ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Slapende Boeddha
ASPIRIN
Natte voeten....
Ho. 8908
MAANDAG 31 OCTOBER 1932
72e Jaargang.
BINNENLAND
FEUILLETON
BFITKNLAHD
DE CONTINGENT EERING VAN DEN
INVOER VAN BROOD.
dan
j ii^TCTiii
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika /2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefstcr: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,20.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien b(j regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de ultgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrij'dag.
Na aanneming zonder hoofdelijke stemming
van het wetsontwerp aangaande de huisves-
ting van het Permanente Hof van intema-
tionale justitie, interpelleert de beer De Vis-
seT (comm.) over beperking van het recbt van
openbare demonstraties en betooging.
Spreker zet uiteen, dat in dezen tijd de ar-
beidersklasse door groote gevaren wordt be-
dreigd, waartegen verzet rijst, hetgeen zich
uit in demonstraties en betoogingen. Spreker
komt op tegen het weigeren van pasvisa aan
vertegenwoordigers der Sowjet-Unie naar het
wereldcongres voor den vrede te Amsterdam.
Hp betoogt verder, dat niet een demonstratie,
maar de polibie de orde verstoort. Spreker
komt ook op tegen de circulaires aangaande
het stempelen en leest aan het slot der inter-
pellatie een aantal vragen voor.
Minister Ruys de Beerenbrouck antwoordt,
dat de regeering en de gemeentelijke overheid
bemoeiingen hebben met iedere demonstratie
uit hoofde van handhaving der orde. Stempel-
vacantie had niet behooren te worden ver-
leend voor een verboden optocht en ook niet
voor een vergadering van communisten op
een dag als die van de opening der Staten-
Generaal. Warmeer demonstraties worden ver
boden, is dat niet een maatregel ter onder-
drukking, maar om te voorkomen dat onge-
lukken gebeuren.
Een motie-de Visser, waarin gezegd wordt,
dat het recht van demonstratie onbelemmerd
moet worden erkend en uitgeoefend, wordt
verworpen met 37 tegen 19 stemmen.
Z.h.s. wordt aangenomen het wetsontwerp,
inzake voorschriften betreffende beslag op
roerende goederen in door derden in gebruik
gegeven ruimten, lijfsdwang en dwangsom.
DE AFGEWIMPELDE UITZENDING VAN
DE V.A.R.A.
De heer Duys (s.d.) stelde de volgende
vraag aan den Minister van Waterstaat:
Welke zijtn de motieven, waarop de Minister,
in strijd met het advies van den radioraad,
geweigerd heeft, aan de V.A.R.A. gelegenheid
te geven, de te houden redevoeringen en het
verloop der betoogingen op 8 November a.s.
te verbreiden?
De Minister van Waterstaat, de heer Rey-
mer, antwoordt het volgende:
Voor de uitzending is mijn medewerking ge-
vraagd.
Van de regeering kan in redelijkheid niet
worden verwacht, dat zij voor een betooging,
welke rechtstreeks is gericht tegen het be-
leid, dat de regeering onder hoogst moeilijke
omstandigheden zich verplicht ziet te voeren.
medewerking zal verleenen.
Waar alzoo tegen inwilliging van het ver-
zoek overwegend bezwaar bestond wegens
aard en doel der betooging, heb ik gemeend,
zoodanige medewerking te moeten weigeren.
De heer Duys (s.d.) stelt de volgende na-
dere vraag:
Moet uit het antwoord worden opgemaakt,
dat de Minister zijn beslissing dus niet in
strjjd acht met een te goeder trouw nakomen
van het met de omroepvereenigingen over-
eengekomene, dat deze organisaties zelf uit-
maken, welke dagen voor haar als hoogtij-
dagen zullen gelden, uitgezonderd dan wan-
neer b.v. op zulk een dag een nationale feest-
dag wordt gevierid?
Spreker merkt op, dat de regeering haar
door
F. J. A. L. CORDENS.
(Npdruk verboden.)
17)
(Vervolg.)
