ALGEMEEH NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Slapende Boeddha
No. 8903
WOENSDAG 19 OCTOBER 1932
72e Jaargang*
BIHHENLAND
FEUILLETON
BUITENLABD
DE ZWARTE LIEVE VROUW
Dezen Winter koopt men weer
het goedkoopst in
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor BelgiS en Amerika /2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TELEFOON No. 25.
AD VERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Besloten wordt na de bedrijfsradenwet te
behandelen de verhooging der invoer rechten.
De heer Kortenhorst zegt, dat bet hier
gaat om de vraag of hiet zaad der bedrijfs-
organisatie zal worden gestrooid in den akker
van den Staat of in dien der maatschappij.
Spreker staat hier tegenover den heer Van
den Bergh. Hij wijst op bet groote belang
van deze zaak en zegt, dat de Kamer o.m.
zal moeten uitmaken of verordende be-
voegdheid mag worden toegekend aan orga-
nen, waarin de belangen een groote rol
spelen. Spreker gelooft niet, dat het door den
Minister voorgestelde systeem aanbeveling
verdient. Hij wijst op het ongunstige advies
van den Hoogen Raad van Arbeid. Hij ont-
wikkelt tegenover bet regeeringsstelsel een
stelsel van bedrijfsschappen, zooals hij dat
in een aantal amendementen voorstelt.
Spreker wil geen verzwaring, maar ver-
liohting van de staatstaak. De Staat bepale
rich tot toezicht houden en leidinig geven. De
bevoegdheden, die de bedrijfsraden tbans
krijigen, acht spreker niet belangrijk. Het
gaat er om in welke richting deze raden zich
zullen ontwikkelen.
DE R.T.M. OP SCHOUWEN EN DUIVE-
LAND EN IN WESTELIJK N.-BRABANT.
In een Maandagmiddag te Zierikzee gehou-
den vergadering waar vertegenwoordigers
aanwezig waren uit alle plaatsen van Burgh
tot aan Steenbergen, zijn debatten gevoerd
over bet voortbestaan van de R.T.M. op dit
traject.
Alle aanwezigen spraken zich zeer positief
uit over het voortbestaan van dit vervoer-
middel als zijnde een levensbelang voor deze
streek. Aan bet eind van deze bijeenkomst
werden met algemeene stemmen de volgende
conclusion aanvaard
le. De streek kan de tram niet missen;
2e. de streek heeft getoond op het behoud
prijs te stellan door voor 1932, toen de rijks-
subsidie met 20 pet. werd verminderd, sub
sidies te geven; 3e de gemeenten kunnen, ge-
let op den toestand, die tbans op land- en
tuinbouwgebied bestaat, niet wederom bijdra-
gen en 4e. de streek draagt aan allerlei be-
lastingen, als wegenbelasting en aan het te-
kort op de spoorwegen reeds bij en voelt het
daarom als hoogst onbillijk aan, dat zij zou
worden belast met het betalen van een „extra-
belasting" voor het instandhouden van de
R.TM.
Een comitA van 7 leden is benoemd om deze
conclusies aan den Minister van Waterstaat
duidelijk te maken en al datgene te doen wat
kan strekken bet voortbestaan van de tram
op Schouwen en Duiveland, St. Philipsland
tot Steenbergen mogelijk te maken.
DE FINANCIEELE TOESTAND DER
GEMEENTEN.
In welke mate de financieele toestand van
een groot aantal gemeenten ongunstiger is
geworden, kan worden afgeleid uit eenige
gegevens betreffende de gemeentefondsbelas-
ting, die zijn opgenomen in de zoo juist ver-
schenen aflevering van het Centraal Bureau
voor de Statistiek.
In deze aflevering wordt voor de belasting-
jaren 1931—1932 en 1932—1933 een overzicht
gegeven van de aantallen gemeenten, die zich
voor de genoemde belasting in een der drie
klassen hebben gerangschikt, en van de aan-
tallen opcenten, die de gemeenten op deze
belasting heffen.
Zoo is het aantal gemeenten, dat geen op
centen op de gemeentefondsbelasting heft,
van 19311932 tot 19321933 gedaald van
317 tot 181, terwijl het aantal gemeenten
met 80 of meer opcenten is gestegen van 238
tot 447.
