VandenHaagendeHagenaars
Pluimvee-Rubriek
Middens tand.
De middenstand, meer bepaaldelrjk de krui-
deniersbranche klaagt zeer over den ingetre-
den toestand, waar zjj eenerzijds beconcur-
reerd wordt door cooperaties en anderzijda
door de grootwinkelbedrijven die zieh in deze
atreek hebben gevestigd en met ruime reclame
het publiek naar hunne zaken tracht te lok-
ken. Daarbij komen dalende prijzen met
dalende winsten, door de concurrentie. Men
tracht zich oolc door lagere inkoopen door
concentratie te handhaven.
Hotelwezen.
In afwijking van de talrijke klachten die bij
de Kamer binnenkwamen is het een verkwik-
king ook nog bemoedigende rapporten te ont-
vangen. Zij betreffen het hotelwezen, waar-
van medegedeeld wordt, dat dit beter was dan
het jaar te voren, al wordt er wel minder ver-
teerd dan vroeger. Het caffebezoek daaren<-
tegen liep terug, als gevolg van de verschil-
lende omstandigheden, die aanleiding zrjn voor
mindere verdiensten. Al is die terugloop nog
niet verontrustend, zoo is het toch wel te
voorzien, dat men zich in dat vak aan ver-
anderde omstandigheden zal moeten aan-
passen.
Aardappelhandel.
He aardappelhandel van Zeeuwsch-Vlaande-
ren, die hoofdzakelijk op het buitenland is
aangewezen, omdat het binnenland de hier ge-
teelde exportaardappelen niet wenscht, had in
het voorjaar veel te lijden van de concurren
tie van Duitschland in Belgie en Frankrijk,
door aanbieden van groote hoeveelheden, met
als gevolg drukken der prijzen. In de tweede
helft van het jaar werd het speculatieve ele
ment in den handel teleurgesteld. Er was wel
groote opbrengst, doch een gewas met veel
ziakte in de knol. Er werden groote verliezen
geboekt. X>e handel rendeerde niet, ojn.
wegens den val van het Engelsch pond, de
stopzetting van de hetalingen door Duitsch
land, de hooge tolmuren in het buitenland en
de werkloosheid in de steden en fabrieks-
cerrtra, waardoor het verbruik wel met een
derde verminderd. Reaumeerendeheeft de
export meer verloren dan verdiend. Onder-
tuaschen wordt de handel onder al die om
standigheden voortgezet.
Bankwezen.
Voor het bankwezen waren de omstandig
heden moeilrjk. De algemeene toestand had
het publiek reeds huiverig gemaakt voor geld-
bel egging doch, zich daarbij nog den val van
verschillende bankinstellingen in ons gewest
en in onze provincie kwamen voegen, met na-
deelige gevolgen voor de crediteuren, werd het
publiek nog schuwer, en is, mag men de ge-
ruchten geloven, de tijd van de ,,kous als
spaarpot" weer teruggekeerd. Dat dit een
groot nadeel wordt voor handel en bedrijf in
het algemeen, dat niet zonder crediet kan be-
staan, behoeft geen betoog. Van de daling
der speculatieve fondsen zal in Zeeuwsch-
Vlaanderen weinig nadeel zijn ondervonden,
daar men zich de laatste jaren hoofdzakelijk
be pa aide tot aolied geachte staats-obligatie3.
Ondertusscben bleek dat men ook hierop niet
te veel kan bouwen, daar de val van het pond
b.v. dfeprecieering van een deel der Ned. In-
dische obligaties en Belgische staatsschuld
tengevolge had.
Niettegenstaande de zeer'benarde omstan
digheden op gebied van land- en tuinbouw is
de exploitatie van de groenten- en vruehten-
veiling ,,Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen
niet bepaald ongunstig te noemen. De uit-
kamsten zouden, naar gerapporteerd wordt
nog gunstiger kunnen zijn bij invoering van
een veilingsgebod of meer saamhoorigheids-
gefvoel onder de leden, door al him producten
over de veiling te verhandelen.
Vlasindustrie.
Omtrent het vlas zal het, na al hetgeen
daaromtrent bekend is geworden wel niet noo-
dig zijn breed uit te wijden. De Industrie
wordt nog voomamelrjk gedreven aan de
gTens, te Koewacht en St. Jansteen, d.w.z. het
zwingelen. Men kan dit daar bet langst vol-
houden wegens de voordeeliger arbeidsomstan-
digheden, die elders niet te bereiken zijn.
Doch ook daar heeft men tengevolge van den
enormen invoer van Russisch vlas, dat tegen
ongekend lage prijzen verkocht werd, de
kleine vlasserijen spoedig stil moeten zetten
en waren de exploitanten genoodzaakt ande-
ren arheid te zoeken. Door die omstandig
heden was ook de cultuur niet meer loonend
en was te voorzien dat de industrie zou moe
ten verdwijnen omdat er niet meer gezaaid
z»u worden. Die omstandigheid heeft geleid
tot het vormen van het meergeno^mde comity
in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaaaderen, onder lei-
ding van den beer F. Blok, burgemeester van
Axel, terwijl daarvan verder deelmaakten de
heeren P. Geimaerdt, burgemeester van St.
