GEMENGDE BEKICH1EN Pluimvee-Rubriek het plegen van het feit in een zoodanigen abnormalen affect-toestand verkeerde, dat bezonnen overleg op dat oogenblik was uitge- sloten. Het ontstaan van den affect-toestand meet worden toegeschreven aan den minder- waardigen geesteiijken aanleg. Verdediger van verdachte is Mr. M. E. Hepkema. Als eerste getuige werd gehoord de heer H. Borghout, boeknouder te Groningen. Dezn was op den bewusten dag aan het strand en heeft us. en mevrouw A. van verre in zee ge- zien. Us. A. begaf zich naar het strand en wenkte met de hand. Getuige ging naar hem toe. Mevrouw A. lag nog in net water. Zij en haar man waren in baacostuum. Het eerste wat spreker van den heer A. hoorde was: O, mijn kind, o m.jn kind. Spoedig kwam er meer huip opdagen. Kunstmatige ademnaiing werd toegepast, waarbij de heer Steinvoorte de lei ding nam. Getuige J. van Althuis van Leeuwarden was dien morgen ook aan het strand. Ook hij spoedde zich naar de plaats van het ongeluk Uaar stonden de vorige getuige en Ds. A. bij het schijiioaar leveiuooze hchaam van een vrouw. Alie stonden er hulpeloos tegenover. Eerst to en de neer Steinvoorte kwam pro- beerde men de levensgeesten op te wekaen. Een uur was men zonder resultaat bezig. Tenstotte constateerde de dokter den dood. ,De paviljoenhouder Steinvoorte hoorde van het ongeluk, waarschuwde den dokter en fiet- ste er heen. De plaats van het onheil lag zeven kilometer van het paviljoen verwijderd. Het was mooi weer, wel geschikt voor een bad. De zee was kalm. Getuige gaf leiding aan de kunstmatige ademhaling. De president, baron Van Imhoff:: Hoe was het met den dominee zelf gesteld? Getuige: Eerst een beetje zenuwachtig. later geheel normaal. Naaat alles afgeloopen was, dankte de dominee alien voor de hulp en ging mede met den wagen, die het lijk naar pension Schols vervoerde. Getuilge antwoordt op een vraag van den substituut-officier, Mr. Wassenbergn, dat men aanvankelijk niet aan misdaad dacht, doch later verkiaarde men, het vreemd te vinden, dat de dominee op deze plek was gaan baden en dat met atgaand water. Dr. Mieremet te Groningen, als getuige gehoord, verkiaarde het lijk van mevrouw A. onderzocht te hebben. Alles wees op dood door verdrinking. Voor dezen deskundige heeft verdachte het gebeurde gerecomstrueerd. Ver dachte moet zijn vrouw bij de polsen onder water hebben getrokken en net zoo lang onder wate- hebben gehouden tot zij was verdron ken. Getuige was er bij, dat verdachte een verklaring van het gebeurde aan den rechter- eommissaris gaf. Dit vemaal werd vrij vlot in conversatievorm en zonder groote opge- wondenheid door verdachte gedaan. Ue heer J. Spoelstra, broer van mevrouw A., werd ook als getuige gehoord. Hij kreeg het bericht, dat zijn zuster op Ameland was verdronken en begaf zich naar Boeiensiaan om er met zijn moeder over te spreken. De moeder zeide later: Dat heeft hij (Ds. A.) gedaan. Getuige trachtte zijn moeder van deze meening af te brengen. 's Zondags is getuige den geheelen dag in gezelschap van verdachte geweest. Er werd ter regeliug van de begrafenis verschillende malen geteiefo- neerd. Dinsdags was de dag van de begrafe nis. Getuige had kleeren voor verdachte mee- genomen. xoen ihgh b&zig was cieze Kieei^n te passen, zeide verdachte: Ik heb zoo'n strijd. De begrafenis zal wel niet doorgaan. Ue marechausse zijn hier gisterenavond geweest. Ook uit verdere uitingen begreep getuige de waarheid en eindelijk zeide verdachte: Ik zal alles straks aan de familie zeggen. Maar ik, aldus getuige, zeide: Je houdt je sill. Want ik begreep, dat er iets verschrikkelijks zou gebeuren als hij voor de begrafenis in den volien familiekring sprak. uoen, even voordat het lijk zou worden weggedragen, boog verdachte zich nog even over de Kist heen en zeide: ja menschendoch getuige gebood hem zich stil te houden. Tijdens de begrafenis hield verdachte zich vrij rustig, maar 's avonds heeft hij bekend. De president: Hoe kwam de moeder er bij om reeds dadelijk vermoedens op te vatten? Getuige: Mijn moeder wist waar het ge- beurd was en vond het