Laatste Berichten,
GEMENGDE BERICHTEN
EEN DUORIJDER ZEER ERNSTIG
GEWOND.
ONDER EEN AUTOBUS.
De heer KODDE verklaard zich op een
deabetreffende vraag van den voorzitter be-
reid deze benoeming aan te nemen en hij
hoopt dat hem even weinig zal worden op-
gedragen als het vorig jaar.
Garantie ten behoeve der Gewestelijke
Tarweorganisatie.
In alle afdeelingen werd dit voorstel aan
een beschouwing onderworpen. O.a. werd op-
gemerkt, dat, nu de Regeering de Tarwewet
heeft gescbonken, zij ook maar voor de garan
tie c.q. betaling moet zorgen. Men meende,
dat tal van rijke boeren van den steun profi-
teeren, voor wie steunverleening niet nood-
zakelijk is. Men acbtte een richtige uitvoe-
ring der wet ook een voordeel voor den land-
arbeider. Uitvoerig werd de tewerkstelling
van buitenlandsohe arbeiders besproken, maar
ook werd er op gewezen, dat als Nederland-
scbe arbeiders met steun der Nederlandsohe
regeering over de grens inkoopen gaan doen,
daarvoor niemand eenlge voorziening vraagt
of eischt.
Gevraagd werd te onderzoeken, boeveel
buitenlanders bier werkzaambeden verrichten
en zoo mogelijk eveneens hoeveel Nederlan-
ders in het buitenland werkzaam zijn. Als een
typeerend staaltje boe noodig de garantie is,
wees een lid op een landbouwer, die nood-
zakelijk werkzaambeden moest doen verrich
ten en daarvoor eenige arbeiders in dienst
moest nemen, doch zulks niet kon doen
wegens gebrek aan geld.
Van de zijde van Ged. Staten luidde bet
antwoord, dat de provincle geen risico zal
loopen, althans menschelijkerwijze gesproken.
De voile garantie is door de boeveelbeid tarwe
gedekt.
Naar aanleiding van de beweringen, dat de
kosten der Tarwewet ten laste komen van de
armsten en de baten ten gunste der rijksten,
geven Ged. Staten in de afdeelingen een korte
uiteenzetting van de werking der Tarwewet.
Ged. Staten deelen in hun antwoord op bet
algemeen verslag mede, dat naar bun van be-
voegde zijde is medegedeeld, de Gewestelijke
Tarweorganisatie van den Minister de mach-
tiging heeft gekregen om leden-aangeslotenen,
die buitenlandsche arbeiders in dienst hebben,
uit te sluiten, waarby er evenwel gelet dient
te worden op bet aantal vreemde arbeiders,
dat vroeger by deze werkgevers in dienst
was.
Nog leggen zij adressen over van de Kamers
van Koophandel te Middelburg en te Ter
Neuzen, die tegen het voorstel geen bezwaar
bebben mits er voor worde zorg gedragen.
dat te dezer zake de bandel niet in slechter
conditie komt dan tot heden bet geval was.
De beer KALLE zal dit voorstel gaame
steunen als niet een party wordt geholpen
docb beide partijen en de buitenlandsche
werkkracbten uit te sluiten. Het is treurlg,
dat het brood van tal van arbeidskrachten
wordt weggehaald door vreemdelingen. Zoo-
lang er by de arbeidsbeurzen voldoende
krachten staan ingesobreven mogen geen
buitenlandsche krachten te werk worden ge-
steld. Het buitenland voorkomt op alle
manieren het te werk stellen van vreemde
krachten. Alleen in de streek van Sas van
Gent naar Ter Neuzen wordt wekeljjks
f 40.000 aan buitenlandsche arbeidskrachten
uitbetaald. Hij wil het aannemen van der-
gelijke krachten verbieden.
De heer VOGELAAR brengt dank aan Ged.
Staten voor de indiening van dit voorstel.
Het verheugt hem dat men den handel zoo
veel mogelijk den oogst van 1932 wil laten
innemen. De provincie Zeeland kan moeilijk
financieel steunen. Wei kan moreele steun
worden gegeven en hij stelt het op prys dat
de provincie garantie wil geven. Het graan
kan dan goed in stand worden gehouden.
De heer DE FEIJTER sluit zich aan by den
heer Vogelaar en brengt eveneens dank aan
Ged. Staten en hij hoopt dat dit voorstel zal
worden aangenomen. Er is in Zeeuwsch-
Vlaanderen gebrek aan bedrijfskapitaal.
De landbouwers dienen geholpen te worden
want rijke boeren zijn er maar sporadisch
meer te vinden.
De provincie kan thans volstaan met ga-
ranties.
