zoo zou ik Burgemeester en Wethouders willen vragen of er dan niet willekeurig worden te werk gesteld op de fabriek. Daar er toch bij de 3 ontslagenen zijn met de genoemde jaren in m'ijn tweede vraag, kunnen dan Burgemeester en Wethou ders mij zoo'n antwoord geven? Ik moet U dan van hier meedeelen, dat het anders niets is dan willekeur bij den Directeur. Is het soms omdat die persoon den tuin onderhoudt en een kropje sla, een boschje prei of een beetje soepgroenten voor mevrouw haalt? En wat vraag H betreft krijg ik ten ant woord, dat het ambtenaren-reglement niet van toepassing is op dat personeel. Maar de directeur heeft toch allereerst ontslagen degenen die om een vaste aanstelling ge vraagd hebben en welke er al lang recht op hadden? Hij heeft er wel een in lossen dienst meteropnemen. Daarvoor worden gebruikt werklooze kantoorbedienden, om de beurt, omdat men van zoo iemand de zekerheid heeft dat hem dat werk kan toevertrouwd worden. En wat nu die eene werkkracht betreft, waarop de heer Verschelling doelt, dat schijnt een buitengewoon goede kracht voor de fa briek te zijn, die echter ook over de Arbeids beurs wordt aangenomen. De heer SEGHERS ondersciirijft de woor- den van den heer Verschelling, dat het aan de gasfabriek met het aanstellen van dat los personeel een daad van willekeur is van den directeur terwijl Burgemeester en Wethou ders daarin maar blijven berusten. De eene wordt maar steeds in dienst gehouden, ter wijl de andere na het nemen van het raads besluit de straat zijn opgestuurd. De VOORZITTER betoogt, dat niet ieder werklooze op de hoogte is van het werk dat die man doet; de directeur zegt hem graag te nemen, omdat hij goed voor het werk is. Moe ten Burgemeester en Wethouders dan den directeur zijn vrijheid in dezen gaan ontnemen en bij hem aandringen dat hij menschen nemen moet die voor het werk niet goed zijn? Het is toch in het algemeen belang, dat het werk op de fabriek zoo goed en zoo economisch mogelijk marcheert? Men moet wel bedenken dat de gasfabriek een handelsondememing is, doch geen filantropisch bedrijf. Ze moet zoo goed mogelijk productief gemaakt worden, en Burgemeester en Wethouders zouden wel aan- leiding vinden tot ingrijpen, indien ze bemerk- ten dat personeel werd aangenomen dat voor het werk niet goed is. De heer SEGHERS voert hiertegen aan, dat de menschen die op straat gezonden zijn, dat stokerswerk toch ook verstaan. Zou de exploi- tatie der fabriek dan duurder geworden zjjn, wanneer men die menschen om de beurt ook voor dat werk had genomen? De VOORZITTER herinnert, dat destrjds in deze kwestie moest worden doorgeslagen. Aan het voortdurend gehaspel over dat losvaste personeel moest een eind komen. De raad heeft toen beslist hoeveel er een vaste aan stelling zouden krijgen en dat de anderen zouden worden ontslagen. De gemeente was daardoor van die menschen af, maar zij staan Burgemeester en Wethouders alien even na. Overeenkomstig de instructie van den Direc teur heeft deze echter de bevoegdheid tot het aannemen van los personeel. Hij neemt daarvoor hen, die hem geschikt voorkomen, over de Arbeidsbeurs. Hrj kiest die uit hen die beschitobaar zijn. Als iemand 10 bietenrooiers vraagt en er zijn 100 men schen voor ingeschreven, dan kan hij daar uit zoeken die hij wenscht. Dat recht heeft de directeur ook, temzlij de gemeenteraad dit anders zou bepalen. De heer SEGHERS kan maar moeilijk aan nemen dat het gebeurt zooals de Voorzitter zegt, want het is een feit, dat de andere losse werkkrachten der gasfabriek sinds 1 Juni IJ. zijn ontslagen, maar dat een hunner feiteljjk voortdurend is aangebleven, terwijl het toch de verwachting was, dat zij om de beurt zou den worden genomen. Hij vindt het