zoo'n stille en eigen- aardige plaats. Ook waren er nog anaere aanwijzimgen. Het O.M.: Hebt u tijdens de begrafenis iets abnormaals aan verdachte gemerkt? GetuigeNeen. Verder zegt deze getuige nog, dat als ver dachte niet eenige dagen bij zijn familie was geweest, hij z.i. nimmer zou hebben bekend. Maar het verdriet van den moeder en de broers en zusters maakte hem murw. Rechter Mr. Kortenbout v. d. Sluys: Had u vroeger al eens iets abnormaals aan ver dachte gemerkt? Getuige: Nooit. Alleen, hij was dominee en ik was arbeider en zoodoende kwamen wij niet overeen. De moeder van mevrouw A., als getuige gehoord, vertelde hoe verdachte tot de beken- tenis kwam. Na de begrafenis zeide getu.ge tot verdachte: Jacob je hebt hier een huis als altijd. Is het waar moeder? zei verdachte. Even later zeide zij: ,,0, Jacob vertel me toch hoe mijn dochter om het leven is gekomen. Verdachte zeide toen: Ik ben de moordenaar. Daarna deed hij het verhaal hoe hij haar had vermoord. Verdediger: Heeft u destijds niet gezegd: Moeder, ik heb Jitske vermoord, doch vergeef het mij, ik ben op dat oogenblik krankzinmg geweest, het brandde mij in het hoofd. Getuige: Hij heeft wel gezegd, dat het hem in het hoofd brandde, maar over krank- zinnigheid is niet gesproken. Uit het verdere verhoor blijikt, dat verdach te het woord hallucinaties gebruikt had. Ook toen het proces-verbaal moest worden opge- maakt, maar veldwachter De Groote had het woord niet weten te schrijven. Verdachte heeft het hem toen nog voorgespeld, maar het staat niet in het proces-verbaal. De veldwachter De Groote, die gewaar- schuwd was, verkiaarde Ds. A. ten huize van zijn schoonmoeder aangetroffen te hebben. Ds. A. zeide: Ik heb iets vreeselijks gedaan, en vertelde hem, dat hij zijn vrouw had ver moord. De veldwachter stelde hem op trans port naar Rottevalle. Verdachte vertelde hem nog, dat zijn vrouw hem herhaalde malen verweten had dat zij geen kinderen hadden en hem in verband hiermede gedreigd had ontrouw te worden. Toen wij samen in zee gingen op Ameland is bij mij plotseling een opwelling opgekomen om haar te vermoorden, aldus verdachte. Bij het verdere verhoor verklaart getuige veldwachter De Groote, dat Ds. A. tegenover hem nooit het woord hallucinatie gebruikt heeft. Aan den getuige chef-veldwachter Schepel had verdachte gezegd, de drei'gementen van zijn vrouw verschrikkelijk te vinden en haar in een plotselinge opwelling onder water te hebben getrokken en verdronken. Aan getuige opperwachtm.eester Akkeroran te Buitenpost had verdachte verklaard, voort- durend door zijn vrouw gedreigd te zijn met ontrouw. Daar ze een week naar Boeiensiaan zou gaan vreesde hij, dat ze haar dreigement dan zou uitvoeren. Bij het te water gaan zou de verschrikkel.jke gedachte van verdrinking bij hem zijn opgekomen. Verhoor van den verdachte. Daarna wordt de verdachte gehoord. Hij zegt dat hij en zijn vrouw heel geuUKkig samm waren en veei van elkaar hieiaen. Alleen de kwestie van het kind vertroebelde nu en dan hun geluk. Verdachte en zun vrouw waren in Juii van het vorige jaar op Ameland. Na- dien zouden zij naar Boeiensiaan gaan. Ver dachte zou het eerst naar Smt Anna Termui- den vertrekken. Een week later zouden mevrouw en haar moeder komen. Dien mor gen terwijl zij naar het strand gingen, werd over deze week van scheiding gesproken. Plotseling werd verdachte verscurikKehjk be- angst. Hij dacht weer aan haar bedreigin- gen, die nu spoedig zouden worden ingevoerd. zij gingen in zee. De angst van den ver dachte nam toe. Dit zou net einde van hun beider geiuk beteekenen. Verdachte bad, maar zoo zeide hij, het was geen gezond gebed, het was een angstgebed. Plotseling zag hij in een hallucinatie een blauw licht. Hij dacht, dat het God was en dat deze hem beval zijn vrouw te dooden, opdat haar zuiverheid bewaard zou worden. President: En toen doodde u haar. Verdachte: Ik wilde het zelf niet, maar ik werd er toe gedwongen. President: Waarom hebt u bij uw eerste verhooren nooit over een hallucinatie ge sproken. Verdachte: Ik heb er over gesproken met mijn