Hij is het voor een groot gedeelte met den
heer Kodde eens. Het aannemen van eigen
menschen dient voor te gaan, toch zijn daar-
aan moeilijkheden verbonden, vooral voor
landbouwers die reeds lang buitenlandsche
werkkrachten in dienst hebben.
De heer HAMELINK is niet zoo enthousiast
over het voorstel van Ged. Staten. Deze
steunverleening wordt ook verleend aan
landbouwers die het niet noodig hebben. Bij
de arbeiders wordt een geheel andere maat-
staf aangelegd voor het verleenen van steun.
Er had op een andere wijze te werk moeten
zijn gegaan. Nu de Tarwewet is aange
nomen moet zij ook worden uitgevoerd. De
wyze waarop thans steun wordt verleend
heeft zyn goedkeuring niet. De Zeeuwsche
landbouwers zijn maar direct op de Prov.
Staten toegesprongen, waar zij over zooveel
macht beschikken. De moreele steun die
thans worde gegeven staat gelijk met finan-
cieele steun. Hij kwam neer op een garantie
voor een derde hypotheek. Als alles w£l
loopt zal de provincie er geen geld bij in-
schieten, doch hy is niet overtuigd, dat deze
garantie geen financieel risico zal mede-
brengen. Een ander bezwaar tegen deze ga
rantie is, dat deze ongevaarlyk zou zijn.
Hij is het volkomen eens met den heer
Kalle, dat het ongehoord is, dat ook land
bouwers goedkoope buitenlandsche krachten
aannemen. Als spreker goed geinformeerd is,
heeft de regeering reeds gedaan wat de heer
Kalle vraagt. Deze bezwaren zijn opgeheven.
Met een geruster geweten zal spreker zich,
ter wille van de kleine boeren, zich bij het
voorstel kunnen neerleggen.
De heer MOELKER zegt, dat de geheele
landbouw gesteund wordt en dat juicht hy
ten zeerste toe. Het aannemen van buiten
landsche krachten keurt hij ook af. Hy hoopt
dat de landbouwers zich zullen gaan schamen
buitenlandsche krachten aan te nemen.
De heer DE MILLIANO zeide, dat in Wes-
telijk Zeeuwsch-Vlaanderen alleen buitenland
sche krachten worden aangenomen als er geen
binnenlandsche meer zijn. Er bestaat wel kans
dat er in het najaar nog gebrek aan arbeids
krachten zal zijn.
Hierna gaf hij een uiteenzetting van het
tarwebedrijf in Zeeland. De tarwe heeft in
1931 gemiddeld opgebracht 287 per H.A.
Het verbouwen van tarwe zonder regeerings-
steun is onmogelijk. De provincie doet een
goed werk door garantie te verleenen en
steunt zy in belangrijke mate. Spreker kan
met mzien, dat in de pachtwet buitengewone
offers worden gevraagd voor de steun aan de
tarweverbouwers.
De heer GOOSSENS zal gaarne het voor
stel van Ged. Staten steunen, omdat hierdoor
vele kleine boeren worden geholpen. Hij be-
spreekt eveneens het aannemen van buiten
landsche werkkrachten en wees er op, dat
in Oostelyk Zeeuwsch-Vlaanderen 150o' bui
tenlandsche arbeiders werkzaam zijn, voor-
namelijk in de industrie.
De heer DE JONGE meent dat nog ge
wezen moet worden op de opslagplaatsen voor
Zeeuwsche tarwe. Hy meent, dat nog in onze
eigen provincie voldoende opslagplaatsen zijn
te vinden en alles wat door onze ingezetenen
kan verdiend worden, moet hier ook verdiend
worden. Hij verzocht aan Ged. Staten de
noodige maatregelen in deze richting te
treffen.
De heer DE MILLIANO zou het onvoor-
zichtig noemen om de jonge tarwe op alle
mogelijke bewaarplaatsen op te bergen, want
dat zou nadeelig kunnen worden. Het is
wenschelijk dat aan deze tarwe extra zorg
wordt besteed. Als er in onze provincie ge-
schikte pakhuiizen waren zouden deze reeds
lang in gebruik zijn genomen. Wij moeten
hier geen besluiten nemen die wtij niet kunnen
overzien.
De heer DIELEMAN betuigde dank aan de
leden die steun hebben gegeven aan Ged. Sta
ten. Hij merkt den heer Hamelink op, dat
het college van Ged. Staten heusch niet
agrarisch is. Er moest hier geholpen worden
dit is een feit en daarom hebben Ged. Staten
hun voorstel ingediend.
De landarbeider wordt door dit voorstel on-
gemeen gebaat. Het aannemen van buiten
landsche werkkrachten is een zaak voor het
rijk en niet voor de provincie. Hrj merkt op,
dat de buitenlandsche arbeiders hoofdzakelijk
in de industrie werkzaam zijn en niet in den
landbouw. Hoofdzaak is dat de Nederland-
sche arbeider niet wordt achtergesteld alleen,
doch den voorrang heeft. Hy kan den
heer De Jonge verzekeren dat alle opslag-
ruimte in onze provincie gebruikt zal worden.
