VandenHaagendeHagenaars Pluimvee-Rubriek Middens tand. De middenstand, meer bepaaldelrjk de krui- deniersbranche klaagt zeer over den ingetre- den toestand, waar zjj eenerzijds beconcur- reerd wordt door cooperaties en anderzijda door de grootwinkelbedrijven die zieh in deze atreek hebben gevestigd en met ruime reclame het publiek naar hunne zaken tracht te lok- ken. Daarbij komen dalende prijzen met dalende winsten, door de concurrentie. Men tracht zich oolc door lagere inkoopen door concentratie te handhaven. Hotelwezen. In afwijking van de talrijke klachten die bij de Kamer binnenkwamen is het een verkwik- king ook nog bemoedigende rapporten te ont- vangen. Zij betreffen het hotelwezen, waar- van medegedeeld wordt, dat dit beter was dan het jaar te voren, al wordt er wel minder ver- teerd dan vroeger. Het caffebezoek daaren<- tegen liep terug, als gevolg van de verschil- lende omstandigheden, die aanleiding zrjn voor mindere verdiensten. Al is die terugloop nog niet verontrustend, zoo is het toch wel te voorzien, dat men zich in dat vak aan ver- anderde omstandigheden zal moeten aan- passen. Aardappelhandel. He aardappelhandel van Zeeuwsch-Vlaande- ren, die hoofdzakelijk op het buitenland is aangewezen, omdat het binnenland de hier ge- teelde exportaardappelen niet wenscht, had in het voorjaar veel te lijden van de concurren tie van Duitschland in Belgie en Frankrijk, door aanbieden van groote hoeveelheden, met als gevolg drukken der prijzen. In de tweede helft van het jaar werd het speculatieve ele ment in den handel teleurgesteld. Er was wel groote opbrengst, doch een gewas met veel ziakte in de knol. Er werden groote verliezen geboekt. X>e handel rendeerde niet, ojn. wegens den val van het Engelsch pond, de stopzetting van de hetalingen door Duitsch land, de hooge tolmuren in het buitenland en de werkloosheid in de steden en fabrieks- cerrtra, waardoor het verbruik wel met een derde verminderd. Reaumeerendeheeft de export meer verloren dan verdiend. Onder- tuaschen wordt de handel onder al die om standigheden voortgezet. Bankwezen. Voor het bankwezen waren de omstandig heden moeilrjk. De algemeene toestand had het publiek reeds huiverig gemaakt voor geld- bel egging doch, zich daarbij nog den val van verschillende bankinstellingen in ons gewest en in onze provincie kwamen voegen, met na- deelige gevolgen voor de crediteuren, werd het publiek nog schuwer, en is, mag men de ge- ruchten geloven, de tijd van de ,,kous als spaarpot" weer teruggekeerd. Dat dit een groot nadeel wordt voor handel en bedrijf in het algemeen, dat niet zonder crediet kan be- staan, behoeft geen betoog. Van de daling der speculatieve fondsen zal in Zeeuwsch- Vlaanderen weinig nadeel zijn ondervonden, daar men zich de laatste jaren hoofdzakelijk be pa aide tot aolied geachte staats-obligatie3. Ondertusscben bleek dat men ook hierop niet te veel kan bouwen, daar de val van het pond b.v. dfeprecieering van een deel der Ned. In- dische obligaties en Belgische staatsschuld tengevolge had. Niettegenstaande de zeer'benarde omstan digheden op gebied van land- en tuinbouw is de exploitatie van de groenten- en vruehten- veiling ,,Zeeuwsch-Vlaanderen" te Ter Neuzen niet bepaald ongunstig te noemen. De uit- kamsten zouden, naar gerapporteerd wordt nog gunstiger kunnen zijn bij invoering van een veilingsgebod of meer saamhoorigheids- gefvoel onder de leden, door al him producten over de veiling te verhandelen. Vlasindustrie. Omtrent het vlas zal het, na al hetgeen daaromtrent bekend is geworden wel niet noo- dig zijn breed uit te wijden. De Industrie wordt nog voomamelrjk gedreven aan de gTens, te Koewacht en St. Jansteen, d.w.z. het zwingelen. Men kan dit daar bet langst vol- houden wegens de voordeeliger arbeidsomstan- digheden, die elders niet te bereiken zijn. Doch ook daar heeft men tengevolge van den enormen invoer van Russisch vlas, dat tegen ongekend lage prijzen verkocht werd, de kleine vlasserijen spoedig stil moeten zetten en waren de exploitanten genoodzaakt ande- ren arheid te zoeken. Door die omstandig heden was ook de cultuur niet meer loonend en was te voorzien dat de industrie zou moe ten verdwijnen omdat er niet meer gezaaid z»u worden. Die omstandigheid heeft geleid tot het vormen van het meergeno^mde comity