ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN Eerste Blad. Micha ben Jimla. DE VIERDE SEPTEMBER 8874 VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1932 72e J a ar gang, FEUILLETON BINNENLAHD ii. AVONTURENROMAN door ENSGH iVRlWi B:imen Ter Neuzen 1.40 per 3 maanden - Bulten Ter Neuzen r>pr cost ISO per 3 maanden - Bij voorultbetaling fr. per post /6.60 per jaar - Voor Beigie en Amerlka 2,25, overlge lan den /2,60 per 3 maanden fr. per post - A o-jnnementen voor bet bultenland alleen bfl vocruitbetaling. GIRO S8150 TELEFOON No. 23. r»tg*ef»ter: Flrma P. J. VAN DE 8ANDB. ADVERTENTMN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f Grootere letters en cllchd's worden naar plaatsrulmte berekend. Handelsadvertentign by regelabonnement tegen venninderd tanef, hetwelk op aanvraag verkrggbaar is. Inzending van advertentien liefst e6c dag voor de nitgave DIT BLAD VERSCHUNT HBDEREN MAANDAG-, VVOENSDAG- en VRIJDAGA\ ONTi Achab, hoever hij ook van Josafat, Juda s koning, moge af staan, begrijpt toch maar heel goed, waar het Josafat om te doen is. Hij heeft profeten bij honde/- den, maar hij heeft voor deze menschen zelf maar matig respect. Hij is te verstan- dig, om deze lieden niet te doorzien; hij is te politiek, om niet te begrijpen, dat het bij hen politiek is en niets dan politiek. Hij betaalt hen te goed en hij zorgt te goed voor deze, zijn mannetjes, om niet te begrijpen, dat het bij hen gaat: ,,voor wat" ,,hoort wat", waardoor al hun advie- zen nu vrijwel waardeloos zijn. Watzijden koning bij deze of gene gelegenheid voor- zetten, is niets anders dan een echo van zijn eigen stem en geluid; zij zeggen al- tijd ,,ja", zij zijn altijd tot zijn dienst, zij komen hem steeds in het gevlei. Neen, als Josafat vraagt naar een profeet van Jehovah, dan bedoelt die kinderlijke koning van Juda zoo iemand als... Micha. den zoon van Jimla, maar dat is een man, waar hij, Achab, niets van hebben moet, dat is een man, die altijd in de contramine is, een man, die nooit eens iets goed vindt, die altijd afraadt, en die altijd afkeurt, en die daarom al lang in ongenade is geval- len gesteld, dat men zeggen mocht, dat zoo iemand ooit in de gunst had ge- staan bij een machthebber en gebieder als Achab Achab zelf noemt Micha s naam. Het is de zoon van Jimla, maar Achab wil er dadelijk bij zeggen: hij haat dien man, hij moet niets van hem hebben, want hij pro- feteert nu letterlijk nooit eens iets goeds: het is altijd kwaad, waar hij mede aan- komt. Deze eigenaardige omschrijving is juist in staat Josafat's belangstelling te prikkelen. Als Achab iemand op die wijze typeert, dan moet dat wel de gevraagde persoon zijn. Josafat zet dus door, tegen Achab in, hij verlangt dien Micha te zien en te hooren. En Achab is een te goed gastheer, en de dag is te mooi, en de stem ming is te goed om vandaag te kunnen of te durven weigeren. Micha, de zoon van Jimla, wordt dus gezocht en gehaald. Intusschen duurt dat een poosje. Men schen als deze Micha staan niet elk oogenblik den menschen ten dienste. De ware, echte profeten staan niet te ont- bieden als een brandspuit in een of andere kazerne elk oogenblik gereed om uit te rukken en water te geven. Er is dus een pauze, en... 