Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Transpireerende Voeten, BINNENLAND BTJITENLAHD, GENTSCHE AUT0SCH00L GEMENODE BERICHTEN Vrijdag 15 Juli 1832. No. 8862 VAN BEZUINIGINGSRAPPORT-WELTER. Departement van Justitie. Als voornaamste maatregelen, die worden voorgesteld, kunnen wdrden vermeld: Vermindering van het aantal kantongerech- ten met 50. (Conform voorstellen commissie-Boscb) uitbreiding van de in het strafwetboek moge- lijk gemaakte afdoening buiten proces, waar- door het getai strafzaken zal terugloopen; inkrimping van het aantal kantongerechts- parketten. De bezuiniging, die uit deze maat regelen voortvloeit, kan gesteld worden op 350.000. Opheffing van een zestal rechtbanken. Bezuiniging 300.000. Versobering van de gerechtskosten in straf zaken; vereenvoudiging inzake het uitbren- gen van exploiten en inkrimping der deur- waardersorganisatie. Bezuiniging in totaal f 175.000. Samensmelting van de beide krijgsraden en vermindering van het aantal militaire leden van het Hoog Militair Gerechtshof. (Uitein- delijke besparing 30.000.) Vereenvoudiging in de procedure der raden van beroep (ongevallenverzekering)vermin dering van't aantal dier raden, enkele andere twee aan twee te vereenigen; vermindering van de personeelsorganisatie der raden; op heffing van den Centralen Raad van Beroep, gepaard gaande met eenige uitbreiding van den Hoogen Raad. Uiteindelijke besparing 190.000. Concentratie van het aantal raden van be roep voor de directe belastingen en wel door samenvoeging van de raden. Bezuiniging f 45.000. Reorganisatie der politie (met uitzondering van die der groote steden) door in plaats van Rijksveldwacht en gemeentelijke plattelands- politiekorpsen, gewestelijke politie in te stel- len, staande onder het gezag van den Com- missaris der Koningin en t.a.v. hun repressieve taak ddenstbaar aan de justitieele autori- teiten. De totale besparing aan dezen maat- regel verbonden zal zoowel aan het Rijk als aan de gemeenten ten goede komen. Globaal gesdhat bedraagt deze ongeveer 200.000. Maatregelen tot beperking van het aantal opnemingen in de gevangenis-gestichten, als- mede concentratie van inrichtingen. Verder opheffing van de Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en Gorinchem. De hiermede te venkrjj- gen bezuiniging kan gesteld worden op 225.000. Beperking van het aantal kinderen, op wel- ke de Kinderwetten toepassing vinden, o.a. door: ten aanzien van de ter beschikkingstelling de leeftijdsgrens, die thans 18 jaar bedraagt, althans tijdelijk te verlagen tot 16 jaar. De hieruit voortvloeiende besparing kan ge steld worden op rond 365.000. Samenvoeging van de dubbele voogdijiraden te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage met instelling, voor iederen raad, van twee kamers; opheffing van den voogdijraad te Tilburg. Bezuiniging 35.000. Plaatsing van de z.g.n Regeeringskinderen in grooter getal dan tot dusver in de met Rijkssubsidie gebouwde partieuliere opvoe- dingsgestichtenhet op eenvoudiger leest schoeien van de Rijksopvoedingsgestichten voor jongens. Bezuiniging f 50.000. Verlaging van de posten, uitgetrokken voor verplegingssubsidie met 100.000; korting met ongeveer 10 pCt. op verplegingssubsidie en algemeen subsidie wegens prijsdaling van die artikelen, welke in de verpleging een voomame plaats innemen. De uit deze maat regelen voortvloeiende totale bezuiniging kan op i 400.000 gesteld worden. Beperking van de toepassing der Psycho- patenwet. Vermindering met ongeveer 10 pCt. van de subsidieen en kosten inzake particulier ver- pleegde psychopaten. Bezuiniging 10.000. Niet mede gerekend de vermindering van uitgaven voor welke Rijk en Gemeente te za- men op den duur uit de in het rapport voor- gestelde reorganisatie der