Sproeten komen vroegin
Sprutol Bijalle Drogisten.
VandenHaagendeHagenaars
OEMENGDE BEEICHTEN
het voorjaar, koop tijdig een pot
Mijnhardt's
Laxeertabletten
regelen zonder Kramp of Pijn.
VADER EN ZOON DOOR EEN DRAAIENDE
AS GEGREPEN.
HET VERLOREN RADIUM EN HOE HET
TERUGGEVONDEN WERD.
(Ingez. Med.)
press zich in zijn bericht beriep „op de hoog-
ste niet-Duitsche en ook niet-Poolsche autori-
teit te Dantzig". Daarmede kon slechts graaf
Gravina, de hooge commissaris van Italiaan-
scbe nationaliteit bedoeld zijn. Graaf Gravina
heeft onmiddellijk ten seherpste geloochend
tot deze mededeeling aanleiding te hebben ge-
geven. In werkelijkbeid beeft de Engelsche
journalist bem ook slecbts de woorden in den
mond gelegd, dat de Polen „het hoofd verlo-
ren badden".Ook dit hoeft niet waar te zijn.
Het bericbt in de Daily Express was ge-
teekend, en de man, die er op deze wijze ver-
antwoordetijk voor wordt gesteld, kan men
niet een betrouwbaar journalist noemen. Hij
wordt uitgestuurd wanneer zijn blad ergens
tendentieuse berichtgeving noodig heeft; zijn
beric-hten zijn dan overeenkomstig de voorop-
gezette meening waarmede bij is uitgezonden.
Verleden jaar verscheen hij te Genbve, naar
hi! zelf bescheiden aankondigde „to kill" the
League". Hij seinde toen aan zijn blad uit-
spraken in dien geest van aangeduide groot-
heden, waarvan men met volstrekte zekerheid
zeggen kori dat zij niet zoo gesproken konden
hebben, en die zeker iedere neiging tot open-
hartige critiek zouden hebben onderdrukt te-
genover dozen journalist.
Het is bekend dat er een intieme verhou-
ding bestaat tusschen de Daily Express en bet
kamp van Hitler, zoozeer zelfs dat de Ber-
lijnsche correspondent van dat blad niet alleen
in het vliegtuig van Hitler diens verkiezings-
veldtocht kon meemaken, maar zelfs bleek
telefonisch van Munchen uit op de hoogte te
worden gebouden van de intiemste weten-
schap van het nationaal-socialistische hoofd-
kwartier. Daarom zou men aan een afspraak
met de nationaal-socialisten kunnen denken.
Maar de man, die het verbaal uit Dantzig ge-
seintd heeft, was niet dezelfde als deze Ber-
lijnscbe correspondent. Zij zijn beiden slechts
werktudgen van een zelfden krantenkoning, die
de Engelsche joumalistiek niet tot eer strekt.
Het is echt-er, zooals gezegd, niet alleen de
correspondent van de Daily Express die dit
bericbt in de wereld beeft gezonden. Een
Engelsch blad van precies tegenovergestelde
ricbting, de Daily Herald, kreeg denzelfden
dag van een eveneens uitgezonden medewer-
ker mededeelingen van dezelfde strekking, die
nog veel emstiger leken door allerlei indruk-
wekkende details.
Men moet zich nu afvragen wat de oorzaak
is geweest van de uitzending van drie Engel
sche correspondenten tegelijk, voor de zelfde
aangelegenbeid, die alle drie dezelfde griezelige
dingen ontdekten waarvan de Duitsobe pers
niets bad vemomen, en die zelfs de pers te
Dantzig blijkbaar voor bet grootste gedeelte
onbekend zijn gebleven. Zemxwacbtig was men
te Dantzig zeer zeker, maar dat is men er
gewoonlijk. Heel prettig is de verstandhou-
ding tusschen Polen en Dantzigers niet. De
Dantzigers koesteren bovendien steeds de
vrees van den zwakkere voor den sterken
vijand.
Het beele geval is een uiting van bet alge-
meene wantrouwen in oostelijk Middel Europa,
waarvan niet te verwachten is dat het binnen
afzienbaren tijd tot rust zal komen. Eenigen
tijd geleden kon een boek, dat in den trant
van de bekende romans over toekomstige oor-
logen een inval van de Polen in Oost Pruisen
bescbreef, zooveel ontsteltenis onder de bevol-
king van die provincie verwekken dat bijzon-
dere geruststelling noodig was om een bewe-
ging voor emigratie te onderdrukken. Het
conflict van Memel, dat inderdaad voor de
Duitsche bevolking van de betrokken buurt
een onrustwekkend karakter draagt, heeft de
algemeene ongerustheid der Dantzigers zeker
nog verergerd. Daartoe geeft ook de toon in
een gedeelte der Poolscbe pers alle aanleiding.
