ALGEMEEH NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREH. De Slapende Boeddha Eerste Blad. No. 8837 WOENSDAG 5 OCTOBER 1932 72e Jaargang. BEKENDMAKiNG. BINNENLAND FEUILLETON BTJITENLAHD DE ZWARTE LIEVE VROUW AAN TE BESTEDEN: A. Het wekelijksch ophalen van vuilnis, gedurende het jaar 1933 op hat Dorp, met gebruik van een kar door den aannemer, en beschikbaarstelling van een kar door de gemeente voor bet ophalen van modder; B. Het ledigen van da vuilnisbakken en vervoer van vuitnishoopen op het gehucht Zaamslag-Veer, gedurende het jaar 1933; C. Het wekelijksch ophalen van vuilnis op het gehucht Othene, gedurende het jaar 1933; Dezen Winter koopt men weer het goedkoopst in rt-,—i,i| ii iii» i~i—mrfr *T-iTiT-»irrtn ABONNEMENTSPRMS: Binnen Ter Neuzen /1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen fr per post 1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige landen 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetalmg. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0.20. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentlen bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag voor de uitgave, DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Burgemeester en Wethouders der gemeente ZAAMSLAG zullen op Msum dag 10 Oc tober 1932, des voormiddags ten 9'/2 ure, ten Ge- meentehuize tracbten een en an der op voorwaarden welke ter Secretarie ter imzage liggen. Zaamslag, 3 October 1932. Burgemeester en Wethouders voomoemd, JOH. DE FEIJTER Pzn, Burgemeester. J. STOLK Lzn, Secretaris. LIDMAATSCHAP TWEEDE KAMER. De voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden der Tweede Kamer heeft in de vacature, ontstaan door het ontslag nemen van den heer L. F. Guit, tot lid van de Tweede Kamer benoemd verklaard jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck te 's-Gravenhage. EEN DOODE TOT iKAMERLID BENOEMD. Naar aanleiding van ons bericht, dat de voorzitter van het Centraal Stembureau in de vacature .ontstaan door het overlijden van het Tweede Kamerlid J. J. C. Ament, be noemd verklaard heeft den heer H. H. Trie- nekens te Venlo, merkt de ,,Resb." op, dat de benoemdeeen paar jaar geleden over- leden is! Opvolger op de R. K. lijst is sedert dien de heer Truijen, die dus nu wel benoemd zal worden verklaard. VERLENGING OPSOHORTING DER VAOCINATIEPLICHT. Ingediend is een wetsontwerp tot verlen- ging van den geldigheidsduur van tijdelijke bepalingen betreffende de vaccinatie. Aangezien het encephalitisverschijnsel zich nog steeds voordoet, stelt de Minister in over- eenstemming met het advies van den gezond- heidsraad, voor, alsnog tot 1 Januari 1935 te verlengen de buitenwerkingstelling van het verbod, dat onderwijzers, onderwijzeressen en leerlingen in de scholen worden toegelaten, in- dien niet behoudens vrijstelling op grond van gezondheidsbezwaar wordt overgelegd een verklaring van een geneeskundige, dat zij met goed gevolg of meer dan eens de inenting tegen de pokken hebben ondergaan of aan de natuurlijke kinderpokken (variolae) hebben i geleden. DE BEZUINIGING OP ONDERWIJS. Van de meest bevoegde zijde wordt het Nederl. Correspondentiebureau bevestigd, dat, nu het vast staat, dat het wetsontwerp tot herziening van de wet op het lager onderwijs j niet meer v6dr Januari zal kunnen worden i afgedaan, het in het voornemen van de regee- ring ligt, een spoed-ontwerp in te dienen, ten j einde de bezuiniging op het lager onderwijs te verkrijgen, welke noodig is voor de be- grooting van 1933. CHRISTELIJK-HISTORISCHE KAMER- FRACTIES. De Christelijk-Historische