ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Slapende Boeddha
apet*
GeriefeUjkef
bihnenland
No. 8899
MAANDAG 10 OCTOBER 1932
72e Jaargang.
F EUILLE TON
eervol ontseag aan den heer
F. K. J. HERINGA.
Daarom: weg met alle namaak
en weg met losse tabletten!
vANVALKthBUR
LEEUWARDEh
ABONNEMENTSPRWS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen
fr per post /1.S0 per 3 maanden - Bij voor uttbetaling fr. per post 6 60 per jaar -
Voor Belgie en Amerika /2,25, overlge landen 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetalmg.
TJitgeefster: Pinna P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TEEEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0.80 Voor elken meer f
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwe^opaanvraag
verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst edn dag voor de ultgave.
DIT BI.AI) VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DE OPBRENGSX VAN DE TENTOON-
STELLING DER KONINGIN.
Naar bet C. B. vemeemt beeft H. M. de
Koningin als totaal opbrengst van de tentoon-
stelling van haar werken m verscbillende
steden van ons land een bedrag van 31.3
doen afdragen aan bet Steuncomito voor beel-
dende kunsten.
MR. G. A. BOON VIJFTIG JAAR.
Het lid der Tweede Kamer, Mr. G. A. Boon
heeft Vrijdag zijn 50sten verjaardag gevierd.
Hij mocbt op dezen dag tal van bljjken van
belangstellmg ontvangen, o.a. van bet
Hoofdbestuur van den Vrij'heidstoond, van den
Bond van Jonge Liberalen, van tal van afdee-
lingen van den Vrijbeidsbond en van Kamer-
lodffn
Ook werden vele bloemstukken te zijnen
buize bezorgd.
Bij Koninklijk besluit is met ingang van 1
October j.l. aan den heer F. K. J. Heringa op
zijn verzoek wegens verandering in de inrich-
ting van bet diensfavak, waarbij bij werkzaam
is, eervol ontslag verleend als administrateur
bij bet Departement van Economiscbe Zaken
en Arbeid, onder dankbetuiging voor de vele
en langdurige diensten door hem in verschil-
lende funcUes bewezen.
De heer Heringa is benoemd tot tijdelrjk
raadsadviseur bij het departement van Eco
nomiscbe Zaken en Arbeid.
De beer Heringa begon zijn loopbaan als
marine-officier. Als luitenant-ter-zee 2de
klasse verliet bij: den zeedienst om op Java een
functie bij een suikerfabriek te aanvaarden. In
1918 werd de heer Hering werkzaam gesteld
aan het departement van Arbeid als tijdelijk
crisisambtenaar, totdat hij in 1921 werd be
noemd tot administrateur en hoofd der afdee-
ling Handel en Nijverbeid.
BERECHTING VAN BURGERLIJKE- EN
HANDELSZAKEN DOOR EEN ENKEL-
VOUDIGE KAMER.
Verschenen is bet voorloopig verslag der
vaste commissie der Tweede Kamer voor
privaat- en strafrecht over bet ontwerp, be-
treffende verdere ontwikkeling van de be-
rechting van burgerlijke en handelszaken
door een enkelvoudige kamer der rechtbank.
Met bet denkbeeld, de mogelijkheid van be-
recbting van burgerlijke- en handelszaken
door een enkelvoudige kamer te vemmnen,
werd algemeen ingestemd.
De commissie acht bet echter niet noodig
het hoorem der verschenen partijen af te
sdhaffen.
Vender dringt de commissie er op aan, dat
naast de bevoegdheid van de meervoudige
kamer om daarvoor gesobikt schijnende zaken
te verwijzen naar de enkelvoudige, aan deze
laatste de bevoegdheid gegeven wordt, de voor
berechting door e6n recbter ongeschikt geble-
ken zaken terug te wijzen naar de meervou
dige kamer.
VRAGEN VAN HET KAMERLID
MB). KATZ.
Het Tweede Kamerlid, mej. Katz, heeft aan
den Minister van Economische Zaken en Ar
beid de volgende vragen gesteld:
Is bet den Minister bekend, dat ook voor
die producten, waarvoor ten laste van bet Ne-
derlandsche volk en dus ook ten laste van
den Nederlandschen scbipper, crisismaatrege-
len in het leven zijn geroepen, vrachten wor
den betaald die lager zijn dan ooit te voren?
