ALGEMEEN NIEUWS- F.N ABVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Slapende Boeddha
No. 8900
WOENSDAG 12 OCTOBER 1932
72e Jaargang.
BINHENLAND
FEUILLETON
DE ZWARTE LIEVE VROUW
BUITENLAND
MINISTER BEELAERTS VAN BLOKLAND
OVER DEN TOESTAND.
Dezen Winter koopt men weer
het goedkoopst in
VLAAMSCH TOONEEL TE BRUSSEL.
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Bulten Ter Neuzen
fr per'post /1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar -
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenlaud alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TEEEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0.20.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst eSn dag voor de uitgav..
BIT BLAB VERSCHIJNT IEBEREN MAA NBAG-, WOENSBAG- en VRIJBAGAVOND.
HERHALINGSONDERWIJS.
De gelegenhei-d wordt gebodem tot bet ont-
vangen van herhalingsonderwijs voor de
rijpere jeugd in de openbare lagere school A
(aan de Walstraat) en D (te Sluiskil), over het
tijdvak 1 November 1932—1 Maart 1933.
Aanmelding van leerlingen kan geschieden j
v66r den 20 October a.s. voor wat betreft I
school A op de gemeente-secretarie en voor
wat betreft school D bij het hoofd dier school.
Ter Neuzen, den 11 October 1932.
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
BEBRIJFSR ABEN
In een adres aan de Tweede Kamer komt
de Christ. Werkgeversvereeniging op tegen
het wetsontwerp tot instelling van bedrijfs-
raden en wel in hoofdzaak, omdat dit voor-
stel de bedrijfsraden stempelt tot overheids-
orgaan.
In zjjn toelichting merkt het bestuur o.m.
op: „Tegen het systeem van het aanhangig
wetsontwerp wordt als zeer ernstig bezwaar
gevoeld, dat niet in de eerste en laatste in
stance de bedrijfsgenooten zelf, door middel
van hunne organisaties, beslissen of in eenig
bedrijf een bedrijfsraad zal worden opgericht
en welke werkzaamheden de bedrijfsraad op
zich zal nemen. Zulks behoort, naar het oor-
deel van ons Bestuur, uiteindelijk aan de maat-
schappelijke organisaties te worden overge-
laten. Zoodra de overheid een beslissing ne
men gaat inzake het oprichten en de werk
zaamheden van een bedrijfsraad, betreedt de
overheid een terrein, dat het hare niet is en
wordt aan de maatschappij een orgaan opge-
legd, dat niet uit haar zelf is voortgekomen
en wellicht niet door haar gewenscht wordt."
BE UITWERKING VAN BE WINKEL-
SLUrriNGSWET.
Naar wij vernemen, heeft de Minister van
Economische Zaken en Arbeid den raad van
beheer vein het economisch instituut voor den
middenstand verzocht, een summier onder-
zoek in te stellen naar de u-itwerking van de
Winkelsluitingswet op den om-zet in het win-
kelbedrijf, voomamelijk op Zondag.
Het ligt in de bedoeling, dit onderzoek op
beperkte schaal te doen geschieden en voors-
hands te bepalen tot de koek- en banketbak-
kerswinkels, sigarenwinkels en slijterijen, en
wel te 's-Gravenhage en te Amsterdam. Met
de plaatselijke middenstandsorganisaties zal
omtrent de uitvoering overleg worden ge-
pleegd, en de medewerking van de landelijke
mdddenstandsbonden is ingeroepen.
BEPERKING VAN BEN INVOER VAN
ONGESMOLTEN BIERLIJK VET.
Tot 100 pet. van den gemiddelden
invoer in 1929, 1930 en 1931.
De Staatscourant van Maandagavond bevat
een Kon. besluit van 6 October, waarbij een
tijdelijke beperking van den invoer van onge-
smolten dierlijk vet wordt bepaald.
