Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad.
OEMENGDE BEEICHTEN
Woensdag 9 Nov. 1932. Ho. 8912
AUTO ONDER WATER ONTDEKT.
GEMEENTERAAD VAN
AXEL.
VAN
TWEE ZUSTERS GEDOOD.
Zondagavond is op den Zutphenschen weg
De Steeg een doodelijk ongeluk gebeurd. De
twee gezusters Z: liepen links van den weg
op de tramrails. Bij het naderen van een
tram drukten zij zich in een vlak langs de
rails staand hek, dat onvoldoende ruimte liet,
zoodat beiden door uitstekende deelen van de
tram werden getroffen. Emstig gewond
werden zij naar het ziekenhuis te Velp ver-
voerd, waar zij beiden 's nachts zijn averleden.
Maandagmorgen vonden voorbijgangers in
de Ringvaart, nabij Oudendijk een personen-
auto geheel onder water.
Bij nader onderzoek vond men in den wagen
het lgk van een ongeveer dertigjarigen man,
in wien men herkende den heer P. Met uit
Beemster, een ongehuwden man, die bij zijn
vader op de boerderij woont.
Men weet nog niet hoe het ongeluk zich
heeft toegedragen.
VAN EEN DAK GEVALLEN.
Maandagochtend ongeveer halfnegen is een
werkman, wonende aan de Van Mierisstraat,
bij het verriohten van werkzaamheden aan het
dak van de Witte Societeit op het plein te
Den Haag, daarvan afgevallen. De ongeluk-
kige bezweek vrijwel onmiddellijk aan de be-
komen verwondingen.
De werkman was in de dakgoot van de
Witte Societeit bezig een last van 200 Kg.
neer te laten langs een door electriciteit be-
wogen kabel.
Op een gegeven moment schoot het touw
van een der hijschbalken los, daarbij den balk
meesleurende. De werkman, die bij de hijsch-
inrichting in de dakgoot stond, verloor dien-
tengevolge zijn evenwicht en stortte van een
hoogte van 17% M. neer, met het reeds ge-
melde droevige gevolg.
GEHEIME DISTILLEERDERIJ ONTDEKT.
Amibtenaren der accijnzen hebben, met be-
hulp van de politie een inval gedaan in een
pand aan den Z. O. Buitensingel te Amster
dam op het vermoeden, dat daar een geheime
distilleerderij zou worden gedreven. De huur-
der van het pand, een melkboer, die daar e'n
„zaak" dreef, was niet aanwezig, zoodat de
deur geforceerd moest worden. Het vermoe
den der ambtenaren bleek juist te zijn. In het
pand trof men n.l. inderdaad een jenever-
stokerij aan, in plaats van een papkokerij.
Een distilleertoestel, een groot aantal kuipen,
eenige bussen met gistende grondstoffen en
verdefb ingredienten, noodig voor het stoken
van ienever, werden in beslag genomen.
De melkboer is nog niet gevonden.
VAN MOORD VERDACHT.
Zondagmorgen is naar het Handelsblad
meldt, direct na aankomst van de ,,Batavier"
te Rotterdam op last van de Haagsche politie
een 45-jarige Chinees aangehouden. De
arrestant is naar de residentie overgebracht,
waar hij in bewaring is gesteld.
De Chinees wordt verdacht aan boord van
het tankschip ,,Mitra" een landgenoot te heb
ben igedood. De vorige week is de ,,Mitra" te
Londen aangekomen en daar heeft de kapitein
bij de politie aangifte gedaan, dat een lid van
zijn bemanning was gestorven na een twist en
een veohtpartij met een Chinees. De Londen-
sche politie achtte zich niet gerechtigd om
den dader te arresteeren, omdat de vechtpartij
op een Nederlandsch schip, dus op Nederland-
schen bodem was geschied. De ,,Mitra" be-
hoort aan de Petroleum-Mij „La Corona" te
's-Gravenhage.
De verdachte Chinees is te Londen aan
boord gebracht van de „Batavier", waarmede
ho naar Rotterdam is overgebracht.
WISSELLOOPER f 5000 KWIJT.
Zaterdagmorgen moest een 60-jarigen wis-
sellooper in het geldkantoor aan de N. Z.
Voorburgwal te Amsterdam aan het loket van
girouitbetaling een bedrag van f 6000 innen.
Hij kreeg 5 bankbiljetten van f 1000 en dui-
zend gulden in kleiner geld. Om de groote
biljetten te wisselen ging hij naar de Rotter-
damsche bankvereeniging, waar hij tot de
onaangename ontdekking kwam, dat hij vijf
biljetten van 1000 kwijt was. Men vermoedt
dat hij het geld in het geldkantoor, waar hij
van het loket giro-uitbetaling naar loket
post/wissels is gegaan of op straat verloren
heeft, maar de kans is ook niet uitgesloten,
dat een zakenroller zijn slag heeft geslagen.