De heer KALLE wil de aandacht der
regeering vestigen op het werken van buiten
landsche werkkrachten in Zeeuwsch-Vlaande
ren. Daarom heeft hy dit punt hier ter
sprake gebracht.
Hierna werd het voorstel van Ged. Staten
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Verbetering steiger Walsoorden.
In verband met het voorstel tot verbete
ring van den steiger te Walsoorden, stelde
een lid in een afdeeling de vraag of de verbe
tering niet minder kostbaar kan worden ge-
maakt, waarop het antwoord luidde, dat eerst
onderzocht zal worden welke eischen de nieu-
we boot stelt. In een andere afdeeling achtte
een lid het voorstel ontijdig, doch van de zijde
van Ged. Staten ontraadde men aanhouding,
want als de noodzakelijkheid blijkt, kunnen
dan onmiddellyk voorbereidende maatregelen
getroffen worden. Mocht blijken, dat de ge-
dachte verbeteringen niet noodig zijn, dan zal
ook niet tot uitvoering van het besluit worden
overgegaan.
Aangenomen.
Subsidie veer StavenisseZype—
Anna Jacobapolder.
Het voorstel tot intrekking van het subsidjg,
aan de Rotterdamsohe Tramwegmaatschappij
voor een stoombootdienst tusschen Stavenisse
en Zype—Anna Jacobapolder, gaf aanleiding
in de afdeelingen er op te wijzen, dat het veer
nog al beteekenis heeft voor het vervoer van
tuinbouwproducten en dat het eiland Tholen
bij andere deelen der Provincie wordt achter
gesteld. Gevraagd werd of intrekking van
het subsidievermindering van het aantal vaar-
ten op het veer ZijpeAnna Jacobapolder zal
tengevolge hebben.
Van de zijde van Ged. Staten werd dit ont-
kend en gezegd, dat elke passagier op den
dienst van Stavenisse ongeveer /1,50 aan de
provincie kost, dat het intrekken van het
subsidie een bedrag van /4000 aan de pro
vincie bespaard, dat het aantal vervoerde
passagiers steeds afneemt, dat de landbouw-
producten het meest naar de veiling te Oud-
Beyerland gaan, dat er op Tholen geen glas-
culturen zyn en dat het vervoer van tuin
bouwproducten wel over een andere lijn kan
geschieden, zonder dat de tuinbouw daardoor
noemenswaard wordt gedupeerd.
In hun antwoord op het algemeen verslag
leggen Ged. Staten nog cijfers over, waaruit
blykt, hoeveel het vracht- en veevervoer over
de lijn sedert 1923 jaarlijks heeft bedragen.
Het wil hen voorkomen, dat al valt een,
overigens begrijpelijke styging, niet te mis-
kennen, de toeneming van het vervoer, in het
bijzonder van Stavenisse, niet zoodanig is,
dat daardoor bestendiging van het tot dus-
verre verleende subsidie gerechtvaardigd zou
zijn.
Dit voorstel wordt tydelijk teruggenomen
om te behandelen bij de begrooting voor 1933.
Werken op het terrein van den
aanlegplaats te Vlissingen.
Naar aanleiding van een opmerking in een
der afdeelingen in verband met het voorstel
tot uitvoering van werken op het terrein by
de aanlegplaats van den Provincialen stoom
bootdienst op de Wester-Schelde te Vlissingen
of het niet mogelijk is in het vervolg direct te
rekenen op alles, wat zal moeten geschieden,
antwoordde een lid van Ged. Staten, dat men
voor het uitvoeren der werken vergunning
moest vragen aan den Waterstaat en aan de
N. S., welke vergunningen wat lang op zich
hebben laten wachten.
Het voorstel werd na een opmerking van
den heer Kodde aangenomen.
Exploitatie Provinciale Stoomboot-
diensten.
Het voorstel tot intrekking van het besluit
van 13 December j.l. tot het beschikbaar
stellen van een crediet van 140.000 voor de
verbouwing van het s.s. Zeeuwsch-Vlaanderen
het verleenen van credieten van 350.000 en
f 175.000 voor den bouw van twee motorbooten
voor de Wester-Schelde en een voor de Ooster-
Schelde en nog een crediet van 35.100 voor
voorzientngen aan het havenkanaal en de
zwaaiplaats te Zierikzee, heeft wel tot vry
veel discussie in de afdeelingen aanleiding
gegeven, maar ten slotte vereenlgden toch
alle leden zich met het voorstel.