politie zal voort- vloeien, bedraagt de totale bezuiniging op Justitie aangegeven 2.640.000. Voorts wordt een verhooging van inkom- sten ad pl.m. 500.000 verkregen door: a. beperking van het kosteloos proce- deeren en requestreeren 150.000; b. herstel van de veroordeeling in de kos ten van het geding; c. invoering van invorderingskosten bij boetebetaling 50.000; d. maatregelen waardoor de verplichting wordt opgelegd tot betaling of medebetaling in de kosten van onderhoud bij ontzetting of ontheffing of bij terbeschikkingstelling 100.000. Totaal 500.000. Binnenlandsche Zaken. De voornaamste op dit Departement betrek- king hebbende bezuinigingsvoorstellen zijn: Een verlaging met 15 pet. der werkloozen- steun. De commissie wijst er op, dat het voorstel tot salariskorting het onontwijikbaar gevolg heefit, dat ook de uitkeering aan hen, die niet arbeiden, wordt verlaagd. Bovendien zijn, sedert het grondtarief van 13,50 in de groote steden werd vastgesteld, de prijzen van nagenoeg alle levensbenoodigdheden be langrijk gedaald, het meest voor artikelen, die de grootste plaats innemen in het budget van een arbeidersgezin. Voor het platteland evenwel wordt voorge steld de uitkeeringen aan werkloozen, welke in sommige gevallen bepaald te laag zijn, te verhoogen. Een korting van 40 pet. op de Rijksvergoe- ding van de administratiekosten van werk- loozenkassen, waarmede een bezuiniging wordt verkregen van rond 100.000. Stopzetting van de subsidieering van het lager (dagschool) landbouwonderwijs. Indien de omstandigheden er toe nopen op de uit gaven voor het landbouwonderwijs te bezui- nigen, zal dit moeten geschieden op het dagschool-onderwijs en niet op het cursus- onderwijs. Het lijkt der commissie niet voor tegenspraak vatbaar, dat in het gestelde ge- val het jongere en duurdere onderwijs, welks resultaten over het algemeen niet beter zijin dan die van het oudere en goedkoopere onder wijs, het veld zal moeten ruimen. Schrapping van het uitgetrokken bedrag van 165.300 voor ontwatering, alsmede op heffing van het Rijksbureau voor de ontwate ring. Bezuiniging rond 214.000. Versobering van den dienst van het Staats- boschbeheer en beperking van de overige voor boschbouw bestede uitgaven. Bezuiniging totaal 195.000. Verschillende versoberingsmaatregelen op het gebied der visscherijen. De totale bezuiniging, bij dit hoofdstuk in overweging gegeven zal bedragen 1.697.000. Ministerie van Onderwijs. Als voornaamste bezuinigingsvoorstellen kunnen vermeld worden: Vermindering van 10 pet. op de totale kos ten van het hooger onderwijs, te bereiken door een korting van 15 pet. op de mate- rieele uitgaven en 'n korting van pl.m. 11 pet. op de personeele uitgaven (met uitzondering van het bedrag, benoodigd voor de bezoldi- gingen der hoogleeraren). Versobering van de organisatie van het Njjverheidsonderwijs te bereiken door: a. een t.o.v. de verschillende onderdeelen van het N.O. gedifferentieerde vermindering van de personeelskosten; b. een korting van 15 pet. op de mate- rieele uitgaven, voor zoover deze voor be zuiniging in aanmerking komen; c. de personeelssubsidies met 9.4 pet. (dus een gelijke korting als voor het Rijksperso- neel) te verminderen. In totaal zal op het N.O. f 2.6 millioen moeten worden bezuinigd. Concentratie van openbare lagere scholen in de richting van ten minste een tweemans- school, welke volgens het thans aanhangig wetsontwerp, tot wijziging der L.O.-wet als minimum 46 leerlingen zou moeten tellen. Uiteindelrjike besparing f 500.000. Concentratie van U.L.O.-scholen in de richting van driemansscholen. Bezuiniging 750.000. Opvoering van de minimum-aantallen leer lingen, volgens de L.O.-wet noodig voor de oprichting van nieuwe bijzondere lagere en U.L.O.