ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
EEN DAG RIDDER
Eerste Blad.
Wegens het Paaschfeest
No. 8815
WOENSDAG 23yMAART 1932
72© Jaargang.
zal a s. Maandag G E E N
nummer van dit blad ver-
schijnen,
BINNENLAND
FKUILLETON.
Nederlandsche
Middenstandsbank N. v.
Goeden Vrijdag
BUITENLAND
DE ZWARTE LIEVE VRGUW
Het Kantoor van de
zal
den geheelen dag gesloten zijn
ABONNEMENTSPRIJS: Biimen Ter Neuzen /1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige laa den f 2.60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultg«efster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 26.
ADVERTENTI8NVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,2a
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst e6n dag voor de ultgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VKIJDAGAVOND.
DRINK W ATERV OORZIENIN G.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, maken bekend, dat op Donderdag
24 Maart 1932, des voormiddags tusscben 9 en
12 nnr, op het terrein van de Z. V. T. M. nabjj
de Vluchthaven voor on- en minvermogenden
water te koop zal worden aangaboden, voor
ten bedrag van 3 cent per twee emmers.
Ter Neuzen, den 23 Maart 1932.
Burgemeester en Wethouders voomoemd.
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretarls.
DE KONINGIN IN FRIESLAND.
De regeering vergeet de platte-
landers niet.
■Dlnsdagochtend onderhield de Koningin zich
ten huize van den eommissaris der koningin
In Friesland, Mr. P. A. V. baron van Harinx-
ma thoe Slooten, met de volgende heeren:
B. W. Okma, lid van Ged. Staten van Fries-
land; ir. W. Oosterbaan, voorzitter van de
Friesche Maatschappij van Landbouw; Marra,
voorzitter van den Christelijken Landarbei-
dersbond, en J. Jongsma, voorzitter van den
R. K. Boeren- en Tuindersbond.
Na afloop der besprekingen stelde de par-
ticuliere secretaris van de Koningin aan ,de
pers het voigende communique ter hand:
„De uitkomsten van het veehoudersbedrijf
zijn diep teleurstellend. De omstandigheden,
waaronder dit bedrijf moet werken, zoo bij-
zondere als algemeene, zijn dermate ongun-
■tlg, dat een ieder is vervuld van groote zorg
voor hetgeen in de toekomst voor dit bedrijf
verborgen ligt. De eerste slagen zijn toege-
bracbt an den akkerbouw op de zware gron-
den. Met bewonderenswaardige moed en een
hardnekkigheid, die van groote wilskracbt be-
tuigt, heeft de talrijke groep landbouwers,
boeren en arbeiders getracht het hoofd te
bieden aan den wangunst der tijden. Niet bij
machte de oorzaak der moeilijkbedfin weg te
nemen, heeft de regeering getracht de ergste
gevolgen altbans eenigszins te temperen. Zoo
zjjn achtereenvolgens maatregelen ten behoeve
van de tarweteelt, de beetwortelverbouwing.
de aardappelmeelproductie en de vlasteelt ge-
oamen. Ook aan den groven tuinbouw in
West-Friesland is hulp geboden. Deze maat
regelen verschillen in aard en strekking, in
overeenstemming met de eigenaardigbeden
van den tak van bedrijf, die geholpen moest
worden. Wat in den aanvang reeds werd
gevreesd op grond van de ervaring uit vroe-
gere crisisperioden, is gebeurd. De noodtoe-
etand bepaalde zich niet tot den akkerbouw.
Het aanvankelijk gespaarde veeboudersbedrijx
werd weliswaar later, maar niet minder ern-
stig getroffen. Evenmin als bij den akker
bouw kan de regeering eenigen onmiddelijken
door
K. R. G. BROWNE.
68) (Vervolg.)
