GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. .air t - Vergadering van Maandag 24 Oct. 1932, des namiddags 1,30 uur. Voonzitter de heer J. de Feijter, Burge meester. Tegenwoordig de heeren S. van Hoeve, A de Feijter, D. Dees, C. H. H. Wisse, A. Haak A. Dees, H. Bakker, D. G. Koopman, S. Buijze C. Maas en K. Hamelink, benevens de Secre- taxis J. Stolk. Aan de orde komt: 1. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier 2. Notulen. De notulen van de vergadering van 4 en 25 Juli 1.1. worden met algemeene stemmen vast gesteld zooals die in druk zijn verschenen. 3. Mededeelingen. a. dat op 12 September 1.1. zijn opgenomen boeken en kas van den gemeente-ontvanger en dat die ontvangsten op dat tijdstip bedroe gen 67029,29, de uitgaven 66285,81%, zoo- dat in kas moest zijn 743,47%, welk bedrag aanwezig is bevonden. Aangenomen voor kennisgeving. b. Dat op 26 September 1.1. zijn opgeno men boeken en kas van het gemeentelijk electriciteitsbedrijf en dat de ontvangsten op dat tijdstip bedroegen 34260,89%, de uit gaven 34216,88%, zoodat in kas moest zijn 44,01, welk bedrag aanwezig is bevonden. Aangenomen voor kennisgeving. 4. Ingekomen stukken. a. De rekening dienst 1930, voorzien van bewjjs van goedkeuring. Aangenomen voor kennisgeving. b. De begrooting, dienst 1932, voorzien van bewijs van goedkeuring. Aangenomen voor kennisgeving. c. Het besluit van den Raad van 25 Juli 1.1. tot heffing van 70 opeenten op de hoofd- som der gemeente-fondsbelasting, voorzien van bewjjs van goedkeuring. Aangenomen voor kennisgeving. d. De verordening regelend de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van den veldwachter der gemeente Zaamslag, voorzien van Koninkljjke goedkeuring. Aangenomen voor kennisgeving. e. De verordeningen regelende het heffen enz. van verlof en vergunningsrecht, voor zien van Koninklijke goedkeuring. Aangenomen voor kennisgeving. f. Het beredeneerd verslag van hetgeen met betrekking tot verbetering der volkshuis- vesting in de gemeente Zaamslag gedurende het jaar 1931 is verricht. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat dit stuk voor de leden ter secretarie ter inzage is nedergelegd. g. Een verzoek van J. Maas en H. de Bruijne te Othene, luidende: Ondergeteeken- den, inwoners der gemeente Zaamslag, ver- zoeken beleefd om aan alle inwoners der ge meente Zaamslag boven de 65 jaar en die minder dan 600 gulden inkomsten hebben, de 20 K.W. van hun electrisch net niet toe te passen. Reden zijn deze, dat wij bekennen daarvoor geteekend te hebben, maar nu wij oud gewor- den zijn en weinig werk en in den winter geen werk, gaan wjj vroeg te bed en 's morgens laat op staan, zoodat wij onze 20 K.W. niet gebruiken. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat adressanten indertijd een garantie hebben gesteld van afname van 20 K.W. per jaar tegen 60 cent per K.W., terwijl thans de prijs i» 45 cent per K.W., zoodat belanghebbende thans per jaar slechts minimum hebben te betalen 9 inplaats van 12, waarvoor zij zich garant hebben gesteld. Adressant J. Maas heeft over 1931 moeten bijbetalen 1 K.W. of 45 cent en adressant H. de Bruijne 5 K.W. of 5 X 45 cent f 2,25. iBurgemeester en Wethouders stellen voor vermits een verbruik van 20 K.W. zeer miniem is en adressanten toch al 3 per jaar minder moeten garandeeren als waarop zij indertijd hebben gerekend, op het verzoek niet in te gaan. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat uit him onderzoek gebleken is, dat adressanten iets vragen dat overbodig is, aangezien zij nog iets boven hun garantie hebben gebruikt en dat er overigens al heel wat van den oor- spronkelijken prijs afgegaan is. De heer MAAS deelt mede, dat hjj omtrent dit verzoek van Burgemeester en Wethouders een andere houding had verwacht; het betreft hier menschen boven de 65 jaar, die anders geen inkomsten hebben dan hun oudersdoms- rente en hetgeen zij gedurende den zomer nog hebben kunnen verdienen. Die menschen zijn bjj hem gekomen en hebben hem gezegd, dat zij geen 20 K.W.U. stroom per jaar kunnen gebruiken en vroegen of er met het oog op hun omstandigheden geen mogelijkheid zou zjjn om van de verplichting tot