Kan de Regeering niet bepalen, dat de hier be-
doelde direct of indirect gesteunde takken
van bedrijf voor bet vervoer tenminste een
loonende vracbt betalen?
Heeft de Minister kennis genomen van de
tusschen belanghebbenden in de Rijnvaart
der vijf Rijnoeverstaten loopende onderbande-
lingen ter bestudeering van een plan ter ver-
toetering van de toestanden in de Rijnvaart?
Heeft de Minister uit de berichten niet den in-
druk gekregen dat de besprekingen, respectie-
i velijk de in wording zjjnde plannen, zich meer
I en meer bewegen in de richting van het op-
gaan der particuliere Nederlandsche scbipperij
in de groote (hoofdzakelijk Duitscbe) reede-
rijen? Is de Minister niet van meendng, dat
zulks zeer ongewenscht zou zijn, eenerzijds
omdat de Nederlandsche particulieren bet be-
langrijike deel van 82 der Nederlandsche
Rijnvloot bezitten, anderzijds omdat daardoor
de belangen van den handel zeer emstig kun-
nen worden geschaad Zoo ja, is de Minister
dan bereid maatregelen te beramen om dit te
voorkomen
Aan den Minister van Buitenlandsche Zaken
beeft hetzelfde Kamerlid gevraagd:
Is bet juist, dat de Belgische en Duitscbe
regeeringen ten aanzien van de wettelijke be-
palingen, tog welke de vaart in Frankrijk
practiscb alleen aan Fransche sctoepen is toe-
gestaan, een speciale uitzonderingspositie heto-
ben weten te verwerven. Zoo ja, is de Minis
ter dan bereid zoo spoedig mogelijk stappen te
doen om een soortgelijke gunstige positie te
verkrijgen ten behoerve van de vrij talrijke
Nederlandsche in Frankrijk varemde scbip-
pers
F. J. A.
door
L. CORDENS.
(Nadruk verboden.)
9) (Vervolg.)
Alfred was naast me komen staan en sprak
over het ongeval. Er was tocb wel degelijk
een ongeluk gebeurd; i em and, die te ver over
de verschansing leunde, was in zee gevallen.
Had iemand bet gezien? Dat wist bij niet,
en ten slotte wist niemand er iets van. De
reddingsploeg, die weer aan boord was ge-
komen, rapporteerde, dat zij niets bad kunnen
ontdekken. De verongelukte moest verdron-
ken zijn, daar hij niet meer was boven ge-
komen. Na eenige oogenblikken ging de naam
van den verdronkene van mond tot mond: het
was de stoker Gamtoa.
Het was alsof ik een slag kreeg. Alfred be-
merkte mijn ontroering en vroeg me wat mij
scbeelde. Hij kon maar niet begrijpen, dat ik
miji dat ongeluk aantrok. En eigenlijk ver-
giste hij zich ook, het was niet zoozeer de
dood van Gamtoa, die mij deed ontstellen; maar
het flitste door mijn brein, en die gedachte
liet mij niet meer los, dat Moonah Singh op
de een of andere wjjze de band bad in bet lot
van den ongelukkigen stoker. Ik probeerde
mij van bet tegendeel te overtuigen en mijn
gezond verstand zei me ook, dat die onder-
Btelling onredelijk was; maar ik was nu een-
maal zoo ver, dat ik dien man een geheime
macht en een verstrekkenden invloed toe-
kende, die sterk genoeg was om iemand in
den dood te drijven. En tocb leek mijn In-
discbe prijs mij boven alles sympathiek.
Aan de lunch werd druk over het ongeval
gesproken. Het onderzoek bad uitgemaakt,
ABLE VETTEN ONDER RIJKSCoNTROLE.
Met ingang van gisteren werden alle plant-
aardige en dierlijike vetten onder controle van
de cnisis-zuivelcentrale gebracbt. Het vervoer
van deze vetten zal slechts geoorloofd zijn, in-
dien zij voorziem zijn van de daarvoor vastge-
stelde banderollen, welke verstrekt worden
voor alle vet, met uitzondering van reuzel,
waarvoor een speciale banderol wordt ver
strekt, Aanvraagformulieren zijn verkrijg
baar bij de crisis-zuivelcentrale te 's Graven
gage, Laan van Meerdervoort 84.
