ALGEMEEN NIEUWS- C.N AGVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
E
Berste Blad.
HEEREN BAAI
Ses.
B
No. 8827
VRIJDAG 22 APRIL 1932
72e Jaargang.
Verscheidenheid en eenheid
in de vier evangelidn.
BINNENLAND
BUITENLAND
GEMENGDE BEBICHTEN
KZixi&UUb-tcUfakf
En nu is Lukas als het ware de tegen-
voeter van Mattheiis. Daar het koninklijke
kind, en hier het arme kind, geboren in
een stal. Daar wijst een ster den wijzen
den weg, en hier engelen aan herders.
Het is haast de sfeer van het sprookje, en
het is alles zoo echt liefelijk. Dat zien we
ook in de geslachtslijst. Niet alleen wijkt
die af van die van Mattheiis, maar Lukas
geeft de omgekeerde volgorde en klimt op
van Jezus tot Adam. Wie denkt dan niet
aan Paulus' woorden over den eersten en
den laatsten Adam in I Cor. 15, terwijl
Lukas juist de metgezel van Paulus is ge-
weest
EEN INTERPELLATE OVER HET
ALBERTKAN AAL.
per
Vz pond
20ct. per oris lOd. per '/20ns
TER
UZENSCHE COURANT
KONK EMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen
r per post f 1 80 per 3 maanden Btl voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overlge Ian den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Oltgeefater: Flmna P. J. VAN DID SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. It.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,2a
Grootere letters en clichfe's worden naar plaatsrutmte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst fefen dag voor de ultgave
I) IT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN HAANDAO-, WOENSDAG- en VRIJD AG A V OND.
N u
II. Toch eenheid.
Het wordt nu niet zoo, dat wij in
een tweede artikel zouden gaan vergeten
of ook maar terzijdestellen al die punten
van verschil, die wij reeds bij ae vier
evangelien hebben opgemerkt en opge-
somd, neen, wij gaan nog verder met ver-
schilpunten op te noemen, maar bij en
onder dat alles bestaat toch een zeer
sterke eenheid.
De evangelisten loopen zeer uiteen in
karakter en in houding ten opzichte van
het wereldgebeuren, maar ook deze op-
menking kan ons bijzonder ten goede
komen. Van MATTHEUS weten wij
reeds, dat hij een tollenaar was. Lukas
en Markus noemen hem Levi. Dus be-
hoort hij tot de priesterkaste en is hij wel
een Jood in den meest strikten zin van het
woord. Dat hij echter in Romeinschen
staatsdienst ging, bewijst, dat hij inzag,
dat het Jodendom zijn einde naderde. De
groote bereidwilligheid, waarmee hij komt
als de Heiland hem roept om hem te vol-
gen, bewijst dit ook wel. Heel Mattheiis
evangelie is er een van belofte en vervul-
ling. Bij hem loopt de stamboom van den
Heiland van Abraham tot Jezus. Hij ziet
het sterkst den groei vanuit het Jodendom
tot in de omvatting der wereld. Daarom
zijn ook bij hem de conflicten zoo sterk
tusschen de traditie (d.w.z. schriftgeleer-
den en Farizeen) en den Heiland.
In het be$in van het eerste evangelie
speelt vooral Jozef, de man van Maria,
een groote rol. Hij is de aardsche bescher-
mer eerst van Maria, later van het Kin-
deke zelf. Maar hij, Jozef, handelt niet
op eigen gezag. Tot driemaal toe lezen
wij, hoe hem een engel verschijnt, die aan-
wijst, wat Jozef te doen staat. Een bij-
zondere, goddelijke leiding waakt over
den kleinen Jezus. Deze zekerheid is
typeerend voor Mattheiis. Hoe komt dit
Wij zagen, hoe hij als 't ware de brug
vormt tusschen Oud- en Nieuw Testa
ment. Hij ziet achterom naar de Joodsche
geschiedenis en ontdekt overal beloften,
overal verwachtingen, die mi hun ver-
vulling vinden. ,,Dit alles is geschied, op-
dat vervuld zou worden"... is Mattheiis'
staande uitdrukking. Iemand heeft eens
gezegd: Mattheiis schreef voor de Joden,
Markus voor de Romeinen, Lukas voor de
menschheid, Johannes voor de engelen.