Aan dit besluit wordt het volgende ont-
leend:
Artikel 2. 1. Gedurende het tijdvak van
1 October 1932 tot 1 October 1933 is de in
voer uit ieder land verboden van ongesmolten
dierlijk vet, voor zoover deze meer bedraagt
dan 100 ten honderd van de hoeveelheid, wel'ke
gemiddeld in de jaren 1929, 1930 en 1931 van
die goederen uit dat land is ingevoerd.
2. Door onzen minister kan worden vast-
gesteld eene lijst van goederen, welke niet
vallen onder de in het vorig lid bedoelde.
Artikel 3. 1. Met ingang van den dag,
waarop dit besluit in werking treedt, zal de
invoer der in het vorig artikel genoemde goe
deren slechts zijn boegestaan, indien daarbij
wordt overgelegd eene daartoe door of van-
wege onzen minister af te geven vergunning.
Overigens bevat dit Kon. besluit de gebrui-
kelijke bepalingen ten aanzien van contin-
genteering. Wij mogen daarvoor verwijzen
naar de Staatscourant no. 196.
De Minister van Oeconiomische Zaken en
Arbeid heeft,
gezien het Kon. besluit van 6 October tot
regeling van den invoer van ongesmolten
dierlijk vet, aangewezen den heer L. Briick-
mann en bij diens ontstentenis de heeren Th.
C. Geudeker en dr. J. B. R. v. d. Schoot om
krachtens artikel 6, eerste lid, van voormeld
besluit te beslissen op de in artikel 4, eerste
lid, bedoelde aanvrage en de in artikel 3, eer
ste lid, bedoelde vergunning te onderteekenen
en af te geven, alsmede om vanwege hem de
in artikel 11 genoemde bijzondere vergun
ning te verstrekken.
Voorts bevat deze Staatscourant de uitvoe-
ringsbesluiben van den Minister van Oecono-
mische Zaken en Arbeid, waarbij o.a. de
modellen van de aanvragen en de vergunnin-
gen zijn vastgesteld. De aanvraag voor een
invoervergunning moet worden gericht tot de
Crisis-Zuivel-Centrale, Laan van Meerder-
voort 84, te 's-Gravenhage, afdeeling vetten
en olie.
Een bijzondere medewerker van het tijd-
schrift Timotheus heeft een gesprek gehad
met den minister van Buitenlandsche Zaken.
Allereerst maakte deze zich geen deelgenoot
van den optimistischen kijk op de toekomst,
waarvan de gouvemeur-generaal op den ver-
jaardag der Koningin te Batavia heeft doen
blijken. Volgens jhr. Beelaerts is de algemeene
toestand donker en hij zou zelfs nog geen tijd-
stip kunnen noemen, waarop men zou kun-
nen zeggen: Het begint te dagen. ,,Ik vrees,
dat we nog meer naar de diepte zullen gaan,
om eerst dan de wegen te vinden, die leiden
tot elkander verstaan, tot samenwerking, tot
herstel.
Verder sprak de minister zijn vertrouwen
uit, dat de Volkenbond werkelijk de elemen-
ten bevat, die het zoeken naar middelen, om
uit de impasse te raken, tot een resultaat kun
nen brengen. Wie ernstig nadenkt, moet in
den Volkenbond iets goeds zien; en al heeft
het Internationale Hof van Justitie geen mid-
del tot sanctie, toch zal men zich wel even
bedenken, aleer men zich aan de uitspraak
van het Hof zou onttrekken. Indien de Vol
kenbond in 1914 had bestaan, zouden de zaken
wel eens heel anders hebben kunnen loopen.
Inzake de ontwapening merkte de minister
op: ,,Zeer weinig staten zijn in de richting van
ontwapening zoo ver gegaan als ons land."