Eerste Kamer- fractie heeft benoemd tot haar voorzitter prof. jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman en tot secretaris den heer J. W. J. baron de Vos van Steenwijk. De Christelijk-Historische Tweede Kamer- fractie heeft tot haar voorzitter benoemd den heer J. R. Snoeck Henkemans en tot secreta ris den heer H. W. Tilanus. HET ROOKVERBOD OP DE MOERDIJKSCHE VEERBOOTEN. Aangezien is gebleken, dat het rookverbod op de Moerdijksche veerbooten herhaaldelijk wordt overtreden, hebben de A.N.W.B. en de K.N.A.C. hierop de aandacht van den betrok- ken rijkswaterstaatsdienst gevestigd, met ver- zoek ter voorkoming van ongelukken maat- regelen te doen nemen, dat aan bedoeld rook verbod streng de hand wordt gehouden. STEUN AAN DE VEASINDUSTRIE? Naar het Dagbl. v. N.-Brab. vemeemt, wordt in regeeringskringen uitbreiding van den steun aan de vlasindustrie overwogen. Naar verluidt zouden deze overwegingen gaan in de richting eener verhooging van de tot nu toe geldenden steun met wellicht f 100 per H.A., dan wel middels een ovemame van het vlas door de regeering. BOTER NAAR BELGIe. In den Maandagmiddag gehouden Belgi- schen kabinetsraad is beslist, dat de contin- genteering van boter gebaseerd wordt op den invoer van 1931. De handelaars zullen mogen invoeren volgens hetgeen zij het vorige jaar hebben ingevoerd. Dit sluit dus het oprichten van alle nieuwe importzaken voor wat de boter betreft totaal uit. Zelfs die firma's welke in 1929 hebben in gevoerd, doch wier handel in 1931 werd stil- gelegd, zullen geen invoervergunningen ont- vangen. DE NIEUWE DUITSCHE CONTINGEN- TEERJ N GSMAATREGELEN Maandag en Dinsdag hebben op het depar- tement van buitenlandsche zaken besprekin- gen plaats gehad tusschen een Duitsche commissie onder leiding van Ministerialrat Walter, en Nederlandsche vertegenwoordigers van de ministers van buitenlandsche zaken, van oeconomische zaken en arbeid, en van financien, over de contingenteeringsplannen der Duitsche regeering. De Duitsche gezant in Den Haag en de Nederlandsche gezant te Berlijn waren even- eens tegenwoordig. De besprekingen werden geleid door dr. Nederbragt. Nadat de regeering van den inhoud der Duitsche voorstellen kennis heeft genomen, is zij tot de conclusie gekomen, dat deze geen door F. J. A. L. CORDENS. (Nadruk verboden.) 7) (Venvolg.) Heel in de verte zag ik den ouden, leelijken bediende van Moonah Singh aankomen, en nog voordat ik hem een wenk kon geven, kwam hij als een woedende tijger aanstormen, met 'n vlugheid, die ik van dat oude mannetje bij geen mogelijkheid had verwacht. Het feit, dat hij iemand voor de open cabine van zijn meester zag staan, scheen al genoeg te zijn, om hem woest te maken, en hij zag er met zijn gemeen gezicht, hoewel hij ongewapend was, even gevaarlijk uit als die stoker met zijn getrokken mes. Toen hij mij herkende, scheen hij eenigszins gerustgesteld en de in- geboren eerbied voor den Europeaan oefende ook een remmenden invloed op zijn woede uit. Ik wees hem met de linkerhand op den man in de cabine, dien ik steeds met mijn wapen in bedwang hield. Toen kruiste de bediende wederom onderdanig de armen over de borst en fluisterde mij toe: ,,Houd dieri man nog een oogenblik vast, ik ga hulp halen." Meteen was hij al weg en vloog met groote sprongen de gang door. Het wachten duurde niet lang en spoedig zag ik hem weer ver- schijnen aan het eind van de gang, gevolgd door Moonah Singh. De plechtige Indier kwam er op zijn doode gemak aangewandeld, alsof er niets bijzonders aan de hand was. Hij groette mij vriendelijk en