ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOB ZEEUWSCH VLAANDEREN.
Tweede Blad.
No. 8397
WOENSDAG 5 OCTOBER 1932
72e JAARGANG
w
GEMEEN TERAAD VAN
TER NEUZEN.
Eb':.:
rER NEUZENSCHE COURANT
Vergadering van Donderdag 29 Sept. 1932,
des namiddags 2 uur.
(Vervolg uit het Eerste Blad.)
De heer VAN DRIEL verklaart, diat zijn
bedoeling was, hierover iets te vernemen. Er
was een adres gezonden en daarvan is niets
meer gehoord, teirwijl nu liij er naar vroe-g,
de voonzitter de schouders ophaalde.
De VOORZITTER merkt nog op, dat dit
met de vraag wel niets te maken heeft, doch
dat het ook niet waarschijnlijk is, dat men j
daar veranderingen zal gaan maken in het
vooruitizicht van het bouiwen eener nieuwe
sluis en verbreeding van het kanaal. Hij 1
vermoedt dat dit ook wel een overweginig is j
geweest, dat er met deze zaak geen haast is
gemaakt.
i. Proces-verbaal van de op 19 Septembei
1932 ten kantore van den gemeente-ontvanger
gehouden opneming der boeken en kas, waar-
bij is gebleken dat het batig slot over het
dienstjaar 1930 blijkens de ingeleverde reke-
ning bedraagt van den gerwonen dienst
f 35.927,56, van den kapitaaldienst
dat de inkomsten over den dienst 1931 tot
op datum hebben bedragen 1.238.924,99, en
die over den dienst 1933 272.463,17, te zamen
1.547.315,72; dat de uitgaven over den dienst
1931 hebben bedragen f 1.257.443,49 en die
over 1932 304.116,08, te zamen f 1.561.559,57
zoodat in kas moest zjjn f 14.243,85, hetgeen
overeenkomt met het totaal der in de kas
aanwezige en in het proces-verbaal omschre-
ven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
j. Een adres van de Woningbouwvereeni-
ging ,,Werkmansbelang", luidende als volgt:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
het bestuur der Woningbouwvereeniging
,,Werkmansbelang"
dat het er tot hiertoe niet in geslaagd is,
voor dekking der kosten van stichting der 9
kleine middenstandswoningen ad f 30.000 een
vaste leening op langen termijn te plaatsen;
dat de N.V. Nederlandsche Middenstands-
bank te Amsterdam, wel-ke daarvoor een tijde-
lijke kasgeldleening verstrekte, welke door de
gemeente Ter Neuzen krachtens uw besluit
van 26 Febr. 1931, gewijzigd bij besluit van
1 October 1931, voor betaling van rente en
aflossing gewaarborgd is, bezwaar maakt deze
tijdelijke leening te verlengen;
dat genoemde instelling echter wel bereid
bleek aan onze vereeniging een crediet in
rekening-oourant te verstrekken tot een be-
drag van 30.000, onder waarborg van hypo-
theek op 10 arbeiders- en 9 kleine midden
standswoningen en garantie der gemeente Ter
Neuzen overeenkomstig de gewone borgakte
der Ned. Middenstandsbank;
Dat de voor het verstrekken van dit crediet
gestelde voorwaarden, hoewel er eenig risico
aan verbonden blijft wegens de mogelijkheid
van wisseling der rente, aan ons bestuur bil-
lijk en in elk geval aannemelijk voorkomen;
dat de vereeniging door het sluiten dezer
overeenkomst ook in een gunstiger positie
komt, aangezien de kasgelden, tot hiertoe bij
voomoemde Bank in rekening-courant gede-
poneerd, alsdan zullen dienen tot verminde-
ring van het crediet, hetwelk in verband met
de afschrijvingen op de woningen bij een nor-
maal verloop telken jare beduidend zal ver-
verlagen
dat het bestuur op grond van vorenstaande
verzoekt vanwege de gemeente de door de
Bank gevorderde borgtocht te willen ver-
leenen.
Door ons is, schrijven burgemeester en wet-
houders, aanvankelijk voorgesteld het verzoek
van de Woningbouwvereeniging ,,Werkmans-
balang", aihier, om als borg op te treden voor
een door haar te sluiten rekening-courant-
overeenkomst met de N.V. Nederlandsche
Middenstandsbank, in onze handen te stellen
om advies.
