1 ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Eerste Blad. OE VIERDE SEPTEMBER Trage handen en slappe knieen. No. 8886 VRIJOAG 9 SEPTEMBER 1932 72e Jaargang. FEUILLETON ~~BINNENLAND Autoschool van Gent v£- 53) M&atmman i i ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSOHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRI-IDAGAVOND. HINDERWET. AVONTURENROMAN door PETER BARON. (Nadruk verboden.) Vervolg.) ,,Zou ik mogen weten, hoe je achter mijn identiteit kwam?" vroeg hij heesch. „Is t noodig, dat we daar op ingaan?" pareerde Gerald. ,,Ik weet evenveel van jou, en zelfs meer dan jij van mij weet. Tot op den dag weet je ook waarom mijn vader omkwam?' Deze plotselinge vraag bracht den ander in verbazing. Opnieuw had Gerald dien bitteren toon aangeslagen, en Pressland week een stap achteruit. „Omdat", vervolgde Gerald, ,,hij niet mee wilde doen in den smokkelhandel, dien Chatterton dreef. Hij wist te veel en zij vermoordden hem. Meen je soms, dat ik tegenover dien handel anders ge- stemd ben?" En met woedende blikken keek hij Pressland aan. ,,Om den dood niet!" riep hij hartstoch- telijk uit. „De geheele combinatie, die mijn vader doodde, heb ik verdelgd! Morrel, Lacey, graaf Hugo, Gorrel-Phelps, Ven ning en Chatterton, het heele zoodje, en ik bezweer je, dat ik jou ook naar de an- dere wereld zal jagen! Naisuki is dood, Wally Chatterton is er tusschen uitge- knepen, en jij, je bent machteloos. 't Spel- letje is uit, en ik heb de troeven!" Gerald Wace keek spotlachend naar het boosaardige gezicht tegenover hem. Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN, brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie ter imzage ligt een j verzoek met bijlagen van N.V. TER NEU- ZEN'S VEiEM- EN OVERSDAGBEDRIJF i/o, voorheen Jansen Wagner te Ter Neuzen, om vergunning tot het oprichten van een opslagloods voor kunstmeststoffen op het perceel kadastraal bekend in Sectie K, No.'s 231 en 76. Op Vrijdag 23 Sept. a.s., des namiddags drie uur, zal in het Gemeentehuis gelegen- heid bestaan om bezwaren tegen de inwilli- ging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drle dagen, voor het bovengemelde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake inge- komen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn, zij die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Ter Neuzen, den 8 September 1932. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVUDLE, Secretaris. Er kan van dezen, onzen tijd ontzaglijk veel goeds worden getuigd. Ook zonder dat men vervalt in de fout om nu te gaan overdrijven, en om snorkend te spreken van den ,,enormenvooruitgang op alle gebied, ja, het oog, beide oogen zelfs, goed geopend houdend voor al de moei- lijkheden en bezwaren, die aan het leven in onze dagen verbonden zijn, kan men toch wel dankbaar erkennen, dat wij leven in een goeden tijd. Er is ontzaglijk veel reeds bereikt. Men kan zich wachten voor overdrijving, en behoeft het nog niet als het allerhoogste te beschouwen, dat No. zooveel over den Oceaan is gevlogen, of mejuffrouw-die-en-die over het Engelsch Kanaal is gezwommen, om toch wel toe te stemmen, dat er op allerlei gebied een groote vooruitgang valt te constateeren. leder onzer zal toestemmen, dat onze voorouders niet zouden weten hoe zij het hadden, als zij ook maar even ons leven van elken dag van nabij mochten gade- slaan. Het is nog niet zoo erg lang ge- leden, dat wij van de hand van Prof. Casimir een enthousiast artikel lazen, waarin deze bekende paedagoog