Bij Pijnen
Autoschool van Gent
QEMENQDE BERICHTEN.
m
Mijnhardt's Poeders
DOOR EEN AUTO OVERREDEN EN
GEDOOD.
VADER EN ZOONTJE VERDRONKEN.
GEMEE NTERAAD VAN
ZAAMSLAG.
4-
en vele ongesteldheden, zullen U de hier
genoemde genezende en pijnstillende
spoedig helpenMijnhardt's Hoofdpijnpoeders
Kiespijnpoeders. Verkoudheidspoeders.
Hoestpoeders. Rheumatiekpoeders.
Maagpoeders. Pijnstillende poeders.
Op poeders en doos staat de naam Mijnhardt.
Let bij het koopen hierop! Prijsperpoeder 8 ct.
en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw drogist.
(Ingez. Med.)
wordt verketterd. De moderne democratic,
die haar eigen graf graaft, wil daarvan echter
niet hooren. Wie zijn stem geeft aan een
loonsverlaging van maar 3 pet. en dat bij een
sterkere daling van de kosten van levenson-
derboud, wordt soms terzijde geschoven door
den machtige dezer aarde: Koning kiezer!
Spr. bestreedt tenslotte de gedachte, alsof
afschaffing van de zegeltjesplakkerij zou be-
teekenen, dat de landbouw uit den nood is.
Wie het geheele sociale verzekeringssysteem
wil afschaffen, kan eveng'oed den wensch
uiten de sterren van den hemel te kunnen
plukken. Spr. lichtte dit met een voorbeeld
nader toe.
De crisisnood sticht ook op geestelijk ter-
rein verwarring. Oprichting van een speciale
boerenpartij is het meest onbevredigend. Deze
partij zou maximaal 12 zetels in de Kamer
kunnen krijgen en dan had geen partij meer
een landbouwspeeialiteit in haar midden. Af-
zooderlijke partijformatie is gevaarlijk en het
is een droom te meenen, dat dit in het belang
is van land- en tuinbouw. Goede maatschap-
pelijke organisatie in nauw contact met de
politieke vertegenwoordigers is het beste
middel.
Spreker waarschuwde ook tegen de toe-
nemende zucht om het ailes van den staat te
verwachten. Aan diens kunnen zijn ook
grenzen. Ook moeten we door het leunen op
den staat niet gaan vergeten, dat het God is
die regeert, en Hy ons deze tegenslagen doet
toekomen. God regeert en zijn bliksemen
verlichten de wereld. De aarde verheuge
zich daarom, want Hy bewaart de zielen zijiner
gunstgenooten. Geen ding geschiedt by geval,
maar alles komt ons toe van zijn vaderlyke
hand. Daarom blijven we ons vertrouwen
jstellen op den Almachtige, die ons werk niet
.ongezegend zal latan! (Daverend applaus.)
DE WINKELSLUITINGSWET.
De firma C. Jamin heeft den volgenden
open brief aan den Minister van Oeconomisehe
Zaken en Arbeid gericht:
Met verschuldigde eerbied deelt de firma
C. Jamin Uwe Excellentie mode, dat zij, nu
de winkelsluitingswet twee maanden in wer-
king is, ten duidelijkste ondervonden heeft,
dat hare aan Uwe Excellentie en de leden der
Staten-Generaal kenbaar gemaakte gedachte
dat door de inwerkingtreding van de betref-
fende wet het debiet ten zeerste zou worden
geschaad en de werkgelegenheid zou worden
verminderd, maar al te zeer bewaarheid is.
Tengevolge van de betreffende wet ont-
stond werkloosheid voor een groot deel van
haar personeel.
Uit verschillende berichten welke haar toe-
kwamen en welke uwe Excellentie er zeer
zeker over ontving, en verder van algemeene
bekendheid zijn, blijkt de wet alien, er door
s-etroffen debietsvermindering te veroor-
zaken met een zelfde als door haar aange-
geven gevolg.
De han-del in het algemeen en alien hetzij
direct of indirect erbij betrokken, ondervinden
de ongewenschte nadeelige gevolgen.
Velen zijn genoodzaakt, willen zij zich niet
de bestaansmogelijkheid geheel zien ontno-
men, de wet op allerlei wijze te ontduiken.
Inmiddels is deze wet aan de consumenten
ook allerminst sympathiek.
Zij richt zicht thans tot Uwe Excellentie
met het dringend verzoek en is ervan over-
tuigd, dat hierin een wensch van alien, er door
getroffen, tot U spreekt, aan de leden der
Staten-Generaal voor te stellen, de wet voor
antoepaalden tijd op te schorten en inmiddels
een enquete te doen instellen naar de van
verschillende zij den en hare firma aan Uwe
Excellentie kenbaar gemaakte bezwaren.