Datgene, wat ze door het wegtrekken
van het gordijn te zien kregen, was er dan
ook op berekend om iemand zonderlinge
dingen te laten doen. Tegen den muur
gedrukt stond een jonge man, gehuld in
een rafelig jacquet en een veel te korte
en te nauwe broek. Blijkbaar droeg hij
geen overhemd en had hij een zwak voor
lila sokophouders. Zijn ongeschoren en
door modderige vegen ontsierd gezicht
was vuurrood door de inspanning, waar-
mee hij den nies, die hem verraden had,
geprobeerd had in te houden. Hij zag er
in hooge mate onpresentabel en niet wei-
nig beschaamd uit. Maar hij keek den
man, die hem betrapt had, recht in de
oogen, toen hij op verontschuldigenden
toon zei:
„Morgen, Sir Walter. Ik ben op ver-
boden terrein, ik hoop, dat u 't me niet
kwalijk neemt."
Als alle mannen van zijn type ging Sir
Walter prat op zijn onverstoorbaar gelijk-
moedig humeur en z'n sang froid, oftewel
z'n vermogen om onder alle omstandig
heden z'n tegenwoordigheid van geest te
bewaren; maar bij dit onverwachte excuses
maken van den indringer stond hij zoo
overbluft te kijken, dat het koddig was
om aan te zien. Hij wist niet, wat hij wel
verwacht had achter het gordijn te zullen
vinden, maar d i t zeer zeker niet. Zijn
oogen puilden angstwekkend uit; hij uitte
invioed oefenen op de oorzaken van bet kwaad.
Een groote belemmering voor bet treffen van
maatregelen is gelegen in de omstandigheid
dat bedrijfs- en bestaansmoeilijkheden zich in
alle takken van het maatscbappelijk leven in
emstige mate vertoonen. Naast voortvarend-
heid moet dan ook voorzichtigheid worden
betracht. wil men de uitwerking van het
geen wordt beoogt, niet reeds aanstonds in
gevaar brengen. Weest er van overtuigd, dac
de regeering met inactotneming van dit alles
zooveel dat baar mogelijk is en zoo spoedig
als het mogelijk is de helpende hand zal bie
den ook de veehouderij. Zij vergeet de platte-
landers niet!"
CONTINGENTEERING VAN PORSELEIN,
AARDEWERK EN TEGELS.
Met ingang van gisteren is voor drie
maanden de invoer van porselein, fijin en
sanitair aardewerk, muur- en wand-
tegels beperkt tot een bepaald percen
tage van den gemid,delden invoer per
drie maanden in 1928, 1929 en 1930.
Bij Kon. besluit van 18 Maart is een tijde-
lijke beperking van den invoer van porselein,
aardewerk, alsmede van tegels bepaald.
Antikei 1 van bet besluit luiidt:
1. Gedurende een tijdvak van 3 maanden,
aanvangende 1 Maart en eindigende 31 Mei,
is de invoer uit ieder land verboden van:
a. porselein (wit, gekleurd, gedecoreerd,
bedrukt of beschilderd), voor zoover deze
meer bedraagt dan 90 ten honderd van het
geen gemiddeld per drie maanden in de jaren
1928, 1929 en 1930 van die goederen uit dat
land is ingevoerd, naar de waarde berekend;
b. fijn aardewerk (wit, gekleurd, gedeco
reerd, bedrukt of beschilderd), met uitzonde-
ring van sanitair aardewerk, voor zoover deze
meer bedraagt dan 75 ten hpnderd van het
geen gemiddeld per drie maanden in de jaren
1929 en 1930 van die goederen uit dat land is
ingevoerd, naar de waarde berekend;
c. sanitair aardewerk, voor zoover deze
meer bedraagt dan 85 ten honderd van het
geen gemiddeld per drie maanden in de jaren
1928, 1929 en 1930 van die goederen uit dat
land is Ingevoerd, naar het gewicht berekend;
d. muur- en wandtegels (verglaasd of met
gekristalliseerde glazuren), voor zoover deze
meer bedraagt dan 60 ten honderd van het
geen gemiddeld per drie maanden in de jaren
1928, 1929 en 1930 van die goederen uit dat
land is ingevoerd, naar de waarde berekend.
