ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
DE VIERDE SEPTEMBER
No 8832
WOENSDAG 4 MEI 1932
72e Jaargang.
FEUILLETON
BINNENLAND:
DE ZWARTE LIEVE VROUW
BUITENLAN D~
■He:.'
5)
De horizon wordt altijd wit
Voor wie fijn op een Mundus zit
RANT
fMXVNK.MENTSPKIJS: BiLnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1.80 per 3 maanden Bij vodr ultbetaling fr. per post f 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overlge lan den /2,60 per 3 maanden fr. per post
A.bonnementen voor het bultenland alleen bij vooruitbetaling.
t'ltgeefster: Flrma P. J. VAN DIG SANDE.
GIRO 38150
TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIBNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20
Grootere letters en clichA's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst A6n dag voor de ultgavo.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
WINKELSLUITINGSWET.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN maken bekend, dat door den ge-
meenteraad in zijne vergadering van den 10
Maart j.l. besloten is, ingevolge het derde lid
van artikel 9 der Winkelsluitingswet de vol-
gende 21 dagen aan te wijzen, waarop de bij
genoemde wet voorgeschreven bepalingen om-
trent het sluitingsuur NIET zullen gelden:
a. vanaf Maandag tot en met Woensdag
van de week waarin Paschen valt;
b. vanaf Maandag tot en met Donderdag
van de week (waarin Pinksteren valt;
e. vanaf Maandag tot en met Vrijdag van
de jaarlijks te houden winkelweek;
d. gedurende de dagen waarop de kermis
wordt gehouden;
e. gedurende de laatste drie dagen van het
jaar, voorzoover deze noch Zondag, noch
Zaterdag zijn.
Ter Neuzen, den 3 Mei 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
OPNEMING WEGEN EN VOETPADEN
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat
te beginnen op 11 Mei a.s. vanwege de ge-
meente eene algemeene opneming zal worden
gehouden van de wegen en voetpaden met de
kunst|werken.
Ter Neuzen, den 3 Mei 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
HINDER WET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat
ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een
verzoek met bijlagen van R. R. VISSER te
Ter Neuzen, am vergunning tot het plaatsen
en in werking brengen van een electromotor
van 2 P.K., 0,7 P.K. en 5/8 P.K. in zijn garage,
gelegen aan de Grenulaan, in het perceel ka-
dastraal bekend in sectie L no. 1171.
Op Dinsdag den 17 Mei a.s., des namid-
dags drie uur, zal in het Gemeentehuis ge-
legenheid bestaan om bezwaren tegen de in-
williging van dit verzoek in te brengen en
deze mondeling en schrifteiijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, v66r
het bovengenoemde tijdstip, ter Secretarie
der gemeente kennis nemen van de ter zake
ingekomen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
op gevestigd, dat volgens de bestaande juris-
prudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij,
die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder-
wet op den bovenbepaalden dag voor het Ge-
meentebestuur zijn verschenen, teneinde
hunne bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzen, den 3 Mei 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLiLE, Secretaris.
AVONTURENROMAN
door
PETER BARON.
(Nadruk verboden.)
Vervolg.)
Den laatsten tijd trokken de Waces,
dat wil zeggen, de broeder en de zuster
van den man, wiens leven slechts aan de
wraak was gewijd, hem bijzonder aan.
Was het immers niet door hen, dat Wally
eens den sluier hoopte op te lichten. Of
was het zelfs niet waarschnnhjk, dat hij
zulks reeds gedaan had Onlangs had-
den twee of drie vreemde bemerkingen
van zijn zoon zijn achterdocht verstrekt.
't Werd hem een raadsel. Wat dan ook,
hij zette het onderwerp uit zijn hoofd.
,,Ik veronderstel, dat 't wat te veel ge~
vraagd is, als ik je verzoek van avond
thuis te blijven, vroeg hij zn zoon op n
toon, die droevig bedoeld was. ,,Ik zie je
bijna heelemaal niet meer.
Deze plotselinge opwelling van vader-
lijke genegenheid, al was ze vleiend, trof
Wally, wijl ze even ongewoon als onver-
klaarbaar was en klaarblijkelijk school er
een heimelijke beweegreden achter.