'n beetje 'n vervelende pauze. Dergelijke intermezzo's kan men op een mooien feestdag eigenlijk niet heb ben; op een zoodanig tusschenvoorval is ook door de menschen, die het program- ma voor de feestelijkheden in elkaar had- den gezet, niet gerekend. Maar er is er een, die een held is in het opvullen van pauzes. een man, die altijd raad weet, en die nooit verlegen staat. De beide konin- qen, in vol ornaat, zitten daar elk op zijn troon ,,aan de deur der poort van Samaria". En voor hen staat die groote schare van vierhonderd regeeringsprofe- ten, die daareven als uit een mond hun gunstig advies hebben afgegeven. Een van deze profeten is No. 1, heel echt, en vanzelfsprekend: Zedekia, de zoon van Kenaana. Dit is een man, die het profeet- zijn verstaat, dat wil zeggen: hij begrijpt, wat de menschen verlangen. De groote massa wil niet alleen hooren, neen, zij wil ook zien. De groote massa hoort slecht; maar als men het hun laat zien, dat helpt, dat gaat er in. En zoo begrijpt deze Zedekia dan ook, dat er iets moet wor den vertoond. Hij heeft zich in de gau- wigheid ijzeren horens voorgebonden aan het hoofd, en daar loopt hij mee rond als een dolle stier in een arena. Dan botst hij tegen dezen op, en dan tegen genen, hij springt en hij rolt en hij raast en hij danst, en het publiek leeft er in mede, en koning Achab heeft er schik in: t is toch een lust om dergelijke menschen tot je be- schikking te hebben, en de pauze wordt wonder-goed opgevuld. Het ,,optreden van Zedekia, den zoon van Kenaana, heeft de algemeene bewondering, en het zet nog kracht bij aan zijn en der anderen advies: Alzoo zult gij de Syriers stooten, totdat gij hen gansch verdaan zult heb ben Nu is toch wel de laatste twijfel verdwenen, wie nu nog vreest zou zijn lafheid te duidelijk toonen. En al de regeeringsprofeten stemmen luide mee in, en het wordt een nog al maar aanzwellend geroep: ,,Trek op naar Ramoth in Gilead, en gij zult voorspoedig zijn, want de Heer zal hen in de hand des konings geven." Is het niet precies dezelfde manier, waar- op men in later jaren ten strijde is getrok- ken, ja, waar al niet heen, naar Indie, via Egypte denk maar aan Napoleon of naar Parijs of Berlijn, en nooit werd echt het doel bereikt Maar de leuzen waren schoon, en de schijn was mee Intusschen wordt Micha, de zoon van Jimla, gevonden -wie weet, waar hij vertoefde Maar de hoveling, die hem is gaan roepen, is heel hoffelijk in zijn advies. Uiterst vriendelijk wordt het Micha aangeraden: laat nu vandaag eens niet tegen zijn; laat hi] nu ook eens guns- tig adviseeren. ,,Zie toch, de woorden der profeten zijn uit een mond goed tot den koning; dat toch uw woord zij gelijk als het woord van een uit hen, en spreek het goede". Maar met zulke adviezen, hoe goed ook bedoeld, moet men bij Micha niet aankomen. Micha weet maar een ding; hij wil en zal alleen spreken dat- gene, wat de Heer hem zeggen zal. Hij vraagt Gods stem, Gods woord, Gods wil, en niets anders dan dat. Eindelijk staat daar Micha dan voor de beide koningen. En wij moeten erkennen; Achab steit hem de vraag zoo neutraal mogelijk: wat denkt Micha er van: zal men tegen Ramoth in Gilead ten strijde trekken, of zal men dat nalaten Micha denkt geen oogenblik na. Zijn advies volgt onmiddellijk cp de hem gestelde vraag. Hij is vandaag ook geheel en al. op de hand van de machthebbers. Laat Achab gerust gaan, hij zal voorspoed heb ben, hij zal zijn doel bereiken Eigenaardig: dit schijnbare toegeven, dit den-koning-naar-den-mond praten bij Vlicha. Maar overigens: wat kan men nu meer verlangen Allen zijn het vandaag nu eens zelfs Micha, die anders nooit iets goed vindt, en die altijd bezwaren leeft of maakt, is op de hand van den coning. Micha is het eens met de vier- londerd regeeringsprofeten. Het is te mooi om waar te zijn. En nu is Achab heel merkwaardig de eerste, die de stilte vexbreekt, en die met bezwaren komt. Hij vertrouwt het niet recht. Die overeenstemming#is te mooi, daar moet wel iets aan mankeeren, daar moet iets aan haperen, en Achab richt dus tot Micha de vraag: „Tot hoe vele reizen zal ik u bezweren, opdat gij tot mij niet spreekt dan alleen de waar- heid, in den naam des Heeren Achab, hoe ver hij ook mag zijn afgeweken, hij voelt toch nog heel goed, ddt er iets niet in den haak is. En dan komt Micha