-scholen, met 50 en in aansluiting aaaraan opvoering van de minima der L.O.- wet voor het openbaar onderwijs, eveneens met 50 pet. Meerdere concentratie in de opleiding der onderwijzers. Bezuiniging f 250.000. Doorvoering van de z.g. 45 schaal, opge- nomen in het thans aanhangig wetsontwerp tot wijziging der L.O.-wet Bezuiniging 5.300.000. Vervanging van leerkrachten in de laagste twee klassen der lagere school door lager be- zoldigde (als regel vrouwelijke) leerkrachten, in het bezit van een speciaal hiervoor te in- troduceeren onderwijsbevoegdheid. Bezuini ging op den duur 4 millioen. Verbod voor de gemeentebesturen van z.g. boventallige onderwijzers. De hieruit voort vloeiende bezuiniging, welke op ongeveer 9 millioen gesteld kan worden, komt geheel ten goede aan de gemeenten. Opneming in de L.O.-wet van de bevoegd- heid om maximum-eischen te stellen ten aan zien van de oprichting en de inrichting van scholen, teneinde zoo noodig soberheid daar- bij te kunnen afdwingen. Verschillende kleinere bezuinigingsmaat- regelen t.a.v. „Kunsten en Wetenschappen", waardoor een besparing verkregen wordt van totaal 110.000. Voorts wordt aanbevolen het denkbeeld om de leeftijdsgrens voor toelating tot de lagere school waarvan een belangrijke be zuiniging het gevolg zou kunnen zjjn in studie te doen nemen. In het geheel zullen de op het departement van Onderwijls voorgestelde bezuinigingen kunnen bedragen f 15.054.000, terwijl bij het hooger onderwijs een verhooging van inkom- sten kan worden verwacht van pl.m. f 350.000. Financien. De voornaamste bezuinigingsmaatregelen, die in dit hoofdstuk worden voorgesteld, be- treffen afdeeling van den Rijksgebouwen- dienst en de Pensioensuitgaven. T.a.v. eerstgenoemde afdeeling wordt o.a. in overweging gegeven de posten, bestemd voor bouw en exploitatie en voor onderhoud van Rijksgebouwen met resp. 20 en 10 pCt. te verminderen. Met nog eenige andere ver soberingsmaatregelen kan aldus een bezuini ging worden bereikt van 1.388.000. Wat betreft de Pensioenuitgaven wordt door de commissie voorgesteld de door het Rijk betaalde annuiteit aan het Burgerlijk Pensioenfonds van 3iy2 millioen tijdelijk met 10 pCt. te verlagen. De hieruit voortvloeiende bezuiniging be draagt 3.1 millioen. Met nog eenige kleinere bezuiniging zal de totale uitgaven-verlaging, op Financien voor gesteld, bedragen 4.882.000. Reorganisatie departement van Defensie. Ten aanzien van de Marine worden de vol- gende voorstellen gedaan: Opdracht aan een deskundige commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de de- partementen van Defensie, Kolonien en Financien. Van de organisatie der marine hier te lande in verband met de vlootsterkte in Indie te herzien, met het doel te geraken tot een be sparing van 10 pCt. of 1.3 millioen op de kos ten van de marine-organisatie. Opheffing van den afzonderlijiken marine- vliegdienst in Nederland conform het voor stel der z.g. commissie-Woltman. Bezuiniging ruim f 1 millioen. Opheffing van de Rijkswerf te Hellevoet- sluis conform de voorstellen der z.g. commis- sie-Guepin, alsmede doelmatiger organisatie van de werf te Willemsoord. Bezuiniging f 500.000. Vermindering met 20 pCt. van de verstrek- king van inventarisgoederen en van brand- stoffen voor vooroefeningen. Besparing 200.000. Ten aanzien van de Landmaoht stelt de commissie voor, evenals brj; de marine, 10 pCt. of 3.5 millioen te besparen op de kosten van de eigenlijke legerorganisatie, terwijl er bovendien van uitgegaan wordt, dat de be zuiniging op de legerorganisatie dienstbaar wordt aan het vrijmaken van gelden voor de oefening en uitrusting van het leger tot een bedrag van /1.5 millioen. De commissie acht het mogelijk deze bezuiniging te bereiken door: a. vermindering van de vredes- en van de