Bij bedoelde discussies kwam o.a. verwon-
dering naar voren over het veranderde inzicht
van Ged. Staten en begrepen sommige leden
niet hoe de lyn Ter NeuzenVlissingen nu in
eens winst zal kunnen opleveren.
Sommige leden verwachten van de plannen
opheffing in de toekomst van de lyn, andere
waren minder pessimistisch.
Velen verdedigden het behoud van de lijn
als veel beter dan het inleggen van sneltram-
men bij de Z.-Vl. tram, doch ook werden stem-
men gehoord die in de toekomst drie verbin-
dingen over de Wester-Schelde voldoende
achten.
Klachten werden geuit over de dienstrege-
ling zooals die sedert 22 Mei geldt, men meen
de dat de eerste boot te laat uit Ter Neuzen
en de laatste te vroeg uit Vlissingen vertrekt,
en dat o.a. door intrekking der z.g. kostgelden
de positie, vooral voor de laagstbezoldigden
van het personeel, verminderd is. Anderen
achtten de Schouwen niet het juiste schip om
den proef te doen slagen. Een lid is huiverig
zulk een groot bedrag te voteeren, een ander
meent, dat de motorschepen nogal vaak uit
de vaart zijn voor reparatie en vraagt
of deze schepen wel beantwoorden aan
de verwachting. Nog werd verhooging der
tarieven naar voren gebracht en kwam de
wenschelijkheid naar voren om de te bouwen
booten, zoo eenigszins mgelijk te gunnen aan
de Zeeuwsche industrie en in twee afdeelingen
meenden leden dat nu de tijd gekomen is om
den dienst op Zondag stil te leggen, nu de
provincie alleen de zeggenschap zal hebben.
In alle afdeelingen verdedigden leden van
Ged. Staten hun voorstel. Het motief van
den Minister om de bijdrage in de tekorten op
deze lijn in te trekken, is dat deze dienst
alleen vor locaal verkeer is, doch van zeer
groot be lung als directe verbinding tusschen
de grootste gemeenten van Zeeuwsch-Vlaan
deren en de grootste gemeenten van Zeeland.
Naar een jaar zullen de Staten tot de over-
tuiging zyn gekomen, dat deze dienst niet
gemist kan worden. De Schouwen noemden
Ged. Staten een voor het doel geschikte boot,
al zal het autoverkeer wel voomamelijk over
de andere lijnen gaan. Een andere dienst-
regeling maakt, dat er meer personeel noodig
is en de exploitatie niet uit zal komen. Men
is tot het nieuwe voorstel inzake den boot-
bouw gekomen, omdat de raming van
230.000 thans tot 175.000 kon worden
teruggebracht. Er is geen bedoeling den
dienst te doen mislukken, als hij zich bedruipt
kan hij blijven bestaan. Alles zal gedaan
worden om den bouw der booten aan een
Zeeuwsche industrie te gunnen, maar het Rijk
keurt geen onderhandsche bestedingen goed.
Toch kon de Prins Hendrik op de Schelde
worden gebouwd, niettegenstaande deze maat-
schapprj toch niet de laagste inschrijfster
was.
De nieuwe motorschepen voldoen uitstekend
en beantwoorden aan de verwachtingen. Wel
hebben eenige herstellingen plaats gehad,
maar deze waren niet noodig door constructie-
fouten. De exploitatie dezer schepen is niet
goedkoop, met het gevolg, dat het vroegere
overschot op den dienst VlissingenBreskens
is veranderd in een tekort.
De heer DE PAUW zeide dat in de afdee
lingen heel wat stemmen zyn opgegaan tegen
de pogingen tot opheffing van den belang-
rijken dienst VlissingenTer Neuzen. Hij
verdedigd uitvoerig het behoud van dezen
dienst, welke hij dringend noodig acht. Bij de
dienstregeling van 22 Mei is de dienst Vlis
singenTer Neuzen belangrijk verslechterd
en eigenlijk bestaan er geen diensten meer
tusschen Ter Neuzen en Vlissingen. De
dienst wordt nu onderhouden met onvoldoend
materiaal. Men helpt dit veer zoo zachtjes
aan naar den kelder.
Voor 1933 wordt deze dienst niet meer
door het rijk gesubsidieerd en komt hij geheel
voor rekening van de provincie. Hij wil in
dezen overgangstijd een goeden dienst behou-
den tusschen Vlissingen en Ter Neuzen. In de
overgelegde rapporten is heel wat tegenstrij-
digs. Wij kunnen deze gulden middenweg be-
wandelen en den dienst behoorlijk onderhou
den en zal het misschien een kleine subsidie
van de provincie vorderen. Hij dient een
motie in, waarin afkeuring wordt uitgespro-
ken dat het rijk de subsidie heeft ingetrokken
en waarin hfij, wenscht dat de dienst Vlissin
genTer Neuzen behoorlijk zal kunnen func-
tioneeren, door de afvaarttyden te veranderen
en dfen dienst met behoorlijk materiaal wordt
uitgevoerd.