Verder blijken 64 gemeenten, die voor
19311932 in de eerste klasse waren gerang-
schikt voor 19321933 naar de tweede of de
derde klasse te zijn overgegaan. Het aantal
gemeenten der derde klasse vermeerderde van
19311932 tot 1932—1933 met 98.
UITZENDING VAN DEN VOETBAL-
WEDSTRIJD BELGIeNEDERLAND DOOR
KOOTWIJK.
Blijkens de ontvangen rapporten is de uit-
zending van het wedstrijdver3lag Belgie
Nederland wederom een succes geweest. De
kwaliteit van het door Kootwijk uitgezonden
en door Bandoeng opnieuw uitgezonden pro-
gramma was van dien aard, dat het, bij terug-
ontvangst hier in Nederland, weinig ten
achter stond bij de directe ontvangst uit Hil-
versum; zelfs waren er perioden, waarin prac-
tisch geen verschil waameembaar was.
Ook West-Indie, waar door vele stations
en amateurs werd geluisterd, zond enthou-
siaste rapporten over de uitstekende ont
vangst, waarin dank werd gebracht aan alien,
die aan deze uitzending hadden medegewerkt.
TIJUELMKE OPCENTEN OP AI.LE
INVOERRECHTEN.
In de memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag der Tweede Kamer inzake de
heffing van tijdelijke opcenten op alle invoer
rechten en op den accijns op bier, alsmede
herziening van het tarief, wijst de Regeering
zeer beslist af de opmerking dat het ontwerp
rechtstreeks tot verscherping van de crisis zal
Leiden.
Voorts wordt betoogd, dat in het onder-
havige wetsontwerp in het geheed niet wordt
medegedaan aan eenige handelspolitiek.
Dat het ontwerp een prijsverhoogende ten-
denz kan hebben evenals alle accijnzen of
alle heffingen wordt natuurlijk erkend, al
valt te verwachten, dat gedurende het jaar,
waarin de opcenten zullen werken, van die
tendenz weinig te bemerken zal zijn. Ook de
directe belastingen hebben de tendenz "het
leven duurder te maken. Daarom is op zich-
zelf dit ontwerp ook ongewenscht, evenals
de tegelijk voorgedragen versterking der
directe belastingen. In gelijke mate onge
wenscht als menige bezuinigingsmaatregel.
Maar ook evenzeer noodig ter voorkoming
van grootere rampen.
Onze houding te Geneve.
Traetaat van Ouchy.
De Minister wijst dan op de afkeuring,
welke onze vertegenwoordigers te Geneve
deden hooren, die steeds betrof een handels
politiek, welke beoogde zooveel doenlijk, de
grenzen te sluiten voor producten van vreem-
den bodem. Het huidige voorstel heeft een
geheel andere beteekenis. Bovendien weet
men in het buitenland zeer goed, dat de
Nederlandsche Regeering bereid is zicih zelfs
van zoodanige fiscale voorstellen te onthou-
den, ja haar bestaande fiscale rechten op een
lager niveau te brengen, indien hierdoor een
betere geest bevorderd en het noodlottig han
delspolitiek streven van vele landen doorbro-
ken kan worden. Indien dit doel wezenlijk
kan worden bereikt, is dit een offer, ook een
fiscaal offer, alleszins waard. Volkomen hier-
mee in harmonie zijn de regionale verdragen,
die door de Regeering gesloten zijn of voor-
bereid worden. Ook het traetaat van Ouchy
door
F. J. A. L. CORDENS.
(Nadruk verboden.)
Aan de Staten, welke partij zijn bij de over-
eenkomst van Oslo is v? n het voomemen tot
opcentenheffing kennis gegeven. Van over-
wegende bezwaren is niet gebleken.
De f an de hand gedane
and< <b mlddelen.
Buiten een wijziging van het tarief zijn nog
eenige andere maatregelen ter vervanging vein
het aanhangige ontwerp aan de hand gedaan.
Dat de Regeering er van heeft afgezien om tot
een verhooging van de tabaksbelasting over
te gaan, vindt zijn oorzaak in de bij zonder e
omstandigheden, welke in de sigarenlndustrie
heerschen en welke een opcentenheffing daar
zwaarder zullen doen treffen dan in de siga-
rettenindustrie.
Couponbelasting in overweging.