het gebruik van die hoeveelheid stroom, waarvoor zij in dertijd geteekend hebben, ontslagen te wor den. Hij was van meening, dat er geen be- zwaar zou zijn tegen inwilliging van hun ver zoek, doch gaf him den raad: wendt u dan met een verzoek tot den gemeenteraad. Ze waren toen eerst van voomemen, het te vra gen over de geheele linie, maar spreker heeft hun dat ontraden en gezegd dat het voor het jonge geslacht niet gaan zou. Voor menschen boven de 65 jaar is naar zijn meening echter wat te zeggen. Ze hebben dus overeen- komstig zijn advies hun verzoek bij den ge meenteraad ingezonden. Nu is het hem tegen- gevallen, dat Burgemeester en Wethouders voor stellen op het verzoek afwijzend te be- schikken. Er zijn echter buiten de wethouders nog 9 andere raadsleden en hij hoopt dat deze met hem zullen instemmen, indien hij een voorstel doet om het verzoek w$l in te willigen. De heer D. DEES meent, dat de raad on- mogelijk op dat verzoek kan ingaan, want asl men hiermede begon, was het eind niet te overzien. Bovendien het minimum dat deze menschen moeten betalen is 20 K.W.U. per jaar en dat kan tooh zoo geen bezwaar zijn, als ze electrisch licht willen gebruiken. Het bljjkt ook wel omdat de eene adressant boven zjjn garantie nog 1 en de andere 5 K.W.U. heeft moeten betalen. Burgemeester en Wet houders wijizen er in hun advies op, dat adres santen door de verlaging van den stroomprijs toch al /3 per jaar minder moeten betalen, dan voor het bedrag waarvoor zij zich inder tijd verbonden hebben, maar het is nog min der, daar ook de meterhuur verlaagd is en zij dus per jaar 4,20 minder moeten betalen dan vroeger. Indien men de menschen ontheffing ging verleenen van de verplichting die ze heb ben aangegaan, zou men de kans beloopen, dat ze misschien een petroleumlichtje gingen branden en heelemaal geen stroom meer zou den afnemen. Bovendien: waar is het eind? Nu vraagt men het voor menschen boven de 6o jaar, een poos later kan men het vragen voor menschen boven de 60 jaar. Hij stemt in met het voorstel van Burgemeester en Wet houders. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders de zaak in denzelfden geest hebben besproken. Verleent men die gunst aan deze menschen, dan behoort men het ook anderen toe te staan. Het betreft hier een bedrijf en ieder roept om verminde- ring van den stroomprijs; als men zulke ver- zoeken ging inwilligen zou de kans op ver- mindering van stroomprijs geringer worden en als men het daarheen kan sturen profiteert iedereen. De heer MAAS brengt tegenover den heer Dees naar voren, dat de adressanten met een vteel kleinere hoeveelheid dan 20 K.W.U. kun nen volstaan en dat ze meer gebruikt hebben is niet het bewijs van het tegendeel. Nu zegt zijn vader bijvoorlbeeld stook maar raak, want ik moet er toch voor betalen. Ze kun nen met 15 of 16 K.W.U. best volstaan. Hij meende, dat het geen onbiilijke vraag was en had verwacht, dat niemand er tegen zou zijn. De heer D. DEES acht geen termen voor inwilliging aanwezig. Men moet ook niet uit het oog verliezen, dat de stroomlevering in de buurtschappen Griete, Val en Otbene voor het bearijf toch al een schadepost is, die oorzaak is dat de menschen in de kom den stroom duurder moeten betalen dan anders het geval zou zijn, wanneer die buurtschappen niet zou- den zjjn aangesloten. Beter acht spreker het te stneven naar vermindering van stroomprijs voor alle gebruikers. Misschien kan er in den loop van den winter nog wel 5 cent af. De VOORZITTER stemt hiermede in; als men dat net niet had, zou de stroom zeker voor 40 cent kunnen geleverd worden. De heer MAAS: De aansluitingen nemen in Othene toch toe Er zijn er nu 55. Er zjjn er nog slechts 25 of 23 die niet zijn aange sloten: Dat is dus toch vooruitgegaan De VOORZITTER: Het is bij de andere aangesloten kommen nog veel achter. De heer MAASMaar ze hebben te Othene, als inwoners van Zaamslag, toch ook recht op electriciteit De heer BUIJZE zou er in beginsel wiel voor te vinden zjjn, om zoo'n verzoek in te willigen, maar acht er toch bezwaren aan verbonden Indien men in die buurtschappen van meet af aan de electrificatie had willen meedoen, dan hadden ze geen