schoonmoeder. President: Die weet er niets meer van en heeft blykbaar overtgens goed geobserveerd Verdachte: Ook tegenover De Groote heb ik er over gesproken. President: Tegenover deze hebt u er ook niet over gesproKen. Verdachte: toen mijn eerste spreken over deze innerlijke dingen was mislukt, werd ik door de poiitie en justitie als een misdadiger beschouwd en heb ik dus gezwegen. Ik had al moeite met het woord hallucinatie bij den veldwachter. Men zou mij toch niet begrepen hebben. Rechter Mr. Van Beek Calkoen: Maar u zweeg ook in uw eerste verhoor tegenover den rechter-commissaris. Zou die het woord hallucinatie ook niet hebben begrepen? Verdachte: De sfeer van het eerste ver hoor was vijandig. Subst.-ofticier: Geen kwestie van. U hebt nog een sigaar gehad aan het eind. Verdachte wordt verder nog in den breede over de kwestie der hallucinatie ondervraa'gd. Daarna wordt de deskundige, professor Wiersma, gehoord. De president vraagt prof. Wiersma of men nier niet te doen kan hebben met een impul- sieve handeling in affect-toestand gepdeegd. Prof. Wiersma zegt, dat verdachte zeei zeker in affect-toestand heeft gehandeld. Men zan verdachte echter niet gelijkstellen met een geestelijk normaal mensch. remand als verdachte komt eerder in een affect-toestand als een ander. President: Kan verdachte wel op hei. oogenblik van de handeling volkomen geremd geweest zijn? Deskundige: Als verdachte in normalen toestand was, zou hij het niet hebben gedaan. President: Kan verdachte niet een hallu cinatie hebben gehad? Deskundige". Iemand zoo gepreoccupeerd als verdachte, die iets verwacht, kan wel een hallucinatie Krijgen. President: Maar kan iemand, als Ds. Adriani wel verwachten, dat God hem zou bevelen zijn vrouw te dooden Deskundige: Die vraag heb ik hem ook gesteld. Hij schreef dit echter toe aan den sterken affect-toestand, waarin hij verkeerde. Voorts zegt de deskundige nog, dat ver dachte uit een onevenwichtige familie stam- de, dat hij bijna gedurende zijn geheele leven minderwaardig is geweest, dat hij telkens bij conflicten, die heel wat minder ingrepen dan het conflict met zijn vrouw, voortdurend aan hallucinatie leed. President: Acht u verdachte verminderd toerekeningsvatbaar Deskundige: Voor deze daad beschouw ik hem als ontoerekeningsvatbaar. Het zal het beste zijn, dat verdachte in een krankzinni- gengesticht wordt opgenomen en na afloop hiervan ter beschikking van de justitie zal worden gesteld. Het requisitoir. Het O. M., waargenomen door Mr. Wassen- bergh, kan zich niet vereenigen met de ver klaring van verdachte, dat hij in een vlaag van godsdieniitwaanzin heeft gehandeld, te moeilijker echter wordt sprekers taak nu hj twee psychiaters tegenover zich vindt van erkende autoriteit. Spreker bestrijdt het. rapport, dat niet meer dan een advies kar: zijn. Niet de psychiater, maar de rechtbank beslist. Het rapport zegt, dat verdachte eer. volkomen vrije bekentenis heeft afgelega. Dit is niet alleen juist: toen verdachte zijn bekentenis deed was het justitioneel ender- zoek al gaande. Verdachte wist, dit en zijn labiel evenwicht dreef hem tot spreken. Toen is bij stukjes en brokjes de bekentenis ge komen. De psychiater noemt verdachte een eerlijke en betrouwbare man. Verdachte mag in zijn leven steeds eerlijk zijn geweest, spre ker acht hem niet betrouwbaar in zijn ver- klaringen voor de rechtbank. Spreker ge- looft niet aan de hallucinaties. Verdachte is nimmer overdreven godsdienstig geweest en spreker kan zich niet begrijpen, dat verdachte zoo maar plotseling in het water een aanval van godsdienstwaanzin heeft gekregen. Ver dachte heeft gezegd, dat hij in het water in de uiterste wanhoop is geweest omtrent het mogelijk gedrag van zijn vrouw te Boeiens iaan. Als hij daar zoo voor vreesde, waarom nam hij dan geen maatregelen om zijn vrouw te verhinderen naar de Boeiensiaan te gaan Heeft de vrouw verdachte werkelt'k gedreigd? Volgens getuigen zou mevrouw nooit gevolg hebben gegeven aan zoo een bedreiging. Is verdachte een zachtmoedig man, zooals hij in zijn levensbeschrijving zeide De getuigenis van