1
ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
OE VIERDE SEPTEMBER
Trage handen en slappe knieen.
No. 8886
VRIJOAG 9 SEPTEMBER 1932
72e Jaargang.
FEUILLETON
~~BINNENLAND
Autoschool van Gent
v£-
53)
M&atmman
i
i
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSOHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRI-IDAGAVOND.
HINDERWET.
AVONTURENROMAN
door
PETER BARON.
(Nadruk verboden.)
Vervolg.)
,,Zou ik mogen weten, hoe je achter
mijn identiteit kwam?" vroeg hij heesch.
„Is t noodig, dat we daar op ingaan?"
pareerde Gerald. ,,Ik weet evenveel van
jou, en zelfs meer dan jij van mij weet.
Tot op den dag weet je ook waarom
mijn vader omkwam?'
Deze plotselinge vraag bracht den
ander in verbazing.
Opnieuw had Gerald dien bitteren
toon aangeslagen, en Pressland week een
stap achteruit.
„Omdat", vervolgde Gerald, ,,hij niet
mee wilde doen in den smokkelhandel,
dien Chatterton dreef. Hij wist te veel
en zij vermoordden hem. Meen je soms,
dat ik tegenover dien handel anders ge-
stemd ben?" En met woedende blikken
keek hij Pressland aan.
,,Om den dood niet!" riep hij hartstoch-
telijk uit. „De geheele combinatie, die mijn
vader doodde, heb ik verdelgd! Morrel,
Lacey, graaf Hugo, Gorrel-Phelps, Ven
ning en Chatterton, het heele zoodje, en
ik bezweer je, dat ik jou ook naar de an-
dere wereld zal jagen! Naisuki is dood,
Wally Chatterton is er tusschen uitge-
knepen, en jij, je bent machteloos. 't Spel-
letje is uit, en ik heb de troeven!"
Gerald Wace keek spotlachend naar
het boosaardige gezicht tegenover hem.
Burgemeester en Wetbouders van TER
NEUZEN, brengen ter openbare kennis, dat
ter Gemeente-Secretarie ter imzage ligt een j
verzoek met bijlagen van N.V. TER NEU-
ZEN'S VEiEM- EN OVERSDAGBEDRIJF i/o,
voorheen Jansen Wagner te Ter Neuzen,
om vergunning tot het oprichten van een
opslagloods voor kunstmeststoffen op het
perceel kadastraal bekend in Sectie K,
No.'s 231 en 76.
Op Vrijdag 23 Sept. a.s., des namiddags
drie uur, zal in het Gemeentehuis gelegen-
heid bestaan om bezwaren tegen de inwilli-
ging van dit verzoek in te brengen en deze
mondeling en schriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drle dagen, voor
het bovengemelde tijdstip, ter Secretarie der
gemeente kennis nemen van de ter zake inge-
komen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
op gevestigd, dat volgens de bestaande
jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd
zijn, zij die niet overeenkomstig artikel 7
der Hinderwet op den bovenbepaalden dag
voor het gemeentebestuur zijn verschenen,
teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Ter Neuzen, den 8 September 1932.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVUDLE, Secretaris.
Er kan van dezen, onzen tijd ontzaglijk
veel goeds worden getuigd. Ook zonder
dat men vervalt in de fout om nu te gaan
overdrijven, en om snorkend te spreken
van den ,,enormenvooruitgang op alle
gebied, ja, het oog, beide oogen zelfs,
goed geopend houdend voor al de moei-
lijkheden en bezwaren, die aan het leven
in onze dagen verbonden zijn, kan men
toch wel dankbaar erkennen, dat wij leven
in een goeden tijd. Er is ontzaglijk veel
reeds bereikt. Men kan zich wachten voor
overdrijving, en behoeft het nog niet als
het allerhoogste te beschouwen, dat No.
zooveel over den Oceaan is gevlogen, of
mejuffrouw-die-en-die over het Engelsch
Kanaal is gezwommen, om toch wel toe
te stemmen, dat er op allerlei gebied een
groote vooruitgang valt te constateeren.
leder onzer zal toestemmen, dat onze
voorouders niet zouden weten hoe zij het
hadden, als zij ook maar even ons leven
van elken dag van nabij mochten gade-
slaan. Het is nog niet zoo erg lang ge-
leden, dat wij van de hand van Prof.