Een Europeeschen Statenbond acht hij on-
mogelijk, gegeven de huidige samenstelling
van en de verhoudingen in Europa. Veel meer
dan de Vereenigde Staten van Amerika, be-
staat Europa uit de meest uiteenloopende na-
tionale eenheden en belangen.v
door
F. J. A. L. CORDENS.
(Nadruk verboden.)
10)
(Vervolg.)
Toen legde hy het stukje zijde in mijn hand;
ik bedankte hem en borg het in mijn porte-
feuille, eigenlijk zonder te weten wat ik deed.
Want de geheele geschiedenis was mij zoo
onbegrijpelijk voorgekomen, en die man had
mij zoo totaal overbluft, dat ik heelemaal de
kluts kwijt was.
Het geschenk, waarover hij was begonnen
te spreken, had ik mij heel anders voorgesteld
Ik had een of andere kostbaarheid verwacht
het een of ander Indisch kleinood van waarde,
en ik had me vast voorgenomen dat te weige-
ren; maar nu dat geborduurde lapje groene
zijde! Wat was dat voor een man, die mij
voor onbekende streken een talisman of een
paspoort mee kon geven? Toch zeker geen
koopman, waarvoor hy zich uitgaf. Die ge
heimzinnigheid maakte mij eenigszins angstig.
Of zou het louter opschepperij en mystificatie
zyn? Maar daarvoor leek Moonah Singh mij
te ernstig en te voomaam. Ik stond daar
nog over na te denken, toen hij mij plotseling
de hand toestak. ,,En nu vaarwel", zei hij
„ik wensch u een gelukkige en voorspoedige
reis door mijn geboorteland". Werktuigelijk
drukte ik de my toegestoken hand en stamel-
de een paar woorden, waarop de Indier zich
met groote schreden verwijderde.
Ik kwam tot het besef, dat het tijd werd
om naar mijn hut te gaan en mijn bagage te
pakken; maar toch bleef ik nog een oogen-
blik op het sloependek staan om over het
gebeurde na te denken. Alles te saam geno
men leek het me nu een malle geschiedenis
Wat zou mij; in Indie kunnen overkomen, het
was toch geen land van wilden? Hetgeen ik
er zooal geheimzinigs en griezeligs van ge
lezen bad, nu ja, dat was roman, en mijn
nuchter verstand lachte er mee; bovendien had
Gevraagd naar wat hij van de economische
wereldconferentie denkt, antwoordde de mi- j
nister: „Zij heeft iets voor op die van 1927.
Toen waren het geen regeeringsvertegenwoor-
digers, maar particulieren, die samengekomen
waren. Nu wel. Dat is in zooverre beter, dat
zij weten, hoe vei zij gaan kunnen met het
oog op de constellatie in hun land. Maar de
aanbeve-lingen der conference van 1927 heb-
ben niets van haar waarde verloren. Had men j
er slechts gevolg aan gegeven! Door dit niet
te doen, is de toestand steeds erger geworden.
Niet alleen hebben de tariefmuren een tot
dusver ongekende hoogte bereikt, maar door
onberaden contingenteeringen en deviezen-
maatregelen wordt meer en meer de interna-
tionale handel stuk geslagen".
Omtrent de verhouding van de invoerrech-
ten meende de minister: „Ouchy en de aan-
gekondigde tariefverhooging spreken elkaar
niet tegen. Immers worden die 30 opcenten
louter om fiscale redenen geheven en boven
dien is de verhooging slechts voor 6<5n jaar,
dus tijdelijk. Hier" de minister stond op om
het bewijs te leveren „staat in art. 1 van de
overeenkomst, dat de contracteerende partijen
geen verhoogingen en geen nieuwe rechten
ten opzichte van elkander zullen invoeren.
Welnu, van de tijdelijke opcenten op het in-
voerrecht stellen wij Belgie en Luxemburg
vrij, zoodra dit verdrag (dat nog niet gerati-
ficeerd is!) in werking zal treden. Wie belet
andere mogendheden zich daarbij aan te slui-
ten?"
