Laatste Berichten, GEMENGDE BERICHTEN EEN DUORIJDER ZEER ERNSTIG GEWOND. ONDER EEN AUTOBUS. De heer KODDE verklaard zich op een deabetreffende vraag van den voorzitter be- reid deze benoeming aan te nemen en hij hoopt dat hem even weinig zal worden op- gedragen als het vorig jaar. Garantie ten behoeve der Gewestelijke Tarweorganisatie. In alle afdeelingen werd dit voorstel aan een beschouwing onderworpen. O.a. werd op- gemerkt, dat, nu de Regeering de Tarwewet heeft gescbonken, zij ook maar voor de garan tie c.q. betaling moet zorgen. Men meende, dat tal van rijke boeren van den steun profi- teeren, voor wie steunverleening niet nood- zakelijk is. Men acbtte een richtige uitvoe- ring der wet ook een voordeel voor den land- arbeider. Uitvoerig werd de tewerkstelling van buitenlandsohe arbeiders besproken, maar ook werd er op gewezen, dat als Nederland- scbe arbeiders met steun der Nederlandsohe regeering over de grens inkoopen gaan doen, daarvoor niemand eenlge voorziening vraagt of eischt. Gevraagd werd te onderzoeken, boeveel buitenlanders bier werkzaambeden verrichten en zoo mogelijk eveneens hoeveel Nederlan- ders in het buitenland werkzaam zijn. Als een typeerend staaltje boe noodig de garantie is, wees een lid op een landbouwer, die nood- zakelijk werkzaambeden moest doen verrich ten en daarvoor eenige arbeiders in dienst moest nemen, doch zulks niet kon doen wegens gebrek aan geld. Van de zijde van Ged. Staten luidde bet antwoord, dat de provincle geen risico zal loopen, althans menschelijkerwijze gesproken. De voile garantie is door de boeveelbeid tarwe gedekt. Naar aanleiding van de beweringen, dat de kosten der Tarwewet ten laste komen van de armsten en de baten ten gunste der rijksten, geven Ged. Staten in de afdeelingen een korte uiteenzetting van de werking der Tarwewet. Ged. Staten deelen in hun antwoord op bet algemeen verslag mede, dat naar bun van be- voegde zijde is medegedeeld, de Gewestelijke Tarweorganisatie van den Minister de mach- tiging heeft gekregen om leden-aangeslotenen, die buitenlandsche arbeiders in dienst hebben, uit te sluiten, waarby er evenwel gelet dient te worden op bet aantal vreemde arbeiders, dat vroeger by deze werkgevers in dienst was. Nog leggen zij adressen over van de Kamers van Koophandel te Middelburg en te Ter Neuzen, die tegen het voorstel geen bezwaar bebben mits er voor worde zorg gedragen. dat te dezer zake de bandel niet in slechter conditie komt dan tot heden bet geval was. De beer KALLE zal dit voorstel gaame steunen als niet een party wordt geholpen docb beide partijen en de buitenlandsche werkkracbten uit te sluiten. Het is treurlg, dat het brood van tal van arbeidskrachten wordt weggehaald door vreemdelingen. Zoo- lang er by de arbeidsbeurzen voldoende krachten staan ingesobreven mogen geen buitenlandsche krachten te werk worden ge- steld. Het buitenland voorkomt op alle manieren het te werk stellen van vreemde krachten. Alleen in de streek van Sas van Gent naar Ter Neuzen wordt wekeljjks f 40.000 aan buitenlandsche arbeidskrachten uitbetaald. Hij wil het aannemen van der- gelijke krachten verbieden. De heer VOGELAAR brengt dank aan Ged. Staten voor de indiening van dit voorstel. Het verheugt hem dat men den handel zoo veel mogelijk den oogst van 1932 wil laten innemen. De provincie Zeeland kan moeilijk financieel steunen. Wei kan moreele steun worden gegeven en hij stelt het op prys dat de provincie garantie wil geven. Het graan kan dan goed in stand worden gehouden. De heer DE FEIJTER sluit zich aan by den heer Vogelaar en brengt eveneens dank aan Ged. Staten en hij hoopt dat dit voorstel zal worden aangenomen. Er is in Zeeuwsch- Vlaanderen gebrek aan bedrijfskapitaal. De landbouwers dienen geholpen te worden want rijke boeren zijn er maar sporadisch meer te vinden. De provincie kan thans volstaan met ga- ranties. Hij is het voor een groot gedeelte met den heer Kodde eens. Het aannemen van eigen menschen dient voor te