2. Door onzen Minister wordt vastgesteld
een lijst van goederen, welke vallen onder
de in bet vorig lid bedoelde.
I)E ONDERHANDELINGEN MET BELGIi*
OVER OECONOMISCHE AAN GELEGEN -
HEDEN.
Heden keert Dr. Nederbragt, die op bet
oogenblik te Brussel als vertegenwoordiger
van de Nederlandsche regeering onderhande-
lingen met Belgie voert, naar Den Haag terug.
Ofschoon een verdrag nog niet tot stand is
gekomen, mag men toch aannemen, dat de
onderhandelingen zich in bun eindstadium
bevinden. Zij loopen over drie boofdpunten.
Het belangrrjkste daarvan is het sluiten van
een handelsverdrag. Het tweede onderwerp
der besprekingen vomit bet sluiten van een
vestigingsverdrag, waarin o.a. de recbten van
Nederlandsche werkkrachten in Belgie en van
Belgiscbe werkkrachten in Nederland zullen
worden bepaald. Verder heeft men onderhan-
deld over een oplossing van het vraagstuk
der dubbele belasting, dat vooral van belang
is voor onze binnenvaart, daar fie Nederland
sche schippers tot nog toe een speciale hef-
fing voor de uitoefening van hun beroep op
een verscheidenheid van kelige geluiden:
hij maakte vage gebaren met z'n handen,
hij sprak:
„Wat kch pppf kch hoe..."
Hij schraapte luid en langdurig z'n keel
en brobeerde het opnieuw. „Wat wat
wat heeft dit te beteekenen
..Wat is dat voor een snuiter, Sir Wal
ter vroeq Mr. Hopper, die over den
schouder van z'n gastheer de verschijning
bij het gordijn stond aan te staren.
„Wel... wel... dat facie komt me bekend
Wel, verdorie, dat is dieHij
zweeg bij een zachtzinnigen por van Mr.
Gibbs, die hem op die manier tot discretie
aanmaande.
Sir Walter slikte een paar maal. „Dat
is... eh... de bewuste, de man, die het
schilderij gestolen heeft".
,,Wel, wel, hoe is het mogelijk", ver-
wonderde Mr. Hopper zich, terwijl hij
Peter aankeek, of hij hem het liefst boven
een zacht vuurtje gebraden zou hebben.
„Maar wat voert hij hier dan uit
Sir Walter begon over den eersten
schok heen te komen en deed een poging
om zich te beheerschen, zooals 't een lid
van het Parlement paste.
,,Dat zou ik ook wel eens willen weten".
gaf hij grimmig ten antwoord. Hij vestig-
de een boozen, maar gebiedenden blik op
den indringer. ,,Kom eruitVooruit, er-
uitHoort u me niet
Peter kwam uit zijn schuilhoek vandaan.
Hij haastte zich niet, want hij had veel te
denken. Het was natuurlijk buitengewoon
onpleizierig om in handen van den vijand
te vallen op het oogenblik, dat hij door
zijn gewaagde onderneming het doel dat
hij beoogde bereikt had, maar hij was nog
lang niet aan het eind van zijn krachten
en hij dacht er niet aan om zich gewon-
nen te geven en van het tooneel te ver-
Belgisch gebied moeten betalen.
Men mag aannemen, dat ten opzichte van
deze kwesities reeds pri.scipieele overeenstem
ming tusscben de regeer.ngen is bereikt.
POST EN TEI '1GRAFIE.
Uitstekend geslaagde radio.uitzendjng.
Blijkens ontvangen ambtelijke berichten is
de uitzending van den voetbalwedstrijd
BelgieNederland zoowel in Oost- als in
West-Indie goed overgekomen. Het boofd
van den Radio-dienst te Paramaribo telegra-
feerde o.a.: Verloop voetbalwedstrijd van
begin tot einde schitterend gevolgd, uitzen
ding was woordelijk zonder missen op luid-
spreker te volgen. Besten dank voor aange-
namen, feestvollen Zondag".
