ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. EEN DAG RIDDER Eerste Blad. Wegens het Paaschfeest No. 8815 WOENSDAG 23yMAART 1932 72© Jaargang. zal a s. Maandag G E E N nummer van dit blad ver- schijnen, BINNENLAND FKUILLETON. Nederlandsche Middenstandsbank N. v. Goeden Vrijdag BUITENLAND DE ZWARTE LIEVE VRGUW Het Kantoor van de zal den geheelen dag gesloten zijn ABONNEMENTSPRIJS: Biimen Ter Neuzen /1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige laa den f 2.60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Ultg«efster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 26. ADVERTENTI8NVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,2a Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst e6n dag voor de ultgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VKIJDAGAVOND. DRINK W ATERV OORZIENIN G. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, maken bekend, dat op Donderdag 24 Maart 1932, des voormiddags tusscben 9 en 12 nnr, op het terrein van de Z. V. T. M. nabjj de Vluchthaven voor on- en minvermogenden water te koop zal worden aangaboden, voor ten bedrag van 3 cent per twee emmers. Ter Neuzen, den 23 Maart 1932. Burgemeester en Wethouders voomoemd. J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretarls. DE KONINGIN IN FRIESLAND. De regeering vergeet de platte- landers niet. ■Dlnsdagochtend onderhield de Koningin zich ten huize van den eommissaris der koningin In Friesland, Mr. P. A. V. baron van Harinx- ma thoe Slooten, met de volgende heeren: B. W. Okma, lid van Ged. Staten van Fries- land; ir. W. Oosterbaan, voorzitter van de Friesche Maatschappij van Landbouw; Marra, voorzitter van den Christelijken Landarbei- dersbond, en J. Jongsma, voorzitter van den R. K. Boeren- en Tuindersbond. Na afloop der besprekingen stelde de par- ticuliere secretaris van de Koningin aan ,de pers het voigende communique ter hand: „De uitkomsten van het veehoudersbedrijf zijn diep teleurstellend. De omstandigheden, waaronder dit bedrijf moet werken, zoo bij- zondere als algemeene, zijn dermate ongun- ■tlg, dat een ieder is vervuld van groote zorg voor hetgeen in de toekomst voor dit bedrijf verborgen ligt. De eerste slagen zijn toege- bracbt an den akkerbouw op de zware gron- den. Met bewonderenswaardige moed en een hardnekkigheid, die van groote wilskracbt be- tuigt, heeft de talrijke groep landbouwers, boeren en arbeiders getracht het hoofd te bieden aan den wangunst der tijden. Niet bij machte de oorzaak der moeilijkbedfin weg te nemen, heeft de regeering getracht de ergste gevolgen altbans eenigszins te temperen. Zoo zjjn achtereenvolgens maatregelen ten behoeve van de tarweteelt, de beetwortelverbouwing. de aardappelmeelproductie en de vlasteelt ge- oamen. Ook aan den groven tuinbouw in West-Friesland is hulp geboden. Deze maat regelen verschillen in aard en strekking, in overeenstemming met de eigenaardigbeden van den tak van bedrijf, die geholpen moest worden. Wat in den aanvang reeds werd gevreesd op grond van de ervaring uit vroe- gere crisisperioden, is gebeurd. De noodtoe- etand bepaalde zich niet tot den akkerbouw. Het aanvankelijk gespaarde veeboudersbedrijx werd weliswaar later, maar niet minder ern- stig getroffen. Evenmin als bij den akker bouw kan de regeering eenigen onmiddelijken door K. R. G. BROWNE. 