los. Profeteeren, echt profeteeren is: los- comen, buiten zichzelf treden, Gods woord spreken, dat ingaat tegen alle menschenwoord, en uitgaat boven alle menschengetuigenis. Nu is het het oogenblik van Micha. En hij zegt het, wat hii gezien heeft. Hij heeft gezien het gansche Israel, verstrooid op de bergen, gelijk schapen, die geen herder hebben, en de Heer zeide: Deze hebben geen heer, een iegelijk keere weder naar zijn huis in vrede Vreeselijk, zoo'n getuigenis. Het schijnt alles dus op een groote mislukking te zullen uitloopen. En Micha ziet iets, wat na hem nog zoo- velen hebben gezien en geprofeteerd. Wij herinneren b.v. aan Ezechiel, die zijn volk ook zag verlaten door zijn leidslieden, een volk zonder herders, of aan Jezus Christus, den goeden Herder, die inner- lijk met ontferming bewogen werd over de scharen, omdat zij zooals de Evange list Mattheiis het uitdrukt waren ,,ge- lijk schapen, die geen herder hebben". Achab begrijpt aanstonds de voile draagwijdte van Micha's profetie, en hij vraagt aan Josafat: Nu, heeft hij dan geen gelijk gehad, en blijkt het nu niet voor de zooveelste keer, dat een man als Micha niets goeds, doch enkel maar kwaad pro- feteert En nog gaat Micha voort. Hij ziet nog meer, en hij vertelt van een hemelsch visioen, heel wonderlijk en nai'ef, maar dat hierop neerkomt, dat er een leugengeest is gegeven in den mond van al die profeten. Zedekia mag daar brutaal tegen protesteeren, het staat toch maar vast, en Micha houdt het ook vol. De uitkomst zal straks het bewijs leveren voor de juistheid van zijn profetie. Dan verdwijnt Micha ben Jimla weer van het toon-eel. Hij wordt naar de ge vangenis gebracht, en op brood en water gezet. Zijn woord is gehoord, maar zijn raad wordt niet opgevolgd. Josafat heeft PETER BARON. (Nadruk verboden.) 44) (Vervolg.) Naisuki, die dezen onverhoedschen aan- val niet meer verwachtte, temeer wijl hij alleen tegenover twee tegenstanders stond, sloeg z'n handen om zich heen, teneinde zijn evenwicht te bewaren. Hierbij raakte z'n linkerlhand de draad- leiding van de dictaphoon, die langs de deur liep en steunde z'n rechterhand in de onmiddellijke nabijheid van den stroom- schakelaar van de lamp, die op de tafel Stond Onder den druk van het gewicht van Guest school z'n rechterhand achteruit... Een geweldige schok doorvoer z'n magere lijf, terwijl Guest zelf eenige passen ach- teruitgeslingerd werd. Naisuki stortte voorover, en sleepte in zijn val de lamp mee. Levenloos plofte hij neer. Randall had Guest opgevangen en ver- bouwereerd keken ze elkaar aan. 't Was als had een hoogere macht hier het vonnis voltrokken. 'n Oogenblik keek Guest als van den bliksem getroffen. 't Was zijn behoud geweest, dat hij den Japanner slechts bij zijn kleeren had beetgepakt. Hij sprang over de ijselijk verwrongen gestalte heen en snelde de kamer uit. ,,In 's hemelsnaam, sluit den electri- schen stroom af, Mitchell gilde hij. ,,In de benedenverdieping! Haast je! Even later klonk t: ,,'t is klaar" van beneden van de trap en ging Guest de kamer weer binnen, waar hij de lamp uit Naisuki's slappe hand losmaakte. Randall stond nog steeds als versuft te staren naar den dooden man. Terwijl Guest aan Naisuki's zijde knielde, schoten hem eensklaps de woor den te binnen, die de Japannees tot hem gesproken had. t Kwam hem voor, a was die voorspelling veeleer voor andere ooren bestemd geweest. Hij deed also hij wilde opstaan, maar zijn besluit kwam te laat. Met een sprang stond Naisuki's bezoe ker overeind en Randall kegelde door een slag onderste boven, zoodat hij boven op den inspecteur neerplofte. Guest, die zich ijlings vrijmaakte, vuur de nog juist op een been, dat over het raamkozijn verdween. Hij sprang overeind en vloog de deur uit. „Naar buiten, Mitchell", riep