Als het naar den zin van die pers en van de
stroomingen die zij vertegenwoordigdt ging
dan zou bet alarmgeroep der Engelsche jour-
nalisten zooal voorbarig, tocb zeer zeker niet
tmgerechtvaardigd zijn. En daar die stroo
mingen bestaan moet de herinnering aan bet
„particuliere, rebelsche" karakter van den
aanslag van Zeligowski op Wilna de Danzi
gers niet tot kalmeering strekken. Die „par-
ticuliere actie" eenst door de regeering te
Warschau verloocbend, werd daarna door baar
in baar gevolgen gaame aanvaard en vervol-
gens door de gezantenconferentie erkend. WSj
hebben goed praten dat 1932 niet 1920, en dat
Duitschland geen Litauen is; de Dantzigers
zullen daartegenover wijzen op de bardnekkig-
heid waarmede de Litauers hun spel te Memel
kunnen voortzetten ondanks de protesten der
groote mogendheden en op het feit, dat de
hooge commissaris te Dantzig en het Haag-
sche Hof telkens weer de Polen op machts-
misbnhk hebben moeten wijzen.
Wij gelooven niet dat de regeering te War-
echau, welke begeerten ten opzicbte van
Dantzig haar ook mogen vervuullen, de dwaas-
heid zal begaan een avontuur tegen Dantzig,
in den stijl van het avontuur tegen Wilna* te
dulden. (In dit laatste geval ging zij ook nog
wel wat verder dan dulden; het ,,particuliere"
was in hoofdzaak voorwendsel.) Daarvoor is
zij niet meer zeker genoeg van de hulp, of
zelfs maar van de sympathie van Frankrijk.
Ook geeft het loos alarm der drie Engelsche
bladen niet slecht uitdrukking aan het altijd
levendige wantrouwen der Engelschen teger
Polen, dat op een natuurlijfke antipathie
schijnt te berusten, en dat te meer beteekenis
heeft naarmate men intemationaal meer met
Duitschland en zijn gevoelens rekening moet
gaan houden.
Als in 1919 de inlijving van Dantzig voor
Polen niet mogelijk was, dan is er thans, 13
jaar later, nog te minder aan te denken. De
Poolsche autoriteiten zijn niet kortzichtig ge
noeg om dat niet in te zieh, ook al mogen him
handen nog zoo jeuken.
DE FRANSCHE VERJKIE2CTNGEN.
Zooals algemeen reeds van te voren was
voorspeld, heeft de eerste verkiezingsronde in
Frankrijk een tamelijk krachtige verschuiving
naar links gebracht, al kan men niet van een
directe nederlaag van de huidige meerderheid
spreken. De verschuiving naar links is voor-
al sterk te Parijs, in de Seine-provincies en in
de groote steden, hetgeen ongetwijfeld in ver-
band staat met de werkloosheid, die juist in
deze districten zeer groot is en de stemming
van de bevolking be'invloedt.
De radicaalHSOcialisten hebben met hun
winst tot nog toe van 5 zetels hun positie be-
langrijk versterkt en in politieke kringen
neemt men als zeker aan, dat zij bij de her
stemming nieuwe winsten zullen boeken.
De verliezen worden voornamelijk geleden
door de rechterzijde en de Centrumpartij1, al
zijn deze verliezen tot nog toe ook niet zeer
groot en kan men pas bij de herstemming een
duidelij-k beeld van den gang van zaken krij
gen. Want er dient rekening mee te worden
gebouden, dat bij de eerste verkiezing de per-
soon van den candddaat een grootere rol speelt
dan bij de herstemming, waarbij veel meer
rekening wordt gehouden met de groep, die
de candidaat vertegenwoordigt.
De communisten schijnen in het algemeen
achteruit te zijn gegaan en men geeft hun drie
candidaten, die te Parijs in herstemming
komen, weinig kans.
UIT DEN HEROISCHEN TIJD DER
FLAMINGANTISCHE BEWEGING.
