KAMER VAN KOOPH. EN FABRIEKEN VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN TE TER NEUZEN. De VOORZITTER: Maar dan moet ook worden aangegeven waaromWij hebben wel gevoeld, dat men daarop prijs zou stellen, maar er moeten argumenten aangevoerd worden. De beer SGHEELEi merkt op, dat er nu stemmen opgaan, om uitbreiding te geven aan de winkels waarin op Zondag mag worden verkocht; de heeren die daarvoor gevoelen, hebben daartoe het voile recht,. maar spreker moet verklaren, dat hij daartegen principieel bezwaar heeft en zich dan ook met zijn stem tegen die uitbreiding zal verzetten. De heer VERLINDE heeft van den heer Scheele niets anders verwacht; het komt er natuurlijk op aan, of er in den raad een meerderheid voor is. De heer VAN AKEN kan niet begrijpen, dat een dergelijke uitzondering wordt voorge- steld, hij vindt dat droevig en kan maar niet begrijpen, dat men op Zaterdag geen gelegen- heid zou krijgen, zich van sigaren te voorzien. Hij staat daar verstomd van. De heer DE JONGE wijst er op, dat, wan- neer wordt voorgesteld op Zondag ook de ge- legenheid te hebben rookartikelen te koopen, dat niet geschiedt met het oog op de ingeze- tenen, doch dat men er rekening mee moet houden dat het hier een plaats is met inter- nationaal verkeer, dat hier veel vreemdelin- gen komen, met treinen, bootjes, jachten enz. Dat zijn geen schippers, want die kunnen overal ten alien tijde terecht, doch die men- schen hebben toch ook behoeften. Dit is vol- gens hem voldoende motief om ook rookarti kelen te koop te stellen. De heer HAMELINK stemt daarmede in. De heer DE JONGE vestigt voorts de aan dacht op 15 Augustus, dat is voor Sluiskil toch feestdag, dan zullen de winkels dus ook langer mogen open blijven. De VOORZITTER merkt op, dat die datum in de wet is vastgelegd. De heer VAN AKEN geeft voorts te ken- nen, dat hij met betrekking tot het sluitings- uur nog op hetzelfde standpunt staat, dat door hem bij de vorige behandeling is ontwik- keld. Hij vindt het niet billijk dat de winkels gedurende den zomer een uur langer open zullen mogen zijn, aangezien daarvan alleen profiteeren die zaken welke in den zomer de drukte hebben, doch de winkels die hun voor- naamsten omzet hebben in den winter kunnen daarvan niet genieten. Hij ondervindt dat ook in zijn eigen zaak, al doet hem dit niet hier- voor optreden, want na 8 uur komen er toch zddveel menschen niet meer. Hij wijst echter o.m. op de dagen voor St. Nicolaas. De VOORZITTER: Daar is door de wet rekening mede gehouden, dan mogen de win kels reeds vanaf 25 November later open blijven. De heer VAN AKEN blijft bij zijn meening en is van oordeel, dat men dan het geheele jaar door de winkels zou moeten open laten tot half 9, of anders liever heelemaal geen latere openstelling, dan is het voor alien gelijk. De heer SCHEELE meent, dat de heer Van Aken wel wat te veel let op de winke- liers in Ter Neuzen, want dat dit in 't geheel niet de aanleiding is, dat de latere openstel ling wordt voorgesteld. Dat voorstel, om ge durende den zomertijd de winkels 1 uur lan ger open te houden is gebaseerd op de om- standigheid dat er dan zooveel menschen in den buiten tot 6 uur, half 7 werken en dat het dan 8 uur gepasseerd is, eer ze hier zou- den kunnen zijn, zoodat ze dan, als ze nog wat willen koopen, te laat zouden komen, het- geen niet het geval is, als de winkels tot 9 uur open blijven. Niet voor de winkeliers, maar voor het publiek wordt die afwijking van de wet voorgesteld. De heer DE BARKER verklaart zich voor sluiting om 8 uur, dat kan best. De VOORZITTER: Maar als nu blijkt, dat er menschen zijn die hier om 8 uur nog niet kunnen zijn. De heer DE RAKKER verklaart, dat dit argument op hem niet veel indruk maakt. De buitenmenschen komen 's Woensdags en Zaterdags naar Ter Neuzen en hebben dan voldoende gelegenheid om te koopen. Als de winkels om 8 uur gesloten worden, kunnen de bediendes ook weg en nog behoorlijk van den avond genieten. Maar als men in den zomer de winkels om 9 uur sluit, wordt dat weer half 10 eer ze weg zijn en dan schiet er van den avond niet veel meer over. Hij ziet niet in, dat ter wille van misschien enkele men schen die dan zoo laat nog zouden willen komen koopen, heel Ter