ALGEMEEH NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
DE VIERDE SEPTEMBER
binnenland
No. 8858
WOENSDAG 6 JULI 1932
72e Jaargang.
FEUILLETON
BTJITENLAHD
DE ZWARTE LIEVE VROUW
m.:
Pi
VEREEN1GIN G VAN NEDERLANDSCHE
GEMEENTEN.
AVONTURENROMAN
door
PETER BARON.
28)
DAT SCHOOLBESTUUR TE
BETALEN!
DE TUNNELWERKEN TE ANTWERPEN.
TER NEUZENSCHE COURANT
V1K>NNEMF,NTSPRIJ5: Eton en Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr per post 1,80 per 3 maanden B*j voor uitbetaling fr. per post /6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Citgowfster: Flrma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38100
TEUEFOON No. M.
ADYERTKNTieN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f 0,1©
Grootere letters en clicb6's wor-den naar plaatsrulmte berekend.
H&ndelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar Is. Inzending van advertentien liefst AAn dag voor de uitgave.
l»IT BEAD VERSCHIJNT LEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DIENSTPLICHT.
Uitspraak inzake vrys telling.
De Burgemeester van TER NEUZEN
brengt ter algemeene kennis dat een uit
spraak van den Minister van Defensie d.d.
2 Juli 1932, Vile afd. no. 310 V, op aan-
vrage om vrijstelling van den dienstplieht, ter
Secretarie dezer gemeente, voor een ieder ter
inzage is nedergelegd.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen
na den dag van deze bekendmaking in be-
roep worden gekomen.
a. door den ingeschrevene, vvien de uit
spraak geldt, of door diens wettigen
vertegenwoordiger
b. door elk der overige voor deze ge
meente voor dezelfde licbting inge-
schreven personen of door hunne wet-
tige vertegenwoordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen om-
kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn.
Het moet worden gerioht aan de Koningin,
docb worden ingediend bij den burgemeester,
ter secretarie dezer gemeente.
De burgemeester zorgt voor de door-
zending.
Ter Neuzen, den 6 Juli 1932.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
De regeling der werkloozen-
ondersteuning.
In de te Hilversuim gehouden algemeene
vergadering van de Vereeniglng van Neder-
landsche Gemeenten zijn behandeld de prae-
adviezen van de heeren S. Rodriques de
Miranda, wethouder van Amsterdam, en C.
Smeenk, wethouder van Amhem over de
vraag: op welke wijze moet, gegeven de be-
staande regeling der werkloosheidsverzeke-
ring, de bij die regeling aansluitende steun-
verleening voor valide werkloozen worden ge-
organiseerd; moet daarbij aan het Rijk, aan
de Gemeenten en aan de organen van armen-
zorg een taak worden toegekend, en zoo ja,
welke? Naar welke beginselen moeten de
overheidskassen met de ult die steunverlee-
ning voortvloeiende kosten worden bezwaard
De heer de Miranda komt tot de volgende
conclusies:
„I. De werkloozensteim, in den ruimsten
zin' opgevat, worde onderwerp van Rijkszorg.
II. Bij de wet en voor zooveel noodig bij
algemeenen maatregel van bestuur worden
de grondslagen van de steunregeling vastge-
legd, volgens welke aan valide werkloozen,
zoowel verzekerden, die geen recht op uitkee-
ring kunnen doen gelden, als niet-verzeker-
den, ondersteuning wordt verleend.
m. Met de uitvoering van de onder II be-
doelde wet en de daaruit voortvloeiende al
gemeene maatregelen van bestuur worden de
Gemeentebesturen belast.
De organen van armenzorg worden by de
toepassing van de wet op den werkloozen
steim uitgeschakeld.
(Nadruk verboden.)
Vervolg.)
Inspecteur Bryce gaf het boek weer
terug aan den livreiknecht en wild beet
hij op z'n taankleurigen snor.
,,Hugo Francis Wace?" vroeg hij met
nadruk. „Als ik U vracjen mag, bestaat
er ook eenige connectie?