Jansteen, L. de Feijter, lid dezel- Kamer, L.
Martinet, vlashewerker te St. Jansteen, Oh.
van de Bilt, vlashewerker te Axel en N. J.
Harte, secretaris der Kamer. Dit comite heeft
verbinding weten te krijgen met de vlasbe-
werkers in West-Brabant en Zuid-Holland,
waarna men vereenigd een actie heeft inge-
zet bij de regeering, met het resultaat, dat
aan het eind van 't jaar ten behoeve van den
oogst 1932 een steunregeling werd ingediend,
die door de Staten-Generaal is aangenomen.
Dit was voor het comite weinig meer dan een
moreel succes, aangezien de toegezegde steun
veel te laag was. Dit is door de omstandig
heden bevestigd, daar naar ik vemam nog
niet een zesde der 6000 H.A. waarvoor de
steun is toegekend voor bezaaiing is opge-
geven. Er wordt thans getracht van het be
schikbaar gestelde bedrag ook steun uit te
keeren voor vroegeren oogst, teneinde in den
aanstaanden winter te kunnen beschikken
over vlasstroo ter bewerking.
Paardenhandel.
De handel in paarden is niet meer loonend;
niet alleen is de handel gering, doch de prijzen
zijn van dien aard, dat zij na gebruik in prijs
met dien voor slachtpaarden overeenkomen.
De prijzen van het vee zijn over het algemeen
ook met 35 gedaald, doch verwacht wordt,
dat het contingenteeringswetje hierin verbete-
ring zal brengen. De varkensfokkerij was in
verband met de prijzen ook niet meer loonend
en in verband met de maatregelen in Enge-
land en Duitschland is het te verwachten, dat
de baconuitvoer weldra tot bet verledene za!
behooren.
Landbouw.
Voor den landbouw was, zooals algemeen
bekend, de toestand zeer ongunstig. Door de
Kamer is in het begin van het jaar 1931
krachtig bij de Regeering gepieit voor het
verleenen van steun, aan dezen voomamen
tak van ons volksbestaan, en zeker van dien
van Zeeuwsch-Vlaanderen, en met genoegen
mag geconstateerd worden dat fen voor de
tarwe, en voor de suikerbieten, fen voor het
vlas, welke culturen ons pleidooi gold, ook
steun is verleend, al is daarmede niet gezegd,
dat nu niets meer te wenschen zou blijven.
Het ongunstige najaar van 1930 was oor-
zaak dat verschillende gronden ongeschikt
waren om er zaad in te brengen, waardoor
men genoodzaakt was eerst in het voorjaar
van 1931 de cultuur van tarwe op, te voeren.
Dit kon, omdat het laat in het voorjaar werd,
niet bevredigend plaats vinden. Toch werd
nog wintertarwe gezaaid. De groei van de
zomergewassen was, mede in verband met de
slechte structuur van den bodem, niet be
vredigend. De vele regen was vooral in Ooste
lijk Zeeuwsch-Vlaanderen aanleiding, dat on-
geveer alles in opbrengst beneden het middel-
matige bleef, zelfs slecht moest worden ge-
noemd. Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen over-
trof in 1931 in menig opzicht in opbrengst het
Oostelijk deel. De in het voorjaar uitgezaaide
tarwe gaf kwaliteit noch kwantiteit en bracht
zelfs de pacht van den grond niet op. Peul-
vruchten bleven beneden het middelmatige.
De kwaliteit der bieten was goed, doch de op
brengst vlel tegen. De aardappeloogst gaf
voor sommigen een bevredigenden oogst, dank
zij den uitvoer van pootgoed naar Frankrijk
en Belgie. Niet genoeg kan in verband hier-
mede worden gewezen op het ter hand nemen
van de selectie en loyale levering. De uien-
teelt gaf geen stof tot roemen, door ziekte
bleef de kwantiteit beneden het middelmatige.
In den winteT kon door hen die voorraden
hadden opgeslagen worden geprofiteerd van
verhoogde prijzen.
De prijzen van het land bleven stationair en
er moet aangenomen worden dat koop- en
pachtprijzen met 50 pet. behooren te worden
gereduceerd, hetgeen lamgzaam gebeurt. De
prijzen der kunstmeststoffen zijn aanmerke-
lijk gedaald, zwavelzure ammoniak kon zelfs
voor 50 pet. lager gekocht worden. De overige
bedrijfsbenoodigdheden waren, hoewel in prijs
gedaald", tegenover de opbrengsten van het
landbouwbedrijf nog te duur in prijs. Door de
geringe opbrengst van een en ander ontstond
ook gebrek aan bedrijfskapitaal.
Het najaar was gunstig. De knolgewassen
konden droog en op tijd gerooid worden, ter
wijl de wintervruchten op tijd gezaaid werden.
Zij kwamen prachtig boven.
