BUITENLAND GEMENGDE BEKICHTEN, TER NEUZEN, 22 Juni 1932. NA 16 JAAR UIT DEN OORLOG TERUGGEKEERD. EEN MIDDEL TEGEN BANKROOF- OVERV ALLEN. UITSLAG VERKOOPINGEN, AANBESTEDINGEN, ENZ. binnen de ruimte het kostbare goed te doen storten. Dit is van belang, omdat nu zelfs alle kans op het stuiven van kali is voor- komen. Voorloopig geschiedt het lessen uit groote Rijnschepen met de gewone grijpers, die wei eens wat kali laten „doorsijpelen"; er zijn machines besteld, die zelfs dit kleine euvel geheel zullen verhelpen, zoodat van Rijnschip tot binnenruimte van de loods geen korrel verloren zal gaan. In de loodsen wor- den omvangrijke electrische installaties ge- boorwd, de portaalkranen hebben, die besteld zijtn, een werkingssfeer van 30 M. De kali wordt met transportbanden naar de plaats van opslag vervoerd, welke voor zes verschil- lende soorten van kali (gehalte) door be- schottingen is in orde gemaakt. De kali wordt daar los opgeslagen, er komt een in- richting voor opzakken, wegen, het naaien van zakken ter verdere verzending, voor de stempeling, enz. enz. Er is dus veel werk aan den winkel en de mogelijkheid is geschapen voor aanzienlijke uitbreiding van deze bedrijvigheid. Op het terrein aan de Merwehaven waar o.a. tele- foonaansluiting is tot stand gebracht voor de zeebooten, is de eene loods reeds geheel ge- reed. Dit beteekent, dat men er klaar staat om 40.000 a 50.000 ton kali in opslag te nemen, welke hoeveelheid eenige malen per jaar verwerkt zal worden. Rotterdam wordt dus een brandpunt voor een hoogst belangrijke nieuwe goederen- beweging; de kali wordt per Rijnschip aan- gevoerd en moet zijn verderen weg door Nederland en naar het buitenland vinden per lichter, per spoor en per zeeboot. De capaci- teit van de installaties aan de Merwehaven is reusachtig, een tweede loods staat gereed om eventueel eveneens bestemd te worden voor den massalen opslag van deze Duitsche kali. Natuurlijk is het noodzakelijk, dat de ge- meente Rotterdam een krachtige behulpzame hand biedt, wil men niet voor het geval komen, dat door de hooge havenrechten de onkosten tot ondragelijke hoogte worden op- gedreven. Men mag verwachten, dat van die zijde het bewijs geleverd zal worden, hoe men deze bij- zondere uiting van particulier zakendurf weet te waardeeren. Hier is een daad van initia- tief, welke voor het stukgoederenverkeer van de Rotterdamsche haven van niet licht te overschatten beteekenis is te noemen. WAT IN ROOK DE LUCHT INGING. In de vijfde aflevering van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek, welke dezer dagen zal verschijnen, komen eenige voorloopige cijfers voor betreffende de hoeveelheden sigaren, sigaretten en tabak, welke in 1931, volgens de door het departe- ment van Financien verstrekte opgaven, zijn gebanderolleerd en waarbij rekening is gehou- den met de van de aanvragers terugontvangen In 1931 dan werden gerookt 1.369.415.000 sigaren (1.369.650.000), 3.554.017.000 sigaret ten (3.589.552.000) en 12.312.000 K.G. tabak (11.577.000). De sigaren vertegenwoordigden een verkoopwaarde van 89.637.000 94.068.000), de sigaretten van 58.485.000 61.673.000), de tabak had een waarde van 28.338.000 27.296.000). De tusschen haak- jes geplaatste cijfers hebben betrekking op het jaar 1930. Totaal werd aan sigaren, sigaretten en tabak in 1931 uitgegeven f 176.460.000, tegen 183.037.000 in 1930. In het vorige jaar hadden van de totale gebanderoleerde hoeveelheid 70 pet. der siga ren een waarde van 5 tot 10 ct., 92 pet. der sigaretten van 1 tot 3 cent, 78 pet. der tabak van f 1,60 tot f 3 per K.G. Aan de spits staan sigaren van 6 cent (22 pot.), sigaretten van iyz cent (37 pet.) en tabak van 2 per K.G. (25 pet.). WEEK VAN GROEI? Met het voorspel van twee dagen, waar- over de voornaamste staatslieden, ter confe- rentie zoo bijzonder tevreden waren, moet dit nu, schrijft de N. R. Crt., de week worden van voorbereiding van groote dingen. Aan