Sproeten komen vroegin Sprutol Bijalle Drogisten. VandenHaagendeHagenaars OEMENGDE BEEICHTEN het voorjaar, koop tijdig een pot Mijnhardt's Laxeertabletten regelen zonder Kramp of Pijn. VADER EN ZOON DOOR EEN DRAAIENDE AS GEGREPEN. HET VERLOREN RADIUM EN HOE HET TERUGGEVONDEN WERD. (Ingez. Med.) press zich in zijn bericht beriep „op de hoog- ste niet-Duitsche en ook niet-Poolsche autori- teit te Dantzig". Daarmede kon slechts graaf Gravina, de hooge commissaris van Italiaan- scbe nationaliteit bedoeld zijn. Graaf Gravina heeft onmiddellijk ten seherpste geloochend tot deze mededeeling aanleiding te hebben ge- geven. In werkelijkbeid beeft de Engelsche journalist bem ook slecbts de woorden in den mond gelegd, dat de Polen „het hoofd verlo- ren badden".Ook dit hoeft niet waar te zijn. Het bericbt in de Daily Express was ge- teekend, en de man, die er op deze wijze ver- antwoordetijk voor wordt gesteld, kan men niet een betrouwbaar journalist noemen. Hij wordt uitgestuurd wanneer zijn blad ergens tendentieuse berichtgeving noodig heeft; zijn beric-hten zijn dan overeenkomstig de voorop- gezette meening waarmede bij is uitgezonden. Verleden jaar verscheen hij te Genbve, naar hi! zelf bescheiden aankondigde „to kill" the League". Hij seinde toen aan zijn blad uit- spraken in dien geest van aangeduide groot- heden, waarvan men met volstrekte zekerheid zeggen kori dat zij niet zoo gesproken konden hebben, en die zeker iedere neiging tot open- hartige critiek zouden hebben onderdrukt te- genover dozen journalist. Het is bekend dat er een intieme verhou- ding bestaat tusschen de Daily Express en bet kamp van Hitler, zoozeer zelfs dat de Ber- lijnsche correspondent van dat blad niet alleen in het vliegtuig van Hitler diens verkiezings- veldtocht kon meemaken, maar zelfs bleek telefonisch van Munchen uit op de hoogte te worden gebouden van de intiemste weten- schap van het nationaal-socialistische hoofd- kwartier. Daarom zou men aan een afspraak met de nationaal-socialisten kunnen denken. Maar de man, die het verbaal uit Dantzig ge- seintd heeft, was niet dezelfde als deze Ber- lijnscbe correspondent. Zij zijn beiden slechts werktudgen van een zelfden krantenkoning, die de Engelsche joumalistiek niet tot eer strekt. Het is echt-er, zooals gezegd, niet alleen de correspondent van de Daily Express die dit bericbt in de wereld beeft gezonden. Een Engelsch blad van precies tegenovergestelde ricbting, de Daily Herald, kreeg denzelfden dag van een eveneens uitgezonden medewer- ker mededeelingen van dezelfde strekking, die nog veel emstiger leken door allerlei indruk- wekkende details. Men moet zich nu afvragen wat de oorzaak is geweest van de uitzending van drie Engel sche correspondenten tegelijk, voor de zelfde aangelegenbeid, die alle drie dezelfde griezelige dingen ontdekten waarvan de Duitsobe pers niets bad vemomen, en die zelfs de pers te Dantzig blijkbaar voor bet grootste gedeelte onbekend zijn gebleven. Zemxwacbtig was men te Dantzig zeer zeker, maar dat is men er gewoonlijk. Heel prettig is de verstandhou- ding tusschen Polen en Dantzigers niet. De Dantzigers koesteren bovendien steeds de vrees van den zwakkere voor den sterken vijand. Het beele geval is een uiting van bet alge- meene wantrouwen in oostelijk Middel Europa, waarvan niet te verwachten is dat het binnen afzienbaren tijd tot rust zal komen. Eenigen tijd geleden kon een boek, dat in den trant van de bekende romans over toekomstige oor- logen een inval van de Polen in Oost Pruisen bescbreef, zooveel ontsteltenis onder de bevol- king van die provincie verwekken dat bijzon- dere geruststelling noodig was om een bewe- ging voor emigratie te onderdrukken. Het conflict van Memel, dat inderdaad voor de Duitsche bevolking van de betrokken buurt een onrustwekkend karakter draagt, heeft de algemeene ongerustheid der Dantzigers zeker nog verergerd. Daartoe geeft ook de toon in een gedeelte der Poolscbe pers alle aanleiding. Als het naar den zin van die pers en van de stroomingen