Nu, van Mattheiis zagen wij dit zeker
duidelijk bewaarheid.
MARKUS staat heel anders tegenover
de historie. Hem is het niet begonnen om
een beschouwing van de geschiedenis,
maar om haar een nieuwen stoot te geven.
Om de traditie bekommert hij zich nauwe-
lijks. Hij ziet niet om, neen, voorwaarts
is zijn leus. Hij begint dus eigenlijk daar,
waar Mattheiis, ophield. Zijn Christus-
prediking is er een van machtsdaden.
Nergens is de Heiland zoo de geweldige,
de uitdrijver van daemonen, als hier. De
gelijkenis van het van-zelf-groeiende
araan teekent heel duidelijk zijn opvatting.
Het nieuwe komt, het groeit met groote
kracht de mensch heeft alleen maar te
oogsten. De nadruk ligt op het nieuwe,
dat komt. Het is een Christendom, dat de
wereld wil veroveren.
En nu LUKAS. Wij weten van hem,
dat hij kwam uit Antiochie en geneesheei
was. ,,De heelmeester", zoo noemt Paulus
hem in Col. 4 14. Hij is dus afkomstig
uit een van de groote handelssteden van
zijn tijd, een centrum, waar Oost en
West, Noord en Zuid elkaar ontmoeten.
Het spreekt vanzelf, dat in zoo'n stad ook
de bewoners „anders" worden, d.w.z. kos-
mopolitischer. Lukas schrijft dan ook niet
alleen het beste Grieksch, maar hij is met-
een de meest algemeen-menschelijke onder
de evangelisten. Ook in zijn medelijden
met het zwakke, lijdende, met de armen en
met het verlorene. Hij alleen heeft de ge-
lijkenissen van den armen Lazarus en van
den verloren zoon.
Zeker zal het met zijn heelmeesterschap
samenhangen, dat hij vooral het heil ziet
als een „genezing", met alleen in het uiter-
lijke en lichamelijke. Zijn Heiland redt
de menschheid en maakt haar gezond.
Lukas' trek van mede-lijden houdt ook
nauw verband met het element van liefde,
dat bij hem sterk op den voorgrond treedt.
Wij denken o.m. aan de gelijkenis van
den Barmhartigen Samaritaan. Daarmee
zal dan ook wel te maken hebben, dat de
vrouwen bij Lukas veel meer op den voor
grond treden dan in de andere evangelien.
Elizabet en Maria, en de vrouwen, die
Jezus volgen, spelen hier allemaal een veel
belangrijker rol. En voor Lukas' gedach-
tengang is het maar een schred'e van de
vrouw (in het bijzonder van Maria) naar
de ziel. Bij de aanbidding der herders
zegt hij: Maria bewaarde deze woorden
alle tezamen, ze overleggende in haar
hart". Dat is het beeld van de mensche-
lijke ziel, die de dingen van ,,boven" ont-
vangt, en ze op £ich in laat werken.
JOHANNES is als het ware de samen-
vatting van de andere evangelisten, maar
meteen stijgt hij er hoog boven uit. „In
den beginnezoo vangt hij aan, ,,was het
Woord. En het Woord was bij God. En
het Woord was God Daarmede ver-
plaatst Johannes ons als 't ware in een
andere wereld. Hij spreekt daar als van
uit den hemel. Hij is heel precies in aller-
lei details en bijzonderheden van het
aardsche. maar hij ziet het alles in hooger
licht, in het licht van het eeuwige. Hij
spreekt van levend water, van het brood
des levens. Door Christus' komst wordt
voor hem het hemelsche aardsch en het
aardsche hemelsch.
Want in zijn evangelie is er een dalende
en een stijgende lijn. Het „Woord",
waarvan wij daareven lazen, is vleesch
eworden en heeft onder ons gewoond.