..Waarom dat?" vroeg hij. ,,Bang voor
kattendieven, of is de moordenaar LI in de
hersenen geslagen
Chatterton veinsde onbezorgd te zijn
met de nietszeggende bemerking van op
z'n ouden dag alleen gelaten te worden.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, brengen ter openbare kennis inge
volge artikel 16, eer|te lid der Drankwet, dat
bij hen is ingekomen een verzoek om een
TAPVERGUNNING van:
a. JULIANUS FERMONT, van beroep
cafdhouder, wonende te Ter Neuzen, voor de
linker beneden voorlokaliteit van het perceel
plaatselijk gemerkt no. 12 en gelegen aan de
Nieuwe Kerkstraat te Ter Neuzen;
b. KLAZINA LEUNTJE MARIA BLIEK,
van beroep verlofhoudster, wonende te Ter
Neuzen, voor de beneden voorlokaliteit van het
perceel plaatselijk gemerkt no. 5 en gelegen
aan den Schuttershofweg te Ter Neuzen.
Binnen twee weken nadat deze bekendma-
king is geschied, kan ieder tegen het verlee-
nen van deze vergunningen bezwaren indienen
bij burgemeester en (wethouders.
Ter Neuzen, den 4 Mei 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLESecretaris.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, brengen ter openbare kennis inge
volge artikel 38, juncto artikel 16 der drank
wet, dat bij hen is ingekomen een verzoek om
verlof A van MARTINUS ADRIANUS VAN
DRIEL, van beroep schipper, wonende te Ter
Neuzen, voor de benedenvoorlokaliteit van het
perceel plaatselijk gemerkt 63 en gelegen aan
de Stationsweg.
Binnen twee weken nadat deze bekendma-
king is geschiedt kan ieder tegen het ver-
leenen van dit verlof schrifteiijk bezwaren
indienen bij burgemeester en wethouders.
Ter Neuzen, den 4 Mei 1932.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
In de Dinsdag gehouden zitting is het nieuw
benoemde lid de heer IJ. Keestra (r.k.) ge-
installeerd.
Het iwetsontwerp tot verhooging van de
tijdelijke opcenten op de invoerrechten in
Ned.-Indie wordt aangenomen met 50 tegen
26 stemmen. Tegen stemden de liberalen, de
sociaal-democraten en de communisten.
Hiema interpelleert de heer Oud (v.d.) over
de voomemens van de regeering met betrek-
king tot het stichten van scholen in de Wie-
ringermeer. Hij wijst op den plicht der over-
heid voor voldoende openbaar lager onderwijs
t'e zorgen, welke plicht haar wordt opgelegd
door de Grondwet. De stichting, die in de Wie-
ringermeer wordt opgericht heeft een raad-
selachtig karakter. Is spreker goed ingelicht,
dan bftreft het hier een bijzondere school voor
neutraal onderwijs, en hij ziet hierin een stre-
ven om een bepaalden stempel te drukken op
de openbare school. De overheid stimuleert de
oprichting van deze bijzondere school, het-
gean in strijd is met de Grondwet. Ook be-
grijpt spreker niet, waar de minister de be-
voegdheid vandaan haalt, lokalen ter beschik-
king te stellen voor bijzondere scholen.
J. H. SOHAPER.
Naar de Vooruit meldt, zal de heer J. H.
Schaper om gezondheidsredenen ook als lid
van de Tweede Kamer aftreden.
En opnieuw overweldigde hem de over-
tuiging, dat Wally veel meer van z'n pri-
vaatzaken af wist, dan veilig voor hem
was. Geenszins was het een aangename
gedachte, maar met verder op de zaak in
te gaan werd toch niets gewonnen op dat
oogenblik, en wijselijk besloot hij alles
maar te laten rusten tot een volgenden
keer.
Wally liet zich van de leuning van
Venning's stoel afglijden, waarop hij zich
even te voren had neergelaten-
„Nu, adieu, ouwe heeren," zei hij vroo-
lijk. ,,Ik ga me even omkleeden. Tot
straks. Piep-piep
Zoodra de deur achter zijn zoon dicht
was, keek Hubert Chatterton aandachtig
naar zijn vriend. „Ik sta er verbaasd van,
zooveel als die rakker van een jongen van
mij weet, of, wat erger is, vermoedt!" De
jood haalde z'n zware schouders op.
„Toevallige opmerkingen, mijn vriend,"
wlis zijn oordeel. ,,Je beeft voor schadu-
wen. Je ziet kwaad waar het niet is. Hoe
kan Wally nu iets afweten van dingen,
die voorvielen, terwijl hij rustig nog in de
kool zat. En denk je, dat die kinderen van
Wace wijzer zijn Neen, wij zijn slechts
met drieen, die van de zaak afweten. Jij,
ik en vriend Gerald."
