ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De Slapende Boeddha Eerste Blad. "oemehgdebeeichteh Ho. 8907 RIJDAG 28 OCTOBER 1932 72e Jaargang. BINN ENLAND BUITENLAND GENTSCHE AUT0SCH00L 1 FEUILLETON Autoschool van Gent C^AiSHlAvAN-VftLKEriBURG/S A •'iLEVERTRA LEEUWARDEn ABONNEMENTSPRMS: Binnen Ter Neuzen /1.40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen ^per post 1,80 per 3 maanden - Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar - Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetallng. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer /0.2O. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst een dag voor de mtgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA AND AG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAV OND. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. VerschiUende kleinere wetsontwerpen wor den zonder hoofdelijke stemming aangenomen Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp tot tijdelijke heffing van opcen- ten op alle invoerreehten, aisook de accijns op bier, alsmede tot berziening van het tarief. De heer Oud kan met dit ontwerp met medegaan. De fout van het wetsontwerp is, dat het aile artikels voor verhooging over een Iceiq schG&rti Spreker acht een technische henziening mo gelijk zonder de handelspolitiek aan te tasten en noemt: verhooging van den tabaksaccijns, een tijdelijke matige successiebelasting. De heer Rutgers van Rozenburg betoogt dat men den Minister de daartoe noodig ge- achte middelen niet moet onthouden als men hem geen andere bezorgt. DE N.V. HAVEN VAN VLISSINGEN. Verschenen is het voorloopig verslag over bet ontwerp houdende machtiging van de Ministers van Waterstaat en van Financien tot oprichting van de naamlooze vennootschap Haven van Vlissingen en tot het sluiten van een overeenkomst met die vennootschap be- treffende de exploitatie, de erfpacht en het ge- bruiken van havens en haventerreinen en de daartoe behoorende inrichtingen en toeken- ning aan die vennootschap van de bevoegd- heid tot het heffen van rechten. Vele leden betuigden hun instemming met dit wetsontwerp. Andere leden, die van meening waren, dat nu wel duidelijk is gebleken, dat de haven van Vlissingen niet heeft beantwoord aan de daar- omtrent gekoesterde verwachtingen, en dat de daaraan bestede gelden dus niet te ver- antwoorden zijn geweest, hadden tegen het wetsontwerp bezwaren. Het kwam hun voor, dat de voorgestelde transactie voor den Staat onvoordeelig genoemd moet worden, te meer daar naast alle door hem reeds gedane uit- gaven ook het onderhoud der kunstwerken en het op diepte houden van de havens en kana- len voor zijn rekening zal blijven. Hiertegen werd door de eerstbedoelde leden aangevoerd, dat men op dit oogenblik nog geen conclusies mag trekken ten aanzien van de resultaten, met de Vlissingsche haven te bereiken. Immers deze haven is nog niet ge- reed, de eenvoudigste outtilage ontbreekt haar. Het had sommige leden verwonderd, dat de gemeente Vlissingen, die steeds zoo sterk heeft aangedrongen op verbetering van haar haven, en die daarbij ook de voomaamste be- langhebbende is, nu verklaard heeft niet in staat te zijn deze te exploiteeren, zoodat er een N.V. moet worden opgericht, in welker kapitaal van 1.000.000 de gemeente slechts voor 275.000 zal deelnemen. CONTINGENTEERING VAN DEN INVOER VAN BROOD. De Minister van Economische zaken en Ar- beid heeft in antwoord op schriftelijke vragen meegedeeld, dat eerstdaags een maatregel tot contingenteering van den invoer van brood zal worden afgekondigd. L.EENIN GSFONDS 1914. Verschenen is het verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot vaststelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Leeningsfonds 1914 voor het dienstjaar 1933. Bij het afdeelmgsonderzoek werd opge- merkt, dat bij het in 1930 vastgestelde aflos- singsplan was gerekend op alg-eheele liquida- tie van de crisisleeningen uit den oorlogstijd in 1959, met behulp van een afloopende bij- drage uit het aanweizige saldo van het fonds. Uit de reeds eerder en thans bekend ge- worden cijfers blijkt, dat van liquidatie in 1959 geen sprake zal kunnen zijn. Waarschijn- lijk zal zelfs over een of twee jaar het nog aanwezige saldo geheel verdwenen zijn. Naar werd opgemerkt, biedt ook deze situatie weder een duidelijk teeken, dat de moeilijk- heden, door de crisis ontstaan, zich nog ge- durende vele jaren zullen doen gevoelen. DE BETOOGING OP 8 NOV. De Minister van Waterstaat heeft over- wegend bezwaar tegen het verleenen van medewerking aan een uitzending door de V.A.R.A. van de op 8 November ter gelegen- heid van de voorgenomen betoogingen te 's-Gravenhage te houden redevoeringen en van het verloop van die betoogingen. De uitzen ding zal dus niet plaats hebben. HET NEDERLANDSCHE RIJNVERKEER IN GEVAAR? Men meldt uit Essen aan de N. R. Crt.: In leidende kringen van de Rijnsch-West- faalsche industrie worden tegenover den Nederlandschen boycot van Duitsche industrie- producten afweermiddelen beraamd. Zoo heeft voor het geval, dat de propaganda van zekere Nederlandsehe kringen tegen Duitsch- land op de huidige wijze verder gedreven en verscherpt wordt, de vereeniging tot bescher- ming van de oeconomische belangen in het Rijnland en Westfalen de vorming van een comite in overweging genomen. Dit comite moet onderzoeken, of en in hoeverre het groot Nederlandsehe verkeer met Duitschland, met inachtneming van de belangen van de Duit sche zee- en binnenscheepvaart, door Duitsch land ontlast kan worden. Zooals daarbij uitdrukkelijk opgemerkt werd, gaat het slechts om voorzorgmaatrege- len. Men wenscht dringend, dat de hartelijke betrekkingen, die tusschen West-Duitschland en Nederland bestaan, in vollen omvang be- schermd worden, zoodat de voor beide landen zoo nadeelige moeilijkheden van vorenaf aan vermeden kunnen worden. Volgens de Duitsche Bergwerkszeitung, die reeds eerder afweermaatregelen tegen de hou- ding van Nederland geeischt heeft, is reeds een groote groep van Duitsche firma's er toe overgegaan het transport, dat vroeger over Rotterdam liep, over Antwerpen of kleine Bel- gische havens te leiden. Deze maatregel, al- dus schrijft het blad, wordt in belangrijke mate bevorderd door de bemoei'ingen van het havenbestuur van Antwerpen en anderen, die zich bereid verklaard hebben, transporten over land met transportreducties ter wille van de Duitsche belanghebbenden te organiseeren en deze ook van Nederlandsehe havens tot zich te trekken. In den laatsten tijd hebben de pogingen van beide landen in deze richting veel terrein ge- wonnen. De burgemeester van Gent heeft een groot aantal autoriteiten uit de kringen van indu strie, handal en scheepvaart van West- Duitschland tot bezichtiging der belangrijk uitgebreide havenwerken uitgenoodigd. In de kringen van het Rijnsch-Westfaalsche bedrijfsleven wordt aan het aanstaande, ge- meenschappelijke bezoek aan Gent buitenge- woon belang gehecht, omdat men verwacht, dat de vriendschappelijke handelsbetrekkingen tusschen Duitschland en Belgie weder nauwer zullen worden. RESTITUTIO IN INTEGRUM. in Duitschland is schrijft de N. R. Crt. door de uitspraak van het staatsgerechtshof te Leipzig een spannende politieke toestand ontstaan. Die uitspraak legt emstige hinder- nissen op den weg van de regeering-von Papen. Wij kunnen levendig