a a s V A I A. Pluimvee-Eubriek I I I I e 3 "S B a -° w- cu »- O a 2 =5 5 "■o-'o"'© a a - sj 5 m co oa cq anders zou daarover niet gesproken worden. We leven in een abnormalen toestand. Het was een eerste klasse gelegenheid om veel menschen aan het werk te zetten en voor de gemeente zouden het nog niet zulke groote kosten zijn, omdat anders toch steun moet worden uitgekeerd. De VOORZITTER merkt naar aanleiding dezer woorden op, dat de gemeente niet gaat beginnen om een werk uit te voeren op een weg van een ander. Op dat terrein heeft de gemeente zich nog nooit bewogen en het is niet raadizaam daarmede te beginnen. Hij wil aaunemen, dat de polder er wel ja, op zou zeggen, maar: kan de gemeente dien weg inslaan De heer DE FEIJTER: Dan krijgen we heel wat te doen, want er zijn in de gemeente heel wat wegen waarvan de zijkantem veel te weg naar de haven niet zeer ems-tig aan te voor de bijzondere lagere school voor Gere- dringen, aangezien het er met de haven niet formeerd Lager Onderwijs Othene 2447,06; zoo goed voorstaat. Dat wordt een verloopen Voor de bijzondere lagere school voor Christ, zoodje, als men ziet hoe de aardappelen nu j volksonderwijs 4180,34; met groote vraohtiauto's wond-en atgehaaid, evenals het stroo, dat dus niet meer over de haven vervoerd wordt, terwijl de hoeveelheid bieten die vervoerd wordt al veel geringer is j en de kans groot is dat, als er geen verbete- t ring komt er het volgend jaar heelemaal geen bieten meer gezaaid wordem. Op verbetering van het straatje moet de raad dus zoo hap- ij pig niet zjjn, wanneer de uitgaven daarvoor niet in hoofdzaak aan de werkloozen ten goede komen, doch voor het meerendeel moe- ten worden besteed aan onteigening en ver- voerders. Eaten Burgemeester en Wethouders eens met het plan in den raad komen en zij die het dan beter meenen te weten fcunnen de cijfers dan aanvallen. Er zal dan echter wel be s 1 u i t a. Het bedrag der vergoeding, bedoeld bij artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920, vast te stellen als volgt: Bijzonder Lagere School voor Gereformeerd Lager Onderwijs (Dorp): 1928: 2107,17; 1929: 1176,66; 1930: f 1445,23; totaal 4729,06. Bijzondere Lagere School voor Gereformeerd Lager Onderwijs (Reuzenhoek) 1928: 1355,29; 1929: 1317,08; 1930: 1842,84; totaal 4515,21. hoog liggen en waaraan noodwendig lets zou ,iWk moeten aangetoond worden dat het —j...,., "7n" een voor'werkverschaffing wat beteekent, anders is spreker er niet voor het te doen. De VOORZITTER stelt zich op het stand- punt, dat de objecten voor werkverschaffing in ander opzicht niet te groote offers mogen behoren gedaan t-e worden. Hij zou het een j gevaarljjken weg achten, want als men het hier doet, moet men het overal doen. En als j men er eenmaal mede begint, blijft men er aan vastzitten. 1 De heer KOOFMAN denkt hierover wel eenigszins anders. Hij wijst er^ op, dat het j De keer D pEEg yraagt, of de waterstand jets anders zou zijn, wanneer men zoo iets ging maken langs den weg aan den Een- dracht. Maar hier betreft het een hoofdver- keersweg, waarvan tal van inwoners der ge- meenta dagelijks gebruik maken. En wat nu betreft het uitvoeren van werk op eens anders j terrein, de voorzitter heeft toch zooeven in- stemming betuigt met het rioleeren van een sloot op het Noordelijk deel van het Veer. Dat is toch heelemaal een polderwatergang De heer DE FEIJTER: Als dat het niet was, was dat ook allang ge-beurd! De heer KOOPMAN: Ik ben van meening, dat men in dit opzicht het lijntje niet zoo strak zal kunnen houden, want anders doet noch de een ,noch de ander het en blijft het liggen. De VOORZITTER: Aan de Zuidzijde van het Veer was het toch ook een poldersloot die van wege de gemeente gerioleerd is De heer KOOPMAN: Ja, maar dat was een z66 onverkwikkelijke geschiedenis gewor- den, dat de gemeente het wel moest doen. Daar heeft toen de Gezondheidscommissie zich ook nog mee bemoeid. Maar ik ben van