Chatterton knikte en wendde zich vra-
gend tot den huisknecht, die binnenge-
komen en naast hem was komen staan.
,,Er is een heer voor U, mijnheer", rap-
porteerde hij op een toon van lichte ver-
wondering vanwege dit feit.
„Waar
„In de hall, mijnheer, hij moet U nood-
zakelijk spreken, mijnheer," antwoordde
de man.
,,Mij spreken. Zoo laat in den avond.
CONTINGENTEERING INVOER
TEXTIELJGOEDEREN.
Bij beschikkingen van 30 April heeft de mi
nister van Arbeid, Handel en Nijverheid, op
grond van de op 28 April gewijzigde besluiten
tot contingenteering van den invoer van wol-
len enhalfwollen stoffen en van boven- en
onderkleeding, opnieuw de lrjsten van goede-
ren vastgesteld, waarvan de invoer tot 1 Febr.
1933 beperkt is.
Tevens heeft genoemde minister opnieuw
vastgesteld de modellen van de aanvraagfor-
mulieren, van de todwijzingen en van de ver
gunningen, die voor den invoer van bovenge
noemde goederen benoodigd zijn.
OVERLEG INZAKE WEGENVRAAG-
STUKKEN.
Over de vraagstukken betreffende de we-
genverbetering brengen thans advies uit een
ambtelijke rijkscommissie voor de wegen en
een niet-ambtelijke rijkscommissie van over-
leg voor de wegenverbetering. Daar het be
staan van deze twee commissies naast elkan-
der een voldoend snelle behandeling van vele
vragen, die zich bij de wegenverbetering voor-
doen, en een voldoende samenwerking niet
altjjd mogelijk maakt, worden de commissies
ontbonden, en vervangen door 6en commissie,
(waarin zoowel het ambtelijk als het niet-amb-
telijk element zal zijn vertegenwoordigd en
die omtrent aangelegenheden betreffende
wegenverbetering en daarmee samenhangende
vraagstukken van advies zal dienen.
Met ingang van 6 Mei zal alzoo zijn inge-
steld een commissie van overleg voor de
wegen. Voorzitter dezer commissie is mr. dr.
A. B. G. M. van Ryckevorsel, commissaris der
Koningin der Provincie Noord-Brabant, onder-
voorzitter is de hoofdingenieur-directeur van
den Rijkswaterstaat in de directie Wegenver
betering.
Ambtelijke leden zjjn voorts de hoofdinge
nieur-directeur van den Rijkswaterstaat.
Als niet ambtelijke leden zijn benoemd, o.a.
de heer A. J. ten Hope, algemeen voorzitter
van den Bond van Bedrijfsautohouders in Ne-
derland, mr. P. G. van Tienhoven, voorzitter
van de vereeniging tot behoud van natuurmo-
numenten, ir. E. L. C. Schiff, voorzitter van
de K.N.A.C., C. G. P. Sormani, lid van het
hoofdbestuur van den Oentralen Bond van
Transportarbeiders te Rotterdam, H. W. O. de
Bruijn, directeur der afdeeling wegen en ver-
keer van den A.N.W.B.
MINISTER RHYS IN N.-BRABANT.
Minister Ruys de Beerenbrouck bracht
Maandag een bezoek aan de werkverschaffin-
gen in Noord-Brabant.
De eerste inspectie betrof de verschillende
objecten in de gemeente 's Hertogenbosch. De
minister, die vergezeld (was van den inspecteur
voor de werkverschaffing in algemeenen
dienst den heer Meyer de Vries, en den heer
Ploegmakers, adjunct-inspecteur voor de
werkverschaffing heeft zich de beteekenis van
elk der werken ter plaatse doen voorlichten
door den burgemeester van 's Hertogenbosch
mr. F. J. van Lanschot.
Ongeveer driehonderd werkloozen zijn in de
hoofdstad van Noord-Brabant bezig met het
m mb p NIEUWIGHEDEN
F" l\fl I fr" Kostumen, Demi-saisons,
1 Gabardinen.
Onze gansch vemieuwde stock laat
ons verkoop aan de laagste prijzen toe!
Zuivelbrug 7, Gent (slechts 6en Ingang, juist
aan de brug), staan dit jaar terug aan de
spits met mooie keus aan voordeelige prijzen!
(lngez. Med.)