begrijpen dat hartstochtelijke aanhangers van het tegen- woordig bewind nu van den rijkskanselier ver- 1 an gen dat hij overgaat tot de consequente dictatuur. Inderdaad staat de regeering voor het pijnlijke dilemma den weg, dien zij zich voorgenomen had te gaan, niet onbelangrijk te verleggen of wel, overeenkomstig den raad van bedoelde aanhangers, over de hindemis- sen heen te stappen alsof ziji niet bestonden. Een dictatuur van Hitler, die zich zou aan- dienen als een revolutionaire regeering, kan echter gemakkelijker een uitspraak van het staatsgerechtshof terzijde schuiven dan een dictatuur, die zich beroept op haar conserva- tief karakter. In ieder geval zijn nu, waar- schijnlijk onverwachte, moeilijkheden voor het beleid van Von Papen ontstaan. Formeel is de uitspraak, wat de hoofdzaak, de verordening van 20 Juli betreft, een over- winning voor Von Papen. Met goed recht, zoo zegt zij, heeft de rijkspresident de Prui- sische ministers geschorst en een rijkscom- missaris voor Pruisen aangesteld. Immers daar komt het oordeel van het Hof op neer de grondwet stelt den toestand ter beoor- deeling van den rijkspresident; het staats gerechtshof heeft niet tot taak de praemissen voor zijn besluit te onderzoeken. Anders is dit, wanneer de rijksregeering die zelf aan het Hof ter beoordeeling voorlegt. Dat is op twee punten geschiedt. De rijksregeering heeft op het gebrek aan doortastendheid van de Pruisische regeering tegenover de communis- tische onlusten gewezen, en verder, als motief voor haar ingrijpen, uitlatingen van minister Severing aangevoerd. Nu de rijksregeering zelf deze punten aan het Hof voorlegde, moest. dit ze onderzoeken. En het resultaat is, dat zij onvoldoende bevonden als rechtvaardiging voor de toepassing van arti- kel 48 van de grondwet. Buitengewoon belangrijk is de beslissing van het Hof dat de Pruisische ministers slechts in hun uitvoerend gezag konden wor den geschorst, maar niet in hun grondwettige functies ten opzichte van rijks- en landdag en in den rijksraad. Von Papen ziet zich daardoor van de mogelijkheid beroofd zijn oorspronkelijk plan uit te voeren van de stemmen van Pruisen in den rijksraad te ge- bruiken als een machtig wapen in den strijd voor een constitutie, zooals hij die wenscht. Dit gedeelte van de uitspraak, dat om door te gaan met een vergelijking van het Berliner Tageblat de helft van het doorgehakte kindje vormt die door dit oordeel van Salomo aan de Pruisische ministers wordt uitgereikt, is, zooals onze Berlijnsche correspondent BESTUURDER: R. MORTIER Lange Meire, 2 (Kouter) Gent Telefoon: 19393 Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor degelijk en voll. onderricht. Zondagleer- gang te Selzaete: Zaal Gaumorit, Markt. (Ingez. Med.) reeds heeft uiteengezet, geschikt om heel veel verwarring te scheppn. De onuitvoerbaarheid in de politieke practijk komt o.i. echter niet ten laste van het Hof. Door den wettigen toestand te herstellen wat „seine verdamm- te pflicht und Schuldigkeit" was, heeft het Hof geen nieuwe onmogelijkheden geschapen, maar slechts de moeilijkheden hersteld die op 20 Juli met een kunstgreep door Von Papen tijdelijk opgeheven leken. Thans, zooals toen, staat men voor de noodzakelijkheid een oplos- sing te vinden, of langs dictatoriaal-revolutio- nairen weg of door een compromis. Von Papen ziet zich nu voor de noodzakelijkheid gesteld kleur te bekennen. Tracht hij zijn plan voor een nieuwe grondwet met verdere constitutioneele kunstgrepen door te zetten dan bestaat grootere duidelijkheid wat zijn daden beteekenen. Wij zouden er dan ook wat voor over hebben, iets te weten omtrent de waarschijnlijk zeer onvermengde intieme