De volgende uitzonderingen zijn toegelaten:
le. De export dezer artikelen.
2e. Vervoer naar fabrieken, welke een ge-
banderolleerd product vervaardigen.
3e. Vervoer naar fabrieken, welke het ar,ti-
kel beboeven voor vervaardiging van him
product, dat niet voor consumptie bestemd is.
In deze drie gevallen moet bet vervoer ge-
dekt worden door een geleide-biljet, verkrijg
baar op aanvraag bij de crisis-zuivelcentrale.
De regeling gaat voor den groothandel op
9 October en voor den kleinhandel 16 October
in. De kleinhandel kan dus nog tot en met
Zaterdag 15 October de nog voorradige pakjes
en bekertjes afleveren zonder geleide-biljet.
Deze biljetten zijn terstond aan te vragen.
HET KOOPEN OP AFBETAUNG.
De commissie inzake wettelijke regeling van
de afbetalingsovereenkomsten, aan welke bij
besluit van 31 Januari 1930 was opgedragen te
onderzoeken of en zoo ja op welke wijze de
overeenkomsten van koop en verkoop op af
betaling bij de wet moeten worden geregeld,
heeft van de uitkomsten van dat onderzoek
aan den Minister van Justitie verslag uitge-
bracht, vergezeld van twee ontwerpen van wet
met memorieen van toelicbting waarin de door
haar ontworpen bepalingen zijn opgenomen.
In het eerste ontwerp, dat tot titel draagt
„regeling van de overeenkomst van koop en
verkoop op afbetaling" wordt de grootste
plaats ingenomen door een nieuwe afdeeling
dat niemand er van getuige was geweest, boe
Gamtoa te water was geraakt; bet was ge
beurd achter bet matrozenlogies, maar er viel
niet uit te maken, of het te water raken van
dien man aan moedwil of aan onvoorzicbtig-
heid of aan een ongelukkig toeval moest wor
den toegeschreven. Gamtoa stond bekend als
een stug, onaangenaam iemand, maar die goed
eijn plicht deed en aan zijn superieuren geen
reden tot klagen gaf.
Daar zijn dood op een heel ondramatische
wijze had plaats gevonden en de stokers
bovendien nooit met de passagiers van onze
klas in aanraking kwamen, raakte dit voorvai
al spoedig in vergetelheid en ging bet dage-
lijksch leven aan boord zijn gang, alsof er
niets was gebeurd. Ik echter dacht nog dik-
wijls aan den ongelukkige, die nu rustte in de
diepte der zee.
Dien avond na tafel sprak ik Moonag Singh.
Ik zeide hem hoe het ongeluk van den stoker
mij had getroffen. Hij keek mij scherp aan
en haalde de schouders op. ,,Het beeft zoo
moeten zijn", sprak hij, en daarmee was dit
onderwerp van gesprek tusschen ons afge-
daan en werd er nooit meer over Gamba ge
sproken.
Er ging nu echter geen dag voorbij, dat ik
niet een uurtje met Moonah Singh doorbracht.
„Je hebt geluk met je Indische prins", spotte
Albert, „je bent de eenige hier aan boord,
met wien hij omgaat. Pas intusschen maar
op, dat je niets los laat omtrent 't eigenlijke
doel van onze reis, je kan die kerels nooit
vertrouwen, want dat hangt allemaal aan
elkaar".
We begonnen Bombay te naderen, de stad.
waar we zouden ontschepen, en de jonge
Keening, begon werkelijk emstig te worden.
Hij kon bet zelfs van zich verkrijgen miss
Fortescue een beetje te verwaarloozen om tijd
te vinden voor besprekingen met mij over de
firma's, die wij in Bombay zouden bezoeken,
en de onderhandelingen, die wij daar zouden
voeren.