nu eens geen .laudator temporis acti", geen lof- redenaar op den goeden ouden tijd", maar een prijzer van den huidigen tijd zich betoonde. De professor wees in dat artikel onder meer al onze gemakken, die ons heel den dag het leven veraange- namen en zoo recht comfortabel maken, en het was zeker goed, en het kan ook nu nog zijn nut hebben, dat zulke dingen eens worden gezegd en geschreven, al zal er weinig moeite hoeven te worden gedaan om nu dadelijk daarna en daarnaast ook te erkennen: dat het menschdom in zijn geheel door en met al dat goede nog niet zoo erg is gebaat. Wij werken tegenwoordig korter en veiliger en zeker ook gemakkelijker. Welke werkman moet nog uren loopen voor hij de fabriek heeft bereikt, waar hij voor dag en dauw al aan het werk moet, om dan s avonds na een langen en slecht betaalden dag weer naar huis terug te keeren? Dat alles is grootendeels voorbij. Nette autobussen of aparte treinen bren gen de Werkwilligen naar de terreinen, waar zij mogen arbeiden. Het werk be- gint nooit meer vroeg en zeker niet te vroeg, het eindigt nooit meer laat en zeker nooit te laat; wordt er overwerk verlangd en kan het, soms met groote moeite. wor den toegestaan, dan wordt het dubbel, soms zelfs driedubbel betaald! Neen er is op dit punt ontzaglijk veel verbeterd; wij herinneren nog even aan de schafturen, hoe die tegenwoordig veelal worden doorgebracht in een keurig, daarvoor op- zetteiijk ingericht, ontspanningslokaal; waar van allerlei te krijgen is, en zoo zou er zoo heel veel meer nog te noemen zijn op het gebied van beveiliging en verzeke- ring, van verzorging bij invaliditeit, inzake vacantieregeling, enz. Wij leven wel in een zeer goeden tijd. Maar nu de keerzijde kunnen zij ook werken, die o zoo gaarne willen arbeiden? Hoeveel ouderen zien zich veel te vroeg reeds op straat gezet, en hoeveel jongeren kunnen maar met geen geweld aan den slag komen. Wat is het ontzettend ver- drietig om het aan te zien, hoe dag-in, dag-uit honderden, ja duizenden, maar voorttobben, soms geplaatst bij een werk- verschaffing, waar zij in het geheel zich niet op hun plaats gevoelen, of over- geleverd aan de noodzakelijkheid van het dagelijksche „stempelen" met al den aan- kleve van dien. Neen, laat hij, die den tengenwoordigen tijd prijst en looft, zijn lied vooral wat lager zetten en niet te veel fanfares er bij geven; deze tijd, die zoo mooi kon zijn, is voor talloos velen een periode van beproeving en bezoeking; zij merken tot hun" spijt en verbittering, helaas maar al te weinig van al die voor- treffelijkheden van den tegenwoordigen tijd! Wij zagen in een Engelsch „humo- ristisch" blad een illustratie, die zeker niet humoristisch bedoeld kon zijn, keurig gezin, in een zeer nette en knusse om- geving: een jongen vader, een aardig moedertje, en een kleine meid. De vader zat vrij mismoedig bij de tafel achter een krant, en het kind zei tegen de rondtrip- pelende moeder: ,,Fijn toch, Mam, dat we Paps nu den heelen dag bij ons thuis hebben". Is dat niet treffend gezegd? Ligt er niet ontzaglijk veel smart en diepe ,,Ben je er zoo von overtuigd, dat jij alle troeven nog hebt?" vroeg Pressland, doodbedaard, als iemand, die betrapt is en dit weet. ,,Zoo overtuigd, dat je nog denkt te ontsnappen? 