ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN
Eerste Blad.
Micha ben Jimla.
DE VIERDE SEPTEMBER
8874
VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1932
72e J a ar gang,
FEUILLETON
BINNENLAHD
ii.
AVONTURENROMAN
door
ENSGH
iVRlWi B:imen Ter Neuzen 1.40 per 3 maanden - Bulten Ter Neuzen
r>pr cost ISO per 3 maanden - Bij voorultbetaling fr. per post /6.60 per jaar -
Voor Beigie en Amerlka 2,25, overlge lan den /2,60 per 3 maanden fr. per post -
A o-jnnementen voor bet bultenland alleen bfl vocruitbetaling.
GIRO S8150 TELEFOON No. 23.
r»tg*ef»ter: Flrma P. J. VAN DE 8ANDB.
ADVERTENTMN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f
Grootere letters en cllchd's worden naar plaatsrulmte berekend.
Handelsadvertentign by regelabonnement tegen venninderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrggbaar is. Inzending van advertentien liefst e6c dag voor de nitgave
DIT BLAD VERSCHUNT HBDEREN MAANDAG-, VVOENSDAG- en VRIJDAGA\ ONTi
Achab, hoever hij ook van Josafat,
Juda s koning, moge af staan, begrijpt
toch maar heel goed, waar het Josafat om
te doen is. Hij heeft profeten bij honde/-
den, maar hij heeft voor deze menschen
zelf maar matig respect. Hij is te verstan-
dig, om deze lieden niet te doorzien; hij is
te politiek, om niet te begrijpen, dat het
bij hen politiek is en niets dan politiek.
Hij betaalt hen te goed en hij zorgt te
goed voor deze, zijn mannetjes, om niet
te begrijpen, dat het bij hen gaat: ,,voor
wat" ,,hoort wat", waardoor al hun advie-
zen nu vrijwel waardeloos zijn. Watzijden
koning bij deze of gene gelegenheid voor-
zetten, is niets anders dan een echo van
zijn eigen stem en geluid; zij zeggen al-
tijd ,,ja", zij zijn altijd tot zijn dienst, zij
komen hem steeds in het gevlei. Neen,
als Josafat vraagt naar een profeet van
Jehovah, dan bedoelt die kinderlijke
koning van Juda zoo iemand als... Micha.
den zoon van Jimla, maar dat is een man,
waar hij, Achab, niets van hebben moet,
dat is een man, die altijd in de contramine
is, een man, die nooit eens iets goed vindt,
die altijd afraadt, en die altijd afkeurt, en
die daarom al lang in ongenade is geval-
len gesteld, dat men zeggen mocht,
dat zoo iemand ooit in de gunst had ge-
staan bij een machthebber en gebieder als
Achab
Achab zelf noemt Micha s naam. Het
is de zoon van Jimla, maar Achab wil er
dadelijk bij zeggen: hij haat dien man, hij
moet niets van hem hebben, want hij pro-
feteert nu letterlijk nooit eens iets goeds:
het is altijd kwaad, waar hij mede aan-
komt. Deze eigenaardige omschrijving is
juist in staat Josafat's belangstelling te
prikkelen. Als Achab iemand op die wijze
typeert, dan moet dat wel de gevraagde
persoon zijn. Josafat zet dus door, tegen
Achab in, hij verlangt dien Micha te zien
en te hooren. En Achab is een te goed
gastheer, en de dag is te mooi, en de stem
ming is te goed om vandaag te kunnen
of te durven weigeren. Micha, de zoon
van Jimla, wordt dus gezocht en gehaald.