Gerald en ik zijn neven, maar in een
verren graad", antwoordde de graaf op
onverschilligen toon.
Bryce dacht hier over na. Dat nam niet
weg, dat de graaf zich had ingeschreven
als ,,Mr. Medway".
Smalend plooiden zich de lippen van
den graaf toen hij zich den gedachten
gang van den Inspecteur voorstelde.
,,'t Verveelt iemand op den duur, als ze
je ieder oogenblik van den dag ,,Graa
voor" en „Graaf na" naar het hoofd slin-
geren", geeuwde hij. ,,Tot mijn spijt
voer ik een titel. Maar ik maak er liever
geen gebruik van".
Hij stond op en Bryce kon fatsoens
halve' niets anders doen, dan zijn voor-
beeld volgen.
In niet al te rooskleurige stemming ver
liet hij het huis en ging de straat op.
Van een der erkers uit overzag de
graaf den weg en het park, en hij keek
met een vermakelijk glimlaehje naar dien
noodgedwongen aftocht.
IV. In de wet worde vastgelegd, dat de
uit de steunverleening voortvloeiende kosten
voor 5/6 deel door het Rijk en voor deel
door de Gemeente worden gedragen.
Het Rijk verschaffe zich de middelen, be-
noodigd voor den werkloozensteun, door een
speciale naar draagkracht te heffen oecono-
mische weerbaarheidsbelasting.
Den gemeenten worde 't recbt toegekend,
op de in het vorige lid bedoelde belasting op-
centen te heffen.
De heer Smeenk vat zyn prae-advies als
volgt samen: „Het Rijk geve leiding en
steun. Dat bij het bepalen van dien steun ge-
let wordt op den omvang van de crisis in de
bedryven en op de financieele draagkracht der
in aanmerking komende Gemeenten, schijnt
inleider principieel juist. Gewaakt moet hier
evenwel tegen een, althans in theorie, moge-
lijke willekeur en ongelijke behandeling. Met
het oog daarop acht inleider overleg tusschen
de Regeering en een door de Vereeniging van
Nederlandsche Gemeenten in te stellen com-
missie wenschelyk. Overleg over de normen,
die voor de toekenning van een bepaald sub-
sidiepercentage zullen gelden. Overleg even-
eens over een mogelijke afwijking van de
normen in concrete gevallen.
Rijk en Gemeenten moeten in deze moei-
lijke tijden ernstig streven naar samenwer-
king en elkander niet min of meer als ,,vijan-
delijke mogendheden" besohouwen. Slechts
met veel beleid zal bet onder Hoogeren zegen
mogelijk zijn, om ons land en volk te bewa-
ren voor toestanden, als elders worden aan-
getroffen.
Nog staat hier te lande ook de Gemeente-
lijke autonomie steviger dan in vele andere
Staten. Haar behoud bangt niet alleen af
van den inboud der wettelijke regelingen. Zij
staat of valt met het verantwoordelijkheids-
besef van dengenen, die tot besturen geroe-
pen zijn".
Op beide inlichtingen volgde een geani-
meerde discussie.
De heer de Bordes, burgemeester van Bus-
sum, bestreed het denkbeeld van den eersten
inleider, dat de rechtsgrond voor de werk-
loosheidsvoorzieningen zou liggen in het
kapitalistische stelsel, waarvan de werkloos-
heid een gevolg zou zijn. Een rechtsgrond
voor het treffen van wettelijke sociale voor-
zieningen ligt in het recht van den arbeider
om door verbetering van sociale toestanden
de gelegenheid te krijgen, zijn algemeen men-
schelijke roeping naar behooren te vervullen.
