©ok in deze een algemeene verlaging met 5 zooals ook voor tal van andere jaarwedden, regelmatig voorkomt. Dat de tegenwoordige funetionarissen een hooger bedrag aan de gemeentekas teruggeven, staat daar buiten, dat is een daad van hen individueel. Dat doen ze vrijwillig. De heer Van Driel boudt nog altijd vast aan het standpunt, dat we niet naar beneden moeten, doch burgemeester en wethouders meenen, dat ze het leven nu een- maal moeten nemen zooals het is. Er wordt nu ook gezegd, dat gedeputeerde staten toch niet naar den raad luisteren. Neen, alleen naar den raad van Ter Neuzen natuurlCjk niet, maar men moet redelijker wijze aannemen, dat gedeputeerde staten de gezamenlijke ad- viezen der gemeenten in aanmerking nemen en daaruit voor het nemen eener beslissing eene conolusie trekken. De heer VAN AKEN bevestigt, te willen voorstellen de jaarwedde terug te brengen tot 600. De heer VAN DRIEL herhaalt, dat hrj van den heer Van Aken, dien hij in dit verband ook als loonarbeider aanmerkt, indertijd heeft gehoord, dat de jaarwedde er dubbel en dwars aan verdiend was. De heer VAN AKENDat was in den tijd dat het maar 400 was. De heer VAN DRIEL vervolgt, dat de ge- meente inmdddels ook weer grooter is gewor- den en de werkzaamheden der wethouders zijn toegenomen. De jaarwedde was toen ook veel te laag. De heer Van Aken wil weer terug naar f 600, doch de heer De Bakker gaat verder en doet als een klompenmaker, hij wil alles halveeren. Spreker meende bij deze gelegenheid wel iets in het algemeen over de loonkwestie te mogen zeggen, dat kan allicht aanleiding zijn, dat er bij de begrooting een paar uur minder noodig is. En, aange- zien de heer Van Aken zoo in het algemeen omlaag wil, stelt hij dezen de vraag of hij soms ,,gaslucht" wenscht. Die kan met te lage salarissen worden gekweekt. Hij wil op het oogenblik niemand van ,,gaslucht" verdenken, maar bij te lage salarissen ontstaat toch dat gevaar. Men moet zorgen, dat een dergeljjke geest niet gekweekt wordt, spreker is althans niet voomemens daaraan mee te werken. En wat het voorstel van den heer Van Aken be- treft, die er bijna de helft wil afdoen, daar kan hij gemakkelijk tegen stemmen, aangezien deze indertijd zelfs zijn salaris te laag vond. De heer VAN AKEN: Toen ik daarover sprak was het maar 400, maar later was het f 600, en dat vind ik goed betaald. Boven- dien moet ook gerekend worden met de tijds- omstandigheden. De S.D.A.P.-fractie stelt zich zonder meer op het standpunt, dat het geld er maar moet komen, maar ze weten mis- schien niet, hoe het moet opgebracht worden. Het moet alles komen uit de belastinggelden, waaronder van tal van menschen die hard moeten ploeteren, niet het minst vele midden- standers. Het is nu niet de tijd mee te wer ken aan hooge salarissen. De heer VAN CADSAND meent met alle vrfjmoedigheid het voorstel van den heer Van Aken te kunnen steunen, te meer waar hij dezer dagen van den voorzitter ook nog heeft gehoord, dat we naar den ouden tijd terug moeten. De VOORZITTER: Die woorden moet u beschouwen in het verband waarin ze werden uitgesproken. De heer HAMELINK geeft te kennen thans geen debat om de salariskwestie in het alge meen te willen beginnen. Het gaat thans alleen over de vraag van gedeputeerde staten, en hij hoopt, dat de raad zal uitspreken, daar over geen advies te willen geven. Gedepu teerde staten trekken zich van het advies niets aan, want tegenover de woorden van den voorzitter wijst hij er op, dat bij de laat- ste herziening der jaarwedden van burgemees- ters, secretarissen en onfavangers bijna alle gemeenteraden zich uitspraken tegen de voor stellen van gedeputeerde staten, doch dat zij er niettegenstaande dat toch mede zijn door- gegaan. Hij wenscht daarom thans te zeggen: wij passen er voor en geven geen advies meer, u moet het vragen, maar hebt er toch lak aan. Bij de begrooting kan nader over ver laging gesproken worden. Dan wordt het heel wat anders, want dan is het niet alleen de kwestie om te zeggen: ik ben er tegen, doch dan zal ook moeten worden aangetoond, langs welken weg de middelen om te betalen moeten worden