Phiimvee-Rubriek
SCHEEPVAARTBEWEGING.
W1SSELKOERSEN.
maar toelaat van regeeringswege
De heer F. DIELEMAN voelt voor bet
verzoek. Zoo goed als wy hier tarwesteun
krijgen, moeten wij hier uit eigen korf leven.
Overigens is hy een tegenstander van het aan
banden leggen.
De VOORZITTER acht het verkeerd, dat de
landbouwers die steun voor hun bedrijf van
de regeering ontvangen, hun werk laten doen
door buitenlanders, maar het adres haalt
niets uit.
De heer BUIJZE: Als men te werk gaat
zooals de Voorzitter wil, dan komt er van de
heele zaak niets terecht. A1 neem je hier geen
maatregelen, de Belgen doen het tegenover
ons toch. Daarom stel ik voor adhaesie te be-
tuigen.
De heer A. MEERTENS is het eens met
den heer Buijze. Hij heeft niet alleen het oog
op vermindering van werkgelegenheid, maar
ook op den loonstandaard. Het is onze plicht
mede te werken aan het verschaffen van werk
en wanneer wij met onze pogingen dienaan-
gaande niets kunnen bereiken, is dat niet
onze schuld. Hi} steunt het voorstel van den
heer Buijze.
De heer J. A. MEERTENS wijst er op, dat
men ook wel als Belgen aanziet menschen van
Koewacht, die in taal en gewoonten hun
grensburen evenaren. Bovendien zijn er ook
Belgen, die hier landerijen exploiteeren en als
die Belgische krachten nemen, is daar niets
tegen te doen. Nu zegt Buijze wel het helpt
niet, maar als Burg, en Weth. eens met de
landbouwers praten, is er mogelijk wel iets
te bereiken. De landbouwers zal toch ook wel
inzien, dat by veel ondersteuning hij ook veel
belastdng heeft te betalen.
De heer BUIJZE: Het is mooi gepraat,
maar niet voor elkaar gebracht. De Belgen
bederven hier het loon en de Hollanders staan
op de keien. Nu wel niet direct zooveel in
onzer gemeente, maar in andere gemeenten,
die tenslotte toch ook in Nederland liggen en
wier belang wij mede hebben te dienen waar
het gaat om het nationaal belang.
De heer J. A. MEERTENS wyst nog op de
moeilijkheden te dien opzichte in verband met
familiebetrekkingen aan beide zijden van de
grens.
De heer BUIJZE: Het is toch een kleinig-
hedd te trachten iets te bereiken.
De heer SCHEELE is het eens met den heer
Buijze, dat wij ons niet moeten bepalen bij
locale toestanden, maar dat wij ons nationaal
gevoel in dezen moeten laten spreken. Wij,
als landbouwers met steun van de regeering,
zijn verplicht de arbeidskrachten hier te ne
men. Overigens acht hij het adres, als hier
bedoeld, rijp voor de Haagsche papiermand.
De heer BUIJZE: Dan hebben wij onzen
plicht gedaan!
De heer F. DIET .EM AN is bereid voor deze
kwestie mede te werken, los van andere ver-
zoeken van dien aard.
De heer SCHEELE wenscht op te merken,
dat h(j als minderheid van Burg, en Weth.,
tegen het aamnemen voor kennisgeving van
het adres was en er nog tegen is, bjjgevolg
tegen het voorstel van Burg, en Weth. zal
stemmen.
Burg, en Weth. trekken hun voorstel in en
wordt met algemeene stemmen tot adhaesie
besloten.
5. Verzoek van de Nederlandsche Ver-
eeniging tot bevordering van den Ar-
beid voor onvolwaardige arbeidskrach
ten om subsidie van tien gulden per
jaar.
Namens Burg, en Weth. stelt de VOOR
ZITTER voor afwijzend te beschikken.
Erkennende het nut en het goede werk van
deze instelling, er is geen geld voor.
De heer SCHEELE acht het voor deze ge
meente van minder belang, omdat wy hier
niet van die menschen hebben.
De heer BUIJZE is van een andere mee-
ning. Die menschen moeten worden gehol-
pen en stelt voor die 10 te geven.
De heer A. MEERTENS acht het allemaal
goed om dat te steunen maar als er toevallig
een soortgelijk geval in de gemeente voordoet
dan moet de gemeente dat toch betalen. Het
doel is mooi maar het resultaat nihil.
De VOORZITTER vraagt of het misschien
aanbeveling verdient het adres aan te houden
tot de volgende vergadering.
De heer SCHEELE zou het voor kennis
geving willen aannemen, het is dubbel te be
talen wanneer wij bij de subsidie een patient
moesten krijgen.
Met 5 tegen 1 stem, die van den heer
Buijze, wordt het verzoek voor kennisgeving
aangenomen.