garantie behoeven te teekenen. Toen ze later gekomen zijn, heeft men dat moeten doen am eenige zekerheid te hebben voor de exploitatie. De VOORZITTER wijst er ook op, dat men indertijd tot de menschen heeft moeten zeg gen, wil je in je buurt electriciteit, dan moet je een zekere garantie teekenen, opdat we eenige zekerheid hebben van opbrengst en het bedrjjf niet heelemaal de dupe van de uitbrei- ding van het net maken. De heer MAAS: Er zijn toch ook veel men schen die boven de 25 K.W.U. komen? Ik ge bruik op een jaar 30 K.W.U. Dat komt dan toch ten goede tegenover enkelen die beneden de 20 zouden blijven Als mijn voorstel echter niet gesteund wordt, zal ik het loten zakken. Het afwijzend voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. h. Een schrjjven van de Chr. Bewaarschool luidende: Hierbjj heeft de Commissie van Beheer der Chr. Bewaarschool de eer U haar lijst van in komsten en uitgaven, benevens de begrooting voor het nieuwe dienstjaar aan te bieden. Ook de bewaarschool heeft onder de on- gunst der tijden te ljjden. De contributies loopen terug en zijn daarom op 200 begroot. Door noodige onderhoudsvoorzieningen is het tekort van een vorig jaar tot 213,85 opge- loopen. We hebben daarom de posten leer- middelen, schoolbehoeften en aflos op de be grooting zoo laag mogelijk gesteld en komen dan toch nog tot een post van onvoorziene ontvangsten van 98.09. In verband hiermee verzoekt de Commissie beleefd en dringend om een subsidie van 12 per kind voor dit jaar. Ten opzichte van schoolgeldverhooging valt op te merken: a. dat de tegenwoordige regeling dateert uit gunstiger tijd en het dus thans gevaarlijk is te gaan verhoogen. Door verlies van leer- lingen kan men weleens een achteruitgang dan vooruitgang in finantieel opzicht; b. dat de tegenwoordige regeling is goed- gekeurd door de beide schoolbesturen, waarvan de bewaarschool uitgaat en voor die de Com missie het beheer voert; c. dat de Commissie't niet aandurft nu aan de schoolbesturen verhooging voor te stellen. Met versehuldigden eerbied, G. van Dis, Voorzitter. C. Missu, Penningmeester. Burgemeester en Wethouders van meening, dat het in verband met de tijdsomstandigheden niet opgaat eenigerlei subsidie, dus ook niet die voor de bewaarschool te verhoogen stellen voor op het verzoek afwijzend te beschikken en evenals voorheen eene subsidie toe te ken- nen van 11 per kind en per jaar. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat naar de meening van Burgemeester en Wet houders de tijdsomstandigheden er niet naar zijn om subsidies te verhoogen. De heer WISSE verklaart te kunnen in stemmen met het advies van Burgemeester en Wethouders. Hjj acht geen motieven voor verhooging der subsidie aanwezig en hjj1 be- grijpt het van de commissie van beheer ook niet, dat men voor zoo'n luttel bedrag bij de gemeente komt aankloppen. Naar hjj ver- meent gaan er 80 kinderen op school, zoodat het gaat over een bedrag van /80. Hjj ver- meent, dat het toch voor de leden der com missie van beheer, bestaande uit menschen die het goed kunnen betalen, voorstanders der bewaarschool, toch geen bezwaar kan zijn dat bedrag zelf te dekken. Het is nu werkelijk geen tjjd, om op zulke verzoeken in te gaan. De heer HAAK zou hierover niets gezegd hebben, als de heer Wisse hier niet met iets voor den dag gekomen was, dat toch niet op gaat. De commissie van beheer voert geheel belangeloos het beheer der inrichting. De leden der commissie betalen, zooals verschil- lende anderen, hun contributie, maar het kan toch niet op den weg van de leden dier com missie leggen de school geheel te onderhou- den? Het tekort vergroot jaarlijks; de af- lossing die was overeengekomen op 200 is ook al tot /100 teruggebracht, omdat men het tekort niet kon wegwerken. Indien men zou gaan eischen, dat het bestuur het tekort maar zelf moest dekken, dan zou men al gauw niet veel liefhebbers voor dat baantje vinden en spreker veronderstelt, dat de heer Wisse zelf daarvoor toch ook niet veel zou gevoelen. De heer WISSE weet niet, of de betrokken heeren al een tekort gedekt hebben, maar hij heeft er de aandacht op willen vestigen, dat hij het niet begrijpen kan, dat