Spreker wees op het petionnement uit Ter
Neuzen, dat aan Ged. Staten is toegezonden.
De heer GOOSSENS is ook van meening,
dat deze dienst werkelijk in een behoefte
voorziet. Thans is evenwel de wyze waarop
de dienst wordt uitgevoerd ondoelmatig en is
beslist onvoldoende. Een vroegere afvaart uit
Ter Neuzen is beslist noodzakelyk.
Hij dient ook een motie in, waarin Ged.
Staten worden uitgenoodigd de eerste afvaart
uit Ter Neuzen aanmerkelyk vroeger plaats
heeft.
De heer STAVERMAN zeide, dat bij den
bouw van de „Prinses Juliana'' is verzocht
dezen in Zeeland te doen plaats hebben.
Thans is de nood nog hooger gestegen en hij
hoopt dat de heeren in Den Haag niet doof
zullen blijiven voor een stem van de Prov.
Staten dat de nieuwe booten hier in Zeeland
zullen worden gebouwd en hierop met klem
zal worden aangedrongen.
Hij dient een motie in waarin Ged. Staten
worden uitgenoodigd met den Minister te zul
len bewerken, dat de 3 nieuwe booten in
Zeeland zullen worden gebouwd.
Deze motie wordt gesteund door de heeren
Edelman, Paap, De Ridder en De Baare.
De heer GEELHOEDT sprak eveneens
over den dienst VlissingenTer Neuzen. Hij
noodigd Ged. Staten uit een weg te nemen,
waarop beide partijen bevredigd worden.
Laten zij een regeling trachten te vinden die
beide partijen bevredigd.
De heer BOENDER had principieel bezwaar
dat de nieuw te bouwen booten op Zondag
zullen varen. Hij wilde aanvankelyk een
amendement indienen, omdat de booten des
Zondags varen. Dit amendement dient hij
niet in, doch hy zal alleen tegen het voorstel
stemmen.
De heer DOMilNICUS zal het voorstel van
Ged. Staten steunen, doch spreekt het ver-
trouwen uit dat de Zondagsdiensten zooveel
mogelijk zullen worden beperkt. In de
najaarsvergadering zal nader op deze zaak
worden teruggekomen.
De heer VAN ROMPU zeide dat de dienst-
uren in den dienst VlissingenTer Neuzen
niet gelukkig zijn gekozen. Ged. Staten zul
len trachten hierin wijziging te krygen en aan
gerechtmatigde bezwaren tegemoet te komen.
De dienst kan worden verbeterd en zelfs in
kleiner uren worden gemaakt.
Het verkeer tusschen Ter NeuzenVlissin
gen op Zondag bedroeg over 1931 totaal 57
personen per reis op Zondag. Het verkeer
tusschen Ter Neuzen en Vlissingen eischt ook
een boot op Zondag.
Als men den dienst op Zondag opheft, dan
dient men de Zondagdienst op de Ooster-
Schelde mede en ook den van de twee diensten
tusschen Zuid- en Noord-Beveland op te hef-
fen. Zou dat wel billrjk zyn.
Hij kan indenken dat de heer Staverman
een lans breekt voor de werf in Vlissingen.
Doch voor 2 van de 3 booten geeft het ryk
80 pCt. Als „de Schelde" rekening houdt met
haar cijfers, zal zij zeker deze booten krygen.
Voor den bluggenbouw heeft zy voor lage
cijfers ingeschreven. Laat „de Schelde" laag
inschrijven, zoodat zlij de minste is dan krygt
zij de booten. Ged. Staten hebben de deuren
opengezet, laat „de Schelde" nu binnentreden.
De heer DE PAUW is door de toezegging
van Ged. Staten maar half tevreden. Met de
halve toezegging zyn wy er niet. Hy had
gehoopt, dat deze zaak in de afgeloopen week
emstig zou zijn onderzocht geworden. Als
Ged. Staten ovememen wat door spreker in
zijn motie is uitgedrukt, dan zou hij deze
motie intrekken. Thans handhaaft hij zijn
motie en beval deze warm aan.
De heer STAVERMAN zou gaame zijn
motie in stemming gebracht willen zien. Ge
heel Zeeland zou gaame zien dat deze schepen
in deze provincie werden gebouwd.
De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN
merkt op, dat in de motie van den heer De
Pauw voetangels en klemmen zitten. Hij
meent dat de moties De Pauw en Goossens
voor Ged. Staten onaannemelijk zijn als deze
een beduidend uitbreiden van den dienst
VlissingenTer Neuzen bedoelen.