Ook uit Oost-Indie werd bericbt ontvangen
dat de overkomst alleszins bevredigend was.
Als merkwaardigheid kan nog worden ver-
meld, dat door der Indische zenders een
heruitzending plaats bad, welke bier te lande
kon worden ontvangen en woordelijk te volgen
was. In het algemeen kan gezegd worden,
dat de uitzending buitengewoon geslaagd is en
tot de meest succesvolle uitzendingen van het
Rijksradiostation te Kootwqk gerekend kan
worden.
BEZUIN1GINGSMAATREGELEN.
Het Nederl. Correspondentiebureau in Den
Haag meldt:
Naar wij vememen, zal binnen korten tijd
de bezuinigingscommissie-Welter een plenaire
zitting houden, waarin haar rapport, aan de
Kroon uit te brengen, definitief zal worden
vastgesteld. Over den inhoud van het rapport
(Ingez. Med.)
doen vele geruchten de ronde, welke voor een
deel bun grond vinden in de besprekingen, die
de commi3sie met enkele groepen van belang-
bebbenden beeft gevoerd. Naar ons in ver-
band hiermede ter oore kwam, zou de com-
missie tot de conclusie zijn gekomen, dat tot
een bedrag van ongeveer 120 millioen gulden
op de staatsuitgaven bezuinigd moet worden.
Dit bedrag zal moeten worden gevonden door
een reeks van maatregelen, waaronder salaris-
verlagtng voor de rrjksambtenaren over de ge-
beele linie en inkrimping van het ambtenaren-
korps door vervroegde pensionneering. De
commissie zou voor elk departement een be
paald percentage, dat dit in de bezuiniging
beeft op te brengen, vastgesteld hebben.
Daarbij zou het in de bedoeling liggen, een
zeer ver doorgevoerde vermindering van de
uitgaven voor materieel voor te stellen, be-
dwijnen, ook al begreep hij zeer goed, dat
hij zich in een buitengewoon moeilijk par-
ket bevond. Hij was geen lafaard en hij
durfde de driemanscnap voor zich best
aan, maar Jane's naam moest, 't koste wat
het wou, buiten de bespreking gehouder.
worden en daarom was voorzichtigheid
vooral in het kiezen van zijn woorden,
een eerste vereischte.
„Nou, vooruit," blafte Sir Walter hem
aan. ,,Wat heeft dat te beteekenen
„Dat u uw schilderij terug heeft, in de
eerste plaats," gaf Peter kortaf, maar
toch met een zekere waardigheid ten ant
woord.
„Niet door uw toedoen," zou ik den
ken." snauwde Sir Walter. ,,Waarom
,,Ik hoef geen bedankje te hebben." zei
Peter rustig. ,.Daar is 't me niet om te
doen. Maar een zekere beleefdheid zou
toch wel op zijn plaats zijn. Ten
slotte
Beleefdheid n Mooie boel Luister
eens hier, jongmensch
heb ik uw schilderij teruggehaald,
niet waar
„Jij barstte Sir Walter verontwaar-
digd uit. ,,Jij Jij hebt 't voor me terug
gehaald
„Ja zeker. Dat schilderij zou nu al een
uur of zes op weg naar Amerika zijn. als
ik geen spaak in het wiel had gestoken."
Een paar oogenblikken lang bleef het
stil. Mr. Hopper keek tersluiks naar Mr.
Gibbs en schudde bij wijze van waar-
schuwing even, bijna onmerkbaar, zijn
hoofd.
„Zoo, zoo, wat je zegt," zei Sir Wal
ter ironisch. ,,Dan heb jij 't ook zeker
daar op tafel neergelegd".
,,Ja, dat heb ik", gaf Peter geduldig ten
antwoord. U bent knap in het raden, dat
moet ik toegeven".
nevens wijziging, opheffing en combinatie van
verscbillende dienstvakken.