het bestuur, onder deze ongunstige tijidsomstandigheden voor zoo'n kein bedrag bij de gemeente is komen aankloppen en moet veronderstellen, dat de voorstanders de inrichting toch op zoo n klein bedrag niet zullen laten stranden. Dat kan hij niet inzien. De heer HAAK meent ook, dat het niet op den weg der commissie van beheer zou lig gen het tekort te dekken. De commissie voert het beheer voor de beide schoolbesturen die de bewaarschool hebben opgericht en het zou dus op den weg dier schoolbesturen liggen een hoogere bjjdrage te verleenen. Het is hem echter bekend, dat de financien van het schoolbestuur waarbij hjj betrokken is niet toelaten meer te geven. Spreker wil met zijn betoog echter volstrekt niet zeggen, dat hij als raadslid er voor zou zijn de subsidie der gemeente gezien de tijdsomstandigheden te verhoogen. Hij1 komt alleen op tegen het betoog van den heer Wisse, dat deze de be- stuursleden zelf voor het tekort wil laten op- draaien; dat zou niet billijk zijn. De heer WISSE: Dat is een kwestie van opvatting. De VOORZITTER wijst er op, dat het de bedoeling is door het verleenen van subsidie de kinderen van arme ouders te steunen. En dan kan niet gezegd worden, dat een subsidie van /ll,per kind slecht is; het is nu geen tijd om subsidies te verhoogen. De heer BAKKER kan zich met het voor stel van Burgemeester en Wethouders, om geen hoogere subsidie te geven, vereenigen, het is daar nu geen tijd voor. Hij kan wel aannemen, dat het voor de vereeniging moei- ljjk is, dat ze jaarljjks met een tekort zit, maar vraagt, of zij er ook al eens over ge- dacht heeft om dat weg te werken door ver- sterking der inkomsten van leden of door be- zuinigen, zooals men thans algemeen moet doen. Er zit niet anders op, op dje wijze zullen we moeten trachten het leven te hou- den. Verhooging van subsidie gaat niet meer. Men moet het jaarlijks terugkeerende tekort oplossen door bezuinigingen, want meer schoolgeld vragen van de hinders zal in dezen tij'd ook niet gaan. De heer HAAK merkt naar aanleiding van dit betoog op, dat verhooging der ontvang sten bezwaarljjk gaan zal, want hij is het er met den heer Bakker over eens, dat men nu het schoolgeld niet meer zal kunnen ver hoogen, het is jammer, maar dat had eenige jaren terug moeten gebeuren, nu zou hjj daaraan niet kunnen meewerken. Verhooging der contributies ondervindt thans ook groote bezwaren, ook al door de tijdsomstandigheden, men kan nu gemakkeljjk contribuanten ver- spelen, maar niet gemakkelijk vinden. En wat vermindering der uitgaven betreft, hij ver- moedt, dat, als de heeren de begrooting eens zagen, zij zouden moeten erkennen, dat ver mindering niet doenljjk is. Alles is zoo be- krompen mogeljjk geraamd. En wat de jaar- wedden betreft, het hoofd krijgt 900. Als men daarvan moet thuis liggen, kan daarvan zeker niets af, spreker zou althans geen vrjj- moedigheid hebben daaraan mede te werken en de helpsters krijgen 150. Spreker is een voorstander van bezuiniging, maar aan ver mindering van dergeljjke salarissen kan hij niet meewerken. De VOORZITTER: Men verkeert thans allerwege in groote moeilijkheden en ieder voor zich moet trachten zjjn zaak voor elkaar te krijgen. De heer MAAS wil er naar aanleiding dezer besprekingen eens op wjjzen, dat de buiten- menschen van het voorrecht dat zoo'n bewaar school biedt verstoken zijn; hij ziet thans menigmaal een kind van 4 jaar met de moeder onder een parapluie naar het bietenland gaan en dat kind moet dan gedurende den arbeid maar wat beschutting zoeken onder of achter de parapluie. Het zou voor zoo'n vrouw ook een voorrecht zijn als zij haar kind naar de bewaarschool kon zenden. Dat zou mooi wezen. Hiji wil maar zeggen: 't is nooit zoo kant en klaar of 't hapert hier of daar! De bewaarschool is iets waar de buitenmenschen niet van kunnen genieten, niettemin moeten zij door hun belasting die toch ook helpen steunen. Het afwijzend voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stem- men aangenomen. i. Een schrijven van Gedeputeerde Staten luidende: In verband met het feit, dat de jaar- wedden van de burgemeesters en secretarissen en ontvangers aan een tjjdelijke korting