die zij vertegenwoordigdt ging dan zou bet alarmgeroep der Engelsche jour- nalisten zooal voorbarig, tocb zeer zeker niet tmgerechtvaardigd zijn. En daar die stroo mingen bestaan moet de herinnering aan bet „particuliere, rebelsche" karakter van den aanslag van Zeligowski op Wilna de Danzi gers niet tot kalmeering strekken. Die „par- ticuliere actie" eenst door de regeering te Warschau verloocbend, werd daarna door baar in baar gevolgen gaame aanvaard en vervol- gens door de gezantenconferentie erkend. WSj hebben goed praten dat 1932 niet 1920, en dat Duitschland geen Litauen is; de Dantzigers zullen daartegenover wijzen op de bardnekkig- heid waarmede de Litauers hun spel te Memel kunnen voortzetten ondanks de protesten der groote mogendheden en op het feit, dat de hooge commissaris te Dantzig en het Haag- sche Hof telkens weer de Polen op machts- misbnhk hebben moeten wijzen. Wij gelooven niet dat de regeering te War- echau, welke begeerten ten opzicbte van Dantzig haar ook mogen vervuullen, de dwaas- heid zal begaan een avontuur tegen Dantzig, in den stijl van het avontuur tegen Wilna* te dulden. (In dit laatste geval ging zij ook nog wel wat verder dan dulden; het ,,particuliere" was in hoofdzaak voorwendsel.) Daarvoor is zij niet meer zeker genoeg van de hulp, of zelfs maar van de sympathie van Frankrijk. Ook geeft het loos alarm der drie Engelsche bladen niet slecht uitdrukking aan het altijd levendige wantrouwen der Engelschen teger Polen, dat op een natuurlijfke antipathie schijnt te berusten, en dat te meer beteekenis heeft naarmate men intemationaal meer met Duitschland en zijn gevoelens rekening moet gaan houden. Als in 1919 de inlijving van Dantzig voor Polen niet mogelijk was, dan is er thans, 13 jaar later, nog te minder aan te denken. De Poolsche autoriteiten zijn niet kortzichtig ge noeg om dat niet in te zieh, ook al mogen him handen nog zoo jeuken. DE FRANSCHE VERJKIE2CTNGEN. Zooals algemeen reeds van te voren was voorspeld, heeft de eerste verkiezingsronde in Frankrijk een tamelijk krachtige verschuiving naar links gebracht, al kan men niet van een directe nederlaag van de huidige meerderheid spreken. De verschuiving naar links is voor- al sterk te Parijs, in de Seine-provincies en in de groote steden, hetgeen ongetwijfeld in ver- band staat met de werkloosheid, die juist in deze districten zeer groot is en de stemming van de bevolking be'invloedt. De radicaalHSOcialisten hebben met hun winst tot nog toe van 5 zetels hun positie be- langrijk versterkt en in politieke kringen neemt men als zeker aan, dat zij bij de her stemming nieuwe winsten zullen boeken. De verliezen worden voornamelijk geleden door de rechterzijde en de Centrumpartij1, al zijn deze verliezen tot nog toe ook niet zeer groot en kan men pas bij de herstemming een duidelij-k beeld van den gang van zaken krij gen. Want er dient rekening mee te worden gebouden, dat bij de eerste verkiezing de per- soon van den candddaat een grootere rol speelt dan bij de herstemming, waarbij veel meer rekening wordt gehouden met de groep, die de candidaat vertegenwoordigt. De communisten schijnen in het algemeen achteruit te zijn gegaan en men geeft hun drie candidaten, die te Parijs in herstemming komen, weinig kans. UIT DEN HEROISCHEN TIJD DER FLAMINGANTISCHE BEWEGING. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt Deze week overleed te Gent de oud-onder- wijzer Prosper Matton, wiens naam verbonden is aan een incident, dat indertijd heel wat op- sohudding teiweegbracht in -het Vlaamsche land. Hij was namelijk de eerste burgerwach- ter, die het in Maart 1885 aandurfde, bij de naamafroaping op de Vriijdagmarkt te Gent, in plaats van ..present", tegenwoordig" te antwoorden. Dit simpele feit de burger- wacht of ,,garde-civique", sedert 1914 ver- dwenen, was, evenals het leger tot v66r een paar jaar, geheel op Fransche leest ge- schoeid was oorzaak van veel agitatie, waarbij ook de geest van Uilenspiegel, die in Vlaanderen voortleeft, zich niet