Het is haar bekend, dat de Tweede Kamer
op reces is, doch zij vleit zich met de ge
dachte, dat de edelachtbare leden gaarne be-
reid zullen worden bevonden hunne vacamtie
te onderbreken om mede te kunnen werken
aan een zoo dringend noodig oeconomisch
herstel.
In dezen tijd van crisiswetgeving kan door
opschorting van de wet een door haar invoe-
ring ontstane crisis, worden opgeheven.
Met velen zou zij het betreuren, wanneer
hiermede noodeloos langer zou worden ge-
wacht en daardoor steeds ingrijpender en voor
menigeen onherstelbaar onheil zou ontstaan.
Zij is ervan overtuigd, dat een als door
haar aan Uwe Excellentie voorgestelde be-
slissing door het grootste deel der Nederland-
sche bevolking zal worden toegejuicht en ge-
waardeerd.
Zij verzoekt Uwe Excellentie beleefd, haar
uwe goedgunstige beschikking met het oog
op het dringend karakter, ten spoedigste te
willen mededeelen.
PROTESTEN
TEGEN DE WINKELSLUITINGSWET.
De vereeniging van Nederlandsche cacao-
en chocoladefabrikanten en de Nederland
sche vereeniging van suikerwerk- en choco
ladefabrikanten hebben twee requesten in-
zake de Zondagssluiting verzonden aan den
Minister van Economische Zaken en Arbeid,
waarin ziji er op wijzen, dat de verkoop van
cacao en chocolade op Zondag in belangrijke
mate is verminderd, waardoor zij in hun be-
drijven groote schade lijden.
De R.K. banketbakkersvereeniging besloot,
zich tot den Minister te wenden, teneinde te
verkrijgen, tijdelyke ontheffing van de bepa-
lingen der Winkelsluitingswet op Zondagen
voor de banketbakkers, tot betere tyden zul
len zijn aangebroken, en, zoo dit niet moge
lijk zal blijken, een aanmerkelyike verruiming
van de verkoopuren op de Zondagen.
WIKKELPAPIER MET RIJKSBOTER-
MERK.
Bij beschikking van den minister van oeco
nomisehe zaken en arbeid is bepaald, dat de
ministerieele beschikking van 17 Januari 1908
houdende voorschriften betreffende het be-
drukken van wikkelpapier met het ryks
botermerk, voor zooveel de daarin vermelde
voorwaarden betreft, in het derde lid achter
het woord „volgende" gelezen zal worden als
volgt:
„a. Het wikkelpapier moet voorzien zyn
van het in Nederland gedeponeerde fabrieks-
of handelsmerk van den aangeslotene. Daar-
naast mag de naam van den aangeslotene
voorkomen.
b. Indien op het wikkelpapier de naam vein
een niet-aangeslotene is vermeld, moet daar-
op buiten en behalve het onder a bedoelde
fabrieks- of handelsmerk teVens de naam van
een aangeslotene voorkomen.
In dit geval zal de naam van den aange
slotene in ten minste even groote letters op
het wikkelpapierje moeten worden gedrukt
als die van den niet-aangeslotene".
DE VLASINDUSTRIE.
Op vragen van het Tweede Kamerlid Braat:
Is het den minister bekend: dat de steun aan
de vlasindustrie zoodanig geregeld is, dat alleen
de oogst 1932 daaronder begrepen is;
dat er dit jaar zeer weinig vlas uitgezaaid is,
zoodat de werkgelegenheid niet noemenswaardig
hiermee verruimd wordt;
dat, indien de regeering maatregelen neemt,
om ook het nog onafgewerkte van vorige vlas-
oogsten in die steunregeling op te nemen, de
werkgelegenheid in die industrie zeer zal worden
uitgebreid?
Is de minister bereid, in het belang van de
beteugeling der werkloosheid, alsnog maatregelen
in bovengenoemden zin te nemen?
Is de minister bereid mee te deelen of ook
maatregelen overwogen worden om invoer van
vlas te beperken?
heeft de minister van economische zaken en
arbeid geantwoord:
1. Volgens artikel 145ter van de Rijksbegroo-
ting 1932 wordt aan de vlasteelt steun verleend
voor de verwerking van vlas over den oogst 1932,
zoodat deze steun niet ten behoeve van de ver
werking van vlas, geteeld in voorafgaande jaren,
kan worden verleend.