oordeel, dat, als men over werkverschaffing spreekt, men de lijntjes niet zoo strak kan houden, als men onder normale omstandig- heden wel zou doen. De heer WISSE verklaart ook voorstander van werkverschaffing zoowel als van werk verschaffing en wegenverbetering te zijn. H(j herinnert in verband hdermede aan zijn betoog voor verbetering van den weg naar Ter Neuzen, die hij voor wielrijders vooral in den winter levensgevaarlijk acht. De door hem aanbevolen verbetering is toen echter op groote bezwaren gestuit en hij bleef met zijn denkbeeld alleen staan. De heer Koop- rrt.in wil den zijkant van den weg afsteken; dat zou wel eenige verbetering brengen, maar tenslotte toch niet veel uithalen, dat zou maar eenigen tijd duren en dan moest men den zijkant weer afsteken. Hq meent, dat, als men het doet, het goed zou moeten doen en het zijpad uitkisten en er zand in brengen. Het was in de Poldersche straat evenzoo, en daarop heeft spreker ook aanmerking ge- maakt. Als men iets doet, laat men het dan goed doen. Men kan zich hiervoor met de polderbesturen in verbinding stellen. Spreker be-veelt voorts aan, de verbetering van den weg der gemeente, van af de begraaf- plaats tot den Groeneweg overeenkomstig de eischen van het wegenplan aan te pakken. Laat ons dit stuk zegt hij maken, ten voorbeeld aan de polderbesturen, die dan mis- schien wel zullen volgen. Daarin zou een hoop werkverschaffing zitten. Als men niet doortast en omtrent alles een weifelachtige houding aanneemt, komt er geen werkver schaffing. Hij wijst ten slotte op de kwestie van het „straatje"; daarover is de raad nu al een jaar beszig. Hoe staat het daarmede? Is dat nu een werk dat z66 moeilijk is om uit te voeren De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouiders dn de laatste week hierover juist nog een rapport hebben ont- vangen. Daaruit is gebleken dat de onkosten van dat werk z66 groot zijn, dat te nauwer- nood van het benoodigde bedrag aan de wenklieden voor loon zou ten goede komen. Men zou b.v. van f 1000 kosten te nauwer- nood 250 aan werkloon uitbetalen. Aanvan- kelijk was door den architect een watergang ontworpen van 10 M. Burgemeester en Wet houders vroegen zich af, waarvoor die noo- dig was. Een watergang van 5 M. breed is al heel wat. Zij vroegen dus verandering van het plan, om het ook goedkooper te krijgen. Wat bleek, toen dit terug kwam? Dat een watergang van 5 M. de kosten nog met 150 venhoogde. Burgemeester en Wethouders mee nen, dat ze het dan beter kunnen laten zooals het is. Wanneer men iets ondemeemt waar- mede men aahteruit gaat, kan men het beter laten blijven en meenen Burgemeester en Wethouders dat er van het dempen van dien put niets kan komen. Het percentage werk loon is te klein. De heer WISSE zou toch die berekening eerst moeten zien, om dat te gelooven. Het gaat er niet over of een watergang van 5 M. voldoende is, maar het spreekt vanzelf, dat, hoe breeder men den watergang maakt, hoe meer grond men krijgt voor het aanvullen van den put, en daarom verdient 10 M. aan- beveling. Daar zit een hoop werkloon in, dat kan niet uitblijven. Men zou met den ui-t- komenden grond het gat voor een groot deel kunnen aanvullen, voldoende om den weg om te leggen en dan zou men het overblijvende deel van het gat altijd later kunnen aanvullen. Hij kan het maar niet begrijpen, dat dit jaren moet duren eer Burgemeester en Wethouders dit voor elkaar hebben. De VOORZITTER merkt op, dat het be- zwaar van Burgemeester en Wethouders ge- legen is in het geringe bedrag aan werkloon, als men aan den eenen kant iets moet koopen en aan den anderen kant weggeven, schiet men er niets mee op. Voor drie vierden is het niet productief voor de werkverschaffing. De heer VAN HOEVE merkt op, dat het nieuiwe rapport nog maar kort geleden door Burgemeester en Wethouders is ontvangen; het laatste stuk is door hen nog niet bahan- deld. Als dat gebeurd is kan alles eens op papier gezet