zijn eerste vrouw leert wel anders. Waar om doodde verdachte zijn vrouw? Er zijn verschillende redenen. Verdachte vreesde. dat zijn vrouw hem zou verlaten. Hij wilde dat niet, omdat hij haar lief had op zjn manier. Ook wilde hij niet van haar schei- ■den, omdat hij daarvan financieele moeilijk- heden vreesde. Heeft men hier te doen met moord of doodslag? Verdachte heeft her- haaldelijk verklaard, dat hij het plan vooruit beraamde. Later is hij hierop teruggekomen. Hij zeide: ik heb dat allemaal wel bekend, toen ben ik krankzinnig geweest. Echter gaat deze verklaring verder dan het rapport der deskundigen. Bovendien bij het verhoo ren is het zeer kalm toegegaan. Spreker mesnt dan ook, dat het bewezen is, dat ver dachte zijn vrouw heeft vermoord. Verdachte is echter niet een geheel normaal man. Hij is in 1910 een tijdje in een gesticht verpleegd geweest en deed dingen die een normaal man niet zou doen. Wel is hij verminderd toere keningsvatbaar en heeft hij gehandeld m affect-toestand, maar geheel vrijuit gaat hij niet. Zijn affect-toestand is een gevolg ge weest van toorn. Verdachte is een impulsief man eh gaarne geneigd tot weldadigheden. Rekening houdend met de mentaliteit van ver dachte, vorderde het O. M. wegens moord tien jaar gevangenisstraf, zoo mogelijk door te brengen in een bijzondere gevangenis. De verdediging. De verdediger Mr. M. Hepkema betuigt zijn deelneming met het zware verlies, dat de familie Spoelstra en ook sprekers client heeft getrotfen. Bij de meeste misdrijven is eigen voordeel het doel. Men moet niet uit het oog verliezen, dat verdachte het ergst getroften is. Zijn huwelijk was buitengewoon gelukkig. Pleiter ziet in verdachte niet in de eerste plaats een misdadiger, doch een onge- lukkige, met wien men het diepste medelijden moet hebben. Dr. Westerhuis zeide destijds tegen pleiter, die man is meer dan krankzin nig, die hoort niet in de gevangenis thuis. Dr. Westerhuis was het dus met prot. Wiersma eens. Spreker meent, dat de officier wel eenige leering mag trekken uit de hou- ding van Dr. Mieremet, die zich op psychia- trisch gebied incompetent verkiaarde. Is inderdaad voldoende wettig bewijs ge- leverd Artikel 334 van wetboek van straf- vordering eischt voor het bewijs meer dan enkei een verklaring van verdachte zelf. De geheele toedracht van de zaak moet worden gereconstrueerd uit de bekentenis. Op het l.jk zijn geen sporen van geweldpleging gevonden, Het onderzoek te St. Anna Ter Muiden en op Ameland heeft niets ten nadeele van verdach te opgeleverd. Spreker acht het nog twijfel- achtig, of het wettig en overtuigend bewijs is geleverd, althans het moet geheel geput wor den uit de bekentenis. Verdachte is twaali keer gehoord en in deze twaalf keer kan men drie fazes onderscheiden. In de eerste zegt verdachte: het is per ongeluk gebeurd; toen kwam de tweede faze: verdachte bekend het feit gepleegd te hebben, doch niet met voor- bedachten rade. Hij handelt uit een implusie. Dan komt de derde fase. Daarin komt de predikant aan het woord. Men stelt verdachte niet ridderlijk de vraag: Liep U reeds lang met voornemens rond. Maar op 16 en 17 Juli zeide verdachte, wat hem op het hart lag en het werd door den opperwachtmeester der marechaussee te Buitenpost letterlijk geno- teerd. Hier erkent verdachte, dat bij hem de neiging was opgekomen, terwijl beiden in het water gingen. ,,Voorbedachten rade" ont- kende hij toen. In den gemoedstoestand van dat oogenblik, denkt .men niet aan het juri- disch verschil tusschen doodslag en moord. In zoo'n toestand blijft men zwijgen of men vertelt alles. Waarom heeft verdachte niet eerder bekend? Omdat hij: het diepste geheim van zijn huwelijk niet wilde mededeelen aan de man in the street. Hij wilde het eerst mededeelen aan zijn vader, die zou hem be grijpen. Toen zijn vader niet kwam, wilde hij het in den vollen familiekring vertellen, maar dit heeft zijn zwager belet. In het proces-verbaal van den rechter- commissaris zijn de woorden van den ver dachte niet letterlijk weergegeven. Dit ver- baal maakt niet een zoo betrouwbaren indruk