gaan, toch zijn daar- aan moeilijkheden verbonden, vooral voor landbouwers die reeds lang buitenlandsche werkkrachten in dienst hebben. De heer HAMELINK is niet zoo enthousiast over het voorstel van Ged. Staten. Deze steunverleening wordt ook verleend aan landbouwers die het niet noodig hebben. Bij de arbeiders wordt een geheel andere maat- staf aangelegd voor het verleenen van steun. Er had op een andere wijze te werk moeten zijn gegaan. Nu de Tarwewet is aange nomen moet zij ook worden uitgevoerd. De wyze waarop thans steun wordt verleend heeft zyn goedkeuring niet. De Zeeuwsche landbouwers zijn maar direct op de Prov. Staten toegesprongen, waar zij over zooveel macht beschikken. De moreele steun die thans worde gegeven staat gelijk met finan- cieele steun. Hij kwam neer op een garantie voor een derde hypotheek. Als alles w£l loopt zal de provincie er geen geld bij in- schieten, doch hy is niet overtuigd, dat deze garantie geen financieel risico zal mede- brengen. Een ander bezwaar tegen deze ga rantie is, dat deze ongevaarlyk zou zijn. Hij is het volkomen eens met den heer Kalle, dat het ongehoord is, dat ook land bouwers goedkoope buitenlandsche krachten aannemen. Als spreker goed geinformeerd is, heeft de regeering reeds gedaan wat de heer Kalle vraagt. Deze bezwaren zijn opgeheven. Met een geruster geweten zal spreker zich, ter wille van de kleine boeren, zich bij het voorstel kunnen neerleggen. De heer MOELKER zegt, dat de geheele landbouw gesteund wordt en dat juicht hy ten zeerste toe. Het aannemen van buiten landsche krachten keurt hij ook af. Hy hoopt dat de landbouwers zich zullen gaan schamen buitenlandsche krachten aan te nemen. De heer DE MILLIANO zeide, dat in Wes- telijk Zeeuwsch-Vlaanderen alleen buitenland sche krachten worden aangenomen als er geen binnenlandsche meer zijn. Er bestaat wel kans dat er in het najaar nog gebrek aan arbeids krachten zal zijn. Hierna gaf hij een uiteenzetting van het tarwebedrijf in Zeeland. De tarwe heeft in 1931 gemiddeld opgebracht 287 per H.A. Het verbouwen van tarwe zonder regeerings- steun is onmogelijk. De provincie doet een goed werk door garantie te verleenen en steunt zy in belangrijke mate. Spreker kan met mzien, dat in de pachtwet buitengewone offers worden gevraagd voor de steun aan de tarweverbouwers. De heer GOOSSENS zal gaarne het voor stel van Ged. Staten steunen, omdat hierdoor vele kleine boeren worden geholpen. Hij be- spreekt eveneens het aannemen van buiten landsche werkkrachten en wees er op, dat in Oostelyk Zeeuwsch-Vlaanderen 150o' bui tenlandsche arbeiders werkzaam zijn, voor- namelijk in de industrie. De heer DE JONGE meent dat nog ge wezen moet worden op de opslagplaatsen voor Zeeuwsche tarwe. Hy meent, dat nog in onze eigen provincie voldoende opslagplaatsen zijn te vinden en alles wat door onze ingezetenen kan verdiend worden, moet hier ook verdiend worden. Hij verzocht aan Ged. Staten de noodige maatregelen in deze richting te treffen. De heer DE MILLIANO zou het onvoor- zichtig noemen om de jonge tarwe op alle mogelijke bewaarplaatsen op te bergen, want dat zou nadeelig kunnen worden. Het is wenschelijk dat aan deze tarwe extra zorg wordt besteed. Als er in onze provincie ge- schikte pakhuiizen waren zouden deze reeds lang in gebruik zijn genomen. Wij moeten hier geen besluiten nemen die wtij niet kunnen overzien. De heer DIELEMAN betuigde dank aan de leden die steun hebben gegeven aan Ged. Sta ten. Hij merkt den heer Hamelink op, dat het college van Ged. Staten heusch niet agrarisch is. Er moest hier geholpen worden dit is een feit en daarom hebben Ged. Staten hun voorstel ingediend. De landarbeider wordt door dit voorstel on- gemeen gebaat. Het aannemen van buiten landsche werkkrachten is een zaak voor het rijk en niet voor de provincie. Hrj merkt op, dat de buitenlandsche arbeiders hoofdzakelijk in de industrie werkzaam zijn en niet in den landbouw. Hoofdzaak is dat de Nederland- sche arbeider niet wordt