De correspondent der N. R. Crt. te Brussel
meldt
Deze week overleed te Gent de oud-onder-
wijzer Prosper Matton, wiens naam verbonden
is aan een incident, dat indertijd heel wat op-
sohudding teiweegbracht in -het Vlaamsche
land. Hij was namelijk de eerste burgerwach-
ter, die het in Maart 1885 aandurfde, bij de
naamafroaping op de Vriijdagmarkt te Gent,
in plaats van ..present", tegenwoordig" te
antwoorden. Dit simpele feit de burger-
wacht of ,,garde-civique", sedert 1914 ver-
dwenen, was, evenals het leger tot v66r een
paar jaar, geheel op Fransche leest ge-
schoeid was oorzaak van veel agitatie,
waarbij ook de geest van Uilenspiegel, die in
Vlaanderen voortleeft, zich niet onbetuigd
liet. De kapietin van Matton, een Gentsche
.franskiljon", berispte den weerspannigen
schutter en bedreigde hem met opsluiting in
de stadsgevangenis, den populairen ,,Mamme-
lokker". Matton verscheen voor den tucht-
raad der burgeijwacht waar hij verdedigd werd
door het liberale Vlaamschgezinde Kamerlid
Julius de Vigne en vrijgesproken. Van de
trappen van het stadhuis werd de weerspan-
nige burgerwachter door zijn vrienden in
triomf tot op de Botermarkt gedragen. De
generaal der „garde-civique" ging echter
tegen deze vrijspraak in beroep bij het Hof
van Cassatie te Brussel, dat het Gentsche von-
nis om zuiver juridische redenen vemietigde
en den inmiddels heel Vlaanderen door be
kend geworden onderwijzer w-eer naar den
Gentschen tuchtraad verwees. Matton werd
toen een tweede maal vrijgesproken. Dat zijn
daad niet zonder gunstige volgen voor de
Vlaamsche beweging bleef mocht naderhand
blijken toen zich in 1889 een gelijiksoortig
incident te Brussel voordeed en in 1895, de
Vlaamsche letterkundige Em. de Bom, om
dezelfde reden, trots het welsprekend pleidooi
van Mr. Louis Franck, thans president der
Nationale Bank van Belgie, tot een geldboete
van 30 francs werd veroordeeld. Het geval
De Bom gaf aanleiding tot een geweldig pro
test en een algemeen petitionnement aan de
Kamer. Twee jaar later mocht de afgevaar-
digde Mr. Flor. Heuvelmans, bij de behande-
linig van een wetsontwerp tot reorganisatie
der burgerwacht, samen met Mr. Ooremans
er in slagen, door de Kamer een amendement
te doen aanvaarden, bepalende, dat de taal der
burgerwacht in het Vlaamsche land voortaan
het Nederlandsch zou zijn, maar zelfs in 1914,
bij het uitbreken van den oorlog, was men er
evenwel nog niet in geslaagd, de „wet Heuvel
mans" overal in Vlaanderen te doen toepassen.
TERNEUZEN, 6 MEI 1932.
DE FOLKLORE VAN DE MAAND MEI.
Al de namen van de maanden zijn aan de
Romeinen ontleend, zoo ook de naam van de
bloeimaand Mei.
De Romeinen noemden hem naar Main, 6dn
der vrouwen van Jupiter, door de ouden de
vader van goden en menschen geheeten. Hjj
was in hun oogen de opperste heer van hemel
en aarde.
Als hij kwaad is, slingert hij zijn bliksems
door de lucht, dan siddert heel het aardrijk.
Hij beschik-t over het (wel en wee van de heele
menschenwereld, naar welgevallen geeft hij
regen of zoimeschjjn, voor- of tegenspoed. Het
verleden, het heden en de toekomst liggen open
voor zijn alles doorzienden blik. Hij geeft zijn
bevelen, zijn orakels, of verkondigt deze door
zijn beminden zoon Apollo. Tot hem bidt de
mensch als tot de bon van al, wat goed is.
Met dien machtigen heer nu, zoo stelden de
Romeinen zich voor, was Maria getrouwd.
Het is dus niet te verwonderen, dat zij, om
dien gevreesden sinjeur te vriend te houden,
de schoone maand der bloemen aan zijn echt-
genoote toewijdden.
De Fransche revolutionairen, die van goden
en godinnen niets moesten hebben, maar den
cultus der rede huldigden, herdoopten de
maand, dien zij tegenwoordig Mai noemen, in
Florial, d.i. bloemenmaand, teijwijd wij hem
bloeimaand noemen. Tal van bloemen ontlee-
nen aan de maand Mei haar naam.
Zoo noemen de Limtburgers de seringe mei-
bloem, het madeliefje heet bij hen meizoetje.
Een malsche regen noemen dezelfde bewoners
onzer Zuidelijkste provincie een meischeut, een
bloemruiker wordt een mei genoemd. De haag-
doom wordt meidoom genoemd. In tal van
Limburgsche dorpen is de maand Mei de tijd,
die aanleiding geeft tot allerlei feesten.
Te Valkenburg b.v. roept men in den eer-
sten Meinacht het meilief uit, d.i. ied-ere jonge-
man krijgt door de jongelingscorporatie een
meisje toegewezen, waarmede hij bij belang-
rijke gebeurtenissen een paar moet vormen.
Van de oude rulne, die het plaatsje domi-
neert, worden de namen van de verbondenen
afgeroepen. Het spreekt van zelf, dat bij deze
combinaties met de heerschende gevoelens
rekening wordt gehouden.
Te Geleen werd oudtijds de Meikoningin uit-
geroepen.