De invoering van een couponbelasting is
sinds eenigen tijd bij den Minister van Finan
cien in emstige overweging. Wordt er toe
overgegaan, dan zal, ten einde dubbele belas
ting te voorkomen, de contribuabele de be-
voegdheid moeten hebben, de betaalde belas
ting af te trekken van zijn aanslag in de in-
komstenbelasting. Niettemin zullen drie voor-
deelen verkregen kunnen worden. Vooreerst
zal de kans op fraude worden verminderd.
Bij de aangifte voor de inkomstenbelasting is
het vooral de aangifte der inkomsten uit ef-
fecten veel meer dan die uit grond en
hypotheek welke soms aan een nauwkeu-
rige contrdle ontsnapt.
Indien het gelukt, bij dezen een doeltref-
fende regeling in een couponbelasting te
maken, zal derhalve, ook al wordt billijkheids-
halve aftrek toegestaan, een bate verkregen
worden welke thans nu en dan aan den fis-
cus ontgaat.
Intusschen eischt deze materie een vooraf-
gaand nauwkeurig onderzoek. Een eerstvol-
gend ontwerp zal echter in geen geval voor
1 Januari 1934 in werking kunnen treden.
Verhooging van de opcenten op de dividend-
en tantieme-belasting ware, op dit oogenbldk
vooral, kwalijk te verantwoordenopcenten
ten bate van het Leeningfonds en van de ge
meenten hierop worden reeds geheven tezamen
tot een getal van 81.
De successiebelasting leent zich niet voor
een tijdelijke verhooging, omdat deze belasting
niet, zooals elke andere draagkrachtbelasting,
ieder jaar betaald wordt door alle contribua-
belen, die daarvoor in aanmerking koonen,
maar slechts door een zeer klein deel daar-
van, zoodat het onbillijk ware, juist dat deel
dat in zeker jaar aan de beurt is, hooger te
belasten.
Bovendien is verhooging van de successie
belasting tot dekiking van gewone uitgaven
waarom het hier gaan zou - verwerpelijk,
daar immers de successiebelasting reeds op
zichzelve, naar het inzicht van bevoegde be-
oordeelaars, feitelijk ten onrechte hiervoor
wordt besteed.
Tegen een heffing in eens geldt juist in
dezen tjjd het emstig bezwaar, dat het reali-
seeren van vermogensbestanddeelen thans
meermalen niet zonder groot verlies kan ge
schiieden, afgezien nog van de overweging,
dat het uiterst bedenkelrjk zou zijn, indien men
voor het sluitend maken van het gewone bud
get heffingen-in66ns ging invoeren.
Wat de verhooging der rijwielbelasting be-
treft, reeds vroeger heeft de Minister van
Financien opgemerkt, dat op belastinggebied
hetgeen voorgesteld wordt veelal minder aan-
trekkelijk is en meer aan bezwaren onder-
hevig wordt geacht dan wat niet voorgesteld
wordt en dat, indien dit laatste in concreten
vorm ter tafel komt, het vaak zijn aantrek-
kelijikheid verliest. Bovendien is de rijwiel
belasting een der middelen van het Wegen
fonds en kan dus niet dienen om gewone uit
gaven te dekken.
13) (Vervolg.)
Ik vond het wel vervelend om zonder nood-
zaak zoo vroeg op te staan, maar ik wilde
mijn vriend niet contrarieeren en antwoordde,
dat het mij om het even was.
Keening was blijkbaar in zijn schik. ,,Je
kunt nooit weten, hoe je nog eens die hooge
oomes noodig hebt", zeide hij. „Die Gwynn
is een aardige vent, en als we er plezier in
hebben, wil hiji ons in zijn extra-trein mee naar
Patna nemen. Dat zouden we misschien wel
kunnen doen, want in Benares zal voor ons
niet veel te halen zijn".