T Christus daalde van den hemel neer
tot in de diepste van dit aardsche. Zeven
teekenen deelt Johannes mee, als mijlpalen
op dien weg en het zevende is: de op-
wekking van Lazarus, de aanraking met
den Dood. En daar begint de stijgende
lijn. Het lijden behoort voor hem «1 bij
de tweede helft. Aan het begin van het
lijden staat het merkwaardige woord:
„De ure is gekomen, dat de Zoon des
menschen zal verheerlijkt worden" Daar
vangt de verlossing der wereld aan.
Zoo hebben wij, zij het ook beknopter
dan ons lief was, kunnen aanduiden, hoe
de vier evangelisten heel verschillend
staan tegenover de eene openbaring, die
zij alien op hun wijze weergeven. En
daarbij kwam ook reeds eenigszins uit,
hoe dit eene evangelie zich ook van vier
kanten laat zien. De kerstgeschiedenis
kan ons daarbij heel goed als voorbeeld
dienen.
Het is ook reeds opgemerkt, hoe de ge-
slachtslijst van den Heiland bij Mattheiis
en Lukas verschilt. Het eerste verschil is,
dat beiden bij David uiteengaan. Lukas
noemt als diens zoon Nathan, Mattheiis
echter Salomo, en die volgt dus de
koninklijke lijn. Zoo is voor hem het kind,
in Betlehem geboren, de gezalfde, die ge-
roepen is om koning te zijn. De Wijzen
komen dan ook zoeken den Koning der
Joden", wiens felste vijand is die andere
koning: Herodes.
De afstamming van Salomo houdt ech
ter nog meer in. Hij toch was niet alleen
de koning, maar ook de wijze koning. Het
zijn de Wijzen uit het Oosten, die komen
om hun meerdere te aanbidden. En ook
dat aanbidden hoort typisch bij Mattheiis.
De Christus heeft voor den eersten evan
gelist drie kenmerken: Hij is de Koning,
Hij is de wijze en Hem komt aanbidding
toe.
Bij Markus vinden wij schijnbaar geen
kerstgeschiedenis. Voor hem vormt de
Jordaan-doop het begin, en vandaar af is
voor hem Jezus pas de Christus. Toen
werd de Christus, als bovenaardsch
wezen, in het vleesch openbaar, naar
Markus' zienswijze. Dat komt doordat
voor hem de Heiland is de bovenaardsch
machtige. Hij verlost niet alleen men
schen, maar heel de schepping. Dat zien
we ook in de woorden bij de uitzending
van de apostelen: ,,Gaat heen in de ge~
heele wereld, predikt het Evangelie aan
alle creaturen".
Tenslotte geven wij hier nog een enkele
opmerking over het Johannes-evangelie.
Ook hier vinden wij geen eigenlijke kerst-
Seschiedenis, zagen wij. Johannes verlegt
et gebeuren als het ware in den hemel:
„In den beginne was het Woord, enz."
Daarmede hangt ook nog iets anders
Johc
staat er niet: Nu gaat de Zoon des men-
samen. Als
lannes het lijden begint,
schen in den dood, maar: de ure is ge
komen, dat de Zoon des menschen zal
verheerlijkt worden. De dood is al over-
wonnen bij de opwekking van Lazarus,
en de zin van de lijdensaeschiedenis,
meent Johannes, is deze, dat de Zoon
Gods heerlijkheid openbaart, ook in Zijn
dood. Deze overwinning van den dood
is voor Johannes de kern, datgene, wat de
wereld als 't ware om-vormt, opnieuw
schept. De Zoon komt van den Vader,
Hij gaat ook weer tot den Vader, en
baant zoo den weg voor hen, die Hem vol
gen willen.
Zoo spreken hier dus niet alleen vier
zienswijzen, maar ook vier openbarings-
vormen. Het is in alle opzichten vier en
toch een, een en toch vier. Alle tegen-
strijdigheden zijn dus niet weerlegd en
niet te weerlegaen, maar wij worden nu
voor deze verscnillen toch wel heel dank-
baar.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
De Eerste Kamer behandelde om. het wets-
ontwerp tot regeling der departementale in-
deeling.