Neuzen een uur lan ger in 't getouw moet blijven. Iemand die dar. ook eens naar buiten wil, wordt daardoor ge- dupeerd. Als men hierop ingaat, bestaat er ook weer de kans, dat er een adres komt van de herbergiers, om een uur later te mogen open blijven. En dat is al eens afgewezen. Spreker zou de sluiting op 8 uur willen houden. De VOORZITTER moet emstig ontraden, daarop in te gaan. De heer COLSEN merkt op, dat men met 't oog op de winkelbedienden niet om 8 uur behoeft te sluiten, want die mag men na dien tijd toch niet houden. Maar na dien tijd staan de winkeliers zelf in hun winkel, die genieten veel meer wanneer ze het in hun zaak nog druk hebben, dan wanneer ze op him gemak achter den kachel kunnen zitten. De heer VERLINDE handhaaft zijn voor stel, om ook de winkels die tabaksfabrikaten verkoopen evenals de anderen des Zondags 4 uur te laten openblijven. De heer DE BAKKER: Wat verstaat u onder „de anderen"? De heer VERLINDE: Die, welke ook ge- noemd zijn in het adres. De VOORZITTER: Die worden ook bedoeld. Het voorstel van den heer Verlinde wordt aangenomen met 10 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren De Jonge, Verlin de, De Bakker, Colsen, Van Driel, Van den Bulck, Van Doeselaar, Hamelink, Geelhoedt en Scheele; tegen stemmen de heeren De Jager, Van Aken, De Bruijn, Van Cadsand en Huijssen. De heer VAN AKEN stelt in afwijking van het voorstel van burgemeester en wethouders voor, in art. 2 der voorgestelde verordening te bepalen, dat de winkels het geheele jaar door tot half 9 uur zullen geopend zijn. Hij wenscht gelijkstelling voor alien, hetgeen nu voorgesteld wordt is onrechtvaardig. De VOORZITTER noemt dat een groot woord, dat hier niet ter plaatse is. De heer VAN AKEN acht dit z66 erg, dat indien het voorstel van burgemeester en wet houders mocht worden aangenomen, hij tegen de geheele regeling zal stemmen. Het voorstel van den heer Van Aken wordt verworpen met 11 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Aken, De Bruijn, De Bakker en Van Cadsand; tegen stemmen de heeren De Jager, De Jonge, Ver linde, Colsen, Van Driel, Van den Bulck, Van Doeselaar, Huijssen, Hamelink, Geelhoedt en Scheele. Hiema komt in stemming het voorstel van den heer De Bakker, om het sluitingsuur steeds op 8 uur te stellen. Dit wordt verworpen met 8 tegen 7 stem- men. Voor stemmen de heeren Van Aken, De Bruijn, De Bakker, Van Driel, Van den Bulck Van Doeselaar en Hamelink; tegen stemmen de heeren De Jager, De Jonge, Verlinde, Col sen, Van Cadsand, Huijssen, Geelhoedt en Scheele. De verordening tot afwijking van bepalin- gen der Winkelsluitingswet 1930 (Staatsblad no. 460), voor de gemeente Ter Neuzen, wordt behoudens de wijziging noodig door aanne- ming van het amendement van den heer Ver linde, vastgesteld zooals die in de vergadering van 28 Januari 1.1. door burgemeester en wet houders is ingediend, met 14 stemmen tegen 1. Voor stemmen de heeren De Jager, De Jon ge, Verlinde, De Bruijn, De Bakker, Colsen, Van Driel, Van den Bulck, Van Doeselaar, Van Cadsand, Huijssen, Hamelink, Geelhoedt en Scheele; tegen stemt de heer Van Aken. Het besluit betreffende de 21 dagen waarop de Winkelsluitingswet niet geldt, gewijzigd zooals in deze vergadering door burgemeester en wethouders aan den raad is kenbaar ge- maakt, wordt met algemeene stemmen vast gesteld. 6. Ontheffing van de verordening houden- de nadere eischen voor verlofslokali- teiten. Burgemeester en wethouders van Ter Neu zen stellen voor, het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen, Gezien een op 9 Februari 1932 ingekomen verzoek van Wilhelmina Adriana Schieman geb. Van der Hooft te Ter Neuzen, om ont heffing van het bepaalde in artikel 1 en 2 der verordening houdende vaststelling van nadere eischen waaraan een lokaliteit moet voldoen, waarvoor verlof wordt verleend voor den verkoop van alcoholhoudenden drank anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van vemoop, voor het beneden voor- lokaal van het perceel De Feijterstraat 43, overwegende dat de oppervlakte 23 M2. en de hoogte 0,54 M. te klein is, dat het betrokken perceel, dat aan de eischen in de Drankwet gesteld voldoet, reeds jaren als verlofslokaliteit wordt gebruikt. terwijl adressante