Door de gedupeerde firma is een belooning
van f 500 uitgeloofd voor terugbezorging der
biljetten, waarvan de nummers bekend zijn,
of voor het geven van inlichtingen, die tot
terugbezorging kunnen leiden.
HONDERDEN VERSTOPTE GULDENS
GEVONDEN.
In Houthem overleed op hoogen leeftijd een
man, die als arm bekend stond en door het
Burg. Armbestuur en de publieke liefdadig-
heid werd onderhouden. Na de begrafenis
werden honderden guldens in de woninig ge
vonden verborgen op de omogelijkste plaat-
sen. De politie nam reeds het geld in bewa
ring en de familie nam geld mee naar huis.
Dieiven hebben ook nog de woning bezocht.
Of Zij iets gevonden hebben is onibekend.
ERNSTIGE BRANDWONDEN BEKOMEN
BIJ BRAND.
Vrijdagnacht ontstond brand in de groote
^landbouwerswoning van den heer J. aan het
Amsteleind te Oss, bewoond door den eigenaar
en zijn zuster. Het vuur greep zoo snel om
zich heen dat beiden met slechts groote moei-
te en niet zonder ernstige brandwonden op te
loopen het huis konden verlaten.
De branidweer kon niet voorkomen, dat de
groote boerderij met inboedel in de vlammen
opging. Het gelukte twee koeien te redden.
Een groote partij hooi, zeer veel landbouw-
gereedschappen, 40 kippen, eenige varkens
en twee kalveren verbrandden. De landbou-
werswoning van den heer B. wist men te be-
houden. Een hooischuur van den heer B. werd
eveniwel een prooi van 't vuur. Oonzaak van
den brand is vermoedelijk kortsluiting. Alles
was verzekerd.
Vergadering van Dinsdag 8 November 1932,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. Th.
van de Bilt, A. Th. 't Gilde, A. Verschelling,
L. P. Ortelee, I. de Feijter, P. van Bendegem,
B. Seghers, C. van Kampen, A. P. de Ruijter,
F. Dieleman en J. de Feijter, benevens de
Secretaris J. L. J. Maris.
Afwezig de heer C. Hamelink.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformulier.
Hij' stelt vervolgens aan de orde:
1. Notulen.
Voorgesteld wordt de notulen der vergade
ring van 20 Sept. 1.1. vast te stellen, zooals
doze in druk zijn verschenen.
De heer SEGHERS merkt op, dat op blad-
zijde 25, 7de regel staat vermeld ,,hij heeft
er met den directeur over gesproken. Dit moet
zijn „er is met den directeur over gesproken".
Aldus gewijzigd, worden de notulen met
algemeene stemmen vastgesteld.
De heer OGGEL wil een mededeeling doen
naar aanledding der notulen. Als voorzitter
der anti-revolutionaire raadsfractie kan hij
mededeelen, dat het geschil, dat in de vorige
vergadering tusschen 2 leden dier fractie
bleek te bestaan opgelost is.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
a. Besluit van Gedeputeerde Staten van
Zeeland d.d. 23 September 1932, waarbij wordt
bericht de goedkeuring der verordening ex art.
10 en 43 der drankwet vastgesteld in de
raadsvergade ring van 26 Juli 1932.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Besluit van Gedeputeerde Staten van
Zeeland dd. 30 September 1932, waarbfl wordt
goedgekeurd de in de raadszitting van 20 Sep
tember vastgestelde wijiziging der verorde
ning op het agentschap der arbeidsbemidde-
ling.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Het raadsbeslruit van 20 September 1932
tot verkoop van grond aan J. A. de Smidt,
voorzien van het bewijs van goedkeuring van
Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Het raadsbesluit van 20 September 1932
tot verkoop van grond aan Jacobus Gans,
voorzien van het bewijs van goedkeuring van
Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een schrijven van den directeur van
den rijksdienst der werkloosheidsverzekering
en arbeidsbemiddeling, waarin deze tot zijn
leedwezen bericht geen vrijheid te kunnen vin-
den te voldoen aan het verzoek van den raad
tot het verleenen eener hoogere ib'ijdrage in het
salaris van den agent der arbeidsbemiddeling.