als het verbaal van de marechaussee. Prof. Wiersma oordeelde, dat verdachte den moord bekend heeft in een zucht om zich zelt zooveel mogelijk te bezwaren. Spreker neemt niet aan, dat men hier te doen heeft met een geval van zelfbeschuldiging. Hij heeft gehan deld in een affect-toestand, waarvoor hij niet verantwoordelijk was. Zijn geestesvermogens waren gestoord. Spreker is het eens met de deskundigen: Verdachte moet naar een ge sticht worden overgebracht, ter beschikking stelling van de regeering subs, een voorwaar delijke straf, met als bijzondere voorwaarder dat verdachte zich onder psychiatrisch toe- zicht stelt. Na re- en dupliek is de uitspraak bepaald op 23 Maart. AUTO OMGEVALLEN. Op een erf aan den Sloterdijkenmeerweg waren Zondagmorgen een monteur en een chauffeur bezig een auto te herstellen. Op een gegeven oogenblik sloeg de wagen om en kwam op den monteur terecht. Toen men den 23-jarigen jongeman bevrijd had, bleek hij reeds te zijn overleden. De chauffeur kreeg geen letsel. ONDER HET IJS GESCHOTEN. De 43-jarige veehouder J. Boersma uit Echten (Fr.) is Zaterdagavomd met zijn rij- wiel te water gereden. Hij is daarb:j onder het ijs geschoten en verdronken. BRUTALE INBRAAK TE UTRECHT. Toen Zondagmorgen een der firmanten van de N.V. Leder-Maatschappij v/h J. Elzas het kantoor aan de Plompetorengracht te Utrecht betrad, bemerkte hij dat een inbreker in den afgeloopen nacht zijn slag had geslagen. Het kantoor was in volslagen wanorde, kasten en laden waren overhoop gehaald, maar voorloo- pig werden geen geldswaardige papieren ge vonden. Vervolgens heeft de inbreker na veel zoe- ken de reservesleutels van de brandkast in een andere kast. gevonden. Na opening bleek ech ter het binnenwerk nog afgesloten, zoodat hij dit moest forceeren. Ten slotte werden uit een geldkistje 500 aan bankpapier en 25 aan postzegels meegenomen. Daarop was de beurt aan het prive-kantoor van den heer Elzas, waar men eveneens alles heeft doorsnuffeld, een Oud-Hollandsche klok heeft opengetrokken om te zien of er mis- schien geld in verborgen was, en waar verder alle hoeken en gaten zijn doorzocht. GRATIS KLEEDING NAAR MAAT. Bij een groot modemagazijn te Rotterdam, kwam een tijdje geleden een kantoorbediende, die aanbocd op provisie voor die firma te gaan werken. Speciaal zou hij voor de afdeeling heerenkleeding gaan werken. De firma trad in zijn aanbod. Inderdaad kreeg men al spoedig bestellingen van den nieuwen reiziger binnen. Er moesten drie costuums en een overjas worden geleverd. Kort daarop kwam een door een nieuwen man aangebrachte klant om zich de maat te laten nemen. Tijdens het gesprek met den coupeur bleek de klant in de meening te ver- keeren, dat hij het costuum gratis zou krij- gen, want, zoo had de reiziger hem verteld, de firma maakt een geweldige reclame en biedt gratis heerenkleeding naar maat aan. Men wilde den nieuwen reiziger ter ver- antwoord'ing roepen, want van deze kostbare reclame-campagne was geen woord waar. De nieuwe reiziger was echter verdwenen met S 25 voorschot op zijn provisie. De poiitie heeft hem echter opgespoord en opgesloten. TEN ONRECHTE KRANKZINNIG VERKLAARD. De 26-jarige G. A. E. G., te Arnhem, die in onmin leefde met zijn vader, is op verzoek van dezen en op advies van een psychiater, krankzinnig verklaard, op straat opgepakt en naar Venray vervoerd. Daar verbleef hij eenige dagen, totdat Mr. Roobol gedaan wist te krijgen, dat de jongeman werd ontslagen uit het gesticht. Na geneeskundig onderzoek bleek, dat de jongen in 't geheel niet krank zinnig was en dus zonder reden zat opge sloten, Zijn ontslagbrief vermeldt, aldus het ,,Volk", dat hij niet krankzinnig is. G. had ongeveer een half jaar geleden zijn moeder verloren, die eenig geld naliet. De jongeman, die van beroep musicus is en, als alle musici in dezen tijid, slechts zeer moeilijk arbeid kon vinden, vroeg het deel op, dat hem van zijn moeders nalatenschap toekwam. Vader en zuster hadden daar blijkbaar ernstig bezwaar tegen en herhaaldelijk ontstonden hevige woordenwisselingen. Ongeveer vier maanden