achtergesteld alleen, doch den voorrang heeft. Hy kan den heer De Jonge verzekeren dat alle opslag- ruimte in onze provincie gebruikt zal worden. De heer KALLE wil de aandacht der regeering vestigen op het werken van buiten landsche werkkrachten in Zeeuwsch-Vlaande ren. Daarom heeft hy dit punt hier ter sprake gebracht. Hierna werd het voorstel van Ged. Staten zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Verbetering steiger Walsoorden. In verband met het voorstel tot verbete ring van den steiger te Walsoorden, stelde een lid in een afdeeling de vraag of de verbe tering niet minder kostbaar kan worden ge- maakt, waarop het antwoord luidde, dat eerst onderzocht zal worden welke eischen de nieu- we boot stelt. In een andere afdeeling achtte een lid het voorstel ontijdig, doch van de zijde van Ged. Staten ontraadde men aanhouding, want als de noodzakelijkheid blijkt, kunnen dan onmiddellyk voorbereidende maatregelen getroffen worden. Mocht blijken, dat de ge- dachte verbeteringen niet noodig zijn, dan zal ook niet tot uitvoering van het besluit worden overgegaan. Aangenomen. Subsidie veer StavenisseZype— Anna Jacobapolder. Het voorstel tot intrekking van het subsidjg, aan de Rotterdamsohe Tramwegmaatschappij voor een stoombootdienst tusschen Stavenisse en Zype—Anna Jacobapolder, gaf aanleiding in de afdeelingen er op te wijzen, dat het veer nog al beteekenis heeft voor het vervoer van tuinbouwproducten en dat het eiland Tholen bij andere deelen der Provincie wordt achter gesteld. Gevraagd werd of intrekking van het subsidievermindering van het aantal vaar- ten op het veer ZijpeAnna Jacobapolder zal tengevolge hebben. Van de zijde van Ged. Staten werd dit ont- kend en gezegd, dat elke passagier op den dienst van Stavenisse ongeveer /1,50 aan de provincie kost, dat het intrekken van het subsidie een bedrag van /4000 aan de pro vincie bespaard, dat het aantal vervoerde passagiers steeds afneemt, dat de landbouw- producten het meest naar de veiling te Oud- Beyerland gaan, dat er op Tholen geen glas- culturen zyn en dat het vervoer van tuin bouwproducten wel over een andere lijn kan geschieden, zonder dat de tuinbouw daardoor noemenswaard wordt gedupeerd. In hun antwoord op het algemeen verslag leggen Ged. Staten nog cijfers over, waaruit blykt, hoeveel het vracht- en veevervoer over de lijn sedert 1923 jaarlijks heeft bedragen. Het wil hen voorkomen, dat al valt een, overigens begrijpelijke styging, niet te mis- kennen, de toeneming van het vervoer, in het bijzonder van Stavenisse, niet zoodanig is, dat daardoor bestendiging van het tot dus- verre verleende subsidie gerechtvaardigd zou zijn. Dit voorstel wordt tydelijk teruggenomen om te behandelen bij de begrooting voor 1933. Werken op het terrein van den aanlegplaats te Vlissingen. Naar aanleiding van een opmerking in een der afdeelingen in verband met het voorstel tot uitvoering van werken op het terrein by de aanlegplaats van den Provincialen stoom bootdienst op de Wester-Schelde te Vlissingen of het niet mogelijk is in het vervolg direct te rekenen op alles, wat zal moeten geschieden, antwoordde een lid van Ged. Staten, dat men voor het uitvoeren der werken vergunning moest vragen aan den Waterstaat en aan de N. S., welke vergunningen wat lang op zich hebben laten wachten. Het voorstel werd na een opmerking van den heer Kodde aangenomen. Exploitatie Provinciale Stoomboot- diensten. Het voorstel tot intrekking van het besluit van 13 December j.l. tot het beschikbaar stellen van een crediet van 140.000 voor de verbouwing van het s.s. Zeeuwsch-Vlaanderen het verleenen van credieten van 350.000 en f 175.000 voor den bouw van twee motorbooten voor de Wester-Schelde en een voor de Ooster- Schelde en nog een crediet van 35.100 voor voorzientngen aan het havenkanaal en de zwaaiplaats te Zierikzee, heeft wel tot vry veel discussie in de afdeelingen aanleiding gegeven, maar ten slotte vereenlgden toch alle leden zich met het voorstel. Bij bedoelde discussies kwam o.a. verwon- dering naar voren over het veranderde inzicht van Ged. Staten en begrepen sommige leden niet hoe de lyn Ter NeuzenVlissingen nu in eens winst zal kunnen opleveren. Sommige leden verwachten van de plannen opheffing in de toekomst van de lyn, andere waren minder pessimistisch. Velen verdedigden het behoud van de lijn als veel beter dan het inleggen van sneltram- men bij de Z.