h Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. BINNENLAND HE VOROERIN6 VAN HET HEPSTEL VAN VEERES RAADHUIS 1UITENLASD Maandag 3 Oct. 1932. No. 8896 DE VERHOOGING VAN DE INVOER- RECHTEN. VAN HET NIEUWE LID DER TWEEDE KAMEB. De voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden der Tweede Kamer beeft in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer J. J. C. Ament, tot lid van de Tweede Kamer benoemd ver- klaard den heer H. Frienekens te Venlo. CHRISTELIJK-HISTORISCHE UNIE. Naar wij vememen, is benoemd tot voor zitter der Christelijk-Historische Unie, in de plaats van staatsraad Mr. Dr. J. Schok- king, oud-minister prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine. UITVOERING TARWEWET. Naar de N. R. Crt. van de Tarwe Centrale te Rotertdam vemeemt, kuninen de geweste- lijke tarwe-organisatie aan hun leden mede- deeling doen, dat in 1933 ten hoogste om voor steun in aanmerking te komen een derde van het bouwland met tarwe bebouwd zal mogen worden. Onder bouwland te ver- staan het land, dat in 1932 als bouwland in gebruik was. Natuurlijk is het mogelijk, dat een lid door verkoop of overgang in andere handen of op andere wijze in 1933 meer bouwland in handen heeft dan in 1932. Hi) zal dan ook van dat meerdere een derde met tarwe mogen be- zaaien. Voorkomen dient te worden, dat land in 1932 als blijvend grasland in gebruik, ge- scheurd wordt met het doel daarop tarwe te verbouwen. In elk geval mag dat bij de be- rekening niet meetellen. Voorts vememen we van andere zijde, dat de Minister accoord gaat met een voorloopige uitbetaling van f 10 voor den oogst van 1932. DE BUITENVERVOLGIN GSTELLIN G VAN EEN R. K. PRIESTER. Op de schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Peereboom, betreffende de buiten vervolgingstelling van een R. K. priester, die zich te Breda aan een zedenmisdrijf zou heb- ben schuldig gemaakt, heeft de Minister van Justitie geantwoord: Het is den ondergeteekende niet bekend, dat te Breda een Roomsch-Katholiek priester zich aan een ergerlijk zedenmisdrijf heeft schuldig gemaakt; uit een ingesteld onderzoek is hem slechts gebleken, dat in dit voorjaar te Breda een Roomsch-Katholiek priester van een zedenmisdrijf (openbare schennis der eerbaar- heid) verd'acht is geweest. Ter zake was bij de marechauss6e aangifte gedaan en door deze proces-venbaal opgemaakt. Het parket heeft daarop een gerechtelijk vooronderzoek uitge- lokt, en, na sluiting daarvan, den verdachte ter openbare terechtzitting gedagvaard. Voor den verdachte is toen ingevolge artikel 250 van het wetboek van strafvordering een be- i zwaarschrift tegen gemelde dagvaarding bij de rechtbank ingediend, waarop de rechtlbank den verdachte buiten vervolging gesteld heeft ter zake van het feit, hem ten laste gelegd, bij gemelde dagvaarding, op grond, dat naar het oordeel der rechtbank thans reeds vast- staat, dat het overtuigend bewijs van hetgeen bij voormelde dagvaarding aan verdachte is ten laste gelegd niet zal kunnen worden ge- leverd. De officier van justitie heeft tegen deze be- schikking hooger beroep aangeteekend; het ge- rechtshof te 's Hertogenibosch heeft echter, conform de conclusie van den advocaat-gene- raal, de beschikking der rechtbank, waarvan beroep, bevestigd op grond, dat het hof in het aanwezige bewijsmateriaal onvoldoende aan- wijring van schuld aanwezig achtte om de tegen den verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde feit ingestelde strafvervol- ging voort te zetten. De ondergeteekende meent goed te doen, nu, zjj het in onderstellenden vorm, in deze vragen een zoo emstige, het wezen der rech- terlijke macht aantastende beschuldiging wordit uitgesproken, mede te