verkregen. De VOORZITTER wil het voorstel van bur- gemeester en wethouders in stemming bren gen. De heer VAN CADSAND acht dat van den heer Van Aken van verdere strekking. De VOORZITTER heeft er geen bezwaar in, dat 't eerst in stemming te brengen. De heeren SCHEELE en GEELHOEDT geven te kennen, dat ze over de desbetreffende voorstellen niet zullen meestemmen. De VOORZITTER acht dat niet raadzaam, het gaat hier over jaarwedden van wethouders in het algemeen, niet over him persoon. De heer VAN CADSAND meent ook, dat het voor de heeren geen bezwaar kan zijn, zich over het voorstel uit te spreken, zijn ze er voor, welnu, dat ze zich dan er voor uitspre ken; in het tegenovergestelde geval stem- men ze tegen. De heeren GEELHOEDT en SCHEELE blijven bij hun voomemen. De VOORZITTER: Het is een standpunt. De heer HAMELINK: Maar dan krijgt men toch geen zuivere uitspraak over het principe. Het voorstel van den heer Van Aken wordt verworpen met 7 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Aken, De Bruijn, De Bakker, Van Cadsand en Huijs- sen; tegen stemmen de heeren De Jonge, Verlinde, Colsen, Van Driel, Van den Bulck, Van Doeselaar en Hamelink. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt verworpen met 8 tegen 4 stem- men. Voor stemmen de heeren Van Aken, De Bruijne, Van Cadsand en Huijssen; tegen stemmen de heeren De Jonge, Verlinde, De Bakker, Colsen, Van Driel, Van de Bulck, Van Doeselaar en Hamelink. De motie van den heer Hamelink wordt hiema aangenomen met algemeene stemmen. 10. Verleenen van medewerking voor de verbouwing der RiK. Jongensschool. Ingekomen is een schrijven van het R.K. kerkbestuur der Parochie „St. Willebrord", Korte Kerkstraat te Ter Neuzen, waarin dit meedeelt besloten te hebben tot verbouw van de onder zijn bestuur staande school voor ge- woon lager onderwijs aan de Verbindings- straat omdat deze school buiten zijn schuld in zoodanigen toestand verkeert, dat verbouwing voor den goeden gang van het onderwijs ab- soluut noodzakelijk is. Overeenkomstig artikel 72 der L.O. wet 1920 en onder overlegging van de bij art. 73 derde lid dier wet vereischte stukken, verzoekt voomoemd bestuur den gemeenteraad in deze medewerking te willen verleenen. Nevens dit adres wordt overgelegd een rap port van den heer P. B. Sturm, architect te Roosendaal, aan wien door het Kerkbestuur is opgedragen een onderzoek in te stellen om- treot den toestand van het gebouw der R.K. Jongensschool, waaromtrent hij het volgende opmerkt: Door het verzakken van de blijkbaar slecht gefundeerde scheidingsmuur tusschen lokalen en gang, zijn de vloeren, deurkozijnen, pla fonds en het dak mee verzakt; De muren zien er onooglijk uit. Dit is een gevolg van het feit, dat deze muren slechts 20 c.M. dik zijn en zonder spouwopening, van zachte materialen en ook zonder behoorlijk trasraam. Daardoor kunnen deze muren on- mogelijk het regen- en grondwater keeren en zijn bijzonder vochtig, waardoor het pleister- werk verkankerd en afbladdert. Daar de zon geen toegang heeft, vertoonen deze kwalen zich in erge mate. De plafonds zijn gescheurd en uitgezakf omdat ze niet steeds in drogen toestand blij ven, daar de verzakkende dakbedekking, be- staande uit aangesmeerde pannen, doch zon der dakbeschot, bij regen en sneeuwstorm niet in staat is om het water te keeren. De schoorsteenen boven de daken scheuren, daar de ijzeren ankers waarmede ze aan het verzakkende dak zijn verbonden, worden mee- getrokken. De inrichting der privaten en urinoirs is zeer verouderd. Ze zouden moeten voorzien zijn van een tegelbekleeding van 1,50 M. hoog en van behoorlijk sanitair met waterspoeling. De raamkozijnen der klassen staan aan- zienlijk hooger dan de huidige voorschriften voor nieuwbouw omschrijven. Bovendien is hun indeeling zoo, dat geen voldoende venti- leer mogeiijkheid bestaat, terwijl de ligging der klasramen t.o.z. van den zonnestand zeer ongunstig moet worden genoemd. Aan de school ontbreken voorts een berg- plaats voor leesmiddelen, een spreekkamertje en eenige rijwielstalling. De bestrating is aan den ingang van het schoolplein, bestaande uit ronde