De heer DE PAUW meent, dat de „Schou-
wen" geen boot is die aan de redelijke eischen
voldoet, vooral ook voor het autoverkeer. Als
de dienst wordt uitgebreid krijgt men ook
vermeerdering van het aantal passagiers. De
provincie moet hier evengoed bijspringen als
bij andere middelen van vervoer. Desnoods
kan het tarief een weinig worden verhoogd.
Hlij beval zijn motie dringend aan.
De heer v. BOMMEL v. VLOTEN zegt, dat
Ged. Staten bereiid zijn een andere dienstrege
ling onder de oogen te zien, mits deze geen
meerdere kosten meebrengen. Renvoyeeren
van de motie naar Ged. Staten heeft geen zin,
omdat deze zaak van alle kanten door Ged.
Staten is bekeken.
De heer GOOSSEN trekt daarna zijn
motie in.
De heer DE PAUW achtte zich verplicht
zijn motie te handhaven.
Deze werd in stemming gebracht en staak-
ten de stemmen 20 tegen 20.
In de volgende vergadering zal hierover
opnieuw worden gestemd.
(De heer Heijboer was bij deze stemming
afwezig.)
De motie Staverman werd aangenomen
met 38 tegen 2 stemmen.
Tegen stemden de heeren Van Dusseldorp
en Van Dalsum.
Het voorstel van Ged. Staten werd daama
aangenomen zonder stemming.
Rekening 1930 Provinciale
Stoombootdjensten.
De rekening 1930 van de Provinciale stoom-
bootdiensten gaf in de afdeelingen aanleiding
tot de opmerking, dat regelmatig verlies
wordt geleden op den tramdienst Hansweert-
Vlake (over 1930 ruim 11.121) en gevraagd
is of er bij Ged. Staten nog geen plannen be
staan om hier te komen tot een goedkoopere
exploitatie door middel van autobussen en of
het wel verantwoord is tegen over de regee
ring dit lijntje zoo te exploiteeren. Namens
Ged. Staten werd geantwoord, dat er plan
nen zijn ingekomen om de aanlegplaats te
Hansweert meer oostwaarts en die te Wal
soorden meer westwaarts te verleggen.
Daarbij zou de trambaan HansweertVlake
komen te vervallen en zou op andere wijze in
de communicatie moeten worden voorzien. De
tijdsomstandigheden zijn evenwel oorzaak, dat
het Rijk nog niet tot uitvoering van dit plan
kan overgaan. Ged. Staten zegden in de af
deelingen toe na te gaan of de hooge steiger-
rechten voor hen, die per particuliere gelegen-
heid landen niet kunnen worden verminderd.
Zij hebben besloten niet tot vermindering van
het tarief voor den autobus Ter Neuzen-boot
naar station over te gaan.
Op een desbetreffende opmerking ant
woordde een lid van het college, dat het ten
voile de mededeeling van den accountant
aanvaardt en de pjyertulging heeft, dat deze
zonder voorbehoud adviseert tot goedkeuring
van de rekening.
Naar aanleiding van een volgende opmer
king zegt een der leden van het college, dat
men de werkkring van de menschen te Wal
soorden niet kan vergelijken met die te Vlis
singen en Breskens, waar de eischen van den
dienst veel grooter zijn. Daarom hebben Ged.
Staten bezwaar de menschen te Walsoorden
in vasten dienst te nemen. Nog zegt een lid
van het college, dat de overplaatsing van
enkele personen naar Vlissingen, op het finan
cieel nadeel waarvan gewezen was, dat dit
een maatregel is van tijdelyken aard, bij wyze
van proef ingevoerd.
In hun antwoord op het algemeen verslag
zeggen Ged. Staten, dat de verschillende op-
merkingen meer bij de begrooting thuis be-
hooren, alleen zeggen zij toe, dat zij, de kwestie
van de steigerrechten onder het oog zullen
zien en zoo noodig een voorstel tot wijziging
te zijner tijd de staten zal bereiken.
Aangenomen.
Opnemen van kasgeld,.
Op een opmerking over het voorstel inzake
opnemen van kasgeld, antwoordde een lid van
Ged. Staten in een afdeeling met de mede
deeling, dat de bijvoeging, dat de eventueele
beleening van effecten „onder door Ged. Sta
ten te stellen voorwaarden" moet plaats heb
ben, niet noodig is.
Aangenomen.
Geldleening.
Bij het voorstel tot het op 6 bepalen van
de rente van eene aan te gane leening van
f 458.000 maakten in twee afdeelingen leden
de opmerking, dat een intrest van 6 wel
zeer hoog is, zoowel op zich zelf, als om den
zwaren last, die aldus op de Provinciale in-
komsten kan worden gelegd. Het antwoord
luidde, dat Ged. Staten dit erkennen, maar
dat alles in het werk wordt gesteld om het
geld zoo goedkoop mogelijk te krijgen, waar-
om ook de woorden „ten hoogste" zijn opge-
nomen.