-Vl. tram, doch ook werden stem- men gehoord die in de toekomst drie verbin- dingen over de Wester-Schelde voldoende achten. Klachten werden geuit over de dienstrege- ling zooals die sedert 22 Mei geldt, men meen de dat de eerste boot te laat uit Ter Neuzen en de laatste te vroeg uit Vlissingen vertrekt, en dat o.a. door intrekking der z.g. kostgelden de positie, vooral voor de laagstbezoldigden van het personeel, verminderd is. Anderen achtten de Schouwen niet het juiste schip om den proef te doen slagen. Een lid is huiverig zulk een groot bedrag te voteeren, een ander meent, dat de motorschepen nogal vaak uit de vaart zijn voor reparatie en vraagt of deze schepen wel beantwoorden aan de verwachting. Nog werd verhooging der tarieven naar voren gebracht en kwam de wenschelijkheid naar voren om de te bouwen booten, zoo eenigszins mgelijk te gunnen aan de Zeeuwsche industrie en in twee afdeelingen meenden leden dat nu de tijd gekomen is om den dienst op Zondag stil te leggen, nu de provincie alleen de zeggenschap zal hebben. In alle afdeelingen verdedigden leden van Ged. Staten hun voorstel. Het motief van den Minister om de bijdrage in de tekorten op deze lijn in te trekken, is dat deze dienst alleen vor locaal verkeer is, doch van zeer groot be lung als directe verbinding tusschen de grootste gemeenten van Zeeuwsch-Vlaan deren en de grootste gemeenten van Zeeland. Naar een jaar zullen de Staten tot de over- tuiging zyn gekomen, dat deze dienst niet gemist kan worden. De Schouwen noemden Ged. Staten een voor het doel geschikte boot, al zal het autoverkeer wel voomamelijk over de andere lijnen gaan. Een andere dienst- regeling maakt, dat er meer personeel noodig is en de exploitatie niet uit zal komen. Men is tot het nieuwe voorstel inzake den boot- bouw gekomen, omdat de raming van 230.000 thans tot 175.000 kon worden teruggebracht. Er is geen bedoeling den dienst te doen mislukken, als hij zich bedruipt kan hij blijven bestaan. Alles zal gedaan worden om den bouw der booten aan een Zeeuwsche industrie te gunnen, maar het Rijk keurt geen onderhandsche bestedingen goed. Toch kon de Prins Hendrik op de Schelde worden gebouwd, niettegenstaande deze maat- schapprj toch niet de laagste inschrijfster was. De nieuwe motorschepen voldoen uitstekend en beantwoorden aan de verwachtingen. Wel hebben eenige herstellingen plaats gehad, maar deze waren niet noodig door constructie- fouten. De exploitatie dezer schepen is niet goedkoop, met het gevolg, dat het vroegere overschot op den dienst VlissingenBreskens is veranderd in een tekort. De heer DE PAUW zeide dat in de afdee lingen heel wat stemmen zyn opgegaan tegen de pogingen tot opheffing van den belang- rijken dienst VlissingenTer Neuzen. Hij verdedigd uitvoerig het behoud van dezen dienst, welke hij dringend noodig acht. Bij de dienstregeling van 22 Mei is de dienst Vlis singenTer Neuzen belangrijk verslechterd en eigenlijk bestaan er geen diensten meer tusschen Ter Neuzen en Vlissingen. De dienst wordt nu onderhouden met onvoldoend materiaal. Men helpt dit veer zoo zachtjes aan naar den kelder. Voor 1933 wordt deze dienst niet meer door het rijk gesubsidieerd en komt hij geheel voor rekening van de provincie. Hij wil in dezen overgangstijd een goeden dienst behou- den tusschen Vlissingen en Ter Neuzen. In de overgelegde rapporten is heel wat tegenstrij- digs. Wij kunnen deze gulden middenweg be- wandelen en den dienst behoorlijk onderhou den en zal het misschien een kleine subsidie van de provincie vorderen. Hij dient een motie