onbetuigd liet. De kapietin van Matton, een Gentsche .franskiljon", berispte den weerspannigen schutter en bedreigde hem met opsluiting in de stadsgevangenis, den populairen ,,Mamme- lokker". Matton verscheen voor den tucht- raad der burgeijwacht waar hij verdedigd werd door het liberale Vlaamschgezinde Kamerlid Julius de Vigne en vrijgesproken. Van de trappen van het stadhuis werd de weerspan- nige burgerwachter door zijn vrienden in triomf tot op de Botermarkt gedragen. De generaal der „garde-civique" ging echter tegen deze vrijspraak in beroep bij het Hof van Cassatie te Brussel, dat het Gentsche von- nis om zuiver juridische redenen vemietigde en den inmiddels heel Vlaanderen door be kend geworden onderwijzer w-eer naar den Gentschen tuchtraad verwees. Matton werd toen een tweede maal vrijgesproken. Dat zijn daad niet zonder gunstige volgen voor de Vlaamsche beweging bleef mocht naderhand blijken toen zich in 1889 een gelijiksoortig incident te Brussel voordeed en in 1895, de Vlaamsche letterkundige Em. de Bom, om dezelfde reden, trots het welsprekend pleidooi van Mr. Louis Franck, thans president der Nationale Bank van Belgie, tot een geldboete van 30 francs werd veroordeeld. Het geval De Bom gaf aanleiding tot een geweldig pro test en een algemeen petitionnement aan de Kamer. Twee jaar later mocht de afgevaar- digde Mr. Flor. Heuvelmans, bij de behande- linig van een wetsontwerp tot reorganisatie der burgerwacht, samen met Mr. Ooremans er in slagen, door de Kamer een amendement te doen aanvaarden, bepalende, dat de taal der burgerwacht in het Vlaamsche land voortaan het Nederlandsch zou zijn, maar zelfs in 1914, bij het uitbreken van den oorlog, was men er evenwel nog niet in geslaagd, de „wet Heuvel mans" overal in Vlaanderen te doen toepassen. TERNEUZEN, 6 MEI 1932. DE FOLKLORE VAN DE MAAND MEI. Al de namen van de maanden zijn aan de Romeinen ontleend, zoo ook de naam van de bloeimaand Mei. De Romeinen noemden hem naar Main, 6dn der vrouwen van Jupiter, door de ouden de vader van goden en menschen geheeten. Hjj was in hun oogen de opperste heer van hemel en aarde. Als hij kwaad is, slingert hij zijn bliksems door de lucht, dan siddert heel het aardrijk. Hij beschik-t over het (wel en wee van de heele menschenwereld, naar welgevallen geeft hij regen of zoimeschjjn, voor- of tegenspoed. Het verleden, het heden en de toekomst liggen open voor zijn alles doorzienden blik. Hij geeft zijn bevelen, zijn orakels, of verkondigt deze door zijn beminden zoon Apollo. Tot hem bidt de mensch als tot de bon van al, wat goed is. Met dien machtigen heer nu, zoo stelden de Romeinen zich voor, was Maria getrouwd. Het is dus niet te verwonderen, dat zij, om dien gevreesden sinjeur te vriend te houden, de schoone maand der bloemen aan zijn echt- genoote toewijdden. De Fransche revolutionairen, die van goden en godinnen niets moesten hebben, maar den cultus der rede huldigden, herdoopten de maand, dien zij tegenwoordig Mai noemen, in Florial, d.i. bloemenmaand, teijwijd wij hem bloeimaand noemen. Tal van bloemen ontlee- nen aan de maand Mei haar naam. Zoo noemen de Limtburgers de seringe mei- bloem, het madeliefje heet bij hen meizoetje. Een malsche regen noemen dezelfde bewoners onzer Zuidelijkste provincie een meischeut, een bloemruiker wordt een mei genoemd. De haag- doom wordt meidoom genoemd. In tal van Limburgsche dorpen is de maand Mei de tijd, die aanleiding geeft tot allerlei feesten. Te Valkenburg b.v. roept men in den eer- sten Meinacht het meilief uit, d.i. ied-ere jonge- man krijgt door de jongelingscorporatie een meisje toegewezen, waarmede hij bij belang- rijke gebeurtenissen een paar moet vormen. Van de oude rulne, die het plaatsje domi- neert, worden de namen van de verbondenen afgeroepen. Het spreekt van zelf, dat bij deze combinaties met de heerschende gevoelens rekening wordt gehouden. Te Geleen werd oudtijds de Meikoningin uit- geroepen. Na de metarmorphose die deze vroegere hoe- rengemeente in de laatste jaren