voor rekening van haar thans overleden moeder reeds langen tijd het bedrijf uitoefent, besluit: Aan Wilhelmina Adriana Schieman geb. Van der Hooft, voomoemd, de gevraagde ont heffing der genoemde verordening te ver- leenen. Het voorstel wordt aangenomen met 14 stemmen tegen 1. Voor stemmen de heeren De Jager, De Jon ge, Verlinde, De Bruijn, De Bakker, Colsen, Van Driel, Van den Bulck, Van Doeselaar, Van Cadsand, Huijssen, Hamelink, Geelhoedt en Scheele; tegen st^mt de heer Van Aken. (Wordt vervolgd.) De j.l. Zaterdagnamiddag gehouden verga dering, werd door den VOORZITTER, den heer J. A. van Rompu, geopend met de vol gende rede: Mijne Heeren, Ofschoon reeds eenigen tijd is verloopen, sinds we den nieuwen jaarkring zijn inge- treden, wil ik u toch, in deze eerste vergade ring in dit jaar het welkom toeroepen en de beste wenschen voor u uitspreken, zoo voor uw persoon als voor uwe familie, voor uw zaken en bedrijf, en daaraan de hoop toe- voegen, dat de laatsten voorspoedig mogen gaan. Aangenaam is het mij, bij het uitspreken van deze wenschen weer te kunnen constatee- ren, dat alien, met wie wij in deze Kamer het vorig jaar ingingen nog in wezen zijn, zij het dan ook, dat niet alien nog tot den kring der Kamer behooren. De heer A. A. van de Walle, die sinds de inrichting der tegenwoordige Kamer daarvan deelmaakte, heeft gemeend zich bij de perio- dieke aftreding niet meer beschikbaar te moe ten stellen. Gaarne had ik in de vorige ver gadering op deze plaats persoonlijk afscheid van hem genomen, doch daar hij toen afwezig was, meen ik zeker uit Uw aller naam te spreken, wanneer ik verklaar dat wij met leedwezen zijn besluit hebben vemomen en wij hem ongaame in onzen kring misten. Toen in het jaar 1922 de Kamer voor ge heel Zeeuwsch-Vlaanderen werd ingesteld, en hier menschen zoowel uit het Oosten als uit het Westen bijeenkwamen, ter behartiging van de belangen van ons gewest, ontmoetten hier personen elkaar, die wellieht voor dien tijd van elkaar zelfs niet bij name hadden gehoord. Ik ben overtuigd, dat sedert die eerste verga dering, waarbij wij ook alien den heer Van de Walle hebben leeren kennen, vriendschaps- banden zijn geknoopt, dat men heeft geleerd elkaar te waardeeren, en dat dit ook zeker het geval is geweest met den heer Van de Walle, door de welwillendheid door hem steeds betoond. Hoewel het ons sprjt, moeten wij het billijken, dat hij den tijd om rust te nemen voor hem aangebroken achtte. Ik wil hem van deze plaats dank zeggen voor al hetgeen hij als lid der Kamer en daar buiten in het be- lang van Zeeuwsch-Vlaanderen heeft verricht. Wij wenschen hem een lang leven toe en spre ken de hoop uit, dat hij nog lange jaren van zijn rust zal mogen genieten, hem de verzeke- ring gevende, dat hij bij ons steeds in aange- name herinnering zal blijven, evenals hij naar we hopen met genoegen zal terugdenken aan de 10 jaren die hij als lid der Kamer met ons doorbracht. De heer L. de Feijter keerde niet in de Kamer terug, als gevolg van de uitspraak der kiezers. Ook daarin moet worden berust, of schoon wij hem ongaame missen, te meer waar w\j meermalen van zijn adviezen konden profiteeren, in zaken met betrekking tot on- derwerpen den landbouw rakende. In dit op- zicht zal zijn heengaan een leemte achterlaten. Sinds zijn optreden als lid van dit college gaf de heer De Feijter door zijn optreden blijk, dat de vlasindustrie in het bijzonder zijn be- langstelling had. Op zijn voorstel heeft de Kamer herhaaldelijk vertogen tot de Regee- ring gericht om steun voor die vo6r 10 jaren •reeds bedreigde industrie. Het kan voor den heer De Feijter een voldoening zijn, dat juist in het laatste jaar, nu op zijn initiatief met medewerking der Kamer een comite voor be- vordering der vlascultuur en -industrie werd gesticht, ten slotte een resultaat werd ver- kregen, als schonk dat resultaat dan niet dat- gene wat men redelijker wijze meende te mogen verwachten, en al is het ook te betreu- ren dat de cultuur en de industrie eerst zoo- zeer aan lager wal zijn moeten geraken eer een reddende hand is uitgestoken. Wij zullen ook den heer De Feijter gedenken als een ijverig lid, die met ons steeds heeft getracht de belangen van het gewest te