Aangenomen.
De VOORZITTER stelde voor de vergade
ring voor een kwartier te schorsen en na
openen de stemming over de motie-De Pauw
aan de orde te stellen.
Hiertegen bleek op verschillende punten
bezwaar te bestaan en werd aan den heer De
Pauw verzocht zijn motie in te trekken.
De heer DE PAUW deed het voorstel het
voorstel van Ged. Staten aan te houden tot
de volgende vergadering.
De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN
zeide, dat Ged. Staten bezwaar hadden het
voorstel aan te houden tot een volgende ver
gadering.
Het voorstel-De Pauw om de beslissing aan
te houden werd door den heer Kodde ge
steund.
Na nog eenige discussie werd het voorstel-
De Pauw in stemming gebracht en aangeno
men met 26 tegen 15 stemmen.
De vergadering werd hierna te 5 uur In
naam der Koningin gesloten.
BEJRLIJN. De Rijkskanselier Von Papen
is tot Rykscommissaris van Pruisen en de
opperburgemeester Dr. Bracht uit Essen, tot
commissaris van het ministerie van binnen
landsche zaken van Pruisen en leider van de
staatskanselary benoemd.
BERLIJN. In een onderhoud met den
Rijkskanselier heeft de Pruisische minister
van binnenlandsche zaken Severing gewei-
gerd de verordening van den Rykspresident
te erkennen. Hij heeft verklaard slechts voor
geweld te zullen wyken.
De Rijkspresident heeft daarop een tweede
verordening uitgevaardigd waardoor over
Berlijm en de provincie Brandenburg de mili-
taire uitzonderingstoestand wordt afgekon-
digd.
Het uitvoerend bestuur is dientegevolge
voor Berlyn en Brandenburg op den bevelheb-
ber van het derde militaire district, generaal
Rundstedt, overgegaan, onder hem zijn thans
ook de Berlijnsche en Brandenburgsche
politie.
BERLIJN. De Rijkscommissaris heeft den
Pruisischen minister-president Braun en den
Pruisischen minister van Binnenlandsche Za
ken uit hun functies ontslagen. De Pruisische
regeering heeft met deze beslissing geen ge-
noegen genomen en is in beroep gegaan bij
het Rijksgerechtshof.
Het regeeringsgebouw is door de ryksweer
bezet. Bij noodverordening is de doodstraf in-
gesteld voor personen, die den dood veroor-
zaken van een menschenleven, tengevolge van
doodslag, ontploffing enz. Verder is de cen-
suur toegepast op pers, vereenigingen en ver-
gaderingen.
EEN VERPLEEGSTER MISHANDELD
DOOR EEN INDRINGER.
Zondagnacht heeft een tot dusver onbe-
kend gebleven persoon zich door inklimming
toegang verschaft tot het kinderhuis
,,Kinabu" te Soesterberg, waar hij een zuster,
die geheel alleen in het gebouw was, ter ver-
pleging van een ziek kind, heeft mishandeld.
Op het hulpgeroep van de zuster, nam het
individu de vlucht. De heer Kramer, die in
de nabijheid woont, snelde toe en heeft on-
middellijk de politie te Amersfoort en Soes
terberg gewaarschuwd. Deze waren spoedig
met een politiehond ter plaatse. Het onder-
zoek heeft echter geen enkel resultaat opge-
leverd.
Zondagavond reed de motorfietsrijder Goris
uit de richting Wouw naar Bergen op Zoom.
Op de duo zat J. Vriens, uit Bergen op Zoom.
Tengevolge van de duisternis en mede door te
groote snelheid kon de motorfietsrijder juist
v66r Bergen op Zoom een bocht niet nemen
en vloog hierdoor tegen een boom. De duo-
rjjder kwam op het trottoir terecht en kreeg
een emstige verwonding aan het hoofd. Hy
is, nadat een paar dokters hulp hadden ver
leend, in zeer emstigen toestand naar het al
gemeen burgergasthuis te Bergen op Zoom
overgebracht. De bestuurder kwam met den
schrik vry. De motorfiets is door de politie
in beslag genomen.
ERNSTIG MOTORFIETSONGELUK.