ondergaan heefis het gebruik zoo goed als uitgestorven. In vroeger tijden plantte de jongelingsschap in alle dorpen in den eersten meinacht midden in het dorp de meiboom, een hoogen den (waarvan alle takken, behalve die van de kruin afgekapt waren. De kruin was door de jonge meisjes van het dorp met papieren vlaggetjes van allerhande kleuren vroolijk versierd. Het halen van den meiboom geschiedde met veel vroolijkheid. Alle boerenzoons uit het dorp spanden een paard voor den wagen, waarop de meiboom het dorp werd ingereden. Alle paarden waren met vlaggetjes en bel- len getooid en onder het binnenrijden knalden de zweepen, dat het een lust was. Stond de meiboom eenmaal op z(jn plaats, dan werd door de meikoningin met de mei- koning voorop om den boom een rondedans uitgevoerd onder het zingen van: ,,De Meiboom is geplant, Versierd met groene kransen. Tsa meiskens, die gij zijt, Geeft acht op onzen tijd, Want in den ouderdom Krijgt gij geen vrijer meer." Het kiezen van de meikoningin geschiedde niet willekeurig. Ieder meisje, rijk of arm, kon die eer te beurt vallen. Het ging aldus in zijn werk: Van te voren speelden de jongelingen v66r de kerk een soort van balspel, maar niet met een bal, doch met een hardgebakken zwart roggebroodje. De jonge man, die zoo gelukkig was het brood op de anderen te veroveren, werd als meikoning uitgeroepen. Onderwijl het spel aan den gang was stonden de dorpsmeis- jes klaar met een ruiker meibloemen. Degene, die na de overfwinning het eerst haar bloemenruikertje aan den meikoning toestak, werd tot meikoningin gekozen ver- klaard. Tegenwoordig is van dit oude gebruik bijna nergens meer een spoor overgebleven. Alleen in het dorpje Gronsveld, aan de heir- baan van Maastricht naar Luik, tusschen deze laatste plaats en Eijsden gelegen, bestaat nog het meisteken van den schutterskoning, dat alle zeven jaar plaats heeft. Op grond van jarenlange waamemingen hebben de boeren het rijmpje gemaakt: Mei koed en nat, Vult de sohuur en ook het vat. De spreekwoordelijk schoone meimaand kan echter ook nog minder aangename verrassin- gen brengen. Men kent algemeen hetgeen de Genestet in zijn „Haantje van den toren" over deze maand zegt: ,,Doch onze noordsche Mei, Is arm aan zonneschijn. Hij kan zoo koud en guur, Hij kan November zijn." Inderdaad kunnen in de maand Mei nog nachten voorkomen, dat door de vorst aan de jonge bloesems veel schade wordt toegebracht. Want in deze maand vallen de dagen van de zoogenaamde ijsheiligen. Van 11 tot en met 14 Mei n.l. komen in den kalender voor de namen van: Mamertus, Ser- vatius, Pancratius en Bonifacius, die in den landbouwersstahd een zekere beruchtheid heb ben verkregen. Vooral Servatius, wiens dag den 13en Mei gevierd wordt, staat in kjwaden reuk. De 'Zondag ha Servatiusdag gaan in veel Limburgsche plaatsen, o.a. te Maastricht, de processies uit. Op de dorpen worden deze uitgangen met den naam van ,,bronk" bestempeld. Het woord is een verbastering van „pronk", pracht of praal, omdat deze ceremonien met zooveel luister plaats hebben. Dan steken de vlaggen uit, worden de stra- ten of wegen met vlaggetjes of groene meien versierd, staan langs den weg, dien de bronk volgt, heiligenhuisjes gebouwd en worden bij het voorbijtrekken van den kleurigen stoet kamers geschoten. Mei is ook de maand van verschillende kerkelijke feesten. De Katholieke kerk heeft deze maand aan de Maagd Maria toegejwijd. In het Limburgsche, waar langs de wegen nog veel kapelletjes met een beeld van Maria aangetroffen worden, worden deze beelden door de vrome dorpelingen de geheele maand door met groen en bloemen versierd. In ver schillende plaatsen trekt op Hamelvaartsdag de processie uit en gedurende de kruisdagen, die in 't begin van Mei vallen, trekt men drie achtereenvolgende ochtenden processiegewijs langs velden en akkers om Gods zegen voor de vruchten der aarde af te smeeken. Het gewichtigste kerkelijke feest is Pinkste- ren, waarop de nederdaling van den heiligen Geest gevierd wordt. Op de