Intusschen duurt dat een poosje. Men
schen als deze Micha staan niet elk
oogenblik den menschen ten dienste. De
ware, echte profeten staan niet te ont-
bieden als een brandspuit in een of andere
kazerne elk oogenblik gereed om uit
te rukken en water te geven. Er is dus
een pauze, en... 'n beetje 'n vervelende
pauze. Dergelijke intermezzo's kan men
op een mooien feestdag eigenlijk niet heb
ben; op een zoodanig tusschenvoorval is
ook door de menschen, die het program-
ma voor de feestelijkheden in elkaar had-
den gezet, niet gerekend. Maar er is er
een, die een held is in het opvullen van
pauzes. een man, die altijd raad weet, en
die nooit verlegen staat. De beide konin-
qen, in vol ornaat, zitten daar elk op
zijn troon ,,aan de deur der poort van
Samaria". En voor hen staat die groote
schare van vierhonderd regeeringsprofe-
ten, die daareven als uit een mond hun
gunstig advies hebben afgegeven. Een
van deze profeten is No. 1, heel echt, en
vanzelfsprekend: Zedekia, de zoon van
Kenaana. Dit is een man, die het profeet-
zijn verstaat, dat wil zeggen: hij begrijpt,
wat de menschen verlangen. De groote
massa wil niet alleen hooren, neen, zij wil
ook zien. De groote massa hoort slecht;
maar als men het hun laat zien, dat helpt,
dat gaat er in. En zoo begrijpt deze
Zedekia dan ook, dat er iets moet wor
den vertoond. Hij heeft zich in de gau-
wigheid ijzeren horens voorgebonden aan
het hoofd, en daar loopt hij mee rond als
een dolle stier in een arena. Dan botst
hij tegen dezen op, en dan tegen genen,
hij springt en hij rolt en hij raast en hij
danst, en het publiek leeft er in mede, en
koning Achab heeft er schik in: t is toch
een lust om dergelijke menschen tot je be-
schikking te hebben, en de pauze wordt
wonder-goed opgevuld. Het ,,optreden
van Zedekia, den zoon van Kenaana,
heeft de algemeene bewondering, en het
zet nog kracht bij aan zijn en der anderen
advies: Alzoo zult gij de Syriers stooten,
totdat gij hen gansch verdaan zult heb
ben Nu is toch wel de laatste twijfel
verdwenen, wie nu nog vreest zou zijn
lafheid te duidelijk toonen. En al de
regeeringsprofeten stemmen luide mee in,
en het wordt een nog al maar aanzwellend
geroep: ,,Trek op naar Ramoth in Gilead,
en gij zult voorspoedig zijn, want de Heer
zal hen in de hand des konings geven."
Is het niet precies dezelfde manier, waar-
op men in later jaren ten strijde is getrok-
ken, ja, waar al niet heen, naar Indie, via
Egypte denk maar aan Napoleon
of naar Parijs of Berlijn, en nooit werd
echt het doel bereikt Maar de leuzen
waren schoon, en de schijn was mee
Intusschen wordt Micha, de zoon van
Jimla, gevonden -wie weet, waar hij
vertoefde Maar de hoveling, die hem
is gaan roepen, is heel hoffelijk in zijn
advies. Uiterst vriendelijk wordt het
Micha aangeraden: laat nu vandaag eens
niet tegen zijn; laat hi] nu ook eens guns-
tig adviseeren. ,,Zie toch, de woorden der
profeten zijn uit een mond goed tot den
koning; dat toch uw woord zij gelijk als
het woord van een uit hen, en spreek het
goede". Maar met zulke adviezen, hoe
goed ook bedoeld, moet men bij Micha
niet aankomen. Micha weet maar een
ding; hij wil en zal alleen spreken dat-
gene, wat de Heer hem zeggen zal. Hij
vraagt Gods stem, Gods woord, Gods wil,
en niets anders dan dat.