Zij, die de crisis konden doorstaan mogen
verwachten dat, dank zij den regeeringssteun
en soberheid en vlijt de landbouw niet geheel
zal worden vernietigd, doch de algemeene
oonclusie is, dat de toestand nog even ernstig
is als het vorig jaar. Het is dan ook een ge
volg van den grooten nood, dat de landbou-
wers verlangend uitzien naar een specialen
directeur-generaal van landbouw aan het
thans ingestelde Departement van economi-
sche zaken, iemand die met den landbouw
medeleeft, de nooden en behoeften kent, en
dat daardoor vroeger dan thans ingegrepen zal
worden daar, waar zulks noodig wordt. De
indruk blijft dat de hulp die komt langzaam
en dikwijls te laat komt.
Voor verdere mededeelingen moet ik ver-
wijzen naar het uit te geven jaarverslag onzer
Kamer.
Handelsregister.
Met betrekking tot werkzaamheden van het
Handelsregister zjj u medegedeeld dat inge-
schreven werden 142 nieuwe zaken, tegen 171
in het jaar te voren.
Er werden 714 inlichtingen verstrekt, tegen
over 562 in het jaar te voren en 450 certifi-
caten van oorsprong of andere verklaringen
afgegeven, tegenover 183 in het jaar te voren.
Ik eindig mijn overzicht, met een woord van
dank aan u, mijne heeren, voor de wijze waar-
op gij mijn taak als Voorzltter der Kamer hebt
vergemakkelijkt en uwen steun hebt verleend
aan de zaken die werden voorbereid. In het
bijizonder geldt mijn dank de leden van bet
Bureau en den Secretaris, met wie ik daar-
voor nauwer In aan raking kom. Moge de
arbeid dien wij dit jaar zullen verrichten,
vruehtdragend z'g'n voor de aan onze zorg toe-
vertrouwde belangen.
De heer VAN 't HOFF zegt hierop namens
de leden en den Secretaris dank voor de tot
hen gerichte goede Wenschen, terwijl hij
wederkeerig den Voorzltter voor zich en zijn
gezin alle goeds toewenscht, en de hoop uit-
spreekt, dat hem de krachten mogen worden
geschonken om zijn taak als Voorzitter van
dit college te verrichten. Hij acht het zich
verder een voorrecht, dat hem nu reeds 10
jaren de gelegenheid werd geschonken, namens
de Kamer den Voorzitter hare goede wenschen
over te brengen.
Bij de periodieke verkiezingen werden be-
noemd: tot voorzitter de heer J. A. vanRompu,
tot voorzitter der afd. grootbedrijf* de beer
P. A. Neeteson, tot plaatsverv. de heer C.
Wind van Merkesteyn, tot voorzitter der afd.
kleinbedrijf de beer J. M. Oggel, tot plaats
verv. de heer A. de Vrieze; tot leden der
Financieele Commissie de heeren L. F. M. van
Waesberghe, G. F. P. van der Peijl en A. van
't Hoff; tot leden der Commissie voor het
Handelsregister de heeren I. A. Risseeuw
Johnz., A. van 't Hoff en A. J. Wijffels.
Van het oud-Iid der Kamer, den heer L. de
Feijter was een schrijven ingekomen waarin
hij zijn dank betuigde voor den steun die de
Kamer steeds aan zijn voorstellen tot steun
aan de vlasindustrie heeft verleend en voor
hetgeen thans, dank zij hare medewerking
eindelijk is verkregen.
Aan de Vereeniging Nederlandsch Fabri-
kaat, die mededeelt eene propaganda te willen
instellen ten behoeve van de winkels waar
Nederlandsche Fabrikaten verkocht worden in
gemeenten boven 15.000 zal in overweging
worden gegeven dit ook uit te strekken tot
gemeenten beneden dat zielental, of wel van
combinaties van gemeenten, aangezien het
gebied der fCamer anders geheel buiten die
propaganda valt.
Door die Vereeniging wordt tevens een film-
propaganda ingezet, door openluchtvertoonin-
gen. De fabrikanten die daaraan deelnemen
moeten tot dekking der kosten betalen 1 per
vertoonde M. film en per maand.
Naar aanleiding eener circulaire der Veree
niging van Handelaren in Bouwmaterialen in
Nederland, die moeilijkheden heeft ondervon
den omdat de bevoegdheid van den directeur
eener N.V. met wie zrj zaken had gedaan, door
Oommisarissen werd gewraakt, vestigde het
Bureau er de aandacht op, dat het gewenscht
is, wanneer men met N.V.'s of andere combi
naties zaken doet, zich van de bevoegdheid
der handelende personen te vergewissen. Het
Handelsregister is dd&bvoor de aangewezen
instelling.
Steun zal worden verleend aan het door den
R. K. Bond van Hotelhouders en Slijters
,,St. Joseph" tot den Minister van Financien
gericht verzoek, om ter vergemakkelijking
van den handel der slijters, dezen in de gele
genheid te stellen zelf geleibiljetten in te vul-
len voor hoeveelheden tot 5 Liter. Het af-
halen van geleibiljetten veroorzaakt vertra-
ging in de somtijds spoedig gevraagde afleve-
ring, daar de ontvangerskantoren niet ten
alien tijde geopend zijn. Door het Bureau
werd er op gewezen, dat aan de groesiers in
kruidenierswaren ten behoeve van sinker en
zout die faciliteit reeds wordt verleend.