in, waarin afkeuring wordt uitgespro- ken dat het rijk de subsidie heeft ingetrokken en waarin hfij, wenscht dat de dienst Vlissin genTer Neuzen behoorlijk zal kunnen func- tioneeren, door de afvaarttyden te veranderen en dfen dienst met behoorlijk materiaal wordt uitgevoerd. Spreker wees op het petionnement uit Ter Neuzen, dat aan Ged. Staten is toegezonden. De heer GOOSSENS is ook van meening, dat deze dienst werkelijk in een behoefte voorziet. Thans is evenwel de wyze waarop de dienst wordt uitgevoerd ondoelmatig en is beslist onvoldoende. Een vroegere afvaart uit Ter Neuzen is beslist noodzakelyk. Hij dient ook een motie in, waarin Ged. Staten worden uitgenoodigd de eerste afvaart uit Ter Neuzen aanmerkelyk vroeger plaats heeft. De heer STAVERMAN zeide, dat bij den bouw van de „Prinses Juliana'' is verzocht dezen in Zeeland te doen plaats hebben. Thans is de nood nog hooger gestegen en hij hoopt dat de heeren in Den Haag niet doof zullen blijiven voor een stem van de Prov. Staten dat de nieuwe booten hier in Zeeland zullen worden gebouwd en hierop met klem zal worden aangedrongen. Hij dient een motie in waarin Ged. Staten worden uitgenoodigd met den Minister te zul len bewerken, dat de 3 nieuwe booten in Zeeland zullen worden gebouwd. Deze motie wordt gesteund door de heeren Edelman, Paap, De Ridder en De Baare. De heer GEELHOEDT sprak eveneens over den dienst VlissingenTer Neuzen. Hij noodigd Ged. Staten uit een weg te nemen, waarop beide partijen bevredigd worden. Laten zij een regeling trachten te vinden die beide partijen bevredigd. De heer BOENDER had principieel bezwaar dat de nieuw te bouwen booten op Zondag zullen varen. Hij wilde aanvankelyk een amendement indienen, omdat de booten des Zondags varen. Dit amendement dient hij niet in, doch hy zal alleen tegen het voorstel stemmen. De heer DOMilNICUS zal het voorstel van Ged. Staten steunen, doch spreekt het ver- trouwen uit dat de Zondagsdiensten zooveel mogelijk zullen worden beperkt. In de najaarsvergadering zal nader op deze zaak worden teruggekomen. De heer VAN ROMPU zeide dat de dienst- uren in den dienst VlissingenTer Neuzen niet gelukkig zijn gekozen. Ged. Staten zul len trachten hierin wijziging te krygen en aan gerechtmatigde bezwaren tegemoet te komen. De dienst kan worden verbeterd en zelfs in kleiner uren worden gemaakt. Het verkeer tusschen Ter NeuzenVlissin gen op Zondag bedroeg over 1931 totaal 57 personen per reis op Zondag. Het verkeer tusschen Ter Neuzen en Vlissingen eischt ook een boot op Zondag. Als men den dienst op Zondag opheft, dan dient men de Zondagdienst op de Ooster- Schelde mede en ook den van de twee diensten tusschen Zuid- en Noord-Beveland op te hef- fen. Zou dat wel billrjk zyn. Hij kan indenken dat de heer Staverman een lans breekt voor de werf in Vlissingen. Doch voor 2 van de 3 booten geeft het ryk 80 pCt. Als „de Schelde" rekening houdt met haar cijfers, zal zij zeker deze booten krygen. Voor den bluggenbouw heeft zy voor lage cijfers ingeschreven. Laat „de Schelde" laag inschrijven, zoodat zlij de minste is dan krygt zij de booten. Ged. Staten hebben de deuren opengezet, laat „de Schelde" nu binnentreden. De heer DE PAUW is door de toezegging van Ged. Staten maar half tevreden. Met de halve toezegging zyn wy er niet. Hy had gehoopt, dat deze zaak in de afgeloopen week emstig zou zijn onderzocht geworden. Als Ged. Staten ovememen wat door spreker in zijn motie is uitgedrukt, dan zou hij deze motie intrekken. Thans handhaaft hij zijn motie en beval deze warm aan. De heer STAVERMAN zou gaame zijn motie in stemming gebracht willen zien. Ge heel Zeeland zou gaame zien dat deze schepen in deze provincie werden gebouwd. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN merkt op, dat in de motie van den heer De Pauw voetangels en klemmen zitten. Hij meent dat de moties De Pauw en Goossens voor Ged. Staten onaannemelijk zijn als deze een beduidend uitbreiden van den dienst VlissingenTer Neuzen bedoelen. De heer DE PAUW meent, dat de „Schou- wen" geen boot is die aan de redelijke eischen voldoet, vooral ook voor het autoverkeer. Als de dienst wordt uitgebreid krijgt men ook vermeerdering van het aantal passagiers. De provincie moet hier evengoed bijspringen als bij andere middelen van vervoer. Desnoods kan het tarief een weinig worden verhoogd. Hlij beval zijn motie dringend aan. De heer v. BOMMEL v. VLOTEN zegt, dat Ged. Staten bereiid zijn een andere dienstrege ling onder de oogen te zien, mits deze geen meerdere kosten meebrengen. Renvoyeeren van de motie naar Ged. Staten heeft geen zin, omdat deze zaak van alle kanten door Ged. Staten is bekeken. De heer GOOSSEN trekt daarna zijn motie in. De heer DE PAUW achtte zich verplicht zijn motie te handhaven. Deze werd in stemming gebracht en staak- ten de stemmen 20 tegen 20. In de volgende vergadering zal hierover opnieuw worden gestemd. (De heer Heijboer was bij deze stemming afwezig.) De motie Staverman werd aangenomen met 38 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren Van Dusseldorp en Van Dalsum. Het voorstel van Ged. Staten werd daama aangenomen zonder stemming. Rekening 1930 Provinciale Stoombootdjensten. De rekening 1930 van de Provinciale stoom- bootdiensten gaf in de afdeelingen aanleiding tot de opmerking, dat regelmatig verlies wordt geleden op den tramdienst Hansweert- Vlake (over 1930 ruim 11.121) en gevraagd is of er bij Ged. Staten nog geen plannen be staan om hier te komen tot een goedkoopere exploitatie door middel van autobussen en of het wel verantwoord is tegen over de regee ring dit lijntje zoo te exploiteeren. Namens Ged. Staten werd geantwoord, dat er plan nen zijn ingekomen om de aanlegplaats te Hansweert meer oostwaarts en die te Wal soorden meer westwaarts te verleggen. Daarbij zou de trambaan HansweertVlake komen te vervallen en zou op andere wijze in de communicatie moeten worden voorzien. De tijdsomstandigheden zijn evenwel oorzaak, dat het Rijk nog niet tot uitvoering van dit plan kan overgaan. Ged. Staten zegden in de af deelingen toe na te gaan of de hooge steiger- rechten voor hen, die per particuliere gelegen- heid landen niet kunnen worden verminderd. Zij hebben besloten niet tot vermindering van het tarief voor den autobus Ter Neuzen-boot naar station over te gaan. Op een desbetreffende opmerking ant woordde een lid van het college, dat het ten voile de mededeeling van den accountant aanvaardt en de pjyertulging heeft, dat deze zonder voorbehoud adviseert tot goedkeuring van de rekening. Naar aanleiding van een volgende opmer king zegt een der leden van het college, dat men de werkkring van de menschen te Wal soorden niet kan vergelijken met die te Vlis singen en Breskens, waar de eischen van den dienst veel grooter zijn. Daarom hebben Ged. Staten bezwaar de menschen te Walsoorden in vasten dienst te nemen. Nog zegt een lid van het college, dat de overplaatsing van enkele personen naar Vlissingen, op het finan cieel nadeel waarvan gewezen was, dat dit een maatregel is van tijdelyken aard, bij wyze van proef ingevoerd. In hun antwoord op het algemeen verslag zeggen Ged. Staten, dat de verschillende op- merkingen meer bij de begrooting thuis be- hooren, alleen zeggen zij toe, dat zij, de kwestie van de steigerrechten onder het oog zullen zien en zoo noodig een voorstel tot wijziging te zijner tijd de staten zal bereiken. Aangenomen. Opnemen van kasgeld,. Op een opmerking over het voorstel inzake opnemen van kasgeld, antwoordde een lid van Ged. Staten in een afdeeling met de mede deeling, dat de bijvoeging, dat de eventueele beleening van effecten „onder door Ged. Sta ten te stellen voorwaarden" moet plaats heb ben, niet noodig is. Aangenomen. Geldleening. Bij het voorstel tot het op 6 bepalen van de rente van eene aan te gane leening van f 458.000 maakten in twee afdeelingen leden de opmerking, dat een intrest van 6 wel zeer hoog is, zoowel op zich zelf, als om den zwaren