Casimir een enthousiast artikel lazen,
waarin deze bekende paedagoog nu eens
geen .laudator temporis acti", geen lof-
redenaar op den goeden ouden tijd",
maar een prijzer van den huidigen tijd zich
betoonde. De professor wees in dat
artikel onder meer al onze gemakken, die
ons heel den dag het leven veraange-
namen en zoo recht comfortabel maken,
en het was zeker goed, en het kan ook nu
nog zijn nut hebben, dat zulke dingen eens
worden gezegd en geschreven, al zal er
weinig moeite hoeven te worden gedaan
om nu dadelijk daarna en daarnaast ook
te erkennen: dat het menschdom in zijn
geheel door en met al dat goede nog niet
zoo erg is gebaat.
Wij werken tegenwoordig korter en
veiliger en zeker ook gemakkelijker.
Welke werkman moet nog uren loopen
voor hij de fabriek heeft bereikt, waar hij
voor dag en dauw al aan het werk moet,
om dan s avonds na een langen en slecht
betaalden dag weer naar huis terug te
keeren? Dat alles is grootendeels voorbij.
Nette autobussen of aparte treinen bren
gen de Werkwilligen naar de terreinen,
waar zij mogen arbeiden. Het werk be-
gint nooit meer vroeg en zeker niet te
vroeg, het eindigt nooit meer laat en zeker
nooit te laat; wordt er overwerk verlangd
en kan het, soms met groote moeite. wor
den toegestaan, dan wordt het dubbel,
soms zelfs driedubbel betaald! Neen er is
op dit punt ontzaglijk veel verbeterd; wij
herinneren nog even aan de schafturen,
hoe die tegenwoordig veelal worden
doorgebracht in een keurig, daarvoor op-
zetteiijk ingericht, ontspanningslokaal;
waar van allerlei te krijgen is, en zoo zou
er zoo heel veel meer nog te noemen zijn
op het gebied van beveiliging en verzeke-
ring, van verzorging bij invaliditeit, inzake
vacantieregeling, enz. Wij leven wel in
een zeer goeden tijd.
Maar nu de keerzijde kunnen zij ook
werken, die o zoo gaarne willen arbeiden?
Hoeveel ouderen zien zich veel te vroeg
reeds op straat gezet, en hoeveel jongeren
kunnen maar met geen geweld aan den
slag komen. Wat is het ontzettend ver-
drietig om het aan te zien, hoe dag-in,
dag-uit honderden, ja duizenden, maar
voorttobben, soms geplaatst bij een werk-
verschaffing, waar zij in het geheel zich
niet op hun plaats gevoelen, of over-
geleverd aan de noodzakelijkheid van het
dagelijksche „stempelen" met al den aan-
kleve van dien. Neen, laat hij, die den
tengenwoordigen tijd prijst en looft, zijn
lied vooral wat lager zetten en niet te
veel fanfares er bij geven; deze tijd, die
zoo mooi kon zijn, is voor talloos velen
een periode van beproeving en bezoeking;
zij merken tot hun" spijt en verbittering,
helaas maar al te weinig van al die voor-
treffelijkheden van den tegenwoordigen
tijd! Wij zagen in een Engelsch „humo-
ristisch" blad een illustratie, die zeker
niet humoristisch bedoeld kon zijn, keurig
gezin, in een zeer nette en knusse om-
geving: een jongen vader, een aardig
moedertje, en een kleine meid. De vader
zat vrij mismoedig bij de tafel achter een
krant, en het kind zei tegen de rondtrip-
pelende moeder: ,,Fijn toch, Mam, dat
we Paps nu den heelen dag bij ons thuis
hebben". Is dat niet treffend gezegd?
Ligt er niet ontzaglijk veel smart en diepe
,,Ben je er zoo von overtuigd, dat jij
alle troeven nog hebt?" vroeg Pressland,
doodbedaard, als iemand, die betrapt is
en dit weet. ,,Zoo overtuigd, dat je nog
denkt te ontsnappen? 't Komt me voor,
vriend moordenaar, dat je wel te veel
weet om je leven hoog te laten verzekeren
bij de een of andere levensverzekering!"
Gerald grijnslachte.