worden en aan den raad voorge- legd worden. In de volgende vergadering kan dan verslag worden gedaan. Op het oogenblik wordt in den breede geredeneerd zonder dat men verder kan komen. De volgende verga dering kan er een definitief voorstel zijn en besloten worden om het te doen of niet te doen. De heer HAAK verklaart wegens dringende bezigheden de vergadering te moeten ver- laten. De heer WISSE merkt op, deze kwestie alleen te hebben ter sprake gebracht naar aanleiding van de besprekingen die gehouden werden over werkverschaffing. De heer KOOPMAN wijst er op, dat het plan voor dat straatje" stuit op tegenstand, ter wijl er daarentegen raadsleden zijn die' het kost wat kost willen doordrijven. Volgens hem behoeft men op verbetering van dezen wenschte het instrument te hooren en de mu- sici waren wel verplicht, zich, soms allesbe- halve van harta, met het accordeon vertrouwd te maken. Overal viel dat verschijnsel op te merken. In Frankrij-k leverde een enquete onder de luisteraars de verrassende ultkomst, dat de harmonica het meest gewilde instru ment voor de microfoon was. Te Parijs spe- len de echte harmonica-spelers, die vroeger in de kleine cafe's of op straat speelden, op de partijen der groote wereld voor ongekende gages. In Amerika blijken guitaren en piano- accordeons op het oogenblik de meest ver- kochte instrurnenten te zijn, dan pas volgt de saxofoon. In een stad als San Francisco wordt het aantal harmonicaspelers van pro- fessie op ruim duizend geschat. Dit verwondert te meer, omdat in Amerika deze doorgaans uit Europa ingevoerde instru- Bijzondere Lagere School voor Gereformeerd maaUm kostbaar zijn. Een harmonica, r\-»njn,r<TTTn'c I Dili onn 1 685,84; 1930: voor Christelijk gedurende den winter wel zou toelaten, dat het werk in den winter werd uitgevoerd. De VOORZITTR antwoordt, dat het ook in het voorjaar nog kan, dan zullen er nog wel werkloozen zijn. De heer D. DEES: Ja, maar als ik het goed 1 begrijp, zou de heer Wisse het direct willen uitvoeren. De heer WISSE: Ja, zoo vlug mogelijk, om aan den gang te komen. Eer men 8 dagen verder is, staan we weer met een heeleboel werkloozen. De VOORZITTER verwacht, dat de om- standigheden wel zoo zullen loopen, dat dit werk in de maand April ook nog zou ten goede komen. De heer BUUZE wil naar aanleiding der woorden van den heer Koopman opmerken, dat er bij hem geen kwestie is van doordrijven van de verbetering van het straatje, doch dat hij daarin een goed object van werkverschaf fing ziet. Maar de eene zegt dit, de andere dat. Het eene werk is te groot, het andere te klein en dat doet men ook niet. Maar hoe moet het dan? Dan gebeurt er niets. Dan blijft er niets anders over dan aan de werk loozen uitkeering te geven, maar dan moet men ook niet meer zeggen, dat de menschen werkschuw zijn, dat ze niet willen werken. De VOORZITTER: Wie zegt dat? De heer BUIJZE: Burgemeester en Wet houders niet, maar het wordt in de gemeente toch wel gezegd. De VOORZITTER: In elk geval, wjj zoe- ken werk en als we geschikte objecten heb ben, zullen we niet nalaten voorstellen te doen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt met algemeene stemmen aange- nomen. m. Een schrijven van Gedeputeerde Sta- ten van Zeeland, waarbij van het bewijs hunner goedkeuring voorzien wordt terug- gezonden het raadsbesluit van 25 Juli 1.1. tot wijiziging der begrooting voor 1932. Aangenomen voor kennisgeving. 