Eindelijk staat daar Micha dan voor de
beide koningen. En wij moeten erkennen;
Achab steit hem de vraag zoo neutraal
mogelijk: wat denkt Micha er van: zal
men tegen Ramoth in Gilead ten strijde
trekken, of zal men dat nalaten Micha
denkt geen oogenblik na. Zijn advies
volgt onmiddellijk cp de hem gestelde
vraag. Hij is vandaag ook geheel en al.
op de hand van de machthebbers. Laat
Achab gerust gaan, hij zal voorspoed heb
ben, hij zal zijn doel bereiken
Eigenaardig: dit schijnbare toegeven,
dit den-koning-naar-den-mond praten bij
Vlicha. Maar overigens: wat kan men nu
meer verlangen Allen zijn het vandaag
nu eens zelfs Micha, die anders nooit
iets goed vindt, en die altijd bezwaren
leeft of maakt, is op de hand van den
coning. Micha is het eens met de vier-
londerd regeeringsprofeten. Het is te
mooi om waar te zijn.
En nu is Achab heel merkwaardig
de eerste, die de stilte vexbreekt, en die
met bezwaren komt. Hij vertrouwt het
niet recht. Die overeenstemming#is te
mooi, daar moet wel iets aan mankeeren,
daar moet iets aan haperen, en Achab
richt dus tot Micha de vraag: „Tot hoe
vele reizen zal ik u bezweren, opdat gij
tot mij niet spreekt dan alleen de waar-
heid, in den naam des Heeren Achab,
hoe ver hij ook mag zijn afgeweken, hij
voelt toch nog heel goed, ddt er iets niet
in den haak is. En dan komt Micha los.
Profeteeren, echt profeteeren is: los-
comen, buiten zichzelf treden, Gods
woord spreken, dat ingaat tegen alle
menschenwoord, en uitgaat boven alle
menschengetuigenis.
Nu is het het oogenblik van Micha. En
hij zegt het, wat hii gezien heeft. Hij
heeft gezien het gansche Israel, verstrooid
op de bergen, gelijk schapen, die geen
herder hebben, en de Heer zeide: Deze
hebben geen heer, een iegelijk keere
weder naar zijn huis in vrede Vreeselijk,
zoo'n getuigenis. Het schijnt alles dus op
een groote mislukking te zullen uitloopen.
En Micha ziet iets, wat na hem nog zoo-
velen hebben gezien en geprofeteerd. Wij
herinneren b.v. aan Ezechiel, die zijn volk
ook zag verlaten door zijn leidslieden,
een volk zonder herders, of aan Jezus
Christus, den goeden Herder, die inner-
lijk met ontferming bewogen werd over de
scharen, omdat zij zooals de Evange
list Mattheiis het uitdrukt waren ,,ge-
lijk schapen, die geen herder hebben".
Achab begrijpt aanstonds de voile
draagwijdte van Micha's profetie, en hij
vraagt aan Josafat: Nu, heeft hij dan geen
gelijk gehad, en blijkt het nu niet voor de
zooveelste keer, dat een man als Micha
niets goeds, doch enkel maar kwaad pro-
feteert En nog gaat Micha voort. Hij
ziet nog meer, en hij vertelt van een
hemelsch visioen, heel wonderlijk en
nai'ef, maar dat hierop neerkomt, dat er
een leugengeest is gegeven in den mond
van al die profeten. Zedekia mag daar
brutaal tegen protesteeren, het staat toch
maar vast, en Micha houdt het ook vol.
De uitkomst zal straks het bewijs leveren
voor de juistheid van zijn profetie.
Dan verdwijnt Micha ben Jimla weer
van het toon-eel. Hij wordt naar de ge
vangenis gebracht, en op brood en water
gezet. Zijn woord is gehoord, maar zijn
raad wordt niet opgevolgd. Josafat heeft
PETER BARON.
(Nadruk verboden.)
44) (Vervolg.)
Naisuki, die dezen onverhoedschen aan-
val niet meer verwachtte, temeer wijl hij
alleen tegenover twee tegenstanders
stond, sloeg z'n handen om zich heen,
teneinde zijn evenwicht te bewaren.