Overbrugging Hallandsch Dlep.
Een schrijven van verschillende Kamers,
gericht aan de Staten-Generaal betreffende
overbrugging van het Hollandsch Diep aan de
Moerdijk, werd voor kennisgeving aangeno
men, onder opmerking, dat, blijkens de mede
deelingen van den Minister van Waterstaat
aan de Staten-Generaal, die overbrugging de
voile aandacht van zijn Departement heeft en
zoodra de omstandigheden dit zullen veroor-
loven, tegemoet kan worden gezien.
De Tolunle.
Naar aanleiding van het door de Neder
landsche Kamer van Koophandel in Belgie uit-
geschreven referendum, betreffende een tol-
unie tusschen Nederland, Belgie en Luxem
burg, werd besloten een commissie op te dra-
gen dit vraagstuk nader onder de oogen te
zien en aan de Kamer rapport uit te brengen.
Tot leden dier Commissi^ werden benoemd uit
het Grootbedrijf de heeren I. van Melle en G
F. P. van der Peijl, en uit het Kleinbedrijf de
heeren A. I. Catsman en C. M. F. van Goethem,
waaraan de secretaris der Kamer wordt toe-
gevoegd.
De Coloradokever.
Naar aanleiding van een door de Centrale
Vereenigingen voor den Aardappelen-, Groen
ten- en Fruithandel te 's-Gravenhage tot den
Minister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw gericht verzoek, om wegens het voor-
komen van Coioradokevers in het Zuiden van
Frankrijk daartegen maatregelen te treffen,
zooals door Duitschland en Engeland is ge-
schied't, die uit Frankrijk alleen aardappelen
toelaten, indien die afkomstig zijn van gron
den mtnstens 200 K.M. verwij.derd van de
streek waar de Coloradokever voorkomt, be-
sloot de Kamer in het belang van onzen aard-
appelen-export aan dat verzoek steun te ver
leenen, onder beding evenwel, dat het verbod
van invoer niet zwaarder zal zijn, dan dat het-
welk de Fransche regeering stelt tegenover
onze aardappelen in verband met de wrat-
ziekte, en men zich dus zal bepalen te eischen
dat de Coloradokever op een afstand van 20
K.M. niet voorkomt; dit laatste ter voorko-
ming van repressailles, die onzen uitvoer naar
Frankrijk geheel onmogelijk zouden maken.
Bij de omvraag bepleit de heer VAN
GOETHEM het inrichten van enkele meerdere
stembureaux in geval van stemmingen voor
de Kamer, daar nu sommige kiezers groote
hfstanden moeten afleggen en daaraan ver-
moedelijk de geringe opkomst is toe te schrij
ven.
De heer VAN MELLE schreef dit toe aan
te geringe belangstelling van de zjjde der kie
zers.
Geringe opkomst valt ook te constateeren
in plaatsen waar een stembureau is gevestigd.
Ondertusscben zal die vraag nader onder de
oogen worden gezien en zoo mogelijk met des-
betreffende wenschen rekening worden ge-
houden.
Op een vraag van den heer VAN DER
PEIJL antwoordde de VOORZITTER beves-
tigend, dat bij de verkeersconferentie aan
dacht is geschonken aan zgn ingezonden
vraag, om aansluiting te verkrijgen van den
trein van 3,28 uit Amsterdam te Roosendaal
op den avondsneltrein naar Zeeland. Het re
sultaat zal moeten worden afgewacht.
Aangezien de losplaats voor de beurtschip-
pers aan de Heerengracht te Ter Neuzen te
beperkt is geworden, die losplaats niet ge-
schikt is, omdat een bergplaats voor goederen
ontbreekt, de tegenwoordige toestand ook op-
onthoud veroorzaakt voor het afschutten door
de Oostsluis, stelde de heer VAN DER PEIJL
de vraag, om bij den Rijkswaterstaat aan te
dringen op uitvoering van het indertijd ge-
projecteerde plan voor afgraving van het
eiland, ongeveer 10 M., opdat buiten de ka-
naalbreedte ligplaats zal ontstaan voor sche-
pen, het eiland door het maken van een dam
met den af te graven grond te verbinden in
de richting van den Noordelijken drjk van den
Oostelyken kanaalarm, en het dan te verhar-
den en ter bescbikking der beu'rtvaart te
stellen voor los- en laadplaats. Het eiland kan
dan ook zonder bezwaar worden verbonden
met het tramspoor, terwijl de beurtschippers
er ook magazyntjes zullen kunnen bouwen
voor bergen van goederen die niet terstond
kunnen vervoerd worden. Naar zijn meening
zullen de kosten van dat werk niet hoog be-
hoeven te zijn en was dit een mooi object
voOr werkverschaffing. Het plan is een lOtal
jaren geleden ontworpen, doch daama weer
op den achtergrond geraakt.