Ik begreep er uit, dat Alfred de uitnoodi-
ging van den majoor zoo goed als aangenomen
had, maar ik had er geen bezwaar tegen. Het
vooruitzicht, om een dag in Benares door te
brengen lolcte mij bijzonder aan. Reeds van
het begin der reis af had ik er naar verlangd
om Benares te zien, de heilige stad der Hin-
doe's, de stad der 170 tempels; en nu mijn
wensch in vervulling zou gaan, mocht ik
tegenover Alfred wel een beetje toegevend
zijn. De eigenaardige schoonheid der Indische
steden scheen mijn reisgenoot overigens
slechts zeer matig belang in te boezemen; hij
liep er in rond, als was hij er volkomen thuis
en op zijn gemak. Toen ik te Allahabad voor
het eerst den heiligen Ganges te zlen kreeg
en met iets als ontzag naar den breeden
stroom keek, vond Alfred het een ordinaire,
vuil-gele rivier. Als ik met bewondering
bleef staan voor een prachtigen tempel uitte
mijn reisgezel zijn verbazing over het geduld
der Inlanders om zoo'n reuzenpoppenkast" in
elkaar te zetten. En toch was Keening niet
zonder smaak of kunstgevoel; maar hiji hield
meer van het moderne. Een mooi stations-
gebouw of een grootsch bankpaleis kon hem
in verrukking brengen, en herhaaldelijk had
hij op reis reden om trotsch te zjjn op hetgeen
Engeland daar in Indie had gewrocht.
HOOFDSTUK VH.
De ziener van Benares.
Den volgenden morgen was ik al vroeg be-
neden, en ik wachtte aan de ontbijttafel op de
komst van Alfred. Het verwonderde me, dat
hij, anders altijd zoo precies in zijn afspraken
me nu liet wachten. Het werd al laat en ik
wenkte de kellner om hem te gaan waar-
schuwen. Meteen kwam hij de ontbijtzaal
binnen, gekleed voor de reis, met zijn witten
zonnehoed in de hand. Maar hij wankelde
meer dan hij ging en hij zag er verschrikke-
ljjk uit.
„Hemel, wat heb je?" vroeg ik bezorgd,
terwijl ik opsprong en naar hem toeliep.
„Ik weet het niet", zei hij, „maar ik heb
barstende hoofdpijn en heb geen oog dicht
gedaan vannacht".
„Ga weer naar bed", raadde ik hem aan.
„en laat een dokter komen. Je ziet er rut als
een geest".
„Geen kwestie van. Het zal wel overgaan.
In die dokters hier stel ik heelemaal geen ver-
trouwen en in de Londensche niet veel. Ik
heb een portie kinine geslikt en dat moet
me maar beter maken. Eet jij nu maar
gauw je ontbijt op, en dan zijn we weg".
Keening was koppig als een muilazel, en al
had ik hem verteld, dat hij op weg naar het
station dood zou gaan, dan zou hij nog zijn
vertrokken. Zonder eetlust gebruikte ik vlug
mijn ontbijt. Alfred liet zich door den kellner
een broodje met vleesch en een tros druiven
inpakken, dronk onderwijl een paar koppen
thee, rekende af met den manager, en na
weinige minuten zaten wij met onze valiezen
in de auto op weg naar het station, waar wij
een hotelbediende met onze koffers zouden
aantreffen. Nog even kreeg ik een kijkje op
den breeden Ganges en op het prachtige beeld-
Overleg over radiotoestellen-
belasting.
Een belasting op radiotoestellen zal in de
aanhangige weeldeverteringsbelasting kunnen
worden opgenomen en daar kunnen strekken
ter opvanging van wat tengevolge van de ge-
wijzigde trjdsomstandigheden de opbrengst
beneden de destijds gemaakte raming zou
blijven. De Minister van Financien heeft dit
punt bij de betreffende commissie aanhangig
gemaakt.
Het bezwaar dat ten vorigen jare tegen een
tijdelijke verhooging van het tarief werd ge
maakt, geldt voomamelijk de onzekerheid
van den tijdsduur.
Het aanhangige wetsontwerp heeft de na-
drukkelijke strekking van de uitsluitende
overbrugging van een noodtoestand.
Het is daarom gegoten in den vorm van
66n-jarige opcenten. Koopman en fabrikant
zullen zich hiervan voortdurend rekenschap
moeten geven.
De Regeering kan geen aanleiding vinden
de voorgestelde heffing op automobielonder-
deelen te wijzigen.
Wat het invoerrecht op thee aangaat,
wordt opgemerkt, dat zelfs de verdriedubbe-
ling van het recht in 1924 de consumptie van
thee hier te lande niet blijvend heeft ver
minderd.
De navordering.
Het stelsel van navordering is door het
nieuwe ingevoegde artikel 7 aanmerkelijk
verzacht.