keien, is slecht en bij regen-vorstperioden biedt deze bestrating gevaar. De heer HAMELINK geeft te kennen, dat er bij hem sprake is, om bezwaar te maken tegen dit voorstel. Hij acht het evenwel toch dienstig, er op te wijzen, dat het gemeente- bestuur nu reeds een jaar lang alle mogelijke moeite doet om uitvoering te geven aan het raadsbesluit tot het bouwen eener nieuwe openbare school te Sluiskil, en dat dit voor- nemen op de omstandigheid dat er geen geld is, is gestrand. Ondanks die omstandigheden komt er nu van andere zijde een plan tot het verbouwen eener school, welke toch ook nog al wat geld zal kosten en dan krijgt men toch den indruk, dat van andere inrichtingen geen rekening wordt gehouden met de tijdsomstan- digheden waarin we leven en dat men er geen gevoel voor blijkt te hebben, dat het ge- wenscht kan zijn eens even af te wachten. Er zal ook voor de uitvoering van dat plan moe ten worden geleend en dit zou dan toch ook de uitvoering van het andere plan nog verder kunnen tegen houden. De heer DE JONGE merkt op, dat hem de inzending van dit plan wel wat voorbarig voorkomt, een plan dat veel geld zal kosten, en dat wordt ingezonden op een tijdstip dat door alles wat maar eenigszins mogelijk is te bezuinigen op de leermiddelen der openbare scholen de uitgaven te ontlasten. Reeds onge- veer een jaar geleden is met meerderheid van stemmen besloten te Sluiskil een nieuwe open- bare school te bouwen en dit plan kon wegens gebrek aan geldmiddelen niet doorgezet wor den. Maar komt 'n ander schoolbestuur om gel- den voor een verbouwing, dan moet dit ter- stond gegeven worden. Het is niet om tegen medewerking te ageeren, maar toch vraagt hij, of het niet op den weg van burgemeester en wethouders zou liggen om eens bij het schoolbestuur te informeeren of het wegens de minder grunstige financieele omstandig heden nog niet eens kan uitgesteld worden. Hij voegt hieraan toe, ook nog vernomen te hebben dat een en ander ook een gevolg is van slecht onderhoud en vraagt, of het her- stellen van al die opgesomde gebreken voor rekening van de gemeente zal komen. Het was wel gewenscht het kerkbestuur in over- weging te geven de verbouwing uit te stellen, tot de gemeente wat beter in de centen zit. De VOORZITTER stemt toe, dat daarvoor wel iets zou te zeggen zijn. De heer SCHEELE bemerkte, dat men om- trent bijzondere schoolbesturen in het meer- voud sprak, doch dat daarvoor geen reden is. Hp kan mededeelen dat het bestuur der Chr. school in de Jozinastraat ook wenschen koes- tert omtrent verbeteringen en o.m. gaarne ook over een overdekte speelplaats zou beschik- ken, doch dat men in verband met de tijdsom- standigheden afziet daarvoor gelden te vra gen. Men moet dus niet van de schoolbestu ren in het meervoud spreken. Overigens moet hij zeggen, dat het R.K. kerkbestuur gelden aanvraagt voor noodzakelijke verbeteringen aan het gebouw en dat dit zich, voor wat het beschikbaar stellen der gelden betreft, tegen over de gemeente zeer inschikkelijk heeft be- toond om aan geld te komen voor het bouwen der meisjesschool, toen aan de gemeente het plaatsen der groobe leening niet mogelijk bleek. De VOORZITTER merkt op, dat de toe stand op de geldmarkt verbetert, verschillen- de aan de markt gebrachte leeningen worden overteekend. Er is dus wel uitzicht, dat ook vanwege deze gemeente een leening zal kun nen worden geplaatst en dat uitvoering zal kunnen gegeven worden aan het plan tot het bouwen eener school te Sluiskil, dat burge meester en wethouders dan weer ter hand zullen nemen. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 11. Rekening burgerlijk armbestuur, dienst 1931. Burgemeester en wethouders stellen voor, de rekening van het burgerlijk armbestuur, dienst 1931, goed te keuren in ontvangsten op een bedrag van 38.275,30, uitgaven f 38.088,16, batig saldo f 187,14. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 12. Rekening der brand,weer, dienst 1931. Burgemeester en wethouders stellen voor, goed te keuren de rekening der brandweer dienst 1931, in ontvangsten op een bedrag van f 2112,49, in uitgaven 1903,96, goed slot 208,53. De heer DE BAKKER heeft deze rekening eens nagezien, en hij is daarbij gestuit op de rekening no. 20, bezem met stok /1,90. Hij wilde nu juist met dien duren bezem eens gaan vegen. De VOORZITTER merkt op, dat die nota betreft ,,bezems". De heer DE BAKKER vond voorts no. 21 een post van 95,40 voor venzekering van spuiten, doch dan vond hij onder no. 37 nog eens 21,57 voor verzekering motorspuit. Als die laatste post de nieuwe spuit betreft, dan begrijpt hij niet hoe men voor de oude spuit tot f 95,40 komt. Dan vindt hij op post 45 voor levering extra- arbeid 59,95; was er dan geen garantie op die spuit verleend? De VOORZITTER: We zullen het den secretaris vragen. De heer DE BAKKER vindt voorts op post 58 f 75 voor ververschingen voor het bestuur; daarvan zou hrj zeker /50 willen afdoen. We moeten weer naar den ouden tijd. De VOORZITTER meent te moeten opmer- ken, dat, wat de heer De Bakker nu bespreekt, het' verleden betreft, die gelden zijn uit- gegeven. Indien hij daartegen bezwaar heeft, dient dat bij de begrooting, in verband met de toekomst, te worden besproken. Die verver schingen zijn besteed bij de beproeving en aanvaarding van de nieuwe spuit; toen moest voor eenig onthaal van gasten gezorgd wor den. De heer DE BAKKER: Dat was dus ook nog aan de aanschaffing der nieuwe spuit verbonden De SECRETARIS brengt onder de aan- dacht, dat die post al sinds jaren op de reke ning voorkomt. Hij zou nu met den bezem ook nog eens door het personeel willen vegen. De VOORZITTER geeft den heer De Bak ker nogmaals in overweging den gemeente raad niet op te houden met hetgeen voorbij is. De heer DE BAKKER meent, dat ditr zijn nut zal hebben, als men weet hoe er over ge- dacht wordt. Hij vindt als salaris van den secretaris in de kom 50 en dan ook nog eens 50 voor een bode, doch die laatste kunnen volgens hem gespaard worden, dat werk kan de secretaris best zelf doen. Dan staat er ioo voor den chauffeur Steketee; waar is de grens Wat moet deze voor die f 100 doen.? Daar kan zeker de helft af. Dan staat er nog f 80 voor den machinist Moens, en dan nog eens 80 voor een magazijnmeester- hulpmachinist. Hij ziet niet in waar dat alles voor noodig is. Dan voor wat betreft Sluiskil, daar staat 35 voor den secretaris en ook nog eens 35 voor een bode, welke ook ge- schrapt kunnen worden. De heer VAN DOESELAAR: Die bode heeft anders veel te weinig voor het werk, dat hij doen moet. De heer DE BAKKER: Dan staan er voor Sluiskil niet minder dan 3 machinisten, wat minder kan en zoo komt hij tot een besparing van f 195. Daar zal in de toekomst heel wat op geschrapt moeten worden en dan meent hij dat ze nog even vroolijk zullen spuiten. De VOORZITTER veronderstelt, dat daar over nog wel eens te praten valt en het zijn nut zal kunnen hebben den heer De Bakker in dit opzicht eenigszins te onderwijzen. De heer COLSEN moet toch verklaren, dat hij zijn stem niet wenscht te geven aan een post van f 75 voor verteringskosten van het bestuur. 13. Rekening der commissie voor school- kleeding en -voeding, dienst 1931. Burgemeester. en wethouders stellen voor de rekening der commissie voor schoolkleeding en -voeding, dienst 1931, te willen goedkeu- ren, in ontvangsten op 1138,72 en in uitgaaf op f 1131,14, goed slot 7,58. De heer VAN CADSAND vraagt, of die rekening ook is gecontroleerd. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer VAN CADSAND vraagt, of dan alle oude schulden zijn betaald. Hij moet dat betwgfelen, omdat hem dezer dagen is meege- deeld, dat een bedrag van pl.m. f 225 wegens overjarige schuld niet betaald was. Hoe komt dat dan? Dan is er ook geen saldo van f 7,58, maar een tekort. De heer VAN DRIEL geeft te kennen, ook gevoel voor humor te hebben. Deze commis sie verricht zeer goed en nuttig werk. Er zal dit jaar wel geen saldo zijm, want in de maand Juli kwam er al bericht, dat er geen klompen meer beschikbaar waran. Hetgeen de heer Van Cadsand bedoelt, betreft een oude schuld, waarover hier al meer is gesproken. Dat dateert al van 1927, toen een tekort ontstaan is, waarop ieder jaar wat wordt ingekort en dat