Hierbij raakte z'n linkerlhand de draad-
leiding van de dictaphoon, die langs de
deur liep en steunde z'n rechterhand in de
onmiddellijke nabijheid van den stroom-
schakelaar van de lamp, die op de tafel
Stond
Onder den druk van het gewicht van
Guest school z'n rechterhand achteruit...
Een geweldige schok doorvoer z'n magere
lijf, terwijl Guest zelf eenige passen ach-
teruitgeslingerd werd.
Naisuki stortte voorover, en sleepte in
zijn val de lamp mee. Levenloos plofte
hij neer.
Randall had Guest opgevangen en ver-
bouwereerd keken ze elkaar aan.
't Was als had een hoogere macht hier
het vonnis voltrokken.
'n Oogenblik keek Guest als van den
bliksem getroffen. 't Was zijn behoud
geweest, dat hij den Japanner slechts bij
zijn kleeren had beetgepakt.
Hij sprang over de ijselijk verwrongen
gestalte heen en snelde de kamer uit.
,,In 's hemelsnaam, sluit den electri-
schen stroom af, Mitchell gilde hij. ,,In
de benedenverdieping! Haast je!
Even later klonk t: ,,'t is klaar" van
beneden van de trap en ging Guest de
kamer weer binnen, waar hij de lamp uit
Naisuki's slappe hand losmaakte.
Randall stond nog steeds als versuft te
staren naar den dooden man.
Terwijl Guest aan Naisuki's zijde
knielde, schoten hem eensklaps de woor
den te binnen, die de Japannees tot hem
gesproken had. t Kwam hem voor, a
was die voorspelling veeleer voor andere
ooren bestemd geweest. Hij deed also
hij wilde opstaan, maar zijn besluit kwam
te laat.
Met een sprang stond Naisuki's bezoe
ker overeind en Randall kegelde door een
slag onderste boven, zoodat hij boven op
den inspecteur neerplofte.
Guest, die zich ijlings vrijmaakte, vuur
de nog juist op een been, dat over het
raamkozijn verdween.
Hij sprang overeind en vloog de deur
uit.
„Naar buiten, Mitchell", riep hij, ,,be
waak de brandladder, Weston, klim op
het dak! Vlug!" Ijlings snelde hij de
kamer weer binnen. Randall, loop
achterom en zorg, dat hij niet door de
stegen ontsnapt
Dan stapte hij op t raam toe en keek
langs den gevel omhoog, maar van den
Japannees, die daar langs zn' weg gevon
den had, was geen spoor meer te beken-
nen. De bovenste helft van het reddings-
toestel, dat langs den gevel liep, was
reeds in 't duister gehuld.
Een minuut of tien later kwamen de
mannen rapport uitbrengen. Mitchell
wreef over zijn kaak.
geen overwicht; Achab zet den tocht door.
Maar Achab vreest toch zelf voor den
afloop. Hij durft zoo den krijg niet in;
hij vermomt zich, en verkleed als gewoon
soldaat komt hij in den slag, waar hij den
dood vindt. Josafat komt er betrekkelijk
goed af; hij wordt verslagen, maar schiel
er het leven niet bij in.
Micha's profetie is uitgekomen. Het
volk werd verstrooid, de herder verslagen.
Het is een droevia slot: dat het goede,
ware, juiste woord zoo weinig resultaat
had. Micha's woord had beter verdiend.
Maar menschen als Micha ben Jimla vra-
gen niet naar resultaat; zij willen alleen
maar Gods woord spreken, en alleen maar
Gods wil doen. Wij hebben geen Micha,
behoeven hem ook niet te hebben, voor
ons komt het er echter wel op aan, dat wij
Gods woord hooren ook in ons leven, op
het breede terrein van het maatschappe-
lijk en geestelijk leven, en ook op het
enger terrein van ons persoonlijk bestaan.