Toen de interviewer vroeg, of de onderhan-
delingen met Belgie spoedig hervat zullen
worden, was het antwoord: „ALs naaste buren
moet je op goeden voet met elkaar leven. En
dat is niet gemakkelijk, want juist doordat
je zoo vlak bij elkaar woont, zijn er dlkwijls
allerlei dingen waarover licht wrijving kan
ontstaan en die je kregelig maken. Men heeft
een open oog voor elkaars fouten. Natuurlijk
komt er dan licht ruzie. Daarom is 't maar
het beste, te letten op de belangen, die men
gemeen heeft. En Belgie en Nederland
hebben zulke belangen, in meer dan ddn op-
zicht. Er zijn soms omstandigheden, waar-
onder men beter doet, een twistpunt eens even
te laten rusten. Niet op goeden voet met
elkaar zijn, is altijd duur; denkt u maar aan
de MaaskanalisaCe, die ons door den aanleg
van het Julianakanaal vrij wat meer gekost
heeft dan het geval zoul geweest zijn, als Bel
gie tot samenwerking bereid was gevonden".
„Ik begrijp dus, dat de tyd nog niet rijp is
om het heilige huisje aan te raken."
,,Er zijn geen heilige huisjes. Wat u op het
oog heeft, is zeker van groot belamg, maar
toch slechts bijzaak in verhouding tot het ge-
heel. Hoofdzaak is: een goede verstandhou-
ding, helder inzicht in wederzijdsche belangen,
samenwerking waar het mogelijk en nut-
tig is."
UITVOERING KORTIN GS WET JE.
De Minister van Financien heeft den vol
genden brief tot de gemeentebesturen gericht:
Naar aanleiding van een aantal verzoeken
om inlichtingen, welke bij mijn departement
zijn ingekomen, heb ik de eer uw college, mede
namens mijn ambtgenoot van Binnenlandsche
Zaken, te berichten, dat de vermindering van
de uitkeering per inwoner uit het gemeente-
fonds, ingevolge art. 1 le lid, van de wet van
18 Maart 1932, voor alle gemeenten des lands
wordt vastgesteld, dus ook voor die gemeen
ten, welke voor het jaar 19321933 onder de
uitzonderingsbepaling van het tweede of derde
lid van art. 1 vallen en deswege reeds de ver
ik in het geheel geen lust om mij met het
geheimzinnige Indie van fakirs en toovenaars
in te laten. Maar waarom dan die talisman,
als het er tenminste een was? Een oogenblik
dacht ik er aan om het ding in zee te gooien,
maar dat zou dwaasheid zijn; als het mij geen
goed deed, deed het toch ook geen kwaad, en
het zat veilig in mijn portefeuille. Toen besloot
ik alles aan Keening te vertellen en er eens
hartelijk om te lachen. Maar ook dat besluit
was even spoedig verworpen; ik had immers
mijn woord gegeven er niets van te vertellen,
en onder mijn vele slechte eigenschappen heb
ik ten minste deze goede, dat ik gewoon ben
mijn woord te houden. Dus mijn talisman
stilletjes laten zitten en er niet meer aan
denken.
Daarop ging ik naar beneden en vond Al
fred reeds bezig met het pakken van zijn
valies, om klaar te zijn voor de lunch.
Als ik had kunnen denken, dat ik nog ooit
in omstandigheden zou komen, dat ik mijn
talisman zou moeten gebruiken, dan was ik
zeker met de eerstvolgende boot uit Bombay
naar Europa teruggegaan. En later heb ik
me nog dikwijls afgevraagd of het voor mij
niet beter was geweest, als ik het had gedaan.
HOOFDSTUK VI.
Bij den gouvemeur van Allahabad.
Het heerlyke Bombay, vanuit zee gezien,
openbaarde zich van dichtbij als een vieze
Oostersche en een gewone Europeesche stad.