in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaaaderen, onder lei- ding van den beer F. Blok, burgemeester van Axel, terwijl daarvan verder deelmaakten de heeren P. Geimaerdt, burgemeester van St. Jansteen, L. de Feijter, lid dezel- Kamer, L. Martinet, vlashewerker te St. Jansteen, Oh. van de Bilt, vlashewerker te Axel en N. J. Harte, secretaris der Kamer. Dit comite heeft verbinding weten te krijgen met de vlasbe- werkers in West-Brabant en Zuid-Holland, waarna men vereenigd een actie heeft inge- zet bij de regeering, met het resultaat, dat aan het eind van 't jaar ten behoeve van den oogst 1932 een steunregeling werd ingediend, die door de Staten-Generaal is aangenomen. Dit was voor het comite weinig meer dan een moreel succes, aangezien de toegezegde steun veel te laag was. Dit is door de omstandig heden bevestigd, daar naar ik vemam nog niet een zesde der 6000 H.A. waarvoor de steun is toegekend voor bezaaiing is opge- geven. Er wordt thans getracht van het be schikbaar gestelde bedrag ook steun uit te keeren voor vroegeren oogst, teneinde in den aanstaanden winter te kunnen beschikken over vlasstroo ter bewerking. Paardenhandel. De handel in paarden is niet meer loonend; niet alleen is de handel gering, doch de prijzen zijn van dien aard, dat zij na gebruik in prijs met dien voor slachtpaarden overeenkomen. De prijzen van het vee zijn over het algemeen ook met 35 gedaald, doch verwacht wordt, dat het contingenteeringswetje hierin verbete- ring zal brengen. De varkensfokkerij was in verband met de prijzen ook niet meer loonend en in verband met de maatregelen in Enge- land en Duitschland is het te verwachten, dat de baconuitvoer weldra tot bet verledene za! behooren. Landbouw. Voor den landbouw was, zooals algemeen bekend, de toestand zeer ongunstig. Door de Kamer is in het begin van het jaar 1931 krachtig bij de Regeering gepieit voor het verleenen van steun, aan dezen voomamen tak van ons volksbestaan, en zeker van dien van Zeeuwsch-Vlaanderen, en met genoegen mag geconstateerd worden dat fen voor de tarwe, en voor de suikerbieten, fen voor het vlas, welke culturen ons pleidooi gold, ook steun is verleend, al is daarmede niet gezegd, dat nu niets meer te wenschen zou blijven. Het ongunstige najaar van 1930 was oor- zaak dat verschillende gronden ongeschikt waren om er zaad in te brengen, waardoor men genoodzaakt was eerst in het voorjaar van 1931 de cultuur van tarwe op, te voeren. Dit kon, omdat het laat in het voorjaar werd, niet bevredigend plaats vinden. Toch werd nog wintertarwe gezaaid. De groei van de zomergewassen was, mede in verband met de slechte structuur van den bodem, niet be vredigend. De vele regen was vooral in Ooste lijk Zeeuwsch-Vlaanderen aanleiding, dat on- geveer alles in opbrengst beneden het middel- matige bleef, zelfs slecht moest worden ge- noemd. Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen over- trof in 1931 in menig opzicht in opbrengst het Oostelijk deel. De in het voorjaar uitgezaaide tarwe gaf kwaliteit noch kwantiteit en bracht zelfs de pacht van den grond niet op. Peul- vruchten bleven beneden het middelmatige. De kwaliteit der bieten was goed, doch de op brengst vlel tegen. De aardappeloogst gaf voor sommigen een bevredigenden oogst, dank zij den uitvoer van pootgoed naar Frankrijk en Belgie. Niet genoeg kan in verband hier- mede worden gewezen op het ter hand nemen van de selectie en loyale levering. De uien- teelt gaf geen stof tot roemen, door ziekte bleef de kwantiteit beneden het middelmatige. In den winteT kon door hen die voorraden hadden opgeslagen worden geprofiteerd van verhoogde prijzen. De prijzen van het land bleven stationair en er moet aangenomen worden dat koop- en pachtprijzen met 50 pet. behooren te worden gereduceerd, hetgeen lamgzaam gebeurt. De prijzen der kunstmeststoffen zijn aanmerke- lijk gedaald, zwavelzure ammoniak kon zelfs voor 50 pet. lager gekocht worden. De overige bedrijfsbenoodigdheden waren, hoewel in prijs gedaald", tegenover de opbrengsten van het landbouwbedrijf nog te duur in prijs. Door de geringe opbrengst van een en ander ontstond ook gebrek aan bedrijfskapitaal. Het najaar was gunstig. De knolgewassen konden droog en op tijd gerooid worden, ter wijl de wintervruchten op tijd gezaaid werden. Zij kwamen prachtig boven. Zij, die de crisis konden doorstaan