beide Pinkster- dagen boufwden de kinderen langs druk be- zochte wegen aan den in- en uitgang van de dorpen zgn. pinksterhuisjes, gemaakt van groene takken, met bloemen en vlaggetjes versierd. Daarin werd een jong meisje, in 't wit ge- kleed, te pron-ken gezet met een kransje om het hoofd gewonden. Het kind moest tijdens die zitting een serieus gezicht zetten als voorbijgangers kwamen. De anderen hieven dan hun gezang aan en bedelden net zoo lang om een cent voor de pinksterblom" tot er een kleindgheid geofferd werd en niemand bleef in gebreke aan die bede te voldoen. Van al die oude gebruiken is echter weinig meer overgebleven. Alleen het zoeken naar meikevers is onder het jonge volkje nog overal een gebruik, dat hardnekkig blijft voortbestaan, want het snor- ren van een „meulenar" aan een draadje schijnt nog steeds der kind'ren lust en leven te zij. SAS VAN GENT. Met de Staatscourant van 3 Mei zijn verzon- den afdrukken van de statuten betreffende de Vereeniging tot exploitatie van een bad- en zweminrichting te Sas van Gent. Van een kraasen negentiger. Oude herinneringen. Ongeloof- lijke groei... De annexatie. Grappige fonteinen. W(j hebben een „oude Hagenaar" in ons midden die, ondanks zijn enkele dagen geleden bereikte negentig levensjaren, nog vol belang- stelling is voor het wel en wee van onze schoone stad. Ik bedoel hier den heer Jochems, die bij de Hofstedelingen al minstens sinds het eerste decennium dezer eew bekend is als ,-de oude Hagenaar", de ijverige snuffelaar in oude vergeelde papieren, die herhaaldelijk blijk gaf van liefde voor de historie van onze stad en in 't bijzonder voor het Oranjehuis. De heer Jochems heeft naar hij zelf ver- zekert zijn roeping gemist, want in zijn jonge dagen voelde hij zich onweerstaanbaar tot de joumalistiek aangetrokken. Maar zijn vader, een handelsman van den zeer ouden stempel! achtte dat destijds geen geschikt „baantje" voor zijn zoon. In den handel moest en zou hij. De oude heer vond zijn zoon al „meer dan geleerd", waar deze zich eenigs- zins in de Fransche taal wist uit te druk- kenAan ,,pennelikkers" had hij nu een maal een hekel. Dat nam echter niet jveg dat de zoon geen gelegenheld voorbij liet gaan om aanraking met de joumalistiek te zoe ken... Zoo werd hij medewerker aan verschil lende Haagsche dagbladen, specialiseerde hij zich langzamerhand in de richting van het opdiepen van gegevens uit het verleden van Die Haghe. Zijn vereering voor ons Konings- huis leidde er toe, dat hij een „beweging" op touw wist te zetten, ten doel hebbend om voor verschillende Oranje-vorsten standbeelden te doen oprichten. Op dat terrein viel er stellig nog veel te bereiken, want de Hofstad is, of juister is te gewagen van: was, niet bijzonder voorzien van gedenkteekenen of standbeelden. Men vond nog niet zoo heel veel jaren geleden in onze stad sledhts enkele standbeelden en dan in hoofdzaak van Oranjevorsten. Het groot ste en meest-indrukwekkende gedenkteeken is nog altijd het Vrijheids-monument op het Plein-1813, dat echter 't zij even tusschen haakjes opgemerkt van zoodanige onsolide makelij is gebleken te zijn, dat met kunst- en vliegwerk het ergste voorloopig voorkomen is In vroeger tijd stond op het Buitenhof een foei-leelijk beeld, voorstellend Koning Willem II. De heer Jochems wist te bereiken, dat het werd weggenomen, om vervangen te worden door een exemplaar van oneindig fraaier lijn en vorrn. Het was ook de heer Jochems, die zich opwierp als ,,gangmaker" voor een stand- beeld van Johan de Witt, dat op de plek, waar de groote zeVendiqnd' eeuwsche Staatsman een onzalig levens-einde vond het „Groene Zoodje", thans Plaats geheeten werd op gericht. Ook heeft hij op zijn „verlanglijstje staan een ,,Denkmahl" voor den Koning-Stadhouder Willem HI, doch tot nog toe is het hem niet mogen gelukken, zijn wensch in deze te ver- wezenlijken. Mede wist hij veel enthousiasme te wekken voor het Juliana van Stolberg- monument, dat nog niet zoo lang geleden in het Bezuidenhout-kwartier een