Na de metarmorphose die deze vroegere hoe-
rengemeente in de laatste jaren ondergaan
heefis het gebruik zoo goed als uitgestorven.
In vroeger tijden plantte de jongelingsschap
in alle dorpen in den eersten meinacht midden
in het dorp de meiboom, een hoogen den
(waarvan alle takken, behalve die van de kruin
afgekapt waren. De kruin was door de jonge
meisjes van het dorp met papieren vlaggetjes
van allerhande kleuren vroolijk versierd.
Het halen van den meiboom geschiedde met
veel vroolijkheid.
Alle boerenzoons uit het dorp spanden een
paard voor den wagen, waarop de meiboom
het dorp werd ingereden.
Alle paarden waren met vlaggetjes en bel-
len getooid en onder het binnenrijden knalden
de zweepen, dat het een lust was.
Stond de meiboom eenmaal op z(jn plaats,
dan werd door de meikoningin met de mei-
koning voorop om den boom een rondedans
uitgevoerd onder het zingen van:
,,De Meiboom is geplant,
Versierd met groene kransen.
Tsa meiskens, die gij zijt,
Geeft acht op onzen tijd,
Want in den ouderdom
Krijgt gij geen vrijer meer."
Het kiezen van de meikoningin geschiedde
niet willekeurig. Ieder meisje, rijk of arm, kon
die eer te beurt vallen.
Het ging aldus in zijn werk:
Van te voren speelden de jongelingen v66r
de kerk een soort van balspel, maar niet met
een bal, doch met een hardgebakken zwart
roggebroodje. De jonge man, die zoo gelukkig
was het brood op de anderen te veroveren,
werd als meikoning uitgeroepen. Onderwijl het
spel aan den gang was stonden de dorpsmeis-
jes klaar met een ruiker meibloemen.
Degene, die na de overfwinning het eerst
haar bloemenruikertje aan den meikoning
toestak, werd tot meikoningin gekozen ver-
klaard.
Tegenwoordig is van dit oude gebruik bijna
nergens meer een spoor overgebleven.
Alleen in het dorpje Gronsveld, aan de heir-
baan van Maastricht naar Luik, tusschen
deze laatste plaats en Eijsden gelegen, bestaat
nog het meisteken van den schutterskoning,
dat alle zeven jaar plaats heeft. Op grond van
jarenlange waamemingen hebben de boeren
het rijmpje gemaakt:
Mei koed en nat,
Vult de sohuur en ook het vat.
De spreekwoordelijk schoone meimaand kan
echter ook nog minder aangename verrassin-
gen brengen.
Men kent algemeen hetgeen de Genestet in
zijn „Haantje van den toren" over deze maand
zegt:
,,Doch onze noordsche Mei,
Is arm aan zonneschijn.
Hij kan zoo koud en guur,
Hij kan November zijn."
Inderdaad kunnen in de maand Mei nog
nachten voorkomen, dat door de vorst aan de
jonge bloesems veel schade wordt toegebracht.
Want in deze maand vallen de dagen van de
zoogenaamde ijsheiligen.
Van 11 tot en met 14 Mei n.l. komen in den
kalender voor de namen van: Mamertus, Ser-
vatius, Pancratius en Bonifacius, die in den
landbouwersstahd een zekere beruchtheid heb
ben verkregen.
Vooral Servatius, wiens dag den 13en Mei
gevierd wordt, staat in kjwaden reuk.
De 'Zondag ha Servatiusdag gaan in veel
Limburgsche plaatsen, o.a. te Maastricht, de
processies uit.
Op de dorpen worden deze uitgangen met
den naam van ,,bronk" bestempeld. Het woord
is een verbastering van „pronk", pracht of
praal, omdat deze ceremonien met zooveel
luister plaats hebben.
Dan steken de vlaggen uit, worden de stra-
ten of wegen met vlaggetjes of groene meien
versierd, staan langs den weg, dien de bronk
volgt, heiligenhuisjes gebouwd en worden bij
het voorbijtrekken van den kleurigen stoet
kamers geschoten.
Mei is ook de maand van verschillende
kerkelijke feesten.
De Katholieke kerk heeft deze maand aan
de Maagd Maria toegejwijd.
In het Limburgsche, waar langs de wegen
nog veel kapelletjes met een beeld van Maria
aangetroffen worden, worden deze beelden
door de vrome dorpelingen de geheele maand
door met groen en bloemen versierd. In ver
schillende plaatsen trekt op Hamelvaartsdag
de processie uit en gedurende de kruisdagen,
die in 't begin van Mei vallen, trekt men drie
achtereenvolgende ochtenden processiegewijs
langs velden en akkers om Gods zegen voor
de vruchten der aarde af te smeeken.