Spreker waarschuwde tegen de suggestieve
voorstelling, dat voor het leed, in dezen tijd
geleden, een ander productiestelsel het ge-
neesmid'del zou zijn en dat het de onwil van
's lands regeering zou zijn, dat men dat ge-
neesmiddel niet kan toepassen. Het kapita
listische productiesysteem heeft zeer belang
rijke wijzigingen ten goede voor de arbeiders-
klasse gebad. Spreker betreurt, dat de
regeering regelmatig contact met de ge
meentebesturen heeft afgewezen, hoewel zij
wel regelmatig contact met de vakorganisa-
ties voor steunregeling en werverschaffing in
het leven heeft geroepen. De oorlogsjaren
hebben bewezen, dat aan de gemeenten ge-
rust vertrouwen kan worden verleend.
De heer Stulemeyer, burgemeester van
Schiedam, bestreed op verscheidene gronden
eenige conclusies van beide inleiders. Volgens
spreker is de rol van den tegenwoordigen
burgemeester die van gemeentebedelaar.
De burgemeester van Smallingerland, de
heer Buite, schetste den nood der plattelands-
eemeenten.
Mr. J. A. de Wilde, oud-wethouder van
's-Gravenhage, vereenigde zich in hoofdzaak
met de conclusie van den heer Smeenk.
Hij haalde z'n zakdoek voor den daa,
wischte zich het voorhoofd af en nam de
telefoon van den haak.
„Oef", deed hij. „Ik ben er nieuws-
gierig naar, wie me die grap geleverd
heeft.
HOOFDSTUK X.
Aan een der tafeltjes voor de ramen
van 't Venezia-Restaurant in de Oxford-
street gezeten, zagen Wally Chatterton
en Inspecteur Bryce, hoe Graaf Medway
Myra Wace naar een der tafeltjes langs
den wand geleidde en dat hij een lunch
bestelde.
Bryce zette het wijnglas aan zijn lippen
en keek met een koel lachje naar \Vally.
,,Daar heb je je moordenaar", gek-
scheerde hij, graaf Medway. Als je nog
eens zoo iets weet, zeg t dan aan Guest,
he? Ik zie er tegen op om een pak ram-
mel op te loopen van den een of anderen
Hoogedelen Heer!"
,,En die brief? vroeg Wally in span-
..Welnu, waar is die?" vroeg de ander
bedaard.
,,Ik heb je toch gezegd, dat ie verbrand
was. Maar dat verandert niets aan het
feit, dat ik 'm had", voegde hij z'n gezel
boos toe.
,,Toen ik nog jong was antwoordde
de Inspecteur spottend, „zeiden we altijd,
eerst zien en dan gelooven. Ik geloof je,
als ik dien brief zie, niet eerder
„'t Is een true", viel Wally in, terwijl
hij schuins naar Medway keek. ,,Daar
zit de schurk, uit!"
,,Een schurk", verbeterde Bryce, „maar
niet d e schurk!"
Doodbedaard werd aan het tafeltje van
den graaf de lunch gebruikt.
De man, die Bryce nu kende als Graaf
Medway, lachte bemoedigend naar Myra.
Tegen die van den heer de Miranda had
spreker zeer veel en zeer belangrijke hezwa-
ren. 's Inleiders uitgangspunt was princi
pieel onjuist. De conclusies zouden in de
praktijk moorddadig zijn voor de rijksfinan-
cien en de werkloozen zouden niets anders
dan groote schade lijuen. Alleen het bedrijf
heeft voorzieningen te treffen inzake werk-
loosheid. Ook al kan dit standpunt op het
oogenblik slechts theorie zijn, toch eischt
deze tijd vasthouden aan theorie en de taak
der overheid is, naar spreker meent, absoluut
niet primair; integendeel slechts zoo noodig
secundair. Spreker vraagt of de heer de
Miranda een derde inkomstenbelasting wil.