zijn onderworpen, noodigen wjj U uit ons in de eerstvolgende raadszitting het oordeel van den raad in te winnen omtrent de wenschelijkheid van eene tijdelijke korting op de jaarwedden van de wethouders en ambtenaren van den Burgerljjken Stand, in den geest als voor de burgemeesters enz., is bepaald en indien men mocht meenen, dat daarvoor reden bestaat welk percentage deze korting dan naar s raads oordeel zou moeten bedragen. Het bericht te dier zake wordt voor 1 No vember a.s. ingewacht. Burgemeester en Wethouders wjjzen naar de circulaire voorkomende op bldz. 15 en 16 van de notulen van 5 Februari 1932 en stellen voor aan Gedeputeerde Staten te berichten, dat door den raad ook ten opzichte van de jaar wedden van de wethouders en de ambtenaren van den Burgerlijken Stand wordt accoord ge- gaan met de voorgenomen korting voor de hierboven genoemde titularissen. De heer BUIJZE verklaart er zich tegen om deze salarissen te verminderen; zij zijn toch al zeer miniem. De VOORZITTER: Wij vinden ze ook klein; als men nagaat dat er per jaar gemiddeld 40 tot 43 vergaderingen van Burgemeester en Wethouders warden gehouden, die van 9—12 uur duren en dan nog ziet op de werkzaam- heden die de wethouders daarenboven moeten doen, moet erkend worden, dat 200 per iaar al een klein loon is. De heer BUIJZEHet is met den ambtenaar van den Burgerljjken Stand ook zoo. De heer MAAS kan niet accoord gaan met het voorstel van Burgemeester en Wethou ders; Gedeputeerde Staten hebben de jaar wedden toen ze lager waren omhoog gedre- ven, ze moeten het er nu ook weer maar af- halen. De wethouders kunnen dat salaris goed gebruiken. De VOORZITTER: Van al of niet goed kun nen gebruiken is geen sprake, maar als er gewerkt wordt, behoort er voor betaald te worden. Bjj elkaar hebben ze 400, als de ge meente met een korting op die bedragen het hoofd boven water moet houden zal het toch niet gaan. De heer HAAK acht het sop de kool niet waard; een korting van 2% op dit bedrag is al een heele 10. Men zou dan eerder terug moeten naar het bedrag v66r de jaarwedden naar boven zijn gegaan. Met de stelling van den heer Maas, dat de heeren in Middelburg de jaarwedden naar boven hebben gedreven en ze dan nu ook maar weer moeten verlagen, kan hjj zich niet vereenigen. Het is nu een- maal wet, Gedeputeerde Staten moeten de ge- meenteraden hooren, hij is er van overtuigd, dat ze het anders wel niet zouden doen. De gemeenteraad heeft tegen de verhooging ge- protesteerd, met bijna alle gemeenteraden in deze provincie. Men weet het verloop, Gede puteerde Staten hebben op de protesten afwij zend beschikt. Hij gevoelt er ook wel weinig voor am nog advies te geven, maar aan den anderen kant acht hjj het plicht om, waar mogeljjk, en al betreft het kleinigheden, te helpen bezuinigen. Hij kan daarom het voor stel van Burgemeester en Wethouders steunen. De heer KOOPMAN wil, aangezien ze zelf verlaging voorstellen, met Burgemeester en Wethouders in deze samenwerken; als de raad nu tegen hun voorstel inging, zouden ze maar leelijk kijken. De heer BAKKER kan ook met het voor stel instemmen; we staan eenmaal in het teeken der bezuiniging. De VOORZITTER: Het is anders een ver laging die voor de gemeente niets beduid. De heer HAMELINK is ook niet gek op jaarweddeverlaging. Hij vraagt of het college al eens gedacht heeft gemaakt van het per centage waarmede verlaagd zal worden. De VOORZITTER: Zooals u uit de stukken kan gebleken zjjn, zou die verlaging 3 be dragen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt met algemeene stemmen aange nomen. j. Een adres van de afdeeling Ter Neuzen en Omstreken van den Nederlandschen Bond van Koffiehuis-, Restauranthouders en Slijters, gevestigd te Amsterdam, goedgekeurd bjj Koninklijk besluit, dat te kennen geeft: dat adressante zich nogmaals tot Uw raad wendt met het beleefde verzoek toch alles te willen doen wat in Uw vermogen is om den druk der personeele belasting op koffiehuizen en restaurants zooveel mogelijk te vermin deren; dat de personeele belasting voor deze be- drjjven geenszins het karakter draagt van een verteringsbelasting, zooals die behoorde te zijn, doch dat zij) niet anders