sprak een paar woorden van dank; daama ging hij zijn hut binnen en zeide iets tegen den inbreker in een taal, die ik niet verstond. Deze haalde een grondslag konden bieden voor een vruchtdra- gende discussie. Het is derhalve tot onderhandelingen niet gekomen. De Duitsche commissie heeft van dit standpunt kennis genomen en heeft mede- gedeeld, het aan haar regeering te zullen rapporteeren. DE STEUN AAN DEN TUINBOUW. Naar het zich laat aanzien, schrijft de N. R. Crt., zal zeer spoedig, waarschijnlijk nog j deze week (het is op't oogenblik bij den Raad j van State) een wetsontwerp worden inge diend tot steun van den tuinbouw. De strek- king van het ontwerp is naar wij vernemen, j den minister van oeconomische zaken een algemeene machtiging te geven om een be- paald bedrag te besteden ten behoeve van den tuinbouw. De steun zou worden verleend via de veilin- gen en volgens het stel van een door den minister vast te stellen richtprijzen voor ver- schillende producten. Over deze richtprijzen wordt op het oogenblik tusschen 't ministerie en de organisaties der belanghebbenden nog van gedachten gewisseld. O.a. is men het nog niet eens over den richtprijs voor kom- kommers, een zeer belangrijk product. Aan den steun zou terugwerkende kracht tot 1 Januari 1932 verleend worden. De reke- ning is, dat er aldus over 1932 5 millioen gul den voor noodig zou zijn. Voor het reeds ver- streken gedeelte van het jaar zal de steun verleend worden al naar gelang van de op de veilingen in het verloop daarvan gemaakte prijzen. Die producten welke den richtprijs gehaald hehben zullen natuurlijk voor steun niet in aanmerking komen. Dientengevolge zullen vermoedelijk appelen, peren, vroege sla en vroege peen, alsmede stoktomaten niet voor steun in aanmerking komen, daar zij door elkaar genomen wel den richtprijs opgebracht hebben. Een belangrijk gedeelte van den steun, naar schatting 2 millioen gulden zou ten goede komen aan den Noord-Hollandschen tuinbouw. Aangezien de uitrvoering van de steunwet nog langdurige voorbereiding zou vergen, wordt er met ongeduld op het ontwerp gewacht, daar zoodra het wet geworden is en de minis ter de richtprijzen bekgnd gemaakt heeft, de veilingen reeds bij boerenleenhanken geld zou den kunnen opnemen om him aangeslotenen de voorschotten te geven, waaraan zjj met het oog op de cultures voor het volgende jaar dringend behoefte hebben. DE WIJZIGING DER L. ONDERWIJS WET. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot wijziging der Lager Onderwijs- wet. In de Memorie van Toelichting wordt o.m. opgemerkt: Nu het wel uitgesloten schijnt, dat 't op 10 September jJ. ingediende wetsontwerp tot wijziging der L. O. wet op 1 Januari 1933 reeds het Staatsblad zal hebben bereikt en anderzijds de toestand van 's Lands geldmid- delen vender uitstel van de beoogde besparing op de Rijksuitgaiven voor het Lager Onderwijs niet gedoogt, zijn de voomaamste bepalingen, welke tot die besparing kunnen leiden, samen- gevat in het thans ingediende afzonderlijk wetsontwerp, dat naar de regeering vertrouwt een spoediger behandeling van de betreffende bepalingen mogelijk zal maken. Voor de toelichting der bepalingen verwijst de minister naar die van het vorig ontwerp. Thans wordt voorgesteld te herzien de be palingen betreffende het getal onderwijzers, dat aan de openbare en gesubsidieerde bijzon- dere scholen voor gewoon en voor uitgebreid lager onderwijs ten minste moet verbonden zijn, het recht van gemeenten en schoolbestu- ren op rijksvergoeding, het recht van de on derwijzers op wachtgeld alsmede de