't Komt me voor, vriend moordenaar, dat je wel te veel weet om je leven hoog te laten verzekeren bij de een of andere levensverzekering!" Gerald grijnslachte. ,,Ga je gang dan maar", noodigde hij hem spottend uit. ,,'n Revolver heb je in je handen; aebruik ze!" Zijn eigen zak puilde onheilspellend uit. ,,'t Is een vlug- ge manier, maar een anonyme brief aan de politie is een veiliger weg, nietwaar, mr. Pressland?" Pressland. die bij dit schampere gezeg- de aarzelde, scheen de mogelijkheden te overwegen om die kans te wagen en er op die manier goed en wel tusschen uit te komen. En toen hij de oogen van den ander weer ontmoette, wist mr. Pressland, dat een aanslag van hem onzinnig zou zijn, te meer nog, wijl 't gelijk stond aan zelf- moord. De gordijnen bij het raam wuifden zachtjes op en neer. Misschien door den wind? Dan! zonder meer stiet Pressland een snijdenden gilkreet uit en sloeg voor de verbaasde oogen van den moordenaar wijd uit en viel voorover op zijn gezicht. Roerloos bleef de moordenaar in zijn stoel zitten, terwijl hij z'n blikken als be- tooverd op de beweginglooze gedaante aan zijn voeten vestigae. De revolver was Pressland uit de hand gevallen en hij zelf lag in zijn voile lengte met z'n gezicht naar beneden op het vloerkleed. Van tusschen zijn schouderbladen stak het lange heft van een mes naar boven, een groenkleurig heft, dat veel geleek op een kattenkop, een kattenkop met oogen van een draak, die leelijk grijnsden. tragiek achter zoo'n zeggen van zoo'n meiske? En daarom, nog eens: wij leven dezen tijd niet al te sterk, maar wie en wat we ook en zeker niet kunnen loven, dat is de menschheid van den tegenwoordigen tijd, en de geestesgesteldheid van die men- j schen. Wij bedoelen daarmede natuurlijk geen kwaad te zeggen van de werkloo- zen. Laten wij dadelijk voluit en open- hartig hier verklaren: van deze menschen kunnen wij erg veel hebben, en zij moeten onzes inziens ook met heel veel teerheid en omzichtigheid en geduld worden be- handeld. Zeker, die met deze lieden of met hun gezinnen te maken krijgt, zal goed doen zich in te denken in hun om- standigheden en gevoelens; dan zal men hun tot een zegen of althans niet tot een sta-in-den-weg kunnen zijn. Neen, als wij nu hier de vinger willen leggen bij een zwakheid en gebrek van de menschen van den tegenwoordigen tijd, dan bedoe len wij die gelukkig toch altijd nog vrij talrijke schare van menschen, die wel werk hebben en volop brood en voedsel voor hun kroost, die menschen, die van 't jaar vacantie hebben gehad, en die nu misschien weer aan het werk zijn gegaan, en wien wij allereerst zouden willen toe- roepen: zie toch uw werk vooral als een grooten zegen; wees er toch dankbaar voor, en erken en waardeer uw voor- rechten! Maar wat is er tegenwoordig veel slap- heid en traagheid! Er is kracht genoeg. Dat blijkt keer op keer, dat blijkt op het sportterrein en op het voetbalveld, dat blijkt ook wel als er maar liefhebberijen worden nageiaagd of beoefend, maar wat zijn wij alien tegenwoordig vaak traag, als gedaan moet .worden de plicht en dat- gene, wat het eerst voor de hand ligt, en slap, als er moedig moest worden ge- staan en gestreden. Wij denken aan de weinige moeite, die veel jongeren zich geven, om eens, op wat voor gebied ook, iets meer te doen dan direct plicht is of eisch. Wat een gejaag om maar weer vrij te komen, als de klok nog niet eens koud is, wat en middeltjes en smoesjes worden er bedacht en verzonnen om er tusschen- uit te komen, als iets meer zou worden gevraagd misschien dan letterlijk de om- schreven taak was! Wie doet er iets meer dan werkelijk moet? Hoe nauw nemen wij het, als onze rechten worden uit- of nage- cijferd, en hoe weinig nauw, als het over plichten gaat! Wij noemen een ander voorbeeld: de frappante