68) (Vervolg.) Datgene, wat ze door het wegtrekken van het gordijn te zien kregen, was er dan ook op berekend om iemand zonderlinge dingen te laten doen. Tegen den muur gedrukt stond een jonge man, gehuld in een rafelig jacquet en een veel te korte en te nauwe broek. Blijkbaar droeg hij geen overhemd en had hij een zwak voor lila sokophouders. Zijn ongeschoren en door modderige vegen ontsierd gezicht was vuurrood door de inspanning, waar- mee hij den nies, die hem verraden had, geprobeerd had in te houden. Hij zag er in hooge mate onpresentabel en niet wei- nig beschaamd uit. Maar hij keek den man, die hem betrapt had, recht in de oogen, toen hij op verontschuldigenden toon zei: „Morgen, Sir Walter. Ik ben op ver- boden terrein, ik hoop, dat u 't me niet kwalijk neemt." Als alle mannen van zijn type ging Sir Walter prat op zijn onverstoorbaar gelijk- moedig humeur en z'n sang froid, oftewel z'n vermogen om onder alle omstandig heden z'n tegenwoordigheid van geest te bewaren; maar bij dit onverwachte excuses maken van den indringer stond hij zoo overbluft te kijken, dat het koddig was om aan te zien. Hij wist niet, wat hij wel verwacht had achter het gordijn te zullen vinden, maar d i t zeer zeker niet. Zijn oogen puilden angstwekkend uit; hij uitte invioed oefenen op de oorzaken van bet kwaad. Een groote belemmering voor bet treffen van maatregelen is gelegen in de omstandigheid dat bedrijfs- en bestaansmoeilijkheden zich in alle takken van het maatscbappelijk leven in emstige mate vertoonen. Naast voortvarend- heid moet dan ook voorzichtigheid worden betracht. wil men de uitwerking van het geen wordt beoogt, niet reeds aanstonds in gevaar brengen. Weest er van overtuigd, dac de regeering met inactotneming van dit alles zooveel dat baar mogelijk is en zoo spoedig als het mogelijk is de helpende hand zal bie den ook de veehouderij. Zij vergeet de platte- landers niet!" CONTINGENTEERING VAN PORSELEIN, AARDEWERK EN TEGELS. Met ingang van gisteren is voor drie maanden de invoer van porselein, fijin en sanitair aardewerk, muur- en wand- tegels beperkt tot een bepaald percen tage van den gemid,delden invoer per drie maanden in 1928, 1929 en 1930. Bij Kon. besluit van 18 Maart is een tijde- lijke beperking van den invoer van porselein, aardewerk, alsmede van tegels bepaald. Antikei 1 van bet besluit luiidt: 1. Gedurende een tijdvak van 3 maanden, aanvangende 1 Maart en eindigende 31 Mei, is de invoer uit ieder land verboden van: a. porselein (wit, gekleurd, gedecoreerd, bedrukt of beschilderd), voor zoover deze meer bedraagt dan 90 ten honderd van het geen gemiddeld per drie maanden in de jaren 1928, 1929 en 1930 van die goederen uit dat land is ingevoerd, naar de waarde berekend; b. fijn aardewerk (wit, gekleurd, gedeco reerd, bedrukt of beschilderd), met uitzonde- ring van sanitair aardewerk, voor zoover deze meer bedraagt dan 75 ten hpnderd van het geen gemiddeld per drie maanden in de jaren 1929 en 1930 van die goederen uit dat land is ingevoerd, naar de waarde berekend; c. sanitair aardewerk, voor zoover deze meer bedraagt dan 85 ten honderd van het geen gemiddeld per drie maanden in de jaren 1928, 1929 en 1930 van die goederen uit dat land is Ingevoerd, naar het gewicht berekend; d. muur- en wandtegels (verglaasd of met gekristalliseerde glazuren), voor zoover deze meer bedraagt dan 60 ten honderd van het geen gemiddeld per drie maanden in de jaren 1928, 1929 en 1930 van die goederen uit dat land is ingevoerd, naar de waarde berekend. 2. Door onzen Minister wordt vastgesteld een lijst van goederen, welke vallen onder de in bet vorig lid bedoelde. I)E ONDERHANDELINGEN MET BELGIi* OVER OECONOMISCHE AAN GELEGEN - HEDEN. Heden keert Dr. Nederbragt, die op bet oogenblik te Brussel als vertegenwoordiger van de Nederlandsche regeering onderhande- lingen met Belgie voert, naar Den Haag terug. Ofschoon een verdrag nog niet tot stand is gekomen, mag men toch aannemen, dat de onderhandelingen zich in bun eindstadium bevinden. Zij loopen over drie boofdpunten. Het belangrrjkste daarvan is het sluiten van een handelsverdrag. Het tweede onderwerp der besprekingen vomit bet sluiten van een vestigingsverdrag, waarin o.a. de recbten van Nederlandsche werkkrachten in Belgie en van Belgiscbe werkkrachten in Nederland zullen worden bepaald. Verder heeft men onderhan- deld over een oplossing van het vraagstuk der dubbele