druk in de goede riohting ontbreekt het waar- lrjk niet. Men moet iets tot stand brengen, wil deze druk niet nog meer uiteenpersen dan er nu reeds stuk is. Wij zijn nu gelukkig zoover, dat men de onmogelijkheden niet meer nauwkeurig kan aangeven. De staatslieden zijn door de aan- raking met elkaar te Lausanne niet meer ge- bleven die zij waren toen zij daar aankwamen. Dat is uit de verklaringen aan de pers van von Papen en Herriot heel duidelijk te hooren geweest. Zoo ver is von Papen te Lausanne reeds gegaan, dat hij zich genoopt heeft gezien, in een radiorede zijn nationalistische critic! en in het bijzonder de reeds diep verwonderde na- tionaal socialisten eenige dingen te zeggen waarvan hij vermoedt, dat zij hun prettig in de ooren zullen klinken, maar hij blijft erbij dat Duitschland zich niet redden kan als heit dit zonder de samenwerking der andere staten mocht probeeren, en daarop komt het aan. Maandag is te Geneve gepoogd in de ont- wapeningsconferentie met groote middelen beweging te brengen. MacDonald, Sir John Simon en Herbert Samuel hebben vengaderd met de voornaamste Fransche en Amerikaan- sche gedelegeerden. Het lijkt ons weer over- dreven optimistisch als men nu reeds spreekt over resultaten die daar bereikt zouden zijn. De bijeenkomst was echter een van de ver- schijnselen die bewijzen hoe zeer de leidende staatslieden het nijpende van het noodzake- lijke beginnen te gevoelen, dat er nu eindelijk iets gebeurt. De rechteroever van het meer van Geneve is nu de werkplaats geworden van de wereldpolitiek, die haar groote pro- blemen daar nu alle tegelijk aanpakt. En de aangebroken week moet ons leeren of daarvan nu werkelijk wat te hopen is, dan wel of het een nieuwe demonstratie zal wor den van de machteloosheid der menschen om hun zaken te redderen. Men moet van de machteloosheid der men schen spreken omdat het niet aangaat de staatslieden daarvoor verantwoordelijk te stellen. Hun benauwenis en goede wil zijn duidelijk genoeg, maar zij hebben him parle- menten en die parlementen het volk achter zich. Democratie en autocratie zijn beide tot nu toe in gelijke mate te kort geschoten. Het is het drama van de menschen waarvan men nu te Lausanne en Geneve een draaglijke ont- knooping zoekt. Te Geneve en Lausanne hebben ook de ministers van de staten van Oslo besprekin- gen gehouden om te trachten tenminste met elkaar het een en ander tot stand te bren gen dat nuttig zou kunnen zijm voor ontspan- ning van den toestand. Het communique dat daarover is gepubliceerd geeft een niet zeer bevredigende gedachte van algemeenheid, die men toepast als men op bijzondere resultaten niet kan wijzen. Men schijnt niet bijster veel verder te komen en er is alle reden om de oorzaak daarvan te zoeken in de aarzelende houding der Scandinaviscbe staten. Zweden blijkt in de samenwerking van Oslo telkens weer een element van onzekerheid en de solidariteit der Noordsche staten brengt mede dat, als Zwe den stroef is, het met de beide andere staten, die er wellicht zooals wij over denken, niet vlot gaat. Wanneer het alleen aan Nederland en Bel- gie zou liggen, dan zou men waarschijnlijk al heel wat verder zijn gekomen. Hoezeer onzen zuidelijken buren een herstel van ge- zond verstand in de handelspolitiek ter harte gaat, hlijkt duidelijk uit de opmerkelijke ver- k'laring van Koning Albert, die in ons land in het bijzonder eenstemmig leek te worden begroet, eh die den indruk maakt van het uitstrekken van een hand, die niet in de aller- laatste plaats voor ons land bestemd is. In den laatsten tijd wordt het heel duidelijk dat men te Brussel nauwere oeconomische banden met ons land zoekt, niet met behulp van technische verbindingsmiddelen, die elkaar zouden moeten worden afgepingeld, doch die met middelen van oeconomisch be- leid en overeenstemming gemakkelijker te bereiken zullen zijn. Het is een heugelijk verschijnsel, dat men in Brussel op het oogen- blik meer behoefte schijnt te hebben aan mid delen tot samenwerking met Nederland dan aan middelen tot schepping van de mededin- ging met Nederland. Ook bij onze zuidelijke buren groeit blijikbaar het inzicht, dat alleen een wederzijds gaarne aanvaarde samenwer king de hoogere belangen aan beide kanten werkelijk kan dienen. EEN BRIEF VAN KONING ALBERT AAN HET HOOFD DER BELGISCHE DELEGATIE TE LAUSANNE. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt Het departement van buitenlandsche zaken alhier heeft ons Zondagavond mededeeling ge- daan van den volgenden brief, d.d. 17 dezer door koning Albert aan minister-president Renkin, hoofd der Belgische delegatie ter conferentie te Lausanne, gezonden: „Sedert het einde van den oorlog hebben al de deskundigen, door de Regeeringen ge- raadpleegd, op gelijkluidende wijze de mee- ning uitgedrukt dat de welvaart der volkeren en hunne vreedzame betrekkingen afhankelijk zijn van een grootere vrijheid in het verkeer der goederen, der kapitalen en der werk- krachten. Sedert de crisis zich scherper begon voor te doen, werden de aEinbevelingen van bevoeg- de zijde steeds dringender. Jammer genoeg heeft men naar deze em- stige waarschuwingen niet geluisterd. Elke Staat heeft afzonderlijk gehandeld en alle middelen waarover hij beschikt te werk gesteld om de nationale oeconomie aan de ge- volgen van de crisis te onttrekken. Door de aanhoudende verhooging der douanerechten, door supertaxes, invoerverboden, contingen- teeringen, door de controle op den deviezen- handel, blijkt men zich er overal op te heb ben toegelegd den invoer te beperken. Daar- uit moet onvermijdelijk een vermindering vol- gen van den uitvoer. De uitwerking van deze politiek van in- krimping is nadeelig geweest. Een dergelijke politiek heeft, om de uitdrukking te her- halen van het financieel comite van den Vol- kenbond, ,,het verwurgen van den intema- tionalen handel" tot gevolg gehad. In drie jaar tijd is de waarde van den in- temationalen handel verminderd met de helft en, iedereen weet, dat deze vermindering slechts gedeeltelijk te wij ten is aan de daling der prijzen. De Staten, wier buitenlandsche afzetgebieden steeds kleiner werden, hebben trouwens op hunne binnenlandsche markt geen compensaties gevonden; het verbruiks- vermogen van deze markt daalt. Tijdens dezelfde driejarige periode is het aantal werk- loozen verdubbeld. Aldus wordt op afdoende wjjze het bewijs geleverd dat geen enkel land in staat is door eigen middelen, in zijn voordeel getroffen, den loop der oeconomische evolutie af te wen- den. Slechts een geconcentreerde actie der Staten, in het teeken van de intemationale solidariteit, zou aan den moeilijken toestand, waarin de wereld zich bevindt, een einde kunnen maken. Het wordt tijd dat deze solidariteit tot uiting kome anders dan in redevoeringen. Het komt mij voor dat Belgie niet aarze- len mag in dezen zin het initiatief te nemen dat door de omstandigheden bijkt te worden gevergd en zich te dien einde de medewer- king moet verzekeren van de Staten die, evenals ons land, er van doordrongen zouden zijn, dat een ommekeer der oeconomische politiek noodig is. Ik weet, geachte Beer Eerste Minister, dat mijne bezorgdheid de uwe is en ook deze van gansch mijne Regeering. Ik reken op U en op uwe collega's om na te gaan welke maat- regelen gevergd worden door een toestand die hoe langer hoe meer onrust baart." DE WAALSCHE BEDEVAART TE WATERLOO. De correspondent der N. R. Crt. meldt Voor de vijfde maal hidden de Waalsche vereenigingen uit Brussel, Charleroi, Luik, Leuven, Oostende, Mechelen eh Antwerpen, Zondag hun jaarlijksche bedevaart naar het slagveld bij Waterloo. Ook uit Parijs, Amiens, Rennes en Mezieres waren Waalsche en Fransche gedelegeerden gekomen. Een lange optocht met de leiders v£in de federatie van Waalsche vereenigingen, het kamerlid voor Luik, Hubin en andere bekende personen aan het