geleden, tijdens een woordenwisseling, belde de vader het zieken- huis op en eenige oogenblikken daarna ver- scheen een wagentje, tot vervoer van zenuw- patienten voor de deur. G. weigerde echter mee te gaan. Woensdalg voor een week vond wederom een heftige ruzie plaats. Toen de jongeman die als marktkoopman thans in zijn onder- houd tracht te voorzien, op straat liep, werd hij op den Jans Binnensingel aangehouden door een rechercheur, die vroeg, of hij even wilde meegaan. Hij verkiaarde zich daartoe bereid, mits het niet te veel tijd in beslag zou nemen, daar hij anders op de markt geen kraam meer kon krijgen. Tijdens dit gesprek verschenen nog twee rechercheurs, zoodat hij toen reeds werd begeleid door drie man. Hij volgde hen naar het politiebureau, waar men zijn kleeding onderzocht en alle zakken leeg- haalde. Vervolgens zette men hem in een auto en bracht hem naar Venray, naar het krankzinnigengesticht. Dat de jonigeman uit deze onprettige om- geviing is weggekomen, heeft hij te danken aan zijn vertrouwen in Mr. Roobol. Nadat zijn vader eenige malen had verklaard, hem te zullen laten opsluiten, gaf hij zijn verloofde opdracht, om, als er ooit wat met hem mocht gebeuren, direct Mr. Roobol te waarschuwen. Het meisje gaf aan deze opdracht gevolg, zoo- dra de jonge man een dag weg bleef. Zij ging naar Mr. Roobol toe en deelde hem mede, te gelooven, dat de vader uitvoering had ge geven aan zijn voomemen. Mr. Roobol heeft toen direct alles in het werk gesteld, om G. los te krijgen en dit is hem gelukt. Het formulier van den psychiater, dat voor opname noodig was, had de psychiater sior- dig en onvolledig ingevuld. Er werd op mede- gedeeld, dat de verklaringen van vader en zuster hem zeer betrouwbaar leken, aangezien hij eenige maanden geleden ten overstaan van den patient alles had kunnen constateeren. De patient ontkent dit zelf ten stelligste. ECHTELIJK DRAMA. In het perceel Heerensingel 99 te Haarlem heeft zich Zondagavond een echtelijk drama afgespeeld. Daar woont de 42-jarige kapster A. R. Zij is voor de tweede maal getrouwd, met den 35-jarigen slooper H. v. S. In ver band met een echtscheidingsprocedure woon- de v. S. sedert vier weken bij zijn moeder op de Zomervaart. Zondagavond omstreeks half-acht is de man de woning van zijn vrouw binnengedrongen en heeft hij twee schoten uit een revolver op haar gelost, waarvan edn haar in den reehter-bovenarm trof. Een 16- jarige zoon uit het eerste huwelijk van mej. R. wilde zijn moeder beschermen en gooide met een stoel naar zijn stiefvader. Deze richtte daarop de revolver op den jongen en loste twee schoten, die hem in den reehter- bovenarm en in de linkerhand troffen. Mej. R. was inmiddels uit de kamer gevlucht en liep de straat op. Zij, werd door S. achtervolgd en gegrepen. Er ontstond een worsteling, waarbij de man trachtte, zijn vrouw in het water van den Heerensingel te werpen, wat hem niet gelukte; een toegeschoten burger en een agent van poiitie wisten den man te overmeesteren. Bij de worsteling had hij zijn vrouw met de leeggeschoten revolver, welke hij nog steeds in de hand hield, aan het voor- hoofd gewond. Deze wonde is echter niet van ernstigen aard. De man werd overgebracht naar het bureau van poiitie, waar hij is ver- hoord. Hij verkiaarde, de bedoeling te hebben gehad, eerst de vrouw en daarna zich zelf van het leven te berooven. Hij is opgesloten. De vrouw en de zoon werden naar het Sint Elisabeth-gasthuis overgebracht. De revolver- schoten waren betrekkelijk niet van ernstigen aard en levensgevaar bestaat dan ook niet. Bij een onderzoek in de kamer van de woning van mej. R. vond de poiitie drie onafgeschoten en twee afgeschoten kogels, benevens vier patroonhulzen. Volgens verklaring van S. had hij de revolver 's morgens van een hem onbekend persoon gekocht. Bij de worsteling met zijn vrouw had hij het vuurwapen in den Heerensingel geworpen. POGING TOT DOODSLAG. Vrijdagmorgen werd bij de gemeentepolitie te Etten aangifte gedaan van een poging tot doodslag. De nandelsreiziger V., in dienst bij de sigarenfabrikant v. Liempt aldaar, was