actie tegen het Rapport-Welter. Wij verdedigen dat rapport hier niet en nergens. Maar laten wij toch ook niet vergeten: het is nog maar een rapport, het zijn plannen, het zijn lijnen. Er is indertijd geaarzeld blijkbaar met de pu- blicatie; wij kunnen ons die aarzeling nu wel heel goed indenken. Dit rapport moet nog door de Regeering worden omgezet in voorstellen en daden. Intusschen zijn half- of onbevoegden alom in den lande bezig om lawaai te maken tegen onder- Gerald trok uit zijn zak zijn hand, die een revolver vasthield. „Ik geef je drie tellen om van achter dat gordijn vandaan te komen", zei hij met n hoog geluid. ,,Een twee De gordijnen gingen vaneen en een kleine, 'n grijs gekleede gestalte stapte de kamer door. n Schok doorvoer Gerald Wace. De laatstgekomene was een Japannees! En zijn gezicht was het gezicht van Nai suki! De Japanner maakte een correcte bui- ging voor Gerald, die hem verbluft aan- staarde, en trachtte te gelooven, dat het niet de verrezen doode was. Het was de fapanner, die het stilzwij- gen verbrak. ,,Aanvaard, als ik U vragen mag, de betuiging van mijn innigste leedwezen voor dit ongelukkig samentreffen", sprak hij met z'n liefste stem, „en sta mij toe, dat ik mij aan U voorstel". Hij rekte zich in zijn voile lengte uit en zij op indrukkenden toon: Prins Togo Yama". Hij maakte vervolgens een diepe bul ging, eigen aan de ingeboren hoffelijkheid van zijn volk. Gerald trachtte z'n zinnen bijeen te brengen. ,.Mag ik mij aan uwe Hoogheid voor stellen: Viscount Medway", zei hij iro- nisch. Gerald Wace", verbeterde Prins Togo Yama op koelen toon. „Uitvluchtjes die- nen tot niets. mr. Wace. U heeft niets te vreezen. Met U heb ik niets uit te staan". ..Schijnbaar", merkte Gerald koeltjes op, ,,had U iets te vereffenen met inspec- teur Bryce!" ,,Met mr. Pressland", verbeterde de prins op z'n zelfden zoetigen toon. ,,Uwe Hoogheid is nogal op de hoog- te", gaf Gerald terug. deelen van dit rapport, en natuurlijk: iedereen siddert wel even, als ook maar 'n moment blijkt of gevreesd wordt, dat ook hem of haar zoo'n Damocles-zwaard van korting of inkrimping boven het hoofd zou hangen. Wij hebben indertijd eens gelezen van een leeraars-vergadering op een of andere school, waar men het roerend eens was: er moest belangrijk worden gekort op het huiswerk. Men zou tot stemming over- gaan, welk huiswerk dan alleen nog maar zou worden toegestaan, en men was tevoren er het over eens geworden: dat zou een vak zijn. Men stemde schrifte lijk. Ieder vak kreeg een stem. Elke leeraar hadop zijn eigen vak ge- stemd. Zoo gaat het ook ongeveer nu met die actie inzake het Rapport-Welter. We zijn natuurlijk alien voor bezuiniging. Wij voelen: dat moet met alle geweld! Maar nu komt het er maar op aan: waar en op wat en door wie zal er bezuinigd worden. Wij achten: op alle gebied en op elk salaris kan worden gekort, behalve op het onze. En daar zit dit achter, dat wij slap zijn en traag. Men kan van dezen tijd veel goeds zeggen. Wij hebben het ook gedaan, en wij hadden nog veel meer goeds vrij ge- makkelijk kunnen noemen. Men kan van dezen, onzen tijd ook kwaad zeggen, zonder te vervallen in den toon of het euvel der kwaadsprekerij. Want heel veel menschen zijn traag en slap, zij hebben trage handen en slappe knieen. Er worden middelen gezocht tot ver- betering. Er zijn er die ons stelsels presenteeren, compleet klaar, maar daar huiveren wij nog even voor. Daar zijn er ook, die hun stelsels, eerst zoo mooi en wel-omschreven, reeds aan het bijslijpen