6. Begrooting Gezondheidscommissie.
De begrooting wordt goedgekeurd op een
bedrag van 67,42% bijdrage voor de ge
meente berekend k 2% cent per inwoner.
7. Verordening voor het gebruik van het
vereenigingsgebouw.
Deze verordening wordt aldus gewijzigd,
dat voor het gebruik van tweemaal per week
40 per jaar moet worden betaald. Voor 66n-
maal per week 25 en voor een afzonderlijke
vergadering f 2,50.
8. Voorstel van Burg, en Weth. tot ver
mindering van den norm van den
crisissteun.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burg, en
Weth. in him motiveering tot dit voorstel
van de veronderstelling zijn uitgegaan, dat
wegens den zomer het levensonderhoud per
gezin goedkooper is wegens het overbodige
van vuur en licht terwijl er tevens geen kans
is de begrooting bij verderen steun aan dit
bedrag sluitend te maken.
De heer BUIJZE vindt het jammer, dat de
Voorzitter zoo lets zegt. Zie de prijzen der
levensmiddelen, waar straks met 1 Juli de
boter weer duurder wordt en verschillende
andere artikelen hooger in prijs worden. Wat
betreft het niet noodig zijn van brandstof
dient de Voorzitter te weten dat de werkman
juist in den zomer moet sparen om zijn brand
stof tegen den winter te kunnen koopen, aan-
gezien hij anders zonder zit, en als de steun
wordt verminderd is dat absoluut uitgesloten.
Het is nu al veel te weinig en als er nu nog
af moet dan komt er niets van terecht. Juist
nu de crisis al in het tweede jaar is en de
behoeften van de gezinnen grooter worden,
daar is het niet mogelijk te verminderen. Er
is nu al hard drle weken gewerkt en weer
staat midden in den zomer alles op de straat.
Strakjes gaan de vliegmacfhines in het graan,
en het is zoo gebeurd.
De heer SCHEELE antwoordt, dat het
voorstel van Burg, en Weth. moet worden
gezien van den zakelyken kant. Wanneer
straks het geld op is, kunnen Burg, en Weth.
niet verder gaan en moeten zij zich bepalen
bij den begrootingspost. Burg, en Weth. zijn
verantwoordelijk wanneer zij boven de be
grooting gaan in him uitgaven. Overigens is
de heer Scheele het eens met den heer Buflze,
dat de menschen zonder werk, moeten worden
gesteund. Burg, en Weth. vragen alleen aan
den raad een post te willen aanwijzen waaruit
zij verdere ondersteuning kunnen dekken.
De heer BUIJZE: Dan maar aankloppen
bij de regeering. Wij zijn alien overtuigd, dat
de menschen willen werken, maar dat er geen
werk is dan moet er hier maar worden ge-
handeld zooals in andere gemeenten en aan
kloppen bij de regeering. Men steunt daar
de boeren in het graan, voor hun vee, enz.,
en nu zouden wij het moeten onthouden aan
de minderen, die niets hebben. Men zal er
toch wel van overtuigd zrjn, dat iemand, die
met vier kinderen zit en van f 10,40 per week
moet leven, geen gelegenheid heeft om over
te sparen en dat het gezin armer wordt. De
Minister voert den boterprijs omhoog en wil
tevens den steun verminderen. Ik kan niet
meegaan met het voorstel van Burg, en Weth.
Als het werkelijk is zooals de heer Scheele
zegt, dan moet men maar aankloppen in Den
Haag.
De heer SCHEELE, die enkele cijfers noemt
ten opzichte van de berekening van reeds uit-
gekeerden en nog uit te keeren steun, wijst
er op. dat dit slechts geflatteerde bedragen
zijn, waaraan men niet mag vasthouden,
zooals ze worden aangegeven, maar hij wii
alleen aantoonen, dat, wanneer men doorgaal
met het betalen, er geen geld is tegen den
winter. Bovendien de Minister heeft gezegd
de gemeente moet zien, dat zjji met haar per
centage toekomt. Wil de raad echter dat
Burg, en Weth. doorgaan met het bedrag, dat
tot nu toe werd uitgekeerd, dan is het mij
goed mits zij een post aanwyst waaruit de
uitgaven kunnen worden bestreden.
De heer JANSEN vraagt of er dan van het
crisisorgaan, waarbij de gemeente zich heeft
heeft aangesloten, niets te halen is.
De heer J. A. MEERTENS wijst op het ver-
wijt, dat men in den Middelburgschen raad
heeft gericht tot het college van Burg, en
Weth. Wanneer de raad ons een post aan-
wijst of zich borgspreken voor de te hooge
uitgaven is het ons goed.
De heer A. MEERTENS heeft den indruk
dat Burg, en Weth. homogeen zijn in hun
overtuiging, dat de menschen den steun
noodig hebben.