Zooals U bekend heeft de gemeente zich
garant gesteld voor een tijdelijke leening ad
f 30.000,welke per 31 December a.s. opzeg-
baar is.
Hoewel de geldmarkt zich thans williger
toont is het voor een kleine gemeente tegen
billijke voorwaarden nog moeilijk een leening
te plaatsen. Wij achten het daarom gewenscht
mede te werken aan een overeenkomst waar-
door wordt voorkomen dat de gemeente zelve
de gelden voor de aflossing van de tijdelijke
leening moet verstrekken. Daar de bank aan
door ons gemaakte bedenkingen inzake ge
stelde voorwaarden is tegemoet gekomen,
stellen wij TJ nog voor het navolgende besluit
te nemen:
De gemeenteraad, van Ter Neuzen,
gezien het verzoek van de Woningbouwver
eeniging „Werkmansbelang" d.d. 12 Sept. 1932,
om de gemeente als borg te verbinden voor
een door de genoemde vereeniging te sluiten
rekening-courant-overeenkomst
besluit:
zich, onder afstanddoening van het recht
van schuldsplitsing, alsmede van de rechten
voortvloeiende uit de artt. 1885 en 1886 van
het Burgerlijk wetboek en van alle andere
door de wet aan borgen toegekende rechten
en voorrechten behalve van het recht van uit-
winning, ten behoeve van de N.V. Nederland
sche Middenstandsbank gevestigd te Amster
dam o,m. kantoorhoudende te Ter Neuzen
verder te noemen „De Bank", te stellen tot
borgen voor den na te noemen schuldenaar
tot een bedrag van 30.000,— (dertig duizend
gulden) met renten en kosten, waaronder be-
grepen de eventueel over dit bedrag door
den schuldenaar verschuldigde renten en de
kosten op de inning der vordering, zoowel bij
den schuldenaar als bij den borg, vallende,
zonder eenige uibzondering, voor de voldoening
van al hetgeen de Woningbouwvereeniging
Werkmansbelang'te Ter Neuzen, te eeniger
v ?e uit hoofde van wisseltrekkingen, wissel-
betalmgen, orderbiljetten of andere handels-
operatien, of uit welken hoofde ook, aan de
Bank mocht schuldig zijn, op de navolgende
voorwaarden:
le. deze borgstelling kan ten alien tijde
schriftelijk door den borg worden opgezegd,
in welk geval zij met de ontvangst der opzeg-
ging door de bank een einde neemt, tenzij
daarvoor in de opzegging een later tijdstip
is aangewezen, behoudens hare geldigheid
voor de op het tijdstip van het eindigen der
borgstelling reeds bestaande vorderingen en
voor de zoodanige als daarna nog zullen kun-
nen ontstaan uit door genoemden schuldenaar
verrichte handelingen, voor zooverre niet
blijkt dat deze na bedoeld tijdstip zijn ver-
richt.
2e. door erkenning van de schuld door den
schuldenaar is de borg gehouden, welke in dat
geval afstand doet van alle betwisting.
3e. de borg zal tot betaling verplicht zijn
door het enkele feit, dat de schuldenaar niet
aan zijn verplichtingen heeft voldaan, zonder
dat het noodig zal zijn, den borg of den schul
denaar vooraf door een bevel of andere soort-
gelijke akte in gebreke te stellen.
4e. de borg geeft bij voorbaat aan de bank
het recht om elke betaling van hem als borg
te weigeren, ingeval van liquidatie van de
zaken van den schuldenaar, onverschillig of
deze in of buiten faillissement geschiedt, zoo-
lang deze liquidatie niet is afgeloopen, in
welk geval de borg verplicht zal zijn op eer-
ste vordering van de bank het geheele bedrag
waarvoor hij borg is, tot zekerheid zijner
borgtochtverplichting bij de bank te depo-
neeren.