mogen verwachten dat, dank zij den regeeringssteun en soberheid en vlijt de landbouw niet geheel zal worden vernietigd, doch de algemeene oonclusie is, dat de toestand nog even ernstig is als het vorig jaar. Het is dan ook een ge volg van den grooten nood, dat de landbou- wers verlangend uitzien naar een specialen directeur-generaal van landbouw aan het thans ingestelde Departement van economi- sche zaken, iemand die met den landbouw medeleeft, de nooden en behoeften kent, en dat daardoor vroeger dan thans ingegrepen zal worden daar, waar zulks noodig wordt. De indruk blijft dat de hulp die komt langzaam en dikwijls te laat komt. Voor verdere mededeelingen moet ik ver- wijzen naar het uit te geven jaarverslag onzer Kamer. Handelsregister. Met betrekking tot werkzaamheden van het Handelsregister zjj u medegedeeld dat inge- schreven werden 142 nieuwe zaken, tegen 171 in het jaar te voren. Er werden 714 inlichtingen verstrekt, tegen over 562 in het jaar te voren en 450 certifi- caten van oorsprong of andere verklaringen afgegeven, tegenover 183 in het jaar te voren. Ik eindig mijn overzicht, met een woord van dank aan u, mijne heeren, voor de wijze waar- op gij mijn taak als Voorzltter der Kamer hebt vergemakkelijkt en uwen steun hebt verleend aan de zaken die werden voorbereid. In het bijizonder geldt mijn dank de leden van bet Bureau en den Secretaris, met wie ik daar- voor nauwer In aan raking kom. Moge de arbeid dien wij dit jaar zullen verrichten, vruehtdragend z'g'n voor de aan onze zorg toe- vertrouwde belangen. De heer VAN 't HOFF zegt hierop namens de leden en den Secretaris dank voor de tot hen gerichte goede Wenschen, terwijl hij wederkeerig den Voorzltter voor zich en zijn gezin alle goeds toewenscht, en de hoop uit- spreekt, dat hem de krachten mogen worden geschonken om zijn taak als Voorzitter van dit college te verrichten. Hij acht het zich verder een voorrecht, dat hem nu reeds 10 jaren de gelegenheid werd geschonken, namens de Kamer den Voorzitter hare goede wenschen over te brengen. Bij de periodieke verkiezingen werden be- noemd: tot voorzitter de heer J. A. vanRompu, tot voorzitter der afd. grootbedrijf* de beer P. A. Neeteson, tot plaatsverv. de heer C. Wind van Merkesteyn, tot voorzitter der afd. kleinbedrijf de beer J. M. Oggel, tot plaats verv. de heer A. de Vrieze; tot leden der Financieele Commissie de heeren L. F. M. van Waesberghe, G. F. P. van der Peijl en A. van 't Hoff; tot leden der Commissie voor het Handelsregister de heeren I. A. Risseeuw Johnz., A. van 't Hoff en A. J. Wijffels. Van het oud-Iid der Kamer, den heer L. de Feijter was een schrijven ingekomen waarin hij zijn dank betuigde voor den steun die de Kamer steeds aan zijn voorstellen tot steun aan de vlasindustrie heeft verleend en voor hetgeen thans, dank zij hare medewerking eindelijk is verkregen. Aan de Vereeniging Nederlandsch Fabri- kaat, die mededeelt eene propaganda te willen instellen ten behoeve van de winkels waar Nederlandsche Fabrikaten verkocht worden in gemeenten boven 15.000 zal in overweging worden gegeven dit ook uit te strekken tot gemeenten beneden dat zielental, of wel van combinaties van gemeenten, aangezien het gebied der fCamer anders geheel buiten die propaganda valt. Door die Vereeniging wordt tevens een film- propaganda ingezet, door openluchtvertoonin- gen. De fabrikanten die daaraan deelnemen moeten tot dekking der kosten betalen 1 per vertoonde M. film en per maand. Naar aanleiding eener circulaire der Veree niging van Handelaren in Bouwmaterialen in Nederland, die moeilijkheden heeft ondervon den omdat de bevoegdheid van den directeur eener N.V. met wie zrj zaken had gedaan, door Oommisarissen werd gewraakt, vestigde het Bureau er de aandacht op, dat het gewenscht is, wanneer men met N.V.'s of andere combi naties zaken doet, zich van de bevoegdheid der handelende personen te vergewissen. Het Handelsregister is dd&bvoor de aangewezen instelling. Steun zal worden verleend aan het door den R. K. Bond van Hotelhouders en Slijters ,,St. Joseph" tot den Minister van Financien gericht verzoek, om ter vergemakkelijking van den handel der slijters, dezen in de gele genheid te stellen zelf geleibiljetten in te vul- len voor hoeveelheden tot 5 Liter. Het af- halen van geleibiljetten veroorzaakt vertra- ging