Neen, zeg hem, dat ik om dezen tijd niet
meer te spreken ben, he Benton-
Wacht even. Wie is het mompelde
Chatterton verward.
„Hij heeft geen naam genoemd, mijn
heer," antwoordde Benton, „maar, met uw
verlof, mijnheer, hij ziet er uit als de in
specteur, mijnheer, die vroeger eens ge-
roepen was."
„Inspecteur In orde, laat hem binnen
komen.'
Terwijl de knecht de kamer verliet, ging
Chatterton voorover zitten en opende een
la van de tafel, waarop het schaakbord
stond, waaruit hij een auto-matisch pistool
haalde, dat hij in den zak van zijn zijden
kamerjapon stak.
,,Waar ben je banq voor, Hubert
vroeg Venning, als iemand, die wilde zeg
gen: „Vrees niet. Hier ben ik
Men kan nooit weten," mompelde Hu
bert Chatterton behoedzaam.
Benton liet den laten bezoeker, een
donker-uitzienden, gladgeschoren jongen
man, die zeer slank was en kaarsrecht liep,
binnen.
,,Hier is die, mijnheer," kondigde Ben
ton aan. „U hebben we niet meer noo-
dig," zei de laatste-aangekomene, als wil
de hij hem heenzenden.
Benton, die niets liet merken van de
ergernis, die hij voelde bij dit ruwe be-
scheid, wachtte geduldig op zijn meester
om het bevel te volvoeren.
„Je kunt gaan, Benton. Nu, jonge man,
waaraan hebben we het genoegen te dan-
ken, dit zoo late genoegen vroeg Hubert
op kouden toon.
De vreemdeling schreed voorwaarts
naar het licht van de leeslamp aan Hu
berts zijde. ,,Aan het feit, dat mij garan-
deert, dat U een kleine artillerie met zich
draagt, mr. Chatterton", glimlachte hij
ophoogen van terrein voor bouwgrond en bet
afgraven van booggelegen weilanden.
Vervolgens werd naar Boxtel gereden, |waar
vijftig werkloozen een grooten verbindingsweg
aanleggen. Nadat daama een boscbontginning
in St. Oedenrode in oogenscbouw was geno-
men, heeft het gezelscbap Eindhoven bezocht.
Voorgelicht door den burgemeester en twee
wethouders heeft men een langdurig bezoek
gebracht aan tjsvee groote werkverschaffings-
v objecten, n.l. het aanleggen van sportterreinen
en van een vliegveld.
De minister stelde er prijs op de prakt:
van de steunregeling van nabij te zien en be
zocht dan ook het crisisbureau, alwaar hem
de werking van het steunregelingsapparaat
werd toegelicht.
Ten slotte werd nog een kijkje genomen in
een der ontspanningslokalen, welke te Eind
hoven voor werkloozen zjjn ingericht en waar
dezen zich met kaartspel e.d. kunnen bezig
houden.
OECONOMISCH AMOK VAN DEN
DKE.NSi HEN LANDBOUW.
Een conflict van zeer ongewoon en van zeer
desperaat karakter is schrijft de N. R.
Crt. op het oogenblik gaande in Dene-
marken. Het is uiterlijk een arbeidsconflict,
in werkelijkheid echter gaat het om heel
andere en veel diepere dingen.
De exportslachterijien willen het loon van
him personeel met 20 pet. verlagen. Daar-
tegen kwam het personeel natuurlijk in ver-
zet. De autoriteiten voor bemiddeling kwamen
in actie en deden een voorstel, dat slechts een
bescheiden loonsverlaging bevatte. Er bleek
echter met de slachterijen niet te onderhan.de-
len. Ze verwierpen niet alleen het tegenvoor-
stel, maar bleken ook niet bereid eenig ander
vergelijk in overweginig te nemen.
Het eigenaardige is, dat vele sladhterijen
slechts met heel duidelijken tegenzin aan dit
onverzoenlijk beleid meedoen. Hadden deze
belanghebbenden het, bij vrije en ongekunstel-
de stemming moeten uitmaken, dan waren
de dingen niet zoo geloopen. De heele actie
staat echter onder hevigen druk van de „Aan-
eensluiting der Landbouwers". Tegenover den
wil van deze machtige organisatie van klan-
ten hebben de slachterijen blijkbaar geen vrij-
heiti van handelen over gehouden. De land
bouwers hadden trouwens reeds voor er iets
was beslist de leverantie van varkens aan de
slachterijen gestaakt.