,,Blijf zitten," zei ik hem. „Gwynn weet
wel, wat hij doet. Wat kunnen wij daar met
een revolver uitrichten! In den weg loopen is
het eenige, en ze schijnen daar op dit oogen-
blik ook niet bijizonder op ons gezelschap
gesteld."
,,Maar ik bedank er voor om hier alleen in
dit hok te blijvan zitten," riep Keening. ,,Ik
heb een revolver in mijn zak, en in mijn valies
zit er nog een. Neem jij die." Hij stond op
en terzelfder tjjd versplinterde een kogel de
half opgetrokken jalouizie voor ons portier-
raam en vloog aan den anderen kant naar
buiten. Meteen ging de deur van ons com-
partiment open en Eric Sparthing kwam bin
nen. Hij zag er opgewekt uit. „Blijven jullie
toch in Godsnaam zitten," riep hij ons toe
„een troep opstandelingen neemt den trein
onder vuur en jullie kunnen ons van geen nut
zijn."
Hij liet zich op den grond vallen om zich
niet voor de raampjes bloot te geven en kroop
naar het portier.
„Je deed beter met ook op den grond te
gaan liggen," izei hij:, ,,-het is wel niet lollig,
maar het is veiliger."
„Wat ga je doen?" vroeg Alfred.
„Ik ga naar den mitrailleur," antwoorde hij
,,Als ik er hier uit spring, ben ik er het
dichtst bij."
„Laat je niet doodschieten," riep Keening,
„de soldaten kunnen toch wel voor dat ding
zorgen."
,,Dat bemerk je wel, die zijn alleen met hun
medewerking blijkbaar heeft geweigerd, niet
wegens gevaar voor ordeverstoring, maar om-
dat de betooging haar onwelgevallig is.
Minister Reymer antwoordt, dat medewer
king werd gevraagd voor een betooging,
rechtstreeks tegen de daden der regeering ge
richt. Dit is redelykerwijs niet te vergen.
A VRO-UITZENDINGEN VIA
LUXEMBURG OVERWOGEN.
.Wireless World" meldt, dat de Avro een
paar dagen van de week over den nieuwen
Liuxemburgschen, zender gaat ,,omroepen".
Een bericht is in dezen vorm onjuist. Uit den
aard der zaak heeft veroemen wij ook de
Avro een aanfoieding van ..Luxemburg" gehad
en nauwkeurig overwogen in hoeverre den
luisteraars via Luxemburg van dienst zou kun
nen zjjn. Het resultaat is geweest dat de Avro
op de Zaterdagen van den Luxemburgschen
zender gebruik zou willen maken indien de
Union Internationale haar leden zou vergunnen
met Luxemburg samen te werken. Tot nu toe
heeft de Union evenwel deze samenwerking
verboden omdat Luxemburg als een „wilden
zender" wordt beschouwd en zoolang de toe-
stand zoo blijft zal de Avro dus op Zaterdag
geen gebruik van den Luxemburgschen zen
der maken.
DUMPING VAN KATOENEN
TEXTIELSTOFFEN.
Het Tweede Kamerlid I. H. J. Vos heeft den
Minister van Oeconomische Zaken en Arbeid
de volgende vragen gesteld:
Is het den Minister bekend, dat de Japan-
sche regeering dumping van katoenen textiel-
stoffen mogelijk maakt door het verlies, op
den export daarvan geleden, voor haar reke-
ning te nemen?
Is het den Minister bekend, dat de bijslag,
door de Duitsche regeering ook aan fabrikan-
ten van katoenen textielstoffen verleend, wan-
neer zij nieuwe arbeiders in him dienst nemen,
het dien fabrikanten mogelijik maakt, hun
voortbrengselen tegen een abnormaal lagen
prijs aan te bieden?
Kan de Minister mededeelen, of het ver-
moeden juist is, dat de Poolsche, Italiaansche
Spaansche en Tsjecho-Slowaaksche regeerin-
gen exportpremies verstrekken bij den uitvoer
van katoenen textiefstoffen?