oorlogs-sterkte met 8 regimenten infanterie, gepaard met verlaging van het contingent met 2150 en van de oorlogssterkte met ruim 23.000 man. Bezuiniging rond 2,3 millioen; b. zoodanige uitdunning van de beroeps- kaders, dat het resteerend te bezuinigen be drag bereikt wordt. Tenslotte wordt voorgesteld een korting van 15 pCt. toe te passen op de materieele uitgaven van de Defensiebegrooting, met uit zondering evenwel van de aanschaffingen van nieuw materieel, daar hierop zoowel voor zee- als voor landmacht reeds z6o belangrijk bej zuinigd is, dat een verdere beperking daar- van niet verantwoord is te achten. Bezuiniging rond f 2.400.000. Handen en Oksels behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel. In bussen van 45 en 60 ct. Alleen bij Apoth. en Drogisten. 'Ingez. Med.) Met nog eenige bezuinigingen van geringer omvang, o.a. op het Loodswezen 105.000) en op de afd. Hydrographie 25.000), kan in totaal op Defensie een bedrag van 7.503.000 bezuinigd worden. Waters taat. Als voornaamste voorstellen kunnen wor den vermeld: Opheffing van het Wegenfonds en instel ling bij de wet van een Rijksverkeersfonds, zoodat de eenheid van het verkeersvraagstuk tot uitdrukking komt in de Rijksbegrooting. Alle inkomsten terzake van het verkeer zul len strekken tot dekking van de uitgaven te dier zake, terwijl (Sen Rij'ksbijdrage den sluit- post vormt. Verder zullen de exploitatievoorwaarden der verschillende verkeersmiddelen onderling weer aan elkaar gelijik gemaakt moeten worden, in verband waarmede door de commissie wordt voorgesteld een extra belasting van het motorverkeer te heffen. De verbetering van den stand van het bud get, die met de vorming van dit verkeers- fonds en de daarmede verband houdende maatregelen zal voortvloeien, kan gesteld worden op rond f 20 millioen. Reorganisatie van den Waterstaatsdienst, waardoor een aanmerkelijke verlaging van de personeelskosten mogelijk zal worden. Bezuiniging tenminste 500.000. Verlangzaming van het tempo van uitvoe- ring van verschillende groote waterstaats- werken. Bezuiniging f 3.7 millioen. Verlaging tot de helft van het bij de be- grooting uitgetrokken bedrag voor aanleg en verbetering van spoorwegwerken bij Amster dam. Bezuiniging 900.000. Met nog eenige kleinere bezuinigingen zal de besparing door reorganisatie in totaal kunnen bedragen rond f 56.000. Versobering van de organisatie van het Meteorologisch Instituut, alsmede inperking met 12 pCt. van de personeelsformaties. Bezuiniging 36.000. Bezuiniging van 12 pCt. op de kosten der personeelsformaties van het Staatsvisschers- havenbedrijf, alsmede 15 pCt. korting op de materieele uitgaven. De besparing, die uit deze en uit eventueele andere maatregelen voortvloeit zal tenminste 40.000 moeten bedragen. Ten aanzien van het Zuiderzeefonds wordt gewezen op de zeer belangrijke financieele consequenties, welke zouden voortvloeien uit de omvatting van de Noord-Oost-inpoldering, welke naar het inzicht der commissie een be- letsel vormen om daartoe in de tegenwoordige omstandigheden te besluiten. Bezuiniging op Economische Zaken en, Arbeid;. De voornaamste bezuinigingsvoorstellen op het departement van Economische Zaken en Arbeid betrekking hebbende, zijn: I. Herindeeling der districten van het stoomwezen met dien verstande, dat deze van 7 op 6 worden teruggebr^eht. II. Vermindering van Je kosten der per- soneelsformatie der arbeids- en havenarbeids inspectie. Deze bezuiniging zal bereikt kun nen worden o.a. door het aantal districten van 11 op 10 te brengen. III. Vermindering van de Rijksbijdrage aan het Invaliditeitsfonds met f 4.000.000. Verder wordt op dezelfde principieele over weging voorgesteld te schrappen: a. de personeelsuitgaven voor de voorzit- ters der Raden van