plaats vond. Men moet den krassen, ouden heer over het Haagje vanvijf-en-zeventig jaar geleden hooren praten! Niet vele Hagenaars kunnen zi-ch hun stad meer anders voor den geest brengen dan als ,,groot-stad", als zeer uitge- breid straten-, lanen- en pleinen-complex. Wie den heer Jochems hoort spreken over het Residentie-stadje van toenOver het sim pele plaatsje, met den gemoedelijken „nacht- waker" en de even landelijke postkoets, die eens per dag naar Delft vertrok, over thans in onze oogen belachelijk schijnende gebruiken en gewoonten uit die dagen, kan zich eigen- lijk niet goed indenken, dat diezelfde ,,provin- cie-stad" thans is uitgegroeid tot „angstwek- kende" afmetingen. En nog is de grens niet bereikt. Reeds eerder werd het middel der annexatie van gemeenten toegepast, doch steeds was zulks niet voldoendeThans zijn de randgemeenten Voorburg en Rijswijk wel nagenoeg gedoemd om door het groeiend Haagje te worden ,,opgeslokt". De annexatie- procedure nadert reeds haar einde en men kan er wel bijna zeker van zijn, dat het verweer van de kleine gemeenten, die op allerlei manie- ren hebben getracht, het leven te behouden, vruchteloos zal blijken te zijn. De kwestie, die bij dit vraagstuk aan de orde kwam, n.l. of kleine „rand gemeenten" al of niet op haar veel grootere zuster „parasi- teeren", is ongetwijfeld van meer dan locale beteekenis. De strijd, die tusschen de vertegenwoordi- gers van Den Haag en die der bedreigde ge meenten voor het college der Ged. Staten ge houden is, was stellig niet onleerzaam. Hier- uit bleek wel, dat, als er sprake van is, dat de buitengemeenten met het groote geheel als t ware zijn samengesmolten, het heel moeilijk is om argumenten aan te voeren, die overtui- gend pleiten tegen de samenvoeging. De be woners der randgemeenten hebben zich daar in de meeste gevallen gevestigd, juist omdat de groote stad zich in de onmiddellijke nabij- heid bevindt. Het gemeentebestuur der kleine gemeente kan er gemakkelijker in slagen, de belastingen laag te houden, omdat het uitvoe- ren van groote werken aanleg van zwem- inrichtingen, oprichten van musea, aankoop van buitengoederen om als park te beste-m- men toch wel door de groote gemeente zal gesohieden en de bewoners der kleine gemeen ten er eveneens van kunnen genieten. Het verweer van Rijswijk en Voorburg was voornamelijk gebaseerd op het „eigen karak ter" van de plaatsjes. Den Haag stond direct klaar met zijn tegen-argument: is Schevenin- gen niet eeuwenlang Haagsch territoir ge weest en heeft het „cachet" van de badplaats iets van zijn eigenschappen ingeboet? Wie in Scheveningen bekend is, zal onmiddellijk moe ten toegeven, dat de „atmosfeer" hier totaal anders is dan vijf kilometer landin-waarts. Men behoeft slechts te wijzen op het visschers- dorp, op de haven-omgeving en natuurlijk ook op het mondaine gedeelte. De Residentie heeft grond noodig om zich op normale wijze verder te kunnen ontwikke- len, moet niet op allerlei wijzen geremd wor den door afwijkende verordeningen in de bui tengemeenten, die feitelijk wijken van de stad zijn geworden. Natuurlijk zijn er aan de annexatie bezwa- ren verbonden. Een groot, centraal bestuur heeft ook hare nadeelen. Maar in deze dagen van dwingende bezuiniging moet men niet lichtvaardig denken over het voldoen aan de zucht om er een eigen „huishoudentje" op na te houden, een Raad en een gemeente-bestuur, dure lichamen als een aparte gas- en water- leiding, een aparte brandweer en speciaal politie-personeel plus een eigen reinigings- dienst te bekostigen. En dat a-llemaal omdat in die gemeentetjes een paar oude straten ge- vonden worden, die aan het verre verleden herinneren Ja, het oude Haagje van den heer Jochems is reeds lang verdwenen. Men zou ook wel kunnen zeggen, dat de groote stad het gemoe- delijke provincie-plaatsje heeftgean- nexeerd, want het ..eigen karakter", dat de Hofstad van een eeuw geleden vertoonde, ver- dween natuurlijk geheel en al. Om nog even terug te komen op onze standbeelden: eigenaardig is, dat in Den Haag zoo weinig enthousiasme bestaat voor het doen oprichten van beelden voor groote staatslieden uit de nieuwere geschiedenis van ons land. Slechts is het gelukt, voor den liberaal Goe- man Borgesius een bescheiden monumentje te verwezelijken. Figuren uit Kunst en Weten- schap zal men zedr schaarsch „vereeuwigd" zien. Een buste voor wijlen Richard Hoi is meen ik het eenige exemplaar, dat aan een van de beoefenaren der schoone Muze gewijd is. In de Scheveninigsche Boschjes staat er gens versoholen een beeltenis van Constantijn Huygens. Niemand let er op. Er zijn nog enkele .fonteinen". Over die Haagsche exemplaren zou eigenlijk wel veel grappigs te vertellen zijn. Want weet u wel, dat men hier doodsbamg is om er eenig water aan te spendeeren? In den Raad hebben daarover wel eens ver- makelijke debatten plaats gehad, nl. toen ge- vraagd werd, waarom de fontein, gewijd aan de nagedachtenis van den Amerikaanschen millionnair Carnegie, nooit water gaf. Heel laconiek werd door den betreffenden wethouder geantwoord, dat een installatie, die de foiltein haar naam waardig zou doen zijnte duur was en men 't dus maar zon der spuiten moest doen! Zoo is 't met al onze „waterwerken" ge steld. We hebben ook daaraan niet veel, maar weinigen zullen in staat zijn naar waarheid te kunnen getuigen, in Den Haag een fontein te hebben zienspuiten. EIBER. Dooe 60 ct. Bjj Apoth. ©n Drogisten. lingez.. M«L) In een stoomwasoh- en strjjkinrichting aan den Bezuidenhout te Den Haag, zijn Dinsdag twee werklieden, vader en zoon, door een draaiende as gegrepen en zwaar gewond. In deze waschinrichting was men bezig een ketel in te metselen. Een zeventienjarige metselaar, die op den ketel aan het werk was, is door een draaiende as gegrepen. Hjj werd eenige keeren in de rondte geslingerd. Zijn vader, een vijftigjarige arbeider, die onder aan den ketel bezig was en het onge luk zag gebeuren, wilde zijn zoon bevrijden Hij klom op den ketel, maar werd, doordat ook hij met de as in aanraking kwam, van den ketel geslingerd en kwam met zijn hoofd op den steenen vloer neer. Eerst nadat de inrichting buiten werking was gesteld, kon de jongeman bevrijd worden Het bleek, dat hij' zijn rechterenkel en vermoe- delijk ook zijn linkerenkel had gebroken, ter- wijl hij voorts inwendige kneuzingen had be- komen. Hij en zijn vader, die een zware hoofdwond en een hersenschudding heeft bekomen, zdjn naar het ziekenhuis aan den Zuidwal overge- brac-ht. MISHANDELING UIT WRAAK? Men meldt aan de N- R- Crt.: Te St. Vituswold, bij Winschoten, staat op ongeveer 100 M. afstand van deh weg het huis van de familie Scheve, waar de 87-jarige weduwe en haar ruim 46-jarige dochter samenwonen. Dinsdag is deze laatste als ge- tuige gehoord in een zaak yan diefstal van ca. 300, gepleegd te haren nadeele in November 1930. In deze zaak is tegen J. A. B., een vroegere buurjongen, 3 jaar gevangenisstraf geeischt. Woensd-agnacht hebben een of twee mannen, door verbreking van een ruit, zich toegang tot haar woning verschaft, waar Zij' de doch ter hebben aangegrepen en getracht te vrur- gen. Dit is echter niet gelukt, daar zij Rich wist los te rukken en te vluchten. Folitie en justitie stellen een onderzoek in met politiehonden. Eenige personen zijn reeds gehoord. De bevolking is zeer opgewonden over deze brutale mishandeling. SMOKKELAARS OVERRIJDEN BURGEMEESTER. Dinsdagmorgen kwamen, zoo wordt uit Gent gemeld, uit de richting Nederland twee veewagens, beladen met vaarzen, over de Bel- gische grens. Op de sommaties van de Belgische toibe- ambten veinsden de chauffeurs te stoppen, doch plotseling reden zij met groote snelheid weg. De broer van senator Ceiulenaere, die burgemeester van Maldegem is, liep over den steenweg. Hij werd door een der wagens ge grepen, tegen den grond geslingerd en op slag gedood. De twee mannen konden door de douane worden gepakt. In den namiddag werden zij gevankelijk naar Gent overgebracht. Het was hun bedoeling't vee te smokkelen. OUDE MAN DOOD