gevoelens, waarmede von Schleicher Woens dag kennis heeft genomen van de beslissing. Voor den verkiezingsstrijd zal deze uit spraak groote beteekenis hebben. Het gezag van het staatsgerechtshof is heel groot in Duitschland. Men is steeds in de buiten- wereld te veel gewend geweest in Duitschland het land te zien waarin hoofdzakelijk't woord van den generaal het hoogste gezag had; dit is een conventioneele maar onjuiste voorstel- ling. Groot was en is nog steeds in Duitsch land het woord van den professor, hoezeer men dezen stand „Weltfremdheit" toeschrij- ven mag; groot is er nog het woord van den rechter; maar groot bovenal is er het gezag van het Hof te Leipzig, dat zelfs nog vergroot wordt door een vonnis als het onderhavige, waarbij het zich een juridisch, en niet een politick college betoont. Dat zijn juridisch oordeel geen rekening houdt met de eischen der politiek, al heeft het de politieke werke- lijkheid niet uit het oog verloren, zal dit gezag alleen nog versterken. Wiji kunnen niet ge- looven dat Von Papen en zijn raadgevers hier- mede geen rekening zouden houden. De uitspraak dwingt de groepen in den fellen politieken strijd, die nu in Duitschland heerscht, tot bazinning. Het is een verma- ning aan alien. De Pruisische regeering van Braun die, dit verlieze men niet uit het oog, toch maar een waamemende en geen parlementair gefumdeerde regeering was heeft onmiddellijk van het stuk recht dat haar is toebedeeld, gebruik gemaakt om bijeen te komen. Zij is zoo verstandig geweest, dat stuk recht met de bescheidenheid, die in haar positie past, te gebruiken, en zij neemt een verzoenende houding. Dit kan van groot nut iblijken in de tegenwoordige omstandigheden. Het is voor de oppositie het „psychologische oogenblik" om Von Papen een hand toe te stekn. Hij kan die nu moeiljjk weigeren. Dit kan het uitgangspunt worden voor een com promis in de Pruisische aangelegenheden, dat onmogelijk nalaten kan invloed te hebben op de gebeurtenissen in het rijk. Nu was er een staat van oorlog tusschen oppositie en regeering. Onderhandelingen waren feitelijk onmogelijk. Men kende geen genade, had zelfs niet eens oor voor elkaars argumenten en opvattingen. Gaat men aan het praten dan kan men verder komen. Het aan den gang komen van onderhandelingen is onder dergelijke omstandigheden altijd het moeilijkst. Een compromis dat tot een normale regeeringsformatie in Pruisen leidt, moet in- voering van de dictatuur in het rijk heel be- zwaarlijk maken, als de- regeering het ten minste respecteert, en het niet omverwerpt door een hernieuwde toepassing van artikei 48 dat nu, met de macht die 't staatsgerechts- (lDifta. MetL) door F. J. A. L. CORDENS. (Nadruk verboden.) 16) (Vervolg.) We zaten met ons vijven bijeen en Gwynn vertelde aan Sparthing het avontuur, dat ik den vorigen dag met Amri had gehad. Hens- ley luisterde toe en keek somber, maar Spart hing had er plezier in. „Die kerels zijn slim- mie ratten," zei hij, ,,en vooral in het heilige Benares zijn ze sterk in die tooverkunsten. Ik heb heel wat Indische goochelstukjes gezien, waar je gewoon paf van staat. De handigheid van die lui grenst aan het ongeloofelijke, maar ten slotte is voor alles wat ze doen wel een natuurlijke verklaring te vinden. (Het kunstje met den schotel heb ik echter nooit kunnen verklaren; zelf heb ik er ook meermalen ingekeken, doch heb er nooit iets bijzonders in gezien dan een paar frappante dimgen uit het verleden, toen ik nog in Enge- land was. Maar ik heb heel wat menschen gesproken, die in de koperen schaal dingen zagen, die ze naderhand preoies zoo te zien kregen, en daar kan ik met mijn venstand niet bg." Ik bracht het