2. De met vlas beteelde oppervlakte in dit jaar
is inderdaad aanmerkelijk kleiner dan die van
voorafgaande jaren.
3. Sub 1 wordt reeds vermeld, dat steun, als
hierbedoeld, niet kan worden verleend voor de
verwerking van vlas, geteeld in jaren, vooraf
gaande aan die van 1932. Zooals echter bekend,
is, wordt vanwege gemeenten met behulp van de
regeering werkeloosheidssteun ook verleend voor
de bewerking van vlas van vorige jaren en wel
tot een bedrag van 55 der loonen. Het is
duidelijk, dat zulks de bewerking ook van dit
vlas zal bevorderen.
4. In verband met het bovenstaande moet
ondergeteekende verklaren, dat voor het treffen
van maatregelen als gevraagd worden geen
plaats is.
5. Gezien den zeer geringen invoer van on-
bewerkt vlas, welke in 1931 slechts zestien ton
ter waarde van 1000 bedroeg, bestaat geen aan-
leiding maatregelen te overwegen om den invoer
van vlas te'beperken. s a
MIRYSTRAAT 10 - Tel. 194.98
Bestuur: FINOULST I. A. D.
KORTRIJK: Leiestraat 48 - Tel. 1139
Vraagt prospectus gratis.
(Ingez. Med.)
INBRAAK IN EEN PASTORIE.
Zaterdagnacht is ingebroken in de pastorie
van de R.K. kerk te Medemblik. Eenige gou-
den kelken en kruisen zijn gestolen, alsmede
een bedrag in geld.
De inbraak werd des morgens door den kos-
ter ontdekt. De dieven zijn waarschynlijk
door het openschuiven van een raam van de
voorkamer de pastorie binnen gekomen. Al-
lereerst hebben zij het benedengedeelte van
Lie L liuls dCUJL CCU UttUWKClrtlg VALlUoiiZfUClX UU"
derworpen. Kasten werden opengebroken en
laden leeggehaald, doch het zilverwerk, dat
dagelijks gebruikt wordt, hebben de dieven
hier onaangeroerd laten liggen; waarschijnlijk
omdat het de initialen droeg van den pastoor
der parochie,
De dieven, die buitengewoon brutaal te
werk zijn gegaan, hebben, na de inspectie der
benedexwerdieping, hun tocht door de pastorie
voortgezet. Zij zijn vervolgens naar de boven-
verdieping gegaan, waar de slaapkamers ge-
legen zijn. In een der vertrekken, dat van
kapelaan Van Nobelen, die door ziekte op het
oogenblik niet in de pastorie verblyft, heb
ben zij hun slag geslagen. Een schrijfbureau
werd hier opengebroken en de inhoud onder-
steboven gekeerd. Een bedrag van ruim hon-
derd gulden, de kas van verschillende R.K.
vereenigingen vormende, werd gestolen en uit
offerkisten 3000 centen.
Hun grooten slag sloegen de dieven, toen
zij met een valschen sleutel de sacristie open-
den. Uit de kerkekamer werden gestolen een
gouden monstrans met een krans van juwee-
len bezet en drie gouden kelken, welke vooral
door haar kostelyke bewerking een groote
waarde vertagenwoordigden. Van een anderen
monstrans hebben de dieven een juweelen
kruisje afgebroken en meegenomen. Voorts is
nog ontvreem-d een gouden deksel vein een
ciborie.
Voorts behoort tot den buit der inbrekers
een gouden kelk, persoonlijk eigendom van
den pastoor, hem bij zijn 25jarig priesterfeest
vereerd.
De inbrekers zijn, zooals reeds gezegd, zeer
brutaal te werk gegaan; immers in de naast-
gelegen kamers sliepen de pastoor en de pater,
die den kapelaan op het oogenblik vervangt.
Men heeft kunnen vaststellen, dat de dieven
van schoenen met rubberzolen gebruik heb
ben gemaakt.
Door de tuindeur hebben de dieven waar
schijnlijk de pastorie weer verlaten.
Vrijdagavond 6 uur kwam de techniker H.
Kunzel in dienst der Singermaatschappy en
wonende aan de Prinses Sofiastraat te Til-
burg met zijn fiets over den Bosscheweg ge-
reden. Toen twee auto's dicht achter elkaar
hem tegemoetreden, geraakt Kunzel de kluts
kwijt. Hy begon zig-zag over den weg te
rijden. De eerste autoryders slaagde er in een
botsing te voorkomen. Toen de veearts J. F.