Naar aanleiding van een opmerking dat
bljjkens de ervaring der laatste tijden van
wege waterstaat wordt te kennen gegeven
dat geen middelen voor uitvoeren van nieuwe
werken beschikbaar zijn, stelt spreker de
vraag of dan de gemeente misschien dat eiland
niet voor een aantal jaren zou kunnen huren
en het werk uitvoeren, met hare werkloozen,
die ze nu toch ook moet onderhouden.
De VOORZITTER zegt nadere overweging
toe.
Wegen.
De heer VAN DER PEIJL bespreekt voorts
den slechten toestand van den verbindings-
weg met Hulst, voorbij Kijkuit. Naar zijn mee
ning behoeft men geen dure wegen te maken.
Voor /60 tot 100 per 100 M. kan men ook
al een goede verharding maken.
De VOORZITTER hrengt onder het oog, dat
de tertiaire wegen behooren verbeterd te wor
den. De provincie stelt daarvoor een renteloos
voorschot beschikbaar, terug te betalen in 30
jaar. Zij kan wegens gebrek aan de noodige
geldmiddeien niet verder gaan. Men zou over
een machtsmiddel moeten kunnen beschikken
om de onderhoudsplichtigen tot wegsverbete-
ring te nopen. Een bezwaar is bij de polders
ook de tegenwoordigheid van Belgische eige-
naars op de vergadering van ingelanden, daar
deze weinig voor wegsverbetering gevoelen
en de wegen voor den boer al gauw mooi ge
noeg vinden.
De beer OGG:EL acht den slechten gang in
de wegsverbetering gelegen in de zware
eischen die worden gesteld, als de provincie
steun verleend. Dan stelt de hoofdingenieur de
eischen z66 hoog, dat de financieele steun
die de polders krijgen weer geheel teloor gaat
door het zooveel duurder werk. Er zou moe
ten worden aangedrongen op een andere rege-
ling.
De SECRETARIS herinnert aan het breed
gemotiveerd adres dat de Kamer hieromtrent
het vorig jaar aan de Staten van Zeeland
heeft ingediend. Indien volgens dat verzoek
gewerkt werd zou het de provincie niets meer
kosten dan bp 't oogenblik, men zou alleen
wegslengte per jaar minder maken, maar
er werd dan toch begonnen. De Staten hebben
echter het advies van den hoofdingenieur ge-
volgd en het verzoek afgewezen.
De heer VAN DER PEIJL oppert nog het
denkbeeld, dat de verschillende gemeenten de
groote bedragen die zij thans aan werkloozen-
steun ujtgeven zouden besteden door die werk
loozen aan wegsverbetering te zetten.
Dit denkbeeld wordt practisch niet uitvoer-
baar geacht, aangezien het niet te verwach
ten is, dat een gemeente bereid zal gevonden
worden in eene andere gemeente een weg te
verbeteren.
De heer OGGEL wees er ook op, dat bij
wegsverbetering steeds een groot deel der kos
ten weggaat in materiaal; dat is op verre na
diet alles werkloon.
De heer VAN MELLE deelt in verband met
deze besprekingen mede, dat over de wegen
in het Westelijk deel niet behoeft geklaagd te
worden, en deze in orde kan geacht worden
als de nieuwe verbinding van Uzendijke met
Pyramide voltoold is.
De VOORZITTER sluit hiema de verga
dering.
Onze tram komt steeds geld
tekort. Toen de busjes con-
ciirreerden Waar moet dat
hr-en Het gehelm van den
smld.
Onze Haagsche tram verkeert in min of
meer noodlijdende toestand. Reeds eenlge
maanden geleden zag de directie zich genood
zaakt, de financieele situatie der Maatschap-
pij tegen zeer emstige moeilijkheden te be-
veiligen door tariefsverhooging.
Ik beb al eens meer opgemerkt, dat de
Hagenaars nooit bovenmate sympathiek
tegenover hun tram hebben gestaan. De oor-
zaken daarvan zijn niet heel moeilijk aan te
wijzen. Volgens mij en vele anderen moeten
deze allereerst gezocht worden in het feit, dat
de frequentie van dien dienst steeds te wen
schen heeft overgelaten. Vooral in vroeger
dagen moet daar bar mee „gesmokkeld" zijn.
't Was althans een „publiek geheim" dat het
personeel nu en dan order kreeg, de tus-
schenpoozen van vertrek aan de eindpunten
te rekken, zoodat van een vastgestelden acht-
minutendienst een tien- of twaalf-minuten
dito werd gemaakt. Ik durf voor de waar-
heid van deze beweringen niet instaan, maar
vast staat dat men aan de halten wel eens
verdacht lang moest wachten, eer een tram-
metje verscheen.
Thans hoort men over dergelijke onregel-
matigheden niet meer spreken, doch de offi-
cieele dienstregeling geeft al aanleiding ge
noeg tot critiek. Die geef ik onmiddellijk
toe i vaak onrechtvaardig kan genoemd
worden.
De huidige directeur van het Semi-ge-
meente-bedrijf, ir. Montijn, is een stevige
voortvarende leider, die weet wat hij wil. On
der Zijn bestier is bij de Haagsche tram veel
verbeterd, is een ideaal-verbinding Holl.