Is de Minister bereid, spoedig maatregelen
te overwegen tegen de genoemde dumping-
practijken
GEEN STEMPELVACANTIE.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft op een verzoek van het bestuur van het
N.V.V. geantwoord, dat hij geen vrijheid kan
vinden om medewerking te verleenen, ten
einde voor de betooging van 8 November aan
werkloozen faciliteiten inzake stempelen te
verstrekken.
HET RIJK EN DE GEMEENTEN.
Het Tweede Kamerlid Suring heeft den
Ministers van Binnenlandsche Zaken en van
Financien de volgende vragen gesteld:
I. Is het juist, dat aan de gemeente Nij-
megen, in verband met een verzoek om ver-
lenging of verhooging van een kasgeldleening
van het Rijk, de navolgende voorwaarden zijn
gesteld:
1°. afschaffing van alle boventallige leer-
krachten;
2°. stopzetting van de subsidieering van
het voorbereidend lager onderwijs;
3°. opheffing van het vervolgonderwijs
4°. opheffing van de handwerkschool voor
meisjes;
karabijnen bezig. Adieu heeren." Ik zag, hoe
de jonge luitenant den handle van het portier
naar beneden drukte, half oprees en het stof
van zijn knieen klopte, als vond hij het jam
mer van zijn mooie uniform. Toen sprong hij
naar beneden en sloeg meteen het portier
weer dicht.
„Als die het er maar levend afbrengt," zei
Keening met een trilling in de stem.
„Ik hoop het."
We bleven luisteren naar het ratelend ge-
weervuur, en daar opeens hoorden we de
zware knallen van den pompom.
,,Goddank, nu zal het gauw gedaan zjjn,"
meende Alfred.
Maar het was nog niet gedaan. Een dikke,
zwarte rookwolk vloog langs den trein en een
prikkelende lucht van brandend hooi woei den
coupe binnen.
„Zouden ze den wagen met de paarden in
brand gestoken hebben?" vroeg ik beangst.
„Neen," zei Alfred, ,,het gras aan dien kant
van de lijn staat in brand; door het raampje
hier tegenover kan je het zien," Inderdaad
zag ik de smalle strook verdord gras, die de
andere zijde van de spoorlijn begrensde, vlam
vatten. Het was een snel opwalmend en even
snel stervend stroovuurtje, maar het maakte
vee rook en belemmerde de verdediging.
Plotseling zweeg de pompom en het was,
alsof ook in het veld het geweervuur zwak-
ker werd.
Zouden we gered zijn?
Gwynn kwam den coupe weer binnen, maar
zijn gelaat stond emstig.
„Drie man aan den overkant en de rest
hier aan de portieren," hoorden we Hensley
schreeuwen.
,,Ik mag den heeren niet verhelen," zei
Gwynn, „dat de toestand zeer emstig is.
Aanstonds zullen we worden bestormd. Luis-
tert goed, uw eenigste kans op bahoud is, dat
gij hier rustig blijft zitten en u in geen geval
mengt in den strijd, waar gij toch geen in-
vloed op kunt uitoefenen. Mijnheer Keening,
steek die revolver weg" Keening zat in zijn
hoekje gedoken met de armen over elkaar en
in de rechterhand zijn revolver „hjj kan u
alleen in ongelegenheid brengen, u en uw
vriend."
5°. opheffing van het geneeskundig school -
toezicht;
6°. stopzetting van de subsidieering van
de openbare leeszalen;
7°. vermindering van subsidies aan sociale
instellingen als bijvoorbeeld het Wit-Gele-
Kruis;
8°. salarisverlaging voor het gemeente-
personeel
II. Zijn de Ministers, als de eerste vraag
bevestigend moet worden beantwoord, ook
niet van oordeel, dat een voldoen aan de ge-
stelde voorwaarden niet mogelijk is zonder
emstige schade aan gewichtige volksbelan-
gen?
HI. Achten de Ministers het juist, gebruik
te maken van den financieelen toestand van
gemeenten om deze te dwingen tot maat
regelen, die zij niet kunnen treffen zonder
voomame volksbelangen in emstige mate te
schaden, terwijl moet worden aangenomen,
dat zij daartoe anders niet zouden overgaan?