Mijnheer de Voorzitter. Zoodra ik de
agenda thuis kreeg voor deze raads-
vergadering, heb ik direct kennis genomen
van den inhoud. Nu dacht ik, zoodra
ik aan punt 10 kwam, wie zou toch deze
agenda gemaakt hebben? Ik dacht waarlijk,
die hebben zeker vlaswieders of ploeg 3 van
de voetbalvereeniging opgemaakt! Want dat
een mensch met een gezonde ontwikkeling
zoo iets opmaakt, dat acht ik diep treurig.
Nu doe ik pertinent deze vraag: is het omdat
Burg, en Weth. 14 dagen geleden een gewel-
digen blunder hebben gemaakt, met het stop
zetten van de crisisuitkeering Of kan er
deze bedoeling in zitten van Burg, en Weth.,
nu de menschen voor him reeht op kwamen:
Wij zullen jullie toch wel krygen. Dat kan
ik toch niet verwachten van de samenstel-
ling van Burg, en Weth. Die zouden toch die
nen te beseffen, dat het onmogelijk is om
van de eerste steunregeling rond te komsn.
En dan met een voorstel komen, ik zal hier
het laaste cyfer maar nemen, terug brengen
van een gezin met 4 kinderen en meer van
f 10,40 op 8,Men moet toch maar durven,
maar als ik de waarheid wil zeggen, ik weet
de groep waar ik toe behoor, heeft niets in
te brengen dan ledige briefjes, en wanneer de
arbeiders dan hooren deze regeling, die ver
moedelijk aangenomen wordt, dan zullen ze
zeggen: wij hebben ons verleden jaar om den
tuin laten leiden, en nu moeten wij de wrange
vruchten plukken.
Mijnheer de Voorzitter. Ik ben persoonlijk
tegen deze nieuwe regeling. Want dat wordt
te weinig om van te leven en te veel om in
eens opgeruimd te wezen.
Nu moet ik Burgemeester pertinent vragen
heeft U maar een persoonlijk inkomen van
f 8 per week Dat zal toch wel een kleinig-
heid -meer zijn, vermoedelijk 10 maal f 8 per
week.
En ook den eersten en tweeden wethouder
moet ik deze vraag stellen, durven jullie naar
waarheid verklaren niet meer inkomen te
hebben dan 8 per week, dat weet ik bijna
zeker zal wel 3 maal 8 zijn of nog meer.
Bedenk toch dat wanneer je deze weg op-
gaat, dat men een verkeerd terrein bewandelt,
brengt toch de menschen niet tot het uiter-
ste, neemt maatregelen die eenigszins tot
tevredenheid leiden in plaats hen tot het
uiterste te prikkelen.
Want men zal mij toch wel toegeven, dat
het voor niemand mogelijk is om van zoo
een luttel beetje steun rond te komen.
Het ligt op onzen weg om op te bouwen,
maar niet om af te breken. Waarom moet nu
toch die werkman zoo vemederd warden, om
hier om een aalmoes te komen, nademaal er
nog maar steeds op ander gebied millioenen
weggegooid worden.
Ik moet nogmaals ronduit verklaren, dat
ik nooit en nimmer aan zoo een regeling zal
meedoen.
Het is geen plicht van Burg, en Weth. om
met zoo een vernietigend voorstel te komen,
om den werkman nog maar steeds dieper in
de ellende te storten. Hun plicht in deze, dat
is om een uitweg te vinden om de menschen
een nog veel betere steunregeling te geven
als de voorgaande en ik hoop dat de andere
raadsleden daar ook zoo zullen over denken.
Dan heb ik nog dit verzoek, dat behelst enkel
den burgemeester. Ik heb gehoord met het
stopzetten van den crisissteun, dat er een
paar personen waren die den burgemeester
als voorzitter van het crisis-orgaan wilden
vragen, wat de oorzaak was van die stop-
zetting, maar dat de burgemeester gewoon-
weg zyn privd-kantoor sloot, zonder die men
schen een woord waardig te achten. Dat acht
ik bedroevend. En dat beschouw ik als de
grootste minachting wat betreft den werk
man. Zooiets is diep treurig. Nu moet ik nog
even deze vraag doen aan den eersten wet
houder, wat hy bedoelde met die f 17.000,
die door de vorige wethouders waren opge
ruimd. Want U heeft gezegd tegen de de-
monstranten, hadden wy nu die f 17.000 nog
maar enz. Nu is mijn vraag, waar zijn die
dan gebleven Wij, als leden van den Raad,
hebben het recht om te weten waar het geld
blijft en niet alleen wij, maar dat dient iedere
ingezetene van de gemeente te weten.
Als men nu met alle geweld toch wil dat
de werkloozensteim verminderd wordt, dan
heb ik een tegenvoorstel en dat is man en
vrouw te brengen inplaats van f 7,40 op f 7,30,
man, vrouw en kind f 8, een gezin met 2
kinderen 8,70, met drie kinderen 9,45 en
met 4 en meer kinderen 10,15.