gesprek op het baden en op het zich verdrinken in den Ganges, waar Amri me van verteld had. ,,Dat is zoo," bevestigde Gwynn, „en de En- gelsche regeering heeft er heel wat moeite mee gehad om aan die verdrinkpartijen een einde te maken. Je begrijpt niet, waartoe die kerels in him godsdienstig fanatisme in staat zijn. In de heilige rivier te baden was voor velen nog niet genoeg, ze moesten er heele- maal in. Een veel voorkomende liefhebberij was om zich met een paar leege waterkruiken onder de anmen vastgebonden te laten afdrij- ven. Na een poosje lieten ze dan de kruiken water scheppen en zoo langzamerhand vol loopen. Dan gingen ze natuurlijk de diepte in, en er was weer een heilige meer in het paradijs. Zoo zijn die lui. Als je een Hindoe tegen komt, die aan godsdienstig fanatisme lrjdt, dan doe je het best, met uit zijn buurt weg te gaan." ,,Ik heb ze over het algemeen nogal vrij kalm gevonden," meende Alfred. ,,Dat lijkt zoo," klonk de schorre stem van Hensley, ,,ze zijn innenlijk nog precies, zooals ze vroeger waren." Eric sprak het tegen. „Neen," zei hij, „ze zijn heel wat kalmer geworden, nu ze minder aanleiding hebben dan vroeger om hun fana tisme op te zweepen, en dat hebben ze aan de regeering te danken. Wat werd vroeger heel Bengalen niet op stelten gezet door de Thugs, de worgers met den zwarten dock. Die ban- dieten zijn nu uitgeroeid, ze komen alleen nog in de boeken voor. En aan het verbranden van weduwen na de lijkplecbtigheid van haar man hebben we ook een eind gemaakt." ,,Als je vroeger verhalen over Indie las," zei Gwynn, „zou je zoo denken dat hier niets anders rondloopen dan. geheimzinnige sluip- moordenaars, tijgers en ander wild gedierte. Maar Ik geloof, dat het in de praktijk nog al meevalt." „Dat dunkt mij ook," zei Keening, die de beschaving van het land afmat naar de mate van Europeesch comfort, dat hij er genoot, en die het nu heel leuk vond met landslieden in een extra-trein ite zitten. „De inlanders val- len me over het algemeen bijzonder mee." ,,0 zeker," beaamde Gwynn, „ze hebben ook een heel mooie oude beschaving, en als je de nieuwe boeken leest, door Indiers over het Hindoe-leven geschreven, zou je, als je er niet md6r van wist, gaan gelooven, dat de Brah- manen louter heiligen zijn, die hun tijd door- brengen met gebed en bespiegeling; dat de familie-instellingen der Hindoes de beste zijn, die er bestaan, en dat alle menschen hier van klein tot groot in ijverig werken en eerbied voor de goden in stille tevredenheid het uur verbeiden van him opneming in den hemel. In werkelijkheid is het wel een beetje anders. Je begrijpt, wanneer er onder de Christenen al zooveel zijn, wier levenswijs heelemaal in strijd is met de voorschriften van het Chris tendom, hoe moet het er dan niet uitzien in een heidensch land zooals dit, waar bovendien de gesteldheid van klimaat en bodem de lui- heid bevordert en allerlei excessen in de hand werkit." Er kwam een grijns op het somber gelaat van Hensley. Gwynn was een geloovige Schot en Hensley geloofde nergens aan. Voor hem bestond er maar een waarheid, de mathesis, en voor de rest haalde hij de schouders op. Maar omdat Gwynn zijn superieur was en misschien ook uit beleefdheid tegenover ons, gaf hij er geen antwoord op. De trein voerde ons met groote snelheid door een vruchtbare streek; wel werd de na- tuur woester en de bergen kwamen dichterbij. Nu en dan naderden wij de rivier en volgden een tijid lang den oever, dan weer schoten wij langs een rotsblok en stoomden door groene weiden, die door beboschte hoogten waren be- grensd, of kwamen door bosschen, waar oli- fanten bij het wegslepen der omgehakte .boomen behulpzaam