Spoorstation-Scheveningen (lijn 11) tot stand
gekomen, zijn vele nieuwe, groote en mooie
exemplaren aan het wagenpark toegevoegd,
werden oude tnammetjes omgebouwd in
modemen geest.
Nieuwe verbindingen werden in 't leven ge-
roepen. Verschillende uithoeken der stad ver-
loste men uit hun isolement, ook door middel
van een aantal bus-verbindingen.
Niettegenstaande dat al bewogen de inkom-
sten van het bedrijf zich in dalende richting.
Via het aanbrengen van groote reclame-bor-
den aan de zijkanten der tramwagens trachtte
men aanvankelijk het tekort te stoppen. Ook
dAt baatte niet.
Er zijn inderdaiad niet zoo weinig Resi-
dentialen, die de tram „met een droog oog"
zouden zien verdwijnen.
In de jaren '22 en '23 is gebleken dat, liet
men de vrije krachten in het maatschappelijk
leven hun gang gaan, onze tram het loodje
spoedig zou leggen. Want in een minimum
van tijd verschenen op de Haagsche vlakte
tientallen busjes, die allerlei verbindingen tot
stand brachten. Over 't algemeen waren 't
weinig fraaie exemplaren, haastiglijk in el-
kaar geflanste vehikels, waarin de passagiers
zich in allerlei bochten moesten wringen om
zonder blessuur aan hoofij en beenen ter be-
stemder plaatse te arriveeren. En toch: de
busjes zaten ei- en tjokvol! De zaken liepen
best. De ondernemertjes kwamen schielrjk
op, hun kantoren, aanvankelijk in armoedige
vertrekjes ondergebracht, werden overge-
bracht naar aanzienlijker omgeving. Ook het
materiaal onderging spoedig sterke verbete-
ring. Het bestaan der oude, Haagsche tram
begon op bedenkelijke wijze in de knel te ge-
raken. De concurreerende busjes ,,stroopten"
de tramhalten af, pikten de passagiers op, die
ongeduldig op de langzaam voortzeulende
tram stonden te wachten.
De Haagsche vroeden hebben er ten slotte
een stokje voor gestoken. In 'n soort hoera-
stemming werd tot de fusie der tram met de
gemeente besloten, waarmee gelijk alle con-
cessies aan de autobus-ondernemingen werden
ingetrokken. De tram kreeg het alleen-
recht.
Zeer tot het leedwezen van tallooze Hof-
stedelingen had eind-'24 de „begrafenis"
plaats der particuliere bussen. De onderne-
mers, die pas veel geld aan materiaal-ver-
betering hadden uitgegeven, haalden een
„reuze-strop". Hun verzoek aan den Gemeen-
teraad om nog slechts zes weken verlenging
van de vergunning, waardoor een groot deel
van het deficit kon worden goedgemaakt,
werd... afgewezen.
Toen nu dus den lokalen bussen de nek om
was gedraaid, begon de strijd tegen de in-
terlokale-concurrenten. 't Eerst was aan de
beurt de A. B. C.-ondememing, die een ver
binding met Delft onderhield. Op zeer klein-
zielige wijze werden deze bussen gecontroleerd
en de allergeringste overtreding gaf aanlei
ding tot een proces-verbaal. Maar de bus-
sen der H. T. M., die spoedig naast de A ,B.
•C.-exemplaren denzelfden dienst gingen on
derhouden behalve de gewone tram
werden met rust gelaten... Men begrijpt wel
dat de particuliere dienst 't aan het einde
heeft moeten afleggen tegen de machtige
H. T. M.
De „laatste der Mohikanen" was de Z. H.
A. M.-bus, die een dienst onderhield tusschen
Scheveningen en Rotterdam. Ook hier werd
dezelfde benepen methode toegepast. Men
weigerde aanvragen voor vaste halten, legde
overal ,,zout op", speurde naar overtredingen,
enzoovoorts. Aan welke zijde de overwinning
te boeken zou zijn, werd eveneens al-gauw
duidelijk. Verdwenen is de Z. H. A. M.-bus
echter niet. Maar: directeur van deze on-
dememing is geworden ir. Montijn, de bewind-
voerder der H. T. M.! Zoodat zij een ,,per-
soonlijke unie" heeft gevormd met het Semi-
gemeentebedrijf. En nu openbaarde zich
plotseling een zeer-toegevende gezindheid ten
aanzien van deze interlokale bus-verbinding.
De aanvankelijk-geweigerde halten die om
„verkeers-technische redenen" niet konden
worden toegestaan werden nu ineens grif
ingewilligd, geen stroobreed werd het busje
meer in den weg gelegd...
Kijk, zulke dlngen zetten bij de ingezete-
nen ,,kwaad bloed". Men voelt dat hier
widens of onwillens onrecht is gepleegd,
dat hier met twee maten wordt gemeten. Al
dergelijke dingen dragen er dus niet het
hunne toe bjj de populariteit der Haagsche
tram die dit jaar eigenlijk, in den meer-
modemen vorm, dertlg jaar bestaat (de al-
leroudste „electrische" dateert van 1891)
te verhoogen.