Wat bedoelt de inleider met een speciaal naar
draagkracht te heffen oeconomische weer
baarheidsbelasting? Wel geeft de inleider
den weg aan tot meerdere inkomsten, maar
afgezien van het principieel onjuiste vraagt
spreker hoe zoo'n weerbaarheidsbelasting er
uit moet zien. Spreker zegt, dat een gedwon-
gen leening als tijdens den oorlogsjaren niet
mogelijk is. Wij drijven thans op het staats-
crediet. Spreker meent, dat in Nederland de
werkloozen het beter hebben dan in andere
landen. Het zal wel groote moeite kosten om
dit zoo te houden, maar spreker hoopt daar
toch op. Spreker concludeert, dat de ziens-
wijze van den heer de Miranda in geen ge-
val opbouwend, doch alleen afbrekend wer-
ken kan. (Krachtig applaus.)
De heer J. van Wel, wethouder van Hel-
mond, meent, dat In het algemeen werkloo-
zenzorg behoort tot de taak van het rijk,
maar met de motleven van den heer de
Miranda is spreker het niet eens.
Nog spraken de heeren de Jong, wethouder
van Eindhoven, en v. d. Sluys, burgemeester
van Landsmeer.
Na een korte pauze kwamen de inleiders
aan het woord.
De voorzitter had aan het begin van de
vergadering bijzonder welkom geheeten den
vertegenwoordiger van den Minister van Bin-
nelendsche Zaken, mr. Spitzen.
BELANGSTELLING VOOR DE
RESTAURATIE VAN VBERE'S RAADHUIS
IN OOST-INDIe.
De Restauratiecommissie voor het Raad-
huis van Veere, die onlangs den Commissaris
der Koningin in Zeeland den eersten afslag
in zilver der door haar toedoen, ten behoeve
van het herstel van dit bouwwerk, geslagen
Bouwpenning heeft aangeboden, deed thans
ook in Nederlandsch-Indie van zich hooren.
Mevrouw L. van Dam van Isselt heeft nl.
een, door alle leden van het werkcomito on-
derteekende sohenkingsoorkonde vervaardigd,
waarbij een afslag in zilver van dezen bouw
penning den Gouvemeur-Generaal ten ge-
schenke werd aangeboden, en de vertegen
woordiger voor Indie van de Kon. Begeer (die
den penning sloeg) heeft dezen thans, naar
wij vernemen, op een speciale audientie over-
handigd.
De Gouvemeur-Generaal betuigde zijn inge-
nomenheid met den fraaien penning en Z.Exc.
schonk het Restauratiefonds een zeer ge-
waardeerde bijdrage.
Naar men ons mededeelt, is het werk der
Commissie in Nederland tot dusverre niet
zonder succes gebleven en verschillende, soms
belangrijke giften, kwamen bij haar binnen;
daarvoor werd steeds, zoo zij boven de 6
waren een bronzen, boven de 25 een zilve-
ren bouwpenning toegezonden.
UIT DE KLOMPENINDUSTRIE.
Vrijdag is in Doetinchem een gecombineer
de vergadering gehouden van den R.K. en
neutralen Bond van Klompenmakers, ter be-
spreking van den noodtoestand in de klom-
penindustrie.
Besloten werd bij den Minister aan te drin-
gen op onmiddellijke stopzetting van den Bel-
giscben invoer en om eenigen financieelen
steun, daar zonder invoerverbod de onder-
gang der industrie niet te vermijden is.
DE GEMEENTE EMMEN LEENT GELD
VAN EEN SCHOOLBESTUUR, OM...
De moeilijkheden, welke Emmen heeft met
de financiering der onderwijsuitgaven, heb
ben tot een eigenaardig Raadsbesluit geleid.
De gemeente leent n.l. van het bestuur der
vereeniging voor stichting en instandhouding
van christelijke scholen voor uitgebreid lager
onderwijs 10.000, welk geld op geen andere
wijze mag worden besteed, dan voor uitbeta-
ling aan hetzelfde schoolbestuur, ter dekking
van de kosten van een nieuw schoollokaal.
Op grond der wet op het Lager Onderwijs
moet de gemeente die kosten vergoeden,
maar als gesaneerde gemeente kan Emmen
niet dan via bet Rijk over gelden beschikken
en de Minister van Financien is tegenwoordig
gelijk bekend, niet scheutig. In de Raads-
vergadering werd in dezen gang van zaken
een bevoorrechting gezien van het bijzonder
onderwijs, daar ten behoeve van het open-
baar onderwijs op geen enkele manier geld
voor nieuwen bouw verkregen kan worden.