Zijn flirtstation met de mooie miss had
Alfred bovendien weten te benutten tot voor-
toe te voegen aan den titel van koop en ver
koop in het derde boek, van bet Burgerlijk
Wetboek. Deze is verdeeld in twee paragra-
fen, achtereenvolgens toetreffende den koop en
verkoop op afbetaling in bet algemeen en den
huurkoop in het bijzonder.
Het tweede ontwerp, getiteld .wettelijke be
palingen omtrent bet afbetalingsbedrijf",
houdt in een administratief-recbterlijke rege
ling van twee onderwerpen, te weten den
kleinverkoop op afbetaling en het beroep van
afbetalingscolporteuT.
HET GODSLASTERINGSONTWERP
Verschenen is de memorie van antwoord
op bet voorloopig verslag der Eerste Kamer
over het Godslasteringsontwerp.
Tegenover de leden, die liever een anderen
vomT van bet ontwerp hadden gezien, betoogt
de Minister, dat iedere andere redactie on-
houdbaar is gebleken. De Minister zegt, dat
eenige leden de fout maken, dat elk in de
strafbepaling voorkomend woord op zichzelf
wordt bescbouwd, terwijl men toch die woor-
den in onderling verband en samenbang moet
zien.
De Minister ontkent voorts, dat bier strijd
zou zijn met de vrijheid op godsdienstig gebied
en zet de onwenschelijkheid uiteen, de gods-
lastering op zich zelf strafbaar te stellen.
Ojn. zou dan door de wet zelve een Gods-
begrip moeten worden gesteld en niet in de
concrete geloofsvoorstellingen van de onder-
danen bet uitgangspunt kunnen worden ge
nomen.
De Minister handhaaft met kracbt zijn uit-
spraak, in de Tweede Kamer gedaan, dat het
persoonlijk geloofsstandpunt van den recbter
hier buiten geding is. Er is immers juist ge-
zocht naar een zakelijke omschrijving, die de
aangelegenbeid in de objectieve sfa^r hield. De
rechter krijgt hier met gegevens te- maken, die
gebeel los van zijn persoonlijk inzicht
moeten en kunnen worden vastgesteld. Dit
neemt niet weg, dat de Minister niet blind is
voor de onverkwikkelijkheden, die een proce
dure zou kunnen oplerveren. Maar dat is een
bezwaar, dat biji de toepassing van allerlei
strafbepalingen dringt. Men denke b.v. aan
majesteitsschennis, niet minder ook aan zede-
lijkheidsdelicten. Ontbouding van de overheid
schijnt den Minister een-BOg ems tiger kwaad.
EEN ONDERHOUD MET MINISTER
DE GEER.
De origineele verpakking met
den oranje-band van 20 ta-
bletten kost nu inplaats van
75 cent 70 cent.
2 tabletten zijn vanaf heden in deze bijzon-
dere hygienische verpakking (zakje) tegen
den prijs van 10 cent verkrijgbaar. Hier-
mede zijn de echte, werkelijke Aspirin-tablet-
ten voor iedereen bereikbaar geworden.
Eischt alleen nog edite Aspirin in de origineele verpakkingen.
Ingez.
Meet,
Het Nederlandsch Oorrespondentiebureau
voor dagbladen meldt:
Dezer dagen hebben wij een onderboud ge-
had met den Minister van Financien omtrent
den zorgelijken toestand van 's Rijks geld-
middelen; wij stelden Zijne Excellentie eenige
vragen omtrent den verderen loop van zaken.
Op dit oogenblik, zoo zeide de Minister, kan
ik daarover niet veel nieuws vertellen. Zoo-
als U weet ben ik een groot voorstander van
bet gemeen overleg met de Kamer.
Ik wacht dus met belangstelling af, tot
welke beschouwingen de gevolgde financieele
politiek haar zal aanleiding geven, ten einde
daarna te overwegen, inhoever aan mogelijke
bedenkingen, die mocbten rijzen, tegemoet kan
worden gekomen.
Is het ontoescheiden te informeeren naar den
algemeenen indruk, dien Uwe Excellentie ont-
vangen heeft van de opmerkingen, welke bui
ten de Kamer aan de millioenennota en de be-
grooting werden gewijd?