Mallens uit Tilburg, die heel voorzichtig reed,
wilde passeeren, reed K. pardoes tegen den
auto op. Met een emstige hoofdwonde is de
man naar het gasthuis te Tilburg vervoerd,
waar hy Zaterdagmorgen is overleden. Hij
was vader van een groot gezin.
Te Franeker zijn Zaterdag een vader en zyn
7jarig zoontje in het Ndeuwe Kanaal ver-
dronken.
De ongeveer 35jarige J. Steekstra was met
zyn 7jarig zoontje en een achttienjarigen
halfbroeder in een oano, die hoogstens voor
slechts twee personen bestemd was, in het
Nieuwe Kanaal bij Franeker gaan varen. Het
ranke bootje sloeg om en alle drie inzitten-
den raakten te water.
De vader, die goed kon zwemmen, trachtte
zyn zoontje te redden, wat echter mislukte.
Beiden kwamen om het leven.
De achttienjarige Jaarsma die zich aan de
cano had vastgegrepen, werd door een initus-
schen toegesnelden hengelaar een hengelstok
toegestoken, welke hy in byna bewusteloozen
toestand nog net kon grijpen, zoodat het derde
slachtoffer voor verdrinken bewaard bleef.
De weduwe van Steekstra blyft behoudens
een klein pensioentje onverzorgd achter. Haar
verdronken zoontje was het oudste van de
vijf kinderen.
MISDRIJF.
Men meldt uit Haarlem aan de N. R. Crt.:
Een eagenaardig geval heeft zich voorge-
daan in een woning op de Zandvoortschelaan
te Zandvoort. Daar woont een familie waar-
van de man 61, de vrouw 26 is, benevens een
kindje van een half jaar. Vrijdag vond de moe-
der het kind dood. Zij belde dr. F. op, die een
onderzoek instelde en vermoeden kreeg, dat
hier niet alleen een ongeluk was gebeurd,
daar het kind wonden aan het hoofdje bleek
te hebben. Bij nader onderzoek bleek, dat de
man door de kamer gewandeld zou hebben
met het kind. Hij zou gevallen zijn, waarbij hij
op het kind was terecht gekomen. Aan die
gevolgen moet het kind overleden zijn.
De dokter veronderstelde dat er misdrijf in
het spel was en heeft de politle gewaarschuwd.
De man is gearresteerd en aan de justitie te
Haarlem overgeleverd.
DOELTREFFEND VEILIGHEIDSMIDDEL.
Vrijdagnacht omstreeks 1.30 weerklonk op
's Gravendijkwal te Rotterdam plotseling het
geloei van een sirene. T.oen wakers van den
Gee. Part. Nachtw. Dienst en agenten van
politie op dit alarm toesnelden, bleek, dat in
het pand van het Algemeen Ziekenfonds Rot
terdam (A.Z.R.) aan 's Gravendijkwal 46 een
sirene werkte. Onmiddellijk werd de omgeving
afgezet, daar aangenamen kon worden, dat
ongenoode gasten in dit pand waren doorge-
drongen. Nadat de directeur van A.Z.R. ter
plaatse was verschenen, werd een onderzoek
ingesteld, waarbij bleek, dat de op de brand-
kast geplaatste sirene was ingeschakeld.
Vermoed wordt, dat inbrekers, die zich via
een belendend leegstaand bovenhuis toegang
hadden verschaft, toen zij de brandkast wil-
den forceeren, door de sirene verrast zijn en
daama de vlucht hebben genomen.
Voor zoover kon worden nagegaan, wordt
er niets vermist.
Vergadering van Maandag 4 Juli 1932,
des namiddags 1,30 uur.
Voorzitter de heer J. de Feijter, Burge-
meester.
Tegenwoordig de heeren S. van Hoeve, A.
de Feijter, D. Dees, C. H. H. Wisse, A. Dees,
D. G. Koopman, S. Buijze, C. Maas en K.
Hamelink, benevens de Secretaris J. Stolk.
Afwezig de heeren A. Haak en H. Bakker.
Aan de orde komt:
1. Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformulier.
Hy deelt mede, dat de heer Bakker kennis
heeft gezonden verhinderd te zijn.
2. Notulen.
De notulen van de vergadering van 11
April 1.1. worden met algemeene stemmen
vastgesteld zooals zij in druk zijn verschenen.