belasting, dat vooral van belang is voor onze binnenvaart, daar fie Nederland sche schippers tot nog toe een speciale hef- fing voor de uitoefening van hun beroep op een verscheidenheid van kelige geluiden: hij maakte vage gebaren met z'n handen, hij sprak: „Wat kch pppf kch hoe..." Hij schraapte luid en langdurig z'n keel en brobeerde het opnieuw. „Wat wat wat heeft dit te beteekenen ..Wat is dat voor een snuiter, Sir Wal ter vroeq Mr. Hopper, die over den schouder van z'n gastheer de verschijning bij het gordijn stond aan te staren. „Wel... wel... dat facie komt me bekend Wel, verdorie, dat is dieHij zweeg bij een zachtzinnigen por van Mr. Gibbs, die hem op die manier tot discretie aanmaande. Sir Walter slikte een paar maal. „Dat is... eh... de bewuste, de man, die het schilderij gestolen heeft". ,,Wel, wel, hoe is het mogelijk", ver- wonderde Mr. Hopper zich, terwijl hij Peter aankeek, of hij hem het liefst boven een zacht vuurtje gebraden zou hebben. „Maar wat voert hij hier dan uit Sir Walter begon over den eersten schok heen te komen en deed een poging om zich te beheerschen, zooals 't een lid van het Parlement paste. ,,Dat zou ik ook wel eens willen weten". gaf hij grimmig ten antwoord. Hij vestig- de een boozen, maar gebiedenden blik op den indringer. ,,Kom eruitVooruit, er- uitHoort u me niet Peter kwam uit zijn schuilhoek vandaan. Hij haastte zich niet, want hij had veel te denken. Het was natuurlijk buitengewoon onpleizierig om in handen van den vijand te vallen op het oogenblik, dat hij door zijn gewaagde onderneming het doel dat hij beoogde bereikt had, maar hij was nog lang niet aan het eind van zijn krachten en hij dacht er niet aan om zich gewon- nen te geven en van het tooneel te ver- Belgisch gebied moeten betalen. Men mag aannemen, dat ten opzichte van deze kwesities reeds pri.scipieele overeenstem ming tusscben de regeer.ngen is bereikt. POST EN TEI '1GRAFIE. Uitstekend geslaagde radio.uitzendjng. Blijkens ontvangen ambtelijke berichten is de uitzending van den voetbalwedstrijd BelgieNederland zoowel in Oost- als in West-Indie goed overgekomen. Het boofd van den Radio-dienst te Paramaribo telegra- feerde o.a.: Verloop voetbalwedstrijd van begin tot einde schitterend gevolgd, uitzen ding was woordelijk zonder missen op luid- spreker te volgen. Besten dank voor aange- namen, feestvollen Zondag". Ook uit Oost-Indie werd bericbt ontvangen dat de overkomst alleszins bevredigend was. Als merkwaardigheid kan nog worden ver- meld, dat door der Indische zenders een heruitzending plaats bad, welke bier te lande kon worden ontvangen en woordelijk te volgen was. In het algemeen kan gezegd worden, dat de uitzending buitengewoon geslaagd is en tot de meest succesvolle uitzendingen van het Rijksradiostation te Kootwqk gerekend kan worden. BEZUIN1GINGSMAATREGELEN. Het Nederl. Correspondentiebureau in Den Haag meldt: Naar wij vememen, zal binnen korten tijd de bezuinigingscommissie-Welter een plenaire zitting houden, waarin haar rapport, aan de Kroon uit te brengen, definitief zal worden vastgesteld. Over den inhoud van het rapport (Ingez. Med.) doen vele geruchten de ronde, welke voor een deel bun grond vinden in de besprekingen, die de commi3sie met enkele groepen van belang- bebbenden beeft gevoerd. Naar ons in ver- band hiermede ter oore kwam, zou de com- missie tot de conclusie zijn gekomen, dat tot een bedrag van ongeveer 120 millioen gulden op de staatsuitgaven bezuinigd moet worden. Dit bedrag zal moeten worden gevonden door een reeks van maatregelen, waaronder salaris- verlagtng voor de rrjksambtenaren over de ge- beele linie en inkrimping van het ambtenaren- korps door vervroegde pensionneering. De commissie zou voor elk departement een be paald percentage, dat dit in de bezuiniging beeft op te brengen, vastgesteld hebben. Daarbij zou het in de bedoeling liggen, een