Zooals hij reeds in zijn brief van 10 Augustus
1.1. mededeelde, meent hij met het oog op den
toestand van 's lands middelen het standpunt
te moeten innemen, dat verhooging van de
rijksbijdrage in de jaarwedden van de agenten
van de arbeidsbemiddeling niet door hem kan
worden bevorderd. Hij kan hierop ten aanzien
van deze gemeente geen uitzondering maken.
De heer VAN KAMPEN vraagt, of in het
schrijven van Burgemeester en Wethouders
aan den Directeur ook tot uitdrukking is ge-
komen, dat bedoelde correspondent ook vroe-
ger reeds werkte voor een tractement dat geen
bezoldiging in evenredigheid van zijn werk
zaamheden kon genoemd worden.
De VOORZITTER: In dien geest is ge-
schreven.
De heer OGGEL: Er is ook op gewezen,
dat zijn werkzaamheden steeds zijn uitge-
breid.
Het schrijven wordt voor kennisgeving
aangenomen.
f. Een missive van Gedeputeerde Staten
van Zeeland dd. 21 October 1932, waarbij
wordt toegezonden een beschikking van dat
college op het adres van A. van Velthoven,
eigenaar van het perceel, plaatselijk gemerkt
no. 31 te Axel, waarbij deze in beroep komt
tegen het besluit van den raad dier gemeente
d.d. 26 Juli 1932 tot onbewoonbaarverklaring
van bovengenoemde woning, welke gelegen is
aan de Oude Wijk aldaar;
gezien het ingewonnen ambtsbericht van
Burgemeester en Wethouders van Axel, als-
mede dat van den inspecteur van de volks-
gezondheid Jonkheer G. de Graeff en over-
wegende dat ook uit laat.stgenoemd rapport
blijkt, dat bovengenoemde woning teneenen-
male ongeschikt is ter bewoning en niet door
het aanbrengen van verbeteringen in bewoon-
baren staat kan worden gebracht wordt met
handhaving van het bestreden besluit van
den raad het beroep ongegrond verklaard.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Proces-verbaal van de op 26 September
1932 ten kantore van den gemeente-ontvanger
gehouden opneming der boeken en kas, waar
bij; is gebleken, dat het batig slot over het
dienstjaar 1931 bedraagt blijkens ingeleverde
rekening van den gewonen dienst f 17.872,49%,
van den kapitaaldienst f 4.780,97, dat ten bate
van het dienstjaar 1932 komt het batig slot
der vastgestelde rekening over 1931 voor zoo-
ver dat niet reeds in de vastgestelde rekening
over het dienstjaar 1931 is verantwoord. Van
den gewonen dienst 25.532,98%, van den
kapitaaldienst f 11.921,70, dat de kosten over
den dienst 1932 tot op datum hebben bedragen
f 115.128,54 tesamen 175.236,69, dat de uit-
gaven over den dienst 1932 tot op datum heb
ben beloopen f 141.729,25, zoodat in kas moest
zijn f 33.507,44, hetgeen overeenkomt met het
totaal der in de kas bevonden en in dat proces
verbaal omschreven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. Een schrijven van de Provinciale com-
missie voor Werkloozenzorg van N.V.V. en
S.D.A.P. luidende als volgt:
De vooruitzichten voor het komende najaar
en de daarop volgende winter zijn in het al-
gemeen niet rooskleurig.
Zeer waarschijnlijk zal in onze provincie en
Uw gemeente de werkloosheid buitengewoon
groot worden en zult U naar middelen moe
ten uitzien om den nood te lenigen.
Op 16 December van het vorige jaar heb
ben wij doen toekomen onze motie met de
memorie van toelichting, welke er geheel was
op gericht om een goede verzorging voor de
werkloazen in onze provincie tot stand te
doen komen.
In het algemeen kan deze worden gehand-
haafd, de daarin aangegeven objecten bestaan
vrijwel nog alien.
Vervolgens vestigen wij beleefd Uw aan-
dacht er op, dat in de afgeloopen periode
meer dan eens is gebleken, dat door verschil-
lende gemeentebesturen dan pas aan de ver
zorging van de werkloozen werd gedacht en
begonnen, wanneer er een belangrijk aantal
werkloozen in hun gemeente waren.
Het gevolg hiervan was, dat dikwijls tijdens
de on derhamdelingen met het Ministerie van
Binnenlandsche Zaken, welke allicht eenige
tijd vorderden, de werkloozen niet tewerk-
gesteld, hetzij geen steun konden ontvangen.
Ten einde dit te voorkomen verzoeken wij
U eveneens beleefd, wanneer in Uwe gemeente
met eenige redelijke veronderstelling, een zoo-
danige werkloosheid kan worden verwacht,
dat hulp zal moeten worden verleend, tijdig
Uw maatregelen te willen nemen.