wel eigen- aardig, dat die ddne steeds over de Arbeids beurs wordt aangenomen, terwijl hij er nooit komt. Hij kan het niet anders beschouwen, dat dan die man de voorkeur krijgt, omdat hij er na Zijn werk gaat werken voor den direc teur. De VOORZITTER: Dit laatste kan onder- zocht worden. De heer SEGHERS merkt op, dat, als Bur gemeester en wethouders dit gaan onderzoe- ken, het weer op hetzelfde uitioopt. Er is destijds in de vergadering van de gascommis sie gesproken, de directeur was er toen niet, doch toen is door den boekhouder geizegd, dat die andere menschen het werk niet konden. Maar spreker is van meening, dat zij die daar vroeger geweest zijn evengoed voor hulp- stoker dienst kunnen doen als de man die nu steeds genomen wordt. Er is ook gezegd, dat j j ubvvuo gvuumou v« Vfi uti gehouden die nog maar een los dienstjaar indien daar voortdurend een hulpstoker noodig: heeft. Dus het is weer niets anders dan wille- j is> blijkt dat er indertijd ook te weinig aan- keur, mijnheer de Voorzitter, want wanneer er maar voor een persoon werk is, laat het dan om de 1 of 2 weken doen. Maar gelijk stellingen zijn uitgereikt. De heer VERSCHELLING: De directeur heeft na het raadsbesluit gezegd: dan bedank ik er 4, want ik mag er geen lieve kindertjea nomen raadsbesluit van 19 April 1.1., want dan i 0p na houden zouden ze allemaal ontslagen worden. Nu blijkt, dat men alleen die personen dupeert, die de meeste jaren in lossen dienst werkzaam zijn geweest. En wat vraag IU betreft is het weer al het zelfde liedje; er is geen willekeur op de gas fabriek. Want, zeggen Burgemeester en Wethouders, het is juist getbleken, dat bij het De VOORZITTER: Dat mag ook niet. De heer VERSCHELLING: Maar het ge beurt toch! De VOORZITTER: Hij neemt de losse werkkrachten over de Arbeidsbeurs. De heer VERSCHELLING: Dat is toch ook te onderzoeken. Dan moet u maar eens bij den heer De Visser informeeren, of de be- 1 —ww j-w——j - wij civ-ii ucci j-'c v looci liixuiiiicci en, uj_ ue ire- opnemen der muntmeters, enz. een ongehuwde wuste man daar geweest is, om zich te laten rliQ rrnnn 1/Aofiurinnnv ic> Vinnff iyqV> rdnnn n on Vinf tt i. ii j i die geen kostiwinner is heeft geholpen aan het opnemen der meters, want zeggen Burge- meesters en Wethouders, dat kunnen de werk loozen niet. Maar vroeger kon het dan w61, dhn liet men de losse werkkrachten wel de meters opnemen, als dat nu bij Burgemeester en Wethouders geen willekeur is, bij mij dan w61, want het is wel eigenaardig, dat die per soon zijn moeder het bureau des morgens komt schoonmaken. Is dat weer geen wille keur of is het samenloop van omstandigheden, mijnheer de Voorzitter? Hoe komt het dan, dat vroeger een andere ongehuwde meeging tot het opnemen der meters, of wat zit daar achter Maar mijnheer de Voorzitter ik kan het niet verklaren, want in de vergadering van 19 April 1932 is besloten aan 2 een vaste aan stelling te geven en de anderen te ontslaan. De kwestie is dat er geen overeenstemming is verkregen in verband met dat losse personeel, tusschen Burgemeester en Wethouders en gas commissie en den directeur. Toen hebben Burgemeester eh Wethouders gezegd, wij zullen een voorstel aan den raad doen een tweetal vast aan te stellen, want we moeten er ten slotte uitkomen en geef dan degenen die overbodig zijn tegen 1 Mei a.s. ontslag. Daaraan heeft de directeur gevolg gegeven door aan alien die in losvasten dienst waren ontslag aan te zeggen. Hij is gaan rede- neeren: dan houd ik er geen 2 of geen 4, dan geef ik ze allemaal ontslag, aangezien ik er geen lieve kindertjes op na wil houden. Dus, mijnheer de Voorzitter, hoe zou men dan toch tevreden moeten zijn met zoo'n antwoord? En nu mag men weer wel eens vragen op