DE UITWATERINGSSLUIZEN IN DEN
AFSLUITDIJK.
Zooals dezer dagen gemeld, is het peil van
het IJsselmeer 31 c.M. hooger gekomen dan
het voorgeschreven minimum en de vraag
werd gesteld, waarom er niet voldoende werd
gespuid. Een redacteur van het ,,Nwshl." v.
Friesl." is den toestand eens in oogenschouw
gaan nemen, en wat hij opmerkte, kwam hem
voor, een zeer verontrustend verschijnsel te
zijn. De betonbouw der sluizen is in de voile
breedte en, voor zoover zich baar was, in de
voile diepte op twintig plaatsen gescheurd.
Het is van groot belang, dat hierop het
voile licht der openibaarheid valle. Ruw weer
en hooge zee hebben wij thans nog slechts
heel weinig gehad. En toch zijn de werken
reeds nu emstig beschadigd. Wat zal er dan
gebeuren bij storm en hoogen waterstand, als
het uiterste van deze sluizen wordt gevergd?
De inpoldering van de voormalige Zuider
zee is slechts mogelijk indien op het IJssel
meer een constant verlaagd peil kan worden
gehandhaafd. Dit is echter onmogelijk, wan-
neer de stroomsluizen niet betrouwbaar en on-
berispelijk functionneeren. Van deze kunst-
werken is het geheele wel en wee der Zuider-
zeewerken afhankelrjk. Als de sluizen on-
verhoopt in het ongereede zouden geraken,
dan zou in korten tijd het IJsselmeer tot
overstroomen toe Volloopen.
Daarom mag de beschadiging niet langer
geheim worden gehouden.
Tenslotte nog deze vraag: Als nu reeds deze
betonbouw gescheurd is, hoe zal men er dan
ooit zware treinen over durven laten rijden?
De Staatscourant van Vrijdagavond, no. 210,
bevat het Kon. besluit van 27 October, no. 36,
waarbij de invoer van brood wordt gecontin-
genteerd. Zooals gemeld, geldt deze contin-
genteering voor 12 maanden (1 November
19321 November 1933). Het percentage van
invoer is gesteld op 100 pet. van de hoeveel
heid, die gemiddeld per 12 maanden in het
tijdvak 1 November 19301 November 1932
is ingevoerd.
Onder de contingenteeringsbepalingen val
len: tarwe-brood en deeg van tarwebloem of
tarwemeel.
Overigens bevat dit besluit de gebruikelijke
contingenteeringsbepalingen, waarvoor wij
naar de Staatscourant van Vrijdagavond
mogen verwijzen.
Dit nummer bevat tevens de uitvoerings
beschikkingen van den Minister van Econo
mische Zaken en Arbeid, waarbij o.a. de mo-
dellen van aanvraag- en vergunningsformu-
lieren zijn vastgesteld.
Deze Minister heeft aangewezen den heer
W. M. Ebbink, administratief hoofd van het
regeeringsbureau voor de uitvoering van de
Tarwewet 1931 (Trompstraat 73, 's-Graven-
hage) en, bjj diens afwezigheid, den heer R.
W. Dahmen von Buchholz, plaatsvervangend
administratief hoofd van genoemd bureau, om
krachtens het voormelde contingenteerings-
besluit te beslissen op de aanvrage, de ver-
gmming te onderteekenen en deze af te geven,
alsmede om vanwege hem de in het besluit
bedoelde bijzondere vergunning te verstrekken.
3 MILLIOEN MINDER DAN IN HET
VORIG JAAR.
Volgens een statistiek over de geschatte
ontvangsten in de maand September hebben
de Nederlandsche Spoorwegen een tekort van
bijna 3.000.000 in vergelijking met de ont
vangsten van dezelfde maand in het vorige
jaar.
De totale inkomsten van 1 Januari tot en
met 1 September zijn meer dan 20.780.000
gulden minder dan die van het vorige jaar.
UITVOER POOTAARDAPPELEN.