dienen. Voorts heet ik opnieuw in dezen kring wel kom de heer Stevens, die reeds vroeger deel maakte van de Kamer, en verwacht dat hij weer evenals vroeger zijn krachten zal wil len wijden aan de zaken der Kamer en de be langen van Zeeuwsch-Vlaanderen. In den heer Van der Peijl begroeten we een nieuw lid, maar toch is hij voor velen onzer geen onbekende. Waar ik hem hartelijk wel kom heet in onzen kring, spreek ik de hoop uit, dat de heer Van der Peijl de kennis en doorzicht waarvan hij in het besturen zijner zaken blijk geeft, ook zal willen dienstbaar stellen voor de belangen die aan de zorgen der Kamer zijn toevertrouwd, en wij, waar noodig, ook van zijn voorlichting zullen kun nen genieten. Den heer Risseeuw, die bericht zond dat hij niet kon tegenwoordig zijn, als gevolg van een ongesteldheid, die reeds eenigen tijd geleden is ingetreden, doch thans in de goede rich- ting gaat, wensch ik een voorspoedig alge- heel herstel toe. Overigens hoop ik, dat ons alien weer de noodige krachten en beleid zullen worden ge- schonken om onze taak als bestuurders en leden der Kamer te vervullen, en dat, onder Gods Zegen, onze arbeid zal strekken tot be- vordering der algemeene landsbelangen en die der streek die wij vertegenwoordigen in het bijzonder. Wanneer ik voorts als naar gewoonte een terugblik geef over het verloopen jaar en des- zelfs resultaten voor het bedrijfsleven in het algemeen, dan spreekt het wel van zelf, dat dit, bij de inzinking over de geheele linie die wij beleven, geen aanleiding geeft tot opge- wektheid. Ik sprak het vorig jaar reeds de hoop uit, dat we spoedig het eind zouden mogen beleven van den economischen druk, waaronder bijna de geheele wereld in econo- misch opzicht verkeerde, doch we hebben in- middels ondervonden, dat we toen het hoogte- punt van den druk nog niet hadden beleefd, en deze inmiddels nog zwaarder, nog alge- meener is geworden, en jammer genoeg be- vestigt deze toestand de vrees die ik in vorige jaren meermalen uitsprak, dat zelfs de welvaart die toen bij verschillende branches heerschte een schijn-welvaart; zonder vasten ondergrond toescheen, die op korten tijd kon worden vernietigd, ten voile, al was een in zinking zooals we die thans beleven wel door niemand verwacht. Het spreekt wel van zelf, dat ook het ge- bied onzer Kamer de gevolgen van den toe- stand ondervindt. De gevolgen der inzinking zijn hier eerst later ondervonden, maar werk- ten daama ook sneller en werden scherper gevoeld. Terwijl zich die gevolgen elders in ons land reeds begonnen te doen gevoelen, heerschte hier nog een zekere welvaart, als gevolg van den bouw van het uitgebreide fabriekscomplex te Sluiskil, dat tijdelijk een zeer groot aantal werkkrachten, van geheel Zeeuwsch-Vlaanderen en daar buiten tot zich trok, en vooral welvaart bracht aan den middenstand. Toen na de voltooing der fabriek dit werkobject verviel en het aantal benoodigde werkkrachten sterk verminderde, was bij de voortschrijdende algemeene inzin king, de terugslag die daarvan het gevolg was zeer sterk en kreeg men op vele plaat- sen in ons district met groote werkloosheid te kampen, hetgeen de een na de andere ge meente noopte tot ingrijpen, hetgeen een zwaren last op de gemeenten legt. Bevolking. Indien ik de aan de Kamer toegezonden statistieken betreffende den loop der bevol king van de verschillende gemeenten in het district bezie, was het verloop in de meeste gemeenten vrij normaal. Blijkens de door de verschillende gemeenten aan de Kamer ver- strekte cijfers bedroeg het aantal inwoners op 1 Januari 1932: 81.305 en op 1 Januari 1931: 81.200, alzoo een toename van 105. Groote schommelingen kwamen in de gemeenten niet voor. Opmerkelijk is het, dat de bevolking van alle kleine gemeenten (die beneden de 1000 inwoners) nog steeds terugloopt. Loodsgeld. Van hetgeen in het overzicht van vorige jaren werd aangestipt, kunnen verschillende punten herhaald worden. De loodsgelden- kwestie bleef onopgelost, en is thans uitge- breid tot een kwestie voor alle Nederlandsche havens, die daarvan de nadeelen ondervinden, zonder voor het oogenblik uitzicht op een op- lossing te bieden. Electrificatie kanaalbruggen. Evenzoo is het met de electrificatie der kanaalbruggen te