termijnen vervat in art. 191 eerste lid en art. 193 vijfde lid, van welke termijnen wordt voorgesteld ze te verlengen tot een nader bij de wet te be- palen tijdstip. Aan elke school voor gewoon l.o. zoo wordt voorgesteld voortaan te bepalen wordt het hoofd bijgestaan door ten minste een on- derwijzer, zoodra het aantal leerlingen 35, door twee zoodra het 76, door drie zoodra het 131, door vier zoodra het 186 bedraagt. Voor elke vijftig leerlingen meer wordt 66n onderwijzer meer vereischt. Aan elke school voor u.l.o. wordt het hoofd bijgestaan door ten minste e6n onderwijzer zoodra het aantal leerlingen 72 bedraagt. Voor iedere 26 leerlingen mee?~ wordt een onderwijzer meer vereischt. lange lederen scheede uit zijn broekzak, stak er zijn mes in eh borg het weg. Ik liet toen mijn revolver zakken, maar Moonah Singh gaf mij een wenk, dat ik hem steeds schiet- vaardig zou houden. Moonah Singh trad toen op den stoker toe en beiden hielden een kort gesprek, waar ik niets van begreep. Geen van beider gelaat verried de minste omtroe- ring, maar in de oogen van den bediende zag ik iets als van bewondering over het optreden van zijn meester. Toen hun gesprek was af- geloopen, en dat was al heel spoedig, kwam Moonah Singh naast mij staan en strekte be- velend den arm uit naar de deur. De stoker krabbelde als met moeite overeind; ik had een lenigen panter verwacht, die hem minstens naar de keel zou vliegen; maar niets van dat al. Met ietwat gebogen hoofd, terwijl geen spier op zijn gelaat vertrok, ging de man ons voorbij, de deur uit. Wij keken hem na, tot hij de zijgang insloeg, waar hij langs een an- dere trap naar boven kon komen. Toen ging ook de bediende weg. Ik had mij den afloop anders voorgesteld en had er vast op gerekend, dat de inbreker in arrest zou worden gesteld en dat de kapi- tein er zou worden bijgehaald, maar dat ge- beurde niet. Met een tevreden blik reikte Moonah Singh mij de hand. „Ik ben u zeer dankbaar voor uvv kordaat optreden," zei hij. ,jDie man heeft gelukkig niets kunnen mee- nemen en is nergens aan geweest dan aan mijn valies." Hoe hij dat zoo zeker frist, be greep ik niet en ik vroeg er ook niet naar. „Vertel mij nog eens even," vroeg hij, ,,hoe u den inbreker ontdekte?" Ik deed hem het verhaal en hij knikte goed- keurend met het hoofd. Toen was het aan mij, om hem een vraag te stellen. „Maar u laat het er toch niet bij U maakt toch zeker rapport bij den kapitein?" Hij schudde ontkennend het hoofd. Toen viel het mij in, dat die stoker een Indier was en ik meende al heel slim te zijn, toen ik de opmerking maakte: ,,0, een land- gen oot." Hij glimlachte fijntjes. „U kent Indie niet," antwoordde hij. ,,Maar laat ons er niet verder over praten; de zaak is afgedaan. In tusschen WAARSCHUWING AAN DE R.K. KERK. De Mexicaansche president Rodriguez maakt bekend, dat alle Roomsch-Katholieke kerken zullen worden onttrokken aan den dienst, in- dien de kerk volhardt in haar houding, welke ook in de pauselijke encycliek van 30 Sept. wordt aanbevolen. In verband met de verklaring van president Rodriguez naar aanleiding van de jongste pauselijjke encycliek vemeemt Reuter nog, dat hij van plan is de katholieke kerken te doen inrichten als verkooplokalen voor de arbeiders- codperaties. LAFFE DAAD DER NAZI'S. De Weensche correspondent van het ,,Han- delsblad" meldt: De balans van de vier Nationaal-Socialis- tische gouiwdagem met een 150 licht- en zwaar- gewonden zal buiten Midden-Europa worden gelezen met de koele belangstelling, welke men voor uit het buitenland komende ge- mengde berichten over