in de somtijds spoedig gevraagde afleve- ring, daar de ontvangerskantoren niet ten alien tijde geopend zijn. Door het Bureau werd er op gewezen, dat aan de groesiers in kruidenierswaren ten behoeve van sinker en zout die faciliteit reeds wordt verleend. Overbrugging Hallandsch Dlep. Een schrijven van verschillende Kamers, gericht aan de Staten-Generaal betreffende overbrugging van het Hollandsch Diep aan de Moerdijk, werd voor kennisgeving aangeno men, onder opmerking, dat, blijkens de mede deelingen van den Minister van Waterstaat aan de Staten-Generaal, die overbrugging de voile aandacht van zijn Departement heeft en zoodra de omstandigheden dit zullen veroor- loven, tegemoet kan worden gezien. De Tolunle. Naar aanleiding van het door de Neder landsche Kamer van Koophandel in Belgie uit- geschreven referendum, betreffende een tol- unie tusschen Nederland, Belgie en Luxem burg, werd besloten een commissie op te dra- gen dit vraagstuk nader onder de oogen te zien en aan de Kamer rapport uit te brengen. Tot leden dier Commissi^ werden benoemd uit het Grootbedrijf de heeren I. van Melle en G F. P. van der Peijl, en uit het Kleinbedrijf de heeren A. I. Catsman en C. M. F. van Goethem, waaraan de secretaris der Kamer wordt toe- gevoegd. De Coloradokever. Naar aanleiding van een door de Centrale Vereenigingen voor den Aardappelen-, Groen ten- en Fruithandel te 's-Gravenhage tot den Minister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw gericht verzoek, om wegens het voor- komen van Coioradokevers in het Zuiden van Frankrijk daartegen maatregelen te treffen, zooals door Duitschland en Engeland is ge- schied't, die uit Frankrijk alleen aardappelen toelaten, indien die afkomstig zijn van gron den mtnstens 200 K.M. verwij.derd van de streek waar de Coloradokever voorkomt, be- sloot de Kamer in het belang van onzen aard- appelen-export aan dat verzoek steun te ver leenen, onder beding evenwel, dat het verbod van invoer niet zwaarder zal zijn, dan dat het- welk de Fransche regeering stelt tegenover onze aardappelen in verband met de wrat- ziekte, en men zich dus zal bepalen te eischen dat de Coloradokever op een afstand van 20 K.M. niet voorkomt; dit laatste ter voorko- ming van repressailles, die onzen uitvoer naar Frankrijk geheel onmogelijk zouden maken. Bij de omvraag bepleit de heer VAN GOETHEM het inrichten van enkele meerdere stembureaux in geval van stemmingen voor de Kamer, daar nu sommige kiezers groote hfstanden moeten afleggen en daaraan ver- moedelijk de geringe opkomst is toe te schrij ven. De heer VAN MELLE schreef dit toe aan te geringe belangstelling van de zjjde der kie zers. Geringe opkomst valt ook te constateeren in plaatsen waar een stembureau is gevestigd. Ondertusscben zal die vraag nader onder de oogen worden gezien en zoo mogelijk met des- betreffende wenschen rekening worden ge- houden. Op een vraag van den heer VAN DER PEIJL antwoordde de VOORZITTER beves- tigend, dat bij de verkeersconferentie aan dacht is geschonken aan zgn ingezonden vraag, om aansluiting te verkrijgen van den trein van 3,28 uit Amsterdam te Roosendaal op den avondsneltrein naar Zeeland. Het re sultaat zal moeten worden afgewacht. Aangezien de losplaats voor de beurtschip- pers aan de Heerengracht te Ter Neuzen te beperkt is geworden, die losplaats niet ge- schikt is, omdat een bergplaats voor goederen ontbreekt, de tegenwoordige toestand ook op- onthoud veroorzaakt voor het afschutten door de Oostsluis, stelde de heer VAN DER PEIJL de vraag, om bij den Rijkswaterstaat aan te dringen op uitvoering van het indertijd ge- projecteerde plan voor afgraving van het eiland, ongeveer 10 M., opdat buiten de ka- naalbreedte ligplaats zal ontstaan voor sche- pen, het eiland door het maken van een dam met den af te graven grond te verbinden in de richting van den Noordelijken drjk van den Oostelyken kanaalarm, en het dan te verhar- den en ter bescbikking der beu'rtvaart te stellen voor los- en laadplaats. Het eiland kan dan ook zonder bezwaar worden verbonden met het tramspoor, terwijl de beurtschippers er ook magazyntjes zullen kunnen bouwen voor bergen van goederen die niet terstond kunnen vervoerd worden. Naar zijn meening zullen de kosten van dat werk niet hoog be- hoeven te zijn en was dit een mooi object voOr werkverschaffing. Het