Sluiskil en Sas van Gent, waarvan de tot stand koming toch niet alleen het landverkeer maar ook dat te water zou ten goede komen. Te betreuren valt- het daarom, dat de intemationale politieke toe- stand de oplossing dezer kwestie tegen houdt, en met een verruimd kanaal en het bouwen eener nieuwe sluis, ten behoeve der Gentsche haven zal moeten wachten op de ratifica- tie van een eventueel verdrag tusschen Nederland en Belgie. Verdrag met Belgie. Hiermede ben ik gekomen op een punt, dat in de laatste maanden weer vele tongen heeft losgemaakt en pennen in beweging gebracht, ik bedoel: het Verdrag Nederland-Belgie. Omtrent de onderhandelingen die daarover zouden zijn gevoerd en de resultaten die daar mede zijn verkregen, zijn verschillende ge- ruchten verspreid, geruchten, die, indien ze juist zijn, begrijpelijk in de daarbij het nauwst betrokken kringen onrust hebben gewekt. Ik vind evenwel geen aanleiding, thans op deze zaak nader in te gaan of een oordeel uit te spreken. Uit het vroeger (verworpen) verdrag bleek, dat de Zeeuwsche, in het bij zonder de Zeeuwsch-Vlaamsche belangen, zon der nog te spreken van die der haven te Ter Neuzen, daarbij zeer nauw konden betrokken zijn. Over al die onderdeelen zwijgen de ge ruchten. Voor ons meen ik voorloopig het standpunt te moeten aanbevelen, met het uit spreken van een oordeel te wachten tot we daarover worden ingelicht, vertrouwende op de bij verschillende gelegenheden door den be trokken bewindsman uitgesproken belofte, dat de reeds jaren achtereen door ons bij hem bepleite belangen bij een te sluiten verdrag niet uit het oog zullen worden verloren. Havenwerken van Ter Neuzen. Hoewel door de Staten-Generaal in beginsel gunstig was besloten over het regeeringsvoor- stel tot het uitbreiden der havenwerken al- hier met een derde, ruime kanaalhaven, is de nood der tijden oorzaak geworden dat op de Staatsbegrooting voor 1932 aanvankelijk slechts 15.000, nog teruggebracht tot 5000 kon worden uitgetrokken. Van wege de Kamer en het gemeentebestuur, ook gesteund door het provinciaal bestuur, is, toen vemo men werd dat werd uitgezien naar objecten voor werkverschaffing in deze provincie, de aandacht van den Minister van Binnenland- sche Zaken en Landbouw op deze productieve werkverschaffing gewezen. Onder de aan dacht werd gebracht dat, indien dergelijk werk niet met de meest geperfectionneerde machi nes zou worden verricht, het een werkver schaffing voor tal van menschen zou beteeke- nen en de kassen die nu voor steunuitkeering moeten worden aangesproken aanmerkelijk zou ontlasten. Van wege den Minister van Waterstaat is echter bericht ontvangen, dat, op grand van het ontbreken van een daarvoor voldoenden post op de begrooting, met dit werk niet kan worden begonnen. Toen op dit werk de aandacht werd gevestigd was bij ons de verwachting gerezen of mogelijk uit de fondsen voor bijdragen voor werkverschaffing en steunuitkeeringen uit het betrokken Departement niet een voldoend bedrag aan Waterstaat kon worden beschikbaar gesteld, om met dat werk aan te vangen. Hoewel de zeevaart op de haven van Ter Neuzen het afgeloopen jaar niet druk was, bleek toch nog steeds van een tekort aan terrein. Ondanks de voortdurende afwijzin- gen kwamen nog geregeld verzoeken tot het beschikbaar stellen van opslagterrein in, die moesten worden afgewezen. In het laatst van het jaar werd aan het Bureau mededeeling gedaan van een nieuwe poging tot het ver- krijgen van een terrein voor het bouwen eener groote meststoffenloods. Geleerd door de er- varing en de voor het beheer der haven van wege den Rijkswaterstaat aangenomen stel- ling, verwaohtte de hierbij betrokken firma toch geen resultaat van een aanvraag. Wegens het groote belang, dat voor de haven bij een dergelijk ddpot betrokken is, is van wege het Bureau met medewerking van het gemeentebestuur van Ter Neuzen bij het Departement van den Rijkswaterstaat een poging gedaan, dit gunstig te stemmen voor een eventueel definitief verzoek. Het is toch zeker van groote beteekenis, dat een inrich ting gevestigd wordt die uitzicht biedt op bijna voortdurend werk voor een aantal werk- lieden, wanneer men let op de enorme bedra- gen die thans wegens ondersteuning moeten