Deze kunnen bestaan in het voorhanden
hebben van bepaalde werken, welke in werk-
verschaffing kunnen worden uitgevoerd en
wanneer die in Uw gemeente niet aanwezig
zijn, door er voor te zorgen, dat er in Uiwe
gemeente een steunregeling bestaat, waar
mede de nood gelenigd kan worden. Deze op-
vattingen worden .blijkbaar ook gedeeld door
Ten tweede.
Bestaat de mogelijkheid, dat dit optreden
van den Directeur te wijten aan zijn tegenzin
tot aanstelling van vast personeel, volgens
het Ambtenaarsreglement door Burgemeester
en Wethouders of om zulks te voorkomen of
te beletten, waar het in dit geval toch werk-
lieden geldt, die resp. 5 jaar en 4% jaar en
circa 3% jaar in lossen dienst werkzaam zijn
geweest in het gasbedrijf.
Ten derde.
Is het Burgemeester en Wethouders ook
bekend, dat er de laatste weken een onge-
huwde en geen kostwinner mede gaat tot op-
name van de gasmeters? Zoo ja, zijn Burge
meester en Wethouders dan niet van oordeel
dat en in het belang van het bedrijf en in
het belang der werkloozen aan deze wille-
het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en keurige manier van optreden, met opzette
Landlbouw.
De aanhef van hoofdstuk IV van de op 15
Januari 1932 verschenen steunregeling luidt:
Heerscht in een of meer bedrijven ter
plaatse een belangrijke werkloosheid, en is
naar de meening van het betrokken gemeente-
bestuUr daarom toepassdng van een steun
regeling gewenscht, dan worden indien toe-
kenning van R'ijikssubsidie verlangd wordt
t ij d i g een daartoe strekkend verzoek bij
mijn Departement ingezonden.
Terwijl, nadat den gemeentebesturen is
medegedeeld hoe een steunaanvrage dient te
geschieden, de slotzin van dit hoofdstuk luidt:
Voor tijdige aanvrage wordt derhalve zorg
gedragen.
Een beroep op de ernstige tijden en een uit-
eenzetting van het leed, dat door de werk
loozen wordt geleden, achten wij overbodig en
bp U alien bekend.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Een schrijven van C. Hamelink, lid van
den gemeenteraad, die daarbij ter behandeling
in de eerstvolgende raadszitting voorstelt met
ingang van 1 November a.s. aan de werk
loozen een brandstoffentoeslag te verstrekken
van 1,per week een en ander volgens de
daarvoor aan de gemeentebesturen gezonden
circulaire van het Ministerie van Binnenland
sche Zaken.
Burgemeester en Wethouders deelen bij de
toegezonden prae-adviezen mede, dat hierom-
trent een voorstel zou worden nagezonden,
aangezien de Commissie van Advies voor steun
aan werkloozen hierover nog niet kon ge-
hoord worden.
De VOORZITTER deelt thans mede, dat de
gang van zaken in deze is tegengeloopen. Bur
gemeester en Wethouders hebben getracht
reeds voor deze raadszitting een voorstel te
formuleeren, doch dat is door de verschillende
vergaderingen die gehouden moesten worden,
en andere drukke werkzaamheden, niet gelukt.
De behandeling zal dus een 14 dagen moeten
worden uitgesteld.
j. Een adres van A. E. van Nieulande en
5 anderen, bewoners der Kanaalkade die
daarin verzoeken am bij de huizengroep voor-
bij de brug naar het z.g. Plaatje een straat-
lantaren te plaatsen. Het is daar 's avonds
als er geen maanlicht is zoo helsch donker
dat het moeilijk is bij avond de ingangen naar
de woningen te vinden en bijzonder daar waar
de zinkput vlak voor het hekje ligt.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
dit verzoek niet in te willigen.
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat
Burgemeester en Wethouders een onderzoek
hebben ingesteld, en zij daarbij tot de over-
tuiging zijn gekomen, dat het bijplaatsen van
een lantaarn aldaar niet noodzakelijk is.
De heer SEGHERS veaklaart, ook een on
derzoek te hebben ingesteld, Wij avond, en dat
hij, in verband met de kromming in den weg
aldaar, aan dezen weg met druk verkeer het
bijplaatsen van een lantaarn als een dringende
behoefte beschouwt.
De VOORZITTER merkt op, dat hier dus
verschil van opvatting bestaat. Burgemees
ter en Wethouders hebben overwogen, dat de
menschen daar behoorlijk over den weg kun
nen passeeren, aangezien ze daar ook nut heb
ben van den lantaarn staande aan de over-
zijde van het kanaal, en het niet aangaat er
op de gevraagde plaats nog een bij te zetten.