hoofd, vertrok van het monument Gordon, door de vallei, voorbij de historische hoeve La Haie-Sainte naar het Fransche monument bij de Belle Alliance, waar verscheidene spre- kers hulde brachten ,,aan de gedachtenis der Fransche en Waalsche helden, zijde aan zijde gesneuveld op 18 Juni 1815." Een der Fransche gedelegeerden, de heer Cogneaux, uit Amiens, riep na het kamerlid Hubin, de herinnering op aan den bloedigen slag ,,waar een geniale keizer, die steeds den vrede wilde, alles verloor". Verzen werden voorgedragen en bloemen gelegd aan den voet van het Fransche monument, waama een paar zangersvereenigingen „Le Chant des Wallons" en ,,Le Chant du Depart" ten ge- hoore brachten en al de aanwezigen, uit voile borst, de „Marseillaise" aanhieven. Incidenten blijken zich tijdens of na deze bedevaart" niet te hebben voorgedaan. SAS VAN GENT. Midzomer en kermis. 't Is of ze het met elkaar afspreken, de saltimbanques, oftewel kermisreizigers, kleine ondememers van volksattracties, die zich on- danks den onwil des tijden tot dusverre nog hebben weten te handhaven in den steeds meer nijpenden bestaansstrijd. Jaarlijks tegen het midden der maand Juni, de periode der zonnewende, komen zij van elders naar hier afzakken om enkele dagen hun tent op te slaan en den zoeker naar ontspanning in een pallieterstemming te brengen, die hem den heelen santepetik van druk en last en nood en dood voor een amerijtje zal doen vergeten. De midzomerkermis heeft haar intrede ge- daan en daarmede wordt de eigenlijke zomer ingeluid. Het is hier de goede gelegenheid om aan deze midzomergebeurtenis een folkloristisch praatje vast te knoopen, zooals we zulks voor de verloopen maanden ook reeds gedaan hebben. Vooreerst: hoe komen we aan den naam Juni. Aliwaar van het Latijn, zooals de namen der voorgaande maanden daar ook van af- stammen. Juni, oorspronkelijk Junius, telde v66r het keizerschap van Julius Cesar 26 dagen, maar werd door dezen op 30 dagen gebracht, Junius staat in verband met junior, hetgeen de jongere beteekent, en kan waarschijnlijk als de groeiende bedoeld zjjn. Inderdaad groeien niet alleen in deze maand de meeste gewassen, doch ook het licht krijgt tot den dag der zonnewende de overhand op de duistemis. De oude Germanen stelden zich n.l. voor, dat Balder, dien zij als den lichtdrager ver- eerden in aanhoudenden strijd met den god der duistemis tegen den tijd der zonnewende het onderspit moest delven. Het licht moest langzamerhand weer wijken voor de duister- nis. Als loon voor bewezen weldaden brachten zij den god des lichts dankoffers in den vorm van plechtige optochten door de velden, waar van de plechtige processies, in deze maand veelvuldig gehouden, nog navolgelingen ge- acht mogen worden. Alleen hebben deze optochten hun heiden- sche beteekenis verloren. Op den vooravond van Sint Jan, welke feestdag op 24 Juni gevierd wordt, worden in sommige streken nog Sint Jansvuren ont- stoken, die ook als een overblijfsel van een oud Germaansch gebruik moeten beschouwd worden. Sint Jan speelt overigens nog een groote rol in het volksleven. Daar hij den Dooper wordt genoemd, was het gebruik om op dezen dag een bad te nemen in beek of rivier, met het gevolg, dat op dezen dag het aantal drenkelingen groo- ter was, dan op andere dagen. Vandaar de Zuid-Limlburgsche zegswijze: Sint Jan vraagt een visch Of wel een man, waarvan de veelzeggende beteekenis is: Wie niet kan zwemmen als een visch, loopt kans, dat hij bij het baden verdrinkt. Limburgsche moeders waarschuwden hun kinderen dan ook op Sint Jansdag niet te gaan baden. Terloops zij hier nog erop gewezen, dat de Limburgsche Katholieken, alvorens den eer- sten duik te doen, eerst het kruisteeken ma ken, een handeling, die wel met het doopen in verband gebracht moet worden. Hetzelfde doet de maaier, wanneer hij, bij het neerslaan der eerste korenaren, een begin maakt met het zichten van den akker. Boven- dien spreekt