5. Vaststelling diverse rckeningen. Burgemeester en Wethouders stellen voor vast te stellen: a. de gemeente-rekening, dienst 1931 slui- tende gewonen dienst in ontvang en uitgaaf op f 110.212,56 en 102.275,54y2 met een batig slot van f 7937,01 M> en den kapitaaldienst in ontvang en uitgaaf op 89.286,81% en 89.182,35 met een batig slot van f 104,46% b. de rekening van het gemeentelijk elec- trisch bedrijf, dienst 1931 onder overlegging van een deugdelijke verklaring als bedoeld in art. 265 der Gemeentewet, afdeeling I in ontvang en uitgaaf op 21.199,92% en af deeling II in ontvang en uitgaaf op f 5923,87 c. de rekening van het Algemeen Burger- lijk Armbestuur, dienst 1931 in ontvang en uit gaaf op 7690,31; d. de rekening van de Vrijwillige Brand- weer, dienst 1931, in ontvang en uitgaaf op 946,51; e. de rekening van de Chr. Bewaarschool, dienst 1931 sluitende in ontvang en uitgaaf op 2385,40 en f 2599,25 met een nadeelig saldo van f 213,85. De heer A. DEES deelt namens de com- missie van onderzoek mede, dat bij het onder- zoek is gebleken, dat de commissie nergens iets op had aan te merken en mitsdien tot goedkeuring der rekening wordt geadviseerd. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot vaststelling en verrekening der vergoeding aan de bijzondere lagere scholen in de gemeente Zaamslag over de jaren 1928, 1929 en 1930. Overgelegd wordt het navolgende concept- besluit: De raad der gemeente Zaamslag, Overwegende, dat de gemeenterekeningen over 1928, 1929 en 1930 door Gedeputeerde Staten der provincie Zeeland, respectievelijk bij hunne besluiten van 7 Februari 1930, no. 83, lste Afdeeling, 28 Augustus 1930, no. 59, lste Afdeeling en November 1931, no. 41, lste afdeeling, zijn vastgesteld: dat het gemiddelde bedrag per leerling der Openbare Lagere Scholen over 1928, 1929 en 1930, ter zake van de kosten, bedoeld bij arti kel 55 der Lager Onderwijswet 1920, onder e tot en met h en o, alsmede die van instand- houding hebben bedragen resp. f 14,60, f 16,87 en 14,36; dat het aantal leerlingen volgens den maat- staf van artikel 28, eerste lid, dier wet over 1928, 1929 en 1930 der navolgende scholen bedroegen voor de bijzondere lagere school voor Gere formeerd Lager Onderwijs Dorp 118,25; 124 en 135; voor de bijzondere lagere school voor Gere formeerd Lager Onderwijs Reuzenhoek 137, 141,75 en 141,75; voor de bijzondere lagere school voor Gere formeerd Lager Onderwijs Othene 61, 68,75 en 76,25 voor de bijzondere lagere school voor Christ. Volksonderwijs 100, 105,50 en 117,75; dat deze vergoeding echter, ingevolge het bepaaide bij artikel 101, achtste lid, der Lager Onderwijswet 1920, om de drie jaren moet worden berekend; dat blijkens de door opgemelde schoolbestu- ren overgelegde bescheiden tot staving van de over dat tijdvak gedane uitgaven, de kosten, genoemd in artikel 55, onder e tot en met h en o, alsmede die van instandhouding hebben he dragen voor de bijzondere lagere school voor Gere formeerd Lager Onderwijs Dorp 4729,06; voor de bijzondere lagere school voor Gere formeerd Lager Onderwijs Reuzenhoek 4515,21; Lager Onderwijs (Othene) 1928: 1064,82; 1929: 696,40; totaal 2447,06. Bijzondere Lagere School Volksonderwijs 1928: 1266,51; 1929: 1323,09%; 1930: 1590,73%; totaal 4180,34. b. Het verschil met hetgeen over 1928, 1929 en 1930 als vergoeding of als voorschot op die vergoeding is uitgekeerd, zooals dit op den bij dit besluit behoorenden staat is aangegeven. alsnog uit te betalen of in te houden. •SBJpaq uapnoq 3) ui 'q ■SBjpaq U3J33J1 3} jin Sous|E -b pj333(38)!n SI Sp33i JBp 'SBjpsg •}EB)S3q jq03J dOJBEM 'SBjpag 10 to o <o Oi CO -UO J9p BU U9A9S9S;m SI looips 9P JOOP JBp 3BJP9Q o o a/: c •o n cti CO O) m o S CO r- to cf CO o> S oa CO o 00 •a u- 0J <u Urn o a> V 0J B Vx a (U <u 0J a> s: .U O O O Ox: o e <v c o o o o o uQ cj Ou u LJ c/5 CO CO ch ._x CD kx O O r Vr r. flj DC <u a> W. Im 0J <D or <P Wx C. <v CJ. T3 <y <v (V •a c m m r kx o N Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen, (Wordt vervolgd.) DE HARMONICA. Een instrument, dat promotie heeft gemaakt. Vroeger kon men op een wandeling door de stad telkens oude- of jongelieden ontmoeten, die met een vioolkist paradeerden, al beweer- den booze tongen, dat er niet eens altijd een viool in zat. Het „stond" zoo goed... Heden zijn de vioolkisten veel zeldzamer geworden doch meer en meer ziet men lieden, die een ander instrument transporteeren, een harmo nica. Met zoo'n