,,Ga je gang dan maar", noodigde hij
hem spottend uit. ,,'n Revolver heb je in
je handen; aebruik ze!" Zijn eigen zak
puilde onheilspellend uit. ,,'t Is een vlug-
ge manier, maar een anonyme brief aan de
politie is een veiliger weg, nietwaar, mr.
Pressland?"
Pressland. die bij dit schampere gezeg-
de aarzelde, scheen de mogelijkheden te
overwegen om die kans te wagen en er op
die manier goed en wel tusschen uit te
komen.
En toen hij de oogen van den ander
weer ontmoette, wist mr. Pressland, dat
een aanslag van hem onzinnig zou zijn,
te meer nog, wijl 't gelijk stond aan zelf-
moord.
De gordijnen bij het raam wuifden
zachtjes op en neer. Misschien door den
wind?
Dan! zonder meer stiet Pressland
een snijdenden gilkreet uit en sloeg voor
de verbaasde oogen van den moordenaar
wijd uit en viel voorover op zijn gezicht.
Roerloos bleef de moordenaar in zijn
stoel zitten, terwijl hij z'n blikken als be-
tooverd op de beweginglooze gedaante
aan zijn voeten vestigae.
De revolver was Pressland uit de hand
gevallen en hij zelf lag in zijn voile lengte
met z'n gezicht naar beneden op het
vloerkleed.
Van tusschen zijn schouderbladen stak
het lange heft van een mes naar boven,
een groenkleurig heft, dat veel geleek op
een kattenkop, een kattenkop met oogen
van een draak, die leelijk grijnsden.
tragiek achter zoo'n zeggen van zoo'n
meiske?
En daarom, nog eens: wij leven dezen
tijd niet al te sterk, maar wie en wat we
ook en zeker niet kunnen loven, dat is de
menschheid van den tegenwoordigen tijd,
en de geestesgesteldheid van die men-
j schen. Wij bedoelen daarmede natuurlijk
geen kwaad te zeggen van de werkloo-
zen. Laten wij dadelijk voluit en open-
hartig hier verklaren: van deze menschen
kunnen wij erg veel hebben, en zij moeten
onzes inziens ook met heel veel teerheid
en omzichtigheid en geduld worden be-
handeld. Zeker, die met deze lieden of
met hun gezinnen te maken krijgt, zal
goed doen zich in te denken in hun om-
standigheden en gevoelens; dan zal men
hun tot een zegen of althans niet tot een
sta-in-den-weg kunnen zijn. Neen, als
wij nu hier de vinger willen leggen bij een
zwakheid en gebrek van de menschen
van den tegenwoordigen tijd, dan bedoe
len wij die gelukkig toch altijd nog vrij
talrijke schare van menschen, die wel
werk hebben en volop brood en voedsel
voor hun kroost, die menschen, die van
't jaar vacantie hebben gehad, en die nu
misschien weer aan het werk zijn gegaan,
en wien wij allereerst zouden willen toe-
roepen: zie toch uw werk vooral als een
grooten zegen; wees er toch dankbaar
voor, en erken en waardeer uw voor-
rechten!
Maar wat is er tegenwoordig veel slap-
heid en traagheid! Er is kracht genoeg.
Dat blijkt keer op keer, dat blijkt op het
sportterrein en op het voetbalveld, dat
blijkt ook wel als er maar liefhebberijen
worden nageiaagd of beoefend, maar wat
zijn wij alien tegenwoordig vaak traag, als
gedaan moet .worden de plicht en dat-
gene, wat het eerst voor de hand ligt, en
slap, als er moedig moest worden ge-
staan en gestreden. Wij denken aan de
weinige moeite, die veel jongeren zich
geven, om eens, op wat voor gebied ook,
iets meer te doen dan direct plicht is of
eisch. Wat een gejaag om maar weer vrij
te komen, als de klok nog niet eens koud
is, wat en middeltjes en smoesjes worden
er bedacht en verzonnen om er tusschen-
uit te komen, als iets meer zou worden
gevraagd misschien dan letterlijk de om-
schreven taak was! Wie doet er iets meer
dan werkelijk moet? Hoe nauw nemen wij
het, als onze rechten worden uit- of nage-
cijferd, en hoe weinig nauw, als het over
plichten gaat!
Wij noemen een ander voorbeeld: de
frappante actie tegen het Rapport-Welter.