Maar al deze dlngen zou men vermoedelijk
wel spoedig vergeten het leven gaat bu
rner snel! als onze tram thans maar vol-
deed aan de modeme behoefte: vlug en goed-
koop vervoer.
Het m.i. domste stukje, dat men had kun
nen uithalen, was wel de onlangs ingevoerde
tariefsverhooging van niet minder dan 25
voor hen, die geen vijf-, tien- of twintig-rit-
tenkaart koopen. Anders is de vermeerdering
De leuze, door een aantal fiets-handelaren
per advertentie en raambiljet aangeheven,
luidend: ,,Het tramtarief verhoogd de rij-
wielprrjzen verlaagd", slaat in. Het aantal
fietsers in Den Haag neemt nog dagelijks toe.
Ook de lage taxi-prijzen halen de menschen
uit de tram.
Dezer dagen is in de Haagsche pfers het
bericht verschenen, dat de tramdirectie op-
nieuw voor het feit staat, dat de geldmidde
ien tekort schieten. Men overweegt ontslag
aan een tachtig man personeel en... het in-
krimpen van den dienst, hetgeen neerkomt op
het verlangzamen van de frequentie.
Waar moet dat heen? Er zijn nu al Iqnen,
die een tienminuten-dienst en 's avonds een
twaalf-minuten-dito onderhouden. Z.g. „dub-
bel-lijnen", die zich op zeker punt splitsen.
Verschillende broodnoodige nieuwe lijnen blij
ven achterwege. In onze stad rijdt lijn 21,
maar dacht u dat men in 't Haagje inderdaad
fefen-en-twintig tram-verbindingen aantreft
Lijn 15 Is een Zomerlijn en de nummera 16,
17, 18 en 19 bestaan slechts... op papier':
Reken daarbij dat de lijnen 1 en 21, 6 en 13,
5 en 20 z.g. „dubbel-lijnen" zrjn, die voor 't
grootste deel dezelfde baan rjjden, doch dicht
bij 't eene eindpunt leder een eigen weg gaan.
dan komt men wel tot een ander resultaat
Wel is er aanvulling door autobussen, waar
mee het anders stellig schreeuwende gebrek
aan goede verbindingen voor 'n deel wordt
aangevuld.
De directie doet wat ze kan, maar... de
levenssappen. van het bedrijf de „dubbel-
tjes"! gaan al-trager vloeien... Nogmaals;
waar moet dat heen?!... Er zijn adviseurs bij-
de-vleet die de oplossing „in 'n luciferdoosje"
ronddragen. Wfeg met al die verouderde tram
wagens! raden zij. Gemoderniseerd of niet
zoo'n vehikel op rails hoort niet meer in een
stad-up to date. Wat we noodig hebben zijn:
bussen, groote, luxueuze cars, gelijk de
wereldsteden in 't buitenland die hebben, die
overal een drie-minuten-dienst onderhouden.
Daar moet 't naar toe!
De beschermers der tram wijzen dan op
het enorme kapitaal, dat in het materiaal is
belegd... 't Loopt dik in de millioenen! Dat
kan toch maar niet worden weggesmeten. En
dan komt een ander bezwaar om den hoek
kijken: de gemeente heeft de aandeelhouders
der tramweg-maatschappij een zeker percen
tage... gegarandeerd! Daaraan kan dus niet
worden getornd... De tram moet en aal
rijden, hoe dan ook. Of 't moet zijn door in-
krimping van den dienst dan wel door ontslag
aan personeel of opnieuw tariefsverhooging...
of door ten slotte verlaging der toch al
niet hooge loonen (waar men thans nog niet
aan durft denken!), 't kan niet schelen, de
tram moet en zal rijden!
Men heeft nu een oppervlakkig idee van de
omstandigheden, waarin onze H. T. M. ver
keert.
Wil men de ondememing niet in een hope-
loos parket brengen, dan zal men toch spoe
dig het roer 6m moeten gooien. In Amster
dam heeft het juiste besef ook postgevat. De
tram is er nu eenmaal voor het publiek en
wie in de veronderstelling verkeert, dat de
belangen van de ondememing eerst veilig
moeten worden gesteld om daama te onder-
zoeken, in hoeverre men het publiek nog kan
gerieven, komt altijd bedrogen uit. Het pu
bliek zal dankbaar van een goedkoope en
vooral snelle verbinding gebruik maken. Daar
schuilt het overigens eenvoudige! ge
heim van den smid.
Moge men het spoedig eindelijk ontdekkent
EIBER.
DE TEMFERATUUR IN DE
BROEDMACHINE BIJ KIPEIEREN EN
EENDEIEREN.