TEGEN DEN VERHOOGDEN
T OELATIN GSLEEFTIJD.
Het hoofdbestuur van „Volksonderwijs"
heeft zich met een adres tot H. M. de Konin
gin gewend, van den volgenden inhoud:
doet in alle eerbied een dringend be-
roep op Uwe Majesteit, teneinde alsnog wij-
ziging te erlangen in het Kon. hesluit van 28
Juni 1932, Staatsblad 312, in dezen zin;
dat de in dat besluit getroffen maatregel
tot venhooging van den leeftijd van toelating
tot de lagere school slechts dan toepassing
verkrijge, als ter plaatse voldoende voorzle-
ning is getroffen in de door deze verhooging
van den toeiatingsleeftijd temeer ontstane
behoefte aan voorbereidend onderwijs dit
zoowel uit een oogpunt van de zoozeer ge-
wenschte geestelijke en lichamelijke .verzor-
ging van de betrokken kleinen, als van het
grootste belang voor hun ouders, in het bij
zonder in dezen voor de opvoeding in de hui-
selijke omgeving zoo hoogst moeilijke tijden
van werkloosheid' en aohteruitgang in vol
doende bestaansmogelijkheid;
geeft daarbij eerbiedig als zijn meening te
kennen, dat het daartoe noodig zal zijn, dat
alvorens het bedoelde Kon. besluit toepas
sing verkrijgt in elke gemeente, voor elke
stad als elk grooter of kleiner dorp, een em
stig onderzoek worde ingesteld naar het voor
de kinderen van bedoelden leeftijd bestaan van
gelegenheid tot het bezoeken van bewaar- of
kleutierscholen
en dat Uwer Majesteits regeering de plaat-
selijke autoriteiten tot het doen van dat on
derzoek aanschrijve, onder mededeeling van
bovengevraagde beperking in de uitvoering
van genoemd Kon. besluit.
Uwe Majesteit moge er zich van verzekerd
houden, dat niet slechts de meer dan 64.000
leden van onze vereeniging, maar ongetwij-
feld alle voorstanders(sters) van goed open-
baar, zoowel als van bijzonder onderwijs, zich
in naam onzer kleinen ten voile by dit drin
gend verzoek aansluiten.
„Sommige menschen zijn geboren
pairs", merkte hij luchtia op. „Er zijn
er die adellijke titels hebben, en anderen
och die leenen ze. Zie je onze
speelmakkertjes aan gindsche tafel, m n
Myra knikte instemmend. ,,Wees toch
voorzichtig, beste jongen", fluisterde zij
waarschuwend, „gisterenavond hadden
ze je bijna te pakken".
,,Bedoel je Wally?" Hij begon te
lachen. ,,Die aardkluit in de ruimte Geen
sprake van. Dien had ik al in de gaten
van het oogenblik af, dat hij het restau
rant binnenkwam".
Zenuwachtig keek Myra nu door de
zaal. „Maar, jongenlief", pleitte zij, ,,ze
koesteren nog achterdocht, anders zouden
ze je niet overal naloopen. Wil je dan
niet gewaarschuwd zijn? Je hebt nu
Hubert's bekentenis. Hij zal tot levens-
lang veroordeeld worden, als hij die ge-
weldige boete niet betaalt. Is dat niet
voldoende? Kun je hem nu niet over-
slaan?"
De lippen van den graaf trokken zich
samen.
,,Ik ga liever mijn eigen weg ant
woordde hij koel. ,,Een vonnis voor
levenslang! Hij is nu bijna zeventig!
Neen. de' wet is al te wispelturig. Met
zijn geld en met iemand als Hall als ver-
dediger zou zijn hooge ouderdom hem
redden. De politie zou die bekentenis
niet eens aanvaarden, als hij kon bewij-
zen, dat hij ze gedwongen had neerge-
schreven. Er zijn honderden achterdeur-
tjes. En 't is al zoo lang geleden. Neen!