regelmatig van de eene op de andere rekening wordt overgehaald. De heer COLSEN geeft te kennen, dat hij in het vervolg bij deze rekening zou wenschen te zien overgelegd de rekeningen van midden- standers. De VOORZITTER geeft te kennen, dat in- derdaad in het jaar 1927 een tekort bleek te zijn ontstaan, doordat een rekening niet meer kon worden voldaan en men deze naar volgen de jaren moest laten overspringen. Hij wii echter opmerken, dat de menschen die leveren van zulke voorvallen ook de schuld zijn, aan gezien zij nalatig zijn in het tijdig inzenden van de rekeningen. Daardoor is de commissie in de moeilijkheid geraakt. Ondertusschen weet hij niet beter of de betrokken leverancier heeft thans zijn geld gekregen, er is althans een mandaat voor afgegeven, dat komt heele- maal in orde als het dat niet reeds is. Ten slotte: de rekening is nagezien door een comptabel ambtenaar. De heer VAN CADSAND: Dus de oude schuld is betaald? De VOORZITTER: Of die op het oogenblik al betaald is kan ik niet zeggen, er is in elk geval een mandaat voor afgegeven. De heer VAN CADSAND is van oordeel, dat niemand er zich over verwonderen zal, als iemand gaarne geld ziet van overjarige vor- deringen, die heeft toch recht om betaald te worden. De rekening wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. 14. Voorstel om aan het centraal bestuur van de plaatselijke crisis-comity's een bedrag van f 250 uit de gemeentekas be schikbaar te stellen, ten behoeve van de ondersteuning der crislswerkloozen. Ingekomen is een adres van het bestuur van het Plaatselijk Crisis-Comity, als volgt: Door uiw college is dit voorjaar een bedrag per inwoner beschikbaar gesteld aan het plaatselijk crisis-comity, wanneer dit ook door het nationaal comity zou geschieden, onder voorwaarde dat hiervan alle crisisslachtoffers zouden worden geholpen. Het nationale comite stelt zich ten doel: a. aanvullende steun en opheffende steun aan hen die tengevolge van crisisverschijn- selen in moeilijkheden verkeeren en in wier nood door instellingen van weldadigheid of andere in de gemeente werkende organisaties niet of niet in voldoende mate kan worden voorzien. b. aanvullende steun, vooral in natura, aan ondersteunde werkloozen in wier gezinnen emstige behoefte aan kleeding, schoeisel, beddegoed e.d. bestaat. Voor de steun onder B heeft de regeering een bedrag beschikbaar gesteld, echter uit- drukkelijk onder het beding dat hieruit extra steun aan werkloozen zal geschieden. Door het nationaal comity wordt ter zake een bedrag per inwoner beschikbaar gesteld onder voorwaarde dat de gemeente een gelijk bedrag voteert. De andere crisisslachtoffers kunnen door het plaatselijk comity worden geholpen uit door particulieren beschikbaar gestelde mid delen, zoo noodig aangevuld uit eigen midde len van het nationaal comity. Daar ons plaatselijk comite thans bij het nationaal comite is aangesloten dient het de regels en voorwaarden door het nationaal comity gesteld op te volgen. Door dit comity wordt nu, in aansluiting aan de eisch van de regeering bepaald, dat de werklooze arbeiders uitsluitend uit de B steun mogen geholpen worden. Daar in sommige dezer gezinnen beslist ge brek aan kleeding, dekking, schoeisel e. d. be staat, verzoeken wij U voor de B steun een bedrag voor 1932 te willen beschikbaar stellen van 250 (10 cent per inwoner voor ge- deelte van het jaar). Door het comite worden emstige pogingen aangewend ten behoeve van de overige crisis slachtoffers van de ingezetenen een bijdrage te ontvangen. Het comity hoopt dan ook voor 1933 uit deze bijdragen deze personen te kun nen helpen. Teneinde echter ook dit najaar als dit noodig mocht blijken deze menschen hulp te kunnen verleenen, zoudt U ons wel verplichten ook hiervoor nog een subsidie van 250 te willen reserveeren. Wij zullen dan ook nog ter zake de hulp van het nationaal comite inroepen. Uitdrukkelijk moet evenwel worden ver- zocht geen voorwaarden aan deze steuc- bijdrage te verbinden, waaruit zou blijken dat het voor beide (A yn B) groepen is bestemd. Immers de regeering geeft enkel een bijdrage voor de B groep. Daar