Ik ben vast overtuigd als Burg, en Weth.
deze regeling wilden ovememen, dat niet een
van ons bovenaan staande mannen daar zijn
goedkeuring zal aan onthouden. De Secreta-
ris kan in deze opgedragen worden, dat in
zijn schryven uitkomt dat het onmogelijk
voor de menschen is om met een lager be
drag rond te komen. Ik ben vast overtuigd,
dat als by dit raadsbesluit een begeleidend
schrijven medegaat aan Ged. Staten, dat zij,
zoowel als de Minister, er hun goedkeuring
aan geven.
Ik zal Burg, en Weth. nimmer aansprakelijk
stellen voor uitgaven op dat gebied boven de
begrooting. Ga naar Den Haag en zegt tegen
Ruys: U heeft ook veel en U moet zorgen
dat er geld komt voor ondersteuning. Anders
moet er maar een leening worden gesloten.
Schuld heeft de gemeente niet, alles is gedekt
door wegen en gebouwen, dus de positie van
de gemeente is niet zwak, maar men moet
de menschen niet zonder steun zetten.
De heer SCHEELE wijst er nogmaals op,
dat Burg, en Weth. hun overweging zoo zake-
ltjk mogeljjk hebben gedaan, maar overigens
hebben zij hunne verantwoordelijkheid tegen
over den raad. Wanneer wij echter de op-
centen op de gemeentefondsbelasting van 40
op 80 mogen brengen, dan is het mogelijk
70 te krijgen op de crisisuitgaven.
De heer A. MEERTENS had het toch
mooier gevonden, dat Burg, en Weth. hadden
gezegd tegen den raad wij moeten een weg
zien te vinden voor bestendiging van de on
dersteuning inplaats van voor te stellen te
verminderen.
De heer SCHEELE: Neen, Burg, en Weth.
vragen alleen aan den raad samen middelen
te beramen om verdere ondersteuning moge
lijk te maken. Overigens zijn zij het moreel
met u eens. Wij willen alles doen om de zaak
op te lossen, maar als de Minister zegt men
moet zien rond te komen, daarmee is men
niet klaar.
De heer J. A. MEERTENS wijst er op, dat
men vertelt dat hij, toen enkele werkloozen
bij hem kwamen, heeft gezegd, dat men het
geld had moeten halen bij het vroagere col
lege van Burg, en Weth., maar alleen heeft
hij gezegd, dat men niet moet vergeten, dat
reeds twee jaar crisissteun is uitbetaald en
dat het voor het vroegere college gemakke-
lijker was omdat zij begonnen met een ruim
kasgeld en wij met een zoo goed als ledige
kas. Wij moeten thans trachten een ander en
weg te zoeken om aan geld te komen. Laat
de raad ons volmacht geven om te doen zoo
als dat noodzakelij-k is, en laten zij Burg, en
Weth. gelegenheid geven bij1 een tekort bij
hun aan te kloppen.
De heer A. MEERTENS acht een bedrag
van 6 een geleidelijk dood laten gaan. De
menschen hebben reeds meer dan een jaar
steun, en kleeren en beddegoed is niet meer
gekocht wegens gebrek aan geld. Wij hebben
hier als raad te dienen het belang van de
mindere klasse in dit geval.
De heer J. A. MEERTENS: Daar loopt het
hier niet over, de raad dient Burg, en Weth.
den weg aan te geven.
De heer JANSEN vraagt, wanneer men
voortgaat met het uitkeeren aan den norm
van thans, hoelang dat nog duren kan.
De heer J. A. MEERTENS antwoordt, dat
dit niet te zeggen is. Dat hangt af van den
omvang der werkloosheid in de eerstvolgende
dagen.
De heer BUIJZE: Het is naar of er werk in
den landbouw is of niet. Er moet een weg
worden gevonden dan maar naar Den Haag
waar ze millioenen vermorsen.
De heer A. MEERTENS: Als de raad zegt:
het moet zoo blijven, en de Minister besluit
tot vermindering, dan hebben wij gedaan wat
wij moesten doen. Dan moeten wij trachten
een belasting te heffen op landbouwmachines.
Waarom moet er hier van dat kleine beetje
nog af!
De heer SOHEELE, als hoofd van een gezin
met vijf kinderen, weet ik dat het niet kan
om er af te doen, maar hij wil den wettelijken
weg volgen en acht het tot zijn plicht den
raad in te lichten omtrent den financieelen
toestand der gemeente.
De heer BUIJZE: Als mijm voorstel, om
het zoo te laten, niet wordt aangenomen, dan
zijn ze nog niet van ons af!
De heer DIELEMAN wijst er op, dat het
wordt voorgesteld of de tarwesteun geheel in
den zak van den landbouwer vloeit, maar hij
heeft het vorig jaar zijn geheele pachtsom
toegelegd en thans de helft. Als de steun
mocht worden ingetrokken dan blijft het land
braak liggen.