5e. Tegenover de borg zullen de boekingen
van de bank haar vordering volledig bewij-
zen, zoowel wat de oorzaak als wat het beloop
daarvan betreft en zal de borg het door hem
verschuldigde bedrag aanzuiveren, overeen
komstig het door de bank verstrekte uittrek-
sel uit haar boeken, zonder iets anders dan
eene behoorlijke kwijting van de bank te kun-
nen vorderen, behoudens de bevoegdheid van
den borg door geschriften de onjuistheid van
eenigen post aan te toonen.
6e. Indien in de akte van oprichting of in
het personeel der leden of der bestuurders, of
in den naam der vereeniging wijzigingen heb
ben plaats gevonden, zal de borg eveneens
voor de gewijzigde vereeniging verbonden blij-
ven, terwijl dit ook het geval zal zijn, als in
het reglement bepalingen voorkomen, dat
voor het opnemen van gelden, het sluiten van
leeningen of voor welke handelingen ook,
de -handteekening van meer den eenen of
van alle bestuurders vereischt wordt om de
vereeniging te verbinden en dit niet heeft
plaats gehad.
De gemeente kiest te dezer zake, ook wat
gerechtelijke tenuitvoerlegging betreft, on-
herroepelijk domicilie ten kantore der bank
te Ter Neuzen.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
k. Een adres van P. L. van Leemput, die
overeenkomstig art. 13 der Lager Onderwrjs-
wet een tegemoetkoming verzoekt voor zijn
leerplichtig kind, dat de R. K. meisjesschool
bezoekt, waarvan hi'rj meer dan 4 K.M. ver-
wijderd woont.
Dit verzoek zal worden behandeld bij punt
15, met een ander verzoek van gelijke strek-
king.
3. Vaststellen van, een gevelrooiljjnver-
ordening voor de Noordzijde der Nieuwe
Kerkstraat te Sluiskil.
Naar aanleiding van dd. 9 Maart en 6 Juni
1.1. door P. Meert te Sluiskil ingediende ver-
zoeken tot het vaststellen eener rooilijn in de
Nieuwe Kerkstraat te Sluiskil, overeenkom
stig de daarbij ingediende teekening (aan de
Oostzijde overeenkomstig den voorgevel der
daar gebouwde aaneengesloten huizenrij, ver-
volgens naar het Westen op eenigen afstand
v66r de daar gebouwde woningen, om ten
slotte voor het perceel G no. 1600 van Alg.
Begheijn steeds smaller toeloopend over te
gaan in de bestaande grensscheiding tusschen
weg en particulier erf) stellen burgemeester
en wethouders voor het volgende besluit te
nemen
De raad der gemeente Ter Neuzen;
overwegende dat het ontwerp van na te
noemen voorgevelrooilijnverordening met uit-
voerige kaarten ter secretarie dezer gemeente
voor een ieder ter inzage heeft gelegen van
1 Augustus 1932 tot en met 30 Augustus 1932;
dat tijdens die terinzageligging de volgende
bezwaren zijn ingebracht:
V. Cortvriendt wonende Nieuwe Kerk
straat no. 20, heeft bezwaar tegen de gepro-
jecteerde rooilijn, omdat door den voorgeno-
men bouw van P. Meert, in verband hiermede,
zijn uitzicht op den openbaren weg wordt
weggenomen;
gelet op het advies der Gezondheidscommis-
sie d.d. 16 September 1932, no. 151;
besluit:
vast te stellen de volgende voorgevelrooi
lijnverordening no. 2.
Eenig artikel.
De voorgevelrooilijn wordt voor de Noord
zijde van de Nieuwe Kerkstraat te Sluiskil
vastgesteld gelijk op de bij dit besluit be-
hoorende gewaarmerkte teekening door een
roode lqn is aangegeven.
Bij de stukken is overgelegd een bezwaar-
schrift van V. Cortvriendt, die, nu hij inder-
trjd heeft moeten bouwen in de bestaande rich-
ting, opkomt tegen deze verandering, waarbij
de rooilijn vooruit wordt gebracht, omdat hij
een raam heeft dat uitzicht geeft op den
openbaren weg en dit uitzicht door de ver
andering geheel zal worden weggenomen.