door het nationaal comity slechts over dat gedeelte van het jaar subsidie wordt ge geven dat nog niet is verstreken wordt U be- leefd verzocht wel spoedig een beslissing te willen nemen. Tevens wordt overgelegd een schrijven van den Secretaris van het Nationaal Crisis- comity luidende als volgt: Betreft: Extrahulp aan werkloozen, en steunverleening. In antwoord op Uw schrijven van 14 Maart jl. no. 685 heb ik de eer U mede te deelen, dat er overwegend bezwaar bestaat tot een uit- keering van 10 cent per inwoner over te gaan op voorwaarde dat alle crisisslachtoffers voor uitkeering uit deze bijdrage in aanmerking kunnen komen. De steun welke het Nationaal Crisis-Comity uit eigen middelen (giften) verleent is alge meen en hiervan is geen enkel crisisslachtoffer uitgesloten. Geheel los hiervan staat de steunverleening uit de Rijksbijdrage (B-steun) door den Minis ter van Binnenlandsche Zaken en Landbouiw aan het Nationaal Crisis-Comity verleend en te besteden volgens regels door den Minister gesteld, d.w-z. uitsluitend voor extrahulp aan ondersteunde werkloozen ingevolge onze cir- culaire van 1 December 1931. Zoo uwe gemeente voor een uitkeering uit de Rijksbijdrage in aanmerking wenscht te komen, kan dit alleen geschieden indien met de voorschriften in bovengenoemde circulaire betreffende extrahulp aan werkloozen reke ning wordt gehouden. Steun aan niet ondersteunde werkloozen, kleine middenstanders en tuinders mag uit de z.g. 10 cent per inwoner niet worden ver leend; deze kunnen worden geholpen uit gel den door inzameling verkregen. Indien uit plaatselijk ingezamelde gelden niet in den heerschenden nood kan worden voorzien, be staat de mogeiijkheid bij het Nationaal Crisis- Comity een gemotiveerde aanvraag in te die- nen, indien althans het plaatselijk comite als afdeeling van het Nationaal Crisis-Comity is erkend. Oordeelt de gemeenteraad in uwe gemeente het wenschelijk naast een bedrag voor B-steun ook voor A-steun beschikbaar te stellen, zoo is dit een aangelegenheid welke uitsluitend tot de competentie der gemeente behoort. In het algemeen dient deze gedragslijn te worden gevolgd, dat ondersteunde werkloozen uitsluitend voor een bijdrage uit B-steun in aanmerking kunnen komen, waarvoor, indien de gemeenteraad tot een maximum van 10 cent per inwoner voor dit doel voteert, op be- paalde voorwaarden eenzelfde bedrag door het Nationaal Crisis-Comity uit de Regeerings- bijdrage beschikbaar kan worden gesteld, en andere crisisslachtoffers uit de zoogenaamde A-fondsen worden geholpen. Burgemeester en wethouders deelen naar aanleiding hiervan het volgende mede: Het centraal bestuur van de plaatselijke crisiscomity's alhier, verzoekt uit de gemeente kas te mogen ontvangen een bijdrage van 250 voor de A- en B-steun, nader in zgn adres omsohreven. Aangezien door het Nationaal Crisis-Comity een gelijk bedrag wordt uitgekeerd, ten be hoeve van de personen die voor B-steun in aanmerking kunnen komen, wanneer de ge meente daarvoor een bedrag beschikbaar stelt, hebben wij termen kunnen vinden op het ver- zoek voor de crisiswerkloozen (B-steun) gunstig te adviseeren. De andere crisisslachtoffers kunnen door het plaatselijk comity worden gesteund uit door particulieren beschikbaar gestelde mid delen. Wij stellen u daarom voor, ten behoeve der crisis-werkloozen een bedrag van 250 uit de gemeentekas beschikbaar te stellen aan het plaatselijk crisis-comity, onder voorwaarde, dat deze gelden worden bestemd voor klee ding, dekking en schoeisel, m.a.w. voor steun anders dan in geldelijke bijdragen. De heer VAN CADSAND heeft geen be zwaar, de gevraagde gelden toe te staan, onder voorwaarde, dat de ondersteuning zal worden gegeven in natura. Hij heeft ook deel- gemaakt van het ondersteuningscomity en weet dus uit ondervinding hoe het gaat. Er behoort ook te worden gezorgd, dat alleen zjj ondersteuning krijgen die het noodig hebben, en daarom vraagt hjj, of de ondersteuningen niet kunnen worden toegekend onder controle van burgemeester en wethouders. De heer HAMELINK: Dat kan niet. De heer VAN AKEN zal aan dit voorstel gaarne zijn stem