is dan een ver- kapte bedrijfsbelasting voor een bedrijf, waar voor nog het vergunningsrecht of verlofrecht moet worden betaald, waarvoor alzoo reeds een afzonderlijke bedrijfsbelasting wordt ge- heven dat de ongunst der tijden zich in de aller- eerste plaats doet gevoelen voor de hier be- doelde inrichtingen, omdat iedereen zijn niet noodzakelijke uitgaven moet beperken en bovendien het bedrjjf te ljjden heeft onder den zeer geringen omvang welke tegenwoordig het reizigersverkeer heeft, in verband met het zakenleven in het algemeen; dat onder deze omstandigheden het zeer moeilijk, dikwjjls onmogelijk wordt om de las- ten te dragen en menigeen daarbij ver boven zjjn krachten moet gaan, wil hjj beslagleggin- gen en andere vervolgingsmaatregelen voor het innen van belastingen, ontgaan; dat de gemeente weliswaar over niet veel middelen beschikt om in dit opzicht afzonder lijke maatregelen te treffen voor't koffiehuis- en restaurantbedrijf, maar in ieder geval Uw raad het toch in zjjn macht heeft om de belas ting op de biljarten te laten vervallen of daarin aanzienlijke verlaging aan te brengen; dat adressante Uw raad beleefd durft te verzoeken, zdo eenigszins mogelijk te willen zorgen, dat met 1 Januari 1933 deze verlich- ting kan warden aangebracht en dat adres sante dus hoopt dat het besluit van Uwen raad niet te laat hiertoe zal worden genomen. Burgemeester en Wethouders stellen voor op dit verzoek niet in te gaan. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sioten. k. Een adres van het Bureau Bred. Doc. Drankbestrijding betreffende misbruiken bjj ge- legenheid der kermissen en andere openbare gelegenheden tot vermaak en in verband daar- mede aanvulling of wijziging der Politiever- ordening verzoekende. Vermits in deze gemeente geen kermis wordt gehouden, stellen Burgemeester en Wethouders voor, dit schrijven aan te nemen voor kennisgeving. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 1. Een schrjjven van de Provinciale Com missie voor werkloozenzorg van N. V. V. en S. D. A. P., daarbjj er op wijzende, dat zeer waarschijnlijk de werkloosheid buitengewoon groot zal worden en de aandacht vestigende op de motie opgenomen op bldz. 4 en volgende van de notulen van 5 Febr. 1932. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit schrijven aan te nemen voor kennisgeving. De heer BUIJZE is er tegen om dit adres voor kennisgeving aan te nemen, aangezien de waarschijnlijkheid groot is, dat er weer veel werkloozen zullen wezen. Hij acht het daarom van zeer groot belang, dat Burge meester cn Wethouders er reeds nu werk van gaan maken, naar werkobjecten te zoeken, en dan kunnen ze misschien reeds in de volgende vergadering mededeelen hetgeen ze voor werkverschaffing op het oog hebben. Het zal van groot belang zijn, hiermede dit jaar wat vroeger te beginnen en spreker brengt dit te berde, omdat dit adres is ingebracht. Hij wijst er op, dat het reeds lang aanhangige ,,straatje nog niet van de baan is, en moge lijk is er ook nog wel wat ander werk te vin den. Verbetering van de Tuinstraat zou ook van groot belang zijn, want die slaat nu altijd onder water, evenals rioleering der sloot aan de Noordzijde van het Veer. Die open sloot levert een gevaar op voor de kinderen, en is ook allerminst reukloos. Aan de andere zijde van het Veer is de sloot ook vervangen door een rioleering. Het zijn daar toch allemaal bewoners van het Veer en inwoners der ge meente Zaamslag. Hij meent, dat dit alle werkzaamheden zijn, die eens nader onder het oog zouden kunnen worden genomen. De heer KOOPMAN vermeent, dat het, nu werkobjecten besproken worden, toch ge- wenscht is, dat er eenige uitspraak van den raad gedaan wordt, opdat Burgemeester en Wethouders iets zouden kunnen weten van de richting waarin ze kunnen gaan. Hjj wijst er op, dat men hier in de gemeente allemaal smalle wegen heeft, met aan een zjjde een rjjwielpad, terwijl er toch aan de andere zijde ook ruimte genoeg is voor het maken van een wandelpad. Hij acht dien toestand niet alleen levensgevaarlijik, want als voertuigen elkaar moeten passeeren en er zijn veel menschen op den weg, b.v. op Zondag als de kerk uit gaat, want