zeer ver doorgevoerde vermindering van de uitgaven voor materieel voor te stellen, be- dwijnen, ook al begreep hij zeer goed, dat hij zich in een buitengewoon moeilijk par- ket bevond. Hij was geen lafaard en hij durfde de driemanscnap voor zich best aan, maar Jane's naam moest, 't koste wat het wou, buiten de bespreking gehouder. worden en daarom was voorzichtigheid vooral in het kiezen van zijn woorden, een eerste vereischte. „Nou, vooruit," blafte Sir Walter hem aan. ,,Wat heeft dat te beteekenen „Dat u uw schilderij terug heeft, in de eerste plaats," gaf Peter kortaf, maar toch met een zekere waardigheid ten ant woord. „Niet door uw toedoen," zou ik den ken." snauwde Sir Walter. ,,Waarom ,,Ik hoef geen bedankje te hebben." zei Peter rustig. ,.Daar is 't me niet om te doen. Maar een zekere beleefdheid zou toch wel op zijn plaats zijn. Ten slotte Beleefdheid n Mooie boel Luister eens hier, jongmensch heb ik uw schilderij teruggehaald, niet waar „Jij barstte Sir Walter verontwaar- digd uit. ,,Jij Jij hebt 't voor me terug gehaald „Ja zeker. Dat schilderij zou nu al een uur of zes op weg naar Amerika zijn. als ik geen spaak in het wiel had gestoken." Een paar oogenblikken lang bleef het stil. Mr. Hopper keek tersluiks naar Mr. Gibbs en schudde bij wijze van waar- schuwing even, bijna onmerkbaar, zijn hoofd. „Zoo, zoo, wat je zegt," zei Sir Wal ter ironisch. ,,Dan heb jij 't ook zeker daar op tafel neergelegd". ,,Ja, dat heb ik", gaf Peter geduldig ten antwoord. U bent knap in het raden, dat moet ik toegeven". nevens wijziging, opheffing en combinatie van verscbillende dienstvakken. De departementen van defensie en van on- derwijs, kunsten en wetenschappen zouden vooral een belangrijk contingent bij de bezui niging moeten leveren. Wat het onderwijs be- treft, moet het voornemen bestaan, voor te stellen, in de lagere klassen de onderwijs- kracbten te vervangen door hulponderwijzers, die een mindere bevoegdheid bezitten en lager gesalarieerd zullen worden. Deze gegevens, welke geen officieel en ook geen officieus karakter dragen, worden slechts onder voorbehoud verstrekt. DE ACHTERGROND VAN HET CONFLICT VAN MEMEL. De gezanten van Frankrijk, Engeland en Italie te Kowno hebben, schrijft de N. R. Crt., in opdracht van hun regeeringen, Litauen ge- waarschuwd, dat het zich houden moet aan het Statuut van Memel. Japan heeft nog niet meegedaan omdat bet geen vertegenwoordi ger heeft in de Litausche boofdstad, maar bet zal niet nalaten zijn waarschuwende stem nog bij die der anderen te voegen. Voorloopig ziet bet er nog niet naar uit dat de Litausche regeering zicb gewillig zal schikken naar de vermaningen der groote mogendheden. De Litauers hebben harde hoofden, en zij zijn zelf in de kwestie van Wilna het slachtoffer ge- worden van het feit, dat men den Raad van den Volkenbond heel goed ongestraft weer- staan kan. In dit land van dus door aard zoo wel als door ervaring koppige lieden staat een man aan het hoofd der buitenlandsche politiek die nog bijzonder uitmunt door deze eigenaar- digbeid. Te Genfeve heeft men te merken ge- kregen dat de ex-Pruisische oud-assesor van Litausche nationaliteit, dr. Zaunius, een man is waarmede niet gemakkelijk te praten valt. Het statuut van Memel bevat de voorwaar- den waarop de groote mogendheden zicb heb ben neergelegd bij het voldongen feit, dat Litauen geschapen heeft door het vrije staatje Memel en ommeland met geweld te bezetten en onder zijn gezag te brengen. Dit vrije staatje was een van de scheppingen van het verdrag van Versailles. In bet gewoel van de eerste jaren na den oorlog is een gedeelte van dit miniatuur-drama, dat in zekere opzichten een tragi-comedietje was, weinig opgemerkt gebleven. Het is daarom wellicht niet onaardig aan enkele ppunten in de ontwikkeling van het geval te herinneren. De grondoorzaak van het geval was het streven