De heer JANSEN is ook overtuigd, dat de
steun den landbouw gedeeltelijk gaande houdt.
Hij is er voor om het steunbedrag voor de
werkloozen zoo te laten, mits men kan toe-
komen. Maar wat te doen als de kas leeg is!
De heer BUIJZE: Dan moet de Minister
helpen. Z66 kan het niet.
De heer SCHEELE: Indien de raad ons
machtigt door te gaan met deze ondersteu
ning, dan zal ik daaraan niet tornen en ben
overtuigd, dat 10,40 te weinig is.
De heer J. A. MEERTENS wijst er op, dat
alle gemeenten een circulaire hebben ont
vangen, dat geen voorschotten uit Rijkskas
worden gegeven. Wij zijn, als Dag. Bestuur,
gebonden aan de begrooting der gemeente,
los van ons persoonlijk gevoelen.
De heer A. MEERTENS acht een derge-
lijke circulaire geschikt voor normale tijden
maar ze kunnen in Den Haag begrijpen, dat
hier niets vermorst wordt.
De heer J. A. MEERTENS is er van over
tuigd, dat alles zoo zuinig mogelijk wordt
aangelegd.
De heer SCHEELE zou het nog eens zoo
laten loopen en zien wat er te doen is.
De VOORZITTER wil nog even antwoor-
den op hetgeen de heer A. Meertens zooeven
opmerkte inzake het niet te woord staan van
werkloozen. Hij weet niet dat dit gebeurt is.
Hij heeft steeds altijd iemand, die hem
wenschte te spreken, te woord gestaan en
fatsoenlijk behandeld en aangehoord. Er
kwamen echter in het geval als door den heer
Meertens bedoelt, een ongeveer twintigtal
personen tegelijk naar hem toe, waarvan hi)
er den heeft binnen gelaten.. Hij wenscht
echter niet een twintigtal menschen tegelijk
op zijn kantoor en is niet ontvankelijk voor
een soort bangmakery. Als U zoo iets zegt,
dan moet U eerst goed onderzoeken. Er is
met twintig menschen die door elkander
schreeuwen, niet te praten.
De heer A. MEERTENS antwoordt dat de
Voorzitter hem verkeerd heeft begrepen. Het
was zyne bedoeling te doen uitkomen wie in
dit geval de waarheid sprak, daar er uit het
publiek, ten opzichte van verschillende per
sonen, enorm wordt gelogen. Juist dit wilde
hij doen blijken, maar het was geen bedoeling
den Voorzitter een verwjjt te maken.
De VOORZITTER: En wat de stopzetting
van den crisissteun betreft, dat was in geen
enkel opzicht een blunder als door U naar
voren gebracht omdat er op dat moment
maar enkele personen waren, die werkloos
waren, en dat zyn er over het algemeen die
niet werken willen of die men niet hebben
wil. Den volgenden dag echter waren er
veel meer werkloozen en toen hebben Burg,
en Weth. ook onmiddellyk door laten gaan.
De heer SCHEELE zegt, dat bij hem en
kele S.D.A.P.ers zijn geweest. Hij was toen
van oordeel, dat de Burgemeester en de eer
ste Wethouder er mee bekend waren en dat
zij het goed vonden om verder te steunen en
daarom was ik er ook voor. Van een relletje
is geen sprake geweest men heeft alleen ge-
vraagd om steun. Het is jammer, dat men
het heeft gedaan want het was niet noodig
geweest.
De heer A. MEERTENS is het daarmee niet
eens, dat was niet gebeurd indien de steun
niet was ingetrokken. De wethouders had
den zich behooren te overtuigen op de lijs-
ten hoeveel werkloozen er waren en niet op
een schatting afgaan.
De heer SCHEELE: Er waren er maar tien!
De heer A. MEERTENS: We weten alle
maal, dat er zijn, die niet volwaardig arbei-
der zijn, maar men kan die toch niet laten
doodgaan! Men moet die toch ook onder-
steunen
De heer BUIJZE: Als de Voorzitter weet,
- - - |t5. S<;--<
dat er bij zijn, die niet willen werken, zooals
hij zegt, dan moet hij hier namen noemen, en
niet den steun intrekken waar door de goe-
den gedupeerd worden. Echter hij gelooft
niet, dat er zijn op Hoek die niet willen
werken.
De VOORZITTER: Ik weet het dan wel
zeker!
De heer SCHEELE: Ik zou dat meer neu-
traal opvatten. Het is niet te bewijzen,
De VOORZITTER: Dat niet, maar de per-
soonlijke opvatting daaromtrent is vrjj.
De heer SOHEELE: Die kan men niet al
tijd uitspreken.
De heer J. A. MEERTENS: De leider van
die club, die bij mij is geweest, was zakelijk,
De rest laat ik buiten beschouwing ik ben
wel iets meer gewoon. Ten slotte is het een
moeilijk regeeren zonder geld, en waar er nu,
midden in den zomer, geen werk is, is er geen
uitzicht op en zal dat den ondersteunings-
post enorm verzwaren.