De departementen van defensie en van on-
derwijs, kunsten en wetenschappen zouden
vooral een belangrijk contingent bij de bezui
niging moeten leveren. Wat het onderwijs be-
treft, moet het voornemen bestaan, voor te
stellen, in de lagere klassen de onderwijs-
kracbten te vervangen door hulponderwijzers,
die een mindere bevoegdheid bezitten en lager
gesalarieerd zullen worden.
Deze gegevens, welke geen officieel en ook
geen officieus karakter dragen, worden slechts
onder voorbehoud verstrekt.
DE ACHTERGROND VAN HET CONFLICT
VAN MEMEL.
De gezanten van Frankrijk, Engeland en
Italie te Kowno hebben, schrijft de N. R. Crt.,
in opdracht van hun regeeringen, Litauen ge-
waarschuwd, dat het zich houden moet aan
het Statuut van Memel. Japan heeft nog niet
meegedaan omdat bet geen vertegenwoordi
ger heeft in de Litausche boofdstad, maar
bet zal niet nalaten zijn waarschuwende stem
nog bij die der anderen te voegen. Voorloopig
ziet bet er nog niet naar uit dat de Litausche
regeering zicb gewillig zal schikken naar de
vermaningen der groote mogendheden. De
Litauers hebben harde hoofden, en zij zijn zelf
in de kwestie van Wilna het slachtoffer ge-
worden van het feit, dat men den Raad van
den Volkenbond heel goed ongestraft weer-
staan kan. In dit land van dus door aard zoo
wel als door ervaring koppige lieden staat een
man aan het hoofd der buitenlandsche politiek
die nog bijzonder uitmunt door deze eigenaar-
digbeid. Te Genfeve heeft men te merken ge-
kregen dat de ex-Pruisische oud-assesor van
Litausche nationaliteit, dr. Zaunius, een man
is waarmede niet gemakkelijk te praten valt.
Het statuut van Memel bevat de voorwaar-
den waarop de groote mogendheden zicb heb
ben neergelegd bij het voldongen feit, dat
Litauen geschapen heeft door het vrije staatje
Memel en ommeland met geweld te bezetten
en onder zijn gezag te brengen. Dit vrije
staatje was een van de scheppingen van het
verdrag van Versailles. In bet gewoel van de
eerste jaren na den oorlog is een gedeelte van
dit miniatuur-drama, dat in zekere opzichten
een tragi-comedietje was, weinig opgemerkt
gebleven. Het is daarom wellicht niet onaardig
aan enkele ppunten in de ontwikkeling van
het geval te herinneren.
De grondoorzaak van het geval was het
streven van Frankrijk om Duitschland in zijn
midden-Europeesch grensgebied, waar het
Duitsche element zijn geringste weerstands-
vermogen heeft, zooveel mogelijk te verzwak-
ken. Memel was in zijn karakter te overwe-
gend Duitsch om bij Litauen te kunnen wor
den ingelijfd, maar er waren argumenten te
vinden voor zijn afscheiding van het Duitsche
rijk. Het was een geval als Dantzig. Memel
lag aan den mond van de rivier van dienzelf-
den naam aan de Oostzee, was daarom de aan-
gewezen haven voor Litauen. Het Duitsche
karakter der stad en het economisch belang
dat zij voor Litauen had, liet men dus beide
tot hun recht komen, door de stad een eigen
positie te geven.
De Memelaars hebben zich eerst heftig ver-
zet tegen de afscheiding van het Duitsche
rijk. Hun protesten vonden echter geen ge-
hoor; hun onafhankelijkheid, die zij niet
wenschten, bleef voortbestaan. Reeds na een
jaar echter kregen zjj een heel anderen kijk
op die onafhankelijkheid. Deze onttrok hun
aan allerlei lasten en gevaren, waaraan de
rijksduitschers toen waren blootgesteld. Bo-
,,Pfff! blies Sir Walter ongeloovig.
,,En dan heb je ook zeker een keurige
verklaring voor jewegkruipen achter
dat gordijn in die bespottelijkeeh..
vermomming!"