Donderdag met den fabrikant eenige geregel- de afnemers gaan bezoeken. Onder hen be- vond zich ook de cafehouder F. te Stampers- gat. Laatstgenoemde had echter nog een loo- penden wissel te betalen, die reeds verschil lende malen was aangeboden. De heer V. presenteerde weer zijn wissel, waarop de cafe houder zoo kwaad werd, dat hij den reiziger met beide handen om de keel greep. De heer Van Liempt, die buiten in zijn auto wachtte, kwam op het lawaai ijlings toeloopen, als- mede de 20-jarige dochter van den cafehou der. Met vereende krachten gelukte het hen den cafehouder van zijn slachtoffer, dat hij reeds bijna gewurgd had, te bevrijden. De ijlings ontboden geneesheer kon door toepas- sing van kunstmatige ademhaling den heer V. weer bijbrengen. De gemeente-politie van Etten heeft het onderzoek in handen gesteld van die te Oud-Gastel, onder welke gemeente het voorgevallene heeft plaats gehad. DE SMOKKELSTRIJD AAN DE GRENS. Zoowel de smokkelaars als de douanebe- ambten rusten zich met alle modeme midde- len uit tot den grooten smokkel-oorlog. Onlangs is gemeld, dat de Duitsche douane met succes gebruik maakte van prikkeldraad- versperringen in de smokkelzone langs de grens. Voor eenige dagen is men van de zijde der Duitsche beambten begonnen gebruik te maken van lichtkogels, meldt thans de ,,Msb." Bij het minste verdachte geluid, waarbij men aanneemt, dat er smokkelaars in de buurt zijn, wordt een lichtkogel afgeschoten, welke den geheelen omtrek plotseling voor den duur van ruim een minuut helder verlicht, waar- door de smokkelaars aldus gemakkelijk wor den ontdekt. Op deze wijze mocht het den ambtenaren gelukken, verscheidene smokkelaars te arre- steeren en smokkelaar in beslag te nemen, o.a. 243 K.G. tabak, 273 K.G. koffie, een hoe- veelheid cacao en een groot kwantum siga- retten. Vragen deze rubriek betreffende, kunnen door de abonne's worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaardesingel 96a, Rotterdam. Postzegel voor antwoord insluiten en blad vermelden. HET BEGIN IS ER. KUIKENS OPFOKKEN EEN DURE LES. Ondanks het koude weer en de malaise zijn er zoo hier en daar toch reeds heel wat kui- kens in de kuikenhuizen en tot mijn groote verbazing heb ik al weer hoopen kuikens gezien bij menschen die eigenlijk het vak nog moeten leeren. Dat getuigt nu toch wel van een onverwoestbaar optimisme, ja ik zou eigenlijk willen zeggen, een moordend opti misme, want vele van die diertjes zijn werke- lijk ten doode gedoemd. De bekende pluim- vee-deskundige Holsteijn schrijft in zijn blad van heden dat het eigenlijk zoo eigenaardig is dat ik nu weer met nieuwigheden voor den dag kom die twintig jaar geleden al precies zoo gezegd werden. Hij heeft hierin gelijk doch ook dit telkens weer naar voren brengen van iets dat al oud is, is een symptoon van het optimisme der pluimveehouders. Men kan praten zooveel men wil en zoowel de heer Holsteijn als ik doen dat sinds jaar en dag, men kan de menschen wijzen op het nut van gezonde foktoomen, van goede voedering dei foktoomen van het groote belang van goed broeden en opfokken, steeds blijft men jaar in jaar uit voor hetzelfde verschijnsel staan dat de lezers met belangstelling lezen wat geschreven wordt en er zich als het er op aan komt bitter weinig van herinneren of er zich van aantrekken. De dagelijksche praktijk bewijst het ons, dat pas als de menschen zwarigheden ontmoeten, zij zich herinneren dat over die bezwaren wel eens geschreven is. Dan moet gauw de des kundige er bij komen om de zaak weer in het reine te brengen en dat valt vaak lang niet. mee. Deze week werd mijn hulp ingeroepen op een groot jong bedrijf waar in een troep van een duizend kuikens ernstige beenzwakte en verlamming opgetreden was en er tijdens mijn bezoek al zoowat honderd tegen de vlakte lagen. Dat is nu iemand die een paar jaar geleden begonnen is (tegen mijn advies in), die omdat het anders niet rendabel is, maar direct op groote schaal begon (ook al weer tegen mijn advies in) en die geregeld werke- lijk serieus de artikelen in de voornaamste pluimveebladen leest. Bij