Maar ondanks de pracht der openbare ge-
bourwen, de breedte der verkeerswegen en de
geweldige drukte in Hornby-road, waar we
ons hotel hadden en waar trams en bussen
en taxi's door elkaar krioelden zooals op
drukke punten van Londen, ondanks al het op
zijn Europeesch ingericht verkeer en vertier
voelde men toch in alles het Oosten. De boot
was naar mijn zin niet Oostersch genoeg ge
weest, hier was het Oosten in de eerste dagen
een obsessie voor me. Overal die lange bruine
kerels met hun fonkelend zwarte oogen, over
al die in het wit gekleede gedaanten, die daar-
heen schreden, waardig en zelfbewust, of die
ruiziend en kijvend, zooals in het havenkwar-
tier, elkander een vrachtje betwistten; prach-
tige auto's, Roll Royce's en andere eerste-klas
merken, bezet door rijke Indiers met een zon-
derling hoofddeksel, dat aan een bisschops-
eischte opgaven hebben ingezonden. De ver
mindering toch wordt voor drie jaren vastge
steld, terwijl een verklaring -dat de vermin
dering achterwege zal blijven, slechts voor een
jaar geldt. Daar het niet mogelijk zal zijn
voor het einde van deze maand terzake van
de opgaven, welke ingezonden zijn ter verkrij-
ging van een zoodanige verklaring voor het
jaar 19321933 een beslissing te nemen, zal
1 November a.s. voor alle gemeenten deel j
van de vermindering over het jaar 19321933
worden inge-houden, terwyl kort daama aan
die gemeenten, ten aanzien waarvan zal wor
den beslist, dat de vermindering over het
loopende jaar achterwege zal blyven, met
valuta 1 November 1932, de uitkeering van
het resteerende deel zal plaats hebben.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN.
Maandag hebben de Gereformeerde Ge
meenten in Nederland te Rotterdam een zil-
veren jubileum gevierd. Het was n.l. 25 jaar
geleden dat de Gemeenten onder het Kruis en
die van ds. Ledeboer (de z.g. Ledeboeriaanak)
tezamen smolten. Vooral uit Zeeland waren
de leden der Geref. Gemeenten naar Rotter
dam gekomen. De predikanten werden Maan-
dagmorgen in de pastorie door den pastor-
loci, ds. G. H. Kersten, ontvangen.
Maandagmiddag om drie uur begon in het
kerkgebouw aan den Boezemsingel te Rotter
dam de eerste herdenkingssamenkomst.
Sprekers waren ds. M. Hofman uit Krab-
bendrjke en ds. J. R. van Oordt uit Zeist.
Des avonds om zeven uur begon de tweede
bijeenkomst, waar ds. J. Fraanje uit Bame-
veld en ds. G. H. Kersten het woord hebben
gevoerd.
EEN GEWIJZIGDE STEMPELREGELING.
Waarschijnlijk in verband met de ccanmu-
nistische ongeregeldheden bij de opening der
zitting der Staten-Generaal heeft de Minister
van Binnenlandsche Zaken, naar „de Tel."
vemeemt, den gemeentebesturen verzocht ten
spoedigste aan hem ter goedkeuring in te
zenden een gewijzigde stempelregeling.
Bij deze wijziging zal rekening moeten wor
den gehouden met een nieuwe aanvulling van
het besluit van den Minister van Binnenland
sche Zaken van 15 Januari 1932 afd. W en S
no. 800, luidende:
,,De regeling tot bepaling van tijd (en) en
plaat3 van stempeling wordt vastgesteld door
burgemeester en wethouders. Zij is aan de
goedkeuring van den minister van binnen
landsche zaken onderworpen, terwijl afwijking
van de goedgekeurde regeling anders dan in
gevallen van dringende noodzaak, b.v. bij
ziekte of overlyden van bloed- of aanverwan-
ten zonder toestemming van den voornoemden
minister niet geoorloofd is."