Het gewichtigste kerkelijke feest is Pinkste-
ren, waarop de nederdaling van den heiligen
Geest gevierd wordt. Op de beide Pinkster-
dagen boufwden de kinderen langs druk be-
zochte wegen aan den in- en uitgang van de
dorpen zgn. pinksterhuisjes, gemaakt van
groene takken, met bloemen en vlaggetjes
versierd.
Daarin werd een jong meisje, in 't wit ge-
kleed, te pron-ken gezet met een kransje om
het hoofd gewonden. Het kind moest tijdens
die zitting een serieus gezicht zetten als
voorbijgangers kwamen. De anderen hieven
dan hun gezang aan en bedelden net zoo lang
om een cent voor de pinksterblom" tot er
een kleindgheid geofferd werd en niemand
bleef in gebreke aan die bede te voldoen.
Van al die oude gebruiken is echter weinig
meer overgebleven.
Alleen het zoeken naar meikevers is onder
het jonge volkje nog overal een gebruik, dat
hardnekkig blijft voortbestaan, want het snor-
ren van een „meulenar" aan een draadje
schijnt nog steeds der kind'ren lust en leven
te zij.
SAS VAN GENT.
Met de Staatscourant van 3 Mei zijn verzon-
den afdrukken van de statuten betreffende de
Vereeniging tot exploitatie van een bad- en
zweminrichting te Sas van Gent.
Van een kraasen negentiger.
Oude herinneringen. Ongeloof-
lijke groei... De annexatie.
Grappige fonteinen.
W(j hebben een „oude Hagenaar" in ons
midden die, ondanks zijn enkele dagen geleden
bereikte negentig levensjaren, nog vol belang-
stelling is voor het wel en wee van onze
schoone stad. Ik bedoel hier den heer Jochems,
die bij de Hofstedelingen al minstens sinds het
eerste decennium dezer eew bekend is als
,-de oude Hagenaar", de ijverige snuffelaar in
oude vergeelde papieren, die herhaaldelijk
blijk gaf van liefde voor de historie van onze
stad en in 't bijzonder voor het Oranjehuis.
De heer Jochems heeft naar hij zelf ver-
zekert zijn roeping gemist, want in zijn
jonge dagen voelde hij zich onweerstaanbaar
tot de joumalistiek aangetrokken. Maar zijn
vader, een handelsman van den zeer ouden
stempel! achtte dat destijds geen geschikt
„baantje" voor zijn zoon. In den handel moest
en zou hij. De oude heer vond zijn zoon al
„meer dan geleerd", waar deze zich eenigs-
zins in de Fransche taal wist uit te druk-
kenAan ,,pennelikkers" had hij nu een
maal een hekel. Dat nam echter niet jveg
dat de zoon geen gelegenheld voorbij liet gaan
om aanraking met de joumalistiek te zoe
ken... Zoo werd hij medewerker aan verschil
lende Haagsche dagbladen, specialiseerde hij
zich langzamerhand in de richting van het
opdiepen van gegevens uit het verleden van
Die Haghe. Zijn vereering voor ons Konings-
huis leidde er toe, dat hij een „beweging" op
touw wist te zetten, ten doel hebbend om voor
verschillende Oranje-vorsten standbeelden te
doen oprichten.
Op dat terrein viel er stellig nog veel te
bereiken, want de Hofstad is, of juister is te
gewagen van: was, niet bijzonder voorzien
van gedenkteekenen of standbeelden. Men
vond nog niet zoo heel veel jaren geleden in
onze stad sledhts enkele standbeelden en dan
in hoofdzaak van Oranjevorsten. Het groot
ste en meest-indrukwekkende gedenkteeken
is nog altijd het Vrijheids-monument op het
Plein-1813, dat echter 't zij even tusschen
haakjes opgemerkt van zoodanige onsolide
makelij is gebleken te zijn, dat met kunst- en
vliegwerk het ergste voorloopig voorkomen is
In vroeger tijd stond op het Buitenhof een
foei-leelijk beeld, voorstellend Koning Willem
II. De heer Jochems wist te bereiken, dat het
werd weggenomen, om vervangen te worden
door een exemplaar van oneindig fraaier lijn
en vorrn. Het was ook de heer Jochems, die
zich opwierp als ,,gangmaker" voor een stand-
beeld van Johan de Witt, dat op de plek, waar
de groote zeVendiqnd' eeuwsche Staatsman
een onzalig levens-einde vond het „Groene
Zoodje", thans Plaats geheeten werd op
gericht.
Ook heeft hij op zijn „verlanglijstje staan
een ,,Denkmahl" voor den Koning-Stadhouder
Willem HI, doch tot nog toe is het hem niet
mogen gelukken, zijn wensch in deze te ver-
wezenlijken. Mede wist hij veel enthousiasme
te wekken voor het Juliana van Stolberg-
monument, dat nog niet zoo lang geleden in
het Bezuidenhout-kwartier een plaats vond.