Arbeid; b. kosten van den Verzekeringsraad van rond 102.000; c. de kosten voor verzending van dienst- stukken betreffende de wet. IV. Tijdelijke onttrekking van de reserve van het Invaliditeitsfonds van 's jaars 3 mil lioen gulden. V. Zooidanige vermindering van de door het R-ijlk aan het Ouderdomsfonds verschul-dig- de annuiteit, dat alleen voorkomen wordt, dat het in dat fonds bestaande tekort grooter wordt. Het inhalen van dit tekort zal dus uit- gesteld moeten worden tot betere tijden. VI. Beperking van de Nijverheidsvoorlich ting en invoering van het zelfbedruipings- beginsel over het Nijverheidslaboratorium beperking van de personeelsorganisatie van den Octrooiraad, daar de achterstand in de afdoening van octrooiaanvragen grootendeels is of binnenkort zal worden ingehaald, ter wijl bovendien het aantal ontvangen nieuwe octrooi-aanvragen in den laatsten tijd vrij sterk is verminderd. VII. Fusie van de inspectie inzake de be strijding van epidemische en besmettelijke ziekten met die inzake kinderhygiene, tuber- culosebestrijding en bestrijlding van geslachts ziekten; opheffing van de Brucella-Bang- commissie; vermindering van het voor wering van epidemische en besmettelijke ziekten uit getrokken crediet van f 50.000. VIII. Vereenvoudiging in de toepassieig van de Warenwet. IX. Het brengen onder een leiding van het Centraal laboratorium voor de Volksgezond- heid en het Rijks Serologisch Instituut. X. Concentratie van de opleiding voo vroedvrouwen (opheffing van de Rijkskweek school te Amsterdam en Rotterdam) alsmede versobering van de organisatie der kweek school voor vroedvrouwen te Heerlen. 1 XI. Varschillejnde klty'nere bezuinigingis- j maatregelen op het gebied der Volksgezond heid. Kolonien Voorgesteld wordt, door een ingrijpende versobering van de huishouding van Suriname de Rijksbijdrage terug te brengen tot ten hoogste f 2.000.000 en ten hoogste de helft van het daardoor te besparen bedrag be- schikbaar te stellen voor welvaartspolitiek Voorts wordt in overweging gegeven de kosten der militaire bezetting van Suriname terug te brengen tot het niveau van 1918 en in verband daarmede te verlagen met onge veer 3 ton. Ten aanzien van Curaqao wordt voorge steld, de militaire bezetting van 1 compagnie j mariniers in 1933 tot de helft te verminderen i en haar in 1934 geheel op te heffen. Bezui niging 420.000. Samenvatting financieele resultaten van de voorstellen, Een samenvatting van de in verschillende hoofdstukken van dit verslag voorgestelde maatregelen, welke verbetering van den stand van het budget beoogen en die, hetzij dade- lijk, hetzij in de naaste -toeko-mst, verwezen- lijkt kunnen worden, leidt tot de volgende uit- k-omst Algemeene onkosten, op alle de- partementen betrekking hebbend 28.945.000 Buitenlandsche Zaken 323.000 Justitie 3.140.000 Binnenlandsche Zaken 1.697.000 Onderwijs, K. en Wetensch. 15.404.000 Financien 4.882.000 Defensie f 7.503.000 Waterstaat f 25.335.000 Econom. Zaken en Arbeid 13.297.000 Kolonien 1,340.000 Totaal 101.886.000 of rond f 102 millioen, ongerekend de voor gestelde verlaging van uitgaven, welke zich niet onder cijfers laten brengen, bijv. die, welke het gevolg zullen zijn van reorgani satie der politie en van de versoberingen in de gemeentelijke organisation en die ongetwij- feld zeer belangrijk zullen zijn, zoomede, be- houdens die, welke niet het gewone budget zullen ontlasten, als de voorgestelde verlaging van den werkloozensteun. Slotbeschouwing. De commissie geeft zieh rekenschap van de vraag, of en in hoeverre een bedrag van ruim f 102 millioen, waarmede bij aanvaar- ding van haar voorstellen den stand van het Rijksbudget verbeterd zou kunnen worden, geaoht zou mogen worden in een juiste ver- houding te staan tot hetgeen door den