Herhaling van vacanties aan steuntrekken-
den voor demonstraties elders kan hierdoor in
de toekomst niet zonder toestemming geschie
den van den Minister van Binnenlandsche
Zaken.
myter deed denken, of door spichtige Parsi-
vrouwtjes, het smalle gelaat omzoomd door
kleurige kantborduursels, en die met souve-
reine minachting om zich heen zagen, als
waren zij;, de afstammelingen der heerschers
vanouds, ook nog de heerschers van nu. Op
het plein voor het reusachtige station, -te
midden van het grasperk met het standbeeld
van koningin Victoria, graasden kalm een
paar zeeboe's. Een der dieren stak de tram-
rails over en de wagen stopte om het heilige
dier der Hindoes rustig zijn weg te laten ver-
volgen. Dan weer een prachtige tempel, zijn
grillig beeldhouwwerk hoog optorenend in de
lucht, of schitterende bank- en kantoorgebou-
wen, de laatste meestal met Indische namen.
Dien eersten dag was ik letterlijk op; en
of het nu kwam door den invloed, dien Moonah
Singh over mij had uitgeoefend, ik weet het
niet, maar ik vroeg mij af: wie zijn nu eigen-
lyk de meesters in dit land?
Met Alfred Keening had ik weinig indruk-
ken gewisseld, maar ik had al direct bemerkt,
dat hy zich, in dit vreemde gedoe beter thuis
voelde dan ik. Hij had mij voorgesteld, en dat
was heel goed van hem gezien om de zaken
maar tot den volgenden dag uit te stellen en
eerst een beetje wegwijs te worden in de stad.
Haast hoefden we niet te maken, want de
zaken beginnen eerst laat; voor een uur of elf
behoeft men op de groote kantoren niet aan te
komen en men kan er nog laat in den avond
terecht.
Dien ajvond maakten we ons program op
voor den volgenden dag, en ik moet zeggen,
dat mijn principalen, de firma Morrison,
Keening Farmly, uitstekend op de hoogte
waren van de handelswereld in Bombay en
ons niet alleen een uitvoerige adreslijst hadden
meegegeven, maar buitendien zeer gedetail-
leerde instructies en aanwijzingen omtrent de
te voeren onderhandelingen en eventueel af
te sluiten transacties. In langen tijd had ik
met den jongen Keening geen ernstig gesprek
gevoerd en ik moet zeggen, dat het mij tot
een ander mensch maakte. Ik kreeg mijn
evenwicht weer terug, en toen ik den volgen
den morgen goed uitgerust ontwaakte, was
ik niet meer de sight-seeer en de avonturen-
zoekende toerist der laatste dagen, maar de
rustige en degelijke koopman, die moedig en
vol vertrouwen de moeilijkheden aandurf-t van
zijn beroep.
De eerste dagen in Bombay brachten even-
het groote Magazijn voor Heeren- en
Kinderkleerep, ZUIVELSTEEG 7 - GENT
(juist aan de Zuivelbrug). Er is maar 6en
ingang! juist aan de brug. Echte crisis-prijizen.
Pardessen en Gabardinen, groote voorraad.
(Ingez- Med.)