instrument behoeft men even- wel noch voor „de sjiek", noch voor het ge- noegen te wandelen, want licht zijn ze niet, Doch wie in een stad oog en oor open heeft, zal heel wat harmonica's izien en er niet min der hooren. In betrekkelijk korten tijd is de harmonica zeer populair geworden. Evenals de saxofoon heeft de harmonica lang op een eenigszins algemeene waardeering van het publiek moeten wachben. De saxo foon werd in 1844 te Parijs uitgevonden en eerst driekwart eeuw later door de Ameri- kanen ontdekt, dat wil zeggen tot een veel gebruikt instrument gemaakt. Over den oor- sprong van de hand-harmonica is men het niet eens. Sommigen onderstellen, dat zij uit Cen- traal-Rusland afkomstig is, vanwaar het in strument via Weenen in Italie bekend zou zijn geworden. Anderen schrijven de uitvinding toe aan den Berlijner Buschmann, die in 1822 op de gedachte kwam, een draagbaar en ge- makkelijk te bespelen miniatuur-orgel te bou- wen. Weer anderen geven aan Parijs de eer. Men beweert gaarne van belangrijke uit- vindingen, dat de Chineezen er zooveel dui zend jaar geleden reeds bekend mee waren. De lieden, die zoo gaarne alles aan de CShinee- zen toegekend willen zien, kunnen ook betref- fende de harmonica gerust zijn: met het be- ginsel waren de Chineezen reeds 2700 jaar v. Chr. bekend, want bij de „Tscheng", -een pri- mitieve mondharmonica, maakten zij van de ,,door de tongen" gebruik. Zeer waarschijnlijk hangt de groote ver- bredding van het accordeon samen met de sedert eenige jaren heerschende tango-mode. Het ongetwijfeld zeer rythmische instrument leent zich even voortreffelijk tot het markee- ren van het tango-rythme, als tot het spelen van de ietwat zwaarmoedige en sentimenteele tango-melodien. Een tango-orkest zonder harmonica's of verwante instrurnenten als bandoneons enz. is tegenwoordig ondenkbaar en van de harmonica kan men zeggen, dat de Argentijnen haar ontdekt hebben. Ook de talrijke verbeteringen aan de in strurnenten zelf hebben zeer veel tot de ver- spreiding bijgedragen. Eertijds kende men slechts diatonische harmonica's, instrurnen ten, waarvan de mogelijkheden vrij beperkt waren. Met de moderne chromatische instru rnenten, waarop men in alle toonsoorten kan spelen, valt echter heel veel te bereiken, en het zijn deze instrurnenten vooral, die zich in de gunst van het publiek verheugen. Betrek kelijk weinig jaren geleden behoorde zoo'n ac cordeon nog tot de zeldzaamheden. In de jaren voor den oorlog zag en hoorde men het door een „virtuoos" slechts in een variete- nummer bespelen. Gewoonlijk waren het in strurnenten met knopgreep, of wel het zoo- genaamde trapklavier. Eerst na den oorlog kwamen de instrurnenten met pianoklavier in zwang. Daardoor werd het instrument voor een geheele groep musici, voornamelijk de pianisten der strijkjes en der jazzbands, veel gemakkelijker te bespelen. Men meene niet, dat de bijzondere belang- stelling voor het instrument uit deze kringen afkomstig is. Juist het groote publiek zelf waarvan hier te lande de catalogusprijs 250 gulden bedraagt, staat in den Amerikaan- schen catalogus van hetzelfde merk voor 300 dollar, dus 750 gulden, geprijsd, en de duurdere instrurnenten kosten er naar verhouding bijna nog meer. De fabricage van harmonica's is vooral in Duitschland, waar de oude mondharmonica firma Hohner bijna de geheele productie be- heerscht, en in Italie, waar de Soprani's, Fron- talini's, Borsini's enz. vandaan komen, geves- tigd. De kostbaarheid van de instrurnenten wekt bij den leek licht bevreemding. Bij nader inzien blijken het echter vrij gecom- pliceerde instrurnenten. Een chromatische ac cordeon bestaat uit niet minder dan 2750 on- derdeelen. Vooral het bas-mechaniek is zeer samengesteld. Daarin schuilt ook het geheim van de gemakkelijke bespeelbaarheid. Een pianist moet vrij lang studeeren, alvorens zijn linkerhand ,,accoordroutine" bezit. Op het accordeon li-gt het ,,accoord" zoo klaar, men