De heer COLS-EN wijst er op, dat men, als
men de kaart die bij dit voorstel is overgelegd
bekijkt, ziet, dat de Noordelijke zijde der
Nieuwe Kerkstraat te Sluiskil geheel is vol-
gebouwd, dat er weliswaar nog 6§n perceel
open is, doch dat dit is aangekocht voor uit-
breiding van het ziekenhuis. Er wordt daar
dus niet meer aangebouwd. Al de perceelen
die daar staan, zijn met den voorgevel in £6n
lijn gebouwd en dat maakt een netten indruk.
Die lijn zou verbroken worden, indien het
voorstel van burgemeester en wethouders
werd aangenomen, want dan zal een ongeiijke
lijn ontstaan. Dan zal er aanstonds aan een
der perceelen een aanbouwsel van een paar
meter, met een plat dak, vooruit komen en
hetgeen men aan de een toestaat kan aan de
ander niet geweigerd worden, dan zullen er
meer perceelen vooruitkomen, hetgeen een
leelijk uitzicht aan de straat zal geven.
Al de menschen die daar indertijd hebben
gebouwd, hebben zich, al bestond er toen nog
geen voorgevelrooilijnverordening, aan de
daar aangenomen lijn gehouden. Het is niet
gewenscht, dat men die lijn gaat verbreken.
Er is een adres van een rentenier. Indien die
4 of 5 jaar geleden geweten had, dat Burge
meester en Wethouders voomemens waren
een voorgevelrooilijn vast te stellen zooals ze
nu voorstellen, dad had hij daarmede rekening
gehouden en in die lijn gebouwd, dan was hij
2 M. vooruitgekomen. Laat toch de raad geen
besluit nemen om een goeden toestand te ver-
slechten.
Spreker zegt hetgeen hij nu zegt niet als
buurman, maar hij spreektin het algemeen
belang. De straat is nu mooi, maar als daar
een perceel met een vierkant stuk en een plat
dak vooruitkomt zal het leelijk worden en dan
blijft het ook niet bij dat eene perceel. Men
stelle zich voor dat ook spreker met zijn
perceel 2 M. vooruit komt, dan bouwt hij er
de kerk geheel achter.
De menschen hebben zich bij het bouwen
aan een lijn gehouden, laat die lijn bestaan.
De VOORZITTER moet deze opmerking
maken, dat, wanneer wordt overgegaan tot
het aangeven van een voorgevelrooilijn, zulks
beteekent, dat men ook bouwen mag achter
de rooilijn. Wanneer de eigenaren de vrien-
delijkheid willen hebben om van him grond
aan de voorzijide nog wat open te laten liggen,
dan bestaat daartegen geen bezwaar. Maar
het is wel gewenscht, dat een richting wordt
aangegeven, tot waar men vooruit mag
komen. En nu zijn burgemeester en wethou
ders ten deze door een gebogen lijn aan te
geven, al tegemoet gekomen aan het geopper-
de bezwaar. Hadden ze een rechte lijn ge-
trokken, dan zou de betrokkene die zijn per
ceel uitbreiden moet, nog verder vooruit
kunnen komen. Dat anderen binnen die lijn
blijven is geen bezwaar.
De heer COLSEN merkt op, dat de voor-
zitter om het geopperde bezwaar, dat alsdan
de bestaande lijn zal verbroken worden, heen-
draait.
De heer VAN AKEN ziet het ook aldus, dat
de bestaande nette toestand, dan zou worden
verbroken.
De VOORZITTER stemt toe, dat men wel
afwijkingen zou krijgen. Doch bij het bou
wen van alleen staande perceelen komt dat
toch meer voor. De heer Cortvriendt heeft
daar een soort villa gebouwd, doch dit bouwt
men toch in den regel onafhankelijk van
anderen en houdt er dan geen rekening mee,
of anderen al of niet vooruit zullen komen.
De heer COLSEN Wijst er op, dat de huizen
thans preoies in een lijn staan. De heer Cort
vriendt heeft ook gebouwd in de daar aange
nomen voorgevellijn. Hij meent, dat de raad
het op prijs moet stellen, dat men daar onver
plicht zoo gebouwd heeft. Het is daar een
mooie straat geworden. maar nu moet men
ook zorgen, die te behouden. lets anders zou
het zijn, indien daar nog een beduidende op-
pervlakte open grond lag, die als bouwgrond
kon worden geexploiteerd, maar hier kan nog
alleen worden veribouwd en aangeizien het
diepe perceelen zijn, kan uitbreiding naar de
achterzijde geschieden.