Zondagmiddag om 4 uur is op den nieuwen
rijksweg ter hoogte van het cafe-restaurant
„De Witte Bergen" onder Laren (N.-H.) een
emstig ongeluk gebeurd. De 21-jarige motor
fietsrijder C. W. Roskam uit Haarlem reed
met een snelheid van ongeveer 80 K.M. in het
uur in de richting Baam. Waarschijnlyk
doordat hij ver over zijn stuur gebogen zat,
zag hij eerst op het laatste oogenblik, dat een
auto den weg wilde oversteken. Hij poogde
nog rechts te passeeren, doch reed in voile
vaart tegen de bumpers van den auto. In
ernstigen toestand is de jonge man naar de
Majella-stichting te Bussum overgebracht,
waar hy is overleden. Hij had een emstige
hersenschudding en emstige inwendige kneu-
zingen gekregen.
OP SLAG GEDOOD.
Zondagnacht is de 40-jarige onderwijzer G.
T. J. A. te Den Haag met zijn motorrijwiel
opgereden tegen de leuning van de Leugen-
brug tusschen Poeldijk en Loosduinen. De
heer A. was op slag dood.
ALLE VINGERS AFGESNEDEN.
De 21-jarige timmerman G. H., te Ederveen
het het ongeluk met zijn linkerhand in aan-
raking te komen met een cirkelzaag, waar
door de vingers van die hand werden afge-
sneden.
ONDERWIJZERES TE ZYYOLLF.
VERBRAND.
Mej. G. H. Gerdink, onderwrjzeres te Zwolle,
lag ziek te bed in de alkoof van haar pen
sion in de Enkstraat aldaar. Nadat zij Zater-
dagochtend het haar met benzine had ge-
wasschen, is door een ongelukkig toeval een
dicht bij haar bed staand geneeskundig in
strument in brand geraakt. Dit had tenge
volge, dat mej. G., zoodanige brandwonden
bekwam, dat zij spoedig aan de gevolgen
overleed.
RUND VERWOND.
Dezer dagen bemerkte een veekoopman te
Goes, dat een hem toebehoorend rund, dat in
een weide liep onder de gemeente 's Heer
Abtskerke, een gapende wonde vertoonde,
zoodat de hulp van een veearts moest worden
ingeroepen. Bij onderzoek bleek, dat vermoe-
delijk een arbeider die in de omgeving van
het weiland werkzaam was, uit baldadigheid
een spade naar het dier heeft geworpen met
het bekende gevolg. De politie onderzoekt de
KRANIGE REDDING.
Zaterdagmiddag geraakte te Amsterdam
een man te water in den Amstel. Een lid der
Amsterdamsche Reddings Brigade, G. H. B.,
hoorde hulpgeroep en begaf zich onmiddellijk
naar de onheilsplek. Alhoewel de heer B. pa3
een ooroperatie had ondergaan en hem ver-
boden was zyn hoofd onder water te houden,
bedacht hy zich geen oogenblik en sprong
gekleed te water. Hij dook naar het slacht-
offer, dat inmiddels gezonken was en mocht
het genoegen smaken na een korte worste-
ling de drenkeling had zijn redder onder
water bij de polsen gegrepen waaruit hij
zich wist te bevrijden, den drenkeling door
middel van den z.g. kopgreep in veilige han-
den te brengen.
BIJ HET BADEN VERDRONKEN.
Een 14-jarige jongen, W. v. E., uit de Kru-
gerstraat te Amsterdam, was Maandagmorgen
omstreeks 12 uur in de nabijheid van de
Berlagebrug met eenige vjriendjes aan het
baden. Plotseling zonk hij in de diepte. Twee
voorbijgangers, die zich te water begaven,
konden den knaap niet bereiken.
De politie, die onmiddellijk gewaarschuwd
werd, heeft naar het lijk gedregd, doch Maan-
dagavond was het nog niet gevonden.
Maandag is bij het baden bij den kop
van den Huizer havendam de 14-jarige T.
verdronken.
TRAGISCH ONGELUK.
Maandagmiddag omstreeks 1 uur heeft aan
de Waalkade te Nijmegen een tragisch onge
luk plaats gehad. Eenige jongelui vermaakten
zich daar met het voetbalspel. De bal rolde
naar den kant en een van hen wilde hem
tegenhouden. Hy stapte evenwel van de kade,
verloor het evenwicht en viel vlak voor een
schip in de rivier. Hij poogde zich nog zwem-
mend te redden, maar schoot onder den boeg,
zoodat omstanders ook niet in staat waren
hem te helpen. Het lyk is hog niet gevonden.
BEDORVEN VOEDSEL?
Het uit 10 personen bestaande gezin van
J. K. te Bolnes is Zondagmiddag na het ge
bruik van het middagmaal ongesteld gewor
den. De behandelende geneesheer heeft voed-
selvergiftiging geconstateerd.
Op het Krugerplein in Den Haag is Maan-
dagavond een kindje van 2 jaar, dat by de
moeder vandaan liep, onder een autobus van
lijn K geraakt. Het is eenige oogenblikken
later overleden.