deelen, dat de kennisneming van het dossier dezer zaak hem geen aanwijzing heeft opgeleverd, dat bij de genomen beschikkingen niet met de in dezen uiteraard volstrekt vereischte objectiviteit is gehandeld. ViERMINDERDE sigarenverkoop door DE WINKELSLUITINGSWET. De Ned. R. K. Vereeniging van sigaren- fabrieken heeft de volgende motie aangeno- men: De Ned. R.K. Vereeniging van sigaren- fabrikanten in algemeene vergadering bijeen te Eindhoven, kennis nemende van de talrijke klachten der wederverkoopers over de sterk verminderde omzetten tengevolge van de win- kelsluitingswet overwegende, dat die klachten hun beves- tiging vinden in het feit, dat juist na de in- voering van genoemde wet ook een sterke daling in den verkoop van de fabrieken uit, merkbaar is; overwegende, dat het artikel sigaren door den doorsnee-verbruiker niet op voorhand kan worden ingeslagen en het automatenstelsel in dit artikel nooit op toereikende wijze de vrije verkoopgelegenheid kan vervangen, omdat de keuze voor den rooker daardoor te zeer wordt beperkt overwegende, dat het derhalve noodzakelijk is, althans gedurende eenige uren den ver koop van tabaks-fabrikaten in winkels ook des Zondags bereikt zou zijn, wanneer de regeling, die in de winkelsluitingswet is vast- gelegd voor banketbakkerijen, ook toepasse- lijk zou zijn op sigarenwinkels, draagt het bestuur der vereeniging op om op de meest krachtige wijze in deze richting actie te voeren. Het Verbond van Nederlandsche Werk gevers deelt mede: Van verschillende zijden wordt de vraag ge steld, op grond waarvan reeds thans Neder landsche importeurs 30 opcenten op het tarief van invoerrechten te betalen hebben. Zulks is een indirect gevolg van het voornemen van Minister De Geer om de voorgestelde 30 op centen op de invoerrechten na te vorderen van 29 September 1.1. af. Met het oog hierop immers zullen diegenen, die in eerste instan ce de invoerrechten hebben te voldoen, dat zijn in de meeste gevallen exporteurs, con vooiloopers e.d. ter vermijding van risico en moeite reeds terstond van hun opdrachtgevers naast de bestaande invoerrechten storting van 30 opcenten vragen. Zij zijn dan zeker, dat zij aan hun toekomstige verplichtingen tegen- over de douane-autoriteiten kunnen voldoen. Zoodoende heeft in dit geval de aankondi- ging van het voorstel tot navordering ten ge- volge, dat gehandeld wordt als ware het be- trokken wetsvoorstel reeds aanvaard. KLOMPENMAKERS ONTEVREDEN. De tweedaagsche Doetinchemsche klompen- beurs heeft ondanks het drukke bezoek in zakelijk opzicht niet voldaan. De totale om- zet kan ongeveer geschat worden op ruim 10.000 paar, terwijl beurzen bekend zijn van eenige jaren terug, dat ddn deelnemer het dubbele aantal in bestelling kon nemen. De buitenlandsche invoer is de groote oorzaak van deze malaise. Binnenkort zal dan ook te Amhem een groote landelijke vergadering van klompenmakers belegd worden, waar zal worden voorgesteld bij de regeering stappen te doen om te komen tot een invoerverbod of althans tot contingenteering van klompen. RIJKSPRESIDENT VON HINDENBURG 85 JAAR. Zondag 2 October heeft de Duitsche rijks- president von Hindenburg zijn 85sten verjaar- dag gevierd een dag, welke in het geheele Duitsche rijk met de noodige plechtigheid, doch eenvoud, herdacht is. Want voor alles heerscht er in de omgeving van den grooten man eenvoud. In een klein slot, Wilhelmstrasse 73 te Ber- lijn heeft von Hindenburg zijn ambts-woning. In dit huis is alles eenvoudig. Ervoor staan dag en nacht twee onbewegelijke figuren in veldgrijze uniform. Van het dak waait de standaard, zwart en rood op gouden achter- grond. Hier, in de Wilhelmstrasse 73, is juist in de laatste maanden geschiedenis