Wie dan luistert naar den Profeet, naar
den Herder, krijgt ook vaak te hooren af-
keuring. Als we onszelf tegenover
Christus stellen welk plan kan dan
bestaan, welke zaak is dan zuiver, welke
maatregel dan echt naar Gods wil En
toch dient er gevraagd en geluisterd.
Alleen wie Gods wil doet, kan zeker zijn
van Gods zegen. Alleen wie Gods wil
doet, alleen die overwint..
UITSTEL VAN BET ALINGEN.
Aan den minister van Economische Zaken
en Arbeid heeft de Nijverheidsraad een uit-
voerig rapport uitgebracht over wettelijke
maatregeien ten aanzien van den uitstel van
betaling.
Daarin is de raad op verschillende gronden
tot de conclusie gekomen, dat er geen aanlei-
ding bestaat om de mogelijkbeden tot het
iverkrijgen van een wettelijk uitstel van beta-
ling, zooals deze in den tweeden titel van de
Faillissementswet „Van de surseance van be
taling" zijn geregeld, ten behoeve van door
de crisis in moeilijkheden geraakte debiteuren
te verruimen.
DE MOEILIJKHEDEN IN HET
BETALINGSVERKEER.
De Nederlandsche Maatschappij voor Nij-
verheid en Handel heeft een adres gezonden
aan den minister van economische zaken en
arbeid inzake de Nederlandsche crediteurs-
beilangen in Duitechland in verband met de
moeilijkheden in het betalingsverkeer. Indien
binnen redelijken termijn met verdere onder-
handelingen geen bevredigend rsultaat mocht
worden bereikt aldus wordt in dit adres be-
toogd, zal de regeering nader dienen te oyer-
wegen, in hoeverre tegenover Duitschland ge
bruik kan en moet worden gemaakt van de
wet tot vergemakkelijking van maatregelen
bij verdrag of op andere wijze te treffen ter
breideling van de gevaren, voortspruitende
uit de beperkende bepalingen die steeds veel-
vuldiger op het intemationaal betalingsver
keer worden toegepast.
WETHOUDERS GESCHORST.
De gemeenteraad van Broek-Sittard heeft
naar de Limburger Koerier meldt, in zijn
jongste vergadering besloten tot schoTsing
van de beide wethouders, de heeren Schrooten
en Wilms, die, toen de uitslag van de aanbe-
steding van eenig verfwerk niet naar hun zin
was uitgevallen, de ingekomen inschrijvinga-
biljetten zouden hebben verbrand.
Wethouder Schrooten had, zoo vertelde de
burgemeester, met goedkeuring van den an
deren wethouder, de papieren in de kacheT
gestopt en aangestoken. Daama had hij on-
eerbiedig met krachttermen, tegen de burge
meester geroepen: Kom maar bier, dan ziet
ge ze branden! Vervolgens hadden de beide
wethouders besloten tot het houden van een
nieuwe aanbesteding.
Wethouders Wilms vond de zaak belache-
lijk en merkte op, dat de voorzitter niet ge-
zegd heeft, dat de stukken niet vemietigd.
mochten worden.
En wethouder Schrooten zei: De voorzitter
heeft de verbranding mee goedgekeurd.
IS DE CRISIS VOORBIJ?
Deze vraag stelt de ,,Maasbode" in zijn
finaneieele kroniek.
Deze vraag wordt de laatste weken meer
en meer gesteld, zegt het blad, nu de stem
ming ter beurze is omgeslagen, het pubtfek
zich weder actiever met den fondsenhandel
bezig houdt en ook de produetenmarkt een
vaster verloop te zien geeft.
Het is niet de eerste keer in de achter ons
liggenide crisisjaren, dat de beurs een flink:
koersherstel te zien geeft. En meer dan eens
is de theorie verkondigd, dat het ..laagste
punt" bereikt was. Telkens echter voigde
weder de teleurstelling en trad na iedere
hausse weder een scherper koersreactie in,
zoodat andermaals nieuiwe laagte-records ge-
boekt werden.