heeft, waarvan de in houd juist door de frequentie minder interes- sant wordt. Daarentegen zal de laffe overval tijdens een ter gelegenheid van het Joodsche Nieuwjaar gehouden godsdienstoefening in een lokaal in de Grosze Sperlgasse ook in West- Europa verontwaardiging wekken. Een veer- tigtal met gummistokken en stalen roeden ge- wapende Nazi's sloeg de vensterruiten in en drong het gebedslokaal binnen, waar onder de meerendeels bejaarde lieden, die daar hun godsdienstplichten verrichtten, een paniek ontstond. Een gedeelte stelde zich echter te weer en zoo kon door de ijlings toesnellende politiebeambten het grootste deel der Nazi's worden weggevoerd. Zij zullen zich voor him daad, die weinig met Duitsche ridderlijkheid te maken heeft, strafrechterlijk hebben te verantwoorden. ENGELAND EN IERLAND. Engeland staat, schrijft de N. R. Crt., weer eens voor een crisis in zijn betrekkingen tot het groote Magazijn voor Heeren- en Kinderkleeren, ZUIVELSTEEG 7 - GENT (juist aan de Zuivelbrug). Er is maar edn ingang! juist aan de brug. Echte crisis-prijzen. Pardessen en Gabardinen, groote voorraad. (Ingez. Med.) den Ierschen Vrij staat. De regeering van den Vrijstaat heeft den Koning laten weten <iat zijn gouverneur-generaal te Dublin, James McNeill, een Ier uit Ulster, die echter in Z.- Ierland als gematigd Sinn Feiner aan den politieken strijd heeft deelgenomen, niet meer persona grata bij de Iersche regeering is. De Koning heeft zich constitutioneel te richten naar een dergelijk „advies" van zijn eersten. minister in een van de vele staten die onder den Britschen troon gerangschikt zijn. Mc Neill is daarom naar Londen ontboden tot een onderhoud met den Koning. En het resultaat daarvan is geweest, dat hij, twee maanden voor het natuurlijk einde van zijn „termijn" als gouverneur-generaal, zijn waardigheid zal neerleggen. Men moet aannemen dat deze loop van zaken nog op meer berust dan op een persoon- lijk geschil, ofschoon persoonlijke wrijving er niet weinig toe zal hebben bijgedragen dat de Iersche regeering net natuurlijk einde van de waardigheid van McNeill niet heeft willen af- wachten. Om persoonlijke conflicten had Mc Neill reeds vroeger van aftreden gesproken.. Ook die persoonlijke kwesties hadden een poli- tieke basis, maar de groote principieele ach- tergrond van den strijd tegen den vertegen- woordiger des Konings was toen niet zoo scherp in het licht gesteld als thans bij deze officieele gebeurtenissen. Critiek is de verhouding tusschen de Ier sche regeering en Mc Neill reeds in Juli van dit jaar geweest. De gouverneur-generaal heeft zich toen over onhebbelijke bejegening te beklagen gehad. Dat geval is door de natio- nalistische regeering te Dublin heel weinig prettig behandeld. De gouverneur-generaal was al in Juni, tij dens het Eucharistisch congres, op krenkende wijze gepasseerd. Hij vond echter dat het de spuigaten uitliep toen twee ministers van den Vrijstaat demonstratief een receptie in het Fransche gezantschap verlieten op het oogen blik dat hijzelf daar binnen trad. Deze belee- diging in het openbaar kon hij als gouverneur- generaal niet meer over zijn kant laten gaan. Het gevolg was een briefwisseling met de Valera, waarin hij verontschuldiging eischte. Reeds toen sprak McNeill van weggaan als hem voldoening zou worden onthouden. De Valera weigerde echter de verontschuldiging. Hij was slechts bereid dergelijke gebeurte nissen ongelukkig en betreurenswaardig te noemen. Intusschen bleven den gouverneur- generaal na het tafereel in het Fransche ge zantschap ook verdere krenkende