De heer Westerdyk acht (Je nieuwe indee-
ling weinig doelmatig. Beter ware het ge-
weest indien een meer doelmatige indeeling
nu te duur is, de hergroepeering uit te stellen.
Wanneer er geen afzonderlijk departement
van landbouw kan komen is volgens spreker
een directeur-generaal noodzakelijk.
De heer De Gijzelaar verdedigt het stand-
punt, dat de Kamer verplicht is het ontwerp
aan te nemen, omdat de Kroon de bevoegd-
heid heeft tot instelling van de departementen.
Minister Ruys sluit zich aan bij den heer
De Gijzelaar. Hij verdedigt verder de voorge-
stelde indeeling en betoogt, dat de dienst van
den landbouw niet te scheiden was. De land
bouw heeft immers groot belang bij een goede
economisohe voorlichting. Op het oogenblik
heeft spreker geen behoefte aan een direc
teur-generaal van den landbouw, maar spre
ker kan zich voorsteilen dat die behoefte kan
opkomen. Veel zal er dan van afhangen of
een geschikt persoon te vinden is.
Het ontwerp wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangehomen. De vergadering wordt ge-
aloten.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
De Tweede Kamer heeft by den aanvang der
zitting met 73 tegen 1 stem aangenomen het
voorstel van wet van den heer Ebels c.s. in-
zake loopende pachtcontracten.
De heeren Ebels en Oud worden aaagewezen
om het voorstel in de Eerste Kamer te ver-
dedigen.
Voortgezet wordt de behandeling van de
motie-Knottenbelt betreffende productiekos-
ten en de motie-Hiemstra inzake invloed der
overheid op het bedrijfsleven.
De heer Colijn betoogt, dat velerlei rede-
voeriagen geen invloed op de crisis hebben
gehad. Loonsverlaging is niet het middel,
doch een def vele middelen om exportmogelijk-
heid te behouden. De overheid zij voorzichtig
met ingrijpen in de mate als sommigen wen-
schen. De overheid kan slechts indirect in
vloed op de loonen oefenen, bijv. door voor te
gaan in de overheidsbedrijven en de loonen
dus meer in overeenstemming te brengen met
het algemeene loonpeil. De macht der econo-
mische feiten alleen is beslissend en de Inter
nationale tariefmuren zijn de oorzaak van de
tegenwoordige crisis.
Spreker bestrijdt vervolgens de meening van
den heer Kersten, dat de sociale lasten den
ondergang van den landbouw beteekenen.
Hij zegt, dat de heer Kersten in opruiings-
vermogen den heer De Visser nabij komt.
De heer Kuiper geeft zijn teleurstelling te
kennen over de motie-Knottenbelt en de toe-
lichting erop.
DE ERNSTIGE OMVANG DER
OVERSTROOMINGEN IN ZUID-SLAVIE.
Terwijl uit de berichten in de pers tot nog
toe niet duidelijk is gebleken, welken omvang
de overstroomingen in Zuidslavie hadden aan
genomen, schrijven de Zuidslavische bladen al-
gemeen, dat een dergelijke ramp zonder voor
beeld in de Zuidslavische geschiedenis is. De
Vreme schrijft over een nieuwe zee, welke
tusschen Belgrado en Brod aan de Save over
een lengte van 200 K.M. is ontstaan. Uit deze
waterwoestemij steken nog slechts de daken
der huizen van steden en dorpen als eilanden
op. Uit een vliegtuig gezien, lijkt geheel
Slavonie een reusachtige archipel met dui-
zenden eilanden en kanalen. De bevolking
heeft zich niet overal in veiligheid kunnen
brengen. Duizenden menschen zaten nog op-
gesloten in hun huizen, den honger en de
wanhoop ten prooi. Indien men niet spoedig
hulp komt verleenen, zouden zij verloren zijn.