Zonder navordering zouden kapitaalkrach-
tige importeurs groote partijen goederen
zonder betaling van de verhoogde rechten
inslaan en hiermede dan, bij lateren verkoop
of abnormale winsten maken of de markt
bederven voor kleinere concurrenten.
Onmiddellrjk na de indiening van het ont
werp hebben zich reeds sterke symptomen
daarvan vertoond.
Beperking van de navordering tot hetgeen
door een importeur meer is ingevoerd dan
in het overeenkomstige tijdperk van de vorige
twee jaren door hem is verkocht is onuit-
voerbaar.
De verhooging van de bieraccijns.
Ofschoon met het oog op de dating van de
prijzen der grondstoffen en de vermindering
van productiekosten wellicht aan de moge-
lijkheid zou kunnen worden gedacht dat de
brouwerijen een gedeelte van de voorgestelde
accijnsverhooging voor haar rekening nemen,
acht de regeering het, evenals de hier aan het
woord zijnde ledem, wel waarschijnlijk, dat deze
verhooging althans van een groot deel, zal
worden afgewenteld op den consument.
Het wil de regeering voorkomen, dat de
donkere schildering, die verschiHende leden
geven van de verwachtte gevolgen der voor
gestelde verhooging, goeden grond mist.
WAT ZEGT TJ DAARVAN?
Kort geleden moest jaarlijks vijf en zeven-
tig millioen gulden worden besteed voor de
leniging van werkloosheid en armoede.
En tegenwoordig
Nu moet jaarlijks daarvoor door de Neder
landsche belastingbetalers worden opgebracht
honderd vijf tig millioen gulden!
Vindt u dat prettig?
Kunt u begrijpen, dat er nog landgenooten
zijn, die maar niet kunnen inzien, dat het een
gebiedende eisch is, zooveel mogelijk de voor-
keur te geven aan de voortbrengselen van de
nationale nijverheid?
Hoeveel fabrieken zijn reeds gesloten, hoe-
veel hebben er toe moeten overgaan den werk-
tijd aanzienlijk in te krimpen, hoeveel werken
met groote verliezen.
Onze Nederlandsche fabrieken vragen om
opdrachten, de Nederlandsche werkkrachten
van hoog tot laag vragen om werk, niet
om ondersteuning.
Steunt de Nederlandsche nijverheid.
Koopt Nederlandsch fabrikaat.
Nederland telt ongeveer 8 millioen inwoners.
Als wij het aantal gezinnen op 1% miUioen
stellen, zal dit wel niet veel van de werkelijk-
heid verschilden.
Laten wij eens aannemen, dat in elk gezin
(door wie van de leden komt er niet op aan>
dagelijks een artikel van buitenlandsch fabri
kaat wordt gekocht, in plaats waarvan even-
goed een Nederlandsch artikel aangeschaft
had kunnen worden en waarvoor betaald is
het luttele bedrag van 40 cent.
Nemen wij nu eens verder aan, dat de prijs
van dit artikel als verkoopwaarde van den
fabrikant is 20 cent, dan beteekent dit. dat
per gezin per jaar 365 maal 20 cent of 73
gulden noodedoos aan een buitenlandsch arti
kel wordt gegeven, waardoor dus voor de
Nederlandsche industrie is verloren ge gaan:
anderhalf millioen maal 73 is honderd negen
en een half millioen gulden.
Stellen wij nu, dat een gezin jaarlijks kan
rondkomen van f 2500 (slechts 8 van onze
bevolking heeft een jaarlijksch inkomen van
f 3000 of meer) dan hadden, wanneer bij die
uitgave van slechts enkele dubbeltjes per ge
zin, Nederlandsch fabrikaat was gekocht, per
jaar 43.800 gezinnen zelfstandig het hoofd
boven water kunnen houden.
De overtuiging, dat het absoluut noodzake-
lijk is aan de voortbrengselen van de Neder
landsche nrjlverheid een gerechtvaardigde
voorkeur te geven boven buitenlandsch fabri
kaat, wint gelukkig hoe langer hoe meer veld.
Het is te betreuren, dat tot sommige perso-
nen, ook die in overheidsdienst staan, blijk
baar deze gedachte niet is doorgedrongen.