wel niets anders dan teleurstellingen. De
groote exportizaken zijn er nagenoeg alle in
handen van Parsi-kooplieden, die een aristo-
cratie op zichzelf vormen en die zich terdege
van hun macht en invloed bewust zijn. Met
groote voorkomendheid werden wiji in hun
kantoorpaleizen ontvangen, de heeren waren
uiterlijk beleefd en correct, maar tot zaken
doen kwam het niet. Algemeen luidde het,
dat er weinig behoefte was om te koopen;
een, die wat spraakzamer was, sprak ons over
de pas opgerichte trust der Indische katoen-
magnaten, terwijl de beleefdheid hem verbood
te zeggen, dat die trust ten doel had, zelf met
verlies, het Engelsch fabrikaat van de markt
te dringen ten voordeele van de inlandsche
nijverheid. Een ander vroeg, of wij in de
haven de scheepsladingen Europeesche goede
ren niet hadden zien liggen, die niet eens in
de loodsen konden worden geborgen, goed, dat
geweigerd was wegens incorrecte levering of
te late verscheping en dat daar nu lag te be-
derven ten koste der afzenders, totdat het op
zekeren dag a tout prix zou worden verkocht,
om dan naar het Noorden te gaan, naar Ka-
boel of daar ergens, waar de menschen zoo
nauw niet keken. Een derde gaf ons den
schralen troost dat het overal slap was in den
handel, maar achter al die praatjes en be-
leefdheidsfrasen voelden wij toch een ding,
namelijk den onwil om met Engelschen zaken
te doen. Toch was ons verblijf in Bombay niet
heelemaal zonder vrucht. We brachten 'n be-
zoek aan Burton en door middel van zijn relaties
slaagden wij er nog in een order naar Europa
te kabelen. In de mooie auto van Burton
maakten wij bovendien eenige toertjes door de
stad, langs den breeden Esplanade-road,
naar Elephnta, waar wij de onderaardsche
tempels bezochten, en naar de Torens der
Silte, waar wiji de gieren zagen rondvliegen
of slaperig op de transen zagen zitten in af-
waohting van het eerste het beste lijk, dat
aan him vraatzucht zou worden geofferd.
Ik voor mij was heel tevreden, dat er toevallig
geen Indische begrafenis plaats had; het denk-
beeld, dat de doode door die vogels in stukken
gescheurd en verslonden werd, was mij al
griezelig genoeg,
Den laatsten middag van ons verblijf in
Bombay brachten wij met Burton nog een
beizoek aan het Museum, en ik, die mij thuis
heel wat had laten voorstaan op mijn Indische
verzameling, stond verbaasd over de heerlijk-
MH. MS. „KRAKATAU" ONGESLAGEN.
Aneta-Holland meldt: Blijkens een bij het
departement van Defensie ingekomen bericht,
is Hr. Ms. „Krakatau" op 11 October om 12
h 30 in het Oostervaarwater te Soerabaya
omgeslagen. Het schip ligt met bakboordzyde-
boven water in 4 M. water op een Bank aan
de Oostzijde van het vaarwater.
Er zijn geen vermisten. Alleen vijf licht ge-
wonden. Omtrent de oorzaak is nog niets be-
kend.
DE RIJKSBEGROOTING.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Amsterdam heeft een adres aan de
Tweede Kamer gezonden, waarin zij bezwa-
ren tegen de Rijksbegrooting ontwikkelt. Zij
schrijft o.m., dat de in de begrooting voor-
gestelde verzwaring van lasten uit oecono-
misch oogpunt uiterst bedenkelijk is en dat
het zeer te betwijfelen valt, of deze maatregel
de verwachte baten aan de schatkist zullen.
brengen.
LIDMAATSCHAP TWEEDE KAMER.
De voorzitter van het Centraal stembureau
voor de verkiezing van leden der Tweede
Kamer heeft wegens het niet aannemen van
zijn benoeming door jhr. mr. Ch. J. M. Ruys
de Beerenbrouck in de vacature-Guit, thans
tot lid van de Tweede Kamer benoemd ver-
klaard den heer W. Steinmetz te Amsterdam.
DE PRIJZEN VAN RAUWE REUZEL
EN RAUW RUNDVET.
De regeeringscommdssaris voor de hulpver-
leening aan de melkveehouderij brengt het
volgende ter algemeene kennis:
Van onderscheidene zijden bereiken mij
klachten, dat slagers de prijzen van rauwe
reuzel en van rauw rundvet belangrijk hebben
opgeslagen.