zijn. Zij herzien ze, en dat zeggen velen hunner nog niet eens hardop. Er zijn er echter ook, die van geen stelsel het heil verwachten. Die verwachten alleen heil van een veranderde, vernieuwde, ver beterde menschheid. Die voelen, dat ondanks alle teleurstellingen en remmin- gen de handen toch moeten worden gestoken uit de mouw, en de knieen moeten worden opgericht, waar zij er ver- zekerd van zijn, dat God een doel heeft met en een taak heeft voor hun leven: iets te doen, veel te zijn voor hun naaste, en te wandelen ter eere van onzen God! LAG ERE SPOORWEGTARIEVEN. Naar de Tel. vemeemt, heeft de minister van Waterstaat in beginsel goedgekeurd de MIRY STRAAT 10 - Tel. 194.98 Bestuur: FINOULST I. A. D. KORTRIJK: Leiestraat 48 - Tel. 1139 Vraagt prospectus gratis. (Ingez. Med.) ,,Een kleine verklaring is misschien niet overbodigvervolgde de prins. ,,Deze man", en hij wees verachtelijk op Press- land, .heeft de ontzettende misdaad van verraad gepleegd! Zijn onverzadigbare gelddorst was oorzaak van den dood van een, die hem vertrouwde, den dood van een, die mij dierbaar was, mijn broer. En wij, die stammen uit het geslacht van Okyama, wij vergeten, noch vergeven ge- makkelijk". ,,Uw broeder?" vroeg Gerald nieuws- gierig. ,,Bij z'n vrienden bekend als Naisuki", antwoordde de ander, ,,maar voor zijn huis, het oudste huis van Japan, was hij prins Okyama!" 'n Oogenblik lang heerschte er stil- zwijgen. Toen sprak de prins op zachten toon, terwijl hij zijn voet zette op het ontzielde lichaam, dat tusschen hen inlag: ,,Ik denk, dat onze vriend nu het leven wel heeft verlaten. Zoo is 't goed. Mijn hand heeft haar vastheid nog niet verloren en dit aas gaat terug naar ae belt, waar 't vandaan kwam!" Onderzoekend keek hij Gerald Wace aan. Mr. Wace", zei hij tenslotte, ,,uw weg en mijn weg kunnen niet naast elkander loopen. t Westen ziet in opium slechts het verderfelijke tuig, dat iemands aestel ondermijnt, een verdoovingsmiddel, dat de mensch in 't stof doet knielen, ja, tot beesten verlaagt. Wij, in 't Oosten, zien er slechts het zaadje in, dat ons vergetel- heid brengt voor datgene wat we ons niet meer willen herinneren, en dat geluk brengt aan den ongelukkige. Een kort- stondige vergetelheid van de bitterheden van het aardsche; zoete droomen, die ons al wat laag is, voor enkele uren doen ver geten. Uw vader stierf wijl hij zich tegen onze leering verzette. Ik betuig U mijn leedwezen, maar veranderen doe ik mijn plannen van de directie der Nederlandsehe spoorwegen, om over te gaan tot een alge- rmeene tariefsverlaging voor het vervoer per spoor. iBij informatie te bevoegder plaatse deelde men mede, dat momenteel nog niets te zeg gen valt over de wijze, waarop die verlagrng zal geschieden en evenmin over het tijdstip, waarop de in te voeren verlaging zal ingaan. De Nederlandsehe Spoorwegen beginnen thans miet de uitwerking der plannen, welke aan een nadere bestudeering zullen moeten wor den onderworpen, alvorens men tot eenige definitieve maatregelen zal kunnen overgaan. Zondag 11 September, om 9 uur voormiddag HEROPENING van den Zondagleergang inge richt door de alomgekende GENTSCHE AUTOSCHOOL (bestuurder R. Mortier) over de werking, storingen en onderhoud der automobielorganen in het gewoon lokaal: Zaal Gaumont, Groote Markt Volgt proef- les kosteloos! (Ingez. Med.) BESCHERMING VAN DE NEDERL. ARBEIDSMARKT. Naar de Msb. vemeemt ligt op het departe- ment van Binnenlandscbe Zaken een wets- ontwerp gereed op het in dienst nemen van vreemde arbeidskrachten. De