nood der tijden wordt voorgeschreven. Teneinde hieromtrent zoo goed mogelijk een inzicht te verk-rijgen, legt de commissie een staat over, vermeldende hoofdstuksgewijze de gewone uitgaven volgens de Rijksrekeningen in de twee jaren onmiddellijk aan den oorlog voorafgaande, benevens in de laatste twee jaren, waarvan de Rijksrekeningen definitief vastgesteld en statistisch bewerkt zijn, zijnde onderscheidenlijk de jaren 1913 en 1914 en 1927 en 1928. Een vergelijiking van deze cijfers doet zien, dat in de periode 1927-1928 de Rijksuitgaven voor den gewonen dienst zijn gestegen tot ongeveer 2.8 maal het peil van de periode 1913—'14. In deze stijging hebben de verschillende hoofdstukken een uiteenloopend aandeel ge- had. Het sterkst zijn gestegen de hoofdstuk ken Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en Arbeid, Handel en Nijverheid (thans Econo mische Zaken en Arbeid), welke in 1927'28 meer dan het viervoudige bedragen van 1913 1914. Duidelijk spreekt uit dit overzicht de in- vloed, dien de onderwijswetgeving, de sociale verzekering en de toenemende zorg voor werkloozen en volksgezondheid (woningbouw) op het budget hebben uitgeoefend. Ook de lasten van de Staatsschuld zijn aanzienlijk hooger geworden. Intusschen beteekent deze uitgavenstijging geenszins een gelijke drukverzwaring, want ook het volksinkomen is in dezelfde periode toegenomen, zij het niet in dezelfde mate als de uitgaven. Uit de gegevens omtrent de in- komstenbelasting en de vermogensbelasting kan worden afgeleid, dat in de periode 1915 1929 het volksinkomen ongeveer is verdub- beld. Volgens de cijfers der in 1915 ingevoerde Rijiksinkomstenbelasting bedroeg het belast- baar inkomen in het jaar 19151916 f 1.334.494.000, welk cijfer in verhouding met latere jaren te laag is, omdat de controle toen nog niet had doorgewerkt. Stellen wij, om een zuiverder vergelijking te verkrijgen, dit cijfer op rond 2 milliard, dan blijkt bij vergelijking met het belasting- jaar 19281929, in welk jaar het belastbaar inkomen 4.028.615.000 bedroeg, dat in deze periode het inkomen ongeveer verdubbeld is. Dezelfde uitkomst geeft een vergelijking der kohieren van de vermogensbelasting, vol gens welke het totaal bedrag der vermogens in 1915—1916 beliep 7.379.246.000 tegen 14.884.162.000 in 1928—1929. bekend om haar degelijk onderricht in korten tijd voor ingewijden en beginnel. Lange Metre 2 (Router), Gent. Lessen op den auto zelf. Bestuur: R. MORTIER. (Ingez. Med.) Sterkere stijging der uitgaven dan die der inkomsten. Het staat dus wel vast, dat in bovenge- mel-d tijdvak het uitgavenpeil sterker is ge stegen dan het volksinkomen. Vooral indien men in aanmerking neemt, dat de uitgaven stijging in de jaren van 1928 geenszins in een verminderd tempo is voor-tgegaan (vol gens de nog niet statistisch bewerkte rijks rekening over 1929 bedroeg in dat jaar het totaal der gewone uitgaven 598.252.079, dit is /25 millioen hooger dan het jaar tevoren). Het behoeft dan ook geen verwondering te wekken, dat opvolgende ministers van Finan cien telkenjare bij de indiening van de be grooting hebben gewaarschuwd tegen de voortgaande verzwaring van den belasting- druk, als gevolg van het steeds stijgende uit gavenpeil, welke verzwaring een toenemende bedreiging van de volkswelvaart vormt. Thans is in de regelmatige stijging van het volksinkomen een keerpunt gekomen. In hoofdstuk C van haar rapport heeft de com missie een uiteraard globale sohatting ge maakt van de daling van het belastbaar in komen in de naaste toekomst. Of die daling 30 pCt. of 50 pCt. zal bedragen, kan op dit oogenblik niemand met eenige zekerheid zeg- gen, maar een daling met 30 pCt. ligt toch wel aan den optimistischen kant. De conse quentie daarvan is dan echter, dat, nu