worden uitgekeerd. Er was onder deze om- standigheden alle aanleiding voor, te nemen wat men krijgen kon, en niet in afwachting te blijven of er misschien eens iets anders komt. Dat vestiging van depots van mest- stoffen van beteekenis zijn ondervinden we hier reeds, maar er kan ook voor verwezen worden naar den strijd tusschen Antwerpen en Rotterdam over de kali-depots. De betrok ken firma was ook bereid om zelf voor het bouwen der noodige loods te zorgen. Na de conference meende men de betrokken auto- riteiten gunstig voor het verzoek te hebben gestemd, doch dezer dagen kwam het teleur- stellende korte bericht, dat het verzoek niet werd ingewilligd, omdat inwilliging niet werd geacht te zijn in het belang van de exploita ble der haven. Een dergelijke ervaring is doodend voor alle particulier initiatief, dat in deze zware tijden nog iets tracht tot stand te brengen, dat in het algemeen belang moet worden geacht. Het gevolg van die afwijzing is geweest dat in een buitenlandsche haven onderhandelingen zijn aangeknoopt voor het vestigen van dat ddpot en gelet op hetgeen men daar waarneemt, mag verondersteld wor den dat het daar met open armen zal zijn ont vangen. Het zijn te betreuren tegenstellingenaan de eene zijde tal van werkloozen, zoeken naar (dikwijls onproductievewerkobjecten, aan de andere zijde afwijzen van een te verkrijgen werkgelegenheid, door vasthouden aan een standpunt, waarvoor, door veranderde om- standigheden, geen grond meer bestaat. Kanaal AxelHulst. De kanaliseering van Zeeuwsch-Vlaande ren verkeert nog in hetzelfde stadium en het is niet te verwachten dat daarmede onder de tegenwoordige omstandigheden voortgang zal gemaakt worden, evenmin als met de be- staande plannen voor uitbreiding van tram- lijnen. Voor verbetering van enkele verbindings- wegen te land zijn de vooruitzichten beter geworden, de weg die aansluiting zal geven van den Verbindingsweg tusschen Oost-, en West Zeeuwsch-Vlaanderen met IJzendijke is reeds in uitvoering. Stoombootdienst. Voor den stoombootdienst op de Wester- Schelde waren verschillende verbeteringen in uitvoering, als: de bouw der nieuwe veer- boot voor den dienst Vlissingen-Breskens, de ,,Prinses Juliana", inmiddels voltooid, de aan- besteding van een dergelijke, kleinere veer- boot voor den dienst Walsoorden-Hansweert, de verbetering van het steiger te Walsoorden met losse kleppen, die het lossen of laden van voertuigen op verschillende waterstanden ver- gemakkelijken, de werkzaamheden voor de nieuwe aanlegplaats te Hoedekenskerke, waarnaar vooral door de automobilisten met verlangen wordt uitgezien. Een schaduwzijde dreigde, toen de Minister van Waterstaat be richt zond, dat hij meende voor den dienst VlissingenTer Neuzen niet langer een rijks- bijdrage te kunnen verstrekken, waardoor het gevaar ontstond dat de provincie niet in staat zou blijken dien dienst geheel voor eigen rekening te kunnen uitvoeren en zij al zoo zou moeten vervallen. Het is mij een genoegen thans te kunnen meedeelen, dat al- thans voor het jaar 1932 dat gevaar is afge- wend, terwijl ondertusschen nu er de aan dacht op was gevestigd, verschillende onjuiste meeningen die over dezen dienst bestonden, beter zijn ingelicht. Ik wil hopen, dat dus juist uit het dreigend gevaar, voor dien dienst iets goeds geboren is. Havenverkeer. De bedrijvigheid in de haven te Ter Neuzen was geringer, voornamelijk wegens het ont breken van houtaanvoer, dat veel arbeids- krachten vordert, terwiji de aanvoer van ijzer en pijpaarde drukker was, die van meststoffen normaal. Er kwamen met inbegrip van die voor Sluiskil binnen 254 zeeschepen met een inhoud van 250.296 reg. tonnen, terwijl 2879 binnenschepen met een inhoud van 469.406 reg. tonnen hier lading aanbrachten en 2751 binnenvaartuigen, metende 594.644 reg. ton nen van Ter Neuzen met lading vertrokken. Blijkens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek was het totaal van het haven-verkeer (in- en uitvoer) te Ter Neuzen (w. o. Sluiskil ter zee 455.836, langs de rivie- ren 631.410 samen 1.087.246 tonnen, welke cijfers over het jaar 1930 waren resp. 521.086, 733.299, samen 1.254.385 tonnen. De aanvoer van steenkolen was hooger. Met bestemming voor Gent werden