De VOORZITTER wijst er op, dat burge
meester en wethouders met de rooilijn nog
niet zijn gegaan tot aan de grens der per
ceelen. Er is geen bezwaar, dat iemand achter
de rooilijn bouwt, dus ook niet, dat buurman
tot aan de rooilijn vooruit schiet. Er zijn
daarvan in de kom toch ook voorbeelden, dat
sommigen met hun voorgevel achteruit hebben
gebouwd.
De heer SOHEELE verklaart, zich wel te
kunnen begrijpen, dat er menschen zijn, die
bezwaar maken, als voor hen gebouwd wordt.
en daardoor een uitzicht dat men bezit wordt
belemmerd. De mienschen hebben echter alien
op eigen gelegenheid zoo gebouwd; er stond
geen voorgevelrooilijn aangegeven .en nu de
wenschelijkheid naar voren gekomen is om die
vast te stellen, moeten burgemeester en wet
houders met de billijkheid rekening houden,
Er ligt daar een breede strook grond voor de
woningen, die tot het erf der betrokken eige-
naars behoort. Een hunner gevoelt behoefte
om zijn woning naar den voorkant uit te brei-
den en burgemeester en wethouders hebben
gemeent daaraan te moeten tegemoetkomen
Want de heer Colsen wijst er wel op, dat die
woningen in ddn lijn staan, maar geheel juist
is dat toch ook niet, daar diens perceel met
den rechterhoek wel 1. M. vooruit komt, als
hoekwoning. Burgemeester en wethouders
hebben gemeend deze regeling te moeten tref-
fen, omdat de verzoeker, die Uitbreiding noo
dig heeft, niet anders kan, daar hij vermoede-
lijk anders ook liever naar de achterzijde zou
uitbreiden. Al is het onaangenaam voor buren
dan wil dit nog niet zeggen, dat het ge-
meentebestuur die verbouwing moet tegen-
houden.
De heer COLSEN merkt op, d-at men de
persoon die verbouwen wil, in het debat haalt,
doch die zou h'iji er buiten willen laten, aan
gezien hij het niet als een personenkwestie
beziet, doch uit een oogpunt van algemeen be
lang. Hrj stelt zich op het standpunt, dat de
gemeenteraad het op prijs zou behooren te
stellen, dat zjj die daar aan die straat ge
bouwd hebben, dit hebben gedaan in 6en lijn
op ruimen afstand uit de as van de straat.
Men behoort die waardeering uit te spreken,
door den toestand te bestendigen, en niet de
gelegenheid te geven het uiterlijk der straat
te bederven. Indien men den heer Meert in
de gelegenheid stelt 2 M. vooruit te komen
dan zal men dat ook aan spreker moeten toe-
staan, dan kan hjj ook 2 M. vooruit komen
en dan krijgt hij wel de geheele Nieuwe Kerk
straat op zijn kop.
De heer DE BAKKER keurt dit voorstel
af; men heeft hier in de kom 200 uitgegeven
om een perceeltje dat vooruit gebouwd stond
in gelijke lijn met de nevenstaande gebouwen
te brengen en hier zou men de gelegenheid
willen open stellen vooruit te komen.
De straat is nu mooi; staat men het deze
toe, dan komen anderen ook. Wat gaat men
dan van die straat maken?
De heer HAMELINK: Kan aan den belang-
hebbende geweigerd worden vooruit te komen
De VOORZITTERJa, als dit voorstel niet
wordt aangenomen, weigeren burgemeester
en wethouders de verbouwing goed te keuren.
De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat,
toen burgemeester en wethouders den toe
stand opgenomen hebben, zij van oordeel
waren dat de heer Meert, door hun voorstel,
ongeveer zoover zou kunnen komen als nu
de rechterhoek van den heer Colsens' perceel
vooruit komt, en zij hebben het dan verder
ook zoo geregeld, dat de heer Cortvriendt er
zoo min mogelijk last van hebben zal, en de
heer Meert niet te veel in moeilijkheden kwam.
Deze moet verbouwen en wist geen anderen
uitweg.