De correspondent van de N. R. Crt. te Brus-
sel meldde:
De socialistische oud-minister van openbare
werken Anseeile interpelleerde in de Kamer
den huidigen katholieken minister van open-
bare werken, Ir. Van Caeneghem over de
wijze, waarop de aanbesteding der werken van
de doorgraving van den heuvel te Eigenblls,
het moeilijkste deel, van het tracd van het
Albert-kamaal heeft piaats gehad. Mag men
den interpellant gelooven, dan zouden bij deze
aanbesteding zeer emstige onregelmatigheden
zijn gebeurd. De minister zelf had de voor-
keur gegeven aan de aanbieding van de firma
Laboremus en de hooge ambtenaren van zijn
departement waren eveneens van oordeel, dat
dit ontwerp het beste was. Toch werd het
werk toegewezen aan de firma Dumon en
Vanderven, hoewel het verschil in prijs op een
totaal bedrag van ongeveer 39 millioen francs
slechts 400.000 francs bedraagt De firma
Dumon moet op het departement van open-
bare werken inzage hebben gekregen van het
ontwerp der firma Laboremus en haar plan
in dien zin hebben gewijzigd. Er blijkt in dit
verband met geld te zijn gewerkt. Ook vond
de interpellant het vrij zonderling, dat het
werk toegewezen werd aan een ondememing,
die afhankelijk is van den Belgischen boeren-
bond, de soci6td gdn^rale de Belgique, de
Mutuelle de Solvay en een Fransche firma,
terwijl het toch bekend is, dat veel politieke
vrienden van den minister bij den boerenbond
belang hebben. Als conclusie diende Anseele
een motie van wantrouwen in tegen het be-
leid der regeering. Minister van Caeneghem
gaf toe, dat hij in den kabinetsraad de toe-
wijzing van het werk aan de firma Laboremus
had verdedigd, maar dat de leden der regee
ring een ander besluit hadden genomen, om
dat deze firma met Nederlandsch kapitaal
bleek te werken.
De socialistische oud-minister Huysmans
stelde daarop de vraag, of de andere firma's,
die thans werken aan het Albertkanaal uit-
voeren, soma ook niet met vreemd kapitaal
werken. De Vlaamsch-nationale afgevaardig-
de Vos mengde zich eveneens in het debat.
Allen zijn het eens over dit punt, zeide hij, dat
er iets geschonden werd aan het beginsel der
openbare aanbesteding. Dit is een kenteeken
voor de zeden, die hier in Belgie heerschen.
Het gold hier een kwestie van technischen
aard. Het argument van het vreemde kapi
taal geldt niet, want voor andere gevallen
werd met dit argument geen rekening gehou-
den. Van belang is hier, dat zich naderhand
geen ongevallen voordoen. Het is niet vol-
doende een kanaal te graven, dat later in-
stort. Het kanaal moet degelijk zijn. De
minister heeft vroeger ook toegegeven, dat
het plan Laboremus het eenige was, dat vol-
doening geven kon. Hij heeft toen ook erkend,"
dat andere invloeden dan technische zich lie-
ten gelden; de kwestie van het Fransche kapi
taal is een uitvlueht. De firma Laboremus
bevindt zich in handen van Belgen; dit blijkt
duidelijk uit de samenstelling van den raad
van beheer. De ingenieurs zijn alien, op edn
uitzondering na, Belgen, hebben in Belgie ge-
studeerd en wonen in Belgie; een hunner is
geen Belg, maar heeft nooit elders dan in
Belgie gewoond. De firma heeft trouwens
nog andere werken uitgevoerd voor Belgie, en
wel voor het departement van landsverdedi-
ging, dat minder kieskeurig schijnt te zijn dan
het departement van openbare werken.