Tegenover dit doordrijven is de regeering in
het geweer gekomen. Een telegram van den
Deenschen gezant te Londen waarschuwde
haar dat een onderbreking van den geregel-
den aanvoer van Deensch varkensvleesch op
de Engelsche markt, zelfs al zou deze maar
een-ige dagen duren, onherstelbaar verlies van
klandizie ten gevolge kon hebben; de gezant
wees als afschrikkend voorbeeld op de nood-
lottige uitwerking, die de Engelsche kolen-
staking voorden afzet van het Britsch product
had gehad. Gretig maakte de regeering ge-
bruik van dit argument. Zij slaagde er niet
in daarmede eenigen indruk te maken op de
weerbarstige boeren.
Men zegt nu van regeeringskant en ook in
de arbeiderswereld in Denemarken, dat de
uitsluiting in de slachterijen, die onder invloed
van den landbouw is afgekondigd, geen oeco-
nomisch maar een zuiver politiek conflict
vormt. Dit is juist en niet juist. Niet juist
is het als men er partijpolitiek mee bedoelt.
Men kan niet zeggen, dat de actie in dit op-
zicht een bepaalde richting heeft. Zat er een
kabinet van rechts dan zou het precies deze
zelfde moeilijkheden met den landbouw heb-
koel. ,,Laat uw zak los'
„Welnu", bitste hij terug. ,,'t Voordeel
is aan uw kant. Wat kan ik voor U
doen?"
Niets", was het kalme antwoord,
„maar het ligt voor de hand, dat ik iets
voor U kan doen. Ik ben Guest; van de
Yard. Ik kwam naar binnen om even
te zien of alles nog in orde was. Nog
nieuws, mr. Chatterton? Neem U mij m'n
bezoek niet kwalijk, maar" Guest
zweeg even op onbeholpen wijze.
,,0, ik begrijp U al", viel Chatterton
iets beleefder in. ,,U zinspeelt op den
datum?" Guest stemde in.
,,Neen, er is niets bijzonders meer voor-
gevallen", antwoordde Chatterton, „we
kunnen slechts afwachten'
,,Tot den vierde", merkte Guest ver-
strooid op.
„Laat s zien, George Wace stierf den
vierde, is 't niet, mr. Chatterton?"
Juist. Den vierden September, tien...
twintig..., ik weet niet meer hoeveel jaar
geleden", lispelde de oude man moeizaam.
De kwestie op zich was heel gewoon,
maar ze hield verband met den vreemden
zin van de toespeling van den inspecteur
op den vierde als den datum van het ge-
vaar.
,,Wat weet U mij precies te vertellen
over George Wace, jongeman?" polste
Hubert- „Als ik het zoo mag zeggen
ging misschien nog school, toen hij werd
toen hij stierf".
Guest bloosde.
„Zeer juist, mr. Chatterton. Ik was
nog op school, toen George Wace werd
toen hij stierf. Niettemin, weet ik een
hoop van hem en z'n bende".
Chatterton liet zijn hand weer in den
zak glijden en omvatte het pistool. De
inspecteur, hij twijfelde er voor zich niet
(lngez. Med.)
ben, omdat de boeren trachten iets af te
dwingen, dat geen regeering kan toestaan.
Juist is het, dat het ndet om het loon der
arbeiders of om hoogere of lagere loOnen gaat;
men tracht het monetair beleid der regeering
te saboteeren nu deze niet goedsehiks de wen-
schen der boeren wil inwilligen. In zoover is
het conflict dus wel degelijk politiek. Het is
een politiek van ongewoon gevaarlijk soort:
met financieele uithongering tracht men de
waarde van het nationale geld naar beneden.
te krijgen. Dit is geen beschuldiging aan he(t
adres der organisatie van den landbouw: Het
is slechts het oonstateeren van hetgeen ver
schillende leiders met veel gezag verkondigen.
Tot goed begrip van deze dingen moet men
weten, dat de Deensche landbouw door den
loop van zaken sedert den oorlog in een bui-
tengewoon moeilijk parket is geraakt, De
depreciatie van het Deensche geld, die heel
lang na den oorlog heeft voortgeduurd, schiep
daar naast de algemeene welvaart van den
landbouiw in die periode nog een schijnwel-
vaart die op inflatie berustte. Den boerenstand
leek toen alles mogelijk. Men verbetende het
bedrijf, bouwde nieuwe huizen. De ouderen
gingen vroegtijdig rentenieren, en droegen de
hoeven tegen hoogen prijs aan de jongeren
over. Een groot gedeelte van het landbezit
in Denemarken ging in dien tijd van hand tot
hand, tegen prijzen die over eens temden met de
winsten van den landbouw plus de inflatie.