De vergelijking van den heer De Bakker
met het perceeltje van den heer Verstraeten
aan den Stationsweg gaat niet op, want dat
betrof een in den verkeersweg vooruitstekend
perceel, en betrof dus een verbetering van
den verkeersweg. Hier blijft men nog een
eind van den weg.
De heer VAN CADSAND meen-t, dat er hier
ook nog eenig verschil is, daar al die per
ceelen afzonderlijk staan gebouwd. Als er
dan een naar voren komt, was het wel ge
wenscht, dat ze het allemaal deden.
De heer VERLINDE: Dat doen ze natuur-
lijk niet.
De VOORZITTER: We dachten, door met
de rooilijn nog achter de grens der perceelen
te blijven, aan de bezwaren voldoende te zijn
tegemoetgekomen.
De heer COLSEN wijst er op, dat zijn per
ceel juist in een bocht staat, en daarom aan
den eenen kant vooruit komt. Men zal het
echter eens zien, als het eene perceel vooruit
komt, doet spreker dat ook, en dan komt zijn
perceel nog veel meer naar voren, dan bouwt
hij er de kerk geheel achter.
De heer HAMELINK: Dat doet u niet!
De heer COLSENIk khn -dat dan toch
doen. Ik zal dan trouwens verplicht zijn om
mijn zaak ook vooruit te -brengen, dan komt
daar ook een plat dak en zal men, als het te
laat is het leelijke kunnen aanschouwen.
De VOORZITTER wijst er op, dat de weg
daar toch nog een mooie breedte behoudt.
De heer COLSEN voert hiertegen aan, dat
het niet gaat over den weg, maar over de
richting waarin de voorgevels staan. Men
moest de personen er buiten laten.
De heer SCHEELE meent, dat dit toch
moeilijk kon, omdat er nu eenmaal een ver
zoek was ingekomen, van een persoon. Die
kan men toch niet meer uitschakelen En al
wordt nu het uitzicht van een buurman door
een zijraam eeniger mate belemmerd, dan kan
dat toch voor burgemeester en wethouders
geen reden zijn om aan iemand te belett-en
naar billijkheid over zijn eigendom te beschik-
ken en te zeggen we weigeren een rooilijn aan
te geven. Burgemeester en wethouders zijn
daarmede nog in het midden gebleven, want
ze hadden die ook kunnen aangeven op de
grens van den weg en dan had de belang-
hebbende heelemaal tot tegen den weg kun
nen bouwen. Er wordt nu in verband met
de villabouw van den heer Cortvriendt wel
bezwaar gemaakt tegen dit voorstel, maar al
is deze met zijn voorgevel in de lijn der an
dere perceelen gebleven, zoo heeft hij zijn erf
toch geheel tot tegen de straat met een muur
afgesloten, hetgeen naar spreker meent voor
de er naast staande winkels toch ook een be
zwaar is, daar die nu achter dien muur zit-
ten. En daar kunnen burgemeester en wet
houders niets tegen doen.
De heer COLSEN acht het niet gemotiveerd
in deze van „een muur" te spreken, het is
een klein muurtje, waardoor het uitzicht niet
belemmerd wordt. Bij de vroedvrouw en aan
het perceel van den heer Van Loij is het ook
zoo.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat men
dan maar verder bij gedeputeerde staten, die
er goedkeuring aan moeten verleenen, bezwa
ren moet indienen. Burgemeester en wet
houders doen het voorstel.
De heer SCHEELE geeft den heeren den
raad, dat ze het eens moeten gaan bekijken.
De heer VAN AKENSierlijker zal het er
niet door worden. Ik zou aanhouding wel ge
wenscht achten, dan kon ieder eens gaan
zien.
De VOORZITTER acht uitstel van beslis-
sing niet in het belang der zaak, en meent,
dat de leden op de stukken best hun oordeel
kunnen uitspreken. Verondersteld eens dat
burgemeester en wethouders de rooilijn meer
achteruit zouden hebben voorgesteld, dan zou
dat voor de eigenaren consequenties hebben,
die ze niet zouden willen aanvaarden. Ze
kunnen dan alien naar voren komen. Voor
den heer Colsen, de buurman van den heer
Meert, is het geen bezwaar dat deze naar voren
komt.