gemaakt, is dikwijls eerst na heete gevechten de loop van de Duitsche politiek vastgesteld. De groote beteekenis van von Hindepburg. De groote beteekenis van von Hindenburg voor het Duitsche volk berust op drie groote gebeurtenissen in dat welbestede leven. De daad van Tannenberg, welke hij gemeen- schappelijk met Ludendorff verrichtte, was de redding van Oost-Pruisen en misschien niet alleen Oost-Pruisen uit de handen van den vijand. De naam „vader des vaderlands", welken men hem destijds dikwijls gaf, behelst volkomen waanheid. Tannenberg was een daad, eenig in zijn soort, zoowel uit strategisch oogpunt het was de laatste groote open veldslag uit de krijgsgeschiedenis en tegelijker- tijd een voorbeeldige als uit nationaal ge- schiedkundig oogpunt bezien. De tweede daad van von Hindenburg was het naar het vaderland terugbrengen van de in het oosten en westen staande veld- en etappe-legercorpsen aan het einde van den wereldoorlog. Men kan wel als vaststaand aannemen, dat zonder von Hindenburg de or- delijke en zonder wrijvingen verloopen terug- keer van het millioenenleger niet gelukt was. Zonder von Hindenburg zou Duitschland, dat destijds geen anderen leider meer bezat, ten prooi zijn gevallen aan anarchistische toestan- den, aan een innerlijken en uiterlijken chaos, waaruit geen opleving meer mogelijk was ge weest. Hiermede was eigenlijk al zijn derde daad van beteekenis begonnen: het instandhouden van het Duitsche volk. Als Rijkspresident heeft hij deze grootsche taak voortgezet. Het beslissende voor de beteekenis van von Hindenburg*s figuur is de invloed, welken hij uitoefent. Van den grijzen veldmaarschalk gaat een ibuitengewoon sterke, samenbindende kracht uit. Deze invloed is slechts een uit- vloeisel van het feit, dat hg er is. Het is de invloed van een karakter, tegelijkertijd de invloed ook van de innerlijke kracht van het volk, die zich van de persoonlijkheid van den veldmaarschalk bedient. Zijn handelingen, activiteit en geestelijke kracht hebben daar- mede niets uitstaande. Het is de voorstelling, welke het Duitsche volk van, hem heeft ge maakt, waardoor hij zulk een groote figuur is geworden. De stoere, lichamelijke gestalte, het gelaat, de bewegingen van het zware lichaam, de diepe, langzame basstem, zijn alle niet meer te scheiden van de voorstelling, zoo- als die in het Duitsche volk leeft. Bekijkt men onzen tijd en plaatst men dezen tegenover de veldmaarschalk, dan moet het spoedig iedereen duidelijk worden, dat de sedert het einde van den wereldoorlog zich voltrekkende veranderingen in het Duitsche volk voor hun ordelijke ontwikkeling rust noo- dig hebben. De veldmaarschalk is er borg voor, dat deze rust er is, alleen door zijn aan- wezigheid al voorkomt hij, dat er overijlde dingen gebeuren. Hij is de noodzakelijke rem en van historische beteekenis voor het Duit sche volk. Hij verhindert gebeurtenissen welke, doordat zij te vroeg dreigen te gebeu ren, het karakter van een geschiedkundige noodzakelijkheid verliezen en op deze manier slechts experimenten worden, een gevaar, dat van het Duitsche volk moet worden afgewen- teld. En juist deze noodzakelijke verhindering van overijlde dingen, van voortijdige omwen- telingen, is op het oogenblik de groote ver- dienste van von Hindenburg. Zoolang von Hindenburg leeft, zal deze overijldheid niet plaats vinden. Von Hindenburg alleen en niemand anders houdt Duitschland te- zamen. Von Hindenburg is er borg voor en wederom niemand anders dat Duitsch land zich verder zal ontwikkelen. Von Hindenburg is noch politieus, noch diplomaat noch ook in eigenlijken zin een lei der. Von Hindenburg is een hoeder, een waker. Eigenlijk doet hij niets, maar verhoedt