mijn bezoek trof ik aan verschillende afdeelingen ieder met ongeveer 500 kuikens, sommige afdeelingen goed, andere gewoon- weg slecht. Vanaf den eersten dag hadden alien hetzelfde voer gehad, dus „daar zat het niet in" zooals de eigenaar zei. Het verschil was: de herkomst der kuikens. Sommige afdeelingen waren van een bedrijf waar n.b. 50 der broedeieren onbevrucht bleek en waarvan de 50 die overbleef slechts de helft uitkwam. Ziedaar een duidelijk bewijs van mijn stelling: De zorg voor de kuikens moet beginnen bij den foktoom. Zwakke fok- toom, slecht gevoedde foktoom geeft slechte broedresultaten en slechte kuikens. Zijn de kuikens op den leg gecontroleerdNeen! Maar de kuikens waren goedkoop! Ja, dat kan ik me voorstellen, zulke kuikens kunnen goedkoop zijn, doch wat ze waard zijn bleek hier in de praktijk. De bedrijfsleider waar ik was had nog 1500 kuikens willen bestel- len, doch heeft daar op mijn aanraden onmid- dellijk van afgezien. Toen de fokker A be merkte dat de broedresultaten slecht waren ging hij als een haas vitammerijk voer geven. Wat stelt zoo'n man zich nu voor? Eerst de kippen den geheelen winter zich uit laten putten en dan als het mis gaat met de broed eieren opeens een lading vitaminerijk voer en dan moeten de kippen ook maar direct beste broedeieren gaan leggen Ieder normaal denkend mensch kan toch begrijpen, dat zooiets onzin is. Den foktoom die een heele winter verknoeid is krijgt men niet in een week, vooral bij ongunstig weer, weer goed, ook al geeft men het beste voer met veel vitaminen en mineralen. Maar nu verder met het drama! Hoe vaak is er gewaarschuwd, vooral in dezen tijd, niet te koopen van fokdieren die niet op den leg gecontroleerd zijn. Toch wordt er ondanks al dat geschrijf steeds maar weer op de prijs gelet en niet op de kwaliteit. Wat moet daar nu van terecht komen? Toen ik in het groote opfokhuis kwam heerschte er zoo'n tocht, dat de kuikens er haast uitwaaiden! De dieren moesten veel frissche lucht hebben vertelde de eigenaar mij. Hij had gelezen over bedorven lucht, zuur- stofgebrek, te veel koolzuur, enz., enz., maai dat door deze koude luchtstroom de kuikens half dood gingen van de koude was nog nie' tot hem doorgedrongen. Toen ik direct bijna alle ramen dicht had laten doen stak ik een sigaret op en liet nu den eigenaar zien hoe geweldig sterk de tocht was die door de kieren van de planken en deuren over den grond blies en juist in de hoeken waar de stomme diertjes bijeengekropen waren om zich tegen den kouden wind in het hok te beschutten. Is het nu wonder, dat onder zulke omstan- digheden zwakke kuikens tegen de vlakte gaan? Maar er was nog meer! Ik nam een monstertje levertraan mee, herkomst onbe kend, maar het was goedkoop! Jawel, b;j onderzoek bleek dit lekkers 9 c/r vrije vet- zuren te bevatten, terwijl er reeds vele malen op gewezen is dat levertraan met 6 al te veel is voor kuikens. Dit is nu een voorbeeld uit velen die ik dagelijks tot mijn verdriet onder de oogen krijg. Een ontwikkeld man, leest trouw pluimveebladen, is vol goeden wil en begaat fout op fout. Volgend jaar stelt hij zich voor een groote broedkast aan te schaffen en dan van de beste hennen zelf te gaan broe den. Hij was nu tenminste nog zoo wijs aan broeden niet te denken dit jaar. Laat dit nu weer eens een voorbeeld zijn waar de lezers zich aan kunnen spiegelen. Koop geen kui kens of broedeieren op goed geluk en op den prijs afgaande op een of andere advertentie in een of andere kippenkrant. Heusch, het papier is geduldig en we zijn nog lang zoo ver niet, dat de uitgevers streng toezicht houden op de advertenties. De advertenties moeten jammer genoeg vaak het blad goed maken. Weet gij geen betrouwbaar adres van een echt fokker in Uw omgeving, schrijf dan maar aan Mevrouw Van Bork, Einden- houtstraat, Haarlem. Zij is secretaresse der Nederlandsche Fokkers Vereeniging en kan U in contact brengen met de leden der Ver eeniging, wat U al een zekere garantie geeft met geen prutsers te doen te hebben. Dr. TE HENNEPE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 14