In het voorloopig verslag der Tweede Kamer
over het wetsontwerp tot regeling van den
uitvoer van pootaardappelen klagen enkele
leden over de ondeskundigheid van verschil-
lende controleurs en keurmeesters bij de uit-
oefening van toezicht op en keuring van de
pootaardappelen.
Een lid keurde den voorgestelden maat
regel af omdat er juist groote vraag is naar
ongekeurde pootaardappelen.
Majoor Gwynn sprak met heesche stem, hrj
was in hooge mate opgewonden, al beheersch-
te hij zich ook volkomen. Toen maakte hij
plechtig het militair saluut en verdween in
den couloir.
Beiden waren wij te ontroerd om een woord
te zeggen, en onze vriend ging heen zonder
een woord of een groet van ons; alleen een
blik van sympathie nam hij van ons mee.
„Alleen vuren, als je zeker bent van je
schot," commandeerde hij aan de soldaten
Dat was het laatste, wat wij van den majoor
hoorden.
We keken elkaar aan en Keening borg lang-
zaam zrjn revolver weg.
Opeens flitste mjj een gedachte door het
hoofd en herinnerde ik mij Moonah Singh en
den talisman, dien hij mij gegeven had. ,,Als
je ooit in moeilijkheden komt, draag het dan
goed zichtbaar," had hij gezegd. Ik was nu
in moeilijkheden en wel heel emstig. Maar
zou dat groen zij den lapje mij helpen? Het
was toch te belachelijk om zoo iets in een
oogenblik als dit te veronderstellen; doch het
was mijn eenigste kans. Al zaten wij ook met
z'n tweeen als noncombattanten rustig bij el
kaar, ik had toch niet veel hoop, dat die halve
wilden ons zouden sparen, wanneer zij den
trein overmeesterden.
Ik nam mijn portefeuille en zocht naar mijn
talisman.
„Wou je in je spoorboekje kijken, om hoe
laat we hier weg kunnen?" vroeg Keening,
die de spraak had teruggekregen.
Ik was niet in een stemming om er mee te
lachen, haalde het met zilver bestikte groene
lintje voor den dag en spelde het op de revers
van mijn jas.
„Wat drommel, ga je nu doen?" vroeg
Keening.
Tijd om te antwoorden werd miji niet meer
gegeven. Wat er nu volgde was zoo verwar-
rend en verbijsterend, dat ik het niet weer
kan geven en er ook naderhand nooit een
duidelyke visie van heb gehad. Er klonk een
oorverdoovend geschreeuw en gebrul, geweer
vuur ratelde van alle kanten, in en rondom
den trein. Door het tegenover liggend por-
tierraam konden wij een aantal witte gedaan-
ten met groote sprongen zien naderen. Maar
DE FASCISTISCHE HERDENKINGS-
FEESTEN IN ITALIe.
De feesten ter herdenking van den tienden
verjaardag van bet fascisme heibben hun
hoogtepunt bereikt, toen te Rome de legioenen
oorlogsinvaliden op den weg naar het Collo-
seium defileerden..
Mussolini had reeds om tien uur in de Via
Nazzionale de opgestelde legioenen ge'inspec-
teerd en was vervolgens te paard aan hun
hoofd naar de Piazza Venezia gereden, waar
hij den nieuwen straatweg insloeg en in het
midden halt maakte. Tot zijn geivolg behoor-
den de minister van oorlog en de chef van
den generalen staf der militie, zoomede tal-
rijke hoogwaardigheidsbekleeders en de mi-
litaire attache's, die te Rome zijn geaccredi-
teerd. Het defild werd geopend met de vaan-
dels en delegaties van alle legioenen der fas-
cistische militie. Er volgde een uit alle te
Rome in garnizoen liggende wapens samen-
gesteld eere-bataljon, waama de legioenen
der oorlogsgewonden voorbijtrokken, die in
rijen van 18 man defileerden. De afdeelingen
avantgardisten en jonge Italiaansche gevolgd
door de fascistische jeugdgroepen sloten de
rijen.