plan is een lOtal jaren geleden ontworpen, doch daama weer op den achtergrond geraakt. Naar aanleiding van een opmerking dat bljjkens de ervaring der laatste tijden van wege waterstaat wordt te kennen gegeven dat geen middelen voor uitvoeren van nieuwe werken beschikbaar zijn, stelt spreker de vraag of dan de gemeente misschien dat eiland niet voor een aantal jaren zou kunnen huren en het werk uitvoeren, met hare werkloozen, die ze nu toch ook moet onderhouden. De VOORZITTER zegt nadere overweging toe. Wegen. De heer VAN DER PEIJL bespreekt voorts den slechten toestand van den verbindings- weg met Hulst, voorbij Kijkuit. Naar zijn mee ning behoeft men geen dure wegen te maken. Voor /60 tot 100 per 100 M. kan men ook al een goede verharding maken. De VOORZITTER hrengt onder het oog, dat de tertiaire wegen behooren verbeterd te wor den. De provincie stelt daarvoor een renteloos voorschot beschikbaar, terug te betalen in 30 jaar. Zij kan wegens gebrek aan de noodige geldmiddeien niet verder gaan. Men zou over een machtsmiddel moeten kunnen beschikken om de onderhoudsplichtigen tot wegsverbete- ring te nopen. Een bezwaar is bij de polders ook de tegenwoordigheid van Belgische eige- naars op de vergadering van ingelanden, daar deze weinig voor wegsverbetering gevoelen en de wegen voor den boer al gauw mooi ge noeg vinden. De beer OGG:EL acht den slechten gang in de wegsverbetering gelegen in de zware eischen die worden gesteld, als de provincie steun verleend. Dan stelt de hoofdingenieur de eischen z66 hoog, dat de financieele steun die de polders krijgen weer geheel teloor gaat door het zooveel duurder werk. Er zou moe ten worden aangedrongen op een andere rege- ling. De SECRETARIS herinnert aan het breed gemotiveerd adres dat de Kamer hieromtrent het vorig jaar aan de Staten van Zeeland heeft ingediend. Indien volgens dat verzoek gewerkt werd zou het de provincie niets meer kosten dan bp 't oogenblik, men zou alleen wegslengte per jaar minder maken, maar er werd dan toch begonnen. De Staten hebben echter het advies van den hoofdingenieur ge- volgd en het verzoek afgewezen. De heer VAN DER PEIJL oppert nog het denkbeeld, dat de verschillende gemeenten de groote bedragen die zij thans aan werkloozen- steun ujtgeven zouden besteden door die werk loozen aan wegsverbetering te zetten. Dit denkbeeld wordt practisch niet uitvoer- baar geacht, aangezien het niet te verwach ten is, dat een gemeente bereid zal gevonden worden in eene andere gemeente een weg te verbeteren. De heer OGGEL wees er ook op, dat bij wegsverbetering steeds een groot deel der kos ten weggaat in materiaal; dat is op verre na diet alles werkloon. De heer VAN MELLE deelt in verband met deze besprekingen mede, dat over de wegen in het Westelijk deel niet behoeft geklaagd te worden, en deze in orde kan geacht worden als de nieuwe verbinding van Uzendijke met Pyramide voltoold is. De VOORZITTER sluit hiema de verga dering. Onze tram komt steeds geld tekort. Toen de busjes con- ciirreerden Waar moet dat hr-en Het gehelm van den smld. Onze Haagsche tram verkeert in min of meer noodlijdende toestand. Reeds eenlge maanden geleden zag de directie zich genood zaakt, de financieele situatie der Maatschap- pij tegen zeer emstige moeilijkheden te be- veiligen door tariefsverhooging. Ik beb al eens meer opgemerkt, dat de Hagenaars nooit bovenmate sympathiek tegenover hun tram hebben gestaan. De oor- zaken daarvan zijn niet heel moeilijk aan te wijzen. Volgens mij en vele anderen moeten deze allereerst gezocht worden in het feit, dat de frequentie van dien dienst steeds te wen schen heeft overgelaten. Vooral in vroeger dagen moet daar bar mee „gesmokkeld" zijn. 