Onlangs wendde de directeur van een van
de grootste Nederlandsche bedrijven zich tot
het bestuur der Vereeniging ..Nederlandsch
Fabrikaat" met de mededeeling, dat bij een
gesprek dat hij had gehad met een persoon,
die een belangrijke openbare functie bekleedt,
op het verzoek in aanmerking te mogen
komen voor levering, te hooren kreeg, dat hij
zich geen wetten liet voorschrijven en datgene
kocht wat hem het beste schikteEn dat,
niettegenstaande alle ministerieele aanschrij-
vingen!
Wat zegt u daarvan?
werk van den grooten tempel van Vishnoe
Weer reden wij langs het paleis van Sir Done
gal met de witmarmeren zuilengalerij en de
hooge trappen, en spoedig zagen wij het groote
stationsgebouw voor ons. Alfred stelde ner
gens belang in gedurende den rit; hij zat stil-
letjes in een hoekje gedoken met de oogen
dicht. Ik maakte mij werkelijk ongerust
Stel je voor, dat hij eens emstig ziek werd
Een belangstellende vraag, hoe het hem ging,
werd korzelig afgewezen met de opmerking
„Zanik daar nu niet over. Hoe meer je me
met rust laat, hoe gauwer ik beter ben".
Aan het station was het al druk. Een
menigte Hindoes ging de richting uit van
Benares en verdrong zich om den trein, die al
tot vertrek gereed stond. Majoor Gwynn
hing uit het raampje van een eerste klas
coupe en had ons spoedig in het oog gekregen
„He, ik had er niet meer op gerekend,
jullie nog te zullen zien", riep hiji ons toe, het
portier open gooiend. ,,Maar man, wat zie je
er uit". Dit was aan het adres van Alfred,
die hem met eenige inspanning een hand gaf.
En inderdaad, mijn reisgenoot was er niet
beter op geworden; aan het station had ik
voor kaartjes en voor onze bagages gezorgd
en nu moest ik hem ondersteunen bij het in-
stappen in den coupA
Gwynn keek hem onderzoekend aan. ,,Je
had niet op reis moeten gaan, beste vriend",
zei hij. „Het heeft er alien schijn van of je
malariakoorts krijgt, je kunt misschien niet
tegen het klimaat. Neem een goede dosis
kinine en tracht te slapen. Dat is de eenige
manier om beter te worden".
Alfred antwoordde flauwtjes, dat hij al een
flinke portie had ingenomen; daarop kroop
hij in een hoekje, waar hij weldra in slaap
viel.
Met ons drieen waren we al de eenige
reizigers in den coupd en die rust kwam den
zieke ten goede.
Gwynn gaf mij den raad, bij aankomst te
Benares direct naar het Monopol Hotel te
gaan en daar mijn vriend rustig te laten sla
pen. „Het kan best gebeuren" voegde hij, er
bij, „dat hij den geheelen dag door slaapt,
maar daar hoef je je niet ongerust over te
maken, dat is zelfs heel goed. Als ik even
tijd heb, kom ik je wel eens opzoeken; maar
in ieder geval bel ik je op om je te laten
weten om hoe laat we morgen naar Patna
vertrekken. Het hangt er natuurlijk van af,
wanneer Hensley met zijn mannetjes komt
doch v6or morgen vertrekken we beslist niet.
Ik zou je aanraden van onzen trein gebruik
te maken, want er is veel kans, dat de ge
wone treinen stampvol zijn, want er wordt
nu druk gereisd met het oog op de gods-
dienstige feesten te Benares. Natuurlijk stel
ik voorop, dat je vriend dan weer in staat is
om te reizen; maar als hij is zooals nu, zou
ik hem toch maar meenemen, want in Patna
waar het doorgaans lekker frisch is, zal hij
het veel beter hebben dan in het benauwde
Benares. Doch ik denk wel, dat hij morgen
beter zal zijn, als hij, eens goed heeft geslapen,
en anders blijf je in Patna een paar dagen
uitrusten alvorens door te gaan naar Cal
cutta".
Terwijl ik met Gwynn zat te praten en
Alfred rustig sliep, bracht de trein ons door
een diohfbevolkte landstreek. De lijn volgde
van zeer dichtbij de oevers van den Ganges,
nu en dan raakte de rivier uit het gezicht bij
een der vele bochten, die de stroom maakt.
Aan den anderen oever verrezen in de verte
hooge, grillig gevormde en met sneeuw ge-
kroonde bergtoppen; het waren de bergen van
Nepal.