In verband met de herdenking van den op-
marsch naar Rome heeft Mussolini de vol
gende boodschap tot alle fascistische forma-
ties gericht:
„Zwarthemden uit heel Italie! Het eerste
decennium der revolutie wordt thans onder
het enthousiasme van heel het volk afgesloten.
Terwijl de groote openbare werken eeuwen-
lang onzen wil om op te bouwen verkondigen
zullen, geeft de tenstoonstelling der fascis-
ook an onzen kant had de aanval plaats; het
was of de witte duivels van onder den trein
te voorschijn kropen. Houtwerk werd ver-
splinterd, raampjes werden ingeslagen, ge-
kerm en gegil van gekwetsten klonk aan alle
kanten. Daar vloog een groote bruine Hin-
doe op de treeplank vlak bij ons en stak zijn
leelijken kop door het open portierraam; ik
zag een verwrongen gelaat met van bloed
beloopen oogen, een wreeden mond en een
wanstaltigen breeden neus. Zijn linkerhand,
waarin een flikkerend mes, had hij nog niet
door het portier kunnen wringen, maar ik
voelde, dat het einde nabiji was. Ik was ver-
stijfd van schrik, kon mij niet bewegen en
geen geluid voortbrengen; ik had geen andere
gedachte, dan dat aanstonds dat mes, dat
vreeselijke mes zijn werk zou doen.
Later heb ik nog vaak aan dit oogenblik
teruggedacht en er ook met Keening over
gesproken, die er toen niet veel beter aan toe
was dan ik; maar geen van beiden hebben
we ooit weer de ontzettende sensatie van dit
oogenblik doorvoeld. We keken er later
tegenaan als een zonderling gebeuren, als iets,
dat je leest in een krant, een geweldig onge-
luk, dat je niet eens hevig ontroert. Kwam
het door de menigte vreemde indrukken, die
we sindsdien hebben ondergaan, de snel opeen-
volgende gebeurtenissen, die zich rondom ons
afspeelden Kwam het door de betoovering
van dit ondanks alles toch heerlijke land met
zijn wuivende palmen, zijn donkere bosschen
en woeste bergen, zijn vruchtbare vlakten en
onafzienbare jungles
De manier, waarop wjj uit het gevaar in
dien ongelukstrein verlost werden, was voor
ons even onverwacht als het gevaar zelve.
De leelijke Hindoe had mij slechts even
aangekeken en toen yiel hiji terug, alsof hij
met geweld van de treeplank werd afgetrok-
ken. Hij schreeuwde en gesticuleerde als
een bezetene tegen een paar kerels, die achter
hem waren, en deze sprongen ook op de tree
plank, keken mij aan en sprongen er even
gauw weer af. Toen kwam er een vierde bij,
een oudere, vurige kerel met een korten punt-
baard. Hij droeg een prachtig pistool in zijn
gordel en zwaaide een vervaarlijke kromsabel
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-band-
buisjes van 20 tabletten nu fl. en
oranjezakjes van 2 tabletten 0. ■10-
(Ingez. Med.)
tische revolutie het heilige, duidelijke en plech-
tige bewijs van de door ons gelbrachte offers.
Het tweede decennium zal nieuwe eischen
stellen en nieuwe offers van ons verlangen.
We zullen ons bewust zijn van de verantwoor-
delijkheid en in broederschap met u vereenigd
verblijven. De herinnering aan de doorge-
stane beproevingen stroomt door onze harten
en maakt ze sterk voor de toekomst."
ALS ROOSEVELT PRESIDENT WORDT.
De weddenschapscurve in de Vereenigde
Staten blijft zoo ten gunste van een overwin-
ning van den democraat Franklin Roosevelt
omhooggaan, dat men w+js doet met rekening
te houden met een nederlaag van Hoover bij
de eerstdaags komende verkiezingen voor het
presidentschap der U.S.A.