hij dan ook nog de gebedsfor- mule: „Dat is Godswats", hetgeen zooveel moet beduiden als: deze schoof is God gewijd. Van de vele bloemen en plan ten, die in deze maand bloeien is de vlier een dergenen, waar- aan de meeste beteekenis gehecht wordt. Bij de Germanen werd de vlier in eere gehouden als een heilige struik. Zijn bloesem heeft ge- nezende kracht en eveneens zijn vruchten. Het fijne vlies, dat onder de ruwe schors op het hout ligt, werkt bloedstelpend. Vandaar dat bij haast geen enkele oude boerderij de vlier- struik ontbreekt. Als de vlier bloeit, zegt de Limburgsche boer, zijn we nog zes weken van oogst. Zoo is deze struik tegelijkertijd een tijd- meter. In ouden tijd was het gebruikelijk, dat de jonge boer zijn bruid onder den vlierstruik fen huwelijk vroeg. Om schoon te blijven plukken de meisjes den bloesem van den vlierstruik en wasohten zich met een aftrek- sel der bloemen een tijdlang het gezicht. EEN RECHTS) 4.UNDIG ADVISEUR GEARRESTEERD. Als verdacht van verduistering van een bedrag van f 4500 is de rechtskundig advi- seur V. te Rotterdam aangehouden en opge- sloten. Geruimen tijd geleden is een bewoner van de Camisserlaan te Rotterdam, de heer B., gestorven. De erfeniskwestie werd door een notaris geregeld, de boedel werd niet ver- deeld en met het beheer werd de weduwe belast. Er was o.a. een spaarbankboekje met f 1200 en een bedrag van 3000, dat was gedeponeerd bij de Rotterdamsche Bahk- vereeniging. Na eenigen tijld wilden twee van de zoons graag him vaderlijk erfdeel hebben en de moeder wendde zich tot den rechtskundig adviseur V., met het verzoek deze kwestie in orde te maken. V., die blijkbaar al spoedig begreep, dat men met dergelijke erfeniskwes- ties niet op de hoogte was, beweerde, dat het geld gedeponeerd moest worden op het Kan- tongerecht en dat hij daar wel voor zou zor- gen, mits men hem een volmacht gaf. Deze werd hem verstrekt, de gelden werden inder daad opgevraagd, maar verder hoorde men niets meer van V. Als men ging informee- ren, werd men aan het lijntje gehouden en tenslotte wendde men zich tot de politie. Deze stelde een onderzoek in, dat leidde tot de arrestatie van V. Deze lagde een vol- ledige bekentenis af. Hij beweerde het geld te hebben verloren in een clandestien speel- hol aan de Boompjes aldaar. In verband hiermee waarschuwt de com- missaris van politie in de 5de afdeeling Nas- saukade het publiek tegen de, clandestiene speelgelegenheden, welke, blijkens de ingeko- men klachten aldaar bestaan. Bovendien waarschuwt hij in het algemeen tegen de praktijken van zgn. rechtskundige adviseurs. Het blijkt, dat tegenwoordig menschen, die niet precies weten hoe zij met een civiele kwestie aanmoeten, de hulp van zoo iemand inroepen en dikwijils loopt de zaak falikant uit. Zoo is kort geleden nog het volgende ge- beurd Een Rotterdammer had werk in Hamburg gevonden. Zijn vrouw bleef aldaar achter en hij gaf haar een machtiging, om geld van zijn spaarbankboekje te halen. Toen de vrouw op het postkantoor kwam, deelde men haar daar mee, dat de machtiging nog niet in staat van gewijsde was. Men verzuimde er haar bij te vertellen, dat zij een week later het geld wel zou kunnen krijgen. De vrouw ongerust omdat zij het geld niet kon krijgen, wendde zich tot een rechtskundig adviseur, die beloofde haar te helpen. Hij' deed niets dan een week wachten, waama hij de vrouw meedeelde, dat hij de zaak in het reine had gebracht. Voor zijn be- moeiingen vorderde hij het exhorbitante ho norarium van f 70 HET DRAMA TE PUTBROEK. Men meldt uit Roermond aan de N. R. Crt.: Er is thans een nieuw onderzoek begonnen omtrent de verdwijning van W. Roubroeks, wiens lijk op 5 December vorig jaar in de bosschen van Putbroek werd gevonden of op- gegraven. Het moet gebleken zijn, dat zeer kort na de verdwijning van Roubroeks, be- halve Wehrens nog meer personen uit de Waldfeuchterbaan in de nabijheid van den tuin, waarin