3. Mededeelingen.
a. dat op 9 Mei 1932 zijn opgenomen
DOeKell en Kas vsmq Kct gemcculclijk elec-
trisch bedrijf en in kas bevonden is f 150,40
overeenkomende met het bedrag dat aanwezig
moest zijn.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Dat op 30 Juni 1932 zijn opgenomen de
boeken en kas van den gemeente-ontvanger,
en daarbij is gebleken dat de ontvangsten
hebben bedragen 241.332,35% en de uitgaven
237.725,93%, zoodat in kas moest zyn
f 3606,42, welk bedrag in kas bevonden werd.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Dat het z.g.n. straatje waarover in de
laatstelijk gehouden raadsvergadering is ge-
sproken als object voor werkverschaffing
eigendom is van Jacs Scheele terwijl de naast
de kromming in dat straatje liggende riet-
gaten respectievelijk eigendom zijn van de
heeren H. Verpoorte en J. Verpoorte.
Om nu iets te kunnen doen was in de eerste
plaats overleg noodzakelijik met H. Verpoorte.
Deze gaf te kennen, dat hij geen toestem-
ming gaf om de oude weg te vergraven en
om te leggen.
Tot tweemaal toe is daarop H. Verpoorte
tevergeefs uitgenoodigd ten gemeentehuize
eene bespreking te komen houden.
Op een daarna gedaan verzoek aan ver
schillende daarvoor in aanmerking komende
personen om grond te verkoopen voor dem-
pmg van de rietvelden en het gelijk maken
van het straatje kwam slechts een antwoord
binnen en dit nog negatief.
Wij deelen U daarom mede, dat door ten
deze alles is gedaan wat mogelijk was maar
de uitvoering, in verband met vorenstaande
niet doenlijk is, zoodat U geene nadere voor-
stellen kunnen worden gedaan.
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat
hieruit blijkt, dat Burgemeester en Wethou-
ders niet zijn kunnen slagen, zij hebben slechts
de beschikking over een deel van den benoo-
ddgden grond kunnen krijgen, hetgeen niet
voldoende was om den put geheel te vullen.
De heer WISSE verklaart, dat het hem
spijt, dat dit zoo gelpopen is en Burgemeester
en Wethouders niet hebben getracht er een
andere oplossing aan te geven. Hij zou in
overweging willen geven te trachten van J.
Verpoorte een strook grond naast den weg
te koopen en daarin een nieuwe waterleiding
te graven, met de uit te graven grond
kon men dan voor de aanvulling van het riet-
gat al een heel eind komen, en kon de weg
ook omgelegd worden. De rest van het rietgat
zou dan later kunnen aangevuld worden met
grond die men eens hier of daar kan krygen,
of men zou er ook wekelijksch de vuilniskar
in kunnen uitstorten. Er zou daaraan heel
wat werk zijn en alzoo een mooie werkver
schaffing. i.i
De VOORZITTER merkt op, dat de heer H.
Verpoorte geen vergunning wil geven om den
weg af te graven en ook niet wil verkoopen.
De heer DE FEIJTER spreekt dit laatste
tegen, verkoopen wil J. Verpoorte wel. Hij
merkt op, dat in het praeadvies een onjuist-
heid staat, dat n.l. het straatje eigendom zou
zijn van Jacs. Scheele. Aan dezen is wel grond
in koop gevraagd, om eventueel uit te graven.
Voor dat straatje hebben we te maken met
H. Verpoorte en die wil geen vergunning
geven om den weg om te leggen en af te
graven.
De heer WISSE: Maar de gemeente kan er
toch de oude keien afhalen om die op den
nieuwen weg te gebruiken.
De heer DE FEIJTER stemt dat toe, maar
meent, dat men er dan nogal wat zal tekort
komen. Ook zal er veel grond te kort komen,
daar het te vullen gat zeer diep is.
De VOORZITTER is het hieromtrent met
hem eens, dat is daar een diep stuk water en
er is geen gedacht van, dat men met den uit-
komenden grond der nieuwe leidlng dat gat
ook maar voor een redelijk deel zou kunnen
aan vullen.
De heer WISSE was van oordeel dat, indien
men daar een strook grond kocht van een
meter of acht, men grond genoeg zou uit
kunnen graven om het gat zoover te dempen
dat men den weg zou kunnen omleggen.
De VOORZITTER merkt op, dat er dan
bovendien tegenover het bedrag dat dit zou
moeten kosten maar een klein beetje werk
verschaffing bij zou zijn.
De heer WISSE meent, dat er aan dat gra
ven van een leiding en omleggen van den weg
nogal heel wat werk is.
De VOORZITTER acht het niet raadzaam
om voor werkverschaffing een werk uit te
voeren waarin maar een derde werkloon zit en
twee derden onkosten.
De heer WISSE betoogt, dat moet voorzit-
ten werk te verschaffen, er loopen nu al een
hoop menschen leeg, er moet iets mee ge-
beuren.