Zou het thans anders wezen? Dit is de
vraag, die een ieder bezig houdt. Hebben wij
ditmaal weder te doen met een kortstondige
speoulatieve hausse-beweging, welke opge
volgd zal worden door een emstigen terug-
slag? Zal ditmaal het beleggend publiek
om in de beurstermen te blijven andermaal
,,ingezeept" worden, of zal men ditmaal niet
teleurgesteld worden en zonder kieerscheuren
er van af komen?
Over het algemeen blijft men aarzelen en
durft men zich de mogelijkheid, dat het laag
ste punt wel eens bereikt kon zijn, niet te
realiseeren.
Indien de „profeten" zich de laatste jaren
niet zoo dikwijls vergist hadden, dan zouden
zij stellig in de huidige koersstijging en in
het huidig prijsstelsel op de productenmark-
ten een teeken zien van een algemeen eco-
nomisch herstel. Temeer daar de prijsstijging
zich op de wereldmarkt voor nagenoeg alle
voomame producten voordoet. Niet alleen
tarwe, doch ook rubber, suiker, koffie,' mais.
katoen, lood en tin zijn in prijs verbeterd.
En dit prrjsherstel gaat samen met een ver—
anderde mentaliteit en een levendiger handeL
Ook de grondtoon ter beurze is geheel ge-
wijzigd. Het is niet meer uitsluitend de be-
roepshandel, weflke op de effectenbeurs ope-
reert, doch ,,Jan Publiek" is met orders
komen aandragen. Men waagt weer eens
iets, terwijl de opgepotte kapitalen meer en
meer naar de obligatie markt stroomen en
daar een rustige en rendabele belegging zoe-
ken. Deze gewijizigde mentaliteit is het ge—
volg van een terugkeerend vertrouwen. Men
wanhoopt niet meer en gelooft weer in een
herstel van bet economisch leven, hetzij vroeg
of laat.
Het blad besluit zijn finaneieele beschou-
wingen met te constateeren, dat de vertrou-
wenserisis thans ten einde schijnt te loopen,
doch het economisch verkeer ligt nog geheel
en al aan handen gekluisterd, zoodat daze
,,'k Kwam er gelijk met hem aan, me-
neer", meesmuilde hij.
,,Je hebt nog wat meegekregen ook, is
't niet?" bromde Guest.
,,'k Ben vier tanden kwijt", mopperde
Mitchell. ,,Die Jap is verduiveld vlug
met z'n vuisten
Randall knikte instemmend, terwijl ook
hij liefkoozend zijn taak streelde.
Tegelijkertijd viel het oog van Mitchell
op de gestalte van Naisuki.
,,Daar hebt U 'm, meneer!" riep hij op-
gewonden uit. ,,Wat drommels?"
„Dat is Naisuki", mompelde de inspec
teur half spijtig. ,,Toen ik hem wilde
boeien, sloeg hij z'n handen uit en de elec-
trische stroom verbrandde hem. De man,
die jullie te qauw af was, was zijn broer.
Daar staat cle lamp, die 't onheil aan-
richtte."
„Dat moet een sterke stroom geweest
zijn, die hem op die manier het levenslicht
uitdoofde, mijnheer", zei Mitchell, terwijl
hij de lamp bekeek.
,,Dat was "t", beaamde Guest kort af.
„Ga onmiddellijk naar Mandeville, en
bestel den lijkdienst. Wat is er vannacht
voorgevallen, Randall?
Hij zette zich neer en luisterde naar het
verhaal van Randall.
,,Niet dat ik hem eenige wrok toe-
draag, mijnheer besloot de man in bur
ger. ,,Hij was een dappere duivel".
Guest knikte en Randall voelde nog
eens voorzichtig aan zijn kaak.
,,Wie was die andere gladde vogel,
mijnheervroeg hij, ,,die t eerst buiten
gevecht gesteld werd?"