Voor deze prijsverhooging bestaat echter
geen enkele redelijke grond. De heffing van
35 ct. per K.G., die voor gesmolten vetten
geldt, is niet van toepassing op rauwe reuzel
en rauw rundvet; ook heeft de heffing op ge
smolten vet geenerlei prijsverhoogenden in
vloed op de pryzen der varkens of van het
rundvee.
De Brusselsche correspondent van het Han-
delsblad schrijft d.d. 8 October:
Nu de eigenlijke strijd om het behoud van
Brussel als Vlaamsche stad, of, als men wit
tot vervlaamsching van Brussel, is aangevan-
gen, lijkt het wel kenschetsend, dat in dit
(althans oogenschijnlijk) verfranschte Brussel
een derde Vlaamsche schouwburg kon worden
gesticht. Ondanks de crisis, die misschien ern-
stiger dan elders, het tooneel treft, met het
gevolg dat zelfs de opera, hoe krachtig ook
van staats- en stadswege financieel gesteund,
naar middelen heeft moeten zoeken om, ten
koste van het personeel en ook van de waarde
der opvoeringen, zooveel mogelijk te bezuini-
gen.
Die derde Vlaamsche schouwburg het
Luna-Theater is in een gansch nieuw ge~
bouw ondergebracht, zeer modern van opvat-
ting. Het is een keurig gebouw, practisch
zonder die grootsprakerige luxe, waaraan wij
heid der kunstwerken, die hier was tentoon-
gespreid. Hoe armzalig leek mijn Boeddha
naast de pracht der beelden, die hier in einde-
looze verscheidenheid waren uitgestald; nooit
had ik zoo diep de expressie gevoeld van
volmaakte rust en voornaamheid, die de in
dische kunstenaars met de weinige hulpmid-
delen van eenige strakke lijnen in hun beel
den tot uitdrukking weten te brengen. Het
stond bij mij vast, ik zou Indie niet verlaten
zonder ten minste een kuns-twerk van be-
teekenis naar huis te brengen.
Burton was dien avond in het hotel onze
gast, en toen we de hall binnen kwamen, nam
hij even van een tafeltje de laatste editie van
de Bombay Times. ,,Alweer wat aan de
hand'", zei hij, terwijl hij me het blad liet zien.
waar met vette letters aan den kop gedrukt
stond: „Onlusten in Kashmir". Bij nader in-
zien had het echter niet veel om het lijf, het
was een vrij onbeteekenend opstandje aan de
grens der provincie, en het liet zich aanzien
dat de garnizoenen van Lahore en Amritsar
met een gedeelte van hun troepen er spoedig
een eind aan zouden maken. Bovendien was
onze reisroute honderden mijlen verwrjderd
i van het tooneel der onlusten zoodat wij ons
j daar ook geen zorg over hoefden te maken.
Toch meende ik, toen we voor tafel nog even
een sigaret zaten te rooken, Alfred te moeten.
voorstellen of de reis naar Calcutta niet langs
den kortsten weg dwars door Indie over Nag-
poer zouden maken in plaats van den grooten
amweg te nemen over Allahabad en op die
reis nog verschillende plaatsen aan te doen..
Maar Alfred beriep zich op de ontvangen.
instructies. Op zijn kantoor in Londen stond.
het niet precies nakomen van instructies zoo
ongeveer met formeel oproer gelrjik. Later
vertelde hij me, maar dat had hij niet willen
zeggen waar Burton by was, dat het de bij.be-
doeling van de firma was, dat wij op een vrij
lange zakenreis door den omgang met Indi
sche kooplieden ons eerst wat zouden trainen,
alvorens den grooten strijd met Ibadji te Cal
cutta aan te binden. In de paar dagen, die
wij in Bombay doorbraohten, hadden wij al
zooveel ondervonden, dat ik het doorzicht van
onze Londensche lastgevers moest bewonde-
ren. Zij wilden ons eerst met de omgangsvor-
men de Indiers bekend doen zijn, alvorens ons
op den slimmen Ibadji los te laten.
(Wordt vervolgd.)