Hij wil toegeven dat er wel een bij zou kunnen
geplaatst worden, maar men moet ook in
aanmerking nemen, dat we thans leven in een
tijd van bezuinigen en het is daar niet zoo
donker, dat als gevolg daarvan ongelukken
zouden worden veroorzaakt. Men moet ook in
aanmerking nemen, dat het niet in het cen
trum der kom is gelegen en dat men moest
wenschen, dat alle buitenwijken zoo verlicht
waren.
De heer SEGHERS veronderstelt, dat men
toch niet zal willen beweren, dat het daar
geen drukke passage is, en als de menschen
uit hun woning komen zijn ze verblind door
het licht en zien op den weg niets. Het licht
aan den overkant van het kanaal beteekent
voor verlichting van dezen weg zeer weinig.
Hij wljst op de Emmastraat, waar de toestand
veel gunstiger is. Daar staan nog maar
enkele woningen en daar zijn toch reeds 2
straatlantaams geplaatst. Hij meent, dat de
menschen aan de Kanaalkade evenveel recht
hehben op verlichting als die in de Emma
straat.
De VOORZITTER erkent, dat, als men het
verkeer gaat vergelijken, dit in de Emma
straat veel geringer is. Daar is echter veel
gebouiwd. De bewoners dier straat hebben
zelfs al om een derden lantaarn gevraagd.
Burgemeester en Wethouders hebben echter
gezegd: dat doen we nog niet, dan moet er
eerst weer meer gebouwd zijn.
De heer SEGHERS wijst er op, dat er door
het veel grooter verkeer in de Kanaalkade,
ook meer gevaar bestaat dan in de Emma
straat. Door de Kanaalkade passeeren zeker
35 auto's tegen 1 door de Emmastraat.
De VOORZITTER merkt op, dat daarvoor
geen meerdere verlichting behoeft te worden
aangebracht, aangezien auto's en rijwielen
moeten voorzien zijn van licht.
De heer VAN BENDEGEM heeft van mor-
gen een en ander ook eens opgenomen. Hij
vraagt, of die 2 lantaarns aan de overzijde
van het kanaal altijd branden.
De VOORZITTER: Die staan daar natuur-
lijk om te worden ontstoken; wanneer er een
niet brand beteekent dit, dat er iets zou
haperen.
De heer VAN BENDEGEM gelooft dan ook
wel, dat ze daarvan op de Kanaalkade genoeg
licht krijgen.
Het afwijzend voorstel van Burgemeester
en Wethouders wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
k. Beantwoording door Burgemeester en
Wethouders van in de vorige vergadering ge-
stelde vragen:
door den heer A. Verschelling:
Ten eerste.
Is het juist dat ondanks aanschrijving door
of namens Burgemeester en Wethouders daar
als gevolg van den meermalen uitgedrukten
wensch van gascommissie en gemeenteraad,
de losse werkkrachten, werkzaam in het Gas
bedrijf, door den Directeur op de meest wille-
keurige wijze worden te werk gesteld of ont-
slagen
lijke bevoorrechting van bepaalde personen
eens ten spoedigste een eind worde gemaakt
en zoo de directeur in bepaalde gevallen af-
wijkt, hij dan geen menschen tot slachtoffers
maakt, die tal van jaren in het bedrijf werk
zaam zijn.
Hierop antwoorden B. en W. met verwijzing
naar het schrijven van de Gascommissie het
volgende
Het is ons bij onderzoek niet gebleken, dat
bij het aannemen en ontslaan van los perso
neel willekeurig wordt te werk gegaan. Los
personeel wordt via de Arbeidsbeurs aange
nomen.
De directeur is daarmede in regel en han-
delt zooals Burgemeester en Wethouders hem
opdroegen, nadat de Gascommissie daartoe
had geadviseerd.
De bepalingen van het Ambtenareu-regle-
ment zijn niet van toepassing op dat perso
neel, zooals U bekend is.
Het is juist gebleken dat bij het opnemen
der muntmeters een ongehuwde, die geen
kostwinner is, heeft geholpen aan het op
nemen der meters. Het komt ons voor, dat
die werkzaamheden niet aan werkloozen in
het algemeen kunnen worden opgedragen.
Daarvoor wordt dan ook meestal een werk-
looze kantoorbediende aangenomen, daar hier
van kan verwacht worden, dat ze bedreven
zijn in 't rekenen (verbruikte gas en inhoud
van den meter) en dat ze behoorlrjke cijfers
schrijven in de opneemboeken.