hij, ,,be waak de brandladder, Weston, klim op het dak! Vlug!" Ijlings snelde hij de kamer weer binnen. Randall, loop achterom en zorg, dat hij niet door de stegen ontsnapt Dan stapte hij op t raam toe en keek langs den gevel omhoog, maar van den Japannees, die daar langs zn' weg gevon den had, was geen spoor meer te beken- nen. De bovenste helft van het reddings- toestel, dat langs den gevel liep, was reeds in 't duister gehuld. Een minuut of tien later kwamen de mannen rapport uitbrengen. Mitchell wreef over zijn kaak. geen overwicht; Achab zet den tocht door. Maar Achab vreest toch zelf voor den afloop. Hij durft zoo den krijg niet in; hij vermomt zich, en verkleed als gewoon soldaat komt hij in den slag, waar hij den dood vindt. Josafat komt er betrekkelijk goed af; hij wordt verslagen, maar schiel er het leven niet bij in. Micha's profetie is uitgekomen. Het volk werd verstrooid, de herder verslagen. Het is een droevia slot: dat het goede, ware, juiste woord zoo weinig resultaat had. Micha's woord had beter verdiend. Maar menschen als Micha ben Jimla vra- gen niet naar resultaat; zij willen alleen maar Gods woord spreken, en alleen maar Gods wil doen. Wij hebben geen Micha, behoeven hem ook niet te hebben, voor ons komt het er echter wel op aan, dat wij Gods woord hooren ook in ons leven, op het breede terrein van het maatschappe- lijk en geestelijk leven, en ook op het enger terrein van ons persoonlijk bestaan. Wie dan luistert naar den Profeet, naar den Herder, krijgt ook vaak te hooren af- keuring. Als we onszelf tegenover Christus stellen welk plan kan dan bestaan, welke zaak is dan zuiver, welke maatregel dan echt naar Gods wil En toch dient er gevraagd en geluisterd. Alleen wie Gods wil doet, kan zeker zijn van Gods zegen. Alleen wie Gods wil doet, alleen die overwint.. UITSTEL VAN BET ALINGEN. Aan den minister van Economische Zaken en Arbeid heeft de Nijverheidsraad een uit- voerig rapport uitgebracht over wettelijke maatregeien ten aanzien van den uitstel van betaling. Daarin is de raad op verschillende gronden tot de conclusie gekomen, dat er geen aanlei- ding bestaat om de mogelijkbeden tot het iverkrijgen van een wettelijk uitstel van beta- ling, zooals deze in den tweeden titel van de Faillissementswet „Van de surseance van be taling" zijn geregeld, ten behoeve van door de crisis in moeilijkheden geraakte debiteuren te verruimen. DE MOEILIJKHEDEN IN HET BETALINGSVERKEER. De Nederlandsche Maatschappij voor Nij- verheid en Handel heeft een adres gezonden aan den minister van economische zaken en arbeid inzake de Nederlandsche crediteurs- beilangen in Duitechland in verband met de moeilijkheden in het betalingsverkeer. Indien binnen redelijken termijn met verdere onder- handelingen geen bevredigend rsultaat mocht worden bereikt aldus wordt in dit adres be- toogd, zal de regeering nader dienen te oyer- wegen, in hoeverre tegenover Duitschland ge bruik kan en moet worden gemaakt van de wet tot vergemakkelijking van maatregelen bij verdrag of op andere wijze te treffen ter breideling van de gevaren, voortspruitende uit de beperkende bepalingen die steeds veel- vuldiger op het intemationaal betalingsver keer worden toegepast. WETHOUDERS GESCHORST. De gemeenteraad van Broek-Sittard heeft naar de Limburger Koerier meldt, in zijn jongste vergadering besloten tot schoTsing van de beide wethouders, de heeren Schrooten en Wilms, die, toen de uitslag van de aanbe- steding van eenig verfwerk niet naar hun zin was uitgevallen, de ingekomen inschrijvinga- biljetten zouden hebben verbrand. Wethouder Schrooten had, zoo vertelde de burgemeester, met goedkeuring van den an deren wethouder, de papieren in de kacheT gestopt en aangestoken. Daama had hij on- eerbiedig met