drukt op een knopje en het mechaniek zorgt voor de rest, en de indeeling der bassen is zoo praktisch gekozen, dat een muzikaal spe- ler gemakkelijk op het gehoor de juiste bege- leidende accoorden kan vinden. In schikking en indeeling van de toetsen heerscht een legio van systemen, doch bij de indeeling van de bassen wordt de zoogenaam- de zes-rijer met 120 bassen wel als het stan- daardmodel beschouwd. Toch wordt op dit terrein nog veel geexperimenteerd. Op de ten- toonstelling Klank en Beeld te Amsterdam zag men Italiaansche instrurnenten met een zeer afwijkenden en uitgebreiden bouw vein bas-rigisters. Ook heeft men pogingen aan- gewend, om de bas-zjjde, die den pianisten nog al moeilijkheden bezorgde, ongeveer volgens een piano-systeem te bouwen. Voor solisten bouwt men harmonica's met soms 200 bassen en speciale registers, instrurnenten met enor- me mogelijkheden. De kwestie: piano-klavier of trap-klavier is niet zoo gemakkelijk op te lossen. De harmo- nica-speler „van huis uit" verkiest gewoonlijk het laatste, dat zich beter bij de houding der handen schijnt aan te passen. De bekende Rotterdamsche virtuozen-familie Brox, wel- ker internationale variete-faam veel grooter is, dan men ten onzent doorgaans vermoedt, bespeelt op het tooneel ook dit klavier. Sedert kort hoort men van een nieuw systeem harmonica, het Habla-systeem, een diatonisch instrument met enkele hulptoet- sen, waarmede het effect van een chroma- tisch accordeon op bedriegelrjke wijze bena- derd wordt. Tevens bestaat voor deze in strurnenten een bepaald noteerings-systeem, waardoor men er zeer spoedig resultaten op kan behalen. Het eigenaardige verschijnsel doet zich voor, dat tegenwoordig de harmonica in vele landen, ook in ons land, bespeeld wordt in kringen en standen, waar men vroeger zoo'n „schippersklavier" niet aangeraakt zou heb ben. Vooral de dames toonen er een zwak voor. Daarvan hebben de fabrikanten onmid- dellijk een gepast gebruik gemaakt door het on-twerpen van speciale dames-modellen, die dikwijls zeer weelderig zijn afgewerkt. Over de muzikale waarde van het instru ment is het laatste woord nog niet gesproken. Terwijl sommigen het slechts als een stuk muzikaal speelgoed beschouwen, geeft de Rieman-Lexion toe, dat het chromatisch ac cordeon in handen van een bekwaam speler niet geheel zonder kunstwaarde is. De ge- passionneerde harmonica-speler, zooals de Zeppelin kapitein Lehmann, die nooit zonder zijn Hohner op reis gaat, is er volstrekt van overtuigd. Het wachten is nu op speciale literatuur voor het instrument, om oorspronkelijke har- monica-muziek van voornamer gehalte. Men is tot dusver hoofdzakelijk tot bewerkingen van bekende melodieen beperkt. Zoodra de oorspronkelijk muziek werkeljjk verschijnt, kan men het pleit voor de harmonica als ge- wonnen beschouwen. SPORT IN DUITSCHLAND. Er zijn in Duitschland 25.900 turn- en sport- bonden met tezamen rond 3 millioen leden De voetbalbond telt hiervan alleen 1 millioen leden, de tumbond is niet veel zwakker en de bonden van zwaar- en lichtathletiek hebben tezamen ook tegen het millioen leden. Sterk aan het groeien is ook de tennisbond, daar het lawntennis begint, ook volkssport te worden. KOPEREN HUIZEN. Te Kopenhagen werd onlangs een kantoor- gebouw opgetrokken, waarvan alle buiten- vlakken, ook de dakvlakken, bekleed zijn met koperen platen. Het gebouw heeft twee kel- der verdiepingen en 7 verdiepingen boven de straat, benevens een zolderverdieping. Het bevat 24.454 M2. verhuurbare oppervlakte Het geraamte is van staal. Voor wapening van de gewapend betonnen deelen werd 700 K.M. rondijzer gebruikt. Het gewicht van het stalen geraamte bedraagt 2753 ton. Het totale oppervlak van daken en gevels, ongeveer 15.000 M2„ werd bekleed met 17.600 koperen platen van 9.7 m.M. dikte met een totaalgewicht van 108.366 K.G. Alle goten en afvoerbuizen, evenals de balkon-vloeren, zijn eveneens van koper gemaakt. Volgens