De heer JANSENBurg, en Weth. vragen
machtiging aan den raad, maar waartoe?
De heer SCHEELE: Om de opcenten op de
fondsbelasting van 40 op 80 te brengen en
aan den Minister te vragen den steun zoo te
laten!
De heer JANSEN: Is er op bepaalde posten
van de begrooting over?
De SECRETARIS: Nu nog niet te zeggen,
vermoedelijk wel.
De heer JANSEN zou dan zoo lang moge
lijk wachten en andere posten verminderen.
Ook die rioolkwestie moet dan maar van de
baan.
De heer SCHEELE: De raad heeft ons
pas een kostenberekening opgedragen. Dat
moet dus gebeuren.
De heer J. A. MEERTENS: Er zijn maar
een paar posten, die van belang zyn om te
verminderen.
Burg, en Weth. trekken hun voorstel in.
Het voorstel van den heer Scheele om den
steun zoo te laten, wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
Applaus op de tribune, wat de VOORZIT
TER onmiddellijk belet.
9. Wijziging begrooting voor 1931.
De begrooting wordt gewijzigd zonder
hoofdelijke stemming.
10. Rondvraag.
De heer A. MEERTENS: Mijnheer de
Voorzitter. Ik vraag het woord om enkele
vragen te stellen en dat betreft de uitbetaling
op Hemelvaartsdag.
Naar mijn bescheiden meening wil ik dit
voorop stellen, daar zijn enkele personen, die
mij ten onrechte betrekken, wat de werking
van de werkloozenkas aangaat.
Nu doe ik hier de pertinente vraag aan
Burg, en Weth. of dat zij oprecht willen ver
klaren of dat ik poit met Burg, en Weth. ge-
sproken heb over1'hun bemoeiing wat de con-
trole betreft, of uitkeering, of over een of
ander lid, wat de werkloozenkas aangaat.
Ik verlang in deze een oprechte verklaring
van Burg, en Weth. of een ander persoon, die
naar waarheid kan verklaren dat ik dat wel
doe. Nu wordt dat niet gezegd door menschen
met een gezond verstand, maar het zijn
zekere personen die dat zeggen en die per
sonen ltjden mijn inziens aan zekere zieke-
lijke storingen.
Nu nog deze vraag: of het den wethouder
Scheele bekend is, dat hij 's Maandags voor
Hemelvaartsdag tegen 2 personen heeft ge
zegd, dat hij de uitbetalingsstaten had getee-
kend en dat het geld er was om uit te be
talen. Het was dan leelijkheid van den secre-
taris van de Werkloozenkas.
Nu wil ik dit nog even naar voren bren
gen, dat ik, en zeker wel 20 anderen, met
Hemelvaartsdag op Hoek stonden te praten,
dat Van Petegem kwam van het hulpkantoor
met 2 linnen zakjes in zijn hand, waar het
geld in zat voor de uitkeeringen. Aldus, het
geld was er 's Maandags niet!
Wie heeft er nu gelogen? De wethouder be-
twijfel ik, mijn gedacht is dat de 2 personen
er op los gelogen hebben, zooals tegenwoor-
dig nog al vaak gebeurt. Wat het tegenwer-
ken van myn kant betreft, mijnheer de Voor
zitter, dat doe ik niet, zoo min den een als
den ander. Ik ben nog ten alien tijde opge-
komen voor wat den werkman aangaat, maar
om naar ieder zijn zin te handelen, dat is mij
beslist onmogelyk. Ik heb altijd mijn best ge
daan. Ik heb nog nooit naar een persoon ge-
vraagd, want mijn standpunt is: die gebrek
heeft moet geholpen worden.
Nu weet ik bij ondervinding, dat wanneer
een mensch zich ergens voorspant, staat men
bloot aan critiek.
Maar het valt niet mee voor niemand om
ten alien tijde becritiseerd te worden door
personen, die zich zelven verleden jaar bij de
raadsverkiezing dik gezhebben aan het
bier, door een paar kapitalisten gegeven.
Maar het spreekwoord zegt: de pot verwijt
den ketel dat hij zwart is. Maar ik zal het
belang van een ieder naar behooren weten te
behandelen. Dank u.
De heer SCHEELE heeft nooit als offi-
cieel persoon over den heer Meertens ge-
sproken. Ik heb wel gezegd, dat de gemeente
geld had op dat moment, maar het is een
absolute leugen daf ik zou gezegd hebben,
dat Van Petegem zou geweigerd hebben te
betalen. Als alles in den raad komen moet
wat die lui tegen elkaar zeggen, dan weet ik
het wel. Ik zal mij er voor wachten iemand,
als Van Petegem, in zijn kwaliteit van ont-
vanger te krenken, wanneer daarvoor geen
motieven zijn.