Allerminst. Die algemeene indruk is, dat er
naast vrij veel instemming ook vrij veel cri-
tiek was, en dat beide een goeden grond heb
ben. Vooral met de critiek, voorzoover die
zakelijk was, was ik bet doorgaans eens, zeide
de Minister. Het zou mij niet moeilijk vallen,
als buiitenstaander, de onwenschelijkheid van
nagenoeg alle voorgedragen bezuinigingsvoor-
stellen en belastingmaatregelen overtuigend
aan te toonen. Intusscben neemt dit natuur-
lijk niet weg, dat die voorstellen niettemin
noodig kunnen zijn. Ook de chirurg zal bet
eens kunnen zijn met den patient en diens
verwanten, indien deze meenen, dat er groote
bezwaren aan de operatie verbonden zijn en
dat bet mes veeleer schijnt te zullen wonden
dan te genezen. Zoo zal ook de brandweer-
man, die zijn slangen door de belending van
een brandend buis legt, het er mee eens kun
nen zijn, dat dit een groot gevaar voor water-
schade scbept voor het nog brandvrije pand
en bet daarin aanwezige meubilair. Toch zal
hij. het mindere kwaad kiezen om het grootere
te vermijden.
Wil een en ander zeggen, dat uwe excellen
tie de critiek in 't algemeen als gerechtvaar-
digd erkent?
Inderdaad. Althans voorzoover zij het pijn-
lijke der te nemen maatregelen in bet licht
stelt. Voorzoover zij bieruit onjuiste conclu-
sies trekt, moet ik uiteraard een voorbeboud
maken.
Wil uwe excellentie dit misschien nader om-
scbrjjven
Gaarne. Daar is bijv. in de eerste plaats de
critiek der zorgeloozen. Zij meenen, dat veel
pijnlijks zou kunnen achterwege blijven, in
dien de regeering maar wilde besluiten, bet
tekort te dekkem uit denkbeeldige reserves als
waarin onlangs een hooggeleerd scbrijiver zich
verlustigde, of ook door een beroep te doen op
het crediet van den staat. Dit laatste denk
beeld is o.a. aan de hand gedaan door een fi
nancieele specialiteit, die schrijft onder den
pseudoniem Dikaios en die kortgeleden ook
emstig gepleit heeft voor een. loslaten van de
waardevastheid van den gulden. Van dit
standpunt is bet leenen voor begrootings-
tekorten vanzelf niet zeer bedenkelijk. Ik eer-
scharen van kortzichtigen te paaien. met
noodoffers werken". U ziet, zeide de Minister,
dat het toediohten van onedele motievem in
dezen tijd niet uitsluitend komt van een zijite,
waar bet klassenstrijddogma daartoe voor-
bestemt.
Doch dit daargelaten, bet standpunt, inder-
tijd door dien schrijver met talent ve rdedigd
en thans consequent volgehouden, is niet het
standpunt der regeering en zal dit ook nooit
worden. Depreciatie van den gulden zon de
regeering een ramp achten en bet aanvaaxden
van zulk een depreciatie om uit fiscale moei-
lijkheden te komen, zou haar in buitengewone
mate verwerpelijk schijnen. Om tal van rede-
nen. Niet het minst, omdat dit naar haar in
zicht zou beteekenen een opzettelijke en in
zijn omvang ontoerekentoare aanslag op de
spaarpenningen der burgerij en op alle ge-
regelde arbeidsinkomsten, die nog genoten
worden.
Welke andere critiek, naast die der zorge
loozen bad Uwe Excellentie zooeven op bet
oog?
Daar is in de tweede plaats de critiek der
eenzijdige belastingheffers. Dit zijn de men-
schen, die beseffen, dat men niet violen kan
laten zorgen, maar die meenen, dat nog zeer
groote bedragen te vinden zijn uit verder op-
geschroefde belastingen, zoodat pijnlijke ver-
soberingen vermeden kunnen worden. Zrj wil-
len, in tegenstelling met oud-Nederlandscbe
wijsbeid, de nering naar de tering zetten en
loopen gevaar, daarbij de spankracht van de
nering te overschatten. Op een oogenblik,
waarop het natdonaal inkomen sterk gedaald
en het nationaal vermogen ten deele verdampt
is, achten zij het mogelijk daaraan onbeperk-
te eiscben te stellen. Gepleit wordt oa. voor
een verhooging van de successiebelasting, hoe—
wel bijv. een financier als dr. Wibaut reeds
jaren geleden de besteding in't algemeen van
successierecbten voor den gewonen dienst
en daarover gaat bet hier een ,,oeconomi-
sche doodzonde" noemde.