hij een catastrophe. En dat kan niemand buiten hem. Er is in Duitschland geen mensch, die het- zelfde zou kunnien bereiken als von Hinden burg. Aan von Hindenburg kan het Duitsche volk zijn positie temidden der geschiedenis bepa- len. Want von Hindenburg is de uurwijzer der geschiedenis voor Duitschland. Begaafheid en activiteit spelen hierbij geen rol. Van meer beslissende beteekenis zijn de groote gebeur tenissen van 't bestaan: zijn geboorte, leven en dood. En het lot heeft het zoo beschikt, dat von Hindenburg's geboorte, levensloop en dood voor de geschiedenis van het Duitsche volk van groote beteekenis zijn. Von Hinden burg is de man, die voor 'n rustige en zekere ontwikkeling van Duitschland zorg draagt. Als von Hindenburg sterft, zal het Duitsche volk weten, dat een nieuw tijdperk in zijn ge schiedenis is ingetreden. Op het departement van den rijkspresident heerschte Zaterdag een drukte van belang, ontelbare brieven en telegrammen uit alle deelen van het rijk en uit het buitenland zijn reeds binnengekomen. De nationaal-socialistische fractie van den Pruisischen landdag heeft aan president Hin denburg de volgende zonderlinge gelukwen- schen gezonden: „De generaal-veldmaarschalk uit den grooten oorlog, hartelijke gelukwen- Het is voor den belapgstcl- lenden maar ond'eskundigen leek niet goed, dadelijk na den aanvang der restauratie-werk- zaamheden aan een oud ge bouw, er te gaan kijken. Want dat is een treurig gezicht. Eerst wordt alles in de stei- gers gezet, eri dan gaat men... afbreken. Maar toch is het eigenlijk wel ibelangwekkend eens te zien, met welk een zorgvuldig- heid men daarbij te werk gaat. Alles wordt in teekening ge bracht, opgemeten. Steen voor steen wordt met roode menie genummerd, zoo dat hij later weer precies op z'n plaats kan komen. Dezer dagen vroeg burge- meester Dronkers ons: komt nu eens kijken. Ge kunt dan zien dat er al heel wat ge- beurd is, en... dat er nog heel wat gebeuren moet. Zoo hebben we dan met den dagelijkschen opzichter, den heer M. J. J. van Beveren, den stand der werkzaamheden eens in oogenschouw genomen. De steigers zoo vertelde de heer Van Beveren heb ben we in Augustus '31 ge- plaatst, dat was het begin. Het duurde toen nog tot Februari '32 voor de hoogst noodzake lijke geheele ontruiming van het gebouw door de gemeente- diensten geschied was. In dien tijd hebben wij den voorgevel afgeloogd, de 6 steenen dakvensters genummerd en afge- broken en de twee schoorsteenen op de top- gevels verwijderd. Afbreken" is eigenlijk te- veel gezegd het was meer gewoon „weg- nemen" van de los op elkaar liggende goede en verweerde stukken natuursteen. Bij het aldus wegnemen van de schoorsteenen bleek al ras, dat ook een deel van de topgevels af- gebroken en volgens de oude nummering later weer opnieuw opgetrokken zou moeten wor den. Voor een deugdelijk herstel bleek heel wat natuursteen noodig te zullen zijn, maar de groeve bij Aalst (Belgie), waar deze steen- soort vandaan komt, was niet meer in exploi- Van de 10 zware moerbalken, welke de twee vloeren dragen, waren er 4 z66 slecht, dat ze heelemaal vemieuwd moesten worden. Aan de overige 6 zijn lascheinden gemaakt, zoodat geen enkele moerbalk onaangeroerd is ge- bleven. De wintermaanden, zoo vertelde de opzich ter verder, hebben we de balklagen verder in orde gebracht, en de natuursteen van de schoorsteenen en topgevels hersteld; in het voorjaar konden we toen laatstgenoamden weer opbouwen. In den zomer van dit jaar hebben we nu den kap onderhanden genomen en het werk daaraan is nu zoover gevorderd, dat het dak voor den winter voorloopig is af- gedekt met asfaltpapier. Wanneer de stand tatie, terwijl afbraaksteen van oude