't Was althans een „publiek geheim" dat het personeel nu en dan order kreeg, de tus- schenpoozen van vertrek aan de eindpunten te rekken, zoodat van een vastgestelden acht- minutendienst een tien- of twaalf-minuten dito werd gemaakt. Ik durf voor de waar- heid van deze beweringen niet instaan, maar vast staat dat men aan de halten wel eens verdacht lang moest wachten, eer een tram- metje verscheen. Thans hoort men over dergelijke onregel- matigheden niet meer spreken, doch de offi- cieele dienstregeling geeft al aanleiding ge noeg tot critiek. Die geef ik onmiddellijk toe i vaak onrechtvaardig kan genoemd worden. De huidige directeur van het Semi-ge- meente-bedrijf, ir. Montijn, is een stevige voortvarende leider, die weet wat hij wil. On der Zijn bestier is bij de Haagsche tram veel verbeterd, is een ideaal-verbinding Holl. Spoorstation-Scheveningen (lijn 11) tot stand gekomen, zijn vele nieuwe, groote en mooie exemplaren aan het wagenpark toegevoegd, werden oude tnammetjes omgebouwd in modemen geest. Nieuwe verbindingen werden in 't leven ge- roepen. Verschillende uithoeken der stad ver- loste men uit hun isolement, ook door middel van een aantal bus-verbindingen. Niettegenstaande dat al bewogen de inkom- sten van het bedrijf zich in dalende richting. Via het aanbrengen van groote reclame-bor- den aan de zijkanten der tramwagens trachtte men aanvankelijk het tekort te stoppen. Ook dAt baatte niet. Er zijn inderdaiad niet zoo weinig Resi- dentialen, die de tram „met een droog oog" zouden zien verdwijnen. In de jaren '22 en '23 is gebleken dat, liet men de vrije krachten in het maatschappelijk leven hun gang gaan, onze tram het loodje spoedig zou leggen. Want in een minimum van tijd verschenen op de Haagsche vlakte tientallen busjes, die allerlei verbindingen tot stand brachten. Over 't algemeen waren 't weinig fraaie exemplaren, haastiglijk in el- kaar geflanste vehikels, waarin de passagiers zich in allerlei bochten moesten wringen om zonder blessuur aan hoofij en beenen ter be- stemder plaatse te arriveeren. En toch: de busjes zaten ei- en tjokvol! De zaken liepen best. De ondernemertjes kwamen schielrjk op, hun kantoren, aanvankelijk in armoedige vertrekjes ondergebracht, werden overge- bracht naar aanzienlijker omgeving. Ook het materiaal onderging spoedig sterke verbete- ring. Het bestaan der oude, Haagsche tram begon op bedenkelijke wijze in de knel te ge- raken. De concurreerende busjes ,,stroopten" de tramhalten af, pikten de passagiers op, die ongeduldig op de langzaam voortzeulende tram stonden te wachten. De Haagsche vroeden hebben er ten slotte een stokje voor gestoken. In 'n soort hoera- stemming werd tot de fusie der tram met de gemeente besloten, waarmee gelijk alle con- cessies aan de autobus-ondernemingen werden ingetrokken. De tram kreeg het alleen- recht. Zeer tot het leedwezen van tallooze Hof- stedelingen had eind-'24 de „begrafenis" plaats der particuliere bussen. De onderne- mers, die pas veel geld aan materiaal-ver- betering hadden uitgegeven, haalden een „reuze-strop". Hun verzoek aan den Gemeen- teraad om nog slechts zes weken verlenging van de vergunning, waardoor een groot deel van het deficit kon worden goedgemaakt, werd... afgewezen. Toen nu dus den lokalen bussen de nek om was gedraaid, begon de strijd tegen de in- terlokale-concurrenten. 't Eerst was aan de beurt de A. B. C.-ondememing, die een ver binding met Delft onderhield. Op zeer klein- zielige wijze werden deze bussen gecontroleerd en de allergeringste overtreding gaf aanlei ding tot een proces-verbaal. Maar de bus- sen der H. T. M., die spoedig naast de A ,B. •C.-exemplaren denzelfden dienst gingen on derhouden behalve de gewone tram werden met rust gelaten... Men begrijpt wel dat de particuliere dienst 't aan het einde heeft moeten afleggen tegen de machtige H. T. M. De „laatste der Mohikanen" was de Z. H. A. M.-bus, die een dienst onderhield tusschen Scheveningen en Rotterdam. Ook hier werd dezelfde benepen methode toegepast. Men weigerde aanvragen voor vaste halten, legde overal ,,zout op", speurde naar overtredingen, enzoovoorts. Aan welke zijde de overwinning te boeken zou zijn, werd eveneens al-gauw duidelijk. Verdwenen is de Z. H. A. M.-bus echter niet. Maar: directeur van deze on- dememing is geworden ir. Montijn, de bewind- voerder der H. T. M.! Zoodat zij een ,,per- soonlijke unie" heeft gevormd met het Semi- gemeentebedrijf. En nu openbaarde zich plotseling een zeer-toegevende gezindheid ten aanzien van deze interlokale bus-verbinding. De aanvankelijk-geweigerde halten die om „verkeers-technische redenen" niet konden worden toegestaan werden nu ineens grif ingewilligd, geen stroobreed werd het busje meer in den weg gelegd... Kijk, zulke dlngen zetten bij de ingezete- nen ,,kwaad bloed". Men voelt dat hier widens of onwillens onrecht is gepleegd, dat hier met twee maten wordt gemeten. Al dergelijke dingen dragen er dus niet het hunne toe