Waarom zou ik mijn geheel voorbereid
plan niet doorzetten? Bah, voor ik t op-
geef wil ik dien aartsschurk in de hel
zien!"
Myra stond op het punt in tranen los
te barsten.
Vroeg of laat, beste jongen, loop je
Met het graven van de twee tunnels onder
de Schelde, een voor het verkeer per as en
een tweede voor voetgangers alleen, wordt
flink voortgang gemaakt. De eerste tunnel,
die ongeveer 2100 M. lang wordt de hel-
lingen op de oevers natuurlijk inbegrepen
is reeds over een lengte van ongeveer 85©
meter voltooid. Elke week gaat men 20 A 25
meter vooruit. Tegen het einde dezer ma&nd
hoopt men de grootste technisehe moeilijk
heden te hebben overwonnen. Alles laat voor-
zien dat dit op 1 Juli 1931 aangevangen rens-
achtige werk binnen den gestelden termijn
700 werkdagen klaar zal zijn. De groote
tunnel zou dan reeds in 1934 officieel in ge
bruik kunnen worden genomen.
VERZANDING EN ONTZANDING AAN
DE KUST.
De correspondent der N. R. Crt. te Brussel
meldt;
Sedert het bestaan van het groote haven-
hoofd te Zeebrugge en ten gevolge daarvan.
hebben de stroomingen op de kust, ten Noord-
Oosten van deze haven, zich zoodanig gewjj-
zigd, dat het strand van het vroeger druk be-
zochte badstadje Heist een Zee, bijna geheel
is verdwenen. Het zand wordt er, door de zee,
letterlijk weggezogen. Voor Heist is dit een
ramp en talrijke hotelhouders hebben dan ook
hun bedryf naar de zich nog steeds uitbrei-
dende badplaats Knocke verlegd. Toch geven
de Heistenaren den moed niet op en hebben
zij middelen beraamd om bun stad tot nieu
wen bloei te brengen. Een dezer middelen zcrn
bestaan in het bouwen van een pier waardoor
en de verzanding van de haven te Zeebrugge
en het zandverlies te Heist zelf zouden kun
nen worden voorkomen. Op een bijeenkomst
met den chef van den technischen dienst der
kust blijkt dit voorstel een zeer sympathiek
onthaal te hebben gevonden. De kosten van
uitvoering zouden grootendeels door de stad
Heist worden gedragen.
DE EINDSTRIJD TE LAUSANNE.
De conferentie van Lausanne begon Maan-
dag, schrijft de N. R. Crt., haar laatste week.
Wie optimistisch durft zijn, kan hopen dat z$
deze week zelfs niet geheel meer zal noodig
hebben. MacDonald heeft in de rede, waar-
mede hij de beraadslagingen van de commis
sie der conferentie voor de oorlogsschulden
opende, gezegd dat hij 5 of 6 Juli te Landen
behoorde terug te zijn. Daarin is hij niet ge-
slaagd.
In ieder geval echter is men te Lausanne
aan den eindstrijd toe. De standpunten zips
afgebakend, vraag en aanbod zijn gefonmi-
leerd, alles is klaar voor het laatste loven en
bieden. Beide partijen staan echter nog zDo
ver van elkaar dat het nog geruimen tijd is
beslag kan nemen voor men het eens is ge-
worden. Aan den anderen kant zijn de ver-
schillen niet meer zoo groot, dat men aan het
p nn I Wie geniet niet van het
lltlt 191 O EINDE SEIZOEX met
prij'zen waarop nog een extra-vermindering
van minstens 10 wordt toegepast! De Mag.
Zuivelbrug 7, Gent (slechts een ingang, juist
aan de brug), staan dit jaar terug aan de
spits met mooie keus aan voordeelige prijzea
voor Heeren- en Kinderkleeren";
Inge/.. Med./
er toch in", zuchtte zij. „Om mijnentwille,
doe het niet!"