waren. We hadden geluncht en nog een sigaret ge- rookt, toen Hensley aan den majoor voor- stelde, of het niet tijd werd eens een kijkje in de kaartenkamer te gaan nemen. Gwynn was weliswaar de leider van de expeditie, maar Hensley was de man van de terreinkennis en meende zich uit dien hoofde die vraag aan zijn superieur te mogen veroorloven. Gwynn had er geen bezwaar tegen. ,,Als de heeren het goed vinden", zei hij tegen ons, ,,gaan wij in den anderen coupe een beetje krijgsraad houden. Doen jullie je middag- slaapje in dien tijd, we zullen niet zoo heel lang wegblijven." De drie officieren stonden op en gingen naar den coupd, waar de stafkaart lag uitgespreid. We bleven alleen achter en schikten ons tot slapen, waarin ik het niet verder bracht dan een onrustigen dommel, door droomsn onder- broken. Ik zag weer, net als bij Amri in den schotel, den trein stilstaan te midden van rook; maar toen ik de oogen opende, stonden wij niet stil, maar stoomden met groote snel heid over een hoog, vlak terrein, in een hal- hof eraan heeft toegekend, abitrair ter be- schikking van den rijkspresident staat. Een alleen op Hitlerianen en aanhangers van de tegenwoordige regeering berustende wettige regeering is in Pruisen niet mogelijk. Het Centrum moet er in ieder geval aan te pas komen. Een aldus gevormd kabinet zal in den rijksraad naar alle waarschijnlijkheid niet te gebruiken zijn op de wijze, waarop Von Papen had gemeend zich van zijn dictator- schap in Pruisen in den rijksraad te kunnen bedienen. Alle betrokkenen in het Pruisische conflict hebben nu bet een en ander geleerd. De uit spraak van het staatsgerechtshof geeft hun de gelegenheid den toestand nog eens opmeuw te bekijken van het standpunt van 19 Juli. Zij krijgen in het leven zoo zeldizame kans de dingen nog eens over te doen. De toon van het besluit der geschorste ministers geeft hoop, dat men de dingen thans practischer zal aanpakken dan drie maanden geleden. Moge het aan alle kanten zoo zijn. Mogen niejt zekere elementen in het kabinet Von Papen bezwijken voor de verleiding om een venzoening tegen te werken teneinde de ge legenheid te kunnen gebruiken om oude lusten hot te vieren en oude begeerten ver- vuld te zien. MET STUK HOUT OP HET HOOFD GESLAGEN. Toen Maandag de tulnman van den heer L. te Rosmalen een wilastrik afbond, werd hij onverhouds door een man met een zwaar stuk hout op het hoofd geslagen. De tuinman zakte bewusteloos ineen en werd met een ge- broken arm en inwendige kneuzingen naar het ziekenhuis overgebracht. In verband hiermee heeft de politie zekeren C. M. uit Rosmalen aangehouden. F.F.N LAFFE STREEK. Dezer dagen vermiste een landbouwer te Noordgouwe een vijftal koeien uit zijn onder die gemeente gelegen weiland. Na eenig zoe- ken vond hij de dieren in een op eenigen af- stand van de weide gelegen wegje loopen. De beesten waren zeer schuw en toen hij ze had opgevangen bleek bij een tweetal dieren de staart te zijn afgesneden, zoodat het been bloot lag. Naar de bedrijvers van deze ge- meen-e dierenmishandeling wordt door de poli tie een onderzoek ingesteld. KLEINE OORZAAK. Dinsdagmiddag is op de Kraakschelaan te Doesburg de 36jarige vrouw Delaak, toen zij een suikerbiet van den weg wilde oprapen, door den auto van den heer Bruns uit Anthem MIRYSTRAAT 10 - Tel. I94.9S Bestuur: FINOULST I. A. D. SELZAETE: Fr. Wittoucklaan 22T. Vraagt prospectus gratis. (Ingez. Med.) (ingez. Med.)' ven cirkel door bergen omgeven, waar de spooiweg ergens een opening in moest vinden. Ik zag door het andere raampje en meende achter een laag kreupelbosch twee ruiters met groote snelheid te zien rijden in tegen- overgestelde richting van den trein. Ze