De heer A. MEERTENS wist ook wel, dat
dit geen waar was, maar wederom bewrjst
het, dat er door bepaalde personen afschu-
welijk wordt gelogen.
Waar J. den Hamer thans uit de vereeni-
ging ,,Ons Belang" is, verzoekt hij het crisis
orgaan aan te vullan met een ander als ver-
tegenwoordiger voor die vereeniging.
De SECRETARIS antwoordt, dat hij daar
zit als werknemer, niet voor een vereeniging.
De heer A. MEERTENS is dan voldaan,
maar wanneer er daar iemand had gezeten
voor de S. D. A. P. en hij zou er uit gaan,
en toch blijven zitten in het orgaan, dan zou
je een ander geluid hooren.
De VOORZITTER sluit de vergadering die
overgaat in eene met gesloten deuren, die, na
het openbaar worden, wordt gesloten met
dankgebed.
Vragen deze rubriek betreffende,
kunnen door de abonng's worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96a, Rotterdam.
Postzegel voor antwoord insluiten
en blad vermelden.
OVER COCCIDIOSIS II.
Droogte gewenscht.
Als we nu het advies van de Rijksserum-
inrichting sub 3 verder vervolgen zien we, dat
we naast het vemietigen der smetstof in de
mestT (met kalk) meer moeten doen. Zieke
kuikens zijn over het algemeen niet te gene-
zen en verspreiden veel smetstof. Het is
beter dus zieke kuikens te dooden en zeer
diep te begraven of beter nog grbndig to
verbranden. p
De rennen waar de kuikens loopen moet
men omspitten na ze eerst met kalk bestroold
te hebben en er een jaar lang geen kuikens
meer in zetten. Dit alles wordt dus gedaan
om de kuikens van de smetstof bevrjjd te
houden. Nu moeten we weten dat kuikens
meestal aan een enkele besmetting niet ster-
ven, doch deze na enkele dagen te boven
komen. Hoe komen ze deze te boven? Ze
krijgen een paar dagen darmontsteking, de
parasieten vermeerderen zich reusachtig in
den darm, komen met de mest naar buiten
en de darm herstelt zich bij flinke kuikens
weer. Zwakke kuikens sterven al vaak aan
de darmontsteking.
Wordt nu een kuiken dat ziek geweest is
niet weer besmet dan komt het er meestal
weer bovenop, doch houdt heel vaak een aan-
tal coccidien in den darm achter, vooral in
de blinde darmen. Zoo'n kuiken wordt dus
zooals dat heet een smetstofdrager of smet-
stofverspreider. Vandaar dat oudere kippen
heel vaak smetstofdragers zijn en het terrein
waarop ze loopen als het ware bezaaien met
coccidien. De kippen zelf hebben daar geen
last meer van, doch als men kuikens op dat
terrein zet, worden ze besmet en ziek. Van
daar dus het advies in geen geval kuikens te
laten loopen op terreinen of in rennen waar
oudere kippen geloopen hebben.
Hoe verloopt nu echter de ziekte in een
koppel kuikens? We weten nu dat de smet
stof met stof uit de lucht, door muizen, rat
ten, musschen, aardwormen, enz. overgebracht
kan worden. Wordt een kuiken besmet dan
krijgt dit diarrhee. Deze mest besmet weer
massa's andere kuikens doch ook het zieke
kuiken zelf. In een gewoon geval worden
dus de kuikens steeds weer door van voren
af aan besmet en hoewel nu ggn enkele be
smetting niet doodelyk is, werkt zoo'n voort-
durende herhaalde besmetting w£l doodelijk.
Zoodoende sterven dus in een schijnbaar licht
besmette koppel na verloop van enkele dagen
soms 80 der kuikens.
Uit mijn beschrijving blijkt duidelyk hoe
datgeljjksche reiniging de besmetting tegen-
gaat van de kuikens onderllng en dus ook de
ziekte tegengaat. Hoe drooger het strooisel
hoe beter, want de smetstofeitjes hebben
vocht noodig om rijp te worden en om kui
kens te kunnen besmetten. Ze blijven in dro-
gen toestand niet lang leven, vooral niet als
de zon er op schynen kan, doch in vochtige
mest of grond kunnen ze het wel jaren uit-
houden.
Begryp dus dat als vochtig terrein eenmaal
besmet is het wel enkele jaren telkens weer
opnieuw de ziekte kan doen uitbreken Van
daar dat iik ook bang ben leeken in geval van
coccidiosis aan te raden de hokken te gaan
ontsmetten. Als men de ontsmettingsvloeistof
niet sterk genoeg neemt worden de parasie-
teneitjes niet gedood, maar worden wel voch
tig gemaakt. Ik raad daarom aan: houdt de
boel zoo droog mogelijk en meng alle strooi
sel met kalk. Dat houdt de massa droog en
als het grondig gemengd wordt verbrandt het
de smetstof.