De heer VERSCHELLING: Mijnheer de
Voorzitter!
Ik moet U meedeelen, dat dat geen ant-
woord is op mijn gestelde vragen. Het raakt
kant noch wal, men draait er met groote
sprongen omheen. Wat betreft de eerste
vraag krijg ik ten antwoord, dat het bij on
derzoek niet gebleken is, dat bij aannemen en
ontslag willekeurig wordt te werk gegaan.
Maar wanneer men dan toch 4 losse werk
krachten op de gasfabriek gehad heeft, en
waarvan er dan 3 losse ontslagen zijn door
een besluit genomen in den raad, en nu de
vierde losse werkkracht nog steeds op het
gasbedrijf werkzaam is, die toch ook in dat
raadsbesluit valt, zoo zou ik Burgemeester en
Wethouders willen vragen of er dan niet
willekeurig worden te werk gesteld op de
fabriek. Daar er toch bij de 3 ontslagenen
zijn met de genoemde jaren in m'ijn tweede
vraag, kunnen dan Burgemeester en Wethou
ders mij zoo'n antwoord geven? Ik moet U
dan van hier meedeelen, dat het anders niets
is dan willekeur bij den Directeur. Is het
soms omdat die persoon den tuin onderhoudt
en een kropje sla, een boschje prei of een
beetje soepgroenten voor mevrouw haalt?
En wat vraag H betreft krijg ik ten ant
woord, dat het ambtenaren-reglement niet van
toepassing is op dat personeel. Maar de
directeur heeft toch allereerst ontslagen
degenen die om een vaste aanstelling ge
vraagd hebben en welke er al lang recht op
hadden? Hij heeft er wel een in lossen dienst
meteropnemen. Daarvoor worden gebruikt
werklooze kantoorbedienden, om de beurt,
omdat men van zoo iemand de zekerheid heeft
dat hem dat werk kan toevertrouwd worden.
En wat nu die eene werkkracht betreft,
waarop de heer Verschelling doelt, dat schijnt
een buitengewoon goede kracht voor de fa
briek te zijn, die echter ook over de Arbeids
beurs wordt aangenomen.
De heer SEGHERS ondersciirijft de woor-
den van den heer Verschelling, dat het aan
de gasfabriek met het aanstellen van dat los
personeel een daad van willekeur is van den
directeur terwijl Burgemeester en Wethou
ders daarin maar blijven berusten. De eene
wordt maar steeds in dienst gehouden, ter
wijl de andere na het nemen van het raads
besluit de straat zijn opgestuurd.
De VOORZITTER betoogt, dat niet ieder
werklooze op de hoogte is van het werk dat
die man doet; de directeur zegt hem graag te
nemen, omdat hij goed voor het werk is. Moe
ten Burgemeester en Wethouders dan den
directeur zijn vrijheid in dezen gaan ontnemen
en bij hem aandringen dat hij menschen nemen
moet die voor het werk niet goed zijn? Het
is toch in het algemeen belang, dat het werk
op de fabriek zoo goed en zoo economisch
mogelijk marcheert? Men moet wel bedenken
dat de gasfabriek een handelsondememing is,
doch geen filantropisch bedrijf. Ze moet zoo
goed mogelijk productief gemaakt worden, en
Burgemeester en Wethouders zouden wel aan-
leiding vinden tot ingrijpen, indien ze bemerk-
ten dat personeel werd aangenomen dat voor
het werk niet goed is.
De heer SEGHERS voert hiertegen aan, dat
de menschen die op straat gezonden zijn, dat
stokerswerk toch ook verstaan. Zou de exploi-
tatie der fabriek dan duurder geworden zjjn,
wanneer men die menschen om de beurt ook
voor dat werk had genomen?
De VOORZITTER herinnert, dat destrjds in
deze kwestie moest worden doorgeslagen. Aan
het voortdurend gehaspel over dat losvaste
personeel moest een eind komen. De raad
heeft toen beslist hoeveel er een vaste aan
stelling zouden krijgen en dat de anderen
zouden worden ontslagen. De gemeente was
daardoor van die menschen af, maar zij staan
Burgemeester en Wethouders alien even na.
Overeenkomstig de instructie van den Direc
teur heeft deze echter de bevoegdheid tot het
aannemen van los personeel.
Hij neemt daarvoor hen, die hem geschikt
voorkomen, over de Arbeidsbeurs. Hrj kiest
die uit hen die beschitobaar zijn. Als iemand
10 bietenrooiers vraagt en er zijn 100 men
schen voor ingeschreven, dan kan hij daar uit
zoeken die hij wenscht. Dat recht heeft de
directeur ook, temzlij de gemeenteraad dit
anders zou bepalen.