dan weten de menschen niet waar ze zich bergen zullen, maar bij nat weer is het als men zich in zjjn Zondagsche kleeding op den weg bevindt ook niet alles als er op een halven meter afstand een auto passeert, wegens de water- en modderspatten die deze dan terzjjde werpt en waarmee de voetgan- gers bevuild worden. Het is dus zeer ge- wenscht, dat de wegen worden verbreed. Hjj zou wenschen, dat de graskant aan de eene zjjde van den weg ook werd afgestoken en dat men dat pad op eenvoudige wijze verharde, om het als wandelpad te kunnen gebruiken. Men heeft dan aan de eene zijde een rijwiel- en aan de andere zijde een wandelpad. Men besteed dan het geld dat nu voor steun wordt uitgekeerd productief, de ingezetenen hebben er wat aan en men kan voor zoo'n werk wel- lioht ook wel steun krijgen van wege de regeering of van het Wegenfonds, want als alles dat van hier uit aan het Wegenfonds wordt betaald hier bleef, zouden de wegen er naar hij' meent wel beter uit kunnen zien. Als de zijkant werd afgestoken ter breedte van 1 M. kreeg men een mooi pad. Het be- hoeft niet gewalst te worden, maar men kon er koolasch op brengen en dan had men rechts en links een pad. Men zou daaraan meer hebben, dan aan het maken van het z.g. „straatje", waarover hier al zooveel is ge- sproken, dat dit zoo zoetjes aan de keel gaat uithangen. De VOORZITTER geeft, naar aanleiding van het betoog van den heer Bujjze te kennen, dat de gedachtengang van het voorstel van Burgemeester en Wethouders omtrent het ontvangen adres is geweest, dat het zeer ge makkelijk is aan een ander brieven te schrjj ven over de wenschelijkheid of noodzakeljjk- heid van werkverschaffing, maar dat men dan ook zou moeten aangeven de voor de ge meente uitvoerbare plannen en eventueel ook de middelen om die te laten uitvoeren. Nu heeft men aan het adres niets, van de wen schelijkheid van werkverschaffing zijn Burge meester en Wethouders, en ook de raad wel voldoende overtuigd, zonder dat anderen ons daarop wjjzen en hjj kan hieraan wel toe- voegen, dat Burgemeester en Wethouders ook voortdurend uitzien naar geschikte plan nen, terwijl zij zich aanbevolen houden bjj de leden van den gemeenteraad of wie ook, voor mededeeling van een plan, indien hjj iets weet. Burgemeester en Wethouders zjjn nog voort durend bezig om te trachten voor het straatje een oplossing te vinden, die het uitvoerbaar maakt. Burgemeester en Wethouders zouden graag werken laten uitvoeren, want zjj zjjn ten voile overtuigd, dat men de menschen ibeter kan laten werken dan hen zonder meer steunuitkeering geven. Het werkl'oos rond- loopen verlamt het leven. Er zijn nu enkele werken genoemd. Het rioleeren van de sloot aan het Veer is een goed werk, dat zal ook niet zooveel kosten. Wat het in orde brengen der Tuinstraat betreft, daaraan zal niet zooveel werk zjjn. Hetgeen de heer Koopman te berde bracht is van zeer veel belang. Toch gelooft hjj, dat deze voor wat betreft de wegen zich daarvan niet te veel moet voorstellen. Spreker was dezer dagen op den weg tusschen Schoondjjke en Oostburg. Dat is een gladde, breede weg, die klinkt als een klok, maar daar wierpen de passeerende auto's ook heel wat water en modder ter zijde, en als men als wielrjjder niet bespat wilde worden, zou men wel aan de andere zjjde der sloot langs den weg heb ben moeten uitiwijken. Dit wil niet zeggen, dat spreker verbetering der wegen niet noodig acht. Langs den weg naar Reuzenhoek wordt in die richting reeds gewerkt. Tot aan den Molenweg is het pad aan de andere zijde reeds in orde gemaakt en daar wordt steeds voortgegaan met het afste- ken van het zijpad, sinds de wethouder De Fejjter zich met de bijzondere zorg daarvoor heeft belast. Er kunnen dan wat sintels op- gebracht worden, dat kost niet veel geld. Hjj kan alleen zeggen, dat Burgemeester en Wethouders ter zake attent zijn en niet zullen nalaten voorstellen te doen, wanneer ze iets goeds weten, terwjjl ze zich voor mede deeling van objecten aanbevolen houden. De heer KOOPMAN wijst ook nog op het aanleggen van een vliegveld. Naar hetgeen hjj daaromtrent vemomen heeft, is dat elders zeer rendabel. Dat zou misschien kunnen aangelegd worden