bejegenin- gen niet gespaard. De briefwisseling tusschen de Valera en de vertegenwoordiger van het gezag van den Koning heeft toen verder nog een onprettig naspel gehad. De gouverneur-generaal ver- klaarde, toen hij op geen manier voldoening had kunnen krijgen, dat hij de briefwisseling zou publiceeren. De Valera verbood dit uit- drukkelijk. De brieven zijn in Juli toch open baar gemaakt. De Valera heeft toen aan de Iersche pers meegedeeld ieder blad te zullen vervolgen wegens openbaarmaking van staatsgeheimen, dat de briefwisseling zou op nemen. Hij wilde zelfs den invoer van Engel- sche bladen die de correspondentie bevatten, verbieden! Dit echter is hem niet gelukt! Uit deze oude geschiedenissen blijkt dat de betrekkingen tusschen de regeering te Du blin en den gouverneur-generaal niet van het aangenaamste soort waren. Wat nu gebeurt kan men echter niet meer alleen als een rechtstreeksche voortzetting van al die persoonlijke wrijving beschouwen, al bestaat er natuurlijk een ruim verband. De crisis, die Maandag begonnen is, heeft ook diepere principieele wortelen. Men wist reeds lang, dat de Valera den wensch koesterde het ambt van gouverneur- generaal te vereenigen met dat van minister- ben ik u zeer dankbaar voor den grooten dienst, dien u mij bewezen hebt. Ik sta bij u in de schuld en daarom waag ik 't, u nog een dienst te verzoeken." ,^En dat is?" „Dat u met niemand, maar ook met nie- mand ter wereld over het voorgevallene spreekt." Ging er een geheime invloed uit van dien man, die op zoo vriendelijken toon zijn ver- zoek wist voor te dragen, met die diepe melo- dieuze stem? Lag er een soort betoovering in den blik van die donkere oogen, die zoo rustig en toch zoo doordringend mij aan- keken? Ik weet het niet, maar voordat ik er mij zelf goed van bewust was, had ik al ge- antwoord: ,,Goed, ik zal er met niemand over spreken." Hij drukte mij nogmaals de hand. ,,Ik dank u en ik vertrouw op u", zei hij, „Breng nu de revolver op zijn plaats, zoek het boek dat u van plan waart te lezen en ga asm dek." Hij keerde zich om en ging heen, mij meer dan ooit overtuigd latend, dat die man heel wat anders was dan een koopman, zooals hij op de passagierslijst stond inge- schreven. HOOFDSTUK V. Een zonderling geschenk. Toen ik weer in de hut van Alfred Keening stond, was mijn eerste werk de revolver weer in denzelfden jaszak te steken, waar ik ze had uitgehaald, en het boek te zoeken, waarvoor ik naar beneden was gegaan. Ik keek op mjjn horloge en bemerkte, dat de heele scene nauwelijks tien minuten had geduurd. Ik trachtte alles nog eens rustig te overdenken, maar, zonderling, alles leek miji heel ver weg en lang geleden gebeurd. Toen eerst bemerkte ik, hoe ontizettend warm ik het had; ik ging naar mijn eigen hut om mij wat op te fris- schen en daama aan dek, waar ondanks de hitte de zeewind verkoelend onder het zonne- zeil streek. Ik stak een sigaar op en trachtte te lezen, maar had geen aandacht bij mijn lectuur. Nog eens trachtte ik mijzelf het ge- heel tooneel voor oogen te stellen, waarin ik nog kort geleden een der hoofdrollen had vervuld, maar het gelukte mij niet; ieder oogenblik dwaalden mijn gedachten af. Ik zag mij steeds zitten op mijn rustig kantoor te Amsterdam en ik kon me maar niet voorstel len, dat ik hier midden op den Indischen Oceaan zat, honderden mijlen van huis en op weg naar avonturen, die mij de hemel weet wat voor verrassingen zouden brengen. Heel duidelijk zag ik den wandkalender met de reu- zengroote cijfers boven mijn bureau hangen, ik zag de groote kuif van mijn eersten