Men moet den krassen, ouden heer over het
Haagje vanvijf-en-zeventig jaar geleden
hooren praten! Niet vele Hagenaars kunnen
zi-ch hun stad meer anders voor den geest
brengen dan als ,,groot-stad", als zeer uitge-
breid straten-, lanen- en pleinen-complex. Wie
den heer Jochems hoort spreken over het
Residentie-stadje van toenOver het sim
pele plaatsje, met den gemoedelijken „nacht-
waker" en de even landelijke postkoets, die
eens per dag naar Delft vertrok, over thans
in onze oogen belachelijk schijnende gebruiken
en gewoonten uit die dagen, kan zich eigen-
lijk niet goed indenken, dat diezelfde ,,provin-
cie-stad" thans is uitgegroeid tot „angstwek-
kende" afmetingen. En nog is de grens niet
bereikt. Reeds eerder werd het middel der
annexatie van gemeenten toegepast, doch
steeds was zulks niet voldoendeThans
zijn de randgemeenten Voorburg en Rijswijk
wel nagenoeg gedoemd om door het groeiend
Haagje te worden ,,opgeslokt". De annexatie-
procedure nadert reeds haar einde en men kan
er wel bijna zeker van zijn, dat het verweer
van de kleine gemeenten, die op allerlei manie-
ren hebben getracht, het leven te behouden,
vruchteloos zal blijken te zijn.
De kwestie, die bij dit vraagstuk aan de
orde kwam, n.l. of kleine „rand gemeenten" al
of niet op haar veel grootere zuster „parasi-
teeren", is ongetwijfeld van meer dan locale
beteekenis.
De strijd, die tusschen de vertegenwoordi-
gers van Den Haag en die der bedreigde ge
meenten voor het college der Ged. Staten ge
houden is, was stellig niet onleerzaam. Hier-
uit bleek wel, dat, als er sprake van is, dat de
buitengemeenten met het groote geheel als
t ware zijn samengesmolten, het heel moeilijk
is om argumenten aan te voeren, die overtui-
gend pleiten tegen de samenvoeging. De be
woners der randgemeenten hebben zich daar
in de meeste gevallen gevestigd, juist omdat
de groote stad zich in de onmiddellijke nabij-
heid bevindt. Het gemeentebestuur der kleine
gemeente kan er gemakkelijker in slagen, de
belastingen laag te houden, omdat het uitvoe-
ren van groote werken aanleg van zwem-
inrichtingen, oprichten van musea, aankoop
van buitengoederen om als park te beste-m-
men toch wel door de groote gemeente zal
gesohieden en de bewoners der kleine gemeen
ten er eveneens van kunnen genieten.
Het verweer van Rijswijk en Voorburg was
voornamelijk gebaseerd op het „eigen karak
ter" van de plaatsjes. Den Haag stond direct
klaar met zijn tegen-argument: is Schevenin-
gen niet eeuwenlang Haagsch territoir ge
weest en heeft het „cachet" van de badplaats
iets van zijn eigenschappen ingeboet? Wie in
Scheveningen bekend is, zal onmiddellijk moe
ten toegeven, dat de „atmosfeer" hier totaal
anders is dan vijf kilometer landin-waarts.
Men behoeft slechts te wijzen op het visschers-
dorp, op de haven-omgeving en natuurlijk ook
op het mondaine gedeelte.
De Residentie heeft grond noodig om zich
op normale wijze verder te kunnen ontwikke-
len, moet niet op allerlei wijzen geremd wor
den door afwijkende verordeningen in de bui
tengemeenten, die feitelijk wijken van de stad
zijn geworden.
Natuurlijk zijn er aan de annexatie bezwa-
ren verbonden. Een groot, centraal bestuur
heeft ook hare nadeelen. Maar in deze dagen
van dwingende bezuiniging moet men niet
lichtvaardig denken over het voldoen aan de
zucht om er een eigen „huishoudentje" op na
te houden, een Raad en een gemeente-bestuur,
dure lichamen als een aparte gas- en water-
leiding, een aparte brandweer en speciaal
politie-personeel plus een eigen reinigings-
dienst te bekostigen. En dat a-llemaal omdat
in die gemeentetjes een paar oude straten ge-
vonden worden, die aan het verre verleden
herinneren
Ja, het oude Haagje van den heer Jochems
is reeds lang verdwenen. Men zou ook wel
kunnen zeggen, dat de groote stad het gemoe-
delijke provincie-plaatsje heeftgean-
nexeerd, want het ..eigen karakter", dat de
Hofstad van een eeuw geleden vertoonde, ver-
dween natuurlijk geheel en al.