GEREDEN. Dinsdagavond om half tien hebben voorbij gangers in de Allard Piersonstraat te Rotter dam, vlak bij den Beukels|weg, een oude man op straat bewusteloos aangetroffen. De man bleek bovendien zwaar te zijn gewond. Door den geneeskundigen dienst is hij naar het zie kenhuis aan den Coolsingel gebracht, waar hij eenigen tijd later is overieden. Volgens getuigenverklaringen is het slachtoffer, dat bij onderzoek de 82-jarige J. T. van Gelder, ge- woond hebbende aan de Allard Piersonstraat, bleek te zijn, door een auto aangereden. Na de aanrijding zou de auto met gedoofde lich- ten in snelle vaart zijn doorgereden, zonder dat de inzittenden zich om het slachtoffer bekom- merden. De Commissaris van Folitie van het bureau aan de Witte de Withstraat verzoekt hen, die van het ongeval getuige waren en die inlichtingen kunnen verstrekken over de auto, die den ouden man aanreed, zich aan zijn bureau te willen melden. PORTEFEUILLE MET 1000 GEROLD. Dinsdag is in een cafd in den binnenstad te Rotterdam een buitenman zijn portefeuille, waarin 1000 zat, kjwijt geraakt. De porte feuille is vermoedelijk door een zakkenroller uit de zak van den eigenaar gestolen. MEISJE UIT DE LTEK VERMIST. Sinds Maandagavond omstreeks 7 uur werd uit de ouderlijke woning in De Lier vermist de achtjarige Annie Boers. Het meisje had om dien tijd de woning verlaten en is niet teruggekeerd. Gedurende den geheelen nacht hebben poli tic en burgers de verschillende vaarten en slooten afgedregd, echter zonder resultaat. Het lijk van het in De Lier vermiste meisje, de 8-jarige Annie Boers, is Dinsdagavond laat uit de Lee, ongeveer 25 M. achter haar woning, opgehaald. Reeds eenige malen was daar gedregd. EEN EERLIJK MAN. Een dame, die van Simpelveld naar Aken reisde, bemerkte tot haar grooten schrik toen zij reeds in het centrum der stad gekomen was, dat ze in den trein haar handtasch had laten liggen, waarin zich een bedrag van 2350 mark bevond. Zij ijlde naar het station terug en ze had geluk. Een spoorwagarbeider, die het compartiment gepoetst had, had de tasch met den waardevollen inhoud gevonden en reeds aan het bureau voor verloren voorwerpen afgegeven. „Het Vaderland" heeft omtrent het ver loren gaan van de twintig milligram radium ter waarde van f 5000 in een vualnisbak en de gelukkige vondst van het kostbare bezit van een Haagschen dokter bij het lossen van het vuilnis in Drente nader het volgende vemo men: Zaterdagmorgen om 11 uur ontdekte een der dames-assistenten op het laboratorium van dr. W. v. Heyningen, Hollanderstraat 85, dat een staafje van 20 milligram radium, in platina gevat, zoek was. Het staafje was Donderdagavond nog gebruikt en daarna op een verbandpakje gelegd en moest dus met den inhoud van dat bakje in het vuilnisvat zijn geworpen. De ophaaldienst had het vuil en het radium reeds weggehaald. Dadelijk werden politie en gemeente-reiniging gewaar- schuwd. Terwjjl de assistente, mej. Cos, zich op het terrein der Gem. Reiniging bevond. kwam de betrokken ophaalwagen juist binnen. De inhoud was gestort in een wagon voor Drenthe bestemd, maar men wist niet precies in welken wagon. Het toeval wilde, dat dr. Van Heyningen zelf voor twee dagen afwezig (was. Zijn as- socid, dr. De Kat, waarschuwde dr. M. Bak- keir om te overleggen wat gedaan kon worden om het kostbare en (in handen van leeken) niet ongevaarlijke voorwerpje op te sporen. Op het laboratorium van dr. v. Heyningen zijn proeven genomen op welk een afstand de electroscoop nog reageerde. Deze ontlaadt n.l. in de buurt van radium. Ook door vocht heeft eenige ontlading plaats, zoodat door regen het onderzoek moedlijker zou worden. Men vond, dat het instrument op 2% meter afstand nog reageerde en daarmede steeg de hoop. Bij de reiniging troffen de beide radium- zoekers niet alleen volledige medewerking, maar ook een goede organisatie. Er stonden 17 groote wagons (15 meter lengte) met vuil i op het terrein, maar de dienst wist er 13 aan

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 2