bouw- werken voor Veere noch de goede kleur, noch de juiste dikte had. Het is echter gelukt de groeve weer in werking te krijgen, en nu zit men te Veere gelukkig vrij goed in z'n steen. Op bijgaande afbeelding ziet men de steen- hourwerswerkplaats, zijnde het int6rieur van Veeres oude groote kerk (de man links op de foto is juist bezig een zwaluwstaart in een gescheurden steen met gesmolten lood op te vullen.) Aanvankelijk was men van meening, dat het gebouw vrijwel in zijn oorspronkelijken staat was, maar bij het wegnemen van betimme- ringen en plinten kwamen allerlei verrassin- gen voor den dag. Zoo mogelijk wordt hier mede bij de restauratie rekening gehouden. der werkzaamheden dit zal veroorloven, kan in den zomer van '33 met de leibedekking aangevangen worden. Van schoorsteenen, steenen dakvensters en topgevel was het weer de slooper, van den voorgevel is het erin verwerkte en verroeste ijzer dit grootendeels geweest. Het is merk- waardig om te zien, welke verwoestingen dit kan aanrichten! Overal waar mogelijk, is deze onverbidde- lrjke vernieler nu weggenomen en vervangen door gewapend beton of koper. De 7 beelden en baldakijns waren in zoo'n allerdroevigsten staat, dat ze zelfs - als waren het levende menschen niet vervoerd konden worden, alvorens ze verbonden en gespalkt waren. Enfin, de wrakken zijin, op 1 na, heelhuids naar de groote kerk gebracht, alwaar ze nu opgesteld staan, opdat de beeldhouwer die de nieuwe zal hakken, zich op de oude voor- beelden inspireere. Onder deize uiteenzettingen beklommen we steigers en steenen trappen, om zoo hier en daar eens rond te kijken. Wat ons opviel was dit: dat deze restauratie op zulk een degelijke, eenerzijds grondige, anderzijds aesthetische vol komen verantwoorde, wijze ge- schiedt. Alles schijint er op ge- richt te zijn, het werk z66 op te leveren, dat het weer hecht en sterk is, maar ook: dat het den oorspronkelijken toestand zooveel mogelijk nabij komt. Op de bovenste foto ziet men een groote opening in het dak: daar heeft een torentje ge- staan, en daar komt het na herstel weer te staan. De foto hiernaast vertoont het reeds herstelde rechtertorentje, met den weer opgetrokken rechter topgevel met schoorsteen; ook de dakkapellen zijn gerestau- reerd. De totaalindruk van een be zoek aan de restauratie van Veeres Raadhuis is: dat hier het hoognoodige herstel aan een kostbaar bouwwerk op de gelijke wijze ter hand ge nomen is. schen voor u en uw gezin: Adolf Hitler. Voor sterk Pruisen en Duitschland, God zegene U". Dr. Goebbels die in den strijd om het rijks- presidentschap Hindenburg heftig heeft be- streden, wijdt hem in de Angriff een hoofd- artikel waarin hij den wensch uitspreekt, dat Hindenburg tot zegen van het Duitsche volk toch nog den weg moge vinden tot het jonge Duitschland, dat zich bloedend en opofferend op de bres voor het nieuwe Duitschland heeft gesteld. Zooals sinds vijf jaar gebruikelijk is heeft Hindenburg ook ditmaal weer tal van oorlogs- invaliden, acht-ergelaten betrekkingen van ge- sneuvelden en oud-strijders, die het in dezen tijd bij,zonder hard te verantwoorden hebben, verblijd met een kleine verrassing. Ongeveer 3000 van deze menschen hebben 150 R.M. uit de z.g. „Hindenburgspende" gekregen. Tot dusver is uit dit fonds reeds 6 millioen R.M voor dergelijke doeleinden uitgegeven. DE COMMISSEE VAN JOZUA EN KALEB. De Duitsche onderhandelaars, die een rond- reis gaan maken door een aantal landen in Europa waarmede Duitschland in levendige handelsbetrekkingen staat, ten einde te on- dsrzoeken hoe groot de mate van contingen teering is welke die landen goedschiks zullen verdragen, is schrijft de N. R. Crt. naar Brussel vertrokken. Daarna zullen