van Frankrijk om Duitschland in zijn midden-Europeesch grensgebied, waar het Duitsche element zijn geringste weerstands- vermogen heeft, zooveel mogelijk te verzwak- ken. Memel was in zijn karakter te overwe- gend Duitsch om bij Litauen te kunnen wor den ingelijfd, maar er waren argumenten te vinden voor zijn afscheiding van het Duitsche rijk. Het was een geval als Dantzig. Memel lag aan den mond van de rivier van dienzelf- den naam aan de Oostzee, was daarom de aan- gewezen haven voor Litauen. Het Duitsche karakter der stad en het economisch belang dat zij voor Litauen had, liet men dus beide tot hun recht komen, door de stad een eigen positie te geven. De Memelaars hebben zich eerst heftig ver- zet tegen de afscheiding van het Duitsche rijk. Hun protesten vonden echter geen ge- hoor; hun onafhankelijkheid, die zij niet wenschten, bleef voortbestaan. Reeds na een jaar echter kregen zjj een heel anderen kijk op die onafhankelijkheid. Deze onttrok hun aan allerlei lasten en gevaren, waaraan de rijksduitschers toen waren blootgesteld. Bo- ,,Pfff! blies Sir Walter ongeloovig. ,,En dan heb je ook zeker een keurige verklaring voor jewegkruipen achter dat gordijn in die bespottelijkeeh.. vermomming!" .,Dat heb ik ook", zei Peter beleefd. ,,'t Is een lang verhaal, maar 't is van a tot z interessant. Om te beginnen ,,Stop!' viel Sir Walter hem met een boozen blik naar het raam, in de rede. Op de binnenplaats, die geen minuut te voren nog eenzaam en verlaten in de middagzon had liggen blakeren, waren nu zichtbaar: 1. een tuinman, die vlijtig een laurierboompje aan het snoeien was; 2. een boodschappenjongen, verdiept in het poetsen van een eenzame laars en 3, twee dienstmeisjes met een mat, die ze keurig aan 't uitschudden waren. Deze vlijtige schepselen waren, gewaarschuwd door een speciaal soort dienstboden-instinct of door Mappett, naar buiten gekomen en hadden zich zoo op de binnenplaats gesta- tioneerd. dat ze alles konden zien wat er in het schilderijenzaaltje gebeurde. ,,Tsjk", zei Sir Walter gei'rriteerd. Hij deed een stap naar het raam, of hij de vier ongewenschte ooggetuigen weg wou sturen; dan bedacht hij zich en deed een tweeden stap naar Peter toe. „Ga mee naar de bibliotheek daar kan je alles zeggen, wat je te zeggen hebt. Maar ik waarschuw je vooruit, jongmensch, dat ik niet in een stemming ben om me te laten sollen". Hij stuurde zijn gevangene met een weidsch gebaar op de deur af, ont- dekte Mssrs Hopper en Gibbs en bleef aarzelend staan. „Vindt u goed, dat wij noq wat blij- ven. Sir Walter?" vroeg Mr. Hopper be leefd. ,,Ik stel er geweldig veel belang in hoe het afloopt ziet u en misschien kun nen we u op de een of andere manier hel- vendiefl bracht de handel op Litauen, en vooral een heel 'of half legalen handel op Rus- land een overstelpende welvaart in bet stadje. Het vertoonde tijdelijk eigenaardigbeden, die herinnerden aan verschijnselen welke een „gold rush" plsgen te vergezellen. De Meme laars, hoe goede Duitsehers zij in hun gevoe- lens mochten blijven, kregen den smaak beet van de voordeelige onafhankelijkheid. Zij voelden toen geen neiging meer om die op te geven; in ieder geval niet zoolang de toe- stand in Duitschland zoo benard bleef als bij toen was. Memel had een Fransche militaire bezet- ting. De Fransche autoriteiten in bet stadje steunden bet Duitsche element. De Memel- sche Duitsehers waren verrukt over een zoo sympathieke houding van de Franschen, over wie zij toch zooveel kwaads hadden gehoord. Het Fransche beleid was echter volstrekt niet ondoorzichtig. De Franschen wilden om goede reden de op bet Duitsche karakter berusten- de onafhankelijkheid van'de havenstad tegen bet opdringen der Litauers handhaven; Memel moest bet Fransche steunpunt blijven op de kust van de Oostzee! Om dit te begrijpen moet men zich een po- litieken toestand herinneren, die