Overeenkomstig die prijzen werden hypothe-
ken verleend.
Toen de markten wat tot rust kwamen en
de kroon haar oude plaats op de goudbasi®
weer had ingenomen, moest de landbouw in
een benarden toestand raken. Hij ging gebukt
onder de overdreven lasten, die nu op de hof-
steden rustten. De rente op hypotheken in
gedeprecieerd geld moest in volwaardig geld
worden betaald.
Buitengewoon nijpend -veel nijpender nog
dan b.v. in ons land is daardoor de toe-
stand geworden toen de groote val in de prij
zen van het product zuivel- en vetmest-
industrie op de werel-dmarkt intrad. Dat Dene
marken onmiddellijk achter Engeland aan van
de goudbasis afstapte, was niet alleen aan een
monetaire noodzakelijkheid te wijten, maar
aanvankelijk ook vooral aan druk van den
landbouw.
De Deensche boer in zijn vertwijfel-ing, heeft
daarmede geen genoegen genomen. Hij eischt
verdere depreciatie van het geld en vastleg-
ging daarvan op een bepaald laag peil. Aan
dien eisch kan de regeering echter geen gevolg
geven. Nu moet de uitsluiting in de slachte
rijen en de staking van uitvoer die daarvan
het gevolg is, dienen om de Deensche kroon
op een „hongerkuur" te zetten. Zoo is het
ronduit gesproken. En dit zal ook de uitwer
king zijn. Kopenhagen moet in moeilijkheden
raken, als over een paar weken de laatste
deviezen op Engelsche wissels, waarmede het
varkensvleesch wordt betaald, zijn biimfim-
gekomen en verdere toevoer uitblijft.
De boeren schijnen volkomen het hoofd
verloren te hebben. Men houdt htm voor, dat
de uitsluiting in de eerste plaats op bun hoofd
neer komt, daar zij toch hun productem,
d.w.z. de slacbtrijpe varkens, niet kunnen be-
waren; verder dat zij gevaar loopen de markt
in Londen voor een groot gedeelte te verlie-
zen. Het maakt alles geen indruk. Men
hoort wel opmerken: „Wat kan ons de markt
schelen ,als wij bij den bestaanden toestand
huis en hof zullen moeten opgeven". Zij zijn
aan. had zelf een grove fout begaan,
tenminste hij had gedaan also! met
opzet.
Deze aanmatigende inspecteur scheen
buitengewoon goed op de hoogte te zijn.
Guest, die die bedekte beweging had.
opgemerkt. glimlachte.
,,Laat dat toch, mr. Chatterton", waar
schuwde hij op koelen toon. ,,Ik ben hier
om uw belangen te beschermen en niet om
ze op t spel te zetten. Wat de Yard in
't algemeen, of ik in 't bijzonder, van
George Wance's bende weet, doet op 't
oogenblik niets ter zake".
Hij zag hoe Chatterton zich verbaasde
bij dit woord. Misschien weten we, dat
sommige van uw handelwijzen in t ver-
leden misschien het daglicht niet konden
zien, maar op 't oogenblik laten we dat
rusten"- (Nieuwe ontsteltenis.
,,Momenteel doen we niets dan U be
schermen. Als U ons niet van dienst kunt
zijn dat is uw zaak. U kunt er veilig
van op aan, dat U niet veel vertellen zult,
wat de Yard nog niet weet, maar mis
schien zijn er nog eenige kleinigheden, be
treffende Gerald Wace, die ons van
dienst konden zijn, als we ze wisten
Chatterton keek voorzichtig naar Ven
ning en z'n vingers trommelden doelloos
op zijn mahoniehouten stoelleuning. Een
oogenblik ontging Guest de bedoeling van
de schijnbaar zenuwachtige gemaaktheid,
en toen blonk 'n glimlachje van verstaan
in z'n oogen. Telegrafie! Zwijgend en
zonder zich te verroeren vertaalde hij:
..H.O.E. V.E.E.L. W.E.E.T-
D.I.E. K-E.R.E.L.?"
Van terzijde zag hij hoe Venning hei-
melijk z'n schouders ophaalde, terwijl
Chatterton schijnbaar nog steeds in ge-
dachten verzonken bleef.
(Wordt vervolgd.)