De heer SEGHERS kan maar moeilijk aan
nemen dat het gebeurt zooals de Voorzitter
zegt, want het is een feit, dat de andere losse
werkkrachten der gasfabriek sinds 1 Juni IJ.
zijn ontslagen, maar dat een hunner feiteljjk
voortdurend is aangebleven, terwijl het toch
de verwachting was, dat zij om de beurt zou
den worden genomen. Hij vindt het wel eigen-
aardig, dat die ddne steeds over de Arbeids
beurs wordt aangenomen, terwijl hij er nooit
komt. Hij kan het niet anders beschouwen,
dat dan die man de voorkeur krijgt, omdat hij
er na Zijn werk gaat werken voor den direc
teur.
De VOORZITTER: Dit laatste kan onder-
zocht worden.
De heer SEGHERS merkt op, dat, als Bur
gemeester en wethouders dit gaan onderzoe-
ken, het weer op hetzelfde uitioopt. Er is
destijds in de vergadering van de gascommis
sie gesproken, de directeur was er toen niet,
doch toen is door den boekhouder geizegd, dat
die andere menschen het werk niet konden.
Maar spreker is van meening, dat zij die daar
vroeger geweest zijn evengoed voor hulp-
stoker dienst kunnen doen als de man die nu
steeds genomen wordt. Er is ook gezegd, dat
j j ubvvuo gvuumou v« Vfi uti
gehouden die nog maar een los dienstjaar indien daar voortdurend een hulpstoker noodig:
heeft. Dus het is weer niets anders dan wille- j is> blijkt dat er indertijd ook te weinig aan-
keur, mijnheer de Voorzitter, want wanneer
er maar voor een persoon werk is, laat het
dan om de 1 of 2 weken doen. Maar gelijk
stellingen zijn uitgereikt.
De heer VERSCHELLING: De directeur
heeft na het raadsbesluit gezegd: dan bedank
ik er 4, want ik mag er geen lieve kindertjea
nomen raadsbesluit van 19 April 1.1., want dan i 0p na houden
zouden ze allemaal ontslagen worden. Nu
blijkt, dat men alleen die personen dupeert,
die de meeste jaren in lossen dienst werkzaam
zijn geweest.
En wat vraag IU betreft is het weer al het
zelfde liedje; er is geen willekeur op de gas
fabriek. Want, zeggen Burgemeester en
Wethouders, het is juist getbleken, dat bij het
De VOORZITTER: Dat mag ook niet.
De heer VERSCHELLING: Maar het ge
beurt toch!
De VOORZITTER: Hij neemt de losse
werkkrachten over de Arbeidsbeurs.
De heer VERSCHELLING: Dat is toch
ook te onderzoeken. Dan moet u maar eens
bij den heer De Visser informeeren, of de be-
1 —ww j-w——j - wij civ-ii ucci j-'c v looci liixuiiiicci en, uj_ ue ire-
opnemen der muntmeters, enz. een ongehuwde wuste man daar geweest is, om zich te laten
rliQ rrnnn 1/Aofiurinnnv ic> Vinnff iyqV> rdnnn n on Vinf tt i. ii j i
die geen kostiwinner is heeft geholpen aan het
opnemen der meters, want zeggen Burge-
meesters en Wethouders, dat kunnen de werk
loozen niet. Maar vroeger kon het dan w61,
dhn liet men de losse werkkrachten wel de
meters opnemen, als dat nu bij Burgemeester
en Wethouders geen willekeur is, bij mij dan
w61, want het is wel eigenaardig, dat die per
soon zijn moeder het bureau des morgens
komt schoonmaken. Is dat weer geen wille
keur of is het samenloop van omstandigheden,
mijnheer de Voorzitter? Hoe komt het dan,
dat vroeger een andere ongehuwde meeging
tot het opnemen der meters, of wat zit daar
achter
Maar mijnheer de Voorzitter ik kan het niet
verklaren, want in de vergadering van 19
April 1932 is besloten aan 2 een vaste aan
stelling te geven en de anderen te ontslaan. De
kwestie is dat er geen overeenstemming is
verkregen in verband met dat losse personeel,
tusschen Burgemeester en Wethouders en gas
commissie en den directeur. Toen hebben
Burgemeester eh Wethouders gezegd, wij
zullen een voorstel aan den raad doen een
tweetal vast aan te stellen, want we moeten
er ten slotte uitkomen en geef dan degenen
die overbodig zijn tegen 1 Mei a.s. ontslag.