den architect bracht de toepassing van de koper- bekleeding, een aanmerkelij'ke besparing in de bouwkosten. EEN MECHANISOHE CONDUCTEUR. De Moskousche ingenieur Lano heeft, vol gens een bericht in de „Krasnaja Gazeta" een mechanisme geconstrueerd, dat de conduc- teurs van trams en autobussen zal kunnen vervangen. Het apparaat, dat den naam ,,mechanische conducteur" heeft gekregen, is zoodanig ingericht, dat wanneer bijv. een autobus aan een ha-lte stilstaat, het weten laat hoeveel plaatsen er in den wagen nog vrij zijn De zitplaatsen staan namelijk in ver binding met het apparaat, waardoor steeds is aangegeven, hoeveel er vrij en hoeveel er bezet zijn. Is er in den wagen geen enkele plaats meer beschikbaar, dan opent de toe- gangsdeur van tram of autobus zich niet. Bij het binnengaan van den wagen behoeven de passagiers niet onmid-dellijk het verschuldigde bedrag te betalen, doch bij het verlaten er van moet eerst een tien kopeke-stuk in de gleuf van het apparaat worden geworpen, wil de draaideur van den wagen uitgang naar buiten verleenen. Telkens kan dan slechts 66n per- soon na het inwerpen van het geldstuk de j tram of autobus verlaten, zoodat gratis-ritten onmogelijk zijn. Met de vervaardiging van verscheiden „me- chanische conducteurs" is thans te Moskou een aauvang gemaakt. Vragen deze rubriek betreffende. kunnen door de abonn6's worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaardesingel 96a, Rotterdam. Postzegel voor antwoord insluitea en blad vermelden. OVER VOOELCHOLERA EN DE GEVAREN VOOR DEN MENSCH. Nu iets over de verschijnselen bij cholera. Deze wil ik verdeelen in drie groepen, doch wij moeten bedenken dat zich allerlei ver schijnselen wel op papier netjes uit laten plui- zen en groepeeren, maar dat het in de natuur altijd anders gaat. Als wij leerboeken over ziekten bestudeeren vinden wij daar bij een ziekte allerlei verschijnselen beschreven die zoo nu en dan wel eens voorkomen, doch we zien in de praktijk bijna nooit een geval waarbij alle in de boeken beschreven ver schijnselen nu eens mood voorkomen. Zoo ook bij cholera. Als ik deze in drie groepen ver- deel nJ. bliksemsnel verloop, snel verloop en langzaam verloop, dan moeten we niet ver- wachten dat we dat bij onze kippen precies zoo zullen zien. a. Het bliksemsnelle verloop zien we bij cholera heel vaak, het is net of de bliksem er in slaat, de dieren zijn zoo gezond en zoo dood. Ik heib het bij eenden vaak gezien dat ze schijnbaar goed rondloopen, ineens omval- len en na een paar stuiptrekkingen dood lig gen. Kippen vindt men vaak op het -legnest en ook heel vaak 's morgens onder de zit- stokken liggen. Breekt de ziekte tijdens een transport uit dan komen er soms uit 6en wagon honderden doode dieren uit de manden. Zooals ik al venme-ld heb denkt de eigenaar strijk en zet aan vergiftiging. Het is ook heel verklaarbaar als men opeens een hoop -doode dieren vindt aan vergif te denken, temeer daar er met ratten en muizenvergif vaak heel onvoorziohtig wordt omgesprongen. b. Bij de tweede vorm duurt de ziekte een k twee dagen. We zien eerst dat de vogels -wat suffig zijn, vleugels of kop wat laten han- gen, de oogen zijn wat dof, de veeren zijn ruw, staan min of meer overednd. De dieren drin- ken veel, eten niet, hebben vaak diarrhee (lang niet altjjd)gaan in een hoekje zitten slapen en sterven. Bij eenden zag ik heel veel in het laatste moment en na den dood, uit den bek en de cloaka een bloederig vocht komen. Nu maak ik U me-teen op twee belangrijke zaken attent: dit ziektebeeld kan ook bij pest en klein'sche ziekte voorkomen en dieren met uitvloeiing uit neus en darm zijn hoogst ge- vaarlijke smetstofdragers. De onderkenning der ziekte, het verschil met pest en Kleinsche ziekte kan alleen door een dierenarts gebeuren of door een labora- torium, daar blijven we dus buiten. Als we echter een dood dier vinden mogen we het besl-ist niet direct oppakken, doch