Om nog even terug te komen op onze
standbeelden: eigenaardig is, dat in Den
Haag zoo weinig enthousiasme bestaat voor
het doen oprichten van beelden voor groote
staatslieden uit de nieuwere geschiedenis van
ons land.
Slechts is het gelukt, voor den liberaal Goe-
man Borgesius een bescheiden monumentje te
verwezelijken. Figuren uit Kunst en Weten-
schap zal men zedr schaarsch „vereeuwigd"
zien. Een buste voor wijlen Richard Hoi is
meen ik het eenige exemplaar, dat aan een
van de beoefenaren der schoone Muze gewijd
is. In de Scheveninigsche Boschjes staat er
gens versoholen een beeltenis van Constantijn
Huygens. Niemand let er op.
Er zijn nog enkele .fonteinen". Over die
Haagsche exemplaren zou eigenlijk wel veel
grappigs te vertellen zijn. Want weet u wel,
dat men hier doodsbamg is om er eenig
water aan te spendeeren?
In den Raad hebben daarover wel eens ver-
makelijke debatten plaats gehad, nl. toen ge-
vraagd werd, waarom de fontein, gewijd aan
de nagedachtenis van den Amerikaanschen
millionnair Carnegie, nooit water gaf.
Heel laconiek werd door den betreffenden
wethouder geantwoord, dat een installatie,
die de foiltein haar naam waardig zou doen
zijnte duur was en men 't dus maar zon
der spuiten moest doen!
Zoo is 't met al onze „waterwerken" ge
steld. We hebben ook daaraan niet veel, maar
weinigen zullen in staat zijn naar waarheid te
kunnen getuigen, in Den Haag een fontein te
hebben zienspuiten.
EIBER.
Dooe 60 ct. Bjj Apoth. ©n Drogisten.
lingez.. M«L)
In een stoomwasoh- en strjjkinrichting aan
den Bezuidenhout te Den Haag, zijn Dinsdag
twee werklieden, vader en zoon, door een
draaiende as gegrepen en zwaar gewond.
In deze waschinrichting was men bezig een
ketel in te metselen. Een zeventienjarige
metselaar, die op den ketel aan het werk was,
is door een draaiende as gegrepen. Hjj werd
eenige keeren in de rondte geslingerd.
Zijn vader, een vijftigjarige arbeider, die
onder aan den ketel bezig was en het onge
luk zag gebeuren, wilde zijn zoon bevrijden
Hij klom op den ketel, maar werd, doordat ook
hij met de as in aanraking kwam, van den
ketel geslingerd en kwam met zijn hoofd op
den steenen vloer neer.
Eerst nadat de inrichting buiten werking
was gesteld, kon de jongeman bevrijd worden
Het bleek, dat hij' zijn rechterenkel en vermoe-
delijk ook zijn linkerenkel had gebroken, ter-
wijl hij voorts inwendige kneuzingen had be-
komen.
Hij en zijn vader, die een zware hoofdwond
en een hersenschudding heeft bekomen, zdjn
naar het ziekenhuis aan den Zuidwal overge-
brac-ht.
MISHANDELING UIT WRAAK?
Men meldt aan de N- R- Crt.:
Te St. Vituswold, bij Winschoten, staat op
ongeveer 100 M. afstand van deh weg het huis
van de familie Scheve, waar de 87-jarige
weduwe en haar ruim 46-jarige dochter
samenwonen. Dinsdag is deze laatste als ge-
tuige gehoord in een zaak yan diefstal van ca.
300, gepleegd te haren nadeele in November
1930. In deze zaak is tegen J. A. B., een
vroegere buurjongen, 3 jaar gevangenisstraf
geeischt.
Woensd-agnacht hebben een of twee mannen,
door verbreking van een ruit, zich toegang
tot haar woning verschaft, waar Zij' de doch
ter hebben aangegrepen en getracht te vrur-
gen. Dit is echter niet gelukt, daar zij Rich
wist los te rukken en te vluchten.
Folitie en justitie stellen een onderzoek in
met politiehonden. Eenige personen zijn reeds
gehoord. De bevolking is zeer opgewonden
over deze brutale mishandeling.
SMOKKELAARS OVERRIJDEN
BURGEMEESTER.
Dinsdagmorgen kwamen, zoo wordt uit
Gent gemeld, uit de richting Nederland twee
veewagens, beladen met vaarzen, over de Bel-
gische grens.
Op de sommaties van de Belgische toibe-
ambten veinsden de chauffeurs te stoppen,
doch plotseling reden zij met groote snelheid
weg. De broer van senator Ceiulenaere, die
burgemeester van Maldegem is, liep over den
steenweg. Hij werd door een der wagens ge
grepen, tegen den grond geslingerd en op slag
gedood.
De twee mannen konden door de douane
worden gepakt. In den namiddag werden zij
gevankelijk naar Gent overgebracht. Het was
hun bedoeling't vee te smokkelen.