last, die aldus op de Provinciale in- komsten kan worden gelegd. Het antwoord luidde, dat Ged. Staten dit erkennen, maar dat alles in het werk wordt gesteld om het geld zoo goedkoop mogelijk te krijgen, waar- om ook de woorden „ten hoogste" zijn opge- nomen. Aangenomen. De VOORZITTER stelde voor de vergade ring voor een kwartier te schorsen en na openen de stemming over de motie-De Pauw aan de orde te stellen. Hiertegen bleek op verschillende punten bezwaar te bestaan en werd aan den heer De Pauw verzocht zijn motie in te trekken. De heer DE PAUW deed het voorstel het voorstel van Ged. Staten aan te houden tot de volgende vergadering. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN zeide, dat Ged. Staten bezwaar hadden het voorstel aan te houden tot een volgende ver gadering. Het voorstel-De Pauw om de beslissing aan te houden werd door den heer Kodde ge steund. Na nog eenige discussie werd het voorstel- De Pauw in stemming gebracht en aangeno men met 26 tegen 15 stemmen. De vergadering werd hierna te 5 uur In naam der Koningin gesloten. BEJRLIJN. De Rijkskanselier Von Papen is tot Rykscommissaris van Pruisen en de opperburgemeester Dr. Bracht uit Essen, tot commissaris van het ministerie van binnen landsche zaken van Pruisen en leider van de staatskanselary benoemd. BERLIJN. In een onderhoud met den Rijkskanselier heeft de Pruisische minister van binnenlandsche zaken Severing gewei- gerd de verordening van den Rykspresident te erkennen. Hij heeft verklaard slechts voor geweld te zullen wyken. De Rijkspresident heeft daarop een tweede verordening uitgevaardigd waardoor over Berlijm en de provincie Brandenburg de mili- taire uitzonderingstoestand wordt afgekon- digd. Het uitvoerend bestuur is dientegevolge voor Berlyn en Brandenburg op den bevelheb- ber van het derde militaire district, generaal Rundstedt, overgegaan, onder hem zijn thans ook de Berlijnsche en Brandenburgsche politie. BERLIJN. De Rijkscommissaris heeft den Pruisischen minister-president Braun en den Pruisischen minister van Binnenlandsche Za ken uit hun functies ontslagen. De Pruisische regeering heeft met deze beslissing geen ge- noegen genomen en is in beroep gegaan bij het Rijksgerechtshof. Het regeeringsgebouw is door de ryksweer bezet. Bij noodverordening is de doodstraf in- gesteld voor personen, die den dood veroor- zaken van een menschenleven, tengevolge van doodslag, ontploffing enz. Verder is de cen- suur toegepast op pers, vereenigingen en ver- gaderingen. EEN VERPLEEGSTER MISHANDELD DOOR EEN INDRINGER. Zondagnacht heeft een tot dusver onbe- kend gebleven persoon zich door inklimming toegang verschaft tot het kinderhuis ,,Kinabu" te Soesterberg, waar hij een zuster, die geheel alleen in het gebouw was, ter ver- pleging van een ziek kind, heeft mishandeld. Op het hulpgeroep van de zuster, nam het individu de vlucht. De heer Kramer, die in de nabijheid woont, snelde toe en heeft on- middellijk de politie te Amersfoort en Soes terberg gewaarschuwd. Deze waren spoedig met een politiehond ter plaatse. Het onder- zoek heeft echter geen enkel resultaat opge- leverd. Zondagavond reed de motorfietsrijder Goris uit de richting Wouw naar Bergen op Zoom. Op de duo zat J. Vriens, uit Bergen op Zoom. Tengevolge van de duisternis en mede door te groote snelheid kon de motorfietsrijder juist v66r Bergen op Zoom een bocht niet nemen en vloog hierdoor tegen een boom. De duo- rjjder kwam op het trottoir terecht en kreeg een emstige verwonding aan het hoofd. Hy is, nadat een paar dokters hulp hadden ver leend, in zeer emstigen toestand naar het al gemeen burgergasthuis te Bergen op Zoom overgebracht. De bestuurder kwam met den schrik vry. De motorfiets is door de politie in beslag genomen. ERNSTIG MOTORFIETSONGELUK. Zondagmiddag om 4 uur is op den nieuwen rijksweg ter hoogte van het cafe-restaurant „De Witte Bergen" onder Laren (N.