De liberale partijleider Deveze verklaarde
aan het slot van het debat, dat af en toe zeer
vinnig werd, geen genoegen te kunnen nemen
met de verkilaringen van minister van Caene
ghem. Ook de socialistische partijleider Van-
dervelde deed hetzelfde. Evenals Vos wensch-
te hij de ware reden van het besluit van den
ministerraad te vememen. Minister-president
Renkin dekte echter zijn collega en zeide de
portefeuille-kwestie te zullen stellen op het
verwerpen van een motie van vertrouwen,
welke inmiddels was ingediend door een der
katholieke Brusselsche Kamerleden. Om zes
uur werd de discussie gesloten, nadat de voor-
zitter had medegedeeld, dat gisteren over de
ingediende motie zou worden gestemd.
MACHINIST DOODGEREDEN.
Dinsdagavond laat is op het spoorweg-
emplacement van station D. P., te Rotter
dam, nabij den Essenburgsingel, een emstig
ongeluk gebeurd. De machinist van de Ne-
derlandsche spoorwegen A. J. Kerkvliet, ge
woond hebbende aan de Middellandstraat is,
toen hij over de spoorbaan liep, onder een
eleotrischen trein geraakt. De man was op
slag dood. De trein is onmiddellijk tot stil-
stand gebracht en toen de verplegers van den
geneeskundigen dienst kwamen om het stof-
felijkoverschot te bergen, is er bijna weer een
ongeluk gebeurd, doordat deze verplegers zich
onder den trein bevonden op een oogenblik
dat, tengevolge van een misverstand, de
electrische trein nog ingeschakeld stond. Het
stoffelijk overschot van Kerkvliet is naar het
ziekenhuis aan den Coolsingel overgebracht.
HET OVERTUIGENDE BEWIJS.
Men meldt uit Leiden:
Woensdagavond stond op den Hoogen Rijn-
dijk een auto van den heer v. d. K. uit Zoeter-
woude.
De aandacht van een 17-jarigen jongen S.
v. d. Z., werd gaande gemaakt, niet zoozeer
door den mooien auto dan wel door een mooi
gekleurd rond plasje dat zich onder den auto
bevond.
In de stad, waar dagelijks vele chemische
proeven worden genomen, valt het niet te ver-
wonderen, dat de jongen nieuwsgierig was
naar de chemische bestanddeelen van het mooi
gekleurde plasje. Bestaat het vocht uit water,
aldus de ehemicus in spe, dan is het niet
brandbaar; zou het benzine zijn, dan ware er
een aardig vuurtje te maken
Deze twijfel behoefde niet lang te duren.
De jongen wierp een brandenden lucifer in
den plas. Er ontstond een flinke vlam, die
oversloeg op de benzinetank van den auto, met
het gevolg, dat deze binnen zeer korten tijd
in vuur en vlam stond.
Toen de brandweer met de groote motor-
spuit ter plaatse kwam, bleek fen het plasje fen
de auto door het vuur verzwolgen te zijn.
DRIE BENDELEDEN VERMOORD.
Naar uit New York gemeld wordt, zijn we-
derom drie personen als slachtoffers van den
bende-oorlog gevallen. De bekende bendeleider
Thomas Hayes bevond zich met zijn gepant-
serden auto op den terugtocht van Chicago
ECHTE FRIESCHE
C2
(Ingez. Med.)
naar Madison (Illinois). Hem volgde nog een.
tweede auto met twee man van zijn lijfwachL
Toen de beide wagens Granite City passeer-
den, werden zij door leden van een vijandige
bende met machinegeweren onder vuur geno
me. Terwijl de lijfwachts terstond doodelijk
werden getroffen, slaagde Hayes erin met zijn
auto te vluchten. Hij werd echter na een wilde
achtervolging ingehaald en in het centrum van.
de stad Madison neergeschoten.
DE ONTROUW VAN MEVROUW
OOIEVAAR.
De correspondent van de Times in Turkrje
meldt aan zijn blad de volgende vreemde
geschiedenis, die zich moet hebben afgespeelct
te Exbey bij Broessa.
Toen de ooievaars dit jaar terugkwamen„
kwam het oude paar ook weer terug op het
nest op het huis van Mehmet Effeudi. Tot
voor enkele dagen ging alles goed. Toen
volgde er een treurspel.