bedoeling van dit ontwerp is buitenlan- ders te weren uit die takken van bedrijf, waar- voor voldoende Nederlandsehe arbeidskrach ten beschikbaar zijn, teneinde aldus de werk- ioosheid onder de Nederlandsehe arbeiders zooveel mogelijk tegen te gaan. De regeling welke in het wetsontwerp wordt voorgesteld is zoo, dat voor het in dienst nemen van vreemde arbeidskrachten in bepaalde bedrijven vergunning noodig is, welke door de Kroon moet worden verleend. De bedoeling is, dat het wetsontwerp reeds op 1 Januari a.s. in werking zal treden. DE NOOD VAN DEN MIDDENSTAND. Men schrijft ons: Over de heerschendie crisis, de huidige ma laise behoeven we stellig niet meer uit te weiden, en zeker niet over wat de slechte tijdsomstandigheden voor land en volk be- teekenen. Wij alien zijn er van overtuigd, dat voor alle groepen der bevolking de toestand verre van rooskleurig is. Het is begrijpelijk, dat maatregelen zijn genomen tot steun van land- en tuinbouw, veeteeilt, scheepvaart, enz. Maar aan den middenstand, die nog niet zoo hecht georga- niseerd is, heeft bijna nog niemand gedacht. Hoezeer ook de middenstand gevangen zlt in den greep der malaise, is gehleken uit het telegram, dat door den georganiseerden mid denstand werd gezonden aan de Regeering, en uit de noodkreten, die door den handeldrijven- den en klein-industrieelen in een verarmd ge bied als Twente worden geslaakt. Inderdaad zal niemand ontkennen, dat er over het algemeen tie weinig rekening ge- houden wordt met den middenstand. Maar niet alleen wordt praktisch geen enkele maatregel getroffen, die reohtstreeks in het belang van deze groep van nijveren strekt, neen, de mid denstand wordt zelfs getroffen door wette- lij'ke maatregelen en Koninklijke besluiten, die vele middienstandsbedrijven eenvoudig met den grond gelrjken maken! Wij doelen in de eerste plaats op de bittere klachten over het winkelsluitingswise. De ellendige conjunctuur werd geen motief ge- denk'beelden niet. Laten we hopen, dat onze paden zich in de toekomst niet zullen kruisen". Gerald bleef zwijgen. De prins ging weer op het venster toe, terwijl hij nog een laatsten blik, waarin de diepste verachting te lezen stond, op z'n slachtoffer wierp. ,,De deur is tot uw dienst". zei de moor denaar hoffelijk. ,,Dank U. Die deel uitmaken van de heilige orde van Bubastes gaan zooals zij komen", zei de prins langzaam, alleen en onbevreesd!" Dan maakt prins Togo Yama een diepe buiging voor Gerald en deze neigde op zijn beurt zijn hoofd naar den prins. Het gordijn bewoog zich zachtjes. Prins Togo Yama was vertrokken. Gerald keek weer naar Pressland. De hoofdvertegenwoordiger had voor zijn bedrog geboet. Hij was gestorven met zijn geheim. In den persoon van inspec- teur Bryce was hij voor Viscount Med way een bedreigina geweest. Dood, en er was geen mensch, die Medway er van zou beschuldigen, dat hij den moordenaar van dienst was geweest. Die goeie Frans! De Wace's spelen onder een hoedje, zoo dacht Gerald. Hij keek op de klok, die op den schoor steenmantel stond. lets over drieen. Het was een zware dag geweest. Met een laatsten blik op Pressland, waarin echter geen medelijden lag, keerde hij zich om en verliet de kamer. De oogen van de groene kat glinsterden in 't duister, en 't leek wel of de kat met graag-loerende blikken naar iets staarde, dat zich vlak over haar tegen den wand bevond. Dat ,,iets" was een kalender. En die kalender gaf als datum van den dag aan: den 28sten October! (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 1