Het aantal vragen over broeden en kuiken-
ziekten neemt nu weer snel toe en we zullen
ons daarom aan het seizoen aanpassen en
omtrent een en ander wat vertiellen.
le. Ik heb een kleine warmwater-broed-
machine waarmede ik met goede resultaten
kipeieren uitbroed. Nu heb ik verleden jaar
getracht er ook eendeieren mee uit te broeden
wat geheel is mislukt. Ik heb een kennis ad
vies gevraagd en die zei mij„eendeiereu
moeten net gebroed worden als kipeieren,
want het gaat toch nergens beter dan onder
een kip". In mijn machine ging dat echter
heelemaal niet op. Ik broed mijn eieren ge
heel zonder vocht, daar ik in een kelder broed.
De eendeieren had ik wat meer vocht gegeven.
Toch konden zij slecht uitkomen, de schalen
waren zoo hard als glas. Is een machine ge-
schikt voor kipeieren daarom nog niet goed
voor eendeieren? Zijn Khaki Campbells moei-
lijker uit te broeden dan witte Ioopeenden?
Laten wij eerst deze vraag eens bekijken.
Schijnbaar heeft de kennis die zegt dat een
kip met goed gevolg eendeieren kan broeden
gelijk, doch feitelijk is er een fout in zqn
redeneering. Een eendenel zal theoretisch het
best door een eend uitgebroed worden en dat
gebeurt dan in de natuur meestal dicht bjj
het water en in een betrekkelijk vochtig nest.
Verder gaat de eend van tijd tot tijd te water
en komt dan ook al weer vochtig op de eieren
terug. Theoretisch zullen we dus kunnen ver
wachten dat bij het broeden van eendeneieren
de temperatuur lager zal zijn en de vochtig-
heidsgraad hooger dan bij kipeieren. Door
proeven heeft men gevonden dat dit inder
daad juist is en dat men met eendeieren de
beste resultaten verkrijgt bij een lage tempe
ratuur in de machine en meer vocht.
Hoe moet nu om te beginnen de tempera
tuur zijn? Door allerlei proeven onder kippen
en in machines heeft men gevonden dat men
de beste resultaten krijgt bij een temperatuur
van 103 gr. F. (ongeveer 39.5 gr. C.) op de
hoogte van den bovenkant der eieren. Dit is
een zeer belangrijk punt waar ik even bij stil
moet staan. Bij de meeste machines wordt de
warmte als het ware van boven af langs de
eieren naar beneden gedrukt en is de tempe
ratuur ter hoogte van de verwarmingsbuizen
ongeveer 49 gr. Hoe hooger dus in de machine
hoe hooger de temperatuur en als deze nu In
de machine op de hoogte van den bovenkant
van kipeieren ongeveer 103 gr. F. is dan is
dus de temperatuur op de hoogte van den
bovenkant van eendeieren, die veel grooter
zijn, ook hooger, ongeveer 103,5 tot 104 gr.
In plaats van lager dan kipeieren broeden
we dus in zoo'n machine te hoog als we niet
oppassen. Met een kip is dat wat anders. Die
zal aan den bovenkant der eieren ook 103 gr.
veroorzaken, doch door de eendeieren dikker
zijn, zijn ze dus aan den onderkant weer veel
lager. Nu rolt de kip de eieren iederen dag
verschillende malen van hun plaats, zoodat de
koelere onderkant boven komt en de warmere
bovenkant onder. De kiem drijft echter los in
het ei en blijft ongeveer op de zelfde hoogte
en zal dus bij een eendenei onder de kip van-
zelf al lets lager zijn dan bij een kipei. Om
nu dit effect in een broedmachine te berei
ken moeten we zorgen dat de temperatuur op-
de hoogte van het bovenvlak der eieren slechts
102 gr. F. is en om daar zeker van te zijn,
moeten we dus ook zorgen dat de kwikbol van
de thermometer hooger staat dan gewoonljjk
als we kipeieren broeden.
Bij de gewone types van staande thermo
meters moet men dus de voet verhoogen en
bij hangende thermometers moet men ze hoo
ger hangen.
Ziedaar dus fefen punt. Broedt men in een
machine die goed is voor kipeieren eendeieren
dan komt daar weinig van terecht, omdat de
temperatuur veel te hoog is. Plaats daarom
in zoo'n machine de kwikbol van den thermo
meter hooger en zorg dat de thermometer op
102 gr. staat. Later in de 3e en 4e week, als
de eieren zelf warmte geven, mag men wat
hooger gaan, n.l. tot 103 gr.
Nu het vocht. Zelfs in een kelder kunnen
eendeieren nog veel extra vocht verdragen.
Dat hangt veel af van de plaats, de buiten-
temperatuur, enz. Bij koud weer is er weinig
vocht in de lucht en moet men dus meer toe-
dienen. Ik heb altijd beste resultaten gehad
met mijn eendeieren in mijn kelder, die feite
lijk rondom in het moeras staat (Rotterdam
is eigenlijk een soort moeras) met na de eer-
ste week de eieren twee maal per dag, direct
na het keeren, met een bloemenspit met lauw
water goed nat te spuiten. Daama onmiddel
lijk weer in de machine. Gedurende de laat
ste week ook nog vocht in bakjes in de
machine zelf, hetzij in schoteltjes met zand
of watten of een oude spons. Verder niet te
veel luchtgaten open, vooral de eerste weken
niet. Dr. TE HENNEPE.