opge- schut 2809 zeeschepen, met een inhoud van 2.379.571 reg. tonnen, tegen 3040 met 2.660.184 in het jaar te voren. Voor Sas van Gent kwamen binnen 56 zee schepen, met een inhoud van 48.650 reg. ton; het jaar te voren 46 schepen met 42.330 reg. ton inhoud. Om te lossen kwamen te Ter Neuzen bin nen 2879 binnenschepen met een inhoud van 469.406 reg. tonnen (het jaar te voren 2858 met 580.652 ton) terwijl met lading vertrok ken 2751 binnenschepen, metende 655.064 ton, (het jaar te voren 2588 metende 655.064 ton). Het aantal schepen was alzoo ongeveer ge lijk, de inhoud geringer. Dit moet worden toe- geschreven aan een veel geringeren aanvoer van grint en zand, en van stukgoederen. Ruimer was de aanvoer van gebakken steen, aardappelen. vischsoorten en gemengde lading. Geringer was de uitvoer van stukgoe deren, ijzer en erts, terwijl ruimer was die van natuursteen en meststoffen. Aan de Axelsche Sassing kwamen 538 schepen, metende 66.837 reg. ton en vertrok ken 539 schepen, metende 66.937 reg. tonnen (het jaar te voren waren die cijfers resp. 936 schepen met 115.979 reg. tonnen aangekomen en 937 met 116.230 reg. tonnen vertrokken). Uit de specifieke gegevens blijkt, dat het aan tal aangevoerde en uitgevoerde ladingen geen belangrijke schommelingen vertoont, doch de teruggang in het aantal schepen voortspruit uit een belangrijk grooter aantal schepen, dat in het jaar 1931 ledig aankwam of vertrok. Met betrekking tot de havens kan nog ge- memoreerd worden, dat door de spoorweg- maatschappij MechelenTer Neuzen aan de Zuidelijke kanaalhaven te Ter Neuzen 2 modeme electrische kranen werden geplaatst, die het mogelijk maken op korten tijd groo- tere hoevoelheden kolen e.d. te lossen, hetgeen met het oog op de scherpe concurrentie met andere havens een dringende eisch was ge worden. De cgfers van den spoorweg Mechelen Ter Neuzen vertoonen, voor wat het Neder landsche gedeelte betreft eenigen teruggang in het passagiers-vprkeer. Daaruit blijkt, dat de cijfers een jaar tevoren ook waren opgevoerd door de drukte van het werk te Sluiskil, terwijl als gevolg van de beeindiging^ van den fabrieksbouw de aanvoer aan het station te Axel zeer belang rijk daalde, terwijl de uitvoer eenigszins terug- ging. Voor Ter Neuzen waren zoowel voor uit- als voor invoer de cijfers lager. De cijfers van de tramwegen geven even min een bemoedigend beeld, hetgeen wel nie mand verwonderen zal, wanneer men heeft ge let op den veel geringeren uitzaai van suiker- bieten, en de geringe opbrengst van dat pro duct, aangezien het vervoer daarvan voor de tramwegen een belangrijke bron van inkom- sten beteekent. De Ter Neuzensche scheepsbouwwerf heeft in den loop van het jaar wegens gebrek aan orders haar personeel moeten inkrimpen en heeft daamg met beperkt personeel, dat voor een deel om de andere week werkte het be drijf in exploitatie gehouden. Reparatiewerk was bevredigend, doch orders voor nieuwbouw zijn bijna niet te bemachtigen, waarom de werf ook dringend uitziet naar opdrachten van officieele lichamen, die op haar gebied iets laten uitvoeren. De tegelfabriek van de Bouwmaterialen- maatschappij ,,De Hoop" was in het begin van het jaar stilgelegd, voor opruiming van# den gedurende 3 jaar geproduceerden grooten voorraad, terwijl ook verwacht werd daling van prijzen der grondstoffen, die inderdaad is gevolgd. Het voomemen bestond, in het begin van het volgend jaar weer met de fabricage aan te vangen, hetgeen gevolgd is. In de te Ter Neuzen gevestigde Zeeuwsch- Vlaamsche stoomwasscherij heerschte voort durend een bevredigende bedrijvigheid en blijkt deze in een bestaande behoefte te voor zien. De cokesfabriek te Sluiskil heeft in verband met den algemeenen toestand, die aanleiding gaf tot aanzienlijke inkrimping van de pro- ductie der metallurgische bedrijven ook hare productie belangrijk moeten verminderen, en er is geen reden aan te nemen, dgt dit in de naaste toekomst zal veranderen. In de daamaast gestichte stikstoffenfabriek van de Compagnie Neerlandaise de l'Azote heerscht in tegendeel groote bedrijvigheid. Als gevolg van het uiteenvallen van het stikstof- syndicaat kregen deze fabrieken, die geconr tingenteerd waren meer vrijheid, en kan ge- zegd worden dat in verband