Het eiberpaar keerde terug van een foura-
geeringstocht, waarop op het nest een hevig
geklepper werd gehoord. Het mannetje had
klaarblijkelijk ruzie met zijn wijfje, dat zich
dapper verweerde. Na eenige minuten vloog
het mannetje weg en keerde terug met alle
ooievaars uit den omtrek, die hij het nest liet
inspecteeren. Toen vlogen zij weer weg, het
wijfje op het nest achterlatende, en cirkelden
boven het nest in een druk geklepper. Na een
half uur beraadslagens keerde het mannetje
met twee andere ooievaars terug op het nest,,
waar het drietal het wijfje afmaakte. Toen
dit geschiedt was, zag men den mannetjes-
ooievaar een der jongen uit het nest nemen
en zachtjes op den grond neerzetten. De toe-
schouwers waren stom verbaasd toen zij ont-
dekten, dat het aldus verwijderde jong geen
ooievaartje, maar een kalkoentje was. Het
wijfje was klaarblijkelijk van ontrouw be-
klaagd en deswege ter dood veroordeeld.
Achteraf bleek een kwajongen, even nadat
de ooievaarsche haar eieren had gelegd, een
dier eieren voor een kalkoenei verwisseld te
hebben. Pas enkele dagen nadat het broedsel
uitgekomen was, had vader ooievaar ontdekt
dat een der kinderen niet van zijn bloed was,
waarop de hier boven genoemde terechtstel-
ling volgde.
HET PROCES TE HONOLOELOE.
Thans wordt langzamerhand meer licht ge-
worpen op de omstandigheden, waaronder de
Hawaier Kahahawai den dood had gevonden.
Het verhaal van den moord werd gedaan door
luitenant Massie zelf, die zichzelf tot dader
verklaarde. Nadat) Kahahawai door kogels
was getroffen, stierf hij op een rustbank in
de woningf van mevrouw Fortescue, terwijl
deze en de twee mindere schepelingen poogden
de bloedvlekken uit zijn, Masie's, kleeren te
verwijderen. ,,Ikzelf", zoo vervolgde Massie,
„liep verbijsterd door het huis rond. Mevrouw
Fortescue zeide, dat ik als versteend leek. Ze
nam me mee naar de keuken, zette mij in een
stoel en trachtte mij wat te laten drinkem
Maar ik wilde niets hebben". Luitenant Mas
sie vertelde verder nog, dat men hem in een
auto had gezet om weer in de buitenlucht tot
bezinning te komen. Omtrent den aanslag op
mevrouw Massie vertelde haar echtgenoot nog
dat zij was aangerand en dat Kahahawai,
toen zij hem smeekte haar toch te sparen,
haar de kaak had stukgeslagen. De ambte-
naar van het O. M. heeft meegedeeld, dat hij
tegenover de bewering van den advokaat van
Massie, dat deze in tijdelijke krankzinnigheid
had gehandeld, het advies zal stellen van
psychiaters die voor dat doel uit de Ver,
Staten komen.
VECHTPARTIJ.
Zaterdagavond heeft op de kade en op
eenige schepen, die in de Parkhaven te Rot
terdam lagen, een vrij emstige twist piaats.
gehad tusschen eenige schippersfamilies. De
oorzaak van de ruzie was een verschil van
meening over de vraag, wie het meeste recht
had op de ligplaats vlak tegen den wal.
In hoofdzaak ging de ruzie tusschen opva-
renden van de schepen „Petronella", „De
Twee Gebroeders" en de „Niets zonder Gods
zegen". Het liep tenslotte zoo hoog, dat er
een vechtpartij ontstond. De 19-jarige schip-
perszoon D. D., van de „Petronella", en zijn
moeder liepen wonden op aan hoofd en armen,
de vrouw van den schipper van „De Twee
Gebroeders" K- F. geheeten, kreeg een ver-
wonding aan het gelaat, en haar kleeren wer
den gescheurd. Ook de schipper van deze boot
kwam er niet zonder kleerscheuren af.