zij een bezoek brengen aan Den Haag. Op den dag van hun vertrek meldt een Berlijnsch blad, dat het rijkskabinet volstrekt nog niet de mate van contingenteering heeft vastgesteld die aan de verschillende takken van invoer zal worden opgelegd. De rede, die minister von Braun te Miinchen heeft gehou den, heeft in dat opzicht verkeerde indrukken gewekt. Inderdaad heeft de rijksminister van landbouw bij die gelegenheid geen cijfers ge- noemd. Hij hoeft dus nog niet teveel te heb ben gezegd. Desniettemin blijft de indruk van zijn woorden begrijpelijk. Zij waren een uiting te meer van het onrustige, het schut- terige, dat de politiek van Berlijn op dit oogenblik kenmerkt. Dat is het gevolg van de slecht geregelde machtsverdeeling in de regeering. Het rijkskabinet is het is reeds vroeger gezegd als een orkest, wat virtuositeit be- treft heel goed samengesteld, maar zonder dirigent en eigenlijk ook zonder partituur. Knapheid bij solospel ontbreekt allerminst. Wij hebben b.v. onze bewondering kunnen uiten voor den vernuftigen opzet van het wan- hoopsplan, waarmede de regeering tracht het oeconomisch leven een jaar voort te helpen in de hoop dat de tijden intusschen beter worden. Verder kan men moeilijk ontkennen dat de regeering, in haar beleid om zich tegenover Hitler staande te houden, vele verwachtingen overtroffen heeft, al hebben dan ook Hitler en de omstandigheden niet onverdienstelijk meegeholpen. Deze regeering moge politio- neel eerst heel ongelukkig hebben geopereerd, zooals bleek uit de ongekende stijging van het aantal slachtoffers van den kleinen burger- oorlog in de twee eerste maanden van haar bestaan, tenslotte heeft de stevige vuist van een van haar virtuazen over de wanorde vol komen gezegevierd. Een verdienste van deze regeering was ook het mooie resultaat van Lausanne, dat zij heeft kunnen bereiken omdat zij den moed be zat om concessies te doen die Briining niet zou hebben aangedurfd. Het korte verleden van dit kabinet kan dus wel degelijk op knappe of flinke daden bogen. Verder zijn er gevallen aan te wijzen waar von Papen met veel geluk doorheen is gerold; maar ook dergelijke dingen rekent men niet ten onrechte een regeering tot verdienste. Er ontbreekt echter een vaste lijn in de poli tiek van deze regeering, voorzoover men nog van een bepaalde politiek kan spreken. Maar dit hoeft geen verwondering te wekken. On- gestadig is de Duitsche politiek sedert Bis marck altijd geweest. Zij kon uitmunten door berekening en stevigheid van greep; maar dan bleek menigmaal op den duur met de zenuwen iets niet in orde. Daardoor is ook de neder- laag van Duitschland in de laatsten grooten oorlog zoo zwaar geworden. Een typisch voorbeeld van deze onrust mee- nen wij b.v. op te merken in hetgeen deze week met Von Neurath gebeurd is. De hou- ding van Duitschland tegenover de ontwape- ningsconferentie was, wat men er ook tactisch op aanmerken kon, zoo kraohtig dat zij de wereld merkbaar ge'imponeerd had. Het kwam er nu op aan van het behaalde diplomatieke voordeel voldoende partij te trekken. Von Neurath komt te Geneve, krijgt weer con tact. Het is duidelijk, ondanks de Fransche nota van antwoord op het Duitsche memo randum, dat er te praten zal vallen met de anderen. Beleid kan nu wellicht veroveren wat altijd heel duur blijft als het met geweld ge nomen wordt. Neurath kan dus goed werk doen. Men vraagt hem ook niet overijld weg te gaan. Hij belooft te Berlijn 24 uur verlen- ging van verblijf te vragen. Maar het antwoord is, naar zijn zeggen, dat hij onmiddellijk noo dig is voor een kabinetsraad. Nu is achteraf gebleken, dat hij in die kabinetsraad verslag moest uitbrengen over zijn beleid te Geneve. Men had thuis