In tegenstelling met deze critici is de regee
ring van oordeel, dat een verarming als thans
de wereld en ook ons volk onderging, onver-
mijdelijk moet leiden tot beperking van be-
hoeften, hierbij inbegrepen collectieve beboef-
ten. Zrj, stelt daarom den eisch van versobe-
ring voorop en meent, dat slechts voorzoover
toiedig natuurlijk dit standpunt, zeide de t deze voorshands niet voldoende effect kan
5 J i Uavi,a_ v, +oir/\yt fHH/ali-ilr rvtrPfVim crH Hpbnnrf
Minister, evenals iedere eerlijke meening, al
heeft, voegde zijne excellentie er aan toe, de
hebben, bet tekort tijdelijk overbrugd beboort
te worden door verzwaarde heffingen. Zij gaat
schriiver bet er eigenlijk niet naar gemaakt, te eer van deze gedachte uit, omdat zij zich
J V tS J n^.ynnn-t mnn 17QT1 Ho PPrl G Tl O" t"P (VPrttTafih-
(Ingez. Med,)
deel voor onze zaken. Fortescue was een
bloedverwant van lord Donegal, den gouver-
neur van Allahabad, en de oude generaal bad
mijn jongen vriend aan aanbeveling voor dien
hoogen oom verschaft.
Nooit zal ik den morgen vergeten, dat Bom
bay in de verte zichtbaar werd. Het was na
het ontbijt, dat iedereen haastig genuttigd
bad, om weer gauw aan dek te zijn en te ge-
nieten van het onvergetelijke schouwspel.
Heb je ooit een schilderij van Turner gezien?
Zoo lets was Bombay. Een stad van opaal en
blank ivoor, oprijzend in een gouden mist; een
stad, glanzend als paarlemoer en daarboven
een lucbt van bloedrood en oranje, zacht over-
gaande in bleek blauw. Dat was het toover-
sprookje van Indie, dat mij wenkte, bet land
der gouden paleizen en der wit-marmeren
tempels, zich spiegelend in den heiligen
stroom, het land van de stille lotos en de
wonderbare bloemenpracbt. Ik voelde mij
zonderling ontroerd, nu ik bet doel der reis
voor mij zag. En iedere seconde veranderde
en verduidelijkte bet panoirama; de groote
gebouwen begonnen zich los te maken van
bun omgeving, torens en koepels spitsten de
lucbt in en rondom stegen de beuvels op,
bekroond met witte landhuizen.
Nog stond ik in beiwondering verdiept, toen
ik een zacbten druk op mijn arm voelde. Ik
zag op en Moonah Singh stond naast me.
„U geniet van bet onvergelijkelijk schouw
spel van Bombay, zie ik. Geen stad van Indie
is zoo mooi van uit zee gezien."
Wat ik antwoordde weet ik niet, maar ik
bield mijn oogen niet van het schouwspel af,
dat boe langer boe meer vaste lijnen en vor-
men aannam.
„Dat is Malabar Hill", zei de Indier, op een
heuvel wijzend naast de huizenzee, „u moet
daarheen gaan om van het prachtige uibzicht
te genieten over de stad en over de baai".
„Wat is dat voor een koepelgebouw?" vroeg
ik, hem mijn kijker gevend en wijzend op een
reusachtigen koepel. Hij gaf mij den kijker
terug zonder hem te gebruiken. ,,Dat is de
dom van het Tai Mahal-Hotel. Daar zal u
nu bij bij zijn bestrijding van een der belas-
tingvoorstellen spreekt van ministers, die, om
veel van de voomaamste- Parsi-kooplieden
kunnen ontmoeten. Maar", ging hij voort,
„misschien logeert u daar ook?"
„Neen, we logeeren op den hoek van Hornby
Road, dat was ons gerecommandeerd".