De VOORZITTER meent dat het toch maar
niet opgaat een werk aan te pakken waar
zoo'n kapitaal mee gemoeid is; men moet dan
wel ter dege rekening houden met de kosten.
De heer BUIJZE had op grond van het
praeadvies iets willen zeggen, maar moet dit
terugtrekken, nu de wethouder De Feijter
heeft gezegd, dat de naam van Jac. Scheele
fout is; hij had willen vragen, wat die voor
bezwaar kan hebben tegen omlegging van
den weg. Voor H. Verpoorte is dat iets anders.
Hij begrijpt echter niet hoe dat zit, dat de ge
meente eigenares is van dat straatje, doch de
ondergrond aan anderen behoort.
De mededeelingen van Burgemeester en
Wethouders zijn overigens zeer sober. De
raad weet niet, welken prijs J. Verpoorte
eventueel voor het verkoopen van een strook
grond vraagt. Er wordt alleen meegedeeld,
dat slechts edn antwoord inkwam en dat dit
negatief was. Er wordt ook niet meegedeeld,
of Gedeputeerde Staten bezwaar zouden heb
ben tegen het afgraven van een deel van den
grond liggende tegen den dijk van de Val naar
de Griete. Hij acht dit ook een mooi stuk
werkverschaffing en kan dat zoo maar niet
prijs geven. Hij zou Burgemeester en Wet
houders willen uitnoodigen, deze zaak verder
te onderzoeken. Hy zou in dit geval het
spreekwoord willen omkeeren, dat luidt: waar
een wil is is een weg, en zeggen hier is een
weg maar geen wil.
De VOORZITTER komt daartegen op;
Burgemeester en Wethouders hebben na de
laaj-ste raadszitting deze zaak terstond aan-
ge\fat en hebben pogingen aangewend om te
onderhandelen met de betrokkenen. Ze
hebben zich ook gewend tot het betrokken
polderbestuur, dat nog moest vergaderen.
Staande deze onderhandelingen konden Bur
gemeester en Wethouders zich niet tevens
wenden tot het bestuur van den Margaretha-
polder en Gedeputeerde Staten. Ze moesten
eerst het resultant der aangeknoopte onder
handelingen afwachten. Als de raad nu echter
zegt: je moeten doorgaan, dan zullen Burge
meester en Wethouders onderzoeken of het
tweede plan voor uitvoering in aanmerking
kan komen.
De heer BUIJZE wil Burgemeester en Wet
houders machtigen de zaak verder te onder
zoeken, en of Gedeputeerde Staten aan dat
afgraven him goedkeuring willen verleenen.
De VOORZITTER deelt mede, bereids de
eigenaars van den grond al eens te hebben
gepolst, maar met deze besprekingen is het
denkbeeld van den heer Wisse nog niet van
de baan en als de raad daarmede instemt,
gaat dat voor.
De heer BUIJZE geeft er niet om hoe het
gedarni wordt, als het maar gebeurt.
De heer MAAS moet zich ook sterk aan-
sluiten bij den wensch naar werkverschaffing,
want binnen 14 dagen is het erwten plukken
ook weer gedaan en wie weet wanneer de
menschen dan weer aan het werk zullen
kunnen. Hy zou er alle pogingen voor in het
werk willen stellen.
De VOORZITTER moet naar aanleiding
hiervan opmerken, dat de heer Maas zich
toch niet moet voorstellen, dat dit binnenkort
al zou kunnen beginnen, daar er geen kwes-
tie van is, deze zaak v66r den winter tot een
oplossing te brengen.
De heer KOOPMAN wil in verband met den
aandrang die in deze op Burgemeester en
Wethouders wordt uitgeoefend er aan her-
inneren, dat men ook op de financieele zijde
van de zaak moet letten. Hy weet wel, er
moet toch geld uitgegeven worden, maar
wanneer Burgemeester en Wethouders wer-
kelijk gehoor geven aan de tot hen gerichte
verzoeken en een plan voor uitvoering van
dat werk maken, dan zullen ze goed doen, niet
te vergeten daarbij een kostenberekening
over te leggen en tevens even mee te deelen
hoeveel menschen daaraan zullen kunnen
werken. Want men moet niet uit het oog
verliezen, dat het omleggen van dat straatje
een werk-object is, het zou ook kunnen blij
ven liggen en het geld elders nuttiger besteed
kunnen worden. Als er veel werk aan is, zal
hij wel met het plan kunnen meegaan, maar
wenscht eerst te weten wat het moet kosten.