krachttermen, tegen de burge meester geroepen: Kom maar bier, dan ziet ge ze branden! Vervolgens hadden de beide wethouders besloten tot het houden van een nieuwe aanbesteding. Wethouders Wilms vond de zaak belache- lijk en merkte op, dat de voorzitter niet ge- zegd heeft, dat de stukken niet vemietigd. mochten worden. En wethouder Schrooten zei: De voorzitter heeft de verbranding mee goedgekeurd. IS DE CRISIS VOORBIJ? Deze vraag stelt de ,,Maasbode" in zijn finaneieele kroniek. Deze vraag wordt de laatste weken meer en meer gesteld, zegt het blad, nu de stem ming ter beurze is omgeslagen, het pubtfek zich weder actiever met den fondsenhandel bezig houdt en ook de produetenmarkt een vaster verloop te zien geeft. Het is niet de eerste keer in de achter ons liggenide crisisjaren, dat de beurs een flink: koersherstel te zien geeft. En meer dan eens is de theorie verkondigd, dat het ..laagste punt" bereikt was. Telkens echter voigde weder de teleurstelling en trad na iedere hausse weder een scherper koersreactie in, zoodat andermaals nieuiwe laagte-records ge- boekt werden. Zou het thans anders wezen? Dit is de vraag, die een ieder bezig houdt. Hebben wij ditmaal weder te doen met een kortstondige speoulatieve hausse-beweging, welke opge volgd zal worden door een emstigen terug- slag? Zal ditmaal het beleggend publiek om in de beurstermen te blijven andermaal ,,ingezeept" worden, of zal men ditmaal niet teleurgesteld worden en zonder kieerscheuren er van af komen? Over het algemeen blijft men aarzelen en durft men zich de mogelijkheid, dat het laag ste punt wel eens bereikt kon zijn, niet te realiseeren. Indien de „profeten" zich de laatste jaren niet zoo dikwijls vergist hadden, dan zouden zij stellig in de huidige koersstijging en in het huidig prijsstelsel op de productenmark- ten een teeken zien van een algemeen eco- nomisch herstel. Temeer daar de prijsstijging zich op de wereldmarkt voor nagenoeg alle voomame producten voordoet. Niet alleen tarwe, doch ook rubber, suiker, koffie,' mais. katoen, lood en tin zijn in prijs verbeterd. En dit prrjsherstel gaat samen met een ver— anderde mentaliteit en een levendiger handeL Ook de grondtoon ter beurze is geheel ge- wijzigd. Het is niet meer uitsluitend de be- roepshandel, weflke op de effectenbeurs ope- reert, doch ,,Jan Publiek" is met orders komen aandragen. Men waagt weer eens iets, terwijl de opgepotte kapitalen meer en meer naar de obligatie markt stroomen en daar een rustige en rendabele belegging zoe- ken. Deze gewijizigde mentaliteit is het ge— volg van een terugkeerend vertrouwen. Men wanhoopt niet meer en gelooft weer in een herstel van bet economisch leven, hetzij vroeg of laat. Het blad besluit zijn finaneieele beschou- wingen met te constateeren, dat de vertrou- wenserisis thans ten einde schijnt te loopen, doch het economisch verkeer ligt nog geheel en al aan handen gekluisterd, zoodat daze ,,'k Kwam er gelijk met hem aan, me- neer", meesmuilde hij. ,,Je hebt nog wat meegekregen ook, is 't niet?" bromde Guest. ,,'k Ben vier tanden kwijt", mopperde Mitchell. ,,Die Jap is verduiveld vlug met z'n vuisten Randall knikte instemmend, terwijl ook hij liefkoozend zijn taak streelde. Tegelijkertijd viel het oog van Mitchell op de gestalte van Naisuki. ,,Daar hebt U 'm, meneer!" riep hij op- gewonden uit. ,,Wat drommels?" „Dat is Naisuki", mompelde de inspec teur half spijtig. ,,Toen ik hem wilde boeien, sloeg hij z'n handen uit en de elec- trische stroom verbrandde hem. De man, die jullie te qauw af was, was zijn broer. Daar staat cle lamp, die 't onheil aan- richtte." „Dat moet een sterke stroom geweest zijn, die hem op die manier het levenslicht uitdoofde, mijnheer", zei Mitchell, terwijl hij de lamp bekeek. ,,Dat was "t", beaamde