geven, maar vraagt mis- schien niet te veel, indien hij vraagt, of burge meester en wethouders eenige controle kunnen houden naar de plaats waar de gelden worden beschikbaar gesteld. Wanneer men daarom- trent zulke sprekende voorbeelden hoort, als met hem het geval was, dan gaat men zeg gen, dat, al was er maar een tiende deel van waar, de gestes van het crisis-comity wel wat te wenschen overlaten en zou hij huiverig moeten zijn gelden beschikbaar te stellen, wanneer die op een dergelijke manier blijken te worden besteed. Er blijkt allerwege uit, dat men zich zoowel hier als in Sluiskil verkeerd laat inlichten, en de gelden worden toch alleen beschikbaar gesteld voor menschen die het noodig hebben. Hij zou daarom gaarne zien, dat burgemeester en wethouders controle hlelden over de manier waarop de gelden wor den besteed. De heer COLSEN vindt de uitdrukkingen van den heer Van Aken nogal kras. Hij maakt deel van het crisis-comity te Sluiskil en dan kan hij wel verklaren, dat het nog maar een keer is voorgekomen, dat een kleine post was uitgegeven aan iemand die het comity belogen had. De heer VAN AKENDat is er dan al edn De heer COLSEN kan wel verklaren, dat de dames en heeren die zich bereid hebben ver- klaard in het crisis-comity zitting te nemen, ten voile overtuigd zijn, dat alleen steun moet worden gegeven aan degenen die het noodig hebben. Hij gelooft ook niet, dat ddn raads- lid daar iets tegen kan zeggen. Maar dat er, ondanks die overtuiging, wel eens menschen kunnen komen die het comite beliegen, zonder dat men dat terstond kan achterhalen, zal wel niet steeds te voorkomen zijn. Maar als dat dan ook ontdekt wordt, is het comity man- moedig genoeg om in het vervolg beter op te passen. Het geval dat spreker bedoelde be- trof een ondersteuning van f 3,50, welke aan iemand gegeven was, waanvan later bleek, dat het niet noodig was. Spreker moet van het comity te Sluiskil afwerpen de beschuldiging, dat het zou meewerken om uitkeering of steun te verleenen aan menschen die het niet noodig hebben. De heer VAN DOESELAAR sluit zich aan bij het ibetoog van den heer Colsen; hrj is secretaris van het crisis-comity en kan wel verklaren, dat daar zooveel mogelijk getracht wordt de menschen rechtvaardig te behande- len. Dat men eens bedrogen wordt, daar kan men wel zooveel mogelijk tegen waken, doch dat niet steeds voorkomen. De heer VAN DRIEL herinnert, dat het vorig jaar eerst is opgericht een plaatselijk crisis-comity. Later is gekomen een aanvraag van het Nationaal Crisis-Comity om alhier een afdeeling op te richten, hetgeen geschied- de. Het oude comity heeft echter zijn werk zaamheden gestaakt. De heer HAMELINK: Dat wil zeggen: de leden kregen hun ontslag. De heer DE JONGE: Ze waren niet plooi- baar genoeg. De heer VAN DRIEL vervolgt, dat, wan neer in het voorjaar was voldaan aan de vraag van het crisis-comity om voor de af deeling B beschikbaar te stellen een bedrag van 10 cent per inwoner, zonder daaraaD voorwaarden te verbinden, die, op grond van de regelingen van het Nationaal Crisis-Comity niet konden worden ingewilligd, men zou te beschikken gehad hebben over 10 cent per in woner, benevens een evengroot bedrag van het Nationaal comity, dat daarvoor van regee- ringswege een crediet van f 750.000 heeft ont vangen, alzoo voor Ter Neuzen rond f 2100. Door de gestelde voorwaarden is daarvan ech ter niets gekomen, en is ook geen ondersteu ning gegeven, zoo dat daarvan geen stukken kunnen worden overgelegd. Het Nationaal Crisis-Comity is nu weer een nieuw orgaan in zake werkloozenverzekering. De fractie van spreker verleent daaraan thans medewerking, omdat het eenmaal zoo moet, en er geen an dere gelegenheid is, om de inzinkingsgevallen van de werkloozen te ondervangen. Zij zijn evenwel van meening, dat die werkloozenver- zorging een rijkszaak moet zijin, dan zouden die inzinkingsgevallen beter voor elkaar kun nen komen. Het is nu echter niet anders. Die afdeeling B van het Nationaal Crisis-Comity is nu al het derde orgaan, dat voor onder steuning van werkloozen in het leven is ge- roepen, in de eerste plaats de werkloozenkas, dan