Er werd daar ook van gesproken, om het
overblrjvende gat aan te vullen met vuilnis,
maar dat zou ook op hooge kosten komen,
want dat is een heel eind om te vervoeren en
zou dan wel f 2,50 per kar kosten.
De heer VAN HOEVE wil er ook nog iets
van zeggen, aangezien uit de opmerkingen
van verschillende raadsleden zou opgemaakt
kunnen worden, dat Burgemeester en Wet
houders er zoo goed als niets aan gedaan
hebben. Burgemeester en Wethouders heb
ben echter de zaak terstond in behandeling
genomen en 'hebben ervoor gedaan wat gedaan
moest worden. Zoo eenvoudig als de heer
Wisse de zaak voorstelt, is die echter niet.
Uit de door hem voorgestelde te graven nieu
we waterleiding wordt op verre na niet vol
doende grond verkregen om het rietgat aan
te vullen. De heer J. Verpoorte wil wel een
strook grond verkoopen om den weg recht
te maken, maar heeft bezwaar grond te
koopen voor afgraving en een nieuwen put
te maken om den bestaanden te vullen. Toen
hebben Burgemeester en Wethouders ge
tracht in de omgeving een ander stukje land
te koopen, om- dat af te graven, maar op de
daartoe tot eigenaars gerichte verzoeken werd
bericht ontvangen, dat de betrokkenen niet
genegen waren tot verkoopen of kwam geen
antwoord, hetwelk met een omtkenning gelijfk
staat. De heer H. Verpoorte bleek bezwaar
te hebben, toe te staan den ondergrond van
den weg af te graven.
De heer WISSE merkt op, dat hy in diens
plaats daartegen ook bezwaar zou hebben.
De heer D. DEES herinnert, dat hij bij de
eerste behandeling van deze zaak niet tegen
woordig is geweest. Hij heeft daarvan uit de
notulen kennis genomen en met groote be-
langstelling de besprekingen gevolgd. Hij is
ook overtuigd, dat er werk zou moeten
wezen. Hij heeft ook eens een kijkje genomen
langs den dijk naar de Griete en heeft daarbi.
gezien, dat daar langs heel wat grond ligt, die
zonder bezwaar zou kunnen worden gemist.
Het is maar de vraag: zal er toestemming
worden gegeven om ze weg te halen. Een
andere vraag is wat dit zal beteekenen voor
werkverschaffing, indien men dien grond met
kipkarren zou gaan vervoeren. Dan zou er
ook weer veel kosten aan materieel weggaan,
Hij heeft echter ook het rietgat bekeken
en naar hij meent is een deel daarvan niet
zoo diep. Dat is nu toch eenmaal rietgat
en het komt er dus niet op aan, dat dit wat
dieper zou zijn. Hij vraagt daarom, of het
niet mogelijk zou zijn om dat deel dieper uit
te graven, teneinde het deel dat men noodig
heeft voor omlegging van den weg zooveel
mogelijk aan te vullen. Een op die wijze uit
te voeren werk zou al werkverschaffing zijn.
In de uitvoering van het denkbeeld van den
heer Wisse zit naar zijn meening weinig werk
en is het sop de kool niet waard. Er zou werk
moeten wezen, maarwaar moet je het
halen?
De heer WISSE merkt op, dat met uitvoe
ring van het denkbeeld van den heer Dees,
als dat mogelijk zou blijken, de weg niet
recht komt, en dat dit toch zou behooren.
Men zal met uitvoering van zyn plan verder
komen.
De VOORZITTER weet ook niet, of de
toestand van het rietgat is, zooals de heer
Dees vermoedt, doch Burgemeester en Wet
houders zullen de zaak nader bespreken en
de geopperde plannen overwegen. Dat bij het
indienen van eenig ontwerp voor de uitvoering
een kostenberekening enz. zal worden over-
gelegd, spreekt van zelf.
4. Ingekomen, stukken.
a. Een schrijven van den Minister van
Economische Zaken en Arbeid, houdende be
richt, dat by Koninklijk besluit van 29 April
1932 No. 42 de Koninklijke goedkeuring is
verleend aan het besluit van den raad van 11
April 1932 genomen ingevolge de Winkelslui
tingswet.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Het besluit van den raad van 11 April
1932 tot wijziging der begrooting dienst 1931,
voorzien van bewijs van goedkeuring.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. het besluit van den raad van 11 April
1932 tot het aangaan eener geldleening groot
f 2000 voorzien van bewijs van goedkeuring.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Een schrijven van H. W. Houg, houden
de bericht van aanneming zijner benoeming
tot lid van de plaatselijke schoolcommissie.