Als Roosevelt president wordt gaat de pro-
hibitie om zeep: de exportkelders van de
Fransche en andere Europeesche wijnfirma's
liggen reeds tjokvol met ,,verzendklare" drui-
vennatproducten. Hier in Europa zijn er dus
die hopen op een nederlaag van Hoover, maar
het zijn niet alleen de „spiritualisten" die bij
een overwinning van Roosevelt gebaat zouden
zijn, ook talloos andere kringen van scheep-
vaart, handel, industrie, enz. maken kansbe-
rekeningen. De economische depressie is in
het nadeel van Hoover; een sinds tientallen
van jaren veVgeten republikeinsche-democra-
tisch politick verschil heeft ineens den kop
weer opgestoken, juist door die economische
depressie, n.l. de tegenstelling op het terrein
van den buitenlandschen handel. De republi-
keinen in de U.S.A. zweren bij beschermende
rechten, de democraten echter voelen in de
laatste dagen dat zij met een zeer gematigde
tarievenpolitiek verstandiger doen. De Ameri-
kaansche boer die op het oogenblik noch in
het binnen-, noch in het buitenland behoorlijke
prijzen voor zijn producten kan bedingen,
maar wel te hooge prijzen moet ibetalen voor
de iproducten van de beschermde Amerikaan-
sche industrie is al aardig op weg vrijhandels-
gezinder te worden dan de uiterste democra
ten. Toch hebben de boeren en de democraten
elkaar begrepen ditmaal.
Dit is een punt. Zoo zijn er ettelijke ootfc
voor ons, Europeanen, onbevattelijke. Roose
velt en zijn meidedemocraten geven zich op:
het oogenblik uit voor de echte Amerikaan-
sche nationalisten die Amerika uitsluitend
aan de Amerikanen willen teruggeven. De
republikein Hoover wordt door hen gebrand-
merkt als het hoofd van het intemationaal
en was allesbehalve vriendelijk tegen het'
drietal. Maar dezen posteerden zich voor den
coupe en praatten druk tegen hem. Van wat
zij zeiden verstond ik geen woord, maar een
paar keeren hoorde ik den naam Akbar.
Toen wierp de man met de kromsabel de
coupedeur open en beval in zuiver Engelsch:
„Stap uit." Wij aarzelden.
„Stap uit," zei de man tegen me, „als uw
leven u lief is. We zullen u redden." Ik gaf
Alfred een wenk en stapte uit den-trein. Mijn
vriend wilde mij volgen, maar een Hindoe
trachtte hem tegen te houden; doch het on-
verwachte van het geval gaf mij moed, ik
reikte Alfred -een hand en trok hem uit den
coupe.
Toen beval de man, die als Akbar was aan-
gesproken: „Loopt rechtuit, zoo vlug als gij
kunt en kijkt vooral niet om."
De man met den platten neus greep mij
bij den arm, een andere Hindoe pakte Alfred
beet, de derde sloot de stoet, en met ons vijven
liepen we op een draf het veld in. Bij het uit-
stappen had ik nog even kunnen waarnemen,
hoe van alle kanten de Hindoes den trein bin-
nendrongen; achter ons klonk nog steeds
schieten, gegil en gekerm.
,,Niet omzien," herhaalde de platneus in
gebroken Engelsch, toen ik even het hoofd
wilde omwenden, en wij liepen, wat wij loopen
konden.
We holden een heel eind recht vooruit, toen
een vrij steile helling af en hielden stil aan
den rand van een dicht struikgewas. Ver-
moeid lieten we ons in het gras neervallen
en luisterden. Nog een paar schoten klonken
en toen was alles stil, doodstil.
Alfred zag mij aan met een vreemden blik;
ons beider gedacbten gingen uit naar onze
kameraden, die wij te midden van den strijd
verlaten hadden, en beiden wisten wij, dat nu
alles voorbij was. Wat zou er met ons ge
beuren, nu wij in de macht van die bruine
kerels waren?
Mijn vriend stond op en keek naar de hel
ling, die wij waren afgekomen. De hoogte
belette, iets vein de daarachter gelegen spoor-
,baan te zien, maar scherp teekende de half-
cirkelvormige kring van bergen zich af tegen
de strakke lucht.
(Wordt vervolgd.)