de gas fabriek hoe komen die raadsleden toch aan al die feiten, maar voor mij is dat gauw genoeg opgelost, want het is toch niet dat het bedrijf op een verborgen plaats staat of ergens diep in een bosch van 100 H.A. Neen mijnheer de Voorzitter, van 's morgens vroeg tot's avonds laat komen er de melkboeren en kastjesven- ters, ja tot zelfs de politieke groenteboeren in die straat. De VOORZITTER kan niet^aannemen, dat het in de bedoeling ligt, in deze vergadering weer eens terug te komen op de kwestie van het los-vaste personeel aan de gasfabriek, aangezien die kwestie in den loop van dit jaar door den raad tot een oplossing is gebracht. De door den heer Verschelling gestelde vraag- punten zijn in de vergadering der gascommis sie behandeld. De directeur heeft er toen bij de besprekingen op gewezen, dat hij voor alle werkzaamheden op de gasfabriek niet gebruik kan maken van ongeschoolde krachten, dat hij voor bepaalde werkzaamheden moet kun nen beschikken over menschen die het werk kennen. Die losse werkkrachten neemt hij over de Arbeidsbeurs. Ook is dit zoo met het inschrijven. Ijet is met den kantoorbediende voor meter-opname precies hetzelfde. Vroeger deed de heer Olijslager het, later de heer Butler. Maar nu doet het de zoon van den heer Baert, wiens vader een goed tractement heeft, terwijl zijn moeder ook nog inkomsten heeft van het schoonhouden van lokalen, ter wijl de geheele familie Butler werkloos is. De VOORZITTER wil even opmerken, dat. indien Burgemeester en Wethouders gedwon- gen worden om het lief en leed van verschil lende gezinnen der ingezetenen hier in open- bare raadszitting te gaan bespreken, zij daar toe ook zullen overgaan. Vooralsnog zal hij dat echter niet doen, omdat hij dat niet in het belang der betrokkenen acht. De heer VERSCHELLING kan zich niet aan een indruk onttrekken, dat de bewuste man steeds genomen wordt, omdat deze voor en na zijn werk zich ook disponibel stelt voor den directeur. Hij wil daar niet tegen op komen, want die man is dan vrg in zijn doen en laten. Hij heeft ook niets tegen dien per soon, maar komt in het belang der anderen op voor het recht. De VOORZITTER: Het recht is aan de zijde van den directeur, die, op grond van Zijne instructie vrij is in het aannemen van los personeel en daarvoor neemt die hem 't meest geschikt voorkomen. Als de raad daarmede geen genoegen wil nemen moet men hem niet aanvallen omdat hij overeenkomstig zijn in structie handelt, doch moet men een voorstel doen die te veranderen. De heer VERSCHELLING meent, dat het wel blijkt, dat er iets aan de gasfabriek hapert, aangezien er ook in het verleden brjna geen raadszitting voorbijging of er moest over gesproken worden. De verwachting be- stond, dat dit na het raadsbesluit van 19 April 1.1. niet meer noodig zou zijn. Nu blijkt het echter nog niet in orde en als die toestand zoo blijft, zal spreker inderdaad overwegen een voorstel tot wijziging der instructie te doen. De heer VAN BENDEGEM kan zich ook bij de opmerkingen aansluiten, voor wat be treft de persoon die bij de meteropname mee- gaat, dat anderen dit maar eenmaal mochten doen, terwijl hij hoorde dat een ander het nu al een keer of drie gedaan heeft. Dat kan ook onderzooht worden. De VOORZITTER meent onder de aandacht te moeten brengen, dat men niet uit het oog moet verliezen, dat het belieer der gasfabriek bij Burgemeester en Wethouders berust, en dat het geen aanibeveling kan verdienen, dat de raadsleden zich in openbare raadszitting met allerlei kleinigheden gaan bemoeien en het daarheen zouden sturen, dat Burgemees ter en Wethouders tot in bijzonderheden aan handen en voeten gebonden zijn en zich wan-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 5