.,Dat heb ik ook", zei Peter beleefd.
,,'t Is een lang verhaal, maar 't is van a
tot z interessant. Om te beginnen
,,Stop!' viel Sir Walter hem met een
boozen blik naar het raam, in de rede.
Op de binnenplaats, die geen minuut te
voren nog eenzaam en verlaten in de
middagzon had liggen blakeren, waren nu
zichtbaar: 1. een tuinman, die vlijtig een
laurierboompje aan het snoeien was; 2.
een boodschappenjongen, verdiept in het
poetsen van een eenzame laars en 3, twee
dienstmeisjes met een mat, die ze keurig
aan 't uitschudden waren. Deze vlijtige
schepselen waren, gewaarschuwd door
een speciaal soort dienstboden-instinct of
door Mappett, naar buiten gekomen en
hadden zich zoo op de binnenplaats gesta-
tioneerd. dat ze alles konden zien wat er
in het schilderijenzaaltje gebeurde.
,,Tsjk", zei Sir Walter gei'rriteerd.
Hij deed een stap naar het raam, of hij de
vier ongewenschte ooggetuigen weg wou
sturen; dan bedacht hij zich en deed een
tweeden stap naar Peter toe. „Ga mee
naar de bibliotheek daar kan je alles
zeggen, wat je te zeggen hebt. Maar ik
waarschuw je vooruit, jongmensch, dat ik
niet in een stemming ben om me te laten
sollen". Hij stuurde zijn gevangene met
een weidsch gebaar op de deur af, ont-
dekte Mssrs Hopper en Gibbs en bleef
aarzelend staan.
„Vindt u goed, dat wij noq wat blij-
ven. Sir Walter?" vroeg Mr. Hopper be
leefd. ,,Ik stel er geweldig veel belang
in hoe het afloopt ziet u en misschien kun
nen we u op de een of andere manier hel-
vendiefl bracht de handel op Litauen, en
vooral een heel 'of half legalen handel op Rus-
land een overstelpende welvaart in bet stadje.
Het vertoonde tijdelijk eigenaardigbeden, die
herinnerden aan verschijnselen welke een
„gold rush" plsgen te vergezellen. De Meme
laars, hoe goede Duitsehers zij in hun gevoe-
lens mochten blijven, kregen den smaak beet
van de voordeelige onafhankelijkheid. Zij
voelden toen geen neiging meer om die op te
geven; in ieder geval niet zoolang de toe-
stand in Duitschland zoo benard bleef als bij
toen was.
Memel had een Fransche militaire bezet-
ting. De Fransche autoriteiten in bet stadje
steunden bet Duitsche element. De Memel-
sche Duitsehers waren verrukt over een zoo
sympathieke houding van de Franschen, over
wie zij toch zooveel kwaads hadden gehoord.
Het Fransche beleid was echter volstrekt niet
ondoorzichtig. De Franschen wilden om goede
reden de op bet Duitsche karakter berusten-
de onafhankelijkheid van'de havenstad tegen
bet opdringen der Litauers handhaven; Memel
moest bet Fransche steunpunt blijven op de
kust van de Oostzee!
Om dit te begrijpen moet men zich een po-
litieken toestand herinneren, die tengevolge
van het vervliegen van allerlei illusies en van
een onvoorzienen loop der gebeurstenissen nu
in het verleden begraven ligt. De belangstel-
ling van Engeland voor de onafhankelijkheid
van Dantzig heeft in den beginne onmisken-
baar berust op de verwachting van Dantzig
een sterk Engelsch steunpunt te kunnen ma
ken in de Oostzee. Dat leek toen gewenscht
voor Engeland tegenover een berrezen Rus-
land. Er is een onzeker tasten geweest in het
Engelscbe beleid in de Oostzee, b.v. ten op
zichte van Riga en van Reval. Op Dantzig
echter scheen het vast zijn oogen gericht te
hebben. Daar lagen Engelsche oorlogsschepen,
daar was Engelsch oppergezag.