Wij verdedigen dat rapport hier niet en
nergens. Maar laten wij toch ook niet
vergeten: het is nog maar een rapport,
het zijn plannen, het zijn lijnen. Er is
indertijd geaarzeld blijkbaar met de pu-
blicatie; wij kunnen ons die aarzeling nu
wel heel goed indenken. Dit rapport moet
nog door de Regeering worden omgezet
in voorstellen en daden. Intusschen zijn
half- of onbevoegden alom in den lande
bezig om lawaai te maken tegen onder-
Gerald trok uit zijn zak zijn hand, die
een revolver vasthield.
„Ik geef je drie tellen om van achter
dat gordijn vandaan te komen", zei hij
met n hoog geluid. ,,Een twee
De gordijnen gingen vaneen en een
kleine, 'n grijs gekleede gestalte stapte de
kamer door.
n Schok doorvoer Gerald Wace.
De laatstgekomene was een Japannees!
En zijn gezicht was het gezicht van Nai
suki!
De Japanner maakte een correcte bui-
ging voor Gerald, die hem verbluft aan-
staarde, en trachtte te gelooven, dat het
niet de verrezen doode was.
Het was de fapanner, die het stilzwij-
gen verbrak.
,,Aanvaard, als ik U vragen mag, de
betuiging van mijn innigste leedwezen
voor dit ongelukkig samentreffen", sprak
hij met z'n liefste stem, „en sta mij toe,
dat ik mij aan U voorstel".
Hij rekte zich in zijn voile lengte uit en
zij op indrukkenden toon:
Prins Togo Yama".
Hij maakte vervolgens een diepe bul
ging, eigen aan de ingeboren hoffelijkheid
van zijn volk.
Gerald trachtte z'n zinnen bijeen te
brengen.
,.Mag ik mij aan uwe Hoogheid voor
stellen: Viscount Medway", zei hij iro-
nisch.
Gerald Wace", verbeterde Prins Togo
Yama op koelen toon. „Uitvluchtjes die-
nen tot niets. mr. Wace. U heeft niets
te vreezen. Met U heb ik niets uit te
staan".
..Schijnbaar", merkte Gerald koeltjes
op, ,,had U iets te vereffenen met inspec-
teur Bryce!"
,,Met mr. Pressland", verbeterde de
prins op z'n zelfden zoetigen toon.
,,Uwe Hoogheid is nogal op de hoog-
te", gaf Gerald terug.
deelen van dit rapport, en natuurlijk:
iedereen siddert wel even, als ook maar
'n moment blijkt of gevreesd wordt, dat
ook hem of haar zoo'n Damocles-zwaard
van korting of inkrimping boven het hoofd
zou hangen.
Wij hebben indertijd eens gelezen van
een leeraars-vergadering op een of andere
school, waar men het roerend eens was:
er moest belangrijk worden gekort op het
huiswerk. Men zou tot stemming over-
gaan, welk huiswerk dan alleen nog maar
zou worden toegestaan, en men was
tevoren er het over eens geworden: dat
zou een vak zijn. Men stemde schrifte
lijk. Ieder vak kreeg een stem. Elke
leeraar hadop zijn eigen vak ge-
stemd.
Zoo gaat het ook ongeveer nu met die
actie inzake het Rapport-Welter. We zijn
natuurlijk alien voor bezuiniging. Wij
voelen: dat moet met alle geweld! Maar
nu komt het er maar op aan: waar en op
wat en door wie zal er bezuinigd worden.
Wij achten: op alle gebied en op elk
salaris kan worden gekort, behalve op het
onze. En daar zit dit achter, dat wij
slap zijn en traag.
Men kan van dezen tijd veel goeds
zeggen. Wij hebben het ook gedaan, en
wij hadden nog veel meer goeds vrij ge-
makkelijk kunnen noemen.
Men kan van dezen, onzen tijd ook
kwaad zeggen, zonder te vervallen in den
toon of het euvel der kwaadsprekerij.
Want heel veel menschen zijn traag en
slap, zij hebben trage handen en slappe
knieen.