nemen eerst een tang of een papier en wikkelen het daar in, zoodat het niet met onze handen in aanraking komt. Op de plaats waar het dier gelegen heeft gieten we ruwe creoline of car- bolineum. Op de verschillen tusschen pest en kleinsche ziekte maak ik U later wel attent. Op het oogenblik kan ik volstaan met te zeggen dat als er onder een koppel kippen of eenden cholera uitbreekt dan sterven er meestal veel tegelijk en sterven er veel dieren op snel ach- tereen volgende dagen. Ik heb vroeger vaak gezien hoe honderden dieren binnen een week sneuvelden. Bij kleinsche zielfte loopt het heel anders. Daarbij zien we nu eens §6n, dan weer twee kippen sterven (bij eenden komt deze ziekte niet voor), dan weer eens een paar dagen niet enz. Zoodoende heerscht zoo'n ziekte weken en weken aohtereen, zonder op- vallend groote sterfte opeens. c. Nu het derde verloop der ziekte, het z.g. sleepend verloop. Deze ziekte doet zich heele maal niet voor als cholera (let op) doch de kippen en eenden vermageren, krijgen ont- stoken gewrichten of gezwollen kinlellen die na eenigen tijd doorbreken en een kaasach- tige etter blijken te bevatten. Soms heerscht d-iarrhee, soms niet. Dergelijke dieren kun nen dus weken lang rondscharrelen en veel smetstof verspreiden zonder dat men begrijpt waar men mee te doen heeft. Ik heb u een poos geleden over gevaarlijlke voetgezwellen gesproken, welnu, hier hebben we dus zoo'n geval, evenals bij tuberculose kunnen schijn baar onschuldige voet- en gewricbtsontstekin- gen op een heel gevaarlij-ke smetstof berus- ten. Als ik eerdaags de vleugellamheid der postduiven met U ga bespreken zult U zien hoe we daar met iets dergelijks te maken hebben. Het verschil is alleen dat de ge- wrichtsontsteking aan de vleugels der d-uiven door een typhusachtige bacil veroorzaakt wor den, die ook voor den mensch zeer gevaarlijk kunnen zijn. Hoe de kippen en eenden er na den dood van -binnen uitzien vertel ik liever niet, ten- einde U de verzoeking te besparen ze eens open te willen maken. Laat dat aan dieren arts en bacterioloog over, laat nooit toe dat een leek, hoe gelee-rd hij zich ook mag voor- doen op Uw erf een doode kip of eend of an der dier open maakt. Er is geen gevaarlijker speelgoed dan bacterien van besmettelijke ziekten en een leek gaat daar mee om in zijn onkunde als een kind met 1-ucifers tusschen een aantal hooibergen. Doe maar wat ik U gezegd heb, stuur de doode dieren op of be- graaf ze heel diep, na er een dikke laag kalk overgestrooid te hebben. Ziezoo, nu weten we wat van de cholera af en weten we meteen dat we met de verstrekte kennis gewapend er niet bang voor hoeven te zijn. In het drinkwater kunt U in dagen van gevaar bovendien nog 1 op 5000 chinosol voegen, dat is een ontsmettingsmiddel dat zijn werking behoudt ook als er veel vuil in het water komt. Het veiel getoruikte kalium- permanganaat heeft weinig waarde in zulke gevallen Nu nog even het gevaar voor den mensch. Bij nauwkeurige bestudeering der literatuur blijkt het gevaar niet zeer groot te zijn, al is het gebruik van aan cholera gestorven dieren zeer zeker af te raden. Er is wel een enkel -ber-icht dat menschen, die wonden aan hun handen hadden, verzweringen kregen na be- smetting met cholera, eveneens is er een be richt over een man die een kippenhok gerei- nigd had waarin cholera geheerscht had. Deze man werd emstig ziek, braken koliek, diar rhee. Over-igens is er weinig positiefs bekend. Meestal worden kippen en eenden goed door- gekookt of gebraden voor gebruik, doch met drinkwater is dat wat anders. Hier en daar wordt door menschen nog water uit kanalen, slooten enz. gedronken, zonder dat dit water gekookt en gefilterd is. Dit is op zichzelf al sterk af te raden en als nu zulk water nog verontreinigd wordt met rottende cadavers van eenden en kippen dan zou ik zeer zeker het gebruik af raden. Dr. TE HENNEPE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 8