reeds in de voorafgaande jaren het uitgavenaccres in verhouding tot d-e toeneming van de draag- kracht, te groot is geweest, een verminde ring van de draagkracht met i/3 gedeelte zeker een gelijke vermindering van het uit gavenpeil met zich zal moeten brengen, dat wil zeggen, een verlaging der gewone uit gaven met circa 200 millioen inplaats van met f 100 millioen. Een eerste sohrode op den weg der versobering. In dit ltcht bezien, acht de commissie de mogelij-kheid geensziins uitgesloten, dat de thans door haar voorgedragen besparings- voorstellen nog slechts een eerste schrede zullen vormen op den moeilijken weg der budgetverlaging, die spoedig door een twee- den stap van niet minder verre strekking ge- volgd zal moeten worden. Met temeer vertrouwen heeft zij de spoe- dige invoering van de in dit rapport ontwik- kelde besparingsvoorstellen dringend aanbe volen; hoe eerder daartoe wordt besloten, hoe grooter de kans is, dat verdere stappen zullen kunnen worden verme-den. (Wordt vervolgd.) DE FRANSCH-ENGELSCHE SAMEN- WERKING. Het Woensdag te Londen en Parijs offi- cieel bekend gemaakte accoord van samen- werking is, schrijft de N. R. Crt., een g&- beurtenis van groot belang. Voor Herriot, die de overeenkomst een herleving van de entente cordiale heeft genoemd, is ze, zoo kort na zijn optreden als Fransch premier, een succes van niet te onderschatten beteekenis, dat zijn positie, die bij de behandeling van de bezuini- gingsontwerpen in de Kamer verzwakt leek, aarmerkelijk moet stevigen. De nieuwe entente vindt haar uitgangspunt in Lausanne, doordien de twee betrokken re- geeringen elkaar beloven v-oortaan ,,zoo open- hartig mogelijk van gedachten te wisselan over en elkaar op de hoogte te houden vain alle vraagstukken, in wezen overeenstem- mend met die welke te Lausanne zoo gelukkig tot oplossing zijn gebracht en van invloed zouden kunnen zijn op het herstel van Europa". Op deze belofte volgt de betuiging van de hoop dat „de andere regeeringen" zich bij hen zullen aansluiten om dezen weg te voigen. Wie deze andere regeeringen" zijn, is zoo wel te Londen als te Parijs in het midden ge- laten, zoodat men mag veronderstellen dat alle Europeesche staten, die dat wensehen, zullen kunnen toetreden en dat men niet te doen zal krijgen met een consultatief verdrag tusschen vijf of zes mogendheden waarvan tegen het einde van de conferentie te Lau sanne een oogenblik sprake is geweest. Wg hebben toen ter dezer plaatse vermeld dat dit denkbeeld is afgestuit op tegenstand van Herriot, die terecht opmerkte dat zulk een pact een groep van albedillende mogendheden in het leven zou roepen, die een superierur gezag zou uitoefenen tegenover de staten die er niet aan deelnemen doch onvermijdelijk den invloed van de besluiten der groep zou den ondergaan. „Een dergelijk pact zoo voegden wij er toen aan toe is slechts mogelijk brj alge meene deelneming en moet gevonden worden in een trouwe uitvoering naar letter en geest van de bepalingen vam den Volkenbond". In dien zin, van een groote Europeesche entente, is het initiatief van Frankrijk en Emgeland dus blijkbaar op te vatten. Het doel van den stap is een kern te vormen, waarom die groote entente zich kan kristalliseeren. Dit wat het doel betreft. De drie andere ge- noemde punten geven een voorloopig program voor de samenwerking die in de eerste plaats gericht zal zijn op het ontwapeningsvraag- stuk en ten tweede op de voorbereiding van de internationale economische conferentie. Na deze twee punten van algemeenen aard die voor de beoogde Europeesche entente zijn bedoeld, volgt de slechts voor Engeland en Frankrijk van belang zijnde belofte, dat zij in afwachting van onderhandelingen over een nieuw handelsverdrag elke handeling zullen vermijden, die