De COLSEN heeft daartegen persoonlijk
geen bezwaar, en het spijt hem wel voor zijn
buurman, dat hij er uit algemeen oogpunt
moet tegenop komen omdat het geen zicht
voor het dorp zal zijn, als de huizen daar in
een verschillende richting komen te staan.
Als het eenmaal veranderd is, krijgt men het
niet meer goed en nu is het in orde.
Tegenover de stemmen die nog spreken over
aanhouden geeft de VOORZITTER te kennen
het voorstel thans in stemming te zullen
brengen.
Het wordt verworpen met 8 tegen 6 stem-
men.
Voor stemmen de heeren Geelhoedt, Scheele,
Verlinde, Van Cadsand, Huijssen en Hamelink;
tegen stemmen de heeren De Jonge, Van
Aken, De Bruijn, De Bakker, Colsen, Van
Driel, Van den Bulck en Van Doeselaar.
De VOORZITTER: Dan kan Meert niet
verbouwen.
4. Voorstel tot intrekking van art. 2 la dor
algemeene politieverordening voor de
gemeente Ter Neuzen.
In Uwe vergadering van den 30 Juni j.l.
aldus schrijven burgemeester en wethouders
werd besloten niet tot intrekking van
artikel 21a der algemeene politieverodening
over te gaan.
Gedeputeerde staten, daarmede in kennis
gesteld berichten ons thans:
Blijkens schrijven van 2 dezer no. 14853.
,,afdeeling B.B. kan de Minister van Binnen-
„landsche Zaken zich vereenigen met onze
„zienswij'ze omtrent het besluit van den raad
„uwer gemeente d.d. 21 April 1932, strekken-
„de tot toevoeging van een nieuw artikel 21a
i „der algemeene politieverordening (zie ons
schrijven van 29 April j.l., no. 253, 3e Afd.).
„Namens genoemden Minister verzoeken wij
,,U, den raad hiermede in kennis te stellen en
,,hem uit te noodigen het onderwerpelijk be-
„sluit in te trekken, teneinde een voorstel aan
,,de Koningin tot vemietigin-g van het besluit
,te voorkomen. Met de beslissing van den
raad worden wij gaam-e in kennis gesteld".
In dit schrijven vinden wij aanleiding TJ
nogmaals voor te stellen, tot intrekking van
artikel 21a der algemeene politieverordening
over te gaan.
De heer VAN DRIEL wil hieromtrent
sleohts een kleinigheid opmerken. Het is thans
de vierde maal dat deze zaak in den raad
komt. Tweemaal wordt nu aan#den raad het
verzoek gedaan het besluit in te trekken, dat
na rijp beraad en besprekang met meerderheid
van stemmen is genomen. Indien gedeputeer
de staten meenen, dat dit artikel in onze
politieverordening niet op zijn plaats is dan
moeten zij de wettige maatregelen toepassen
die noodig zijn om het er uit te krijgen, maar
dan is de verantwoording ook voor hen.
Spreker heeft er met zijn fractie zijn best
voor gedaan om het er in te krijgen, omdat
hij meent, dat dit in het belang der gemeente
is. Indien gedeputeerde staten nu door ge-
bruik van hun macht, ongedaan willen maken
hetgeen de meerderheid van den raad Mer
voor de gemeente noodig acht, dan is dat voor
hun verantwoording. Er nu zelf aan mee-
werken om dit terug te nemen kan spreker
niet, dat moeten dan zij maar doen die er de
macht toe hebben, dat is dan voor den raad
veel gemakkelijiker, dan zal de strrjd hierover
uit zijn, dan komt spreker en zijn fractie er
niet meer op terug, tenzij zij de kans zien dat
besluit met beter resultaat ter goedkeuring te
kunnen inzenden, en kunnen verwachten dat
er onder het college dat er over moet beslis-
sen een andere geest waait. Als de tegen-
woordige heeren meenen dat het vemietigd
moet worden, laat ze het dan doen. Ze moeten
dan aan hun machtsmisbruik maar den teugel
vieren, hij vindt het prikkelend, dat ze maar
steeds op den raad drang tot intrekken willen
uitoefenen.
De VOORZITTER moet er tegen op komen,
dat hier sprake zou zijn van een uiting van
machtsmisbruik of prikkelen van den raad.