Guest kort af. „Ga onmiddellijk naar Mandeville, en bestel den lijkdienst. Wat is er vannacht voorgevallen, Randall? Hij zette zich neer en luisterde naar het verhaal van Randall. ,,Niet dat ik hem eenige wrok toe- draag, mijnheer besloot de man in bur ger. ,,Hij was een dappere duivel". Guest knikte en Randall voelde nog eens voorzichtig aan zijn kaak. ,,Wie was die andere gladde vogel, mijnheervroeg hij, ,,die t eerst buiten gevecht gesteld werd?" ,,Vermoedelijk zijn broer; die dwaas wilde me van achter bespringen en toen diende ik hem een veeg met de stalen boeien toe!" Dan keek hij weer met een zonderlingen blik naar Randall. ,,Een groen mes met een kattenkop", mompelde hij beteekenisvol. HOOFDSTUK XV Waarom een inspecteur een autodief wordt. Afdeelings-Inspecteur Jeremias Guest, detective van beroep, krabde zich achter z'n ooren. Een uur lang zoeken in Nai suki's schrale keuken en woonkamer, had den niets aan het licht gebracht. Evenmin gaf de slaapkamer eenige aanwijzingen en nu werd hij eenigermate in zijn bewe- ginaen gehinderd door de tegenwoordig- heid van Mandeville. 't Sturen om den dokter was niet meer dan een formaliteit. Met hun tweeen konden zij getuigenis afleggen van het ongeluk, dat Naisuki getroffen had, en verder was de aanwe- zigheid van Mandeville geheel overbodig, Ontstemd overwoog hij zijn vruchtelooze pogingen. Nadat hij een voor een de schilderijen van den muur genomen en ze uit elkaar gehaald had, beklopte hij de muren doch bevond, dat ze alien massief waren en dat er zich dus geen schuilplaats achter be vond. Overtuigd als hij was, dat Naisuki toch ergens in het huis zijn papieren moest hebben opgeborgen, ging hij weer verder met zijn onderzoek, en schonk zijn aan- dacht nu aan de bekleeding van het meubi- lair, die hij, in z'n pogingen te ontdekken wat hij zocht, meedoogenloos van het houtwerk afstroopte. Z'n moeiten waren vergeefsch. Het schrijfbureau gaf geen beter resul taat en terwijl hij daar zat, alle laden op den vloer random zich heen, fronste hij geergerd het voorhoofd. Dan onderwierp hij de boekenkast aan een onderzoek, maar buiten het kleine nisje, dat hij al een paar weken geleden ontdekt had, vond hij niets. Evenmin in de kast, die zich daar- onder bevond. Toen hij het vloerkleed wegtrok, zag hij een geverfden vloer, die ontsierd was door vele kwasten in het hout, maar zijn regelmatig kloppen bracht geen echo teweeg en ook vond hij geen losse planken, die hij op kon tillen. De haard en de schoorsteenmantel be- stonden niet uit losse stukken en de steenen, die lanes den haard omhoog lie- pen. boden geen ruimte voor een schuil- hoek. Ook het glas boven den haard niet. Ook de raamgordijnen waren zich van geen bedrog bewust en de raamposten zaten stevia in den muur bevestigd, en het was duidelijk, dat men den richel daar binnen niet voor schuilplaats kon gebrui- ken. Hij sneed de kussens open, 'n werkje, dat hem onder de veeren bedolf. hij haalde stoelen en tafel uit elkaar, ook den divan, welke laatste hij ondersteboven haalde en van z'n bekleedsel ontdeed, ten einde te onderzoeken, of er losse pooten onder zaten. of dat er een dubbele bodem in was, maar alles was tevergeefs. Zelfs de deur bleef niet onaangeroerd. en de paneelen werden beklopt, en het sleutelgat onderzocht, maar er kwamen geen papieren aan het licht. Teleurgesteld liet hij zich in een stoel vallen en trok hij het haardkleedje opzif. Nog al niets. Hij smeet het opzij en ont stemd staarde hij in het haardvuur. Als nam hij een plotseling besluit, draaide hij opeens het electrische vuur yit en met be- hulp van een schroevendraaier sloeg hi; het vuur in stukken, terwijl hij zich onder dat werk tweemaal brandde. 't Was nutteloos. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 1