bjj de populariteit der Haagsche tram die dit jaar eigenlijk, in den meer- modemen vorm, dertlg jaar bestaat (de al- leroudste „electrische" dateert van 1891) te verhoogen. Maar al deze dlngen zou men vermoedelijk wel spoedig vergeten het leven gaat bu rner snel! als onze tram thans maar vol- deed aan de modeme behoefte: vlug en goed- koop vervoer. Het m.i. domste stukje, dat men had kun nen uithalen, was wel de onlangs ingevoerde tariefsverhooging van niet minder dan 25 voor hen, die geen vijf-, tien- of twintig-rit- tenkaart koopen. Anders is de vermeerdering De leuze, door een aantal fiets-handelaren per advertentie en raambiljet aangeheven, luidend: ,,Het tramtarief verhoogd de rij- wielprrjzen verlaagd", slaat in. Het aantal fietsers in Den Haag neemt nog dagelijks toe. Ook de lage taxi-prijzen halen de menschen uit de tram. Dezer dagen is in de Haagsche pfers het bericht verschenen, dat de tramdirectie op- nieuw voor het feit staat, dat de geldmidde ien tekort schieten. Men overweegt ontslag aan een tachtig man personeel en... het in- krimpen van den dienst, hetgeen neerkomt op het verlangzamen van de frequentie. Waar moet dat heen? Er zijn nu al Iqnen, die een tienminuten-dienst en 's avonds een twaalf-minuten-dito onderhouden. Z.g. „dub- bel-lijnen", die zich op zeker punt splitsen. Verschillende broodnoodige nieuwe lijnen blij ven achterwege. In onze stad rijdt lijn 21, maar dacht u dat men in 't Haagje inderdaad fefen-en-twintig tram-verbindingen aantreft Lijn 15 Is een Zomerlijn en de nummera 16, 17, 18 en 19 bestaan slechts... op papier': Reken daarbij dat de lijnen 1 en 21, 6 en 13, 5 en 20 z.g. „dubbel-lijnen" zrjn, die voor 't grootste deel dezelfde baan rjjden, doch dicht bij 't eene eindpunt leder een eigen weg gaan. dan komt men wel tot een ander resultaat Wel is er aanvulling door autobussen, waar mee het anders stellig schreeuwende gebrek aan goede verbindingen voor 'n deel wordt aangevuld. De directie doet wat ze kan, maar... de levenssappen. van het bedrijf de „dubbel- tjes"! gaan al-trager vloeien... Nogmaals; waar moet dat heen?!... Er zijn adviseurs bij- de-vleet die de oplossing „in 'n luciferdoosje" ronddragen. Wfeg met al die verouderde tram wagens! raden zij. Gemoderniseerd of niet zoo'n vehikel op rails hoort niet meer in een stad-up to date. Wat we noodig hebben zijn: bussen, groote, luxueuze cars, gelijk de wereldsteden in 't buitenland die hebben, die overal een drie-minuten-dienst onderhouden. Daar moet 't naar toe! De beschermers der tram wijzen dan op het enorme kapitaal, dat in het materiaal is belegd... 't Loopt dik in de millioenen! Dat kan toch maar niet worden weggesmeten. En dan komt een ander bezwaar om den hoek kijken: de gemeente heeft de aandeelhouders der tramweg-maatschappij een zeker percen tage... gegarandeerd! Daaraan kan dus niet worden getornd... De tram moet en aal rijden, hoe dan ook. Of 't moet zijn door in- krimping van den dienst dan wel door ontslag aan personeel of opnieuw tariefsverhooging... of door ten slotte verlaging der toch al niet hooge loonen (waar men thans nog niet aan durft denken!), 't kan niet schelen, de tram moet en zal rijden! Men heeft nu een oppervlakkig idee van de omstandigheden, waarin onze H. T. M. ver keert. Wil men de ondememing niet in een hope- loos parket brengen, dan zal men toch spoe dig het roer 6m moeten gooien. In Amster dam heeft het juiste besef ook postgevat. De tram is er nu eenmaal voor het publiek en wie in de veronderstelling verkeert, dat de belangen van de ondememing eerst veilig moeten worden gesteld om daama te onder- zoeken, in hoeverre men het publiek nog kan gerieven, komt altijd bedrogen uit. Het pu bliek zal dankbaar van een goedkoope en vooral snelle verbinding gebruik maken. Daar schuilt het overigens eenvoudige! ge heim van den smid. Moge men het spoedig eindelijk ontdekkent EIBER. DE TEMFERATUUR IN DE BROEDMACHINE BIJ KIPEIEREN EN EENDEIEREN. Het aantal vragen over broeden en kuiken- ziekten neemt nu weer snel toe en we zullen ons daarom aan het seizoen aanpassen en omtrent een en ander wat vertiellen. le. Ik heb een kleine warmwater-broed- machine waarmede ik met goede resultaten kipeieren uitbroed. Nu heb ik verleden jaar getracht er ook eendeieren mee uit te broeden wat geheel is mislukt. Ik heb een kennis