Daaraan heeft de directeur gevolg gegeven
door aan alien die in losvasten dienst waren
ontslag aan te zeggen. Hij is gaan rede-
neeren: dan houd ik er geen 2 of geen 4, dan
geef ik ze allemaal ontslag, aangezien ik er
geen lieve kindertjes op na wil houden. Dus,
mijnheer de Voorzitter, hoe zou men dan toch
tevreden moeten zijn met zoo'n antwoord? En
nu mag men weer wel eens vragen op de gas
fabriek hoe komen die raadsleden toch aan al
die feiten, maar voor mij is dat gauw genoeg
opgelost, want het is toch niet dat het bedrijf
op een verborgen plaats staat of ergens diep
in een bosch van 100 H.A. Neen mijnheer de
Voorzitter, van 's morgens vroeg tot's avonds
laat komen er de melkboeren en kastjesven-
ters, ja tot zelfs de politieke groenteboeren
in die straat.
De VOORZITTER kan niet^aannemen, dat
het in de bedoeling ligt, in deze vergadering
weer eens terug te komen op de kwestie van
het los-vaste personeel aan de gasfabriek,
aangezien die kwestie in den loop van dit jaar
door den raad tot een oplossing is gebracht.
De door den heer Verschelling gestelde vraag-
punten zijn in de vergadering der gascommis
sie behandeld. De directeur heeft er toen bij
de besprekingen op gewezen, dat hij voor alle
werkzaamheden op de gasfabriek niet gebruik
kan maken van ongeschoolde krachten, dat
hij voor bepaalde werkzaamheden moet kun
nen beschikken over menschen die het werk
kennen. Die losse werkkrachten neemt hij
over de Arbeidsbeurs. Ook is dit zoo met het
inschrijven. Ijet is met den kantoorbediende
voor meter-opname precies hetzelfde. Vroeger
deed de heer Olijslager het, later de heer
Butler. Maar nu doet het de zoon van den
heer Baert, wiens vader een goed tractement
heeft, terwijl zijn moeder ook nog inkomsten
heeft van het schoonhouden van lokalen, ter
wijl de geheele familie Butler werkloos is.
De VOORZITTER wil even opmerken, dat.
indien Burgemeester en Wethouders gedwon-
gen worden om het lief en leed van verschil
lende gezinnen der ingezetenen hier in open-
bare raadszitting te gaan bespreken, zij daar
toe ook zullen overgaan. Vooralsnog zal hij
dat echter niet doen, omdat hij dat niet in het
belang der betrokkenen acht.
De heer VERSCHELLING kan zich niet
aan een indruk onttrekken, dat de bewuste
man steeds genomen wordt, omdat deze voor
en na zijn werk zich ook disponibel stelt voor
den directeur. Hij wil daar niet tegen op
komen, want die man is dan vrg in zijn doen
en laten. Hij heeft ook niets tegen dien per
soon, maar komt in het belang der anderen
op voor het recht.
De VOORZITTER: Het recht is aan de
zijde van den directeur, die, op grond van
Zijne instructie vrij is in het aannemen van los
personeel en daarvoor neemt die hem 't meest
geschikt voorkomen. Als de raad daarmede
geen genoegen wil nemen moet men hem niet
aanvallen omdat hij overeenkomstig zijn in
structie handelt, doch moet men een voorstel
doen die te veranderen.
De heer VERSCHELLING meent, dat het
wel blijkt, dat er iets aan de gasfabriek
hapert, aangezien er ook in het verleden brjna
geen raadszitting voorbijging of er moest
over gesproken worden. De verwachting be-
stond, dat dit na het raadsbesluit van 19 April
1.1. niet meer noodig zou zijn. Nu blijkt het
echter nog niet in orde en als die toestand
zoo blijft, zal spreker inderdaad overwegen
een voorstel tot wijziging der instructie te
doen.
De heer VAN BENDEGEM kan zich ook
bij de opmerkingen aansluiten, voor wat be
treft de persoon die bij de meteropname mee-
gaat, dat anderen dit maar eenmaal mochten
doen, terwijl hij hoorde dat een ander het nu
al een keer of drie gedaan heeft. Dat kan ook
onderzooht worden.
De VOORZITTER meent onder de aandacht
te moeten brengen, dat men niet uit het oog
moet verliezen, dat het belieer der gasfabriek
bij Burgemeester en Wethouders berust, en
dat het geen aanibeveling kan verdienen, dat
de raadsleden zich in openbare raadszitting
met allerlei kleinigheden gaan bemoeien en
het daarheen zouden sturen, dat Burgemees
ter en Wethouders tot in bijzonderheden aan
handen en voeten gebonden zijn en zich wan-