het andere land zou kunnen schaden. Geen restricties dus meer van elkaars uitvoer, zooals die, na de opheffing van den gouden standaard in Engeland, over en weer zijn voorgekomen. Van dit accoord zal overal ter wereld, maar vooral in de Ver. Staten, met belang- stelling kennis worden genomen. Wel heeft Sir John Simon verzekerd dat de regeling der schulden aan Amerika er geheel buiten valt, maar Herriot heeft even stellig ver- klaard, dat voortaan geen vraagstuk dat de belangen van beide landen raakt, afzonderlijk zal kunnen worden behandeld, zoodat Enge land niet meer als in 1923 zijn schulden met de Ver. Staten zal kunnen regelen, zonder voorafgaand overleg met Frankrijk. Hij ver- wachtte van die gemeenschappelijke hooding een vergemakkelijking van het succes der onderhandelingen met Amerika. De tegenspraak tusschen de uiting van Simon en die van Herriot lijkt op het eerste gezicht volstrekt. Men zou zoo zeggen: slechts een van de twee kan waar zijn. Bjj nader inzicht zijn ze echter wel met elkaar te rijmen. Het is toch bekend dat de Ver. Staten, na de presidentsverkiezing bereid zijn met de schuldenaars afzonderlijk te on- derhandelen, zoodat ze geen gevaar loopen een gemeenschappelijk front tegen zich te vinden. Maar niemand kan de schuldenaars beletten, tevoren de hoofden bij elkaar te steken en voor de onderhandelingen een een- parige ged-ragslijn vast te stellen. In dien zin kan zoowel Simon als Herriot gelijk heb- Iben. In officieele kringen te Washington ziet men in de overeenkomst vooralsnog geen reden om ongerust te zijn, maar men geeft Europa toch nogmaals den wenk. „eerst eens zijn eigen zaken te regelen alvorens het zich tot de Ver. Staten wendt met het verzoek de lasten van de oorlogsschulden te verminde ren". M.a.w.de ratificatie van het verdrag van Lausanne dient naar Amerikaansch in zicht vooraf te gaan aan de vermindering der oorlogsschulden. Of die wensch in goede aarde zal vallen is een andere vraag. Het heet toch dat Frankrijk niet zal ratificeeren, zoolang het niet weet waar het met zijn eigen schulden aan toe is. Zoo keert telkens en tel- kens het door Washington en ook door Duitschland ontkende verband tusschen sohadevergoeding en schulden aan Amerika. langs een vicieuzen cirkel terug. Te Berlijn laat men zich voorshands even gereserveerd uit als te Washington, maar verklaart bij voorbaat dat Duitschland zich door de herleefde entente niet zal laten weer- houden zijn aanspraken op „rechtsgelijkheid" te Gen&ve te laten hooren. Rome heeft nog niets van zich laten hoo ren, maar het ligt voor de -hand dat men daar de Fransch-Engelsche toenadering niet met geestdrift zal begroeten. KUIKENS VERBRAND. In een hoenderpark te Vlagwedde zijn 360 kuikens bjj een brand omgekomen. OVERLEDEN. De chauffeur W. B. uit Den Haag, die op de Westvest te Delft met zijn auto over den kop sloeg en ernstig verwond naar het Gast- huis werd vervoerd, is overleden. De man was 38 jaar oud en gehuwd. EEN ONDANKBARE POES. Zondagmiddag werden voorbijgangers op den Amstelveenschen weg te Nieuwer Am- stel getroffen door een klaag'lijk gemiauw, dat uit de boomen kwaip. Het bleek, dat een poes, welke door een bond was opgejaagd. reeds zes dagen in een der boomen zat, zon der dat i em and een poging had gedaan het arme beest te redden. Een wielrijder, door medelijden bewogen, wist een ladder te be- komen en hiermede den tak te bereiken. waarop bet beest gezeten was. Toen hij her dier wilde grijpen, sloeg dit echter in zijn doodangst zijn nagels uit en trof den redder in het reehteroog, dat zoo ernstig gewond wend dat voor het behorid ervan wordt ge- vreesd. De poes zelf was door een en ander naar beneden gevallen en weggeloopen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 5