,,Vermoedelijk zijn broer; die dwaas
wilde me van achter bespringen en toen
diende ik hem een veeg met de stalen
boeien toe!"
Dan keek hij weer met een zonderlingen
blik naar Randall.
,,Een groen mes met een kattenkop",
mompelde hij beteekenisvol.
HOOFDSTUK XV
Waarom een inspecteur een autodief
wordt.
Afdeelings-Inspecteur Jeremias Guest,
detective van beroep, krabde zich achter
z'n ooren. Een uur lang zoeken in Nai
suki's schrale keuken en woonkamer, had
den niets aan het licht gebracht. Evenmin
gaf de slaapkamer eenige aanwijzingen
en nu werd hij eenigermate in zijn bewe-
ginaen gehinderd door de tegenwoordig-
heid van Mandeville. 't Sturen om den
dokter was niet meer dan een formaliteit.
Met hun tweeen konden zij getuigenis
afleggen van het ongeluk, dat Naisuki
getroffen had, en verder was de aanwe-
zigheid van Mandeville geheel overbodig,
Ontstemd overwoog hij zijn vruchtelooze
pogingen.
Nadat hij een voor een de schilderijen
van den muur genomen en ze uit elkaar
gehaald had, beklopte hij de muren doch
bevond, dat ze alien massief waren en dat
er zich dus geen schuilplaats achter be
vond.
Overtuigd als hij was, dat Naisuki toch
ergens in het huis zijn papieren moest
hebben opgeborgen, ging hij weer verder
met zijn onderzoek, en schonk zijn aan-
dacht nu aan de bekleeding van het meubi-
lair, die hij, in z'n pogingen te ontdekken
wat hij zocht, meedoogenloos van het
houtwerk afstroopte. Z'n moeiten waren
vergeefsch.
Het schrijfbureau gaf geen beter resul
taat en terwijl hij daar zat, alle laden op
den vloer random zich heen, fronste hij
geergerd het voorhoofd. Dan onderwierp
hij de boekenkast aan een onderzoek,
maar buiten het kleine nisje, dat hij al een
paar weken geleden ontdekt had, vond hij
niets. Evenmin in de kast, die zich daar-
onder bevond. Toen hij het vloerkleed
wegtrok, zag hij een geverfden vloer, die
ontsierd was door vele kwasten in het
hout, maar zijn regelmatig kloppen bracht
geen echo teweeg en ook vond hij geen
losse planken, die hij op kon tillen.
De haard en de schoorsteenmantel be-
stonden niet uit losse stukken en de
steenen, die lanes den haard omhoog lie-
pen. boden geen ruimte voor een schuil-
hoek. Ook het glas boven den haard niet.
Ook de raamgordijnen waren zich van
geen bedrog bewust en de raamposten
zaten stevia in den muur bevestigd, en het
was duidelijk, dat men den richel daar
binnen niet voor schuilplaats kon gebrui-
ken. Hij sneed de kussens open, 'n
werkje, dat hem onder de veeren bedolf.
hij haalde stoelen en tafel uit elkaar, ook
den divan, welke laatste hij ondersteboven
haalde en van z'n bekleedsel ontdeed, ten
einde te onderzoeken, of er losse pooten
onder zaten. of dat er een dubbele bodem
in was, maar alles was tevergeefs.
Zelfs de deur bleef niet onaangeroerd.
en de paneelen werden beklopt, en het
sleutelgat onderzocht, maar er kwamen
geen papieren aan het licht.
Teleurgesteld liet hij zich in een stoel
vallen en trok hij het haardkleedje opzif.
Nog al niets. Hij smeet het opzij en ont
stemd staarde hij in het haardvuur. Als
nam hij een plotseling besluit, draaide hij
opeens het electrische vuur yit en met be-
hulp van een schroevendraaier sloeg hi;
het vuur in stukken, terwijl hij zich onder
dat werk tweemaal brandde.
't Was nutteloos.
(Wordt vervolgd.)