boekhou- der en de blauwe strepen op de blouse van mijn typiste; allemaal onbenullige dingen, die ik mij maar niet uit de gedachten kon zetten Het was alsof ik van het gebeurde een gewel- dige reactie onderging. „Ouwe jongen, dat loopt zoo verkeerd," zei ik bij mijzelf; ik klapte mijn boek dicht, wierp het overschot van mijn sigaar in de golven en ging een wan- deling over het dek maken. Het was werke- lijk een opluchting, toen mr. Burton mij aan klampte om een praatje te maken en samen wandelden wij over het promenadedek. Toen we op onze terugwandeling nabij de deur kwamen van de trap, die naar het machine-ruim voerde, bleef ik een oogenblik staan. Daar kwamen ons drie inlandsche sto kers onder leiding van een Engelschen machi nist tegemoet en maakten zich gereed om in het ruim af te dalen. De inlander, die voor- op ging, was degene, dien ik een uur geleden met mijp revolver in bedwang had gehouden Hij had mij gezien, dat wist ik heel zeker maar hij keek langs mij heen, alsof ik een vol- slagen onbekende voor hem was; maar toen ik nog eens dat lage voorhoofd zag en dien wreeden mond met de dunne lippen, toen wist ik, dat er niet veel toe noodig was geiweest of het lange mes van dien man had tusschen mijn ribben gezeten. ,,Wat heb je?" vroeg mr. Burton. „Niets". Ik deed, alsof ik iets in mijn zak zocht. „Ik keek even naar die inlandsche stokers." „Raar volkje," antwoordde Burton, ,,het ltjkt wel alsof alle rassen van Indie hier ver tegenwoordigd zijn. Die eerste is een Pataan, valsch tuig, dat kan je trouwens wel aan zijn oogen zien. Als je zoo'n kerel eenmaal tegen je hebt, dan vergeet hij je zijn leven lang niet, en het kan zoo gek niet loopen of hiji weet eenmaal een dag te vinden om met je af te rekenen." Dat klonk erg bemoedigend. „Ken je dien kerel dan?" vroeg ik. ,,Hij heet Gamba, dat is alles wat ik er van weet, maar ik heb lang genoeg onder zijn rasgenooten gezeten om te weten, wat voor lieve jongens het zijn. De tweede was een Sikh, dat zijn flinke kerels en een mooi type. Je vindt ze overal aan de Westkust" We bleven nog een poos in gesprek, totdat de bel voor de lunch luidde. Dien middag was het buitengewoon frisch aan dek en de passagiers vermaakten zich met allerhande spelletjes, zooals ringen werpen en een soort hockey-spel, waarbij de bal door platte schijven wordt vervangen. 's Avonds had ik met Keening een heel gezellig diner in gezelschap van de familie Burton. Aan het voorgevallene van dien ochtend had ik niet of nauwelijks meer gedacht en Moonah Singh, had ik ook niet meer gezien; maar toen ik alvorens naar bed te gaan nog een poos in de hut van Alfred had zitten praten en mij naar mijn eigen cabine begaf, bekroop mij opeens een akeiig gevoel van vrees. Aanhouaend zag ik het valsche gezicht van Gamba voor mijn oogen; ik zag hem weer op de knieen zitten tot een sprong gereed. Toen bedacht ik wat Burton mij verteld had omtrent den wraak- zuchtigen aard van die kerels; mijn opge- wonden gemoedstoestand maakte alles nog veel erger, en daarbij ging ik me nog van al'les in het hoofd halen wat ik zoo al grieze- ligs gelezen had van Indische moordenaars, die zich door geen gesloten deuren in hun bloedig werk laten belemmeren. Mijn gezond verstand zeide me dat het onzin was om me zoo op te windjen, en allengs kalmeerde ik ook wel wat, maar ik ging toch niet naar bed, alvorens heel zorgvuldig de deur van mijn hut gesloten te hebben en een revolver uit mijn hutkoffer te hebben gehaald, die ik in mijn onmiddellijk bereik legde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 1