geen geduld meer gehad. Want wij kunnen niet gelooven dat von Neurath deze tactiek, die hem in een voor zijn gezag moordende positie brengt, zelf zou hebben uitgedacht. Men stelle zich voor dat men Stresemann een etmaal had geweigerd om zijn werk af te maken. Hoe zou hij erop hebben geantwoord! Maar nu trekken in deze kwesties dwingerige Oost Elbisohe vingers, die beter naar andere dingen staan, aan de touwtjes. De heeren ver- trouwen dat gedoe te Geneve, dat zij niet ken- nen, geen steek en tenslotte ook niet de des- kundigheid van Neurath, die blijkbaar niet leider der buitenlandsche politiek, maar tech- nisch dienaar is van heeren in de regeering, machtiger dan hij zelf. Zijn gebieders willen, alsof een volk dat kon, buiten dat vreemde spel blijven. ,,Wat de boer niet kent dat lust hij niet." Als het erop aan komt vertrouwen zij dan nog liever op hun vuisten. Al verlan- gen zij geenszins daarnaar, zij voelen rich daarin tenminste nog altijd meer thuis dan in de diplomatie. Zijn zij de resultaten, die dit systeem ten slotte in 1918 heeft opgeleverd, geheel ver- geten Neen, dat zijn zij toch niet. Dat blijkt uit de nu juist begonnen rondreis der onderhan delaars. In 1917 heeft men de waarschuwin- gen, die op gevaren van nog neutrale zijde wezen, in den wind geslagen toen men den onbeperkten duikbootoorlog eindelijk afkon- digde. De waarschuwers hebben gelijk gekre gen. De Europeesche neutralen schikten rich, maar Amerika mengde zich op voor Duitsch land noodlottige wijze in het pleit. Nu is men voorrichtiger. De agrariers eisehen een politiek, die op autarkie aan- streeft. Allerlei bevoegde beoordeelaars en vooral de zeer geschrokken nijverheid waar- schuwen uit alle macht. Invloed van openbare meening en parlement bestaat echter niet meer. Bepaalde van ouds bekende machten te Berlijn beslissen. Men koketteert met de wijs- heid van ,,deskundigen" van Hitler, die de boksersleer van een van de buitenwereld los- gemaakt Duitschland verkondigen. Een Neu rath, die zich uit Geneve terug liet comman- deeren, moet daartegen machteloos zijn. Dat zijn ook de knappe vakministers van finan- cien en economie. Von Papen zelf kan tegen den stroom niet op. Voor generaal von Slei- cher moet het vraagstuk eenvoudig zijn: autarkie maakt Duitschland onafhankelijk van buitenlandschen invoer in geval vein oor log. Dat dergelijke berekeningen van voor 1914 jammerlijk hebben gefaald en de pro- ductie van Duitschland eer verzwakt dan ver- sterkt hebben, wat het Duitsche volk zelfs na 1918 nog bittere jaren heeft berokkend, is blijkbaar minder goed opgeteekend dan tech- nisoh militaire ervaringen in den oOrlog op- gedaan. Want ten opzichte daarvan zal men de ondervinding perfect hebben verwerkt. Nu echter is er e£n vooruitgang waar te nemen. Berlijn gelooft niet meer zoo grif als in 1917 dat de naburige landen zich bij deze militaire-agrarische handelspolitiek met be- rusting zullen neerleggen. De stemmen van de waarschuwers zijn dezen keer niet geheel als die van roependen in de woestijn. Men zendt, zooals Mozes eens deed met de twaalf verspieders van Jozua en Kaleb, een commis- sie uit om in vreemde landen te verkennen wat zij bereid zijn te verdragen. Eerst daar na zullen de quota's worden vastgesteld. Het is zaak voor onze onderhandelaars en ook voor onze openbare meening geen oogen blik te vergeten dat datgene wat wij thans zouden verzuimen te verdedigen, voorgoed verloren zal zijn, of omdat het den buit zal vormen waarom het te doen is, of omdat het zal worden gebruikt als concessie aan landen die vervolgens zullen worden bezocht en die vaster op hun stuk zouden staan dan wij.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 5