Rubroeks werd begraven, bloed- plassen hebben opgemerkt. Deze personen hadden het niet van belang geacht dit eerder bekend te maken. Met assistentie van de politie uit den om- trek wordt nogmaals een ond'erzoek ingesteld naar het rijwiel dat Roubroeks op den dag van Zijln verdwijning heeft gebruikt, doch zonder resultaat. Donderdagmiddag kwam ook het parket uit Roermond ter plaatse. Bij de plek waar in het begin van Augustus vorig jaar bloed is gevonden, werden opgravingen verricht. Ook Vrijdag werd het onderzoek nog voort- gezet. EEN SPOORWEGRIJTUIG IN BRAND. Vrijdagmiddag omstreeks kwart v66r twee is bij den Spoorsingel te Delft een rijtuig derde klasse van een uit Den Haag komen- den trein door onibekende oorzaak in brand geraakt. De vlammen sloegen hoog boven het rijtuig uit. De Delftsche politiebrandweer was spoedig ter plaatse en doofde het vuur met behulp van een straal van de motorspuit. Van de inzittende passagiers heeft niemand letsel gekregen. Het verkeer was eenigen tijd gestremd. DE INSTORTING IN EEN HISTORISCH KASTEEL. Omtrent de instorting van een zoldering in het historische kasteel te Ecaussines- Lalaing, eigendom van graaf Adrien van der Burch, waarbij vijf en dertig meisjes werden gewond, wordt het volgende gemeld: Het ongeluk geschiedde Woensdagmiddag, toen de leerlingen van het Institut des Soeurs de Notre Dame te Elsene (Brussel) 't kasteel bezochten, dat dagteekent uit de vijftiende eeuw en gerestaureerd werd door kanunnik Puissant, een archeoloog uit Bergen. Na een ontvangst in een plaatselijke kost- school van dezelfde orde, begaven de meisjes zich naar het kasteel. Om half drie bevond een groep zich in een zaal van de eerste ver- dieping, boven de keuken, waar in kasten de verzameling aardewerk van kanunnik Puis sant is tentoongesteld. Pastoor Bouckaert, de conservator, gaf uitleg aan de bezoeksters, toen plots een gekraak werd gehoord en de planken vloer over een groote oppervlakte instortte. Er ontstond een paniek onder de meisjes. Zij trachtten te vluchten, doch gleden uit over het parket en vielen door de opening in den vloer; enkelen konden zich vastklampen aan een balustrade, maar deze brak onder haar gewicht en zij vielen alien van drie meter hoog in de keuken, terwijl de kasten met de tentoongestelde voorwerpen op de gekwetsten werden verbr.ijzeld. Slechts enkele meisjes, die nog niet heelemaal in het midden waren van 't vertrek, wisten tijdig terug te trekken. Vijf en dertig meisjes, alien in den leeftijd van vijftien tot achttien jaar, vielen in de keuken door de ingestorte zoldering. De geestelijke was het eerst bevrijd en liep dadelijk naar buiten om hulp te halen. Deze was spoedig ter plaatse. Verscheidene meisjes lagen bewusteloos onder het puin, doch konden spoedig weer worden bijgebracht. De meeste slachtoffers hadden slechts lichte verwondin- gen. Vier leerlingen zijn echter min of meer zwaar gewond. De gekwetsten werden met auto's van het Roode Kruis, die van Brussel waren gekomen, naar de hoofdstad teruggebracht. Niets wees er op, dat het kasteel bouwvallig was. Enkele dagen geleden was het nog door een groote schare toeristen bezocht. In het dorpje Emdingen in het Zwarte Woud is een telegram van den Duitschen consul-generaal te Napels aangekomen voor de ouders van Oscar Daubmann, met de mede deeling dat hun zoon die in 1916 aan de Som- me gesneuveld heette te zijn, te Napels is aan gekomen. Uit een den volgenden dag aange komen brief bleek, dat Daubmann aan de Somme zwaar gewond was en in Fransche ge- vangenschap geraakt. Een eerste poging tot ontvluchten bezorgde hem een straf van 4 jaar in Noord-Afrika. Een aldaar ondemomen tweede poging, waarbij hij een schildwacht had neergeschoten bezorgde hem nog eens 10 jaar, maar nadien heeft hij zich goed gedragen en rustig zijn tijd afgewacht. 