Tegenover dit beleid van Engeland zocht
Frankrijk nu ook, op bescbeidener schaal
zooals bet een bescheidener zeemogendheid
betaamt, een steunpunt te Memel. Daarom
moest Memel onafhankelijk blijven.
Op den duur is dit alles anders geloopen
Engeland gaf zijn aspiraties te Dantzig ben
deele op, ten deele bleken zij onverwezenlijk-
baar. Het Engelsche gezag verdween uit
Dantzig. De politiek van steunpunten in de
Oostzee hoorde al spoedig tot het verleden,.
Daardoor verloor Frankrijk zijn belangstelling
voor Memel. Toen Litauen de stad met geweld
bezette, stoorde het zich niets aan het Fran
sche garnizoen, en bet bleek daarbij juist te
hebben gezien. De Fransche troepen bielden
zich koest, en Frankrijk zelf liet zijn bezet-
ting met een zacht lijntje uit Memel verwijde-
ren. De stad kwam onder Litausch gezag, met
door de groote mogendheden uit den Raad van
den Volkenbond gewaarborgde autonomie.
Litauen is natuurlijk voortdurend aan het
werk om de autonomie van zijn haven- en
handelsstad zoo denkbeeldig mogelijk te ma
ken. Het heeft daaraan een moeilijke taak,
omdat bet Duitsche element te Memel meer
intellectueele en economische kracht ver-
tegenwoordigt dan in den heelen verderen
staat Litauen te vinden is. Dit Duitsche ele
ment is echter in de verdediging gedrongen
tegen een langzame vrdringing of overwoeke-
NIEUVVIGHEDEN:
F1 Iv I J" Kostumen, Deiul-saiaons.
Gabardinen.
Onze gansch vemieuwde stock laat'
ons verkoop aan de laagste prijzen toe!
Zuivelbrug 7, Gent (slechts den ingang, juist
aan de brug), staan dit jaar terug aan de
spits met mooie keus aan voordeelige prijzen"
(Ingez. MetU
pen. En ik heb toch ook een soort van
persoonlijk interesse bij de Constable".
,,Ik vind beter begon Sir Walter
gewichtig, maar Peter viel hem in de rede.
,,Laat ze maar meegaan, Sir Walter. Ze
stellen vast evenveel belang in mijn ver
haal als u".
„0, goed! o, goed!" stemde Sr Walter
geergerd toe. „Ga dan maar mee
dezen kant op".
Achter elkaar, als Indianen op het oor-
logspad, wandelde het rijtje van vier het
schilderijenzaaltje uit, stak de hals dwars
door en kwam door een groote breede
deur in een vertrek, dat er precies
zoo uitzag, als men van een bibliotheek.
van Sir Walter verwachten kon-
een groot pompeus-gemeubeld vertrek
met een aantal reusachtige fauteuils be-
kleed met degelijk, somber uitziend leer,
een geweldig bureau van gepolijst eiken-
hout en een boekenkast, die twee wandep
besloeg en gevuld was met boeken, die
meer om hun indrukwekkend uiterlijk,
dan om den inhoud gekocht waren. Sir
Walter sloot de deur, gebaarae Mrss
Hopper en Gibbs tot buiten zijn gezichts-
veld en zette het onderzoek van den ver~
dachte voort.
,,En nu wat heeft u te zeggen? Wat
is dat voor onzin over Amerika?"
..Absoluut geen onzin", verbeterde Peter
hem met gepasten ernst. ,,De zuivere
waarheid". Hij keerde zich naar de beide
compagnons, die bescheiden op den
achtergrond stonden toe te luisteren.
,,Daar heeft u de langvingerige jonge-
lieden, die uw schilderij gestolen hebben",
Die openbaring maakte niet den indruk.
dien men ervan verwacht zou hebben.
,,Wel heb-ik zei Mr. Hopper.
,,Alle grutjes", zei Mr. Gibbs.
(Wordt vervolgd.