-H.) een emstig ongeluk gebeurd. De 21-jarige motor fietsrijder C. W. Roskam uit Haarlem reed met een snelheid van ongeveer 80 K.M. in het uur in de richting Baam. Waarschijnlyk doordat hij ver over zijn stuur gebogen zat, zag hij eerst op het laatste oogenblik, dat een auto den weg wilde oversteken. Hij poogde nog rechts te passeeren, doch reed in voile vaart tegen de bumpers van den auto. In ernstigen toestand is de jonge man naar de Majella-stichting te Bussum overgebracht, waar hy is overleden. Hij had een emstige hersenschudding en emstige inwendige kneu- zingen gekregen. OP SLAG GEDOOD. Zondagnacht is de 40-jarige onderwijzer G. T. J. A. te Den Haag met zijn motorrijwiel opgereden tegen de leuning van de Leugen- brug tusschen Poeldijk en Loosduinen. De heer A. was op slag dood. ALLE VINGERS AFGESNEDEN. De 21-jarige timmerman G. H., te Ederveen het het ongeluk met zijn linkerhand in aan- raking te komen met een cirkelzaag, waar door de vingers van die hand werden afge- sneden. ONDERWIJZERES TE ZYYOLLF. VERBRAND. Mej. G. H. Gerdink, onderwrjzeres te Zwolle, lag ziek te bed in de alkoof van haar pen sion in de Enkstraat aldaar. Nadat zij Zater- dagochtend het haar met benzine had ge- wasschen, is door een ongelukkig toeval een dicht bij haar bed staand geneeskundig in strument in brand geraakt. Dit had tenge volge, dat mej. G., zoodanige brandwonden bekwam, dat zij spoedig aan de gevolgen overleed. RUND VERWOND. Dezer dagen bemerkte een veekoopman te Goes, dat een hem toebehoorend rund, dat in een weide liep onder de gemeente 's Heer Abtskerke, een gapende wonde vertoonde, zoodat de hulp van een veearts moest worden ingeroepen. Bij onderzoek bleek, dat vermoe- delijk een arbeider die in de omgeving van het weiland werkzaam was, uit baldadigheid een spade naar het dier heeft geworpen met het bekende gevolg. De politie onderzoekt de KRANIGE REDDING. Zaterdagmiddag geraakte te Amsterdam een man te water in den Amstel. Een lid der Amsterdamsche Reddings Brigade, G. H. B., hoorde hulpgeroep en begaf zich onmiddellijk naar de onheilsplek. Alhoewel de heer B. pa3 een ooroperatie had ondergaan en hem ver- boden was zyn hoofd onder water te houden, bedacht hy zich geen oogenblik en sprong gekleed te water. Hij dook naar het slacht- offer, dat inmiddels gezonken was en mocht het genoegen smaken na een korte worste- ling de drenkeling had zijn redder onder water bij de polsen gegrepen waaruit hij zich wist te bevrijden, den drenkeling door middel van den z.g. kopgreep in veilige han- den te brengen. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. Een 14-jarige jongen, W. v. E., uit de Kru- gerstraat te Amsterdam, was Maandagmorgen omstreeks 12 uur in de nabijheid van de Berlagebrug met eenige vjriendjes aan het baden. Plotseling zonk hij in de diepte. Twee voorbijgangers, die zich te water begaven, konden den knaap niet bereiken. De politie, die onmiddellijk gewaarschuwd werd, heeft naar het lijk gedregd, doch Maan- dagavond was het nog niet gevonden. Maandag is bij het baden bij den kop van den Huizer havendam de 14-jarige T. verdronken. TRAGISCH ONGELUK. Maandagmiddag omstreeks 1 uur heeft aan de Waalkade te Nijmegen een tragisch onge luk plaats gehad. Eenige jongelui vermaakten zich daar met het voetbalspel. De bal rolde naar den kant en een van hen wilde hem tegenhouden. Hy stapte evenwel van de kade, verloor het evenwicht en viel vlak voor een schip in de rivier. Hij poogde zich nog zwem- mend te redden, maar schoot onder den boeg, zoodat omstanders ook niet in staat waren hem te helpen. Het lyk is hog niet gevonden. BEDORVEN VOEDSEL? Het uit 10 personen bestaande gezin van J. K. te Bolnes is Zondagmiddag na het ge bruik van het middagmaal ongesteld gewor den. De behandelende geneesheer heeft voed- selvergiftiging geconstateerd. Op het Krugerplein in Den Haag is Maan- dagavond een kindje van 2 jaar, dat by de moeder vandaan liep, onder een autobus van lijn K geraakt. Het is eenige oogenblikken later overleden.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 3