8 jaar geleden had hij verlof gehad een telegram naar zijn ouders te zenden met de enkele woorden Oscar leeft en is in Afrika", zoodat de ouders die beiden nog leven, steeds op den nu gevolg- den terugkeer van hun zoon gehoopt hadden. Daubmann's naam is in het ,,Kriegerdenkmal" te Emdingen geschrapt. Inbraken bij bank en zijn den laatsten tijd te Boedapest in ontstellende mate toege- nomen. Onlangs is wederom de geldvoorraad van een spaarkas in handen der roovers ge- valien, en zooals gewoonlijk, wisten zij zich aan de nasporingen der politie te onttrekken. De financieele wereld is over deze toestan- den natuurlijk zeer ontsteld en overweegt al lerlei maatregelen om deze gebeurtenissen in de toekomst te kunnen verhinderen. Er wor den conferenties belegd, waar in overleg met de politie middelen worden beraamd waarmee men de bankroovers minstens zal bemoeiljj- ken bij hun werkzaamheden. Voor alles zul len de beambten aan de loketten met modeme Brownings worden uitgerust en bovendien zal men ook den electrischen stroom als strijd- middel tegen de helden der onderwereld aan- wenden. Een bekend teehnicus heeft een systeem uitgewerkt, waardoor ieder bank- employe de sterke ijzertralies, waarachter de kassiers zitten, onder stroom kan zetten. Op het oogenblik, dat de bandieten hun handen uitsteken naar de cassa's worden zij door den electrischen stroom onschadelijik ge maakt. Maar nog een ander, veel belovend plan is ontworpen, dat waarschijnlijk reeds onmid- dellijk in toepassing zal worden gebracht. Men wil namelijk de loketbeambten in lift- kooien plaatsen. Zoodra er gevaar dreigt, kunnen zij door op een knopje te drukken in een benedenverdieping wegzinken. Dit plan is vooral uitgedacht als maatregel tegen de roovers, die volgens het Amerikaansche sys teem iedereen met him revolvers bedreigen die hun in den weg staat. Ook de bankbe- dienden, die zich niet binnen het bereik der revolvers bevinden, zullen de liften in werking kimnen stellen, en een oogenblik later zijn de cassa alsmede de bedreigde loket-beambten in het sousterrein verdwenen. Alle bankdirecteureri van Boedapest heb ben dit plan goedgekeurd en besloten on- danks de groote kosten, die voor den opbouw van hun kantoren noodig zullen zijn, dezen veiligheidsmaatregel tegen de bandieten in te voeren. HET GEVAL LINDBERGH, De waamemende Britsche consul-generaal te New-York, Shepherd, heeft van de Engel- sche regeering telegrafisch opdracht gekre gen rapport uit te brengen over de omstan digheden waaronder de dienstbode van de fa- milie Morrow, Violet Sharpe, zich van het leven had beroofd. In Bngelsche kringen in de Ver. Staten, maar ook in vele Amerikaansche kringen, is men diep verontwaardigd over de Amerikaan sche politie-methoden welke door niet weini- gen verantwoordelijk worden gesteld voor dezen zelfmoord. De arme Violet Sharpe was zoo vaak en zoo ruw door de politie verhoord, dat zij, toen zij wederom voor zoo'm verhoor was opgeroepen, er maar liever een eind aan maakte. Onder degenen, die in de Ver. Sta ten naar aanleiding van het gebeurde een campagne zijn begonnen tegen de inderdaad ontoelaatbare ondervraging in den derden graad is mevrouw Morrow, de schoonmoe- der van Lindbergh. Nader meldt men nog, dat mevrouw Mor row zich naar Engeland heeft ingescheept. Vermoedelijk staat deze reis in verband met de zelfmoord van het meisje Sharpe. Men acht het niet waarschijnlijk, dat Shepherd in zijn rapport inlichtingen zal gebruiken van ambtelijke Amerikaansche zijlde afkomstig. Wel zal hij een bloemlezing geven van het geen de Amerikaansche couranten over het geval hebben gepubliceerd. Bij de begrafenis van Violet Sharpe is de consul-generaal ambts- haive tegenwoordig geweest. COMMUNISTISCHE INDRINGERS. Vijf jongelieden drongen Dinsdagavond de lokaliteiten van een op de eerste verdieping van een groot bovenhuis in de Motzstrasse in het Westen van Berlijn gevestigde Japan- sche club binnen. In de keuken bedreigden zij het personeel met een revolver en losten ook enkele schoten