De majoor vertelde me van zijn opdracht.
Hij moest een verkenning gaan doen in het
kleine stukje van de provincie Bengalen, dat
zich uitstrekt tusschen de grenzen van Oudh
en van Nepal. Sir Donegal had vermoedens.
dat er iets broeide in dat verloren hoekje
grondgebied, waar het Engelsch gezag niet
veel meer dan nominaal gevestigd is en waar
de vertegenwoordigers van het gezag zich ook
maar heel zelden lieten zien. Op mijn vraag
of er gevaar aan verbonden was, schudde
hij het hoofd. ,,Wel neen", zei hij;, ,,niet het
minst. Maar sir Donegal houdt er van om
zoo nu en dan eens een kijkje te laten nemen
aan den anderen oever van den Ganges. En
in plaats van dat dan over te laten aan een
gamizoenscommandant, die daar in de buurt
DE VLAAMSCHE UNIVERSITEIT
TE GENT.
De hervatting der colleges aan de Vlaam-
sche universiteit te Gent heeft tot geen inci-
denten aanleiding gegeven. Voor de tweede
maal sedert 1930, toen, in de Aula, de uit-
voering van de Brabangonne door het zingen
van de Vlaamsche Leeuw onhoorbaar werd
gemaakt, is de gebruikelijke plechtige acade-
mische openingsvergadering uitgebleven. Wei
bleek tusschen 't rectoraat en 't bestuur van
het Algem. Vlaamsch Hoogstudentenverbond
onderhandeld te zijn geworden over de moge-
het groote Magazijn voor Heeren- en
Kinderkleeren, ZUIVELSTEEG 7 - GENT
(juist aan de Zuivelbrug). Er is maar edn
ingang! juist aan de brug. Echte crisis-prrjzen.
Pardessen en Gabardinen, groote voorraad.
(Ingez. Med.)
zit, wil hij altijd rapporten hebben van officie-
ren van zijn staf. Hij noemt dat: uit eigen
oogen zien.
Toen we Benares genaderd waren en de
torens der stad reeds in de verte opdoemden,
werd Alfred wakker. Hij voelde zich raoe en
suf, maar zijn hevige hoofdpijn was hij kwijit,
Gwynn raadde hem aan wat te eten, maar daar
had hij geen trek in; op mijn aandringen nam
hij wat druiven, die hij met smaak gebruikte.
„Ik zie, dat je al heel wat beter bent", zei
de majoor. „Doe nu mijn zin en blijf vandaag
rustig in je hotel. Gebruik iets verfrisschends,
neem straks nog een dosis kinine en tracht
nog wat te slapen. Naar alle waarschijnlijik-
heid ben je dan morgen in staat om je reis
te vervolgen. Met je vriend heb ik al een en
ander besproken, dus je hoeft je nergens zor-
gen over te maken."
Alfred knikte, hij had niet veel begrepen
van wat tegen hem werd gezegd, maar keek
met glazige oogen naar buiten naar de tem
pels in de verte en naar den onzegbaren rom-
mel van huisjes en krotten en vervallen bun
galows, die ons den eersten indruk moesten
geven van Benares.
In het Metropole Hotel troffen we 'n eigen-
aardigen Indischen bediende. Toen ik, na een
kamer besproken te hebben, met Alfred zat te
overleggen wat hij zou gebruiken, kwam de
Indier, die nabij ons tafeltje stond, tusschen-
beide met de raadgeving, dat de sahib bouillon
met rijst moest nemen. Indische bedienden
houden zich doorgaans eerbiedig op een af-
stand; maar deze maakte een uitzondering
en herhaalde zelfs zijn raadgeving, zeggende,
dat het goed was voor den zieke. Alfred gaf
hem zijn zin, nam een kop bouillon met rijst
en liet zich naar zijn kamer brengen.
,,Die snuiter beneden wist bepaald, wat ik
noodig had", zei Alfred, „ik voel me beslist
veel beter en zijn kostje heeft me goed ge-
smaakt. Ik zal nu maar verder doen, wat
Gwynn me geraden heeft, straks een poeder
nemen en wat gaan slapen. Wil jij maar
alleen die twee menschen bezoeken, waar we
heen moeten, dan blijf ik rustig hier".
(Wordt vervolgd.