Gedeputeerde staten volgen in deze geheel de
normale weg, in zulke gevallen gebruikelijk.
De raad wordt nu, overeenkomstig de voor-
schriften, langs vrienidelijken weg nog in de
gelegenheid gesteld zijn besluit in te trekken,
om vemietiging te voorkomen. Dit is de ge
wone hierarchieke weg die gevolgd wordt.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt verworpen met 8 tegen 6 stemmen.
Voor stemmen de heeren Geelhoedt, Scheele,
Van Aken, De Bruijn, Van Cadsand en Hugs-
sen; tegen stemmen de heeren De Jonge, Ver
linde, De Bakker, Colsen, Van Driel, Van den
Bulck, Van Doeselaar en Hamelink.
5. Verzoek tot het gratis beschikbaar stel
len van een lokaal voor de A. J. C.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
gezien een op 30 Juni 1932 ingekomen adres
van de A. J. C.-groep aihier, houdende verzoek
om gratis beschikbaarstelling van een lokaal,
voor het beoefenen van gymastische groeps-
dansen
overwegende, dat de A. J. C.-groep als een
onderdeel van eene politieke partij moet be-
schouwd worden en het niet gewenscht moet
worden geacht aan politieke groepen lokalen
beschikbaar te stellen.
besluit:
op bovengenoemd adres afwijizend te be-
schikken.
De heer VAN DRIEL merkt op, dat hij hier
over wel een heele hoop zou moeten zeggen.
Hjj heeft, uit den aard van de zaak, het adres
gelezen en ook het antwoord van burgemees
ter en wethouders, dat hem zonderling voor-
komt. Hij herinnert er aan, dat zijn fractie In
het verleden verschillende vereenigingen van
andere groepen, die bij de gemeente om hulp
aanklopten, in hun pogen om dien steun te
verkrij-gen heeft gesteund, al is het ook dat
het hem wel eens moeite kostte om zijn
fractiegenooten over te halen daartoe mede
te werken, en daarom grieft het hem wel van
de zijde van burgemeester en wethouders dit
voorstel te vernemen, nu het eene aan zijn
fractie bevriende groep betreft. Men moet
wel in het oog houden dat dit hier betreft
kinderen in hoofdizaak van de openbare school,
waarover de voorstanders niet zelf kunnen
beslissen en waarover andere richtingen ook
een woord meespreken. Betreft het andere
kindergroepen, b.v. de christelijke padvinders,
en het bestuur der Hervormde school wil dezen
een schoollokaal beschikbaar stellen, dan is
e,r geen macht ter wereld die kan verhinderen
dat daar van een lokaal ge-bruik wordt ge
maakt, al is die inrichting ook uit de open-
bare kas gesticht en wordt zij daarvan onder-
houden. De kindergroepen van de openbare
school kunnen dat voorrecht niet genieten..
Het betreft hier ook werk op cultureel ge-
bied, het bedoelt de kinderen van de straat te
houden en hen nuttig bezig te houden. Hij,
voegt hier nog aan toe, dat het adres weUicht
niet duidelij.k genoeg is, doch dat het de be
doeling was, gebruik te mogen maken van het
gymnastieklokaal.
Gedurende een maand of 3 heeft de groep
de beschikking gehad over een gehuurd lokaal.
Maar dat werd al spoedig opgezegd. Natuur-
lijk, als zoo'n groep minder welgevallig is, is
daarvoor als men in de buurt woont, wel een
motief te vinden en dat schijnt men voor dat
opzeggen te hehben gevonden in de luid-
ruchtigheid der groep. Natuurlijk, het is geen
verzameling van oude bijibels, oude juffrou-
wen of middemachtzendelingen, maar levens-
lustige kinderen. En zoo is men dat gebouw
kwijt geraakt. Hadden spreker en zijn mede-
standers ook de beschikking over een school,
zooals de christelijke groepen, dan was het
ook voor hen gemakkelijk de zaak op te los-
sen, maar nu het kinderen van de open-bare
school betreft, kunnen zij daarover niet be>
schikken.
Burgemeester en wethouders wijzen het ver
zoek af, op grond van de overweging dat het
een onderdeel betreft van een politieke partij.