Maar op zijn gelaat stond vastberaden-
heid te lezen.
,,Je behoeft je over niets ongerust te
maken, beste", fuisterde hij, terwijl hij
haar op haar arm tikte. ,,Ik heb Bryce
op een valsch spoor gebracht. Medway
rust nog op zijn plekje in Sussex en nog
steeds begraven, zooals hij beloofd heeft.
Hij heeft er in toegestemd begraven te
blijven, totdat och, daar hoeven we
niet op in te gaan. Ik moet nog een klein
poosje dien titel benutten. Zoo lang ik
er geen al te veelvuldig gebruik van
maak, bestaat er geen gevaar. Ik ken al
zijn vrienden en tot nog toe heb ik ze om
den tuin geleid".
„Tot nog toe", mompelde zij treurig.
,,Op n goeien dag loop je in de val. Een
van die lammelingen zal je snappen en
dan
Maar hij lachte luid, een dolle aanste-
kelige lach. n it
,,Den „Moordenaar" snappen?' Zijn
lippen krulden zich spottend orru „Maar
toch niet aan deze zijde van den Styx!
Myra stak snel haar hand vooruit.
Gerald, wees toch in godsnaam voor
zichtig", smeekte zij met aandrang. Ge
bruik toch hier dien naam niet!"
Wally en Inspecteur Bryce verlieten
Venezia in een verbitterde stemming,
t Gezicht van dien graaf, die op z n dooie
gemak z'n tijd doorbracht, terwijl hij af
en toe eens van den wijn proefde, was
hun n doorn in het oog. De gedachte
aan die kleineering door Medway maakte
Bryce woedend, en het ergerde Wally,
omdat hij z'n overtuiging dat Medway
Gerald Wace de moordenaar was, niet
van zich af kon schudden.
Opnieuw besloot inspecteur Bryce zijn
bevindingen van de laatste dagen maar
niet aan zijn college mede te deelen.
Want deed hij dat, dan zou hij dien
akeligen lach van Guest weer ontmoeten.
Hij stond te zwak en Guest zou om hem
lachen. Een grap was een grap, slechts
zoolang het ten koste van een ander ging,
redeneerde Bryce.
Maar toen inspecteur Bryce den vol-
genden morgen bij de Yard binnentrad,
scheen Guest noch belangstelling voor
hem, noch voor z'n werk aan den dag te
leggen, wat Bryce haast evenzeer. zoo
niet meer vertoornde dan zijn openlijke,
zij het dan ook spottende belangstelling
gedaan zou hebben.
„Maar vanwaar wist je van de ge-
woonte van den ..Moordenaar", om zijn.
nagels af te bijten?" vroeg hij tenslotte
met kwalijk bedongen weerzin, nu hij zelf
moest beginnen.
De ander keek met scherpen blik op
van de kaart, die hij aan t bestudeeren
was. Hoe was Bryce daar achter ge
komen? Voor zoover Guest kon nagaan,
had hij toch geen namen genoemd?
,,Hoe kwam je er toe die bemerkfng
aan den Moordenaar" vast te knoopen?
vroeg Guest schertsend.
,,'t Zelfde heb je tegen Wally Chatter-
ton gezegd", antwoordde Bryce bits, „en
ik heb twee en twee samengevoegd en
,,Er gehakt van gemaakt", voltooide
Guest. ,,Ik hoorde het van Hubert
Chatterton. 't Was een van Gerald's
kindergewoonten en het is zeer onivaar-
schijnlijk, dat hij er nu nog aan toegeeft.
Ik vermoed, dat je den een of anderen
armen duivel krachtens dit feit gearres-
teerd hebt, en dat je hem vrij gelaten
hebt, zoodra hij z'n alibi bewees!
Wijl deze toevallige woorden gevaarlijk
dicht de waarheid benaderden, stapte
Bryce haastig van ditonderwerp af en
trok hij zich stilzwijgend terug.
(Wordt vervolgd.)