de ondersteuning van wege de gemeente en nu ten slotte ook het comity B voor in zinkingsgevallen. De afdeeling A van dat comity moet nog op dezelfde wijze blijven werken als vroeger, en steun verleenen aan categorien die niet onder de groep B vallen, doch moet daarvoor een beroep doen op het verkrijgen van bijdragen der ingezetenen. Uit de bronnen van het oude comity is in een enkel geval bereids hulp verleend. De heer SCHEELE merkt op, dat het op het eerste gezicht zou gelijken, alsof burgemeester en wethouders den gewonen weg van verleden jaar zouden verlaten hebben, maar dat is toch niet zoo. Toen stonden we op het stand punt, dat de gevallen van inzinking zouden moeten worden geholpen door het burgerlijk armbestuur. Maar dat standpunt is ten op- zichte van de crisiswerkloozen niet meer gang- baar, daar er geen kas is waaruit voor hen kan geput worden. In verband daarmede stellen we nu voor die 250 beschikbaar te stellen, die dan, gelet op het standpunt van het vorig jaar, de kas van het burgerlijk arm bestuur weer ontlasten, terwijl men er dan ook nog 250 van het Nationaal Crisiscomitd bijkrijgt. Hij kan daarom aanneming van dit voorstel gerustelijk aanbevelen. De heer COLSEN wil er naar aanleiding van den aanval op het Crisis-comity nog op wijzen, dat het comite te Sluiskil nog geen cent van de gemeente heeft genoten om uit te keeren. Het is wel verantwoording schul- dig aan de menschen die bijdragen hebben gegeven, niet aan den heer Van Aken. Spre ker zou kunnen toonen een brief dien hij een dag of 14 geleden heeft gekregen van iemand die het comity met een hoog bedrag heeft ge steund, die het werk der commissie heeft ge- zien, en nu te kennen gaf dat men, indien noodig, weer bij hem kon aankloppen. De heer VAN DOESELAAR: En dat zullen we ook niet verge ten te doen! De heer COLSENIk heb noodig geacht dit nog eens in het licht te stellen, omdat de men schen anders allicht tot de conclusie zouden komen, dat wij zoo maar zonder onderzoek ondersteuning geven. Deze brief wijst dat wel anders uit. De heer HAMELINK was van plan, hierover eigenlijk niets te zeggen, doch merkt op, dat dit besluit evengoed in het voorjaar had kun nen genomen zijn. De nu uiteengezette rege- ling gold ook toen reeds. Men heeft toen wel 1000 toegestaan, maar onder voorwaar den welke men vooruit weten kon dat die niet zouden worden geaccepteerd. De thans gel- dende regeling bestond al, toen het eerste voorstel aan de orde geweest is. Het doet hem genoegen, dat burgemeester en wethou ders thans een andere meening zijn toegedaan, maar ze hadden in het voorjaar voor hun voorstel dezelfde gronden kunnen aanvoeren. De VOORZITTER merkt op, dat burge meester en wethouders niet hadden kunnen verwachten, dat het debat over dit onderwerp dezen loop zou nemen. Een verzoek om een bepaalde controle van burgemeester en wet houders, meent spreker dat misplaatst is. Het Nationaal Crisiscomite geeft voor het on- derhavige doel een bedrag bij, gelijk aan dat toegestaan door de gemeente, maar dan moe ten daaraan overgelegd worden alle kwitan- tien wegens aankoop van de verstrekte goe- deren en tevens verklaringen van de begif- tigden dat zij die goederen hebben ontvangen. Dat sluit reeds andere giften dan in natura uit, terwijl het een scherpe controle kan wor den genoemd. De heer HAMELINK: Maar waaruit toch niet blijkt, of hetgeen gegeven wordt op de juiste plaats komt. De VOORZITTER vervolgt, dat het plaat selijk comity door die regeling aan handen en voeten gebonden is. Het eerst bestaande plaatselijk comity heeft gemeend, zijn arbeid te moeten neerleggen... De heer HAMELINK merkt op, dat de voorzitter beter doet, dit niet aan te roeren, hij moest daarover niet spreken. Het is niet in het belang der zaak, maar anders zou spre ker daarover heel anders tegenover den voor zitter staan. De VOORZITTER bedoelde er alleen mede, te komen tot de mededeeling dat de penning- meester van het oude bestuur zijn bescheiden en verantwoording aan den nieuwen penning- meester heeft overgelegd en daarbij alles in

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 7