tengevolge van het vervliegen van allerlei illusies en van een onvoorzienen loop der gebeurstenissen nu in het verleden begraven ligt. De belangstel- ling van Engeland voor de onafhankelijkheid van Dantzig heeft in den beginne onmisken- baar berust op de verwachting van Dantzig een sterk Engelsch steunpunt te kunnen ma ken in de Oostzee. Dat leek toen gewenscht voor Engeland tegenover een berrezen Rus- land. Er is een onzeker tasten geweest in het Engelscbe beleid in de Oostzee, b.v. ten op zichte van Riga en van Reval. Op Dantzig echter scheen het vast zijn oogen gericht te hebben. Daar lagen Engelsche oorlogsschepen, daar was Engelsch oppergezag. Tegenover dit beleid van Engeland zocht Frankrijk nu ook, op bescbeidener schaal zooals bet een bescheidener zeemogendheid betaamt, een steunpunt te Memel. Daarom moest Memel onafhankelijk blijven. Op den duur is dit alles anders geloopen Engeland gaf zijn aspiraties te Dantzig ben deele op, ten deele bleken zij onverwezenlijk- baar. Het Engelsche gezag verdween uit Dantzig. De politiek van steunpunten in de Oostzee hoorde al spoedig tot het verleden,. Daardoor verloor Frankrijk zijn belangstelling voor Memel. Toen Litauen de stad met geweld bezette, stoorde het zich niets aan het Fran sche garnizoen, en bet bleek daarbij juist te hebben gezien. De Fransche troepen bielden zich koest, en Frankrijk zelf liet zijn bezet- ting met een zacht lijntje uit Memel verwijde- ren. De stad kwam onder Litausch gezag, met door de groote mogendheden uit den Raad van den Volkenbond gewaarborgde autonomie. Litauen is natuurlijk voortdurend aan het werk om de autonomie van zijn haven- en handelsstad zoo denkbeeldig mogelijk te ma ken. Het heeft daaraan een moeilijke taak, omdat bet Duitsche element te Memel meer intellectueele en economische kracht ver- tegenwoordigt dan in den heelen verderen staat Litauen te vinden is. Dit Duitsche ele ment is echter in de verdediging gedrongen tegen een langzame vrdringing of overwoeke- NIEUVVIGHEDEN: F1 Iv I J" Kostumen, Deiul-saiaons. Gabardinen. Onze gansch vemieuwde stock laat' ons verkoop aan de laagste prijzen toe! Zuivelbrug 7, Gent (slechts den ingang, juist aan de brug), staan dit jaar terug aan de spits met mooie keus aan voordeelige prijzen" (Ingez. MetU pen. En ik heb toch ook een soort van persoonlijk interesse bij de Constable". ,,Ik vind beter begon Sir Walter gewichtig, maar Peter viel hem in de rede. ,,Laat ze maar meegaan, Sir Walter. Ze stellen vast evenveel belang in mijn ver haal als u". „0, goed! o, goed!" stemde Sr Walter geergerd toe. „Ga dan maar mee dezen kant op". Achter elkaar, als Indianen op het oor- logspad, wandelde het rijtje van vier het schilderijenzaaltje uit, stak de hals dwars door en kwam door een groote breede deur in een vertrek, dat er precies zoo uitzag, als men van een bibliotheek. van Sir Walter verwachten kon- een groot pompeus-gemeubeld vertrek met een aantal reusachtige fauteuils be- kleed met degelijk, somber uitziend leer, een geweldig bureau van gepolijst eiken- hout en een boekenkast, die twee wandep besloeg en gevuld was met boeken, die meer om hun indrukwekkend uiterlijk, dan om den inhoud gekocht waren. Sir Walter sloot de deur, gebaarae Mrss Hopper en Gibbs tot buiten zijn gezichts- veld en zette het onderzoek van den ver~ dachte voort. ,,En nu wat heeft u te zeggen? Wat is dat voor onzin over Amerika?" ..Absoluut geen onzin", verbeterde Peter hem met gepasten ernst. ,,De zuivere waarheid". Hij keerde zich naar de beide compagnons, die bescheiden op den achtergrond stonden toe te luisteren. ,,Daar heeft u de langvingerige jonge- lieden, die uw schilderij gestolen hebben", Die openbaring maakte niet den indruk. dien men ervan verwacht zou hebben. ,,Wel heb-ik zei Mr. Hopper. ,,Alle grutjes", zei Mr. Gibbs. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 1