met subsidie van het rjjk en van andere gemeenten, want Zaamslag is daarvoor gunstig gelegen. Als men daarvoor een terrein kocht van een 100 H.A. zou men wel een geheelen winter werk hebben om dat onder profiel te brengen. Verder wijst hjj op den weg van af de be- graafplaats tot aan den Groeneweg. Men zou toch kunnen beproeven am die overeenkomstig het wegenplan in orde te maken. Hem is ver- zekerd, dat men daarvoor een bjjdrage van 75 van Rjjk en provincie zou krjjgen. Als men voor dat werk een leening sloot, af te lossen in 30 jaar, zouden de jaarlijksehe uit gaven niet zoo groot zjjn en er wordt nu jaar ljjks nog een paar honderd gulden besteed aan onderhoud, daar was men dan ook van af. De heer BAKKER verklaart het eens te zijn met den heer Koopman, althans wat het eerste dat deze te berde bracht, betreft; het tweede acht hij te groot. Hjj acht den toe- stand van den weg naar Ter Neuzen ook meer dan erg. Als men op het voetpad langs chen weg is en er passeert een auto, dan weet men zich niet te bergen. De wegwerker werkt nu gelukkig veel aan dien weg, maar de rommel die hjj er afhaalt, werpt hjj op den kant van den weg, zoodat die een moeras is, waar men niet over kan passeeren. Liever als op den anderen kant van den weg, zou spreker daar langs een pad voor voetgangers zien ge maakt op de strook grond aim den tramkant. Die strook ligt er geregeld voor schandaal bij; ei groeien niets dan distels, die niemand wil afsnijden. Als een pad gemaakt wordt aan den anderen kant van den weg, schiet men er niet veel mede op, dan is men even dicht bij de auto's, maar wanneer op die strook grond, achter de palen een pad kon gemaakt Worden, zou het een mooie verbetering be- teekenen. Hjj vraagt aan wie die strook be hoort? De VOORZITTER deelt mede, dat de strook tot 40 c.M. achter de palen van de gemeente en verder van den polder is. De heer BAKKER zou het de schoonste op lossing noemen, als het pad achter de palen kon worden aangelegd. Men zou daar een greppel moeten behouden voor de afwatering, maar dan zou men een mooi pad krijgen als het werd aangevuld met koolasch en dan wat macadam er overheen. Dat zou dan veilig blij ven liggen, want als men een pad maakte aan den anderen kant van den weg, dan zouden de auto's of andere voertuigen er toch ook nog wel eens over rijden, waardoor het stuk zou gaan. De VOORZITTER merkt naar aanleiding van het denkbeeld van den heer Koopman omtrent wegsverbetering van de begraaf- plaats tot den Groenenweg op, dat de weg dan 2 M. zou moeten worden verbreed. Bovendien betwjjfelt hjj of Gedeputeerde Staten aan het gemeentebestuur zouden vergunnen een stuk in dien weg te maken, waar er naar gestreefd wordt om dien weg geheel, nl. tot aan St. Anne, in orde te krijgen. Daar zou voorloopig nog wel niet veed van kunnen komen. De heer DE FEIJTER wijst er bovendien op dat de weg slechts tot aan den Groeneweg aan de gemeente behoort, het verdere deel, tot aan St. Anna, behoort aan den polder en dat is ook het geval met den Veerweg van af de begraafplaats. Voor die gedeelten vervalt men dus in handen der polderbesturen en dat is nog wel het slechtste gedeelte. Dat de werk- man thans op het deel van den weg dat de gemeente behoort werkt is juist. Hij tracht in het zjjpad de putjes te vullen, maar dat ge- schiedt met grond en als het dan regent, wordt het vanzelf een moeras. Men kan er eens met het polderbestuur over spreken, maar daarvan verwacht hij voor het oogen- blik ook niet veel. Hij meent, dat het maar moeiljjk zal zjjn, om aan de andere zijde van dien weg een voetpad te leggen. De heer BAKKER verstaat het heel goed, dat men het polderbestuur er in moet kennen, maar hij gelooft niet, dat dit er bezwaar tegen hebben zal, als de gemeente een pad naast den weg zou willen maken. Het zou wel goed zjjn als het er ook nog iets in wilde betalen, maar als de gemeente voor het werk subsidie van rjjk en provincie kan krijgen is dat niet noo dig. Hij wijst er op dat die strook grond naast de tramlijn er zoo maar ligt en men er iets goeds van zou kunnen maken. Het is natuurlijk omdat er werk gezocht wordt,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 7