hiermede de ge- produceerde hoeveelheden grooter zijn dan anders het geval zou zijn geweest en er als gevolg daarvan ook meer arbeiders in dienst zijn. De spiegelglasfabriek te Sas van Gent on- dervond in nog heviger mate dan het vorig jaar de gevolgen der ontwrichting van de wereld-economie. In het binnenland bleef de omzet bevredigend, doch voor export was de toestand zeer ongunstig en werd verdere in krimping van het bedrijf geboden. De afdeeling chemische producten onder- vond evenzeer de gevolgen der malaise en moest in verschillende afdeelingen de pro ductie verlagen; alleen die van geconcen- treerd zwavelzuur werkte op vol productie- vermogen. De blauwselfabriek die op beperkte wijze weer in bedrijf was gebracht is aan het eind van 't jaar stilgelegd; zij werkte voorname lijk voor export en kan door de hooge tarief- muren niet meer met vrucht concurreeren met het buitenland. In de afgeloopen campagne werkten te Sas van Gent weer de beide suikerfabrieken. Het zal niet noodig zijn, veel uit te wijden over de resultaten, aangezien het van algemeene be- kendheid is, dat door de daling van den suiker- prijs op de wereldmarkt de vooruitzichten voor de beetwortelcultutir en de suiker- industrie zeer moeilijk zijn. Ondanks den steun der Regeering was de cultuur voor de telers niet loonend, aangezien zich bij den lagen prijs ook nog voegde geringe opbrengst. Voor de stijfsel- en glucosefabriek te Sas van Gent was de toestand op de binnenland- sche markt niet gunstig. Eenige afdeelingen moesten op verminderde productie in exploi tatie worden gehouden, doch die voor export konden ongeveer op peil worden gehouden. De intemationale tariefmuren zijn hiervan ook al een gevolg. De textielfabriek „Zelandia" te Sas van Gent werkte vriji geregeld; zij streeft voor het bedienen harer clienteele uit eigen productie naar uitbreiding. De te Hulst gevestigde fabrieken van tri- cotages hadden voortdurend werk, doch moe ten steeds meer en meer met concurrentie en mode rekpning houden. De industrie van bisquits en suikerwerken. die zich te Breskens heeft gevestigd, ontkomt begrijpelijk ook niet aan de gevolgen der om standigheden, en ondervindt voor den export naar Oost- en West-Indie ontzettende con currentie van Rusland en Japan, die tot onge- looflijke prijzen aanbieden. Toch laat men daar den moed nog niet zakken aangezien een der ondememingen aanving met den bouw eener nieuwe fabriek voor de productie van suikerwerken. Mosselcultuur. De resultaten van de mosselcultuur waren het afgeloopen jaar minder bevredigend, dan het jaar te voren. Er was wel zeer veel vraag, doch de prijzen waren sterk gedaald, uit oor zaak van het aanbieden van consumptie- mosselen uit de Zuiderzee tegen zeer lage prij zen, door aldaar gevestigde Zeeuwsche vis- schers. Aan het visscherijbestuur is verzocht daaraan een eind te maken, aangezien die visschers geen pacht betalen en him bedrijf minder exploitatiekosten vergt en minder risico biedt. Visscherij. De visscherij, die voornamelijk te Breskens wordt uitgeoefend, gaf verdeelde resultaten. De sardijnvangst staat wegens het wegblijven van dit vischje vermoedelijk te verdwijnen, doch er werden belangrijke hoeveelheden gar- nalen aangevoerd. Deze verliest het karakter van seizoenbedrijf hetgeen uitbreiding van handelsrelaties ten goede komt. Het puf- verbod, waarover in het vorig jaar geklaagd werd, is tijdelijk opgeheven. Klompenindustrie. Voor de klompenindustrie, die voornamelijk te Clinge en Koewacht wordt uitgeoefend, was het jaar 1931 bevredigend, wegens tamelrjk goeden afzet en vasten prijs van de klompen. De klompenbeurs te Clinge is voor dit bedrijf nog steeds een onmisbare instelling, daar zij steeds tot nieuwe relaties aanleiding geeft. De vooruitzichten voor de toekomst zijn minder gunstig. In de bouwvakken was wegens den aanbouw van woningen in verschillende gemeenten wel eenige bedrijvigheid, doch de concurrentie was zeer sterk en het werk niet van dien aard, dat alle werknemers in de bouwvakken arbeid konden vinden. Vooral werden werkmanswoningen en kleine middenstandswoningen aangebouwd, hetgeen naar het zich laat aanzien nog wel zal voort- duren.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 7