Er worden middelen gezocht tot ver-
betering. Er zijn er die ons stelsels
presenteeren, compleet klaar, maar daar
huiveren wij nog even voor. Daar zijn
er ook, die hun stelsels, eerst zoo mooi en
wel-omschreven, reeds aan het bijslijpen
zijn. Zij herzien ze, en dat zeggen velen
hunner nog niet eens hardop. Er zijn
er echter ook, die van geen stelsel het
heil verwachten. Die verwachten alleen
heil van een veranderde, vernieuwde, ver
beterde menschheid. Die voelen, dat
ondanks alle teleurstellingen en remmin-
gen de handen toch moeten worden
gestoken uit de mouw, en de knieen
moeten worden opgericht, waar zij er ver-
zekerd van zijn, dat God een doel heeft
met en een taak heeft voor hun leven: iets
te doen, veel te zijn voor hun naaste, en
te wandelen ter eere van onzen God!
LAG ERE SPOORWEGTARIEVEN.
Naar de Tel. vemeemt, heeft de minister
van Waterstaat in beginsel goedgekeurd de
MIRY STRAAT 10 - Tel. 194.98
Bestuur: FINOULST I. A. D.
KORTRIJK: Leiestraat 48 - Tel. 1139
Vraagt prospectus gratis.
(Ingez. Med.)
,,Een kleine verklaring is misschien niet
overbodigvervolgde de prins. ,,Deze
man", en hij wees verachtelijk op Press-
land, .heeft de ontzettende misdaad van
verraad gepleegd! Zijn onverzadigbare
gelddorst was oorzaak van den dood van
een, die hem vertrouwde, den dood van
een, die mij dierbaar was, mijn broer. En
wij, die stammen uit het geslacht van
Okyama, wij vergeten, noch vergeven ge-
makkelijk".
,,Uw broeder?" vroeg Gerald nieuws-
gierig.
,,Bij z'n vrienden bekend als Naisuki",
antwoordde de ander, ,,maar voor zijn
huis, het oudste huis van Japan, was hij
prins Okyama!"
'n Oogenblik lang heerschte er stil-
zwijgen.
Toen sprak de prins op zachten toon,
terwijl hij zijn voet zette op het ontzielde
lichaam, dat tusschen hen inlag: ,,Ik denk,
dat onze vriend nu het leven wel heeft
verlaten. Zoo is 't goed. Mijn hand heeft
haar vastheid nog niet verloren en dit aas
gaat terug naar ae belt, waar 't vandaan
kwam!"
Onderzoekend keek hij Gerald Wace
aan.
Mr. Wace", zei hij tenslotte, ,,uw weg
en mijn weg kunnen niet naast elkander
loopen. t Westen ziet in opium slechts
het verderfelijke tuig, dat iemands aestel
ondermijnt, een verdoovingsmiddel, dat de
mensch in 't stof doet knielen, ja, tot
beesten verlaagt. Wij, in 't Oosten, zien
er slechts het zaadje in, dat ons vergetel-
heid brengt voor datgene wat we ons niet
meer willen herinneren, en dat geluk
brengt aan den ongelukkige. Een kort-
stondige vergetelheid van de bitterheden
van het aardsche; zoete droomen, die ons
al wat laag is, voor enkele uren doen ver
geten. Uw vader stierf wijl hij zich tegen
onze leering verzette. Ik betuig U mijn
leedwezen, maar veranderen doe ik mijn
plannen van de directie der Nederlandsehe
spoorwegen, om over te gaan tot een alge-
rmeene tariefsverlaging voor het vervoer per
spoor.
iBij informatie te bevoegder plaatse deelde
men mede, dat momenteel nog niets te zeg
gen valt over de wijze, waarop die verlagrng
zal geschieden en evenmin over het tijdstip,
waarop de in te voeren verlaging zal ingaan.
De Nederlandsehe Spoorwegen beginnen thans
miet de uitwerking der plannen, welke aan
een nadere bestudeering zullen moeten wor
den onderworpen, alvorens men tot eenige
definitieve maatregelen zal kunnen overgaan.
Zondag 11 September, om 9 uur voormiddag
HEROPENING van den Zondagleergang inge
richt door de alomgekende GENTSCHE
AUTOSCHOOL (bestuurder R. Mortier) over
de werking, storingen en onderhoud der
automobielorganen in het gewoon lokaal:
Zaal Gaumont, Groote Markt Volgt proef-
les kosteloos!
(Ingez. Med.)
BESCHERMING VAN DE NEDERL.
ARBEIDSMARKT.