ad vies gevraagd en die zei mij„eendeiereu moeten net gebroed worden als kipeieren, want het gaat toch nergens beter dan onder een kip". In mijn machine ging dat echter heelemaal niet op. Ik broed mijn eieren ge heel zonder vocht, daar ik in een kelder broed. De eendeieren had ik wat meer vocht gegeven. Toch konden zij slecht uitkomen, de schalen waren zoo hard als glas. Is een machine ge- schikt voor kipeieren daarom nog niet goed voor eendeieren? Zijn Khaki Campbells moei- lijker uit te broeden dan witte Ioopeenden? Laten wij eerst deze vraag eens bekijken. Schijnbaar heeft de kennis die zegt dat een kip met goed gevolg eendeieren kan broeden gelijk, doch feitelijk is er een fout in zqn redeneering. Een eendenel zal theoretisch het best door een eend uitgebroed worden en dat gebeurt dan in de natuur meestal dicht bjj het water en in een betrekkelijk vochtig nest. Verder gaat de eend van tijd tot tijd te water en komt dan ook al weer vochtig op de eieren terug. Theoretisch zullen we dus kunnen ver wachten dat bij het broeden van eendeneieren de temperatuur lager zal zijn en de vochtig- heidsgraad hooger dan bij kipeieren. Door proeven heeft men gevonden dat dit inder daad juist is en dat men met eendeieren de beste resultaten verkrijgt bij een lage tempe ratuur in de machine en meer vocht. Hoe moet nu om te beginnen de tempera tuur zijn? Door allerlei proeven onder kippen en in machines heeft men gevonden dat men de beste resultaten krijgt bij een temperatuur van 103 gr. F. (ongeveer 39.5 gr. C.) op de hoogte van den bovenkant der eieren. Dit is een zeer belangrijk punt waar ik even bij stil moet staan. Bij de meeste machines wordt de warmte als het ware van boven af langs de eieren naar beneden gedrukt en is de tempe ratuur ter hoogte van de verwarmingsbuizen ongeveer 49 gr. Hoe hooger dus in de machine hoe hooger de temperatuur en als deze nu In de machine op de hoogte van den bovenkant van kipeieren ongeveer 103 gr. F. is dan is dus de temperatuur op de hoogte van den bovenkant van eendeieren, die veel grooter zijn, ook hooger, ongeveer 103,5 tot 104 gr. In plaats van lager dan kipeieren broeden we dus in zoo'n machine te hoog als we niet oppassen. Met een kip is dat wat anders. Die zal aan den bovenkant der eieren ook 103 gr. veroorzaken, doch door de eendeieren dikker zijn, zijn ze dus aan den onderkant weer veel lager. Nu rolt de kip de eieren iederen dag verschillende malen van hun plaats, zoodat de koelere onderkant boven komt en de warmere bovenkant onder. De kiem drijft echter los in het ei en blijft ongeveer op de zelfde hoogte en zal dus bij een eendenei onder de kip van- zelf al lets lager zijn dan bij een kipei. Om nu dit effect in een broedmachine te berei ken moeten we zorgen dat de temperatuur op- de hoogte van het bovenvlak der eieren slechts 102 gr. F. is en om daar zeker van te zijn, moeten we dus ook zorgen dat de kwikbol van de thermometer hooger staat dan gewoonljjk als we kipeieren broeden. Bij de gewone types van staande thermo meters moet men dus de voet verhoogen en bij hangende thermometers moet men ze hoo ger hangen. Ziedaar dus fefen punt. Broedt men in een machine die goed is voor kipeieren eendeieren dan komt daar weinig van terecht, omdat de temperatuur veel te hoog is. Plaats daarom in zoo'n machine de kwikbol van den thermo meter hooger en zorg dat de thermometer op 102 gr. staat. Later in de 3e en 4e week, als de eieren zelf warmte geven, mag men wat hooger gaan, n.l. tot 103 gr. Nu het vocht. Zelfs in een kelder kunnen eendeieren nog veel extra vocht verdragen. Dat hangt veel af van de plaats, de buiten- temperatuur, enz. Bij koud weer is er weinig vocht in de lucht en moet men dus meer toe- dienen. Ik heb altijd beste resultaten gehad met mijn eendeieren in mijn kelder, die feite lijk rondom in het moeras staat (Rotterdam is eigenlijk een soort moeras) met na de eer- ste week de eieren twee maal per dag, direct na het keeren, met een bloemenspit met lauw water goed nat te spuiten. Daama onmiddel lijk weer in de machine. Gedurende de laat ste week ook nog vocht in bakjes in de machine zelf, hetzij in schoteltjes met zand of watten of een oude spons. Verder niet te veel luchtgaten open, vooral de eerste weken niet. Dr. TE HENNEPE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 8