zonder dat iemand ge wond werd. De vijf indringers doorzochten alle vertrekken, wierpen nog een tafel met porcelein om, en gingen er daama van door. Zij lieten een briefje achter, waarop zij Japan warschuwden tegen een oorlog met Sowjet- Rusland. Indien er toch een oorlog mocht uitbreken, zou men de schuldigen daarheen zenden waar alle kapitalisten thuis hooren, namelijk naar den duivel. De politie is er nog niet in geslaagd de indringers, vermoe- del'ijik communisten, te vatten. BRUIDEGOM TEGEN WIL EN DANK. Dezer dagen heeft zich op Amhemia 20 K.M. van Medan een tragi-komisch voorval voorgedaan bij een huwelijk. Of liever tot een huwelijk is het niet gekomen, zegt de „Deli Crt." Een Chineesch meisje uit Pertioet zou met een jongeling van Amhe mia gaan trouwen. Dies begaf zich de moe der van den bruidegom per auto naar Per- tjoet om de bruid te halen. Een lange stoet waarin ook familieleden meereden, begaf zich naar Amhemia, alwaar, volgens Ohineesch gebruik, de jongeling uit het huis van zijn ouders zou treden ten einde zijn aanstaande echtgenoote te verwelkomen. Toen men vooir het huis stond, wachtte men echter tevergeefs op den bruidegom. Een der aanwezigen ging de woning binnen, maar kon den jongeman nergens vinden en juist toen het gezelschap zich hevig ongerust begon te maken kwam de bruidegom met een verlegen gezicht aanwandelen. Ik voel me nog te jong voor bruidegom, ik wil voor loopig maar niet trouwen, verklaarde hij aan zijn bruid en de andere aanwezigen. De mama van den onwilligen aanstaanden echtgenoot was woedend, de bruid lag in tranen en de rest van het gezelschap toonde zich ook alles- behalve in feeststemming. Maar de trouw- partij ging niet door. NIEUWE BRANDSTOF VOOR SCHEPEN. De „Scythia" van de Cunardlijn, thans op weg van Liverpool naar New-York, is aange- richt voor het gebruiken van een nieuwe brandstof, bestaande in een vloeibaar meng- sel van olie en steenkool. Het slagen van deze proef zou een belangrijke factor zijn voor de wederopleving van de steenkolenindustrie en bovendien werkgelegenheid in de inrichtingen, waar de nieuwe brandstof wordt vervaardigd. Als de proefneming slaagt zullen de ,,Maure- tania", de ,,Berengaria" en de „Aquitania" in plaats van geheel met olie gestookt te worden zooals thans, waarschijnlijk een mengsel van 60 procent olie en 40 procent steenkool ge bruiken. De voorbereidende proeven zijn genomen door laboratoriumdeskundigen en ingenieurs van de Cunard. TER NEUZEN. Zaterdag werd alhier door den architect L. de Bruijne alhier, aanbesteed het bouwen van een woonhuis voor den heer J. Sol te Driewegen. Ingeschreven werd als volgt: lste perceel, metselwerk: R. van Wiemeersch en E. Verstraeten, Axel 1089 M. Wagenaar, Driewegen 1062 P. de Rooij, Boschkapelle 990 J. L. de Waele, Axel 986 Jac. Wisse, Ter Neuzen 985 J. C. de Vos, Zaamslag 940 P. J. van Fraaijenhove, Zaamslag 939 W. D. van der Hooft, Driewegen 920 Gebrs. M. en A. de Bruijne, Zaamslag 899 S. P. van der Hooft, Sluiski! 870 gegund 2e perceel, timmer- en ijzerwerk: Ph. Haak, Ter Neuzen f 745 P. E. Boeijkens, Kloosterzande 740 P. Burggrave, Hengstdijk 726 C. van Meerendonk, Ter Neuzen 709 A. W. Leenhouts, Zaamslag 658 F. Dieleman, Ter Neuzen 653 C. Kaijser, Driewegen 646 J. Kolijn, Ter Neuzen 610 J. W. Vercouteren, Axel 592 E. van der Bent en G. J. Minnink, Ter Neuzen 587 Kr. Dieleman, Zaamslag 579 P. F. de Waalvan Troost, Sluiskil 573 P. A. Mielen Ter Neuzen 564 L. Venmorken, Kloosterzande 549 L. W. Hamelink, Zaamslag 525 gegund 3e perceel, loodgieterswerk J. Kool en zoon, Sluiskil f 39 M. Wieland, Hoek 31 Alb. Mel, Axel 25 gegund 4e perceel, schilderwerk A. Stallaert, Boschkapelle f 130 C. WisseGalle, Zaamslag 93 J. Schenk, Sluisldl 90 gegund Perceelen 1 en 2 gecomb.: C. van Meerendonk, Ter Neuzen 1699 J. Kolijn, Ter Neuzen 1520 Massa C. van Meerendonk, Ter Neuzen 1861

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 2