Naar de Msb. vemeemt ligt op het departe-
ment van Binnenlandscbe Zaken een wets-
ontwerp gereed op het in dienst nemen van
vreemde arbeidskrachten.
De bedoeling van dit ontwerp is buitenlan-
ders te weren uit die takken van bedrijf, waar-
voor voldoende Nederlandsehe arbeidskrach
ten beschikbaar zijn, teneinde aldus de werk-
ioosheid onder de Nederlandsehe arbeiders
zooveel mogelijk tegen te gaan.
De regeling welke in het wetsontwerp
wordt voorgesteld is zoo, dat voor het in
dienst nemen van vreemde arbeidskrachten
in bepaalde bedrijven vergunning noodig is,
welke door de Kroon moet worden verleend.
De bedoeling is, dat het wetsontwerp reeds
op 1 Januari a.s. in werking zal treden.
DE NOOD VAN DEN MIDDENSTAND.
Men schrijft ons:
Over de heerschendie crisis, de huidige ma
laise behoeven we stellig niet meer uit te
weiden, en zeker niet over wat de slechte
tijdsomstandigheden voor land en volk be-
teekenen. Wij alien zijn er van overtuigd, dat
voor alle groepen der bevolking de toestand
verre van rooskleurig is.
Het is begrijpelijk, dat maatregelen zijn
genomen tot steun van land- en tuinbouw,
veeteeilt, scheepvaart, enz. Maar aan den
middenstand, die nog niet zoo hecht georga-
niseerd is, heeft bijna nog niemand gedacht.
Hoezeer ook de middenstand gevangen zlt in
den greep der malaise, is gehleken uit het
telegram, dat door den georganiseerden mid
denstand werd gezonden aan de Regeering, en
uit de noodkreten, die door den handeldrijven-
den en klein-industrieelen in een verarmd ge
bied als Twente worden geslaakt.
Inderdaad zal niemand ontkennen, dat er
over het algemeen tie weinig rekening ge-
houden wordt met den middenstand. Maar niet
alleen wordt praktisch geen enkele maatregel
getroffen, die reohtstreeks in het belang van
deze groep van nijveren strekt, neen, de mid
denstand wordt zelfs getroffen door wette-
lij'ke maatregelen en Koninklijke besluiten, die
vele middienstandsbedrijven eenvoudig met den
grond gelrjken maken!
Wij doelen in de eerste plaats op de bittere
klachten over het winkelsluitingswise. De
ellendige conjunctuur werd geen motief ge-
denk'beelden niet. Laten we hopen, dat
onze paden zich in de toekomst niet zullen
kruisen".
Gerald bleef zwijgen.
De prins ging weer op het venster toe,
terwijl hij nog een laatsten blik, waarin de
diepste verachting te lezen stond, op z'n
slachtoffer wierp.
,,De deur is tot uw dienst". zei de moor
denaar hoffelijk.
,,Dank U. Die deel uitmaken van de
heilige orde van Bubastes gaan zooals zij
komen", zei de prins langzaam, alleen en
onbevreesd!"
Dan maakt prins Togo Yama een diepe
buiging voor Gerald en deze neigde op
zijn beurt zijn hoofd naar den prins.
Het gordijn bewoog zich zachtjes.
Prins Togo Yama was vertrokken.
Gerald keek weer naar Pressland.
De hoofdvertegenwoordiger had voor
zijn bedrog geboet. Hij was gestorven met
zijn geheim. In den persoon van inspec-
teur Bryce was hij voor Viscount Med
way een bedreigina geweest. Dood, en
er was geen mensch, die Medway er van
zou beschuldigen, dat hij den moordenaar
van dienst was geweest. Die goeie Frans!
De Wace's spelen onder een hoedje, zoo
dacht Gerald.
Hij keek op de klok, die op den schoor
steenmantel stond.
lets over drieen.
Het was een zware dag geweest. Met
een laatsten blik op Pressland, waarin
echter geen medelijden lag, keerde hij zich
om en verliet de kamer.
De oogen van de groene kat glinsterden
in 't duister, en 't leek wel of de kat met
graag-loerende blikken naar iets staarde,
dat zich vlak over haar tegen den wand
bevond. Dat ,,iets" was een kalender.
En die kalender gaf als datum van den
dag aan: den 28sten October!
(Wordt vervolgd.