Wie in het hok een gaasbodem kan aan-
brengen is natuurlijk van een hoop moeite en
gevaar af. Deze gaasbodem kan gemaakt
worden van duims gaas en moet ongeveer
12 c.M. boven den gewonen bodem liggen. De
mest valt er dan doorheen en de kuikens kun
nen zich niet meer besmetten.
Het spreekt nu vanzelf dat we het graan-
voer niet meer in het strooisel mogen gooien,
daardoor wordt het sterk besmet. Wie geen
gaasbodem heeft moet de voerbakken in elk
geval op een gaasvloertje zetten van ongeveer
een vierkante meter. Rondom de voerbakken
valt veel mest en mengt zich met het uitge-
worpen meel of graan. Later gaan de kui
kens daar weer aan pikken en zich besmetten.
Als nu de voerbak (en natuurlijk ook de
drinkbak) op zoo'n gaasvloertje staat is een
groot deel van het besmettingsgevaar opge-
heven.
Nu staat er in het rapport der Rijksserum-
inrichting dat men de kuikens kamemelk
moet te drinken geven. Dit wordt gedaan
omdat karnemelk een prachtig voedsel is voor
kuikens en ze daardoor snel opsterken en
tevens omdat het melkzuur uit de kamemelk
gunstig op de spijsvertering werkt en mogelijk
een zeer lichte besmetting helpt tegengaan.
Heeft men geen kamemelk dan kan men
karnemelkpoeder nemen. Dit kan men ech
ter in dit hooge percentage slechts enkele
dagen in het meelvoer mengen, daar de kui
kens anders diarrhee krijgen en het bovendien
erg duur is.
Dr. TE HENNEPE.
COOPERATIE VE VRUCHTEN VEILING
„ZEETJWSCH-VLAANDEREN" G.A. TE
TEIi NEUZEN.
Veiling van 29 Juni.
Aardbeien 10 tot 18 ct.; Zilveruien 19 ct.;
Doperwten 14 tot 40 ct.; Peulen 31 ct.;
Tuinboonen 10 ct.; Boonen 51 ct.; Posteleijn
16 ct.; Tomaten 31 tot 50 ct.; per K.G.
Savoyekool 3 tot 5 ct.; Bloemkool 4 tot
12 ct.; Komkommers 6 tot 11 ct.; per stuk.
Uien 2 tot 5 ct.; Wortelen 7 tot 14 ct.;
per bos.
Kropsla 10 tot 40 ct. per 10 stuks.
Boter /1,17 per K.G.
Aardappelen 2 tot /4,50 per 100 K.G.
Pianten (Palmen) 41 tot 52 ctv per stuk.
Exportveiling.
Kruisbessen 3,68 per 100 K.G., inclusief
baal. Aanvoer 6000 K.G.
Van Sluiskil: 30 Juni. Duitsch s.s. BESSEL
914 kunstmest, Tarragone; Duitsch s.s.
APOLLO, 1311, kunstmest, Tarragone.
Voor Gent: 29 Juni. Eng. s.s. THE DUKE,
387, ledig, Londen; Fransch s.s. CAPT. IL-
LIAQUER, 1194, fosfaat, Antwerpen; Duitsch
s.s. MILOS, 1605, pyriet, Huelva; Spaansch
s.s. FLORA, 1874, fosfaat, Sfax.
30 Juni. Duitsch s.s. KRIEMHILD, 487,
ledig, R'dam; Letl. s,s. EVERLINE, 2384,
hout, Moermansk; Eng. s.s. LIDA, 50, petro
leum, Londen; Eng. s.s. SWIFT, 408, stukg.,
Londen; Eng. s.s. CRICHTOUN, 506, stukg.,
Leith; Noorsch s.s. ALFRED NOBEL, 2616,
pyriet, Portiglion; Eng. s.s. DALEWOOD,
1561, kolen, Methil.
Van Gent: 29 Juni. Eng. s.s. ASHTREE,
798, yzer, Newport; Eng. s.s. FALOON, 738,
stukg., Londen; Eng. s.s. BLYTH, 445, stukg.,
Goole; Nederl. m.s. MARGINA, 170, ledig,
Boom.
30 Juni. Eng. s.s. THE DUKE, 387, gem.,
St. Malo; Estl. s.s. SULEV, 1257, ledig, Koi-
vista; Noorsch s.s. BOR, 552, ledig, Antwer
pen; Duitsch s.s. JURGEN HOGE, 76, cokes,
Odense; Eng. s.s. TADORNA, 984, stukg.,
Belfast; Duitsch s.s. MILOS, 1605, ledig,
Hamburg.
Amsterdam, 1 Juli 1932.
Engelsch 8,90 9,
Duitsch 58,50 59,
Fransch 9,65 9,80
Belgisch 6,87 6,94