waren al lang verdwenen en de bergwand, waar wij door moesten, naderde snel toen eensklaps de remmen knarsten en de trein met een ruk stil hield. Keening, die tegenover mij zat, werd er wakker van, wreef zijn oogen uit en vroeg: „Waar zijn we ergens?" Ik kon hem geen antwoord geven. Op hetzelfde oogenblik werd de coupedeur open- gerukt en een soldaat sprong er in. Hij keek rond, maar de officieren niet ziende, wierp hij de tusschendeur open van den couloir en ver- dween in den coupe naast ons. Meteen begon de trein langzaam acbteruit te stoomen. „Wat is er aan de hand?" vroeg Alfred, nog niet heelemaal wakker, ,,we gaan weer achteruit geloof ik". Ik knikte van ja en voelde me niet op mijn gemak. Juist kwam Gwynn den coupe bin nen, hij zag bleek, maar was heel kalm. „Het spijt me, dat ik jullie in" dezen trein meegenomen heb, heeren", zei hij. ,,Er is iets niet in orde, en ik hoop van harte, dat het niet van ernstigen aard zal zijn". „Wat dan?" vroeg Keening. „Er ligt v66r ons een groot rotsblok op de rails, blijkbaar met moedwil er neergelegd om den trein te laten verongelukken. Maar wat erger is, een soldaat, die mee op de loco- motief stond, heeft ontdekt, dat op de hoog ten rondom gewapende Hindoes verscholen liggen. Een onbegrijpelijke brutaliteit van een troepje heethoofden om een aanslag op de hoofdlrjn te durven doen. Ik heb achter uit laten stoomen, en bij het eerste het beste tusschenstation zal ik telegrafeeren om..." Hij kon den zin niet voleindigen; een ge- weldig gekraak volgde en met een scbok stond te trein stil. Gwynn lag languit op de bank voor ons, en Alfred en ik vielen over hem heen. Het kraken en splinteren hield nog niet op, en daar tusschendoor meende ik een paar doffe knallen te hooren, alsof er geschoten werd. Zoo vlug mogelijk krabbel- den we weer overeind om te zien of we wer- kelijk gederailleerd waren, zooals we alien dachten. „Zitten blijven", beval de majoor, „ik zaI zelf wel eens zien wat er te doen is". Hij had de hand al aan den knop van het portier, toen Hensley den coupe in kwam met een effen, strak gezicht als altijd. Majoor!" riep hij. ,,Wat is er Hensly!" „We zijn gederailleerd en worden beschoten. De telegraafdraden zijn doorgesneden; zoo juist heb ik een paal tegen den grond zien liggen. Kom mee. De heeren moeten hier- blijven en zich zoo dieht mogelijk tegen het beschot achter de raampjes drukken of, beter nog, plat op den grond gaan liggen". „Groote God!" riep Mac Wynn. ..Blijft hier, heeren", zei hiji tegen ons, ,,dat is het beste wat u doen kunt spoedig hoop ik weer bij u terug te zijn". Nauwelijks waren zij weg of een kogel vloog door onzen coupe en boorde zich in het houtwerk tegenover ons. We keken elkander aan. „Een mooie boel", zei Keening. ,,Hoe zal dit zaakje af- loopen ,,Ik weet het niet", zei ik, allesbehalve gerust, „maar ik heb geen zin om op den. grond te gaan liggen; ik wil tenminste zien. als er iets gebeurt." We zaten tegenover elkander, gedekt door de paneelen van het raampje, en als men het zoo noemen wil, tamelijk veilig. In den wagon achter ons hoorden we de karabijnen knette- ren van onze soldaten, en plotseling zageg we eenigen hunner naar den coupe van de officie ren vliegen. Er klonk een gil. ,,Vooruit, vooruit!" werd er geschreeuwd. Er was een verward gestommel in den wagon en een oogenblik later werd er geschoten uit het raampje van den coupe naast ons. Boven al het rumoer uit klonk het scherp gesis van den ontsnappenden stoom uit de locomotief. „Ik houd het hier niet uit," zei Alfred. „We hebben toch nog een revolver bij ons. Laat ons naar de officieren gaan."

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 1