„0 ja, dat is ook goed, maar een beetje
druk. Doch daar zijn jullie Europeanen aan
gewend. Van middag zijn we aan den wal en
dan scheiden zich onze wegen".
„Gaat u hier niet van boord?" vroeg ik.
„Neen, ik ga door naar Madras. Ik beb u
opgezocht om afscheid te nemen. Kom mee
Ik volgde hem eenige schreden, nog wat
verder van de overige passagiers, naar een
hoekje van bet dek, waar we in de schaduw
stonden van een reddingsboot, die boog opge-
heschen in de davids hing.
,,Afsobeid-nemen vind ik altijd iets onaan
genaam", zei mijn Indier ietwat plechtig.
,,Het is als het einde van een mooi lied en
vaak lijkt het op bet plotseling afbreken van
een boeiend verhaal, of het missen van een
boek, dat men niet ten einde gelezen heeft.
Laat mij u zeggen, dat ik aangename herinne-
ringen van onze ontmoeting op mijn verdere
reis medeneem".
Op minder bloemrijke manier antwoordde
ik, dat de kennismaking mjj zeer aangenaam
was geweest en ik dankte hem voor de vele
inlichtingen, die bij me over Indie had ver-
strekt
Hij wuifde met de band, dat ik hem niet
onderbreken zou. „Daar komt bij", ging hij
voort, „dat ik niet mag vergeten, dat u mij
gedurende de reis een brutengewonen dienst
bewezen hebt. Ik sta biji u in de scbuld, en
ik heb bedacht, hoe ik mjj van die schuld zal
kwijten".
Ik wist waar hij op zinspeelde en betuigde
hem, dat bet niet de moeite waard was er
nog verder over te spreken.
,,Ik beb ook ondervonden" ging bij voort
zonder op mijn woorden acht te slaan, „dat u
een man bent van uw woord. U hebt mij be
loofd, over het voorgevallene met niemand te
spreken en u bent uw belofte nagekomen, wat
voor mjj van bijna evenveel belang was als de
afvraagt, of men van de eerlang te verwacli-
ten kentering zich niet veelal een te gunstige
bewezen dienst zelve. U gaat over land naar
Calcutta, heeft u mij verteld, en u bazoekt
dan ook de groote steden van bet Noorden.
Ik weet niet, of u dan ook dieper het land in
gaat, in streken die niet aan den spoorweg
gelegen zijn en waar de toestanden, zooals a
van mij weet, weer heel anders zijn dan hier.
Ik hoop niet, dat u ooit in moeilijkheden zult
komen en ik zeg dit ook heelemaal niet am u
te verontrustten. En onmogelijk is 't ook niet,
dat u ooit menschen ontmoet, die mij kennen.
en die u ter wille van mij gaarne een dienst
zullen bewijizen.
Kijk, en hij wees naar de stad waar ik
steeds de oogen op gevestigd bield, „daar
langs de torens van bet stadbuis ziet u de
spitsen van het mooie Victoriastation, van-
waar de trein u naar Allahabad brengt".
Terwijl ik keek, haalde hjj iets voor den dag
uit den binnenzak van zijn jas, en die bewe-
ging deed mij de oogen weer op hem vestigen.
Ik zag nu dat hij een slangenlederen porte-
feuille in de hand hield.
Indien het ooit gebeurt", vervolgde hij,
„dat u door mijn landslieden in moeilijkheden
komt, van welken aard ook, laat dit dan zien
en draagt bet goed zichtbaar".
Hij haalde een strookje belgroene zijde uit
zjjn portefeuille, ongeveer een decimeter lang
en vier centimeter breed, waarop zonderling&
letterteekens in zilver waren geborduurdt.
Bovenaan was een kleine zilveren speld be-
vestigd, blijkbaar met de bedoeling om bet
zichtbaar te kunnen dragen.
„Dit zal in sommige gevallen een paspoort
of een talisman voor u zijn", zei biji. „Maar
lk moet 6en voorwaarde maken en die is;
gebruik het nooit dan in geval van hooge
noodzakelijkheidlaat bet v66r dien tijd aan
niemand zien en zeg ook aan niemand, dat het
in uw bezit is. Neemt gij die voorwaarden
aan?"
,,Zeker", antwoordde ik.
(Wordt vervolgd.)