Aangenamen voor kennisgeving.
e. Een schrijven van Gedeputeerde Staten
houdende bericht, dat de wijziging van den
ligger en van de kaart door hen is vastge
steld.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Een schrijven van de Gezondheidscom-
missie daarby toezendende hare begrooting
voor het jaar 1933.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
deze te behandelen bij de gemeente-begroo-
ting dienst 1933.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
g. Het verslag van de Vrijwillige Brand-
weer over het jaar 1931, hetwelk voor de
leden ter inzage ligt ter secretarie.
Dit verslag wordt voor de raadsleden ter
visle gelegd.
h. Een circulaire van de Nationale Com-
missie tegen het Alcoholisme welke er daar
in de aandacht op vestigt, dat volgens art. 40
der in werking getreden Drankwet de gemeen-
teraad de bevoegdheid heeft, ook het aantal
der verloven A die in de gemeente mogen zijn
te verminderen.
Is in een gemeente het aantal verloven A
op 1 Mei 1931 gelyk aan of grooter dan het
maximum dat voor die gemeente krachtens
art. 40 geldt, dan mag binnen de eerste 10
jaren het maximum met niet meer dan 10
worden verlaagd. De gemeente Zaamslag
behoort tot de eerste categorie. Het maxi
mum bedraagt 14 en het aantal verloven 2.
Derhalve heeft de raad het recht aan de
Kroon te verzoeken het maximum te verlagen
tot 2. Daarop dringt de Nationale Commissie
aan.
Zij grondt haar verzoek op de volgende
overwegingen
1. De commissie is van oordeel, dat, zeer
zeker in onze dagen, beperking van het
alcoholgebruik in het algemeen, in welken
vorm zich dat ook voordoet, maatschappelijk,
economisch, zedelijk en geestelijk, in het be
lang is van ons volk.
2. Waar thans in de verloven A de ver
koop van dranken die tot voor 15 volumen-
procenten uit alcohol bestaan, wettig gesanc-
tlonneerd is, is daarmee de grens tusschen een
vergunning en een verlof in de praktijk be-
langrijk verkleind, en komt haar dientenge-
volge het totale aantal gelegenheden waar
alcoholhoudende dranken verkrijgbaar zijn,
veel te hoog voor.
Indien de omstandigheden zich dermate
zouden wijzigen dat het aantal verloven te be-
perkt geacht wordt, dan kan het maximum
weer met de behoefte in overeenstemming ge-
bracht worden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
dit adres voor kennisgeving aan te nemen,
omdat er in het jaar 1933 gelegenheid Is,
om een besluit te nemen betreffende het
maximum der vergunningen en dat Burge
meester en Wethouders dan die gelegenheid
willen te baat nemen om ook het maximum
der verloven onder de oogen te zien.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Een schryven van Burgemeester en
Wethouders der gemeente Westdorpe, daarbij
zendende een afschrift van het door den Raad
dier gemeente verzonden adres luidende:
Aan
Z(jne Excellentie den heer Minister van
Economische Zaken en Arbeid.
Vorig jaar is door ons bij Uwe Excellentie
naar voren gebracht het zich in deze streek
voordoend euvel, dat de werkloosheid steeds
grooter afmetingen aanneemt, terwijl daar-
naast de werkgevers, zoowel in den landbouw
als in de industrie, nog steeds voort gaan
vreemde arbeidskrachten in dienst te nemen.
Er werd gewezen op de maatregelen die in
den vreemde tegen dergelijke toestanden wor
den toegepast en verzocht dat ook onze
Regeering eigen arbeidskrachten zou steunen
door de tewerkstelling van vreemdelingen
te bemoeilyken.
Sindsdien is de werkloosheid nog steeds
toegenomen. Steeds moeielrjker wordt het
voor den arbeider in de kostwinning van zyn
gezin te voorzien; steeds nypender worden de
zorgen in zijn gezin. In dergelyke omstan
digheden moest de tewerkstelling van vreem
delingen voor onze menschen demoraliseerend
werken.
Thans komen weer vreemde ploegen het
landbouwwerk verrichten; nog steeds gaan
verschillende werkgevers voort vreemden
werk te verschaffen, terwijl onze menschen
zich te vergeefs om werk melden.
De Regeering heeft maatregelen genomen
tot steun van den landbouw. Wij juichen dien
maatregel ten zeerste toe; inderdaad kan die
steun niet worden ontbeerd.
Wij zyn evenwel van oordeel, dat deze niet
individueel is bedoeld, maar den landbouw in
zijn geheel, dus werkgever en werknemer ten