OUDE MAN DOOD GEREDEN.
Dinsdagavond om half tien hebben voorbij
gangers in de Allard Piersonstraat te Rotter
dam, vlak bij den Beukels|weg, een oude man
op straat bewusteloos aangetroffen. De man
bleek bovendien zwaar te zijn gewond. Door
den geneeskundigen dienst is hij naar het zie
kenhuis aan den Coolsingel gebracht, waar
hij eenigen tijd later is overieden. Volgens
getuigenverklaringen is het slachtoffer, dat bij
onderzoek de 82-jarige J. T. van Gelder, ge-
woond hebbende aan de Allard Piersonstraat,
bleek te zijn, door een auto aangereden. Na
de aanrijding zou de auto met gedoofde lich-
ten in snelle vaart zijn doorgereden, zonder dat
de inzittenden zich om het slachtoffer bekom-
merden. De Commissaris van Folitie van het
bureau aan de Witte de Withstraat verzoekt
hen, die van het ongeval getuige waren en die
inlichtingen kunnen verstrekken over de auto,
die den ouden man aanreed, zich aan zijn
bureau te willen melden.
PORTEFEUILLE MET 1000 GEROLD.
Dinsdag is in een cafd in den binnenstad te
Rotterdam een buitenman zijn portefeuille,
waarin 1000 zat, kjwijt geraakt. De porte
feuille is vermoedelijk door een zakkenroller
uit de zak van den eigenaar gestolen.
MEISJE UIT DE LTEK VERMIST.
Sinds Maandagavond omstreeks 7 uur werd
uit de ouderlijke woning in De Lier vermist
de achtjarige Annie Boers. Het meisje had
om dien tijd de woning verlaten en is niet
teruggekeerd.
Gedurende den geheelen nacht hebben poli
tic en burgers de verschillende vaarten en
slooten afgedregd, echter zonder resultaat.
Het lijk van het in De Lier vermiste meisje,
de 8-jarige Annie Boers, is Dinsdagavond laat
uit de Lee, ongeveer 25 M. achter haar
woning, opgehaald. Reeds eenige malen was
daar gedregd.
EEN EERLIJK MAN.
Een dame, die van Simpelveld naar Aken
reisde, bemerkte tot haar grooten schrik toen
zij reeds in het centrum der stad gekomen
was, dat ze in den trein haar handtasch had
laten liggen, waarin zich een bedrag van 2350
mark bevond. Zij ijlde naar het station terug
en ze had geluk. Een spoorwagarbeider, die
het compartiment gepoetst had, had de tasch
met den waardevollen inhoud gevonden en
reeds aan het bureau voor verloren voorwerpen
afgegeven.
„Het Vaderland" heeft omtrent het ver
loren gaan van de twintig milligram radium
ter waarde van f 5000 in een vualnisbak en de
gelukkige vondst van het kostbare bezit van
een Haagschen dokter bij het lossen van het
vuilnis in Drente nader het volgende vemo
men:
Zaterdagmorgen om 11 uur ontdekte een
der dames-assistenten op het laboratorium van
dr. W. v. Heyningen, Hollanderstraat 85, dat
een staafje van 20 milligram radium, in
platina gevat, zoek was. Het staafje was
Donderdagavond nog gebruikt en daarna op
een verbandpakje gelegd en moest dus met
den inhoud van dat bakje in het vuilnisvat
zijn geworpen. De ophaaldienst had het vuil
en het radium reeds weggehaald. Dadelijk
werden politie en gemeente-reiniging gewaar-
schuwd. Terwjjl de assistente, mej. Cos, zich
op het terrein der Gem. Reiniging bevond.
kwam de betrokken ophaalwagen juist binnen.
De inhoud was gestort in een wagon voor
Drenthe bestemd, maar men wist niet precies
in welken wagon.
Het toeval wilde, dat dr. Van Heyningen
zelf voor twee dagen afwezig (was. Zijn as-
socid, dr. De Kat, waarschuwde dr. M. Bak-
keir om te overleggen wat gedaan kon
worden om het kostbare en (in handen van
leeken) niet ongevaarlijke voorwerpje op te
sporen.
Op het laboratorium van dr. v. Heyningen
zijn proeven genomen op welk een afstand de
electroscoop nog reageerde. Deze ontlaadt
n.l. in de buurt van radium. Ook door vocht
heeft eenige ontlading plaats, zoodat door
regen het onderzoek moedlijker zou worden.
Men vond, dat het instrument op 2% meter
afstand nog reageerde en daarmede steeg de
hoop.
Bij de reiniging troffen de beide radium-
zoekers niet alleen volledige medewerking,
maar ook een goede organisatie. Er stonden
17 groote wagons (15 meter lengte) met vuil
i op het terrein, maar de dienst wist er 13 aan